Base description which applies to whole site

7. Saldibalans per 31 december 2023 en toelichting begroting Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII)

Tabel 17 Saldibalans per 31 december 2023 (bedragen x € 1.000)

Activa

31-12-2023

 

31-12-2022

 

Passiva

31-12-2023

 

31-12-2022

          

Intra-comptabele posten

       

1

Uitgaven ten laste van de begroting

3.903.715

 

3.657.972

2

Ontvangsten ten gunste van de begroting

135.406

 

100.925

     

4a

Rekening-courant RHB

3.768.309

 

3.557.047

5

Rekening-courant RHB Begrotingsreserve

98.412

 

117.501

5a

Begrotingsreserves

98.412

 

117.501

Subtotaal intra-comptabel

4.002.127

 

3.775.473

Subtotaal intra-comptabel

4.002.127

 

3.775.473

          

Extra-comptabele posten

       

10

Vorderingen

2.342.412

 

2.214.631

10a

Tegenrekening vorderingen

2.342.412

 

2.214.631

12

Voorschotten

4.429.032

 

4.179.681

12a

Tegenrekening voorschotten

4.429.032

 

4.179.681

13a

Tegenrekening garantieverplichtingen

3.280.351

 

3.478.544

13

Garantieverplichtingen

3.280.351

 

3.478.544

14a

Tegenrekening andere verplichtingen

8.897.275

 

7.672.215

14

Andere verplichtingen

8.897.275

 

7.672.215

15

Deelnemingen

169.359

 

172.266

15a

Tegenrekening deelnemingen

169.359

 

172.266

Subtotaal extra-comptabel

19.118.429

 

17.717.337

Subtotaal extra-comptabel

19.118.429

 

17.717.337

          

Totaal

23.120.556

 

21.492.810

 

Totaal

23.120.556

 

21.492.810

Inleiding

1. Algemeen

De saldibalans is een financiële staat waarop de standen van de intra- en extracomptabele rekeningen van de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BHOS) worden verantwoord.

Het intra-comptabele deel van de saldibalans geeft inzicht in de kasstromen. Het gaat hier voornamelijk om de uitgaven en ontvangsten van dienstjaar 2023, die nog met het Ministerie van Financiën moeten worden verrekend. Na goedkeuring van de Rijksrekening vindt de verrekening plaats. De tegenrekening van de uitgaven en ontvangsten is de post «Rijkshoofdboekhouding» (RHB), de rekening-courant tussen de Ministeries van Buitenlandse Zaken en Financiën. Voor de BHOS-begroting wordt deze verrekening periodiek en achteraf gemaakt op basis van interne verrekenstukken. Hierdoor zit er een vertraging tussen het saldo van kasstromen en het saldo van de rekening-courant RHB voor BHOS. Per eindejaar blijft er derhalve een (beperkt) saldo over van nog te verrekenen kasstromen (zie hoofdstuk 4).

Met uitzondering van de RHB Rekening BHOS worden alle liquide middelen verantwoord op de saldibalans van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, begroting Buitenlandse Zaken.

Ook alle uitgaven en ontvangsten buiten begrotingsverband, die met derden zullen worden verrekend en niet ten laste c.q. ten gunste van de begroting zijn gebracht, worden verantwoord onder de intra-comptabele vorderingen en schulden van de BZ balans.

Het extracomptabele deel van de saldibalans geeft enerzijds inzicht in de standen van de uitstaande vorderingen en voorschotten die in het verleden tot kasstromen hebben geleid (ten laste van de begrotingen van BHOS in voorgaande jaren). Anderzijds bevat dit deel van de saldibalans de post openstaande verplichtingen en de garantieverplichtingen. Deze posten geven inzicht in de mogelijke toekomstige kasstromen. Openstaande verplichtingen kunnen leiden tot uitgaven ten laste van begrotingen van volgende jaren. De extracomptabele rekeningen worden met behulp van diverse tegenrekeningen in evenwichtsverband geboekt.

2. Waarderingsgrondslagen

Uitgaven, ontvangsten, verplichtingen en mutaties op balansrekeningen in vreemde valuta worden gedurende het jaar met behulp van een vaste verrekenkoers (de corporate rate) omgerekend naar EUR. De corporate rate 2023 van de USD was per 1 januari 2023 vastgesteld op 1 USD = 0,95 EUR. Voor 2024 is deze 0,925 EUR.

Alle ODA-ontvangsten (zowel op de BHOS als de BZ begroting) worden verantwoord op het artikel 5.21 ‘Ontvangsten OS’ van de BHOS begroting. Non-ODA ontvangsten worden waar van toepassing verantwoord op resp. artikel 2.4 «Restituties programma’s» op de BZ begroting dan wel op artikel 5.23 ‘Diverse ontvangsten non-ODA’ op de BHOS begroting.

Extracomptabele vorderingen zijn de per balansdatum bestaande rechten om geldmiddelen te ontvangen van een wederpartij die niet tot het Rijk behoort.De extracomptabele balansrekeningen voor vorderingen, voorschotten, deelnemingen en openstaande verplichtingen worden per 31 december gewaardeerd tegen de corporate rate van het volgende boekjaar. De herwaardering die hieruit voortvloeit is verwerkt in de kas- en verplichtingenstroom van het afgelopen jaar. Revolverende fondsen worden in de saldibalans gepresenteerd als een geconditioneerde vordering tegen nominale waarde.

De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) is een belangrijke uitvoerder van het BHOS-beleid. RVO is onderdeel van de Rijksoverheid en daarom neemt het ministerie de gegevens van RVO over wat betreft de verplichtingen-, vorderingen- en voorschottenstand. Met ingang van 1 oktober 2021 is de uitvoering van de regelingen DGGF, DTIF en DRIVE overgedragen door RVO aan Invest International Public Programmes B.V. Invest International Public Programmes B.V. is een staatsdeelneming met een wettelijke taak. Voor de vastlegging van de verplichtingen-, vorderingen- en voorschottenstand gelden dezelfde regels als RVO. Een uitzondering is gemaakt voor de revolverende fondsen DGGF en DTIF.

De deelnemingen zijn gewaardeerd op basis van het gestorte kapitaal.

De overige in de saldibalans en de toelichting opgenomen bedragen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde.

Toelichting op de saldibalans per 31 december 2023

1 Uitgaven ten lasten van de begroting

Tabel 18 Uitgaven ten laste van de begroting (debet 3.903.715 x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2023

31 december 2022

   

Uitgaven ten laste van de begroting

3.903.715

3.657.972

Onder deze post zijn de gerealiseerde uitgaven op de begroting van BHOS in het jaar 2023 opgenomen. Splitsing van de uitgaven heeft plaatsgevonden o.b.v. de verdeling van de budgeteenheden per hoofdstuk. Na goedkeuring van de slotwet door de Staten-Generaal wordt dit bedrag vereffend met het Ministerie van Financiën.

2 Ontvangsten ten gunste van de begroting

Tabel 19 Ontvangsten ten gunste van de begroting (credit 135.406 x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2023

31 december 2022

   

Ontvangsten ten gunste van de begroting

135.406

100.925

Onder deze post zijn de gerealiseerde ontvangsten in het jaar 2023 opgenomen. Splitsing van de ontvangsten heeft plaatsgevonden o.b.v. de verdeling van de budgeteenheden per hoofdstuk. Na goedkeuring van de slotwet door de Staten-Generaal wordt dit bedrag vereffend met het Ministerie van Financiën.

4a Rekening-courant RHB

Omdat de administratie en de liquide middelen stroom voor beide begrotingen via één administratief systeem verlopen is er voor gekozen alle lopende rekeningen op te nemen op de balans van BZ en het saldo van de uitgaven m.b.t. BHOS achteraf middels een intern verrekenstuk tussen de RHB rekeningen van BZ en BHOS te verrekenen.

Tabel 20 Rekening-courant (credit 3.768.309 x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2023

31 december 2022

   

Rekening-courant RHB BHOS

3.770.116

3.558.461

Te verrekenen tussen BuZa en BHOS

‒ 1.807

‒ 1.414

Totaal

3.768.309

3.557.047

Op de rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding is de financiële verhouding met het Ministerie van Financiën weergegeven. Het verschuldigde saldo op de rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding is in overeenstemming met de opgave van de RHB. Door de splitsing van de balans tussen BHOS en BZ is er een te verrekenen bedrag tussen de twee balansen noodzakelijk om evenwicht te creëren. Het te verrekenen bedrag ontstaat doordat er ná de verrekening van de maand december nog correcties plaatsvinden en invloed hebben op de verhouding BZ en BHOS. De verrekening van dit bedrag zal bij de RHB plaatsvinden met verrekenstukken in het komende jaar.

5 Rekening-courant RHB (begrotingsreserve)

Tabel 21 Rekening-courant RHB (begrotingsreserve) (debet 98.412 x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2023

31 december 2022

   

Begrotingsreserve DGGF

43.722

47.114

Begrotingsreserve FOM

16.422

29.022

Begrotingsreserve DRIVE

18.368

18.368

Begrotingsreserve DTIF

19.900

22.997

Totaal

98.412

117.501

5a Begrotingsreserve

Tabel 22 Begrotingsreserve (credit 98.412 x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2022

Toevoegingen 2023

Onttrekkingen 2023

Saldo 31 december 2023

Verwijzing naar Begrotingsartikel

Begrotingsreserve DGGF

47.114

11.099

14.491

43.722

1.3

Begrotingsreserve FOM

29.022

0

12.600

16.422

1.2

Begrotingsreserve DRIVE

18.368

0

0

18.368

1.3

Begrotingsreserve DTIF

22.997

8.417

11.514

19.900

1.2

Totaal

117.501

19.516

38.605

98.412

 

Ter dekking van eventuele schades uit het Dutch Good Growth Fund (DGGF) onderdeel 1 (Invest International) dient tegen hefboom 1:2 de helft van het uitstaande bedrag aan garanties aangehouden te worden in de begrotingsreserve. Ter dekking van eventuele schades uit het DGGF onderdeel 3 (Atradius DSB) dient tegen hefboom 1:1 voor de wisselfinancieringen en tegen hefboom 1:3 voor de garanties een begrotingsreserve te worden aangehouden.

In 2023 zijn door Invest International en Atradius DSB ontvangen premies van EUR 11,099 miljoen toegevoegd aan de begrotingsreserve. Schade-uitkeringen (wisselfinancieringen) door Atradius DSB van EUR 14,491 miljoen zijn onttrokken aan de begrotingsreserve.

De totaalstand van de garantieverplichtingen DGGF bedraagt per ultimo 2023 EUR 100,955 miljoen. De begrotingsreserve is hoger dan op basis van de uistaande garanties minimaal vereist is. In 2024 wordt bezien of een mutatie in de begrotingsreserve noodzakelijk is.

In 2016 is besloten het Fonds Opkomende Markten (FOM) voor nieuw af te geven garanties stop te zetten ten gunste van het Dutch Trade and Investment Fund (DTIF). Ter dekking van eventuele schades dient tegen hefboom 1:2 de helft van het uitstaande bedrag aan garanties te worden aangehouden in de begrotingsreserve. In 2023 zijn geen provisies ontvangen. Er is een schade uitgekeerd van EUR 1,331 miljoen. 

De uitstaande FOM garanties nemen echter sneller af dan verwacht. Rekening houdend met de hefboom 1:2 is de begrotingsreserve per ultimo 2023 ondanks de eerdere onttrekkingen hoger dan de nog uitstaande FOM garanties. In 2016 zijn in het FOM toetsingskader risicoregelingen opgenomen dat deze resterende middelen in de FOM begrotingsreserve ook worden aangehouden voor het DTIF.

Voor het Development Related Infrastructure Investment Vehicle (DRIVE) is in 2015 een begrotingsreserve gecreëerd. Ter dekking van eventuele schades dient tegen een hefboom van 1:4 een kwart van het uitstaande bedrag aan garanties te worden aangehouden in de begrotingsreserve. In 2023 is de verstrekte garantie omgezet in een polis. Bij de herziening van het toetsingskader risicoregelingen is in 2022 besloten de hefboom voor nieuwe trandacties aan te passen naar de verhouding 1:3. In 2023 zijn geen premies ontvangen of schades uitgekeerd. Het saldo in de reserve van EUR 18,368 miljoen betreft het saldo van de bodemstorting uit 2015 en de storting van de ontvangen prremie in 2022. De afgegeven garantie in 2023 is gelijk gebleven met een bedrag van EUR 43,733 miljoen. In 2023 wordt bezien of een mutatie in de begrotingsreserve noodzakelijk is.

Voor het Dutch Trade and Investment Fund (DTIF) is in 2016 een begrotingsreserve gecreëerd. Ter dekking van eventuele schades uit het DTIF onderdeel 1 (RVO) dient tegen hefboom 1:4 een kwart van het uitstaande bedrag aan garanties in de begrotingsreserve te worden aangehouden.

Ter dekking van eventuele schades uit het DTIF onderdeel 2 (Atradius DSB) dient tegen hefboom 1:1 voor de verstrekte wisselfinancieringen een begrotingsreserve te worden aangehouden. 

De begrotingsreserve bevat een bodemstorting van EUR 5,0 miljoen. In 2023 zijn door Invest International en Atradius DSB ontvangen premies en aflossingen van wisselfinancieringen van EUR 8,417 miljoen toegevoegd aan de begrotingsreserve. Schade-uitkeringen (wisselfinancieringen) door Atradius DSB van EUR 11,514 miljoen zijn onttrokken aan de begrotingsreserve.

De totaalstand van de garantieverplichtingen DTIF bedraagt per ultimo 2023 EUR 10,816 miljoen. De begrotingsreserve is hoger dan op basis van de uitstaande garanties minimaal vereist is. In 2024 wordt bezien of een mutatie in de begrotingsreserve noodzakeliljk is.

10 Vorderingen

Dit betreffen vorderingen die reeds ten laste van de begroting zijn gebracht en extracomptabel worden bewaakt. Deze vorderingen hebben vaak een langdurig karakter.

Tabel 23 Vorderingen (debet 2.342.412 x EUR 1.000)

Specificatie EUR x 1.000

31 december 2023

31 december 2022

Op termijn opeisbare leningen NIO

109.990

131.338

Verrichte garantiebetalingen NIO

39.093

34.917

Buiteninvordering gestelde vorderingen

101

101

Diverse extra-comptabele vorderingen

2.193.228

2.048.275

Totaal

2.342.412

2.214.631

De begrotingsleningen zijn door de NIO in het verleden afgesloten met OS-landen. De laatste lening is in 2001 verstrekt. De laatste aflossing staat voor 2040 gepland.

Tabel 24 Mate van opeisbaarheid en ouderdom vorderingen (x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

Totaal

2023

2022

2021

2020 en ouder

Direct opeisbaar garantiebetalingen NIO

39.093

11.305

0

3.254

24.534

Direct opeisbaar overige vorderingen

31.072

26.034

3.619

203

1.216

Totaal direct opeisbare vorderingen

70.165

37.339

3.619

3.457

25.750

Op termijn opeisbare leningen NIO

109.990

    

Geconditioneerde vorderingen

2.162.257

    

Totaal

2.342.412

    
Tabel 25 Diverse extra comptabele vorderingen (x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

 

31 december2023

 

31 december2022

Te ontvangen boete rente (NIO)

 

12.751

 

11.878

TCX Currency Exchange Fund

 

60.083

 

60.356

IFC-GAFSP

 

89.648

 

92.071

AEF Fund

 

180.530

 

170.140

PIDG lening

 

170.950

 

160.100

DTIF

 

61.231

 

44.231

AFAWA Guarantee Program

 

37.000

 

38.000

DFCD

 

160.000

 

135.000

AGRI3 Fund

 

31.866

 

26.173

Aceli Africa

 

4.163

 

2.138

Massif Fund

 

334.375

 

334.375

Building Prospects (voorheen IDF/MOL)

 

414.516

 

414.516

DGGF Fonds

 

493.138

 

431.138

Overige vorderingen

 

142.977

 

128.159

Totaal

 

2.193.228

 

2.048.275

Extracomptabele vorderingen waarop in 2023 belangrijke wijzigingen hebben plaats gevonden, worden toegelicht.

De vordering op IFC-GAFSP is in 2012 op basis van een arrangement verstrekt aan International Finance Corporation (IFC) en het Private Sector Window ten bate van investment activities is voor 100% revolveerbaar. Het programma heeft als doel het verbeteren van de voedselzekerheid in ontwikkelingslanden, door het bevorderen van de toegang tot  financiële diensten voor boeren, producentenorganisaties en het MKB. De door BHOS totaal ingebrachte fondsen tot en met 31 december 2023 bedroegen USD 96,9 miljoen.

De vordering op het Access to Energy Fund (AEF Fund) is in 2006 in de vorm van een subsidie verstrekt. De vordering staat uit bij de FMO en betreft een deels revolverend fonds. Het programma heeft als doel om armoede te verminderen door de toegang tot energiediensten te verbeteren. Uit informatie van de FMO blijkt dat het aandeel van BHOS voor wat betreft het AEF Fund per 31 december 2023 is vastgesteld op EUR 161,4 miljoen. De door BHOS totaal ingebrachte fondsen tot en met 31 december 2023 bedroegen EUR 180,5 miljoen.

Voor de Private Infrastructure Development Group (PIDG) is een lening verstrekt voor het realiseren van infrastructurele projecten in lage inkomenslanden en fragiele staten. In 2023 is een extra lening verstrekt van USD 16,0 miljoen. 

Voor het Dutch Trade Investment Fund (DTIF) is een lening verstrekt aan Invest Internatonal B.V. gericht op het midden­en kleinbedrijf voor risicodragende investeringen en exporttransacties. Aan Invest Internatonal B.V. is een lening verstrekt van EUR 61,2 miljoen.

De vordering op het Dutch Fund for Climate Development (DFCD) is in 2019 in de vorm van een subsidie verstrekt. De vordering staat uit bij de FMO en betreft een deels revolverend fonds. Het programma vloeit voort uit de opdracht zoals gedefinieerd in het regeerakkoord en heeft als doel om klimaatrelevante projecten in ontwikkelingslanden te financieren ten behoeve van een klimaatbestendige economische groei. Uit informatie van de FMO blijkt dat het aandeel van BHOS voor wat betreft het DFCD per 31 december 2022 is vastgesteld op EUR 107,7 miljoen. Betreft de cijfers ultimo 2022, de recente gegevens per eind boekjaar 2023 zijn nog niet beschikbaar. De door BHOS totaal ingebrachte fondsen tot en met 31 december 2023 bedroegen EUR 160 miljoen.

De vordering op het AGRI3 Fund is in 2020 in de vorm van een subsidie verstrekt. De vordering staat uit bij Stichting Title Holder AGRI3 en betreft een revolverend fonds. Het programma heeft tot doel banken, andere financiële instellingen en landbouwbedrijven te stimuleren zakenmodellen te ontwikkelen met bosbescherming, herbebossing en implementatie van innovatie landbouwoplossingen terwijl de levensstandaard van lokale boeren wordt verbeterd. De assetwaarde van het AGRI3 Fund bedraagt per 31 december 2022 USD 29,9 miljoen. Betreft de cijfers ultimo 2022, de recente gegevens per eind boekjaar 2023 zijn nog niet beschikbaar. De door BHOS totaal ingebrachte fondsen tot en met 31 december 2023 bedroegen USD 34,5 miljoen.

De extracomptabele vorderingen met betrekking tot het Massif fonds en het Building Prospects (BP) (voorheen IDF en voorheen MOL fonds) staan uit bij de FMO en betreffen revolverende fondsen. De betaalde Massif-fondsen en BP-fondsen staan respectievelijk per 31 december 2036 en 31 december 2028 ter beschikking van de minister en zijn als geconditioneerde vordering opgenomen op de balans.

Uit informatie van de FMO blijkt dat het aandeel van BHOS voor wat betreft het Massif fonds per 31 december 2023 is vastgesteld op EUR 459,6 miljoen. De door BHOS totaal ingebrachte fondsen tot en met 31 december 2023 bedroegen EUR 334,375 miljoen.

De asset waarde van het BP bedraagt per 31 december 2023 EUR 351,8 miljoen. De door BHOS totaal ingebrachte fondsen tot en met 31 december 2022 bedroegen EUR 414,516 miljoen.

De genoemde asset waarden zijn voorlopige cijfers zoals bekend bij het opstellen van de saldibalans. De definitieve cijfers blijken uit de jaarrekening 2023 van FMO.

Voor het Dutch Good Growth Fund (DGGF) zijn leningen verstrekt aan Invest International B.V. en PwC/TJ, gericht op het midden- en kleinbedrijf voor investeringen in ontwikkelingslanden. Aan Invest International B.V. is een lening verstrekt van EUR 164,2 miljoen. Aan PwC/TJ is een lening verstrekt van EUR 329,0 miljoen.

De vordering op One Acre Fund (onder overige vorderingen) is in 2018 in de vorm van een subsidie verstrekt voor financiering van een kredietverleningsprogramma, zowel in natura als in geld, bestemd voor kleine boeren in Afrika. In 2023 is een aanvullend bedrag verstrekt van USD 15 miljoen, de totale vordering tot en met 2023 bedraagt USD 30 miljoen.

12 Voorschotten

Dit betreffen nog openstaande voorschotten, waarvan de uitgaven reeds ten laste van de begroting zijn gebracht. Afwikkeling vindt plaats op basis van ontvangen verantwoordingen.

Tabel 26 Voorschotten (debet 4.429.032 x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

 

31 december 2023

31 december 2022

Voorschotten

 

4.123.202

3.910.562

Voorschotten RVO

 

237.733

223.022

Voorschotten Invest

 

68.097

46.097

Totaal

 

4.429.032

4.179.681

Tabel 27 Ouderdomsanalyse voorschotten (x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

 

31 december 2023

31 december 2022

Verstrekt in 2016 en ouder

 

110.072

116.464

Verstrekt in 2017

 

20.676

38.610

Verstrekt in 2018

 

92.955

131.872

Verstrekt in 2019

 

118.924

261.674

Verstrekt in 2020

 

209.639

501.686

Verstrekt in 2021

 

618.837

1.267.562

Verstrekt in 2022

 

1.378.982

1.861.813

Verstrekt in 2023

 

1.878.947

0

Totaal

 

4.429.032

4.179.681

Tabel 28 Opbouw openstaande voorschotten (exclusief voorschotten RVO en Invest) (x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

 

31 december 2023

31 december 2022

Openingsbalans

 

3.910.562

3.428.619

Bij: Verstrekte voorschotten

 

1.945.502

1.775.272

Af: Verantwoorde voorschotten

 

1.683.173

1.455.024

Af/Bij: Herwaardering naar nieuwe corporate rate

 

49.689

161.695

Eindbalans

 

4.123.202

3.910.562

Tot 31 december 2023 kent BZ een systeem van tussentijds verantwoorden van voorschotten op basis van monitoringsinformatie van de contractpartij. Deze monitoringsinformatie bestaat uit inhoudelijke en financiële jaarrapporten aangevuld met accountantsrapportages afhankelijk van de omvang van de activiteit. Per 1 januari 2024 heeft een systeemwijziging plaatsgevonden en komt het tussentijds verantwoorden te vervallen. Dit zal effect hebben op de omvang van de openstaande voorschotten en de ouderdom.

13 Garantieverplichtingen

Tabel 29 Garantieverplichtingen (credit 3.280.351 x EUR 1.000)

Opbouw openstaande Garantieverplichtingen:

   

Specificatie x 1.000 EUR

 

31 december 2023

31 december 2022

Openingsbalans

 

3.478.544

 

Bij: Aangegane verplichtingen

 

41.175

 

Af: Tot betaling gekomen verplichtingen

 

38.435

 

Af: Negatieve bijstellingen

 

13.857

 

Af: Herwaardering

 

187.076

 

Eindbalans

 

3.280.351

3.478.544

Tabel 30 Garantieverplichtingen (x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

 

31 december 2023

31 december 2022

Asian Development Bank (AsDB)

 

1.272.275

1.355.025

Inter-American Development Bank (IADB)

 

301.217

309.358

African Development Bank (AfDB)

 

1.478.854

1.575.039

Fonds Opkomende Markten (FOM)

 

1.594

3.188

Dutch Good Growth Fund (DGGF)

 

100.955

94.989

Dutch Trade Investment Fund (DTIF)

 

10.816

16.251

Development Relevant Infrastructure Investment Vehicle (DRIVE)

 

43.773

43.773

NIO

 

70.867

80.921

Totaal

 

3.280.351

3.478.544

De garantieverplichtingen die uitstaan bij de regionale ontwikkelingsbanken Asian Development Bank (AsDB), Inter-American Development Bank (IADB) en African Development Bank (AfDB) betreffen het niet-volgestorte aandelenkapitaal. Slechts indien de banken in ernstige problemen komen kan om storting (vol- of bijstorting) van het garantiekapitaal worden gevraagd. De waarde-afname in EUR bij de AfDB, de AsDB en de IADB wordt veroorzaakt door koersontwikkelingen (in valuta SDR resp. USD).

De garantieverplichting in het kader van het Fonds Opkomende Markten (FOM) betreft een garantie aan de FMO voor financieringen aan lokale dochterondernemingen of joint-ventures van Nederlandse bedrijven. De openstaande garanties zijn gedaald van EUR 3,188 miljoen naar EUR 1,594 miljoen, omdat in 2016 is besloten om het FOM voor nieuw af te geven garanties stop te zetten.

De garantieverplichting in het kader van het Dutch Good Growth Fund (DGGF) heeft betrekking op ontwikkelingsrelevante en risicodragende investeringen en exporttransacties. De stijging van EUR 94,989 miljoen naar EUR 100,955 miljoen komt door een stijging van afgegeven garanties door Atradius DSB. Verstrekte dekkingsadviezen zijn niet opgenomen als garantieverplichting.

Fondsbeheerder PwC/TJ is in 2019 in de gelegenheid gesteld om voor maximaal EUR 100 miljoen boven het beschikbare investeringsbudget aan contracten/committeringen aan te gaan met intermediaire fondsen in de vorm van een garantie van BHOS. Door een verhoging van het investeringsbudget is in 2023 het totaal aan aangegane committeringen binnen de verstrekte opdracht gebleven. De garantieverplichting is per ultimo 2023 vastgesteld op EUR 0,0.

De garantieverplichting in het kader van het Dutch Trade and Investment Fund (DTIF) betreft een garantie voor risicodragende investeringen en exporttransacties. De daling van EUR 5,435 miljoen naar EUR 10,816 miljoen komt met name door verstrekte wisselfinancieringen door Atradius DSB.

De garantieverplichting in het kader van het Development Relevant Infrastructure Investment Vehicle (DRIVE) heeft betrekking op investeringen in publieke infrastructuurprojecten die bijdragen aan een goed ondernemingsklimaat en de ontwikkeling van de private sector in lage- en middeninkomenslanden. Het garantieplafond voor DRIVE is vastgesteld op EUR 55 miljoen per jaar. In 2019 is door Atradius DSB een garantie afgegeven. Deze garantie is in 2023 gelijk gebleven met een bedrag van EUR 43,773 miljoen.

Voor deze laatste vier regelingen is een begrotingsreserve gevormd.

14 Andere verplichtingen

Tabel 31 Andere verplichtingen (credit 8.897.275 x EUR 1.000)

Opbouw openstaande verplichtingen:

   

Specificatie x 1.000 EUR

 

31 december 2023

31 december 2022

Openingsbalans

 

7.672.215

6.998.721

Bij: Aangegane verplichtingen

 

5.127.099

4.300.267

Af: Tot betaling gekomen verplichtingen

 

3.903.714

3.626.773

Af: Negatieve bijstellingen

 

0

 

Bij: correctie eindstand conversie

 

1.675

0

Eindbalans

 

8.897.275

7.672.215

Er hebben geen omvangrijke negatieve bijstellingen op verplichtingen boven de EUR 30 miljoen uit voorgaande boekjaren plaatsgevonden in 2023.

Correctie eindstand conversie

Per 1 januari 2024 is BuZa overgestapt op een nieuw financieel softwarepakket. Bij de conversie is geconstateerd dat de openstaande verplichtingenstand per 31 december 2023 in het nieuwe systeem afweek van het oude systeem, veroorzaakt door een aantal onjuiste mutaties in het oude systeem.

Af te dragen vennootschapsbelasting

Op basis van de oordelen van de Belastingdienst en de door het ministerie ingenomen standpunten is in 2023 de aangifte vennootschapsbelasting over 2021 ingediend en bereid het ministerie haar aangifte voor 2022 voor. Voor deze aangifte moet voor een aantal financieringen opnieuw worden getoetst of deze vallen onder de reikwijdte van de vennootschapsbelasting. Dit gezien de negatieve resultaten afgelopen jaren. De aangiften over de jaren 2016 t/m 2020 zijn definitief vastgesteld. Voor 2022 en 2023 is begroot dat de fiscale winsten lager liggen dan de verrekenbare verliezen. Per saldo is er meer betaald aan de Belastingdienst dan de belastingschuld bedraagt over de periode 2016 t/m 2023. Om deze reden is geen saldo als af te dragen vennootschapsbelasting opgenomen in de saldibalans bij BHOS.

15 Deelnemingen

De post deelnemingen bestaat uit aandelen in internationale instellingen. Voor het niet volgestorte deel (callable capital) is een garantieverplichting verstrekt die onder 13. Garantieverplichtingen is opgenomen.

De laatste kolom van het overzicht vermeldt de voting power ultimo 2023. Naast de omvang van de deelneming in aandelen kan dit percentage ook beïnvloed zijn door bijvoorbeeld de omvang van de middelenaanvullingen.

Tabel 32 Deelnemingen (debet 169.359 x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

 

31 december 2023

31 december 2022

Voting power

Asian Development Bank

 

66.974

71.330

1,113

African Development Bank

 

77.453

75.477

0,877

Inter-American Development Bank

 

13.535

13.901

0,200

Inter-American Investment Corp.

 

10.978

11.139

0,630

Instex Deelneming

 

419

419

4,210

Totaal

 

169.359

172.266

 

De waarde van de deelneming in de African Development Bank (AfDB) is in 2023 met een bedrag van EUR 6,585 miljoen toegenomen door een aanvullende kapitaalstorting in valuta SDR, en als gevolg van koerswijziging afgenomen met EUR 4,609 miljoen.

De waarde van de deelneming in de Inter-American Investment Corporation (IIC) is in 2023 met een bedrag van EUR 0,133 miljoen toegenomen door een aanvullende kapitaaluitbreiding (vanuit reserve IDB, in valuta USD) en met een bedrag van EUR 0,293 miljoen afgenomen als gevolg van koerswijziging.

De waarde van de deelnemingen in de Asian Development Bank (AsDB) en de Inter-American Development Bank (IDB) zijn afgenomen als gevolg van koerswijziging.

Nederland heeft zich samen met Europese bondgenoten ingezet voor behoud van Joint Comprehensive Plan of Action (JCPOA) ten aanzien van Iran. Onder andere door begin 2020 formeel toe te treden als aandeelhouder van INSTEX. Doel van de Nederlandse deelname aan dit special purpose vehicle was om bij te dragen aan het faciliteren van het betalingsverkeer tussen Europese en Iraanse bedrijven. Hiervoor heeft Nederland in 2020 voor een bedrag van EUR 0,419 mln aan aandelenkapitaal gekocht van INSTEX. Op 9 maart 2023 is unaniem door de aandeelhouders (Frankrijk, Duitsland, Verenigd Koninkrijk, België, Denemarken, Finland, Noorwegen, Spanje, Zweden en Nederland) het besluit genomen tot de ontmanteling van INSTEX. Gezien Irans voortdurende weigering om gebruik te maken van INSTEX en het Iraanse spiegelmechanisme Special Trade and Finance Instrument (STFI), zijn de aandeelhouders van INSTEX tot de conclusie gekomen dat er geen enkele basis meer was om INSTEX operationeel te houden. Een curator is aangesteld om INSTEX volledig te ontmantelen, wat voorzien is in het jaar 2024.

Niet uit de saldibalans blijkende bestuurlijke verplichtingen

Verdragsmiddelen Suriname (artikel 5)

Het restant van de verplichting uit hoofde van de Verdragsmiddelen Suriname Schenkingen bedraagt per 31 december 2023 EUR 5,4 miljoen.

Uitvoeringskosten RVO (artikel 1)

Op 22 december 2023 is de offerte van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland goedgekeurd voor de uitvoeringskosten van diverse subsidieregelingen op het gebied van internationale handel. Dit leidt tot een bestuurlijke verplichting van EUR 79,8 miljoen in 2024.

International Fund for Agricultural Development (IFAD) (artikel 2)

De bijdrage aan IFAD is een van de belangrijkste kanalen om te voldoen aan de 2030 doelstellingen van het voedselzekerheidsbeleid (cf. kamerbrief van december 2022, Kamerstuk 33 625 nr. 34). In het kader van de driejaarlijkse IFAD middelenaanvulling heeft de Minister voor BHOS per videoboodschap op 1 december 2023, tijdens COP28 in Dubai, USD 150 miljoen (EUR 139 miljoen) toegezegd voor de periode 2025-2027 (IFAD 13). Op 15 december 2023 is deze toezegging door Nederland gestand gedaan tijdens de IFAD 13 replenishment pledging conferentie in Parijs.

Green Climate Fund (GCF) (artikel 2)

Het Green Climate Fund is een van de kanalen om te voldoen aan de collectieve verplichting van ontwikkelde landen om jaarlijks USD 100 miljard te mobiliseren voor klimaatactie in ontwikkelingslanden. Tijdens de vierjaarlijkse middelenaanvulling op 5 oktober jl. in Bonn heeft Nederland EUR 140 miljoen toegezegd voor de periode 2024-2027.

PROSPECTS (artikel 4)

Nederland heeft zich gecommitteerd aan de tweede fase van het PROSPECTS partnerschap voor een bedrag van EUR 800 miljoen. Hiervan blijkt per 31 december 2023 een bedrag van EUR 420 miljoen nog niet uit de saldibalans. Het PROSPECTS partnerschap wordt gefinancierd uit artikel 4.2 van de begroting (opvang en bescherming in de regio).

Steunpakket Oekraïne (artikel 5)

De minister voor BHOS heeft op 15 december 2023 het eerste steunpakket aan Oekraïne voor 2024 aangekondigd aan de Kamer (Kamerstuk 36 045, nr. 172). Daarin is onder andere EUR 62 miljoen genoemd om de regering van Oekraïne te ondersteunen bij het leveren van basisdiensten, het herstellen van kritieke infrastructuur en het implementeren van hervormingen via het Special Program for Ukraine and Moldova Recovery (SPUR). Dit programma is onderdeel van de International Development Association (IDA) van de Wereldbank.

Niet uit de saldibalans blijkende financiële risico's voortkomend uit lopende juridische procedures

Op dit moment zijn op het beleidsterrein van Buitenlandse Handel & Ontwikkelingssamenwerking geen rechtszaken aanhangig bij het ministerie van Buitenlandse Zaken met een substantieel geclaimd bedrag van EUR 25 miljoen of hoger.

Licence