De Tweede Kamer verzoekt het Kabinet om bij de verantwoording over het jaar 2023 aandacht te besteden aan resultaatbereik in relatie tot onderuitputting, als gevolg van bijvoorbeeld arbeidskrapte. In deze bijlage wordt de totale onderuitputting gepresenteerd. Daarbij worden de grootste en/of belangrijkste meevallende realisaties apart toegelicht. De overige meevallende realisaties worden in de post «overig» toegelicht.
Bedragen in duizenden euro's | Bedrag | Als percentage van de vastgestelde nettobegroting 2023 |
---|---|---|
Hogere ontvangsten artikel 1 | ‒ 18.938 | ‒ 0,5% |
Hogere ontvangsten artikel 5 | ‒ 24.132 | ‒ 0,6% |
Overig | 96.819 | 2,5% |
Totaal | 53.749 | 1,4% |
Toelichting
Hogere ontvangsten artikel 1
De ontvangstenrealisatie op artikel 1 valt ten opzichte van de vastgestelde begroting 2023 EUR 18,9 miljoen hoger uit. In de Tweede Suppletoire begroting (Kamerstuk 36 470 XVII, nr. 2) is een verhoging gemeld van de ontvangsten op artikel 1. Deze verhoging betreft onttrekkingen uit de FOM-begrotingsreserves ter dekking van het DTIF-instrument van EUR 16,2 miljoen. Deze onttrekking wordt gedaan om aan de toegenomen vraag naar werkkapitaal en financieringen via DTIF te kunnen voldoen en is daarvoor ook bedoeld. Verder zijn de geraamde ontvangsten voor DGGF hoger dan begroot. Dit wordt onder andere veroorzaakt door hogere premieontvangsten en terugbetalingen op wisselfinancieringen voor DGGF.
Hogere ontvangsten artikel 5
De hogere ontvangsten hebben voornamelijk twee oorzaken. Ten eerste zijn er meer ontvangsten gerealiseerd op artikelonderdeel 5.21 Ontvangsten OS vanwege hogere ontvangsten van afgesloten VN-programma's uit het verleden. Daarnaast is op artikelonderdeel 5.22 Koersverschillen een positief koersverschil gerealiseerd. Het departement werkt met een vooraf vastgestelde corporate rate. Als gedurende het jaar een afwijking ontstaat tussen de daadwerkelijke wisselkoers (spotrate) en de corporate rate, dan ontstaat een negatief of positief verschil. Dit jaar heeft dit geleid tot een positief koersverschil van ruim EUR 22 miljoen.
Overig
De BHOS-begroting kende in 2023 een overschrijding van het specifieke beeld bij de Najaarsnota en Financieel Jaarverslag Rijk van EUR 53,7 miljoen. Deze wordt onder andere veroorzaakt door het amendement Grinwis c.s. (Kamerstuk 36435-XVII, nr. 15), dat EUR 70 miljoen uit 2028 naar 2023 schoof ten behoeve van humanitaire hulp (waarvan EUR 15 miljoen voor Gaza), opvang in de regio en klimaatfondsen. Daarnaast was er sprake van hogere uitgaven ten behoeve van humanitaire hulp aan Gaza (EUR 20 miljoen) en humanitaire hulp na de aardbeving in Marokko (EUR 2 miljoen). In het algemeen was er een overschrijding doordat de overprogrammering niet volledig is ingevuld. Door de forse ombuigingen op de BHOS-begroting die gedurende het lopende jaar zijn doorgevoerd, was er niet voldoende onderuitputting op het gehele ODA-budget om de overprogrammering, zichtbaar als negatieve stand op verdeelartikel 5.4, te compenseren.