Base description which applies to whole site

3. Beleidsprioriteiten

Conflicten, zoals die in Oekraïne en tussen Israël en Hamas in Gaza, vergroten internationale instabiliteit en bemoeilijken vooruitgang op de duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG’s). De gevolgen van deze conflicten domineren dan ook de Nederlandse inzet op geopolitiek, economisch en humanitair niveau. Zo heeft het kabinet in 2023 EUR 50 miljoen extra vrijgemaakt voor humanitaire hulp aan Gaza en is een speciaal gezant benoemd om toegang voor noodhulp in Gaza te verbeteren, veiligheid van hulpverleners te bevorderen en humanitaire pauzes en corridors te creëren. Naast humanitaire hulp aan Gaza heeft Nederland middelen voor noodhulp vrijgemaakt voor onder meer Afghanistan, Libië, Marokko, Syrië en Turkije, die getroffen werden door natuurrampen.

De beleidsinzet van het (demissionaire) kabinet – geformuleerd in de BHOS-nota «Doen waar Nederland goed in is» en hieruit volgende strategieën – is gericht op een duurzaam internationaal verdienvermogen van ons land en op het aanpakken van grondoorzaken van armoede, klimaat, terreur en irreguliere migratie. Dit is ook een Nederlands belang. Door de hoger dan verwachte uitgaven aan eerstejaars asielopvang heeft het (demissionaire) kabinet in de begroting van 2023 moeten ombuigen binnen de BHOS-begroting. Voor 2023 betekende dit een bezuiniging van EUR 559 miljoen op de BHOS-begroting in het lopende jaar. Door een latere verhoging van het ODA-budget als gevolg van de nieuwe CPB-raming (Macro-Economische Verkenning (MEV)) zijn de meerjarige gevolgen van de asieltegenvaller op het ODA-budget verzacht, waardoor humanitaire hulp kon worden ontzien van een korting1. Deze mutaties zijn verwerkt in aanpassingen op de BHOS-begroting2. Daarnaast is het amendement Grinwis c.s. aangenomen3. Dit amendement heeft EUR 70 miljoen van 2028 naar 2023 geschoven ten behoeve van humanitaire hulp, opvang in de regio en klimaatfondsen. De begroting 2023 vormt het vertrekpunt voor dit verslag, waarbij de wijzigingen in deze begroting gedurende het lopende jaar ook zijn beschreven.

OekraïneIn 2023 blijft de Nederlandse bijdrage aan Oekraïne onverminderd noodzakelijk. De Nederlandse niet-militaire steun bestaat uit drie hulppakketten en bedroeg ca. EUR 400 miljoen4. Dit betreft onder meer EUR 91 miljoen voor humanitaire steun, gezondheidszorg, psychosociale hulp en bestrijding van seksueel- en gendergerelateerd geweld, herstel van kritieke drinkwatersystemen, ontmijning van landbouw en woongebieden en onderdelen voor kritieke elektriciteit- en gas-infrastructuur5. Via de positionering en inzet van het Nederlandse bedrijfsleven heeft het kabinet de wederopbouw van Oekraïne met ca. EUR 85 miljoen gesteund. Sinds juli 2023 is een speciaal Gezant Bedrijfsleven en Wederopbouw Oekraïne aangesteld. Deze speciaal gezant onderhoudt contacten met Nederlandse bedrijven en Oekraïense autoriteiten, leidt missies met bedrijven en is betrokken bij publiek-private platforms die opgericht zijn om de meerjarige inzet van het Nederlandse bedrijfsleven in de wederopbouw vorm te geven. De Oekraïne Partnerschapsfaciliteit, gericht op duurzaam economisch herstel op het gebied van agrofood, water en gezondheidszorg, is van start gegaan met een plafond van EUR 25 miljoen. Om de financiële risico’s af te dekken voor Nederlandse bedrijven heeft het kabinet een speciale faciliteit voor exportkredietverzekeringen opengesteld. In juni 2023 heeft de EU de autonome handelsmaatregelen voor Oekraïne verlengd en daarmee de resterende importheffingen op Oekraïense producten opgeschort voor een periode van één jaar.

De Nederlandse beleidsinzet werd niet alleen beïnvloed door conflicten in Oekraïne en Israël-Gaza. In Soedan brak een burgeroorlog uit en in Niger werd een staatsgreep gepleegd. Nederlanders werden geëvacueerd uit beide landen en Nederland schortte na de coup in Niger de directe samenwerking op het gebied van ontwikkelingssamenwerking, veiligheid en migratie op. Nederland werkte ook in de Sahelregio aan het bevorderen van stabiliteit, het bestrijden van jihadisme en georganiseerde misdaad, het tegengaan van irreguliere migratie, het stimuleren van duurzame ontwikkeling en het bevorderen van de internationale rechtsorde met het streven een gelijkwaardige en betrouwbare partner te zijn.6

AfrikastrategieDe Afrikastrategie – in oktober 2023 besproken door de Tweede Kamer – is een antwoord op de veranderende geopolitieke verhoudingen in de wereld en zet in op relaties met Afrika op basis van gelijkwaardigheid. Uitgaande van wederzijdse afhankelijkheden, wordt met een geïntegreerde strategie ingezet op zowel Nederlandse als Afrikaanse belangen. Een functionerend handelssysteem, een versterkt ondernemersklimaat, verduurzaming van grondstoffenketens en verbeterde cyberveiligheid raken aan de belangen van zowel Afrikaanse landen als Nederland. Nederland en Afrika hebben daardoor een groot gedeeld belang in het aanpakken van klimaatverandering, veiligheid, armoedebestrijding en vergroting van de welvaart.

Op thema’s aangaande beleidscoherentie voor ontwikkeling is voortgang geboekt, zoals het terugdringen van de Nederlandse mondiale voetafdruk en het verminderen van vaccinongelijkheid. Zo was Nederland medeorganisator van het World Local Production Forum dat tot meer aandacht voor het stimuleren van lokale vaccinproductie en meer kennisuitwisseling heeft geleid. Naast het actieplan «beleidscoherentie voor ontwikkeling» zijn de Internationale Klimaatstrategie7 en de Nederlandse mondiale gezondheidsstrategie8 opgesteld in nauwe samenwerking met verschillende departementen.

Mondiaal MultilateralismeIn maart 2023 is het Beleidskader Mondiaal Multilateralisme vastgesteld. Er zijn drie hoofddoelen: het beschermen van de fundamentele beginselen van het multilaterale stelsel; het versterken van de positie van het Koninkrijk; en het hervormen van het stelsel om de effectiviteit te vergroten en het stelsel inclusiever te maken (betere afspiegeling van landen en meer ruimte voor maatschappelijke organisaties en jongeren). In 2023 was Nederland voor de SDG-top (september) en de aankomende Summit of the Future (september 2024) een pleitbezorger voor het hervormen en toekomstbestendig maken van het VN-systeem onder meer voor jongeren en toekomstige generaties waar Nederland samen met Jamaica penvoerder op is. In het kader van de SDG-top is het Nederlandse SDG-netwerk van bedrijven, maatschappelijke instellingen en de Rijksoverheid actief gemobiliseerd, onder meer met het «halverwege de SDG’s event» met 200 deelnemende partners. De top leidde tot een urgente herbevestiging van de SDG’s en de noodzaak om – na de terugval in de COVID-19-jaren – een tandje bij te zetten.

Handels- en investeringsagenda Investeren in een toekomstbestendig handels- en investeringssysteem In 2023 werd opvolging gegeven aan de uitkomsten van de 12e Ministeriële Conferentie van de WTO van 2022 (MC12) en werd toegewerkt naar MC13 in februari 2024. Nederland doneerde EUR 1 miljoen aan het nieuwe WTO visserijfonds dat ontwikkelingslanden helpt met de implementatie van het visserijakkoord van MC12. Nederland is tevens covoorzitter geworden van de donorgroep van dit visserijfonds. Ook werd afgelopen jaar onder Nederlands voorzitterschap van een WTO landbouwcomité een werkprogramma over voedselzekerheid opgesteld. Daarnaast zijn afgelopen jaar binnen de EU en in contacten met derde landen de Nederlandse prioriteiten voor MC13 uitgedragen9. Zo heeft Nederland zich – vaak samen met gelijkgezinde landen – hard gemaakt voor een mondiaal gelijk speelveld in de industriële sector, met als doel dat tijdens MC13 hierover een WTO werkprogramma wordt gestart.

Tijdens de 4e Trade and Technology Council (TTC4) van mei 2023 kwamen de Verenigde Staten en de Europese Unie overeen om meer samen te werken op de gebieden van opkomende technologieën, connectiviteit en duurzame handel.

Bij de United Nations Commission on International Trade Law («UNCITRAL»), WG III, is overeenstemming bereikt over de gedragscodes voor arbiters en voor rechters in internationale investeringsgeschillenbeslechting. Dit is een belangrijke stap in de modernisering en het transparanter maken van het investeerder-staat geschillenbeslechtingssysteem. De gedragscodes zijn aangenomen door de UNCITRAL Commissie tijdens de 56e sessie in juli, waarvan het verslag door de General Assembly in december 2023 is aangenomen.

Bilaterale handelsakkoorden en investeringsbeschermingsovereenkomstenNederland leverde via verschillende fora in Brussel inbreng met betrekking tot EU-handelsakkoorden, zowel voor lopende onderhandelingen over nog te sluiten akkoorden als voor de implementatie van reeds bestaande akkoorden.

Aan EU-zijde zijn in 2023 alle stappen voor de goedkeuring van het akkoord tussen de EU en Nieuw-Zeeland doorlopen. Nadat alle interne procedures in Nieuw-Zeeland zijn afgerond kan het akkoord, met ambitieuze afspraken over duurzaamheid, in werking treden.

Op 18 december 2023 heeft de Europese Commissie namens de EU een Economisch Partnerschapsakkoord ondertekend met Kenia, dat onder meer ambitieuze afspraken bevat over handel en duurzame ontwikkeling.

De Geavanceerde Kaderovereenkomst en het interim Handelsakkoord EU-Chili zijn op 13 december 2023 ondertekend. Met deze ambitieuze akkoorden wordt het huidige associatieakkoord tussen de EU en Chili vervangen. Voor de Geavanceerde Kaderovereenkomst zal ook de goedkeuring van de nationale parlementen nodig zijn.

In juni 2023 vond de eerste onderhandelingsronde plaats over de modernisering van de investeringsbeschermingsovereenkomst (IBO) tussen Nigeria en Nederland. In april 2023 zijn de eerste verkennende gesprekken gestart tussen Nederland en Ghana om de bestaande IBO te moderniseren.

De EU en Angola hebben in 2023 een Sustainable Investment Facilitation Agreement (SIFA) afgesloten. Het akkoord bevat afspraken over het faciliteren van duurzame investeringen in Angola.

De EU zal technische assistentie bieden aan Angola bij het uitvoeren van het akkoord. De EU heeft met Japan afspraken gemaakt over grensoverschrijdende datastromen (data flows) in het kader van het handelsakkoord. Dit zorgt voor meer zekerheid voor bedrijven en consumenten en faciliteert digitale handel met een belangrijke likeminded partner.

Bevorderen economische weerbaarheid, inclusief mitigeren ongewenste strategische afhankelijkheden waaronder op het gebied van grondstoffenOp 27 december 2023 is het EU anti-dwanginstrument in werking getreden, nadat daar op 6 juni een politiek akkoord over was bereikt.10 De Taskforce Strategische Afhankelijkheden, mede gecoördineerd door BHOS, is van start gegaan met het in kaart brengen van de Nederlandse risicovolle strategische afhankelijkheden.

Op 17 mei 2023 ontving de Tweede Kamer een appreciatie van de Critical Raw Materials Act (CRMA)11, waarover in december een voorlopig politiek akkoord is bereikt. Op 22 december is de Voortgangsbrief Nationale Grondstoffenstrategie gepubliceerd, waarin ook wordt ingegaan op de inzet van het BHOS-instrumentarium ter ondersteuning van bedrijven die actief zijn in de waardeketens van kritieke grondstoffen.

In het kader van diversificatie zijn mogelijkheden verkend voor het sluiten en vormgeven van bilaterale/EU grondstofpartnerschappen en strategische projecten met derde landen. Er is een Letter of Intent getekend met Vietnam en een Memorandum of Understanding met Zuid-Korea.

Ook is in kaart gebracht welke Nederlandse bedrijven internationaal actief zijn in de mijnbouwsector en in de handel en verwerking van kritieke grondstoffen en wat de kansen zijn om de positie van deze bedrijven in de internationale waardeketens van kritieke grondstoffen te versterken. De resultaten van dit onderzoek worden betrokken bij de implementatie van de Nationale grondstoffenstrategie12.

Beleid en uitvoering exportcontrole strategische goederen (militair en dual-use)In Europees verband is er onderhandeld over verschillende richtsnoeren ten behoeve van implementatie van de herziene Dual-Use Verordening. Deze richtsnoeren met betrekking tot transparantie en cybersurveillancegoederen worden begin 2024 gepubliceerd. 

In 2023 is onverminderd intensief ingezet op sancties. De sancties tegen Rusland zijn in een nieuwe fase beland, waarin het tegengaan van omzeiling en het verbeteren van de coördinatie en informatie-uitwisseling met relevante partners meer aandacht hebben gevraagd. Daarnaast is in EU-verband een nieuwe sanctieregime opgericht tegen het Iraanse ontwikkelings- en productieprogramma van onbemande vliegtuigen (UAV’s).

In 2023 heeft Nederland een nationale exportcontrolemaatregel afgekondigd en geïmplementeerd. Er is een vergunningplicht ingesteld voor de export van bepaalde geavanceerde productieapparatuur voor halfgeleiders. Dit heeft tot doel om risico’s voor de (inter)nationale veiligheid te beperken, die kunnen voortvloeien uit de productie van halfgeleiders, die een cruciale bijdrage leveren aan bepaalde geavanceerde militaire toepassingen. Andere lidstaten kunnen deze vergunningplicht overnemen op grond van het nieuwe artikel 10 uit de herziene Europese Dual Use Verordening. Nederland maakt zich hier sterk voor.

De Europese Commissie lanceerde verschillende voorstellen op het snijvlak van dual-use en economische veiligheid in de Europese Economische Veiligheid Strategie. Meer centrale coördinatie en een lijst van kritieke technologieën zijn daarin belangrijke aandachtspunten op het terrein van exportcontrole. Nederland heeft hieraan actief bijgedragen en heeft zich sterk gemaakt voor meer centrale coördinatie binnen de bestaande bevoegdheidsverdeling.

Ten aanzien van militaire goederen is de Tweede Kamer op 14 juli 2023 geïnformeerd over maatregelen ter bevordering van Europese defensiesamenwerking en verdere Europese convergentie van het wapenexportbeleid, waaronder de wens van het kabinet om toe te treden tot een verdrag inzake wapenexportcontrole met Frankrijk, Duitsland, en Spanje13. Het verdrag zal deelname van de Nederlandse industrie aan Europese defensieprojecten faciliteren en daarmee de bredere Europese veiligheidsbelangen dienen, zorgen voor een gelijker Europees speelveld voor de Nederlandse industrie, en bijdragen aan de convergentie van het Europees wapenexportbeleid.

Verdienvermogen en kracht van Nederland: verdienkansen nu en in de toekomst

Effectieve inzet economische diplomatie en instrumentariumConform de beleidsnota ‘Doen waar Nederland goed in is’, was de inzet van economische diplomatie en het bedrijfsleveninstrumentarium ook in 2023 gericht op de 25 prioritaire markten, 2 prioritaire regio’s (ASEAN-5 en de Golf) en 14 combinatielanden, met een focus op de duurzaamheids- en digitaliseringstransities. In 2023 zijn 15 economische missies uitgevoerd, waaraan in totaal meer dan 600 Nederlandse bedrijven hebben deelgenomen. Ook heeft Zijne Majesteit de Koning bezoeken gebracht aan Spanje, Duitsland (Noordrijn-Westfalen) en Zuid-Afrika, die in het teken stonden van waterstof. Tijdens de missies zijn MoU’s en LoI’s gesloten op een breed aantal thema’s, zoals havenontwikkeling, hernieuwbare energie, onderwijs, innovatie en kennisuitwisseling. Ook zijn twee nieuwe PIB-clusters gestart in de Golfregio, die de Nederlandse inzet op de water-energie-voedsel-nexus en energiediplomatie verder versterken. Net als bij economische missies onder leiding van bewindspersonen, is per 1 april 2023 ook bij economische missies zonder bewindspersonen het IMVO-toetsingskader van toepassing. De Tweede Kamer heeft in het eerste kwartaal van 2024 een rapportage en effectmeting ontvangen over de economische missies die in 2023 werden uitgevoerd.

RVO-cijfers KPI's over 2023Gedurende de kabinetsperiode zal het kabinet aan de hand van specifiek meetbare doelen onderzoeken of het handelsinstrumentarium ondernemers voldoende op weg helpt, of dat er aanpassingen nodig zijn. De beleidsdoelen waaraan het handelsbevorderende RVO-instrumentarium getoetst is (cijfers zijn over heel 2023), zijn de volgende:

  • 1. Bereik onder de beoogde doelgroepen:a. Digitaal: 1.728.530b. Indirecte platforms: 180.750c. Dienstverlening: 28.254 waarvan 10.332 unieke ondernemers

  • 2. Klanttevredenheid: 8,2

  • 3. Kennisgroei: 58%

  • 4. Netwerkuitbreiding: 60%

  • 5. Zakelijke stap richting export, import of investeringen: 77%

  • 6. Ervaren nuttige bijdrage van overheid aan exportgerichte vervolgstappen door ondernemers: 84%.

Vergroening internationaal instrumentariumPer 1 januari 2023 is een aantal instrumenten van RVO, Invest International en FMO vergroend. Bij de RVO-regelingen gaat het om SIB (Support International Business), PIB (Partners International Business) en DHI (Subsidie demonstratieproject, haalbaarheids- en investeringsvoorbereidingsstudies). Meer dan de helft van de PIB’s richt zich inmiddels op groene thema’s als groene waterstof, offshore wind en duurzame bouw.

Ook de exportkredietverzekering (EKV) is vergroend. Atradius Dutch State Business (ADSB) verstrekte in 2023 55 EKV-polissen aan bedrijven voor transacties die als groen zijn geclassificeerd. Dit is een stijging ten opzichte van voorgaande jaren (46 polissen in 2022, 27 polissen in 2021). Sinds vorig jaar kunnen de meerkosten van een groene oplossing volledig uit de DRIVE-regeling worden gefinancierd. In OESO-verband werd afgesproken de mogelijkheden te verruimen voor het bieden van aantrekkelijke voorwaarden voor klimaatvriendelijke financieringen, waaronder ook langere betaaltermijnen. Hierdoor heeft ADSB meer mogelijkheden om groene Nederlandse export te steunen. Ook trad de COP26-verklaring over het in lijn brengen van internationale overheidssteun met de groene energietransitie in werking. Hierdoor komen nieuwe aanvragen van bedrijven voor projecten in de fossiele energiesector niet meer in aanmerking voor een exportkredietverzekering.

Publiek-private samenwerking Eind 2023 is het Publiek Privaat Regieteam van start gegaan, een gezamenlijk initiatief van BHOS, EZK en VNO-NCW, dat een extra impuls moet geven aan de versterking van het verdienvermogen en de concurrentiepositie van Nederland binnen de transities gericht op duurzaamheid en digitalisering. Ook is er nieuw instrumentarium ontwikkeld voor de ondersteuning van specifieke internationaliseringsvoorstellen van Topsectoren, branches en de ROM’s, inclusief een meer gerichte inzet van NLWorks. De subsidie aan Netherlands in Business is beëindigd. In het kader van het bevorderen van vrouwelijk ondernemerschap is door 65 PPS-partijen de Code-V (Stimuleren Vrouwelijk Ondernemerschap) ondertekend. De code ondersteunt partijen bij hun inzet voor gelijke kansen en betere toegang tot financiering voor vrouwelijke ondernemers.

Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

Op 14 december 2023 hebben de Raad, het Europees Parlement en de Europese Commissie een voorlopig politiek akkoord bereikt over de Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD). De finale tekst van de richtlijn moet nog in stemming worden gebracht in de Raad en het Europees Parlement. De Kamer wordt tijdig voor deze stemmingen door het kabinet geïnformeerd over de uitkomst van de onderhandelingen.

Op 8 juni 2023 zijn de OESO-richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen over Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen herzien. Nederland heeft zich succesvol ingezet voor een herziening van het milieuhoofdstuk van de richtlijnen. Daarnaast is met steun van Nederland in het mensenrechtenhoofdstuk het belang van de veiligheid van mensenrechtenverdedigers opgenomen. De OESO-richtlijnen vormen de basis van het Nederlandse IMVO-beleid.

In 2023 is ook op de andere onderdelen van de doordachte mix van IMVO-maatregelen voortgang geboekt. Het IMVO-steunpunt heeft zich gepositioneerd als eerste aanspreekpunt voor ieder bedrijf in Nederland dat met de toepassing van gepaste zorgvuldigheid aan de slag wil gaan. Daarnaast dragen sectorale samenwerking, het bedrijfsleveninstrumentarium en Internationale Sociale Voorwaarden (ISV) in het Rijksinkoopbeleid ertoe bij dat meer bedrijven IMVO gaan toepassen.

Het Subsidiekader voor Sectorale Samenwerking is na afloop van de eerste openstelling geëvalueerd en verbeterd14.

Focusgebieden ontwikkelingssamenwerking

Internationale klimaatactie & klimaatdiplomatieNederland is kwetsbaar voor klimaatverandering en werkte daarom in 2023 samen met de EU, ambassades, maatschappelijke organisaties, bedrijven en jongeren aan het verder verhogen van internationale klimaatactie. De Internationale Klimaatstrategie (Kamerstuk 31 793 nr 231) versterkte de klimaatdiplomatie en vergrootte de coherentie in de Rijksbrede klimaatinzet op onder meer klimaatweerbaarheid in Afrika, de energietransitie in Afrika en Azië en bosbehoud in de tropen. IOB concludeerde dat eerdere Nederlandse inzet op het gebied van klimaatdiplomatie heeft geleid tot hogere klimaatambities van landen (IOB, 2023). De Klimaatgezant leidde een missie naar Indonesië voor het versnellen van de energietransitie waaraan naast overheidsvertegenwoordigers ook Nederlandse bedrijven en investeerders deelnamen. Ook trad Nederland toe tot het Just Energy Transition Partnership met Zuid-Afrika.

Op en voorafgaand aan de VN-klimaattop COP2815werkte Nederland aan het herstel van vertrouwen in de onderhandelingen om tot het gewenste onderhandelingsresultaat te komen. Nederland nam deel aan de middelenaanvulling van het Green Climate Fund (GCF) om te voldoen aan de internationale collectieve verplichting om jaarlijks USD 100 miljard te mobiliseren voor klimaatactie in ontwikkelingslanden. Als lid van een voorbereidend comité heeft Nederland tevens actief bijgedragen aan een akkoord voor een fonds voor schade en verlies door klimaatverandering. In navolging van andere, veelal Europese landen zegde Nederland EUR 15 miljoen toe voor de opstartkosten van dit fonds. Nederland toonde zich hiermee een verantwoordelijke partner.

In juni is de EU-verordening voor ontbossingsvrije producten officieel in werking getreden. Mede dankzij actieve inzet en steun van Nederland werd op COP28 een nieuw ‘Team Europe’ initiatief gelanceerd, gericht op ondersteuning van productielanden om te kunnen voldoen aan de eisen van de verordening en daarmee mogelijkheden voor economische groei en samenwerking te vergroten. Ook spande Nederland zich, binnen het kader van het Global Biodiversity Framework16, in voor meer bijdragen aan internationale biodiversiteit17. Een milieuramp is in de Rode Zee voorkomen door het bergen van de olietanker Safer door het Nederlandse bedrijf Smit Salvage.

Klimaatprogramma’sMet als doelstelling om in de periode 2015-2030 mensen in ontwikkelingslanden toegang tot hernieuwbare energie te geven, levert Nederland via het Access to Energy Fund van FMO, het Energising Development Partnership, de energiesamenwerking met de Wereldbankgroep en SDG7 Results hier een bijdrage aan. In 2023 kregen vier miljoen mensen toegang tot hernieuwbare energie en toonde Nederland zich een gedegen partner die met zijn expertise bijdraagt aan een duurzame en stabiele toekomst.

Nederland leverde ook significante bijdragen aan de Climate Investment Funds (CIF), het Groene Klimaatfonds (GCF), de Global Environment Facility (GEF), het Least Developed Countries Fund (LDCF), UN Environment Programme (UNEP) en regionale klimaatfondsen zoals het Climate Action Window van de Afrikaanse Ontwikkelingsbank. Met bijdragen aan het Early Warnings for All (EW4All)-initiatief via het programma Water at the Heart of Climate Action is de rampenparaatheid in het stroomgebied van de Witte Nijl versterkt. Met een nieuwe committering aan het NI-SCOPS programma, gericht op verduurzaming van de palmoliesector, werd ingezet op het tegengaan van ontbossing.18 Nederland heeft daarbij de private sector gestimuleerd tot versnelling en uitbreiding van klimaatrelevante investeringen in ontwikkelingslanden, die ook economische kansen voor Nederland vergroten. Een extra bijdrage is daarom geleverd aan het nationale klimaatfonds Dutch Fund for Climate and Development (DFCD).

VN 2023 WaterconferentieSamen met co-host Tadzjikistan organiseerde Nederland in maart de VN 2023 Waterconferentie in New York. De conferentie richtte zich op belanghebbenden uit alle sectoren en het versnellen van de implementatie van SDG6 ‘toegang tot duurzaam beheer van water en sanitair voor iedereen’ en andere aan water gerelateerde SDG’s. Nederland heeft met deze conferentie politiek momentum weten te creëren om de mondiale waterdoelen te halen en de urgentie van het wereldwijde watervraagstuk hoog op de politieke agenda gezet. Daarmee heeft Nederland veel waardering geoogst. In september werd een AVVN-resolutie over de opvolging van de VN 2023 Waterconferentie met consensus aangenomen, waardoor water een centrale positie binnen het VN-systeem heeft gekregen.

Voedselzekerheid en landbouwIn december 2022 werd de Tweede Kamer geïnformeerd over de inzet op voedselzekerheid in de context van opeenvolgende schokken op het voedselsysteem, zoals klimaatverandering, COVID-19 en de Russische inval in Oekraïne (Kamerstuk 33 625, nr. 341). Het kabinet heeft een drieledige inzet: de directe respons op crisis, het continueren van uitbanning van honger per 2030, en het vergroten van de weerbaarheid van voedselsystemen. In 2023 is de kennis en kunde van Nederlandse bedrijven, kennisinstellingen en ngo’s ingezet om ondervoede mensen te bereiken en kleinschalige boer(inn)en te ondersteunen. Als onderdeel van deze inzet heeft de minister voor BHOS tijdens de COP28 een bijdrage van EUR 150 miljoen aangekondigd ten behoeve van de dertiende middelenaanvulling van het VN Landbouw Ontwikkelingsfonds (IFAD). Om mondiale voedselsystemen te versterken, heeft Nederland onverminderd ingezet op internationale coördinatie en goede lokale inbedding van projecten.

Waterbeheer, drinkwater en sanitaire voorzieningen Nederland heeft zich gecommitteerd om tot 2030 30 miljoen mensen te voorzien van schoon en veilig drinkwater, om 50 miljoen mensen toegang te geven tot verbeterde sanitaire voorzieningen en om 3 miljoen mensen per jaar te helpen met verbeteringen van het beheer van stroomgebied en het veiliger maken van delta’s. Bestaande en nieuwe programma’s hebben speciale aandacht voor vrouwen en meisjes in de meest kwetsbare gebieden. Daarmee wordt ook uitvoering gegeven aan de motie van der Graaf (Kamerstuk 31 793 nr. 248).

Door de inzet van onder meer Nederlandse partners en experts zoals de Waterschappen en de Waterleidingbedrijven hebben in 2023 2,5 miljoen mensen toegang gekregen tot een verbeterde waterbron en 4 miljoen mensen toegang tot sanitaire voorzieningen. 1,7 miljoen mensen ondervonden direct voordeel van verbeterd beheer van stroomgebied en veiligere delta’s: door betere bescherming voor overstromingen, zijn zij weerbaarder tegen klimaatverandering. Ook kregen mensen toegang tot irrigatie waardoor zij beter kunnen omgaan met droogte en gedwongen ontheemding kan worden voorkomen.

Mondiale Gezondheid en SRGR2023 was het eerste implementatiejaar van de in oktober 2022 gelanceerde Mondiale Gezondheidstrategie (Kamerstuk 36 180, nr. 25). Met verschillende activiteiten heeft Nederland bijgedragen aan verbeterde pandemieparaatheid in ontwikkelingslanden, wat ook voor Nederlanders de kans op infectieziektes verkleint. Samen met het ministerie van Volksgezondheid (VWS) is de Nederlandse Global Health Hub gelanceerd, voor meer samenwerking, kennisdeling en aandacht voor het recht op gezondheid wereldwijd. Nederland was gastland voor de internationale conferentie van de WHO over lokale productie van geneesmiddelen. Ook heeft Nederland bijgedragen aan de politieke declaraties van de VN voor tuberculose, Universal Health Coverage en HIV, en aan de oprichting van het Fonds voor Eerste Reactie bij pandemieën onder de vaccinatie-alliantie Gavi met USD 500 miljoen uit resterende COVAX-middelen. Daarnaast organiseerde Nederland een leerevenement voor de Product Development Partnerschappen (PDP’s) voor betere diagnostiek, medicijnen en vaccins.

Nederland zette zowel via financiering als via diplomatie onverminderd in op het versterken van de mondiale gezondheidsarchitectuur, met als speerpunten de toegang tot basisgezondheidszorg en tot Seksuele en Reproductieve Gezondheid en Rechten (SRGR). Zo is Nederland, als tweede donor, eind 2023 verkozen tot Rapporteur in het bureau van de raad van UNAIDS en kan daardoor het beleid voor de wereldwijde hiv-aids aanpak beïnvloeden. Het vierde PDP ging van start voor meer, effectievere en betaalbare medicijnen, met een investering van ruim EUR 17 miljoen. Op 1 maart 2023 startte het Fonds Bestrijding Seksuele Uitbuiting van Kinderen met maximaal EUR 15 miljoen over 3 jaar. Hierdoor is in 2023 voldaan aan het amendement Ceder/Kuik (35 925 XVII-14). Nederland was samen met Ivoorkust en Duitsland co-host van de replenishment campagne van de Global Financing Facility for Every Woman (GFF) en verdrievoudigde zijn bijdrage tot 2025 naar EUR 90 miljoen.

Veiligheid en rechtsordeIn de afgelopen jaar verschenen IOB-evaluatie Inconvenient Realities is het belang van de inzet op veiligheid en rechtsorde onderstreept. Het kabinet heeft in 2023 getracht expliciet dilemma’s en risico’s van werken in fragiele contexten te benoemen en de programmering wendbaarder te maken voor veranderende omstandigheden. In landen waar ondemocratische regimes aan de macht zijn, zoals Mali en Niger, heeft dit tot een andere werkwijze geleid. Ook heeft Nederland ten behoeve van de effectiviteit ingezet op lokalisering van beleid, conflict-sensitief handelen en de verbetering van landenspecifieke inzet van Nederlandse instrumenten onder meer door de publicatie van een nieuw subsidiebeleidskader Contributing to Peaceful and Safe Societies 2024–2031.

Door middel van e-justice-programma’s is de toegang tot kennis over rechten en directe rechtshulp fors verbeterd, ook voor jongeren en vrouwen. Het is Nederland ook gelukt om met alle lidstaten bindende afspraken te maken over verplichte contributies aan het VN Peacebuilding Fund. Daarnaast is extra ingezet op ondersteuning van humanitaire ontmijning in Oekraïne.

Gendergelijkheid en empowerment van vrouwen en meisjesIn 2023 gaf BZ verdere invulling aan het feministisch buitenland beleid (FBB), onder andere via het initiëren van de eerste politieke verklaring over FBB, ondertekend door 18 landen, en het organiseren van de tweede internationale Shaping Feminist Foreign Policy conferentie in Den Haag op 1 en 2 november. Via onder meer het SDG5-fonds (ruim EUR 500 miljoen voor de periode van 2021-2025) investeerde Nederland in vrouwenrechtenorganisaties die bijdragen aan het bevorderen van vrouwelijk leiderschap, economisch zeggenschap, de bestrijding van geweld tegen vrouwen en meisjes en het versterken van de rol van vrouwen in conflictoplossing en vredesopbouw. Omdat structurele (gender)ongelijkheid een oorzaak van conflict is, vergroot de inzet op vrouwenrechten en gendergelijkheid de effectiviteit van het gehele Nederlandse buitenlandbeleid.

Nederland was in 2023 penvoerder in de VN-Mensenrechtenraad voor resoluties tegen gedwongen huwelijken conform de toezegging aan de Tweede Kamer om huwelijkse gevangenschap internationaal te agenderen. Ook nam Nederland, samen met Frankrijk en Duitsland, het initiatief voor het eerste EU-sanctiepakket tegen daders van seksueel en gendergerelateerd geweld en grootschalige schendingen van vrouwenrechten in onder meer Afghanistan, Syrië, Myanmar, Rusland, Oekraïne en Iran. In multilateraal verband heeft Nederland zich ingezet voor maatregelen om online geweld tegen vrouwen en meisjes tegen te gaan.

Versterking maatschappelijk middenveldWereldwijd staat de maatschappelijke ruimte onder druk. Nederland heeft zich daarom in 2023 ingezet voor het verbeteren van de positie van lokale maatschappelijke organisaties via 42 partnerschappen, het Civic Space Fund, Leading from the South en het programma VOICE binnen het beleidskader ‘Versterking Maatschappelijk Middenveld’. In EU-, VN- en OESO/DAC-verband heeft Nederland gepleit voor meer ruimte voor het maatschappelijk middenveld.

Migratiesamenwerking Het kabinet heeft in 2023 het budget voor migratiesamenwerking significant verhoogd met een additionele EUR 25 miljoen per jaar tot een totaal van EUR 59 miljoen euro per jaar. Relaties met prioritaire partnerlanden zijn verdiept, met als doel het beperken van irreguliere migratie, het bevorderen van terugkeer bij onrechtmatig verblijf, het versterken van reguliere migratie en de bescherming van migranten. In de EU heeft Nederland zich ingezet om migratie opnieuw hoog op de Europese agenda te krijgen door onder meer het ontwikkelen van gelijkwaardige en duurzame EU-partnerschappen. Ook heeft de samenwerking van Nederland met de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) zich middels het COMPASS-partnerschap verder ontwikkeld. De tussentijdse evaluatie van het COMPASS-partnerschap die in 2022 werd afgerond, was overwegend positief en heeft in 2023 geleid tot de totstandkoming van een tweede fase (2024-2027) voor EUR 100 miljoen.

Nederland heeft in 2023 tevens ingezet op de versterking van internationale samenwerking middels multilaterale migratiedialogen. Onder Marokkaans voorzitterschap heeft Nederland een zeer actieve rol aangenomen in het Rabat Proces: een Europese-Afrikaanse dialoog over migratie en ontwikkeling. In oktober organiseerde Nederland met Nigeria een thematische bijeenkomst waar met jongeren in dialoog werd gegaan over de uitdagingen die zij ervaren op het gebied van onderwijs en werkgelegenheid. Hiermee is de samenwerking met Nigeria op het voor Nederland prioritaire thema jeugd verdiept en op positieve wijze zichtbaarheid gegeven aan de intensieve migratiesamenwerking met zowel Nigeria als Marokko.

Noodhulp en humanitaire diplomatieIn 2023 verhoogde Nederland zijn financiële inspanningen op het gebied van noodhulp. In Turkije, Syrië, Marokko, Libië en Afghanistan droeg Nederland bij aan hulp voor de slachtoffers van natuurrampen. Om burgers in Gaza en Oekraïne te voorzien van noodhulp werden additionele middelen verstrekt aan UNRWA, het Internationale Comité voor het Rode Kruis (ICRC), het World Food Programme (WFP), de WHO, het Grain for Ukraine Initiative, het Ukraine Humanitarian Fund, de Dutch Relief Alliance (DRA) en het Nederlandse Rode Kruis (NRK). Humanitaire partners hadden daarbij ook aandacht voor geestelijke gezondheid en psychosociale steun (MHPSS), waarvan het belang steeds breder onderkend wordt mede door Nederlandse inzet.

In 2023 verscheen ook de kabinetsreactie op de IOB-evaluatie over het Nederlandse beleid op humanitaire hulp 2015-2021. In de evaluatie wordt geconcludeerd dat de vrijwillige, ongeoormerkte financiering van Nederland heeft bijgedragen aan een effectieve en tijdige humanitaire respons. Nederland koos daarvoor ook de juiste kanalen, zowel internationaal als nationaal. Het kabinet onderschreef tegelijkertijd de ruimte voor verbetering op verschillende terreinen, zoals humanitaire diplomatie en lokalisering. Daartoe heeft het kabinet zich in 2023 nadrukkelijker ingezet om zoveel mogelijk lokale humanitaire hulp mogelijk maken (‘lokaal indien mogelijk, internationaal indien nodig’)19.

Verder publiceerde Nederland een nieuw subsidiebeleidskader ter versterking en het effectiever maken van het humanitaire systeem ter hoogte van EUR 60 miljoen. Tot slot vond er in november een high level meeting in Nederland plaats van de Donor Advisory Group van IFRC waar Nederland van juli 2023 tot eind 2024 voorzitter van is. De 34e Internationale Conferentie van het Rode Kruis/Rode Halve Maan is uitgesteld naar oktober 2024.

Opvang en bescherming in de regioNederland heeft onverminderd geïnvesteerd in opvang in de regio, met als hoofddoel vluchtelingen duurzaam perspectief en een menswaardig bestaan te bieden. De inzet is tegelijkertijd gericht op het voorkomen van destabilisatie in opvanglanden en op het beperken van migratie naar Europa.

Het reguliere jaarlijkse budget voor opvang in de regio is verhoogd (tot een bedrag van EUR 298 miljoen euro in 2027). Hiermee worden succesvolle programma’s opgeschaald in de Hoorn van Afrika (Egypte, Ethiopië, Kenia, Oeganda, Soedan) en de Syrië regio (Irak, Jordanië, Libanon) via lokale organisaties en het Prospects partnerschap (ILO, UNHCR, UNICEF, IFC en Wereldbank). Ook kunnen programma’s worden uitgebreid met water en sanitair als basisvoorzieningen en in andere landen (Moldavië, de Afghanistan regio en recentelijk Armenië). In december nam Nederland succesvol deel aan het vierjaarlijkse Global Refugee Forum. De resultaten van het Prospects partnerschap (2019-2023) werden gepresenteerd en de nieuwe Prospects programmering (2024-2027) aangekondigd. Ook onderstreepte Nederland het belang van geestelijke gezondheidszorg en psychosociale steun (MHPSS) voor vluchtelingen en riep op tot meer investeringen in capaciteit hiervoor.

Investeren in onderwijs, werk en jongeren Nederland werkte in 2023 middels de jongerenstrategie Youth at Heart aan een beter toekomstperspectief voor jongeren en stimuleerde hen om hun eigen samenlevingen stabieler en welvarender te maken. Met deze benadering loopt Nederland internationaal voorop. De internationale jongerenadviescommissie werkte aan meer dan 20 beleidsadviezen en tenminste 20 ambassades in Afrika en het Midden-Oosten hebben inmiddels een lokale jongerenadviescommissie opgericht. Ook maakten VN-jongerenvertegenwoordigers uit alle delen van het Koninkrijk deel uit van de Nederlandse delegaties naar de COP28, de VN-waterconferentie, het Global Refugee Forum en de One Young World Summit.

In 2023 werd ook het nieuwe Beroeps- en Hoger Onderwijs (BHO) programma verder ontwikkeld, en werden via het Youth at Heart instrumentarium jeugdwerkgelegenheid en ondernemerschap bevorderd. Via Local Employment in Africa for Development (LEAD) zijn 10.977 jongeren geholpen bij het vinden en behouden van een baan en ruim 1.280 jonge ondernemers ondersteund bij het uitbreiden van hun bedrijf. Met de Nederlandse bijdrage aan het Youth Entrepreneurship and Innovation Multi-Donor Trust Fund zijn in 23 Afrikaanse landen de baankansen voor jongeren vergroot. Via Orange Corners (OC) en het Orange Corners Innovation Fund (OCIF) zijn er op 17 plekken ruim 1.000 ondernemers getraind en en 2,1 miljoen Nigeriaanse jongeren geholpen met de voorbereiding op schoolexamens. In Afrika en het Midden-Oosten bood het Challenge Fund for Youth Employment (CFYE) toekomstperspectief aan 230.000 jongeren (53% vrouw). Via het Nexus Skills and Jobs-programma zijn de vaardigheden van 19.249 jongeren (58% vrouw) in 10 landen verbeterd, waardoor 4.155 jongeren in fragiele contexten een baan hebben gevonden.

Nederland en Europese ontwikkelingssamenwerking In 2023 is wereldwijd invulling gegeven aan de programmering van het NDICI-Global Europe: het instrument waarmee de Europese Unie streeft naar ondersteuning van landen met de grootste noden bij hun uitdagingen op het gebied van ontwikkeling, in lijn met de SDG’s en de Parijse klimaatdoelen. Vertegenwoordigers van de EU en de leden van de Organisatie van Staten in Afrika, het Caribisch Gebied en de Stille Oceaan (ACS-landen) ondertekenden daarnaast een nieuwe partnerschapsovereenkomst (Samoa-overeenkomst). In afwachting van de inwerkingtreding, na ratificatie door de EU-lidstaten, wordt de overeenkomst voorlopig toegepast waar dit onder EU-bevoegdheden valt.

Nederland zette zich in 2023 actief in om Global Gateway tot een succes te maken en de samenwerking binnen Team Europe te versterken. In 2023 vond de eerste editie van het door de Commissie georganiseerde Global Gateway Forum plaats en zijn tijdens verschillende regionale (top)bijeenkomsten investeringsagenda’s overeengekomen. Nederland heeft ook een actieve bijgedragen aan verschillende Team Europe Initiatieven (TEI’s), waaronder het TEI Investing in Young Businesses in Africa en het TEI Sustainability in Global Value Chains. In lijn met motie van de leden Klink en Amhaouch (Kamerstuk 34 952, nr. 166) werd daarnaast verder gewerkt aan de kabinetsambitie om via Delegated Cooperation (DC) meer EU-middelen aan te wenden als hefboom voor het Nederlandse ontwikkelingssamenwerking- en buitenlandbeleid. De EU heeft circa EUR 78 miljoen EU-budget ter beschikking gesteld aan Nederland via Delegated Cooperation.

Duurzaam gebruik van grondstoffen en circulaire economie De Kamer is op 22 december jl. geïnformeerd over de voortgang van de Grondstoffenstrategie in 2023. In 2023 deed het Planbureau voor de Leefomgeving onderzoek naar milieu-impact in de keten en was Nederland in het eerste halfjaar voorzitter van het European Partnership for Responsible Minerals (EPRM). Ook steunde Nederland het Wereldbankprogramma Extractives Global Programmatic Support (EGPS) en het Intergovernmental Forum on Mining, Minerals, Metals and Sustainable Development dat onder andere technische assistentie verleent aan grondstofrijke ontwikkelingslanden. Verder is verkend hoe Nederland kan bijdragen aan verduurzaming van internationale ketens binnen de bilaterale en EU-partnerschappen waar in 2023 mee is gestart. Nederland is daarmee een actieve speler in een voor de toekomst cruciale sector.

In 2023 werden de onderhandeling over de Europese Critical Raw Materials Act afgerond. Ook werd het Nationaal Programma Circulaire Economie (NPCE) uitgevoerd, waaronder de internationale promotie van circulaire economie als instrument voor mitigatie en de beschikbaarheid van grondstoffen. Namens Nederland nam de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat deel aan het World Circular Economy Forum.

Nederlandse oplossingen voor wereldwijde uitdagingen

CombinatiebeleidZoals beschreven in de nota «Doen waar Nederland goed in is» hanteert het kabinet zes werkwijzen waarop buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking elkaar kunnen versterken: het combinatiebeleid. Dit is in het belang van zowel het Nederlands verdienvermogen als het versterken van de lokale economie waaronder het creëren van lokale werkgelegenheid (vooral voor jongeren en vrouwen). Het kabinet richt zich hierbij op veertien opkomende markten: acht Afrikaanse landen (Egypte, Ghana, Ivoorkust, Kenia, Marokko, Nigeria, Senegal en Zuid-Afrika) en zes andere landen (Bangladesh, Colombia, India, Indonesië, Oekraïne Vietnam). Op alle werkwijzen is in 2023 vooruitgang geboekt, zie onderstaand kader.

In een zogenoemd combitrack wordt met steun van RVO en Invest International via publiek-private samenwerking ingezet op vergroening en/of digitalisering van een sector. In totaal zijn negentien kansrijke sectoren geselecteerd waaronder klimaatadaptatie in de tuinbouw, hernieuwbare energie (o.a. groene waterstof en zonne-energiesystemen), watermanagement, afvalverwerking en havenontwikkeling. Inmiddels zijn 75 activiteiten opgestart of uitgevoerd, zoals marktstudies, handelsmissies en samenwerkingsverbanden. In 2023 namen 265 bedrijven deel aan deze activiteiten.

Resultaten combinatiebeleid per werkwijze

Meer duurzame projectenDe regels voor exportkredietverzekeringen (ekv) zijn in lijn gebracht met de COP26-verklaring. Dit betekent dat nieuwe aanvragen voor projecten in de fossiele energiesector in het buitenland niet meer ondersteund worden met een ekv. Vanaf januari 2023 is ook een aantal regelingen bij RVO, Invest International en FMO aangepast om groene activiteiten van bedrijven te stimuleren. Dit resulteerde in een groeiend aantal groene activiteiten: 30% van de committeringen onder het Dutch Good Growth Fund-1 (DGGF-1) betreft nu groene investeringen gericht op het verduurzamen van ketens. Bij infrastructuurprojecten kunnen de extra kosten van een groene oplossing nu uit DRIVE worden gefinancierd. Onder DRIVE kwalificeren 75% van de projecten als ‘groen’ met een grote Nature Based Solutions component.

Nederlandse bedrijven hebben beter toegang tot het klimaatinstrumentariumInvest International sloot in 2023 een Memorandum of Understanding af met de overheden van Senegal, Marokko en Ivoorkust. Hierdoor kunnen Nederlandse bedrijven makkelijker opdrachten verkrijgen voor klimaatrelevante infrastructuurprojecten. Voor de projectontwikkelingsfaciliteit van het Dutch Fund for Climate and Development is vastgelegd dat het fonds met tenminste tien grote Nederlandse bedrijven in overleg treedt.

Een handelssysteem dat beter werkt voor ontwikkelingslandenNederland hernieuwde zijn partnerschap met TradeMark Africa om non-tarifaire handelsbarrières op het Afrikaanse continent weg te nemen. Hierdoor wordt regionale economische integratie gestimuleerd. Het in 2023 hernieuwde partnerschap met UNCTAD richt zich onder andere op de ontwikkeling van digitale handel in Afrika.

Gelijkwaardige handelsakkoorden met ontwikkelingslandenNederland is gestart met de heronderhandeling van bestaande investeringsbeschermings-overeenkomsten (IBO’s) met Nigeria en Ghana. In november werd de Sustainable Investment Facilitation Agreement (SIFA) tussen de EU en Angola ondertekend. Het is het eerste bilaterale akkoord van de EU met een derde land dat zich alleen richt op investeringsfacilitering. In december is het EU-Kenia Economisch Partnerschapsakkoord (EPA) ondertekend.

Meer export uit ontwikkelingslandenRVO kent momenteel een portfolio van 38 projecten ter bevordering van export uit ontwikkelingslanden. Het Centrum tot Bevordering van de Import uit ontwikkelingslanden (CBI) heeft bij 189 lokale bedrijven een IMVO-scan uitgevoerd, waarmee hun bedrijfsmodel kan worden verduurzaamd.

Duurzame waardeketensSamen met vakbonden is voor de textielketen een samenwerking opgezet zodat kledingfabrieken kunnen voldoen aan de Europese standaarden op het gebied van duurzaamheid en mensenrechten. Nederland steunde Nederlandse bedrijven en hun ketenpartners om sociale risico’s en/of misstanden (zoals leefbaar loon/inkomen en kinderarbeid) te onderzoeken en gezamenlijk aan te pakken. Daarvoor werd in 2023 het Social Sustainability Fund (SSF) opgericht.

Mobiliseren van de private sector voor de SDG’s Nederland continueerde in 2023 de inzet op het mobiliseren van private financiering, zowel voor specifieke beleidsprioriteiten als voor de brede SDG- en klimaatagenda. Nederland zette daarbij in op publieke middelen als hefboom voor het aantrekken en opschalen van private investeringen. Op deze manier hebben de vier staatsfondsen die FMO voor het ministerie beheert in 2023 financiering verstrekt aan bedrijven, waarmee 126.980 banen zijn ondersteund in lage- en middeninkomenslanden.

Via het Dutch Good Growth Fund (DGGF) onderdelen 1 en 2 worden investeringen in ontwikkelingslanden gestimuleerd waarmee lokale impact wordt gecreëerd. Via DGGF-1, dat gericht is op buitenlandse expansie van Nederlandse MKB-bedrijven, is tot en met 2022 voor ongeveer EUR 219 miljoen aan committeringen aangegaan. Hierbij zijn cumulatief 7.297 banen gecreëerd, ongeveer 17.000 directe banen ondersteund en bijna 27.000 indirecte banen ondersteund. Via DGGF-2, dat investeert in lokale investeringsfondsen, is tot en met 2022 in ongeveer 12.000 MKB-bedrijven geïnvesteerd in ongeveer 50 ontwikkelingslanden en opkomende markten. Daarbij zijn in totaal bijna 87.000 banen ondersteund.

FMO heeft USD 1 miljard aan privaat kapitaal gemobiliseerd van Allianz, Skandia en de MacArthur Foundation voor een SDG-fonds voor duurzame investeringen in lage- en middeninkomenslanden.

1

Het kabinet handelt hiermee in de geest van de motie Grinwis c.s. en motie Van der Graaf/Hammelburg.

4

Deze steun is ten laste van de Algemene Rijksmiddelen gebracht. Binnen de bestaande BHOS begroting zijn op beperkte schaal budgetten omgebogen naar steun voor Oekraïne.

5

Inclusief EUR 10 miljoen voor kritieke onderdelen voor gasvoorziening die via de begroting van EZK lopen.

9

Zie MC13 Kaderinstructie.

10

Verordening (EU) 2023/2675 van het Europees Parlement en de Raad van 22 november 2023 betreffende de bescherming van de Unie en haar lidstaten tegen economische dwang door derde landen.

11

Kamerstuk 21501-30-577 BNC-fiche CRMA

12

HCSS, ‘Advancing European mineral security: Insights from Dutch Industry’

18

National Initiatives for Sustainable and Climate-Smart Oil Palm Smallholders

Licence