Base description which applies to whole site

3.3 Pandemische Paraatheid

In 2023 is het beleidsprogramma pandemische paraatheid verder uitgewerkt en uitgevoerd langs de lijnen van de drie beleidsopgaven: versterkte publieke gezondheid en infectieziektebestrijding, opschaalbare en flexibele zorg en verbeterde leveringszekerheid. Over de hele breedte van het beleidsprogramma is voortgang geboekt.

Versterkte publieke gezondheid

Op 2 oktober 2023 is de Landelijke Functie Opschaling Infectieziektebestrijding (LFI) gelanceerd. De LFI is nu inzetbaar bij de uitbraak van een A-infectieziekte met landelijke impact. De 25 GGD’en zijn gestart met de uitvoering van het programma Versterking infectieziektebestrijding en pandemische paraatheid (VIP)9 en hebben geïnvesteerd in onder andere extra personele capaciteit, opleidingsplekken en praktijkgericht onderzoek. Ook zijn in 2023 eenmalig extra middelen beschikbaar gesteld voor het extra uitbreiden van het aantal opleidingsplekken artsen infectieziektebestrijding van 23 tot 30 plekken. Voor de realisatie van een opschaalbare data-infrastructuur is een meerjarig (2023- 2026) programmaplan opgesteld, waarin de noodzakelijke onderdelen van het beoogde IV-landschap worden beschreven. Ook de Wet publieke gezondheid (Wpg) is verder aangepast zodat we een epidemie beter kunnen bestrijden. Er is nu een wettelijk kader voor collectieve maatregelen voor de bestrijding van een epidemie van infectieziekten behorend tot groep A1, of een directe dreiging daarvan. Het wettelijke kader is slapend recht dat in de normale situatie niet in werking is. Daarnaast ligt er momenteel een wetsvoorstel voor in de Tweede Kamer om directe sturing door de minister van VWS via de LFI op de directeuren publieke gezondheid van de GGD’en mogelijk te maken bij een A1/A2-infectieziekte met landelijke impact. Concrete resultaten vanuit het Nationaal actieplan versterken zoönosenbeleid zijn onder meer het verhogen van de zoönosengeletterdheid bij burgers en professionals, het uitbreiden van de monitoring van vectoren, een One Health oefening en investeringen in One Health onderzoek bij o.a. RIVM en WUR10.

Vaccinatiezorg is een belangrijke vorm van preventie en beschermt mensen tegen de mogelijke (ernstige) gevolgen van infectieziekten. Bij het uitbreken van een pandemie zullen vaccinaties een belangrijk instrument zijn bij de bestrijding. In 2023 is door het RIVM en de GGD-en een uitvoeringstoets gedaan naar de haalbaarheid van een vaccinatievoorziening voor volwassenen bij de GGD’en. De vaccinatievoorziening voor volwassenen moet ook paraat staan om in een infectieziekte-uitbraak/pandemie een rol bij het vaccineren te vervullen.

Flexibele en opschaalbare zorg

Ten behoeve van opschaalbare en flexibele zorg zijn er afgelopen jaar duizend plekken voor de verkorte opleiding Basis Acute Zorg gecreëerd.11 Hiermee kunnen zorgprofessionals breed worden opgeleid zodat zij flexibeler inzetbaar zijn en kan beter worden ingespeeld op de zorg die bij een nieuwe pandemie nodig is. Er zijn voorbereidingen getroffen voor de start van een Zorgonderzoek Nederland Medische Wetenschappen (ZonMw) programma ten behoeve van de doorgang van de reguliere zorg ten tijde van een pandemie. Er zijn meer middelen beschikbaar gekomen voor extra capaciteit voor de ondersteuning van de ROAZ’en om hun taken te vervullen in een uitbreidend netwerk en in tijden van personele krapte in de zorg. Ook is de bekostiging geregeld voor inzicht in capaciteit en patiëntenspreiding en de monitoring van zorgcontinuïteit middels een beschikbaarheidsbijdrage. In de langdurige zorg is het lopende programma gericht op hygiënisch werken en infectiepreventie in verpleeghuizen voortgezet en is het programma voor de gehandicaptenzorg versterkt. Voor de gehandicaptenzorg is in 2023 een subsidie verleend voor het versterken van de monitoring en surveillance door het Radboudumc samen met de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) en de Nederlandse Vereniging Artsen Verstandelijk Gehandicapten (NVAVG). De monitoring en surveillance voor de ouderenzorg is voortgezet. Voor het bestendigen van de positie van de Nationale Zorgreserve (NZR) zijn in 2023 de nodige voorbereidingen getroffen. Voor het beheren, uitbouwen en inrichten van de NZR is een opdracht middels een aanbesteding in de markt gezet.

Versterkte leveringszekerheid

Ter versterking van de leveringszekerheid zijn er in EU-verband via HERA EU FAB contracten afgesloten met vaccinproducenten om snelle opschaling van vaccins te borgen tijdens een crisis, waaronder met het Nederlandse vaccin bedrijf BBIO. Aan de kennisinstelling Biotech Training Facility is een subsidie verstrekt voor het realiseren van een Vaccine Knowledge Centre, welke voorziet in de behoefte van het opleiden van extra vakmensen die ingezet kunnen worden bij de ontwikkeling en productie van vaccins en de overdracht van vaccinproductietechnologie. Ook is er ingezet op publiek-private projecten. Een voorbeeld is de Nederlandse deelname aan de subsidieregeling Important Projects of Common European Interest (IPCEI) Health met vier projecten op het gebied van innovatie van productieprocessen voor geneesmiddelen. Voor een versterkte internationale pandemische paraatheid is er in World Health Organisation (WHO) verband gewerkt aan aanpassingen van de Internationale Gezondheidsregeling (IHR) en een Pandemie Verdrag met bindende afspraken over preventie, voorbereiding en respons. Voorts is medio dit jaar de Caribische Hub opgericht, een samenwerkingsverband dat het Caribisch deel van het Koninkrijk pandemisch paraat maakt.

(Lessen) coronacrisis

Belangrijk resultaat zijn de kennis- en innovatieagenda’s pandemische paraatheid.12 De agenda’s geven verdere richting aan de reeds lopende programma’s op ventilatie, detectie en voorspelling, maatschappij en gedrag, en therapie-ontwikkeling en stimuleren multidisciplinaire en publiek-private samenwerking. Vanuit de lopende kennisprogramma’s zijn er verschillende onderzoeken gepubliceerd. Zoals de kennissynthese «bestrijding vector-overdraagbare ziekten in relatie tot pandemische paraatheid» vanuit het ZonMw-programma13 en een internationaal vergelijkende case study vanuit de RIVM Gedragsunit.14 Bovendien is de inzet op het thema modellering versterkt met onder meer de opdracht aan het RIVM voor een nationaal samenwerkingsplatform infectieziektemodellering en de opening van een ZonMw opdracht gericht op innovaties en kennisontwikkeling die infectieziektemodellering kunnen verrijken. Ook zijn er stappen gezet in het professionaliseren van het instrument scenario’s. Er is een matrix infectieziekten ontwikkeld door het RIVM en er zijn verschillende scenario’s ontwikkeld. Verder is medio dit jaar een ex durante beleidsevaluatie gestart op basis van artikel 3.1 van de Comptabiliteitswet.

Verder is bij het in beeld brengen van geleerde lessen uit de coronacrisis onder andere gebruik gemaakt van de adviezen van de Onderzoeksraad voor Veiligheid. In het najaar van 2023 is het derde deelrapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid verschenen.15

9

Kamerstukken II, 2023/2024, 25 295, nr. 2000

10

Kamerstukken II, 2023/2024, 25 295, nr. 2119 en 2123

11

Kamerstukken II, 2023/2024, 25 295, nr. 1883 en 1964 

12

Kamerstukken II, 2023/2024, 25 295, nr. 2147

13

Zie: https://www.zonmw.nl/sites/zonmw/files/2023-06/Rapport-ZonMw-kennissynthese-vector-overdraagbare-ziekten-in-relatie-tot-pandemische-paraatheid.pdf 

14

Zie: https://www.rivm.nl/gedragsonderzoek/over-corona-gedragsunit

15

Kamerstukken II, 2023/2024, 25 295, nr. 2148

Licence