Pag. | ||
A. | ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTEL | 2 |
B. | BEGROTINGSTOELICHTING | 4 |
1. | Leeswijzer | 4 |
2. | Het beleid | 6 |
2.1. | De beleidsagenda | 6 |
2.2. | De beleidsartikelen | 19 |
Artikel 1. Bevorderen van een goed werkende woningmarkt | 19 | |
Artikel 2. Stimuleren van voldoende woningen, een duurzame en gedifferentieerde woningvoorraad en leefbare woonmilieus | 26 | |
Artikel 3. Garanderen van keuzemogelijkheden en betaalbaarheid op de woningmarkt | 38 | |
Artikel 4. Optimaliseren van de ruimtelijke afweging | 48 | |
Artikel 5. Gebiedsontwikkeling en realisatie Nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur | 53 | |
Artikel 6. Beperken van klimaatverandering en grootschalige luchtverontreiniging | 60 | |
Artikel 7. Verbeteren van de milieukwaliteit van water en bodem | 67 | |
Artikel 8. Verbeteren van de milieukwaliteit in de bebouwde leefomgeving | 76 | |
Artikel 9. Verminderen van risico’s van stoffen, afval, straling en GGO’s | 83 | |
Artikel 10. Versterken van het (inter)nationale milieubeleid | 89 | |
Artikel 11. Vergroten van de externe veiligheid | 96 | |
Artikel 12. Handhaving en toezicht | 101 | |
Artikel 13. Rijkshuisvesting en architectuur | 109 | |
2.3. | De niet-beleidsartikelen | 114 |
Artikel 14. Algemeen | 114 | |
Artikel 15. Nominaal en onvoorzien | 125 | |
3. | Verdiepingshoofdstuk | 126 |
4. | Begroting van de Rijksgebouwendienst (Rgd) | 143 |
5. | Begroting van de Nederlandse Emissieautoriteit | 153 |
6. | Bijlage 1. ZBO’s en RWT’s | 156 |
7. | Bijlage 2. Overzichtsconstructie Milieu | 158 |
8. | Bijlage 3. Overzichtsconstructie programma Zuidvleugel | 160 |
9. | Bijlage 4. Nalevingsstrategie VROM-Inspectie | 163 |
10. | Bijlage 5. Moties en Toezeggingen | 172 |
11. | Bijlage 6. Lijst van afkortingen uit de begroting 2007 van het Ministerie van VROM | 238 |
12. | Bijlage 7. Trefwoordenregister | 240 |
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTEL
Wetsartikel 1 (begrotingsstaat ministerie)
De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om de begrotingsstaat van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) voor het jaar 2007 vast te stellen.
Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor het jaar 2007. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota 2007.
Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten voor het jaar 2007 vastgesteld. De in de begroting opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zogenaamde begrotingstoelichting).
Wetsartikel 2 (begrotingsstaat agentschappen)
Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de baten en lasten en de kapitaaluitgaven en -ontvangsten van de agentschappen «Rijksgebouwendienst» en «Nederlandse Emissieautoriteit» voor het jaar 2007 vastgesteld. De in die begrotingen opgenomen begrotingsartikelen worden toegelicht in onderdeel B (Begrotingstoelichting) van deze memorie van toelichting en wel in de paragraaf inzake de diensten die een baten-lasten stelsel voeren.
In maart 2005 is door de Minister van Financiën met de Tweede Kamer overleg gevoerd over de uitkomsten van het interdepartementale beleidsonderzoek (IBO) regeldruk en controletoren en de naar aanleiding daarvan door het Kabinet in december 2004 gedane voorstellen. Tijdens het algemeen overleg op 2 en 3 maart 2005 en in de brief van 9 maart 2005(kamerstukken II, 29 949 en 29 950, nr. 5) is toegezegd de getrouwbeeldverklaring van de departementale auditdiensten parallel aan de gewijzigde bedrijfsvoeringsparagraaf over het verslagjaar 2007 in te voeren. De departementen hebben sindsdien belangrijke voortgang geboekt met het treffen van de hiervoor noodzakelijke maatregelen. Om op het ingroeitraject naar met name de getrouwbeeldverklaring geen wettelijke obstakels te laten ontstaan, dienen enkele bepalingen in de Comptabiliteitswet 2001 (CW 2001) te worden aangepast. Dat zal regulier gebeuren via het moderniseringsproject van die wet dat thans gaande is. Om de getrouwbeeldverklaring al over het jaar 2007 te kunnen toepassen is echter een tijdelijke – op het jaar 2007 gerichte – afwijking van de wet nodig. Dat gebeurt via het onderhavige wetsartikel. Het betreft concreet de aanpassing van artikel 66, vijfde en zesde lid, van de CW 2001. De gewijzigde insteek voor de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag leidt niet tot een aanpassing van de CW 2001. De inhoud van die paragraaf wordt in de Rijksbegrotingsvoorschriften geregeld.
Samengevat komen de wijzigingen in de bedrijfsvoeringsparagraaf en in de accountantsverklaring op het volgende neer.
Over eventuele rechtmatigheidsfouten en -onzekerheden die de terzake gestelde artikelsgewijze tolerantiegrenzen te boven gaan, zal door de betrokken minister in de bedrijfsvoeringsparagraaf van zijn departementaal jaarverslag worden gerapporteerd. De departementale auditdienst verstrekt bij het aldus opgestelde jaarverslag (en saldibalans) een getrouwbeeldverklaring in plaats van een zogenaamde eisenverklaring. De getrouwbeeldverklaring heeft betrekking op de elementen die onder a tot en met d van het nieuwe zesde lid van artikel 66 in de CW 2001 zijn opgenomen. Daarbij beoordeelt de auditdienst op grond van onderdeel b of de rapportage over de rechtmatigheid van de begrotingsuitvoering klopt en op grond van onderdeel d of er in het jaarverslag eventueel sprake is van strijdigheid tussen de gepresenteerde financiële informatie en de opgenomen beleidsinformatie.
Om aan te sluiten bij de in artikel 58 gehanteerde terminologie wordt in lid 6 van artikel 66 gesproken van deugdelijke weergave in plaats van de in accountantskring gebruikelijke formulering van getrouwe weergave. Daarmee wordt echter hetzelfde bedoeld. Het is geen bezwaar dat de accountant in zijn verklaring het begrip getrouwe weergave gebruikt.
De oordeelsvorming van de Rekenkamer blijft ten opzichte van het verleden ongewijzigd.
In het oude vijfde lid van artikel 66 kan de reikwijdte van de accountantsverklaring (een verklaring omtrent de financiële informatie in het jaarverslag en de saldibalans) worden geschrapt. De reikwijdte staat thans geheel in het zesde lid.
De formulering van de aanhef van het onderhavige wetsartikel luidende: «....komt voor de accountantsdienst van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) voor het jaar 2007 als volgt te luiden» is zodanig gekozen, dat de accountantsdienst de gewijzigde reikwijdte van de verklaring zowel dient toe te passen met betrekking tot het departementale jaarverslag van het betrokken departement als met betrekking tot een eventueel niet-departementaal jaarverslag waarvoor de betrokken minister verantwoordelijk is (zoals bijvoorbeeld een jaarverslag van een begrotingsfonds of van een van de begrotingshoofdstukken I, II, IV of IXA).
Er wordt in de wettekst nog gesproken van accountantsdienst in plaats van auditdienst, omdat die terminologie in de Comptabiliteitswet 2001 nog wordt gehanteerd. Bij de voorziene modernisering van de Comptabiliteitswet zalaccountantsdienst worden vervangen door auditdienst.
De memorie van toelichting is opgebouwd uit de volgende onderdelen en is terug te vinden in de hoofdstukken:
2.1. De beleidsagenda
2.2. De beleidsartikelen
2.3. De niet-beleidsartikelen
3. Verdiepingshoofdstuk
4. Begroting van de Rijksgebouwendienst
5. Begroting van de Nederlandse emissieautoriteit
6. Bijlage 1. ZBO’s en RWT’s
7. Bijlage 2. Overzichtsconstructie Milieu
8. Bijlage 3. Overzichtsconstructie Programma Zuidvleugel
9. Bijlage 4. Nalevingstrategie VROM-Inspectie
10. Bijlage 5. Moties en toezeggingen
11. Bijlage 6. Lijst van afkortingen
12. Bijlage 7. Trefwoordenregister
In het verlengde van het Hoofdlijnenakkoord en het hieruit voortvloeiende beleidsprogramma 2004–2007 van het Kabinet is de beleidsagenda van VROM ingedeeld in de volgende thema’s:
• Ruimte voor ontwikkeling;
• Krachtige steden;
• Ruimte voor wonen;
• Ontkoppeling en een eco-efficiënte economie;
• Internationale VROM-agenda;
• Modernisering regelgeving;
• Betere naleving.
Na ieder thema wordt weergegeven wat de doelstelling is van het thema. Dit wordt gevolgd door de belangrijkste prestaties voor 2007. De beleidsagenda wordt afgesloten met een overzichtstabel met daarin de belangrijkste beleidsmatige mutaties en bijbehorende toelichting. Deze tabel geeft de aansluiting weer tussen de vorige begroting en de nu voorliggende ontwerpbegroting.
De begroting bestaat uit 15 artikelen waarvan 3 artikelen op het terrein van Wonen, 2 artikelen op het terrein van Ruimte, 5 artikelen op het terrein van Milieu, 2 brede artikelen op de terreinen externe veiligheid en handhaving en 1 artikel op het terrein van rijkshuisvesting en architectuur. Daarnaast zijn er twee niet-beleidsartikelen te weten artikel 14 «Algemeen» en artikel 15 «Nominaal en onvoorzien». Op artikel 14 «Algemeen» worden ook de uitgaven van de Gemeenschappelijke Dienst inzichtelijk gemaakt. De Gemeenschappelijke Dienst werkt voor heel VROM. Tevens staan op dit artikel een aantal instrumenten die geen goede beleidsmatige plek meer in de nieuwe begrotingsstructuur konden vinden.
«Nominaal en onvoorzien» is louter een administratief artikel waarop zaken worden geparkeerd die nog niet direct uitgeboekt kunnen worden.
In de beleidsartikelen komt het beleid voor de komende jaren aan bod. Elk artikel start met een omschrijving van de algemene beleidsdoelstelling. Hierbij wordt in algemene vorm consequent ingegaan op: omschrijving, verantwoordelijkheid, succesfactoren en meetbare gegevens.
Daarna volgt de tabel «budgettaire gevolgen van beleid». Deze tabel geeft meer financieel inzicht op het gebied van begrotingsstanden. In de tabel is een cijfermatige uitsplitsing gemaakt van de uitgaven naar «apparaats-» en «programmagelden». Het artikelonderdeel «programma» wordt vervolgens weer opgedeeld naar de diverse operationele doelen welke weer zijn opgebouwd uit (financiële) beleidsinstrumenten.
Het cijfermatige gedeelte wordt afgesloten met een overzicht van de budgetflexibiliteit van het betreffende artikel. Dit geeft inzicht in het nog te beïnvloeden deel van de uitgavenraming.
De algemene beleidsdoelstelling van een artikel wordt geconcretiseerd en geoperationaliseerd bij de beschrijving van de operationele doelen. Elk operationeel doel wordt apart tekstueel toegelicht. Bij ieder operationeel doel wordt consequent ingegaan op: motivering, instrumenten, prestaties, doelgroepen, meetbare gegevens, planning en verwijzing naar beleidsstukken. Ieder artikel wordt afgesloten met een overzicht van geplande beleidsonderzoeken.
Tegelijkertijd met de VROM begroting wordt ook de begroting van de Rijksgebouwendienst en de begroting van de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) gepresenteerd.
In het verdiepingshoofdstuk zijn de mutaties in de volgorde van de begrotingsartikelen van de begrotingsstaat opgenomen. Technische mutaties dan wel beleidsmatig niet relevante mutaties worden slechts cijfermatig gepresenteerd. Alleen indien er sprake is van een grote omvang worden ook technische mutaties nader toegelicht. De beleidsmatig relevante mutaties worden nader omschreven in de toelichting waarbij het bijbehorende mutatiebedrag wordt genoemd. Een beleidsmatige mutatie is het gevolg van gevoerd beleid en is dus te beïnvloeden (b.v. beleidsintensivering- en extensivering, beleidswijzigingen met financiële gevolgen, afwijkingen uit hoofde van behoorlijk bestuur).
Duurzame ruimtelijke ontwikkeling
De ambitie van dit Kabinet is om het sociaal-, ruimtelijk en economisch potentieel van Nederland te ontwikkelen en de internationale concurrentiekracht op een duurzame en innovatieve wijze te vergroten. De afgelopen drie jaar hebben we daarom koers gezet naar een meer ontwikkelingsgerichte aanpak van de ruimtelijke vragen in ons land. Een aanpak met een grotere verantwoordelijkheid van marktpartijen en overheden, dicht bij burgers. Een duidelijke koerswijziging, vastgelegd in de Nota Ruimte, die zich laat samenvatten met: «decentraal wat kan, centraal wat moet». We starten niet meer bij wat er niet kan, maar kijken wat er wél kan. Dat betekent géén afscheid van rijksregie. Die blijft nodig waar het gaat om krachtige steden, de economische kerngebieden in relatie tot de hoofdinfrastructuur, de gezondheid en veiligheid en de nationale landschappen. Zorgvuldigheid in onze omgang met de schaarse ruimte, de natuur, het milieu en de landschappen is van nationaal belang.
De omstandigheden waaronder het beleid tot stand komt, zijn in ontwikkeling. We kiezen voor een moderne benadering in de aanpak van problemen: zakelijk, niet dogmatisch, resultaatgericht en met een nuchtere afweging van kosten en baten. Een benadering waarin ruimte wordt gegeven aan de verantwoordelijkheid van bedrijfsleven en andere overheden. Een aanpak die aansluit bij de groeiende rol van de EU en die bovendien aansluit bij de wensen, opvattingen en mogelijkheden van burgers. Beleid met als doel dat mensen nu en in de toekomst gezond en veilig kunnen (samen)leven.
Door de schaarste aan ruimte moeten we in Nederland extra ons best doen om de leefomgeving die we wensen en de omstandigheden waarin we wonen goed te ontwikkelen. Om – zoals het kabinet wil – «nieuwe evenwichten» te realiseren in de duurzame ruimtelijke ontwikkeling van Nederland. In het komende jaar willen we de hoofdlijnen van het ingezette beleid geborgd en geïmplementeerd hebben. Dat doen we in 2007 onder andere met de verdere uitvoering van de Nota Ruimte, de uitvoering van de Toekomstagenda Milieu, de modernisering van het huurbeleid, de visie op de woningmarkt, de laatste stappen voor de invoering van de omgevingsvergunning en het gezamenlijk optreden van de rijksinspecties.
Daarbij realiseren we ons dat Nederland, dat kleine stukje aarde aan de Noordzee, niet op zichzelf staat. Onze milieuproblemen bijvoorbeeld vragen steeds meer om Europese en mondiale afspraken en het Europees beleid heeft steeds meer – en soms onbedoeld – impact op de Nederlandse ruimte en de gebouwde omgeving. Dat is de internationale context waarmee we rekening moeten houden, willen we hier in Nederland gezond en veilig blijven wonen en leven.
In deze beleidsagenda laten we zien wat onze politieke prioriteiten voor 2007 zijn. Dat doen we aan de hand van de volgende thema’s:
• Ruimte voor ontwikkeling;
• Krachtige steden;
• Ruimte voor wonen;
• Ontkoppeling en eco efficiënte economie;
• Internationale VROM agenda
• Modernisering regelgeving;
• Betere naleving.
RUIMTE VOOR ONTWIKKELING (artikelen 4, 5 en 11)
Met de Nota Ruimte waait er een nieuwe wind door ruimtelijk Nederland. Door «decentraal wat kan, centraal wat moet» is de blik gericht op het mogelijk maken van ruimtelijke ontwikkelingen, met een scherp oog voor de beschermde gebieden. De medeoverheden kunnen de door hen gewenste gebiedsontwikkeling zo optimaal vormgeven, en krijgen in 2007 daarbij nieuwe instrumenten ter beschikking, zoals de grondexploitatiewet en de nieuwe Wet ruimtelijke ordening. Deze instrumenten vergroten de effectiviteit van het ruimtelijke beleid door vereenvoudiging van de procedures en stroomlijning van de beleidsuitvoering van de verschillende bestuursniveaus. Uiteraard blijft er voor een belangrijk aantal onderwerpen nog een centrale rol van het rijk. De versterkte samenwerking tussen de departementen met de in de Nota Ruimte geïntroduceerde programma-aanpak heeft zijn vruchten afgeworpen. Het Kabinet neemt ontwikkelingsgericht en gecoördineerd belangrijke ruimtelijke beslissingen in bijvoorbeeld de Noord- en Zuidvleugel van de Randstad. Het gaat hierbij onder meer om de verdere ruimtelijke ontwikkeling van Almere, Schiphol en de Zuidplaspolder, en om een aantal grote infrastructurele projecten (zoals de A4 door Midden-Delfland). Hierbij is er oog voor de ruimtelijke kwaliteit, onder andere ook via het Actieprogramma Ruimte en Cultuur (2005–2008).
In 2007 en daarna komt het aan op de verdere uitvoering van de Nota Ruimte. Gemeenten en provincies worden uitgedaagd om hun activiteiten door te zetten en de nieuwe mogelijkheden en instrumenten daarbij ten volle te benutten. VROM ondersteunt met kennis, kunde en zo mogelijk geld. Zo worden diverse activiteiten om het gebiedsgericht werken te stimuleren gebundeld in een «agenda gebiedsontwikkeling» (o.a. instellen Forum gebiedsontwikkeling en opstellen van «reiswijzer gebiedsontwikkeling»). Het Kabinet heeft besloten voor de periode van 2007 tot 2010, € 250 miljoen beschikbaar te stellen voor integrale gebiedsontwikkeling. Het gaat hier om integrale projecten met een belang voor de nationale ruimtelijke hoofdstructuur . Met deze gelden wordt de uitvoering van de Nota Ruimte gestimuleerd en wordt integrale gebiedsontwikkeling steviger verankerd. Het Kabinet zet steviger in op integrale gebiedsontwikkelingsprojecten waar meerdere belangen vanuit beleid en vastgoed samenkomen. Het Gemeenschappelijk Ontwikkelingsbedrijf (GOB) is in 2006 van start gegaan en is – onder aansturing van 5 departementen (VROM, V&W, EZ, LNV, Fin) – ondergebracht bij VROM. Het GOB zal in 2007 actief zijn in de projecten Valkenburg, Bloemendaler Polder en Almere.
VROM werkt samen met andere departementen – mede naar aanleiding van de Motie Lemstra (kamerstukken I, 29 435) aan een strategische visie op de Randstad. Dit past geheel in de versterking van de stedelijke netwerken. In dat licht is relevant dat de «Holland Acht» met hun Manifest van het najaar 2005 de (bestuurlijke) randvoorwaarden voor een effectieve versterking van de internationale economische concurrentiekracht van de Randstad hebben geagendeerd. De Ministers van VROM, V&W en BZK bespreken in het kader van de middenbestuur discussie – samen met de Holland Acht de bijdrage van een andere bestuurlijke organisatie in de Randstad aan de concurrentiekracht voor de Randstad. Maar ook voor de kortere termijn werkt het Rijk aan de versterking van die concurrentiekracht door de uitvoering van de programma’s in de Noord- en Zuidvleugel.
In Europees verband wordt in 2007 de door Nederland geëntameerde «Rotterdam-agenda» voortgezet met een bespreking van een analyse van Europese ruimtelijke trends en processen. Doel van de Rotterdam-agenda is onder andere een bijdrage te leveren aan de versterking van de concurrentiepositie van de Europese economieën (Lissabon strategie) door het groeipotentieel van regio’s en steden te mobiliseren.
De nationale ruimtelijke beleidsopgaven hangen ook samen met de verwachte veranderingen van het klimaat. Het weer wordt grilliger, wereldwijd en ook in Nederland. Om de ruimtelijke inrichting van Nederland en de daarmee samenhangende investeringsbeslissingen hierop aan te passen, heeft het Kabinet in 2006 besloten een Nationaal Programma Adaptatie Ruimte en Klimaat te starten. De stijging van de zeespiegel en toenemende afvoeren van de grote rivieren leiden ook tot een grotere aandacht voor waterveiligheid. Het Kabinet zal in januari 2007 een besluit nemen over de toekenning van middelen (uit het FES) voor het voorstel «kennis voor klimaat».
Vanaf 2007 kunnen de eerste subsidieaanvragen voor projecten over de Waddenzee worden ingediend bij het Waddenfonds.
Belangrijkste prestaties in 2007
• Uitvoering van de Nota Ruimte en de tweede uitvoeringsagenda (2006–2008) daarbij, onder andere door de uitvoering van de «agenda gebiedsontwikkeling»;
• Toekenning aan projecten voor integrale gebiedsontwikkeling waarvoor in deze periode 2007–2010 € 250 mln beschikbaar is voor de uitvoering van de Nota Ruimte. Deze € 250 mln is versneld ingezet uit de met 100 mln opgehoogde, gereserveerde middelen in het FES voor de periode 2011–2014 (in totaal € 1 miljard).
• Nadere invulling van de strategische lange termijnvisie op de Randstad als geheel;
• Vaststelling nationale adaptatieagenda 2007–2014 voor het klimaatbestendig maken van Nederland voor de langere termijn en het opstellen van uitvoeringsprogramma daarvoor.
KRACHTIGE STEDEN (artikelen 2, 5 7, 8, 10 en 13)
Het Kabinet streeft mede in het kader van het Grotestedenbeleid naar steden waar het goed wonen, werken en recreëren is en waar deze functies ook goed bereikbaar zijn. Steden waar mensen, (internationale) bedrijven en culturele instellingen zich willen en kunnen vestigen. VROM is binnen het GSB verantwoordelijk voor het fysieke domein en stelt geld, kennis en kunde ter beschikking en helpt zo mee de voorwaarden te scheppen waarin steden problemen aan kunnen pakken en kansen kunnen grijpen. De inspanningen beginnen effect te sorteren. De gerichte inzet van middelen (zoals het investeringsbudget stedelijke vernieuwing (ISV) en Besluit Locatie gebonden Subsidies (BLS)), de harde prestatieafspraken, de ondersteuning in de vorm van impulsteams en wetgeving (Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek, de zogenaamde «Rotterdamwet») en de focus op 56 wijken zorgen voor een positieve ontwikkeling in de steden. Ten opzichte van de rest van het land wonen er in de steden nu meer hoger opgeleiden en is de inkomenspositie verbeterd. Het aandeel koopwoningen in de totale productie neemt in de steden sneller toe dan landelijk. Per saldo trekken minder mensen de stad uit. Door de ontwikkeling van de gebieden rond de stations van de hoge snelheidslijnen («NSP budget») en toekenning van budget voor investeringen in de ruimtelijke kwaliteit van stedelijke centra («BIRK budget») zijn deze gebieden duidelijk aantrekkelijker geworden. Ook vanuit de rijkshuisvesting wordt, waar passend binnen de huisvestingsbehoeften, bijgedragen, bijvoorbeeld door de ontwikkeling van nieuwe rijkshuisvestingsprojecten (al dan niet in PPS-verband) of door herbestemming van overtollige rijkskantoren.
VROM blijft zich in 2007 en daarna gericht inzetten op krachtige steden. Economisch gezien worden de Randstad en andere Nederlandse steden geconfronteerd met een toenemende concurrentie van buitenlandse grootstedelijke gebieden en steden. Investeringen in de leefbaarheid, de dynamiek en het vestigingsklimaat van de stad en de steden blijven daarom hard nodig. Zo maakt VROM afspraken over de rijksinzet in de stedelijke netwerken en besteedt het ministerie blijvend aandacht aan de (vroegtijdige) afstemming van rijksinvesteringen op die gemaakte afspraken.
De stedelijke vernieuwing blijft de komende jaren een urgent thema. De problematiek in de oude stadswijken blijft, ondanks de positieve resultaten, groot en divers. Hoe belangrijk ook, maar met alleen andere woningen is de burger die geconfronteerd wordt met een cumulatie van problemen niet geholpen. Daarom wil het Kabinet aan de slag met experimenten in een aantal wijken om met een gebiedsgerichte gebundelde inzet de problemen op de terreinen van wonen, leren, werken, veiligheid en welzijn te helpen oplossen. De bewindslieden van vrijwel alle departementen werken hiervoor samen met de gemeenten en andere belangrijke partners als vitale coalities in de wijk. De stedelijke vernieuwingsopgave wordt overigens nog vergroot door de te verwachten – regionaal gedifferentieerde – ontspanning op de woningmarkt en de krimpende bevolking in diverse delen van ons land. Minder gewilde wijken en buurten komen hierdoor nog verder onder druk te staan. In het najaar van 2006 brengt VROM een raming en onderbouwing uit van de behoefte aan stedelijke vernieuwing vanaf 2010.
Aantrekkelijke steden zijn steden met groen en water. Burgers vragen daar voortdurend naar. Hun welbevinden hangt hier nauw mee samen en het vestigingsklimaat van (internationaal opererende) bedrijven en instellingen wordt erdoor bevorderd. Een groene en waterrijke omgeving geeft de mogelijkheid om te spelen, te sporten, te recreëren en andere mensen te ontmoeten. Daarnaast dragen groen en water bij aan rijksdoelstellingen op het gebied van natuur en wateropgaven om Nederland klimaatbestendig te maken. In dat kader werkt VROM in samenwerking met de ministeries van LNV, BZK en V&W en een groot aantal andere instanties aan meer groen in en om de stad, inclusief de transformatie van rijksbufferzones tot grootschalige groen/blauwe gebieden.
Belangrijkste prestaties in 2007
• In de stedelijke netwerken, de stadscentra en oude stadswijken blijft geïnvesteerd worden met GSB/ISV-, BLS-, NSP- en BIRK-gelden om de woningvoorraad te herstructureren, de leefbaarheid in de woonomgeving te verbeteren, het vestigingsklimaat voor bedrijven te bevorderen en de steden aantrekkelijker te maken voor alle groepen in de samenleving, ook de midden- en hogere inkomens;
• Om het perspectief voor bewoners in oude wijken op een beter leven in de toekomst te bevorderen, gaat het Kabinet aan de slag met experimenten in een aantal wijken door een integrale aanpak op de terreinen van wonen, leren, werken, veiligheid en welzijn;
• Een interdepartementaal programma voor groen in en om de stad wordt uitgewerkt als invulling van de intentieverklaring «Groen Partnerschap». Ook wordt met diverse partners een interdepartementaal programma «Ruimte voor sport en bewegen» uitgewerkt.
RUIMTE VOOR WONEN (artikelen 1 en 3)
Het Kabinet zet met het oog op het doorbreken van de stagnatie van de woningmarkt het ingezette beleid door en legt met de visie «Ruimte geven, bescherming bieden; een visie op de woningmarkt» nieuwe accenten. De woningproductie moet weer op peil komen en het aanbod moet flexibeler kunnen worden aangepast aan de vraag en de bestaande woningvoorraad moet effectiever en efficiënter worden verdeeld. Daardoor kan de woningmarkt zich ontspannen en krijgen burgers – waaronder starters èn oudere bewoners – meer ruimte om te kiezen voor een betaalbare en kwalitatief passende woning.
VROM heeft zich in de afgelopen jaren gericht op heldere woningbouwafspraken, de gerichte inzet van subsidies (BLS budget), het faciliteren van bouwprocessen door de inzet van aanjaagteams en stimulansen voor verhuurders om te investeren in woningbouw door de modernisering van het huurbeleid. Daarnaast is meer ruimte gegeven aan woningcorporaties voor hun maatschappelijk ondernemerschap, maar heeft het Kabinet ook maatregelen aangekondigd die hen stimuleren om hun grote maatschappelijke vermogen meer te laten renderen. Ook is voor starters op de woningmarkt een tijdelijke ondersteunende maatregel getroffen met de startersleningen. De drempel voor starters op de koopwoningmarkt kan daarnaast worden verlaagd door de verruiming van de wet Bevordering eigen woningbezit (BEW+).
Deze maatregelen hebben grotere en gerichter prikkels gegeven aan marktpartijen om meer woningen te bouwen. Inmiddels lijkt de neerwaartse trend van de woningbouw gekeerd. Daar waar vorig jaar nog rond de 60 000 nieuwbouwwoningen werden opgeleverd, zijn het afgelopen jaar 71 000 woningen toegevoegd. Een bouwvolume van rond de 80 000 woningen is echter vereist om uiteindelijk het (landelijk) woningtekort terug te dringen tot 1,5% in 2010. Ook daarna is een dergelijke opgave nodig om ontspanning op de woningmarkt te behouden.
Het wettelijke traject rond de modernisering van het huurbeleid is het sluitstuk van alle in gang gezette maatregelen. Door de huurtoeslag blijft de betaalbaarheid voor mensen met een lager inkomen tot de woningmarkt geborgd. VROM monitort nauwlettend de uitvoering van de woningbouwafspraken. Gemeenten en woningcorporaties worden aangesproken als zij achterlopen en zo nodig worden zij ondersteund met aanjaagteams om een stagnerend bouwproces vlot te trekken.
Maar er kan meer om de woningmarkt beter te laten functioneren. Om goed voorbereid te zijn op onzekere trends in de toekomst, is flexibiliteit van het aanbod van woningen en woonmilieus van belang en de steeds grotere regionale verschillen qua demografische ontwikkeling (meer of minder ontspanning, hogere of lagere bevolkingsdruk) nopen tot maatwerk. Ook zijn er mogelijkheden om de woningvoorraad beter te verdelen. De Minister van VROM zal het komende jaar een nadere uitwerking geven aan de aanvullende maatregelen die zij in de kabinetsvisie op de woningmarkt heeft beschreven rond het blijvend bevorderen van voldoende beschikbare woningen, het beter afstemmen van de kwaliteit van woningen en woonomgeving op de woonwensen en het verbinden van de gescheiden huur- en koopmarkten.
Belangrijkste prestaties in 2007
• De uitvoering van de woningbouwafspraken wordt ook in 2007 nauwlettend gemonitord;
• Het wettelijke traject rond de modernisering van het huurbeleid wordt afgerond;
• Aanvullende maatregelen die zijn aangekondigd in de visie op de woningmarkt worden nader uitgewerkt, waarbij prioriteit wordt gegeven aan de volgende voorstellen:
– Passend wonen: flexibilisering huurcontracten, waarmee huurders worden verleid om een woning en huurprijs te kiezen die past bij hun financiële draagkracht;
– Onderzoek naar mogelijkheden om de gescheiden huur- en koopmarkten meer met elkaar te verbinden via bijvoorbeeld vouchers en verschillende eigendomsvormen.
ONTKOPPELING EN EEN ECO-EFFICIENTE ECONOMIE (artikelen 6, 7, 8, 9, 10 en 11)
Het Kabinet heeft in de afgelopen jaren een begin gemaakt met een moderner milieubeleid. Slim, zakelijk en doeltreffend is het karakter van de door het Kabinet uitgebrachte Toekomstagenda Milieu. Minder regels, een modern instrumentarium dat aansluit bij de beleving van burgers en bedrijven, en een kansgerichte, innovatiebevorderende benadering waarin beperking van de milieudruk de economische groei kan versterken (milieu als kans), vormen daarbij de rode draad. Op deze manier komt de realisatie van de doelen van het nationaal milieubeleidsplan (NMP 4) dichterbij. Ontwikkeling, maar op een duurzame manier is het credo. Ook bij economische groei moet de milieudruk afnemen. Het Kabinet levert zijn bijdrage. Zo zal het Kabinet uiterlijk tot 2010 bij 100% van de rijksaankopen en -investeringen duurzaamheid als zwaarwegend criterium meenemen. In 2007 wordt het actieprogramma duurzame ontwikkeling afgerond.
Dat neemt niet weg, dat Nederland geconfronteerd wordt met forse problemen rond luchtkwaliteit en de energievoorziening. Tegelijkertijd moeten wij oog houden voor problemen voor de lange termijn als het veranderende klimaat en de aantasting van biodiversiteit.
Ondanks dat Nederland ten opzichte van andere landen in Europa het meeste investeert in het milieu, blijkt het erg moeilijk om de Europese normen te halen. Dit bleek afgelopen jaar in het kader van de luchtkwaliteit. Ondanks dat onze lucht schoner is dan ooit, zijn de concentraties fijn stof en NOx in delen van het land te hoog, veroorzaakt door het feit dat we nu eenmaal in een dichtbevolkt land wonen en werken. Luchtvervuiling tast dan al snel de volksgezondheid aan. Tegelijkertijd kan het niet zo zijn dat door de Europese normen de uiterst noodzakelijke investeringen in de bouw van woningen en infrastructuur geen doorgang kunnen vinden. Het Kabinet heeft de gesignaleerde problemen voortvarend aangepakt. Een wetsvoorstel luchtkwaliteit is in procedure gebracht waardoor de kaders worden geschapen die het mogelijk maken om èn de lucht schoner te krijgen èn ruimtelijke projecten door te kunnen laten gaan. Tegelijkertijd is met de beschikbaarstelling van de met 150 mln opgehoogde € 900 mln (in totaal 1 050 mln) voor de periode 2005–2015 een omvangrijk pakket maatregelen genomen om de luchtkwaliteit te verbeteren. Het Kabinet zal in januari 2007 een besluit nemen over de toekenning van extra additionele middelen (uit het FES) voor luchtkwaliteit. Ondanks alle nuttige maatregelen die op nationaal en lokaal niveau genomen worden, is het Kabinet ervan overtuigd dat uiteindelijk de aanpak van de vervuiling bij de bron het meest effectief zal blijken om de luchtverontreiniging terug te dringen. Door het bronbeleid op Europees niveau te regelen, wordt de (internationale) concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven niet aangetast.
Het Kabinet beseft dat voor het in stand houden van onze welvaart en economie sterk ingezet moet worden op een meer duurzame energievoorziening. De stijgende energieprijzen, de uitstoot van schadelijke(broeikas)gassen, de daarmee verdere aantasting van het klimaat en de gebleken toenemende afhankelijkheid van ons land en Europa van olie- en gas-exporterende landen hebben dit nog eens onderstreept. In 2006 heeft het Kabinet in totaal € 250 mln extra beschikbaar gesteld voor de bevordering van een duurzame energiehuishouding; de energiesector heeft eveneens zo’n bedrag toegezegd. Deze middelen worden aangewend voor energiebesparing, CO2-opslag en hernieuwbare energiebronnen. Maar met het toekomstperspectief van het toenemende energiegebruik in de wereld voor ogen, met alle gevolgen voor het klimaat en de geopolitiek van dien, kunnen wij in Nederland het ons niet permitteren om welke vorm van energieopwekking dan ook uit te sluiten. Bij het overwegen van investeringen in kernenergie moeten de nadelen hiervan (radioactief afval en veiligheid) uitdrukkelijk worden meegewogen.
De Europese milieuagenda zal in 2007 een sterk accent leggen op klimaat- en energiebeleid, zoals de EU-inzet in de internationale klimaatonderhandelingen, de verdere ontwikkeling van het emissiehandelssysteem en hernieuwbare energie (biomassa, thermische energie). Dit sluit goed aan op het ingezette kabinetsbeleid. In dat kader ijvert VROM voor een meer kansgerichte benadering van het EU-milieubeleid (eco-efficiënte innovaties: «clean, clever, competitive»).
Mondiaal groeit de zorg over de steeds sneller voortschrijdende aantasting van de biodiversiteit. De laatste vijftig jaar hebben de toenemende vraag naar water, voedsel, hout en vezels meer veranderingen in ecosystemen teweeggebracht dan ooit tevoren. Biodiversiteit is niet alleen belangrijk als voedsel- en grondstoffenbron, maar ook voor waterberging, kust- en bodembescherming, CO2-binding, plaagregulatie, bestuiving en klimaatregulering. Internationale en regionale biodiversiteitsinitiatieven zullen door het ministerie van LNV en VROM worden ondersteund.
Tenslotte beperkt het Kabinet op een nuchtere manier de risico’s voor de gezondheid. Bedrijven worden aangespoord open en eerlijk te communiceren met omwonenden over de risico’s van hun bedrijven voor de omgeving. Nieuwe regelgeving wordt ontwikkeld voor het transport van gevaarlijke stoffen overeenkomstig de Nota vervoer gevaarlijke stoffen. Maatregelen zijn getroffen om asbest aan te pakken en met het nieuwe stoffenbeleid stelt het Kabinet grenzen aan gezondheidsrisico’s. Verder richt VROM in samenwerking met de ministeries van VWS en LNV een Expertisecentrum Gezondheid en Milieu op, zodat relevante informatie over gezondheid en milieu eenvoudig toegankelijk is voor overheden, handhavers, uitvoerders en burgers.
Belangrijkste prestaties in 2007
• Begin 2007 wordt een voortgangsrapportage Toekomstagenda Milieu uitgebracht waarin de voorstellen uit deze agenda concreet zijn uitgewerkt. Ook zal per beleidsdoel worden aangegeven met welke indicator de effectiviteit voortaan jaarlijks zal worden gemeten;
• Alle betrokken overheden zullen gezamenlijk het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit uitvoeren;
• In Europees verband zet VROM in op het zo spoedig mogelijk van kracht worden van de Euro-6 norm waarmee benzine- en dieselvoertuigen nagenoeg geen luchtverontreinigende stoffen meer uitstoten;
• In 2007 moeten alle maatregelen gericht op een duurzame energievoorziening hun eerste vruchten afwerpen, zoals het opvoeren van het aandeel biobrandstoffen in de op de Nederlandse markt gebrachte benzine en diesel (van 2% in 2007, 5,75% in 2010) en het programma innovatieve biobrandstoffen dat eind 2006 wordt opengesteld.
INTERNATIONALE VROM AGENDA (artikelen 5, 10 en 12)
Europese – maar ook bredere internationale – besluitvorming is voor de ontwikkeling van VROM beleid op vele werkterreinen van groot belang. Daarom zet VROM in Europa in toenemende mate in op het vroegtijdig signaleren van, en betrokken zijn bij, nieuwe Europese initiatieven. Op deze manier kunnen de consequenties van nieuwe Europese initiatieven tijdig worden doordacht en kan een effectieve inzet in de onderhandelingen worden bepaald. Ook de lange(re) termijn ontwikkelingen worden scherp in het oog gehouden, zodat reacties daarop kunnen worden ingepast in de beleidsontwikkeling op de kortere termijn. In het bredere internationale (met name VN-)verband draagt VROM bij aan het tot stand komen en aanscherpen van multilaterale afspraken in het kader van de bevordering van mondiale duurzame ontwikkeling.
Voorbeelden van de inzet in Europa en in VN-verband zijn genoemd elders in deze agenda, zoals de Rotterdam-agenda/territoriale cohesie (onder het thema Ruimte voor Ontwikkeling) en de inzet op onder andere klimaat, luchtkwaliteit en biodiversiteit (onder het thema ontkoppeling en een eco-efficiënte economie). Daarnaast zet VROM in op een verbetering van het Europees milieubeleid en op een versterking van de milieupijler binnen de Verenigde Naties. Ook wordt in in 2007 bijgedragen aan de conferentie «Environment for Europe», waarbij aandacht wordt gevraagd voor duurzame consumptiepatronen en educatie voor duurzame ontwikkeling.
Belangrijkste prestaties in 2007
• Bij de tussentijdse herziening van het zesde EU Europese Milieuactieprogramma 2002–2012 (6e MAP) in 2007 inzetten op een evaluatie van de in het 6e MAP geïnitieerde aanpak. Belangrijke elementen in de VROM-inzet zijn achtereenvolgens het onderscheid tussen kwaliteitsdoelstellingen en dwingende bronmaatregelen, het belang van integrale «impact assessments» om inzichtelijk te krijgen wat de impact is van in te zetten beleid, een heldere afweging van kosten en baten voor zowel de sociale, de economische als de ecologische dimensie, en een goede balans tussen optreden op EU-niveau en op dat van de lidstaten;
• Vooral binnen het kader van de EU ijvert VROM in 2007 en daarna voor een versterking van de milieupijler binnen de complexe organisatie van de Verenigde Naties. Door versterking van de positie van milieu-instituties zelf (zoals die van UNEP), door een verbeterde afstemming tussen milieuverdragen, en door betere integratie van milieu in het operationele werk van andere VN-instellingen. De rol van landenprogramma’s en aandacht daarin voor hulp bij «capacity building» zijn belangrijke elementen.
MODERNISERING REGELGEVING (artikelen 2, 4, 8, 10 en 14)
VROM maakt wetten en regels om de kwaliteit van de leefomgeving in Nederland op peil te houden. De inzet is daarbij gericht op regels die werken en die lasten beperken, zodat de regels burgers en bedrijven minder geld en tijd kosten dan in het verleden. Zo vermindert VROM in de periode 2003–2007 het aantal regelingen van 400 naar 200. De bestaande AMvB’s met algemene regels (8.40 AMvB’s) worden samengevoegd en de vergunningplicht vervalt voor nog eens 60 000 bedrijven (waarvan 40 000 landbouwbedrijven die onder een separaat besluit vallen). In 2007 worden met de publicatie en invoering van de activiteiten AMvB de effecten zichtbaar.
Vermindering administratieve lasten | Bedrag | Netto % reductie totale administratieve lasten |
2003–2005 | € 96,1 mln | 5,6% |
2006 | € 68,7 mln | 4,0% |
2007 | € 354,5 mln | 20,8% |
Totaal voor periode 2003–2007 | € 519,3 mln | 30,4% |
De (VROM-)omgevingsvergunning, die naar verwachting begin 2008 in werking zal treden, vormt een speerpunt in de vereenvoudiging en stroomlijning van regelgeving. Met één vergunningaanvraag, ingediend bij één loket voor alle omgevingsvergunningen en één procedure, één beschikking, één beroeps- en bezwaarprocedure en kortere doorlooptijden, wordt straks de dienstverlening aan burgers en bedrijven sterk verbeterd.
De dienstverlening wordt daarnaast verder verbeterd door de ontwikkeling van basisregistraties voor gebouwen, adressen, kadastrale percelen en geografie. Hiermee hoeven burgers en bedrijven minder vaak gegevens aan te leveren, want ze worden voor meervoudig gebruik beschikbaar gemaakt. Vanaf invoering van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening in 2007 kunnen burgers, bedrijven en mede overheden 24 uur per dag vanaf de eigen werkplek de digitale ruimtelijke plannen raadplegen en eventueel combineren met eigen informatie (door het zogenaamde DURP traject). In Europees verband is een zelfde ontwikkeling gaande. Met de implementatie van de EU-richtlijn INSPIRE in 2007 worden de ruimtelijke, volkshuisvestings- en milieugegevens binnen en tussen lidstaten geharmoniseerd.
Belangrijkste prestaties in 2007
• Parlementaire behandeling wetsvoorstel Algemene bepalingen omgevingsrecht (Omgevingsvergunning) met bijbehorende uitvoeringsbesluiten en – indien goedgekeurd – publicatie waarna eerste stappen in implementatie kunnen worden gezet.
VROM zet in op het verminderen van de regelgeving. De resterende regels dienen duidelijk te zijn. Om dit te bereiken toetst VROM nieuwe regelgeving op handhaafbaarheid, uitvoerbaarheid en fraudebestendigheid. Tevens betrekt VROM signalen uit de handhavingspraktijk bij het zicht krijgen op de effecten en de eventuele aanpassing van beleid en regelgeving. Voor de goede naleving en uitvoering van regels is toezicht een belangrijk instrument. Dit blijkt uit de inspectierapportages, maar ook uit signalen van burgers. VROM houdt toezicht op de naleving van wetten en regels door het bedrijfsleven (primair toezicht) en op de uitvoering van de VROM-regelgeving door andere overheden (interbestuurlijk toezicht). Voor de uitvoering van het toezicht, heeft het Kabinet in de nieuwe Kaderstellende Visie op Toezicht zes criteria geformuleerd waaraan al het rijkstoezicht moet voldoen: transparant, onafhankelijk, professioneel, selectief, slagvaardig en samenwerkend.
VROM werkt door implementatie van deze zes criteria aan de modernisering van het rijkstoezicht. Het belangrijkste doel daarbij is om door selectiviteit en samenwerking te komen tot een effectiever en efficiënter toezicht en tot een vermindering van toezichtslasten. Door het inrichten van het één-loketprincipe met een frontoffice en andere maatregelen (o.a. stroomlijning rapportages) wordt op termijn een vermindering van de toezichtslasten met 25% mogelijk geacht. VROM introduceert in 2007 ook een nieuwe op selectiviteit gebaseerde werkwijze in het interbestuurlijk toezicht. Het uniforme systeemtoezicht op gemeenten wordt afgebouwd. Gemeenten worden in beginsel niet meer volledig doorgelicht, maar er wordt ingezoomd op specifieke thema’s die op basis van een risicobenadering zijn gekozen, bijvoorbeeld illegale bewoning. Tevens is er specifieke aandacht voor zwak presterende gemeenten. Tenslotte bevordert VROM – afhankelijk van de bereidheid in een bedrijf of branche – streng of juist op een ondersteunende wijze de naleving (compliance assistance). In de professionalisering van het rijkstoezicht zijn al resultaten geboekt met onder andere het opzetten van een gezamenlijk risicomodel voor alle rijksinspecties, de samenwerking van de inspectieacademies en het borgen van de inspectiewerkwijze met de interventie- en sanctiestrategie.
Belangrijkste prestaties in 2007:
• Toezicht op de naleving en uitvoering van regelgeving met de grootste naleeftekorten en de grootste effecten op gezondheid, veiligheid en duurzaamheid. Met prioriteit wordt in het komende jaar de naleving bevorderd met betrekking tot de veiligheid van gebouwen, EVOA, risicovolle afvalstromen, bouw- en sloopafval en bodemsanering;
• Invoering van de nieuwe werkwijze in het interbestuurlijk toezicht;
• Inrichten van een frontoffice voor minimaal drie – mogelijk meer – domeinen (Afval, Chemie, Nucleair) met als doelstelling een forse vermindering van de toezichtlasten;
• Besluitvorming over het optimale schaalniveau van het toezicht door andere overheden op verschillende typen bedrijven, om deskundigheid, continuïteit en slagvaardigheid te kunnen borgen en om het uitvoeringsproces efficiënt te laten verlopen.
Belangrijkste beleidsmatige uitgavenmutaties ten opzichte van de ontwerpbegroting 2006 (bedragen in € 1000) | |||||||
2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | art.nr | |
Stand Ontwerpbegroting 2006 | 3 416 482 | 3 436 504 | 3 515 042 | 3 575 117 | 3 530 672 | 0 | |
Mutaties 1e suppletore begroting 2006: | |||||||
1. Huursubsidie en huurtoeslag | 55 639 | 14 393 | 17 145 | 18 129 | 8 687 | – 7 663 | 3 |
2. Starters | 40 000 | 3 | |||||
3. Uitvoeringskosten huursubsidie | 18 590 | 3 | |||||
4. Bijdrage Fonds Economische Structuurversterking | 277 531 | 329 555 | 158 295 | 71 054 | 43 287 | 21 604 | diversen |
5. Aanvullende post Externe Veiligheid | 15 000 | 20 000 | 20 000 | 20 000 | 20 000 | 5 000 | 11 |
6. Samenwerkende Inspecties | 4 500 | 12 | |||||
7. Investeringen HCvS/AZ | 24 038 | 15 843 | 17 000 | 30 225 | 12 833 | 1 716 | 13 |
8. Paleizen | 6 300 | 13 | |||||
9. Afkoop subsidies DGW-regelingen | 56 963 | 14 | |||||
10. Ramingsbijstelling | – 18 000 | – 18 000 | – 18 000 | – 18 000 | – 18 000 | – 18 000 | |
11. Overige mutaties in de 1e suppletore begroting 2006 | 24 886 | 3 894 | 49 274 | 65 447 | 81 978 | 57 045 | diversen |
Nieuwe mutaties: | |||||||
12. FESmiddelen t.b.v. subsidieregeling andere overheden | 38 586 | 51 414 | 8 | ||||
13. Tegenboeking invulling Ramingsbijstelling 18 mln | 18 000 | 13 116 | 12 230 | 12 438 | 17 200 | 16 900 | 8 |
14. Aanpassing bovenminimale inkomens | 20 000 | – 20 000 | 3 | ||||
15. Toekomst Agenda Milieu modernisering | 12 000 | 12 000 | 12 000 | 12 000 | 12 000 | 7 | |
16. Uit aanvullende post projectgelden Externe Veiligheid | 6 800 | 14 800 | 18 700 | 27 600 | 45 100 | 40 000 | 11 |
17. Het Waddenfonds | 33 878 | 5 | |||||
18. Programma andere overheid (PAO) | 7 000 | 7 000 | 6 000 | 4 000 | diversen | ||
19. Overige mutaties | 2 111 | 6 847 | 27 721 | 27 216 | – 34 834 | 3 470 214 | diversen |
Stand ontwerpbegroting 2007 | 3 987 426 | 3 966 128 | 3 822 177 | 3 852 788 | 3 723 723 | 3 599 916 |
Belangrijkste beleidsmatige ontvangstenmutaties ten opzichte van de ontwerpbegroting 2006 (bedragen in € 1000) | |||||||
2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | art.nr | |
Stand Ontwerpbegroting 2006 | 411 077 | 511 873 | 623 397 | 646 407 | 691 413 | 357 | |
Mutaties 1e suppletore begroting 2006: | |||||||
18. Aanpassing raming restituties subjectsubsidies | – 23 200 | 10 700 | 9 900 | 3 000 | – 700 | – 700 | 3 |
19. Correctie a.g.v. vertraging invoering heffingswet | – 165 000 | 3 | |||||
20. Bijdrage Fonds Economische Structuurversterking | 277 531 | diversen | |||||
21. Overige mutaties | 27 400 | 353 052 | 177 935 | 70 839 | 51 221 | 34 333 | diversen |
Nieuwe mutaties: | |||||||
22. FESmiddelen t.b.v. subsidieregeling andere overheden | 38 586 | 51 414 | 8 | ||||
23. Aanpassing raming AWIR-efecten (Ontvangsten HT) | 7 894 | 7 208 | 2 938 | 2 229 | 2 229 | 3 | |
24. Wijziging a.g.v. differentiatie heffingsgrondslag | – 9 000 | – 22 000 | – 22 000 | 22 000 | – 22 000 | – 22 000 | 3 |
25. Correctie a.g.v. vertraging invoering heffingswet | – 154 000 | 154 000 | 3 | ||||
26. Overige mutaties | 44 869 | 3 046 | 17 225 | 21 312 | – 25 508 | 665 936 | diversen |
Stand ontwerpbegroting 2007 | 448 263 | 1 069 979 | 813 665 | 722 496 | 696 655 | 680 155 |
De mutaties 1e suppletore begroting 2006 zijn toegelicht in de 1e suppletore wet 2006 (kamerstukken II, 2005–2006, 30 560 XI, nr. 2).
Nieuwe mutaties:
Ad 12) Het Kabinet heeft aangegeven dat de luchtkwaliteit in Nederland op veel plaatsen niet in overeenstemming is met de Europese normstelling. Voor de jaren 2006 en 2007 wordt vanuit het FES in totaal € 90 mln extra beschikbaar gesteld. In concreto betreft het o.a. de uitvoering van programma’s door decentrale overheden ter verbetering van de luchtkwaliteit.
Ad 13) VROM levert met ingang van 2007 structureel € 18 mln in door middel van een ramingsbijstelling en ombuigingsmaatregelen op verschillende instrumenten.
Ad 14) In de raming van de Huurtoeslag wordt de uitgavenraming 2007 met € 20 mln verhoogd ten laste van de uitgavenraming 2008. Deze intertemporele mutatie vindt zijn oorsprong in een nog resterend tekort uit de begrotingsvoorbereiding 2005. Aangezien de ontwikkeling van de inkomens op referentieniveau gelijk wordt verondersteld aan de stijging van de inkomens op minimumniveau is er thans geen instrument voorhanden om invulling te geven aan de in de begroting 2006 verwerkte verlaging van de raming 2007.
Ad 15) Om de modernisering van het milieubeleid een impuls te geven, is cumulatief € 60 mln. beschikbaar gesteld door het kabinet. Hiermee wordt de vernieuwing van het water- en bodembeleid mogelijk gemaakt. Ook worden activiteiten verwacht gericht op versterking van het draagvlak voor het milieubeleid (communicatie, educatie en steun aan lokale initiatieven) en op het biodiversiteits- en stoffenbeleid. De exacte verdeling daarvan is nog niet helemaal uitgekristalliseerd, reden waarom het totaalbedrag nu op het artikel met het grootste aandeel is bijgeboekt. In een suppletore begroting zal nog nadere precisering plaatsvinden.
Ad 16) Het zijn middelen bestemd voor de saneringen (NH3-koelinstallaties, BRZ0- en CPR15-bedrijven), het oplossen van knelpunten (transport van NH3, Propyleen) en specifieke knelpunten langs het spoor (incl. Nota Vervoer gevaarlijke stoffen). Uitbreiding van de hulpverleningscapaciteit Drechtsteden en knelpunten bij buisleidingen.
Ad 17) Voor het Programma Andere Overheid (PAO) is in het voorjaar 2006 door het Kabinet € 25 mln uit generale middelen beschikbaar gesteld. Het betreft hier de volgende projecten: Digitale Uitwisseling in ruimtelijke Processen (DURP portaal), Digitaal omgevingsloket en Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG).
Ad 18) Het Waddenfonds zal bestaan uit € 800 mln minus de geraamde kosten van de nadeelcompensatieregeling die wordt getroffen met de kokkelvissers (€ 122,4 mln). Wanneer hiermee rekening wordt gehouden is er in het Waddenfonds de komende 20 jaar jaarlijks € 33,878 mln aan subsidie beschikbaar. Als de vergunningen t.b.v. gaswinning definitief zijn, wordt een meerjarige reeks in de begroting opgenomen.
Deze € 33,878 mln wordt in het Waddenfonds, waarvoor een apart begrotingshoofdstuk is aangemaakt, gestort
Ad 22) Het betreft ontvangsten uit het FES waarvan de uitgaven bij ad 12 zijn toegelicht.
Ad 23) Op basis van ervaringsgegevens van het subsidiejaar 2004/2005 heeft een bijstelling in de AWIR-effecten plaatsgevonden. De ramingen zijn geïndexeerd met de volume- en gemiddelde bijdrage-ontwikkeling.
Ad 24) Een differentiatie is aangebracht in de interimwet betaalbaarheidsheffing huurwoningen tussentoegelaten instellingen en private verhuurders. Aangezien deze laatste groep zich minder richt op de gereguleerde woningmarkt en het verhuren aan huurtoeslagontvangers is het gerechtvaardigd deze groep minder bij te laten dragen.
Ad 25) Het wetsvoorstel kent een langere doorlooptijd dan geraamd. Hoewel in het jaar 2006 zal worden geheven, leidt dit naar verwachting niet tot een ontvangst in het betreffende jaar. De middelen zullen een jaar later worden ontvangen.
Artikel 1. Bevorderen van een goed werkende woningmarkt
1.1. Algemene beleidsdoelstelling
Een woningmarkt die goed werkt is belangrijk voor mensen die willen toetreden en bewegen op de woningmarkt. Daarbij gaat het om:
• Het vergroten van het aanpassingsvermogen van de woningmarkt;
• Zorgen voor een heldere verdeling van rollen en verantwoordelijkheden van de partijen op de woningmarkt.
De Minister van VROM is verantwoordelijk voor:
• Het scheppen van randvoorwaarden voor een goed functionerende woningmarkt waaronder het toegankelijk maken van informatie en kennis voor de partijen die opereren op de woningmarkt;
• Het opstellen van kaders, wet- en regelgeving voor het bepalen van het werkdomein en voor het functioneren van en het toezicht op de woningcorporaties;
• Het formuleren van wetgeving inzake de positie van de woonconsumenten en ondersteunen van woonconsumentenorganisaties.
• Beschikbaarheid van gegevens en bestanden van derden; bijvoorbeeld van het CFV (woningcorporaties), het CBS en de Belastingdienst (huurtoeslag);
• Bereidheid van verhuurders/gemeenten om tijdig en serieus in gesprek te gaan met huurders(-organisaties);
• Bereidheid en capaciteit/professionaliteit van huurders(-organisaties) om op te treden als volwaardige gesprekspartner voor verhuurders en gemeenten.
Voor de algemene beleidsdoelstelling zijn geen algemene indicatoren beschikbaar. Aspecten van het functioneren van de woningmarkt, zoals bijvoorbeeld woningtekort en doorstroming, komen aan de orde in artikel 2. Een heldere verdeling van rollen en verantwoordelijkheden van partijen wordt zichtbaar in de realisatie van de maatschappelijke prestaties van partijen en een transparante relatie met de burger. Het beschikbaar stellen van kennis krijgt zijn weerslag in lokale en regionale beleidsonderbouwing. Voor de relevante streefwaarden wordt verwezen naar:
Artikel 2: tabel 2.2.
Artikel 3: tabellen 3.3 en 3.4.
Tabel 1.1. Budgettaire gevolgen van beleid | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Bedragen x € 1 000 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
Verplichtingen: | 16 596 | 12 885 | 8 621 | 16 501 | 15 746 | 10 517 | 18 122 |
Uitgaven: | 13 849 | 18 593 | 13 996 | 15 565 | 15 555 | 12 117 | 15 539 |
Waarvan juridisch verplicht | 9 285 | 6 516 | 0 | 0 | 0 | ||
Programma: | 11 994 | 16 453 | 11 958 | 13 607 | 13 576 | 10 139 | 13 563 |
Scheppen van randvoorwaarden voor een goed werkende woningmarkt: | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bevorderen van maximale maatschappelijke prestaties van woningcorporaties: | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Versterken van de positie van de woonconsument: | 1 283 | 1 508 | 1 508 | 1 508 | 1 508 | 1 508 | 1 508 |
Subsidies woonconsumentenorganisaties | 1 283 | 1 508 | 1 508 | 1 508 | 1 508 | 1 508 | 1 508 |
Overige programmabudgetten: | 10 711 | 14 945 | 10 450 | 12 099 | 12 068 | 8 631 | 12 055 |
Onderzoek | 6 962 | 10 679 | 7 332 | 8 409 | 8 274 | 5 793 | 8 281 |
Experimenten en kennisoverdracht | 3 749 | 4 266 | 3 118 | 3 690 | 3 794 | 2 838 | 3 774 |
Apparaat artikel 1 (DGW) | 1 855 | 2 140 | 2 038 | 1 958 | 1 979 | 1 978 | 1 976 |
Ontvangsten: | 43 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Grafiek 1.1. budgetflex in % per operationeel doel in het begrotingsjaar 2007
Operationeel doel:
1. Scheppen van randvoorwaarden voor een goed werkende woningmarkt
2. Bevorderen van maximale maatschappelijke prestaties van woningcorporaties
3. Versterken van de positie van de woonconsument
4. Overige programmabudgetten
Bij de «Overige programmabudgetten» is een budget ad € 2,673 mln als «beleidsmatig gebonden» geoormerkt. Het basisonderzoek, dat in 2007 tot deze uitgaven ad € 2,673 mln zal leiden, is nodig om een aantal belangrijke beleidsevaluaties en toekomstverkenningen te onderbouwen en beleidseffecten te monitoren.
Voorbeelden hiervan zijn: de monitoring en toekomst van de stedelijke vernieuwing, de effecten en verdere ontwikkeling van het nieuwe huurbeleid, de woonlastenontwikkeling van huishoudens, de voortgang van de woningbouw, het functioneren van de woningmarkt en de monitoring van energiebesparing in woningen.
Belangrijke onderzoeksprojecten die hiervoor moeten worden uitbesteed zijn onder meer: een aantal modules van het Woningbehoefteonderzoek Nederland (WoON), de actualisering van de woningbehoefteraming (PRIMOS) en de (toekomstige) effecten van verdere aanpassing van het Woningwaarderingsstelsel.
1.2. Operationele doelstellingen
1.2.1. Scheppen van randvoorwaarden voor een goed functionerende woningmarkt
• Om een goede afstemming van vraag en aanbod op de woningmarkt te bewerkstelligen;
• Om uitwisseling van kennis en informatie tussen VROM en partijen op de woningmarkt te bewerkstelligen.
Visie op de woningmarkt
Uitvoeren van de acties die zijn opgenomen in de integrale visie op de woningmarkt (aan de Tweede Kamer verzonden in juni 2006). Concreet betekent dit voor 2007:
• Aanjagen van de nieuwbouwproductie (zie artikel 2);
• Implementeren van de acties uit de visie om passend wonen te bevorderen (zie artikel 3);
• Implementeren van de acties om het aanbod flexibeler te maken;
• Implementeren van acties om koopstarters beter aan bod te laten komen op de woningmarkt (zie artikel 3);
• Verkennen van mogelijkheden voor vouchers;
• Onderzoek naar de mogelijkheden om belemmeringen voor verhuismobiliteit in relatie tot arbeidsmobiliteit weg te nemen.
VROM erkent dat de uitvoering van beleidsdoelen op het terrein van wonen, ruimte en milieu lokaal tot dilemma’s kan leiden. Maatwerk is dus geboden. Daarom is VROM in 2006 gestart met een proces onder de noemer Krachtige Steden om samen met de steden, de stedelijke regio’s, marktpartijen en andere stakeholders deze dilemma’s in kaart te brengen, en te zoeken naar nieuwe coalities om de problemen en de uitdagingen aan te pakken. Deze aanpak zal in 2007 worden voortgezet.
Over ongeveer 5 jaar moeten burgers, bedrijven en lokale bestuurders ervaren dat als gevolg van kabinetsbrede inspanningen mede in het kader van het Grotestedenbeleid:
• De economische positie van de steden is verbeterd (in termen van investeringen en groei van de werkgelegenheid);
• Zij een grotere kans hebben een voor hen betaalbare, goede woning in een aantrekkelijke buurt te vinden;
• De negatieve spiraal (verloedering) in aandachtswijken is gekeerd (geen nieuwe wijken die verloederen, positieve ontwikkeling in huidige aandachtswijken);
• De leefbaarheid in de steden is verbeterd (verbetering luchtkwaliteit, oplossing van ruimtelijke knelpunten, verbetering van de sociale veiligheid, meer groen in en om de stad).
VROM draagt op al deze terreinen bij aan krachtige steden. De concrete prestaties zijn opgenomen binnen de diverse begrotingsartikelen. Voor de coördinatie van deze prestaties worden in 2007 de volgende acties uitgevoerd:
• Het opstellen van een vernieuwingsagenda op basis van de dialoog die in 2006 met de omgeving is gevoerd;
• Vormen van nieuwe coalities en werkverbanden die bestaande dilemma’s kunnen aanpakken;
• In kaart brengen van inspirerende praktijkvoorbeelden die als «best practices» actief onder de aandacht worden gebracht;
• In samenwerking met betrokken partijen specifieke kennisvragen destilleren en in samenwerking met de planbureaus en kenniscentra hieraan uitwerking geven;
• Uitvoeren van een nulmeting naar de positie van de steden op de bovenbeschreven onderdelen zodat ontwikkelingen en de resultaten van beleidsinspanningen zijn te volgen.
• Beleidsvorming voor de stedelijke vernieuwing vanaf 2010 zodat op tijd duidelijkheid bestaat over (financiële) middelen en beleid en regelgeving gereed zijn;
• Verwerking inhoudelijke bespreking met de Tweede Kamer van de Beleidsbrief Stedelijke Vernieuwing en Evaluatie ISV1.
Kennis als interventie-instrument
• Kennisoverdracht aan en kennisuitwisseling met partners in het woonveld;
• Samenwerking met partners in het woonveld bij de ontwikkeling van kennis;
• Organisatie van een congres, publicaties in vakbladen, onderhoud van een internetsite en informatiedesk met informatie over wonen;
• Vergaren van kennis van beleid van buitenlandse collega-ministeries met name in de EU teneinde het Nederlands beleid internationaal te positioneren en illustreren;
• Vergaren en beschikbaar stellen van voornamelijk Engelstalige informatie over het Nederlands beleid voor buitenlandse professioneel geïnteresseerden.
• Permanente afstemming en uitwisseling van kennis met de planbureaus, andere departementen, wetenschappelijke wereld, adviesorganen en andere kennisinstituten;
• Opstellen meerjarige strategische kennisagenda afgestemd met de externe kennisinfrastructuur;
• Bijdragen aan de Stichting Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting (SEV): goedkeuring werkplan en begroting 2007; beoordelen prestaties 2006 aan de hand van prestatieverslag en jaarrekening. De SEV ontvangt voor haar activiteiten jaarlijks maximaal € 1,75 mln als basisbijdrage in de exploitatie. Dit wordt verantwoord in tabel 1.2. onder experimenten en kennisoverdracht;
• Deelname aan internationale, officiële netwerken in EU- en VN-verband en in enkele niet gouvernementele internationale instellingen.
Onderzoek, monitoring, prognoses
• Publicaties van het WoON 2006 (Woononderzoek Nederland), de «woningmarktmodule»; organiseren van een congres over het WoON 2006;
• Afronden van de WoON-module «leefomgeving» en publiceren van de resultaten;
• Afronden van de eerste meting van de WoON-module «energie»;
• Realiseren van de WoON-module «wonen van ouderen»;
• Realiseren van de WoON-module «consumentengedrag» in samenwerking met marktpartijen;
• Monitoring van woningbehoefte door het realiseren van de kwantitatieve (Primos) en kwalitatieve woningmarktprognoses (Socrates);
• Onderzoek naar actuele en toekomstige ontwikkelingen en processen op het terrein van wonen; in het bijzonder woonlastenontwikkeling, prijs- en waardeontwikkeling van woningen, woningmarktgedrag van aanbieders en consumenten en economische en sociale ontwikkelingen in de stad.
• Gemeenten, provincies, woningcorporaties, marktpartijen (waaronder de bouwwereld), universiteiten;
• Internationale volkshuisvestingsinstellingen.
• Tevredenheid van gebruikers van informatie en kennis. Dit zal worden gemeten in het «Tevredenheidsonderzoek» in 2007 en 2010 onder gebruikers van de informatie en de onderzoeksrapporten WoON. De ambitie is om minimaal gemiddeld een 7 (schoolcijfer) als beoordeling te krijgen op kwaliteit, bruikbaarheid en toegankelijkheid;
• Aantal bezoekers van de internetsite met informatie over wonen;
• Aantal kennisoverdrachtactiviteiten VROM (publicaties, presentaties e.d.).
Tabel 1.2. Kennisoverdracht: streefwaarden aantallen publicaties, presentaties enz. | |||
2005 | 2006 | 2007 | |
Rapporten | 6 | 6 | 8 |
Publicaties | 2 | 1 | 2 |
Presentaties | 3 | 3 | 4 |
Congressen | 1 | 2 | 2 |
Web-bezoekers | – | 3 000 | 5 000 |
1.2.2. Bevorderen maximale maatschappelijke prestaties van woningcorporaties
Om een vernieuwing van de relatie tussen overheid en corporaties te bewerkstelligen waarin de maatschappelijke prestaties meer dan nu zeker worden gesteld, en waarbij er ruimte is voor corporaties om als maatschappelijke onderneming te functioneren. Daarmee moet een duidelijk kader vanuit het rijk worden aangegeven en dient een eigentijdse governancestructuur van toepassing te zijn.
Een en ander moet gepaard gaan met terugdringing van regelgeving, behoud van het hybride karakter binnen de kaders van een gelijk speelveld, en prestatietoezicht op behoud en inzet van het maatschappelijk gebonden vermogen.
• Nadere uitwerking van de beleidsvoornemens ten aanzien van de relatie overheid-woningcorporaties, de sturing op prestaties, de inrichting van de woningcorporaties en de governance bij woningcorporaties, zoals aan de Kamer aangeboden met brief van 12 december 2005 (Kamerstukken II, 2005–2006, 29 453, nr. 30). Op basis van bespreking in 2006 met de Tweede Kamer volgt vertaling in regelgeving en het in procedure brengen van die voorstellen tot regelgeving;
• Nadere uitwerking van de inrichting en organisatie van het toezicht op woningcorporaties en het vervolgens, na bespreking met de Tweede Kamer, vertalen in regelgeving en in procedure brengen van die voorstellen tot regelgeving;
• Voorstellen tot regelgeving inzake de transparantie en mogelijk ook normering van (top)inkomens bij woningcorporaties ontwikkelen en in procedure brengen;
• De gerealiseerde prestaties van woningcorporaties volgen en hierover de Tweede Kamer rapporteren in de (jaarlijkse) prestatiebrief woningcorporaties;
• Uitbrengen van het individueel oordeel per corporatie over financiële situatie, rechtmatig handelen en de volkshuisvestelijke prestaties;
• Zonodig uitbrengen van circulaires ter nadere interpretatie van regelgeving of met verzoeken tot medewerking;
• Uitvoeren reguliere toezichttaken bij corporaties: bewaken grens van het werkdomein, ingrijpen bij (bestuurs)crises en onregelmatigheden, beoordelen van fusies, van uitbreiding van het werkgebied en van verkoopconstructies.
Woningcorporaties
De prestaties van woningcorporaties moeten primair worden afgezet tegen de lokale en regionale opgaven. De bijdrage van woningcorporaties aan de realisatie van doelstellingen ten aanzien van nieuwbouw en herstructurering komt aan de orde in artikel 2. De bijdrage van woningcorporaties aan het waarborgen van de betaalbaarheid van het wonen komt aan de orde in artikel 3.
In de brief van 12 december 2005(kamerstukken II, 2005–2006, 29 453, nr. 30) is het voornemen opgenomen om aan de hand van een normatieve investeringsdoelstelling te beoordelen of een corporatie voldoende maatschappelijke prestaties levert in relatie tot haar financiële armslag. Deze zal in regelgeving worden verankerd.
Streefwaarden: zie tabel 2.2 (Voldoende woningbouwproductie) van artikel 2 en tabel 3.3 (Passend toegewezen woningen) van artikel 3.
• Per 1 januari 2007 de systematiek van het sturen op prestaties van woningcorporaties, zoals voorgesteld in de brief van 12 december 2005(kamerstukken II, 2005–2006, 29 453, nr. 30) in werking te laten treden;
• Voorstellen tot aanpassing wet- en regelgeving inzake de inrichting van woningcorporaties, de governance bij woningcorporaties en het toezicht op woningcorporaties in de loop van 2007 aan de Tweede Kamer aan te bieden;
Voorstellen tot regelgeving inzake de transparantie en mogelijk ook normering van (top)inkomens in de loop van 2007 aan de Tweede Kamer aan te bieden.
1.2.3. Versterken van de positie van de woonconsument
Om de mondigheid en rechtspositie van de woonconsument te versterken.
Positie huurders en huurdersorganisaties
• Gedurende het jaar 2006 zijn de voorstellen van de Commissie Leemhuis uitgewerkt en is de wetgevingsprocedure van start gegaan. In 2007 zal de aangepaste Wet overleg huurders verhuurder (WOHV) in werking treden. De rechten van de huurder op informatie, overleg en advies worden hiermee op een aantal punten uitgebreid en verduidelijkt. De verschillen tussen sociale en particuliere sector worden weggenomen zonder de verworvenheden die bereikt zijn voor de sociale verhuurder geweld aan te doen.
Huurders, huurdersorganisaties, woonconsumenten
1.3. Overzicht beleidsonderzoeken
Tabel 1.3. Overzicht onderzoek naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van beleid: | |||
Soort onderzoek | Onderwerp | AD/OD | A. StartB. Afgerond |
Beleidsdoorlichting | Bevorderen maximale maatschappelijke prestaties van woningcorporaties | 1.2.2 | A. 2008B. 2008 |
Evaluaties | Centraal Fonds Volkshuisvesting | 1.2.2 | A. 2006B. 2007 |
Monitoring | Tussen gemeenten en betrokken woningcorporaties gemaakte prestatieafspraken | 1.2.2 | Jaarlijks |
Effecten en knelpunten Bbsh | 1.2.2 | A. 2006B. eind 2007 | |
Beleidsondersteunend | Tevredenheid van partijen op de woningmarkt over de informatie, onderzoeksrapporten en kennisuitwisseling | 1.2.1 | A. 2007B. eind 2007 |
Investeringsgedrag corporaties | 1.2.2 | A. 2006B. eind 2007 |
Artikel 2. Stimuleren van voldoende woningen, een duurzame en gedifferentieerde woningvoorraad en leefbare woonmilieus.
2.1. Algemene beleidsdoelstelling
Door verhoging van de woningproductie en versnelling van de herstructurering weer voldoende beweging, dan wel doorstroming op de woningmarkt verkrijgen en daarmee:
• Het evenwicht tussen vraag en aanbod op de woningmarkt verbeteren en de keuzemogelijkheden van burgers vergroten, met bijzondere aandacht voor senioren en gehandicapten;
• De sociale, economische en culturele vitaliteit van steden borgen en verbeteren, de sociale veiligheid doen toenemen en de woonwens van midden en hoge inkomens in de steden accommoderen;
• De kwaliteit van de openbare ruimte en de leefomgeving verbeteren en de stad aantrekkelijk maken om in te wonen, werken en recreëren.
De veiligheid, gezondheid en bruikbaarheid van woningen en gebouwen duurzaam borgen, energiebesparing realiseren en de milieubelasting van woningen en gebouwen duurzaam verminderen.
De Minister van VROM is verantwoordelijk voor de randvoorwaarden voor het optimaal functioneren van de woningmarkt (beleid ontwikkelen en uitdragen, uitvoerende partijen aanspreken op hun verantwoordelijkheid en het nakomen van bestuurlijke afspraken) alsmede de bouwregelgeving en het toezicht daarop.
Het behalen van de algemene doelstelling is afhankelijk van:
• De uitvoering van de daartoe met en door regionale en lokale partijen eind 2004/begin 2005 afgesloten, concrete en afrekenbare convenanten en afspraken inzake de woningproductie en de herstructurering van oude wijken (Verstedelijkingsbeleid tot 2010, brief over woningbouwafspraken 2005 tot 2010,kamerstukken II, 2004–2005, 27 562 XI, nr. 6; Grotestedenbeleid 2005–2009; brief over prestatieafspraken derde periode Grotestedenbeleid 2005–2009,kamerstukken II, 2004–2005, 30 128 XI, nr. 1; brief over voortgang actieprogramma herstructurering, 56 wijken,kamerstukken II, 2005–2006, 30 136 XI, nr. 5);
• De naleving van de bouwregelgeving en de tijdige implementatie en uitvoering van het klimaatbeleid in de gebouwde omgeving.
Het behalen van de algemene doelstelling heeft als effect dat:
• Per 1-1-2010 in elk van de 20 stedelijke regio’s de op regionaal niveau overeengekomen woningproductie 2005 t/m 2009 is gerealiseerd. Het woningtekort wordt daarmee, naar verwachting, teruggebracht tot gemiddeld 1,5% in 2010;
• Het aantal volledig geschikte woningen voor senioren en gehandicapten in 2010 is toegenomen met 255 000 woningen ten opzichte van 2002;
• De sociaal-fysieke situatie in oude stadswijken in 2010 is verbeterd wat betreft woningdifferentiatie, bevolkingssamenstelling, leefbaarheid en sociale veiligheid, met name in de 56 prioritaire herstructureringswijken in de G-31;
• Het aandeel middeldure en dure woningen in de steden, respectievelijk de bijdrage van randgemeenten aan de huisvesting van lage inkomensgroepen is toegenomen in 2010;
• Een CO2-reductie tot 28 mgton in de gebouwde omgeving wordt gerealiseerd in 2010.
Tabel 2.1. budgettaire gevolgen van beleid | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Bedragen x € 1 000 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
Verplichtingen: | 1 528 528 | 138 630 | 43 072 | 39 878 | 34 931 | 316 839 | 294 222 |
Uitgaven: | 550 790 | 464 097 | 433 937 | 518 410 | 579 199 | 413 474 | 295 056 |
Waarvan juridisch verplicht | 410 896 | 490 062 | 542 418 | 134 810 | 834 | ||
Programma: | 539 759 | 454 163 | 424 140 | 508 700 | 569 455 | 403 729 | 285 319 |
Stimuleren van voldoende woningproductie: | 74 066 | 122 262 | 130 277 | 124 826 | 121 530 | 67 246 | 116 846 |
Budget BLS | 72 290 | 122 262 | 130 277 | 124 826 | 121 530 | 67 246 | 116 846 |
Planologische en woningbouwknelpunten VINEX en VINAC | 1 776 | ||||||
Verruimen van het aanbod van geschikte woningen voor ouderen en gehandicapten: | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bevorderen van de leefbaarheid van de woonwijken: | 426 095 | 307 880 | 271 896 | 357 852 | 421 195 | 304 912 | 151 912 |
Investeringen Stedelijke vernieuwing | 396 215 | 300 321 | 261 022 | 335 829 | 405 832 | 292 475 | 151 078 |
Innovatiebudget Stedelijke vernieuwing | 26 704 | 4 383 | 10 874 | 22 023 | 15 363 | 12 437 | 834 |
Stedelijke vernieuwing Lelystad | 3 176 | 3 176 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Garanderen minimale kwaliteit gebouwen en bevorderen hogere kwaliteit: | 33 141 | 16 652 | 14 905 | 18 966 | 19 673 | 24 511 | 9 504 |
Programma energiebudgetten | 6 752 | 13 346 | 12 658 | 9 489 | 9 503 | 9 511 | 9 504 |
Subsidies energiebesparing (CO2 reductie) gebouwde omgeving | 22 461 | 0 | 539 | 9 077 | 10 170 | 15 000 | 0 |
Regeling sanering loden drinkwaterleidingen | 575 | 670 | 247 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Regeling energiebesparing huishoudens met lagere inkomens | 2 219 | 2 116 | 1 081 | 400 | 0 | 0 | 0 |
Innovatief bouwen | 1 134 | 520 | 380 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige programmabudgetten: | 6 457 | 7 369 | 7 062 | 7 056 | 7 057 | 7 060 | 7 057 |
Onderzoek | 1 827 | 3 103 | 3 651 | 3 651 | 3 651 | 3 651 | 3 651 |
Kennisoverdracht | 4 630 | 1 766 | 911 | 905 | 906 | 909 | 906 |
Kosten uitvoeringsorganisaties | 2 500 | 2 500 | 2 500 | 2 500 | 2 500 | 2 500 | |
Apparaat artikel 2 (DGW) | 11 031 | 9 934 | 9 797 | 9 710 | 9 744 | 9 745 | 9 737 |
Ontvangsten: | 656 | 2 762 | 91 | 91 | 91 | 91 | 91 |
Grafiek 2.1. budgetflex in % per operationeel doel in het begrotingsjaar 2007
Operationeel doel:
1. Stimuleren van voldoende woningproductie
2. Verruimen van het aanbod van geschikte woningen voor ouderen en gehandicapten
3. Bevorderen van de leefbaarheid van de woonwijken
4. Garanderen minimale kwaliteit gebouwen en bevorderen hogere kwaliteit
5. Overige programmabudgetten
Hierbij is een bedrag ad € 8,5 mln bij operationeel doel «Stimuleren van voldoende woningproductie» als «bestuurlijk verplicht» geoormerkt en een bedrag ad € 1,222 mln bij operationeel doel «Garanderen van een minimale bouwtechnische en gebruikstechnische kwaliteit van gebouwen, en bevorderen van een hogere kwaliteit daarvan» als «beleidsmatig gebonden».
Het «bestuurlijk verplichte» bedrag ad € 8,5 mln betreft het budget «eigenbouw» bij het Budget BLS. In het Besluit Locatie gebonden Subsidies (BLS) en de convenanten Woningbouwafspraken is vastgelegd dat de provincies en kaderwetgebieden een trekkingsrecht op VROM hebben van € 1 600 voor iedere in eigenbouw gerealiseerde woning boven een (regiospecifieke) drempel. VROM zal dus in 2007, indien de provincies en kaderwetgebieden daarop «recht» hebben, tot uitbetaling van deze € 1 600 per gerealiseerde woning moeten overgaan.
Het «beleidsmatig gebonden» bedrag ad € 1,222 mln betreft het voor het programma Kompas gereserveerde budget 2007 bij het «Programma energiebudgetten» en is bestemd voor het mede realiseren van beleidsdoelstellingen op het terrein van onder meer energiebesparing en CO2-reductie. Het betreft een meerjarige programmering, waarbij de tranche voor 2007 een volgende bouwsteen is in de gedane investeringen.
2.2. Operationele doelstellingen
2.2.1. Stimuleren van voldoende woningproductie
Om de woningmarkt te ontspannen moet de woningproductie, met name in de stedelijke regio’s, worden verhoogd in overeenstemming met de woningbehoefte. VROM faciliteert, stimuleert (in brede allianties) en monitort (lokaal en regionaal) de woningproductie.
Verhogen woningproductie
• Stimuleren en monitoren van de uitvoering van de convenanten woningbouwafspraken 2005 t/m 2009 (inclusief eigenbouw);
• Stimuleren en monitoren van de investeringen van corporaties in nieuwbouw;
• Stimuleren en monitoren van de streek- en bestemmingsplancapaciteit;
• De inzet van VROM-aanjaagteams om belemmeringen op locaties weg te nemen;
• Onderzoek naar stimuleringsmogelijkheden collectief opdrachtgeverschap, met inbreng van burgers i.s.m de Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting (SEV);
• Uitvoering experiment zelfwerkzaamheid bewoners bij ombouw voormalig rijkskantoor i.s.m de SEV;
• Bijdragen aan de totstandkoming van een VROM-vergunning;
• Afronding parlementaire behandeling (zie artikel 10);
• Ontwikkeling handreiking kosten-batenanalyse als hulpmiddel ten behoeve van de afweging van woningbouwplannen, in samenwerking met gemeenten, provincies en andere departementen.
(Brief over grondbeleid van de decentrale overheden en vierde voortgangsbrief grondbeleidkamerstukken II, 2004–2005, 27 581 XI, nr. 20)
• Implementatie Grondexploitatiewet (beoogde inwerkingtreding 1-1-2008): invoeringsbegeleiding gemeenten en provincies;
• Uitwerking Nota Grondbeleid en uitvoeringsagenda Nota Ruimte;
• Nadere uitwerking kabinetsstandpunt inzake concurrentiebevordering(kamerstukken II, 2004–2005, 27 581 XI, nr. 19 (herdruk)): nulmeting, verantwoordingsplicht en reiswijzer marktselectie en gebiedsontwikkeling (gestart in 2006, doorloop 2007);
• Modernisering en vereenvoudiging Wet voorkeursrecht gemeenten (start 2005, afronding 2007);
• Kabinetsstandpunt stedelijke herverkaveling en berichtgeving aan de Tweede Kamer;
• Stimuleren gebruik handreiking grondprijsbeleid;
• Ontwikkelen transparant grondbeleid woningcorporaties (start 2007);
• Anticiperen op en beïnvloeden van EU-grondbeleid: met name staatssteun, aanbesteding en PPS;
• Voorbereiden kabinetsstandpunt inzake regionaal kostenverhaal en verevening;
• Herziening onteigeningswet (afhankelijk van de voortgang bij het ministerie van Justitie).
• Alle woningzoekenden;
• Andere overheden, corporaties, marktpartijen en particuliere bouwers.
• Per 1-1-2010 is in elk van de 20 stedelijke regio’s de op regionaal niveau overeengekomen woningproductie 2005 t/m 2009 gerealiseerd. Het woningtekort wordt daarmee, naar verwachting, teruggebracht tot gemiddeld 1,5% in 2010;
• Per 1-1-2008 is in elk van de 20 stedelijke regio’s de op regionaal niveau overeengekomen woningproductie 2005 t/m 2007 gerealiseerd. Het woningtekort wordt daarmee, naar verwachting teruggebracht tot gemiddeld 2,2% in 2008. De gerealiseerde aantallen per regio tot 2008 dan wel 2010 zijn bepalend voor de vraag of het overgangsgebied in de betreffende regio per 2008 dan wel 2010 kan worden beeindigd (zie brief over modernisering huurbeleidkamerstukken II, 2004–2005, 27 926, nr. 52);
• Woningproductie in 2007 moet substantieel hoger zijn dan afgelopen jaren;
• Nieuwbouw door corporaties moet in de periode 2005–2009 minimaal 111 000 woningen (huur en koop) bedragen;
• Het aandeel in de jaarlijkse woningproductie van middels eigenbouw gerealiseerde woningen in de stedelijke regio’s in 2010 is verdubbeld ten opzichte van 2000;
• Toename doorstroming, met name ten behoeve van lagere inkomensgroepen, starters en senioren.
Tabel 2.2. Prestatie-indicatoren voldoende woningproductie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Basiswaarde | Realisatie | Streefwaarden | ||||
Woningproductie | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2005 t/m 2009 | |
Nieuwbouw 20 stedelijke regio’s | 50 300 | 55 800 | 68 000 | 75 000 | ca. 360 000 | |
Totale nieuwbouw Nederland | 71 600 | 74 400 | 85 000 | 92 000 | 445 000 | |
Waarvan overige toevoeging | 6 300 | 7 400 | 5 000 | 5 000 | 25 000 | |
Eigenbouw | 2000 | 2005 | 2010 | |||
% van woning-productie in stedelijke regio’s | 10% | 6,5% | 20% | |||
Woning-productie corporaties | 2004 | 2005 | 2005 t/m 2007 | 2008 t/m 2009 | 2005 t/m 2009 | |
Huur en koopwoningen | 14 600 | 17 000 | 51 000 | 60 000 | 111 000 | |
Woningtekort (in %) | 2002 | 2005 | 2008 | 2010 | ||
2,7 | 2,5 (raming) | 2,2 | 1,5 |
Opmerkingen bij tabel:
– Bron basiswaarden: WBO 2002; CBS
– Bron realisatiewaarden: Primos 2005; CBS
– Bron streefwaarden woningproductie: woningbouwafspraken 2005–2010
– Woningproductie corporaties: afspraken in het kader van het huurbeleid
De ontwikkeling van de doorstroming ten opzichte van de situatie WBO 2002 wordt gemonitord met het 3 jaarlijkse WoON vanaf 2006. Door middel van de algemene onderzoekspublicatie daarover wordt de Tweede Kamer nader geïnformeerd over die ontwikkeling (eind 2006 en 2009).
2.2.2. Verruiming van aanbod van geschikte woningen voor senioren en gehandicapten
Om senioren en gehandicapten zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen dient het aantal geschikte, zelfstandige woningen voor senioren en gehandicapten structureel toe te nemen.
Uitvoeren van het VROM/VWS actieplan (Modernisering AWBZ: brief minister en staatssecretaris met het actieplan «Investeren in de toekomst» (kamerstukken II, 2003–2004, 26 631 XI, nr. 99) waarbij in 2007 de nadruk ligt op:
• Afronding communicatie gericht op oudere eigenaar bewoners;
• Stimuleren sterkere inzet van private partijen;
• Stimuleren van de realisatie van verzorgd wonen;
• Stimuleren dat gemeenten de openbare ruimte toegankelijk inrichten;
• Mogelijkheden seniorenstad inventariseren;
• Ondersteuning seniorenorganisaties bij beïnvloeding lokaal woonbeleid;
• Resultaten 1e woonzorgmonitor.
Zorg en dienstenstelsel in relatie tot wonen; vergrijzingsproblematiek zoals weergegeven in de kabinetsnota Ouderenbeleid in het perspectief van de vergrijzing (kabinetsnota; kamerstukken II, 2004–2005, 29 389 XI, nr. 5):
• Uitvoering stappenplan scheiden wonen en zorg.
• Senioren en gehandicapten;
• Andere overheden, corporaties en marktpartijen.
• Beter evenwicht tussen vraag en aanbod van geschikte woningen;
• Het aantal volledig geschikte woningen voor senioren en gehandicapten in 2010 is toegenomen met 255 000 woningen ten opzichte van 2002;
Tabel 2.3. Prestatie-indicatoren geschikte woningen senioren en gehandicapten | |||
Basiswaarde 2002 | Streefwaarden 2010 (toename t.o.v. 2002) | ||
Aantal gewone nultrede woningen | 1 650 000 | 156 000 | |
Aantal «verzorgd wonen» woningen | 95 000 | 99 000 | |
Totaal aantal geschikte woningen | 1 745 000 | 255 000 (55 000 in G-31) | |
Aandeel geschikte woningen in de nieuwbouw Nederland totaal (%) | 34 | 40% van jaarlijkse woningproductie |
Opmerkingen bij tabel:
Bron basiswaarden: WBO 2002; CBS
Bron realisaties: WoON 2006; CBS
De ontwikkeling van het evenwicht tussen vraag en aanbod van geschikte woningen (slaagkans senioren) ten opzichte van de situatie WBO 2002 wordt gemonitord met het 3 jaarlijkse WoON vanaf 2006. Door middel van de algemene onderzoekspublicatie daarover wordt de Kamer nader geïnformeerd over die ontwikkeling.
2.2.3. Bevorderen van de leefbaarheid van wijken
Om de concentratie van lage inkomensgroepen te verminderen, de negatieve effecten van de concentratie van allochtonen op hun integratie tegen te gaan en de gevoelens van verloedering en onveiligheid te verminderen is het noodzakelijk dat oude woonwijken met een grootschalige en eenzijdig samengestelde woningvoorraad worden geherstructureerd en de openbare ruimte wordt aangepast. Die fysieke herstructurering moet ook bijdragen aan de verbetering van de leefbaarheid, ofwel de kwaliteit van het samen leven in wijken en buurten (sociaal-fysieke wijkaanpak). Bewoners moeten in een vroeg stadium worden betrokken bij de wijkaanpak.
VROM faciliteert, stimuleert (in brede allianties) en monitort de herstructurering van buurten en wijken.
ISV
• Herijking van de overeengekomen prestaties middels stadsgesprekken met de G31-gemeenten in het kader van de in het GSB beleid afgesproken mid-term review;
• Stimuleren en monitoren (inhoudelijk en procesmatig) van de uitvoering van de meerjarenontwikkelingsprogramma’s GSB III/ISVII, 2005 t/m 2009. Inbreng resultaten in mid-term review GSB;
• Kennis en informatie overdracht onder meer in samenwerking met het Kennis, Expertise en Innovatiecentrum Stedelijke Vernieuwing (KEI);
• Uitvoering geven aan het Actieprogramma Ruimte en Cultuur door middel van de actie naoorlogse wijken.
Actieprogramma Herstructurering/56 wijken
• Monitoring van voortgang in de uitvoering. De Tweede Kamer wordt de 1e helft 2007 geïnformeerd over resultaten;
• Stimuleren van lokale partijen en interventie bij knelpunten (o.a. middels de inzet van VROM-impulsteams);
• Stimuleren en agenderen van knelpunten bij de Rijksoverheid;
• Kennisuitwisseling succesfactoren.
• Ontwikkelen gezamenlijke aanpak in samenwerking met gemeenten en onder meer corporaties om (gevoelens van) onveiligheid weg te nemen, en de leef- en woonkwaliteit van buurten en wijken te vergroten, naar het voorbeeld van de aanpak in Rotterdam;
• Uitvoering van het programma Wijken voor nieuwe vitale coalities, in samenwerking met betrokken departementen (in 2006 gestart in 13 pilotwijken);
• Burgers worden betrokken bij de sociaal-fysieke aanpak door actieve participatie in pilots en onderzoekstrajecten.
• Monitoren van de uitvoering van het Plan van aanpak maatschappelijke opvang dak- en thuislozen, van Kabinet en G4 (kamerstukken II, 2005–2006, 29 325, nr. 8);
• Verdere stimulering van corporaties om activiteiten te ontplooien op de onderste sporten van de woonladder, onder meer de 2e uitreiking van de Zilveren Woonladder;
• Monitoren van de huisvesting van studenten;
• Bijdragen aan Breed Initiatief Maatschappelijke Binding;
• Uitvoering VROM-deel Actieplan Operatie Jong.
• Alle burgers in oude stadswijken;
• Andere overheden, corporaties en marktpartijen.
• Toename middeldure en dure woningen (ten behoeve van midden en hoge inkomens) in bestaand stedelijk gebied in de G-31;
• Toename van de bijdrage van randgemeenten aan de huisvesting van lage inkomensgroepen;
• Verbeteren van de kwaliteit van de woning, de directe woonomgeving en de openbare ruimte, met name in oude stadswijken;
• Duurzaam en evenwichtig verbeteren van de leefkwaliteit, met name in oude stadswijken.
De ontwikkeling van bovenstaande indicatoren t.o.v. de situatie WBO 2002 wordt gemonitord met het 3 jaarlijkse WoON vanaf 2006. Door middel van de algemene onderzoekspublicatie daarover wordt de Tweede Kamer nader geïnformeerd over die ontwikkeling.
• adequate huisvesting van bijzondere aandachtsgroepen (in 2007 in G4 25% minder dak- en thuislozen dan de 10 250 in 2005);
• terugdringen aantal uithuiszettingen (in 2008 30% minder dan in 2004).
Tabel 2.4. Prestatie-indicatoren ambities 56 wijken | ||||
Basiswaarde jaargemiddelde 2000–2003 | Realisatie (2005) | Streefwaarde jaargemiddelde | ||
Nieuwbouw huur | 950 | 1 550 | 2 400 | 30 % huur |
Nieuwbouw koop | 1 550 | 1 600 | 5 350 | 70 % koop |
Verkoop huurwoningen | 1 000 | 1 750 | 1 000 | |
Basiswaarde (2002) | Streefwaarde | |||
Aandeel koopwoningen (in % van de woningvoorraad) | 29% | 40% | ||
Aandeel huurwoningen | 71% | 60% |
– De gegevens voor de 56 wijken zijn gebaseerd op 55 afgeronde prestatieafspraken van lokale partijen per 16 februari 2006. De afspraken kennen verschillende looptijden en zijn herleid tot gemiddelde jaarschijven.
2.2.4. Garanderen van de minimale bouwtechnische en gebruikstechnische kwaliteit van gebouwen en bevorderen van een hogere kwaliteit daarvan
Om alle gebouwen aan minimale bouwtechnische eisen te laten voldoen, stelt VROM kaders en formuleert minimale prestaties (bouwregelgeving). Dit heeft tot doel bij bestaande gebouwen en bij nieuwbouw en verbetering van gebouwen de veiligheid, gezondheid en bruikbaarheid te waarborgen. Om aansluiting te houden bij technologische, maatschappelijk, bestuurlijke en politieke ontwikkelingen, stimuleert VROM bovenminimale kwaliteit en innovaties. Om CO2-reductie te bewerkstelligen heeft VROM doelstellingen voor onder andere energiebesparing in de gebouwde omgeving.
Garanderen van de minimale bouwtechnische en gebruikstechnische kwaliteit van gebouwen
1. Verbetering en vereenvoudiging bouwvergunningprocedures voor burgers en bedrijven door:
• Invoering en voorlichting wijziging Woningwet (handhavingsbeleidsplan);
• Voorbereiding indiening wetsvoorstel wijziging Woningwet bij de Tweede en Eerste Kamer in 2008: wettelijke basis voor het Gebruiksbesluit en verdere deregulering (Brieven Modernisering van de Bouwregelgeving,kamerstukken II, 2004–2005, 28 325 XI, nr. 17 en nr. 19; Meibrief: Voortgangsbrief stand van zaken bouwregelgeving: zomer 2006);
• Voorbereiding van de Certificering Preventieve toets Bouwbesluit-voorschriften per 2008;
• Uitvoering plan van aanpak «Transparantie kwaliteit van Woningen»;
• Helpdesk bouwregelgeving;
• Standpuntbepaling n.a.v. evaluatie Woningwet (evaluatie van o.a. het welstandstoezicht en verruiming van het vergunningsvrij bouwen);
2. Vaststellen minimale kwaliteit van woningen en overige gebouwen door:
• Voorbereiding wijziging Bouwbesluit 2003 in verband met deregulering en vereenvoudiging: eerste helft 2007 voor advies naar Raad van State en voorbereiden voorlichting inwerkingtreding per 2008. Deze wijziging beoogt een verdere deregulering van voorschriften woonwagens en celgebouwen, afstemming voorschriften brandveiligheid, arbeidsomstandigheden en aanscherping EPC-U;
• Aanscherping Energie Prestatie Coëfficiënt voor nieuwe utiliteitsgebouwen (EPC-U);
• Voorlichting en inwerkingtreding landelijke uniformering voorschriften brandveilig gebruik bouwwerken uit de bouwverordening in het Gebruiksbesluit. Hiermee wordt het aantal gebruiksvergunning-plichtige bouwwerken met 80% gereduceerd (vanaf 1-05-2007);
• NEN-normen afstemmen op regelgeving, en vereenvoudigen;
3. Implementatie Europese regelgeving:
• Uitvoering implementatie Europese Normen in Nederlandse regelgeving en implementatie Richtlijn Bouwproducten (CE-markering);
• Publicatie van het Besluit en de Regeling ter implementatie van de EPBD per 1–1-2007 (Kamerstukken II, brief 28 325, nr. 38 d.d. 20 april 2006). Om energiebesparing in gebouwde omgeving te stimuleren zal het ministerie van EZ in samenwerking met VROM medio 2008 «Witte Certificaten» introduceren waarmee energieleveranciers worden verplicht om energiebesparing bij hun klanten te bewerkstelligen. Dit instrument wordt gekoppeld aan het VROM-beleid (Energieprestatiecertificaat);
4. Bijdragen aan totstandkoming Omgevingsvergunning (zie artikel 10).
Verbeteren van de bouwtechnische kwaliteit van gebouwen en stimuleren van innovatie:
5. Verbetering (brand-)veiligheidsniveau van gebouwen door:
• Bijdrage update brandveiligheidsconcept cellen en celgebouwen;
• Standpuntbepaling naar aanleiding van resultaten Monitoring veiligheid gas en elektra;
6. Beperking CO2-emissie in de sector gebouwde omgeving door:
• Uitvoering activiteiten ten behoeve van het programma Energiebewust Wonen en Werken (Kompas-programma 2007) (Evaluatie Klimaatbeleid, brief over het klimaatbeleid voor de gebouwde omgeving,kamerstukken II, 2004–2005, 28 240 XI, nr. 17);
• Uitvoering projecten Tijdelijke Regeling CO2-reductie gebouwde omgeving; (Evaluatie klimaatbeleid, brief Tijdelijke regeling energiebesparing in de gebouwde omgeving (kamerstukken II, 2004–2005, 28 240 XI, nr. 33);
• Uitvoering 4e tender Energiebesparing Lagere Inkomens (TELI) (mede naar aanleiding van amendement Samsom);
• Uitvoering motie Spies: uitwerking en implementatie van de voorstellen die worden gedaan in de Tweede Kamer brief over energiebesparing in de gebouwde omgeving (2e helft 2006);
• Energietransitie: de activiteiten van het energietransitie-platform voor de gebouwde omgeving worden gevolgd en ondersteund.
7. Verhoging gezondheidsniveau in gebouwen:
• Uitvoering beleidsvoornemens naar aanleiding van resultaten onderzoek gezondheidskwaliteit van bepaalde delen van de woningvoorraad;
• Voorbereiding monitoring gezondheid woningen met een aangescherpte EPC (naar aanleiding van motie Vietsch);
8. Vermindering negatieve milieueffecten bij het bouwen en beheren van gebouwen:
• Uitvoeren resultaten praktijkproef bouwen en milieu;
• Uitvoering advies van Project Bewoners en (Duurzaam) Bouwen;
• Uitvoeren projecten VACpunt Wonen conform de meerjarenafspraak.
Het beleid richt zich op burgers, gemeenten en bedrijven. Gemeenten en bouwbedrijven moeten de regelgeving kunnen toepassen in de praktijk. Daarbij moeten gemeenten het tevens kunnen uitleggen aan de gebruikers (burger en professionele bouwers).
Tabel 2.5. Prestatie-indicatoren bouw- en gebruikstechnische kwaliteitsgebouwen | ||
---|---|---|
Prestatie-indicatoren | Basiswaarden | Streefwaarden |
Garanderen van minimale bouwtechnische en gebruikstechnische kwaliteit van gebouwen. | ||
– Verbetering naleving bouw- gerelateerde voorschriften | Zie artikel 12.2.2: adequate naleving woningwettaken | Zie artikel 12.2.2: adequate naleving woningwettaken |
– Administratieve lastenvermindering van de bouwvergunningprocedure | 323 miljoen per 31/12/2002 voor DGW | Vermindering administratieve lasten binnen deze kabinetsperiode met 10% |
Verbeteren van de bouwtechnische kwaliteit van gebouwen en stimuleren van innovatie | ||
– Brandveiligheid | 38 doden/799 gewonden per jaar bij branden in woningen (excl. brand- weerpersoneel en met betrekking tot referentiejaar 2000 (CBS) | Aantal doden en gewonden neemt niet toe |
– Beperking CO2-emissie in de gebouwde omgeving # | Emissieplafond van 28 Mton in 2010; 1,3 % energiebesparingstempo (afh. van EZ-brief aan TK) |
# Omdat er met emissieplafonds wordt gerekend en niet met reductiedoelstellingen is er niet een basiswaarde voorradig (is in de loop van de jaren nl. aangepast).
2.3. Overzicht beleidsonderzoeken
Tabel 2.6. Overzicht beleidsonderzoeken | |||
Soort onderzoek | Onderwerp | AD/OD | A. StartB. Afgerond |
Beleidsdoorlichting | Stimuleren van voldoende woningproductie | 2.2.1 | A. 2010B. 2010 |
Verruiming van aanbod van geschikte woningen voor senioren en gehandicapten | 2.2.1 | A. 2010B. 2010 | |
Bevorderen van de leefbaarheid van wijken | 2.2.3 | A. 2007B. 2007 | |
Evaluaties | Bestuurlijk overleg uitvoering woningbouwafspraken 2005 t/m 2009 | 2.2.1 | Jaarlijks |
BLS stimuleringsregeling particulier opdrachtgeverschap | 2.2.1 | A. 2006 B. 2007 | |
Particulier opdrachtgeverschap | 2.2.1 | A. 2007B. 2008 | |
Wet gelijke behandeling gehandicapten en chronisch zieken (WGBH/CZ) voor het wonen | 2.2.2 | A. 2008B. 2008 | |
Effecten invoering Wmo | 2.2.2 | A. 2008B. 2008 | |
Effecten EPC-W | 2.2.4 | A. 2008B. 2008 | |
Implementatie EPBD | 2.2.4 | A. 2009B. 2010 | |
TELI-regeling | 2.2.4 | A. 2006B. 2008 | |
Monitoring | Geschikte woningen voor senioren en gehandicapten op basis van VROM Woononderzoek Nederland (WoON) | 2.2.2 | A. 2006 en 2009B. 2007 en 2010 |
Mid-term review GSB-III/ISV-II | A. 2006B. 2007 | ||
Eindmeting GSB-III/ISV-II | 2.2.3 | A. 2009B. 2010 | |
Sociaal-fysiek via WoON | A. 2006 en 2009B. 2007 en 2010 | ||
Bouwregelgeving | 2.2.4 | A. 2007B. 2007 | |
EnergiebesparingWoningbouw | 2.2.4 | A. 2007B. 2007 | |
Beleidsondersteunend onderzoek | Twee themapublicaties «Stedelijke Vernieuwing» op basis van WoON | 2.2.3 | A. 2006 en 2009B. 2007 en 2010 |
Realiseren van woonvoorzieningen voor de onderste treden van de woonladder | 2.2.3 | A. 2006 en 2009B. 2007 en 2010 | |
Relatie gezondheid en EPC | 2.2.4 | A. 2008B. 2008 |
Artikel 3. Garanderen van keuzemogelijkheden en betaalbaarheid op de woningmarkt
3.1. Algemene beleidsdoelstelling
Om te garanderen dat alle inkomensgroepen in goede en betaalbare woningen kunnen worden gehuisvest en voldoende keuzevrijheid hebben in de eigen woonsituatie beïnvloedt VROM de vraag en het aanbod op de woningmarkt.
De Minister van VROM is verantwoordelijk voor:
• Regelgeving ter bevordering van een evenwichtige verdeling van de woningvoorraad;
• Zorg voor voldoende betaalbare woningen;
• Betaalbaarheid van het wonen voor de lagere inkomensgroepen;
• Beleidsmatige vormgeving van het instrument huurtoeslag;
• De Staatssecretaris van Financiën is verantwoordelijk voor de uitvoering van de wet op de huurtoeslag, waaronder de bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik.
Behalen van deze doelstelling hangt af van:
• Investeringen in de nieuwbouw (waaronder huurwoningen);
• Kwalitatief goede uitvoering van de Wet op de huurtoeslag;
• Implementatie van de modernisering van het huurbeleid in wet- en regelgeving per 1 januari 2007.
Behalen van deze doelstelling heeft als effecten dat:
• Gematigde huurontwikkeling voor zittende huurders, zie tabel 3.2;
• Het percentage woningtoewijzingen door sociale verhuurders aan huishoudens behorend tot de «aandachtsgroep» toeneemt, streefwaarde 2007: 90%, zie tabel 3.3;
• Meer lagere inkomens en starters de stap naar een koopwoning kunnen maken, zie tabel 3.5;
• Lagere inkomensgroepen zo veel mogelijk in betaalbare woningen wonen, zie tabel 3.6 en 3.7.
Tabel 3.1. Budgettaire gevolgen van beleid | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Bedragen x € 1 000 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
Verplichtingen: | 2 808 170 | 2 067 487 | 2 045 951 | 2 102 965 | 2 158 372 | 2 205 392 | 2 246 843 |
Uitgaven: | 1 801 108 | 2 047 298 | 2 030 164 | 2 082 389 | 2 155 588 | 2 203 051 | 2 243 512 |
Waarvan juridisch verplicht | 2 007 690 | 2 557 | 775 | 671 | 563 | ||
Programma: | 1 742 344 | 2 010 494 | 2 009 001 | 2 064 478 | 2 141 355 | 2 188 811 | 2 229 281 |
Garanderen betaalbaarheid voldoende huurwoningen en evenwichtige verdeling hiervan (aanbodgericht): | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Garanderen betaalbaarheid wonen voor lage inkomensgroepen (vraaggericht): | 1 741 988 | 2 008 412 | 2 006 719 | 2 062 196 | 2 139 073 | 2 186 529 | 2 226 999 |
Huursubsidie en huurtoeslag | 1 696 058 | 1 957 667 | 2 004 793 | 2 058 645 | 2 133 129 | 2 177 787 | 2 214 337 |
Vangnetregeling | 42 744 | 9 300 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Eénmalige bijdrage huurbeleid | 2 073 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Kostenvergoeding verhuurders | 6 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bevorderen eigen woningbezit | 1 107 | 1 445 | 1 926 | 3 551 | 5 944 | 8 742 | 12 662 |
Bijdrage financiering startersleningen | 40 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Overige programmabudgetten: | 356 | 2 082 | 2 282 | 2 282 | 2 282 | 2 282 | 2 282 |
Onderzoek | 290 | 737 | 737 | 737 | 737 | 737 | 737 |
Kennisoverdracht | 66 | 45 | 45 | 45 | 45 | 45 | 45 |
Kosten uitvoeringsorganisaties | 1 300 | 1 500 | 1 500 | 1 500 | 1 500 | 1 500 | |
Apparaat: | 58 764 | 36 804 | 21 163 | 17 911 | 14 233 | 14 240 | 14 231 |
Apparaat artikel 3 (DGW) | 16 828 | 18 244 | 21 163 | 17 911 | 14 233 | 14 240 | 14 231 |
Uitvoering huursubsidie | 41 936 | 18 560 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten: | 63 198 | 43 906 | 659 134 | 615 391 | 611 768 | 622 314 | 627 728 |
Grafiek 3.1. budgetflex in % per operationeel doel in het begrotingsjaar 2007
Operationeel doel:
1. Garanderen betaalbaarheid voldoende huurwoningen en evenwichtige verdeling hiervan (aanbodgericht)
2. Garanderen betaalbaarheid wonen voor lage inkomensgroepen (vraaggericht)
3. Overige programmabudgetten
In 2007 zijn bij het operationeel doel «Garanderen van betaalbaarheid van het wonen voor lage inkomensgroepen (vraaggericht)» en «Overige programmabudgetten» bedragen van € 0,897 mln respectievelijk € 0,414 mln als «beleidsmatig gebonden» geoormerkt.
Bij operationeel doel 3.2 betreft het een voor de regeling «bevorderen eigen woningbezit (BEW)» gereserveerd subsidiebudget. In samenhang met BEW-plus wordt hiermee de beleidsdoelstelling «vergroten van de mogelijkheden van de huishoudens met een beperkt budget om een eigen huis te kopen» gerealiseerd. Daarnaast wordt met dit instrument voor de lagere inkomensgroepen de keuzevrijheid tussen huren en kopen vergroot.
Het bedrag ad € 0,414 mln betreft het gereserveerde budget voor onderzoek en kennisoverdracht op het terrein van modernisering huurbeleid, wet betaalbaarheidsheffing, huurtoeslag en BEW. Naast het monitoren van afgesproken beleidsprestaties en het uitdragen van beleidsvoornemens vindt er ook een nadere analyse plaats van de gevolgen van de modernisering van het huurbeleid op de huurtoeslag.
3.2. Operationele doelstellingen
3.2.1. Garanderen van de betaalbaarheid van voldoende huurwoningen en een evenwichtige verdeling hiervan (aanbodgericht)
Om de betaalbaarheid van huurwoningen te garanderen voor alle huishoudens die door hun inkomenssituatie daar niet of onvoldoende zelf in kunnen voorzien en om een evenwichtige en rechtvaardige verdeling van schaarse huurwoningen te bewerkstelligen.
Modernisering huurbeleid
De uitwerking van de modernisering van het huurbeleid heeft in 2005 en 2006 plaatsgevonden. De contouren, de nadere uitwerking en de implementatie zijn in 2004, 2005, 2006 in brieven aan de Tweede Kamer aangegeven. Deze zijn samengevat inkamerstukken II, 2005–2006, 27 926, nr. 91. Op 1 januari 2007 zullen de voorstellen in werking treden.
• Met ingang van januari 2007 wordt de marktwerking op de huurwoningmarkt geleidelijk vergroot en wordt de WOZ-waarde bepalend voor een nadere indeling van de huurwoningmarkt in drie segmenten: gereguleerd segment (ca. 75%), overgangssegment (ca. 20%) en geliberaliseerd segment (ca. 5%). Bij het vaststellen van de grenzen is rekening gehouden met de regionale verschillen. Het overgangssegment zal op termijn, na voldoende nieuwbouw productie, vervallen. Zittende huurders per 31/12/2006 blijven ook na 2010 beschermd;
• Het woningwaarderingsstelsel (WWS) wordt met ingang van 1 januari 2007 aangepast. Woonvorm, woonomgeving en eventuele hinderlijke situaties komen te vervallen. In plaats daarvan wordt de WOZ waarde voor ca. 20% bepalend voor de maximale huurprijs. De resterende 80% van de maximale huurprijs blijft gebaseerd op de overige punten uit het huidige stelsel;
• De differentiatiemogelijkheden binnen de huurverhogingspercentages zullen geleidelijk worden verruimd. Ook dit is weer gekoppeld aan het niveau van de nieuwbouwproductie.
• In 2007 wordt de herziene Huisvestingswet opgesteld. Deze treedt in 2008 in werking. Hier zal de aanpassing van de Huisvestingswet per 1 mei 2005 onderdeel van gaan uitmaken (kamerstukken II, 2004–2005, 29 624 XI, nr. 1).
• In de in 2006 uitgebrachte visie op de woningmarkt is het bevorderen van passend wonen een belangrijk thema. Passend wonen betekent dat mensen die zich dat kunnen veroorloven de markthuur van een woning betalen. In 2007 worden de voorstellen uit de visie op dit terrein verder onderzocht en samen met de partners op de woningmarkt uitgewerkt;
• Dit geldt tevens voor het bevorderen van transparantie op de woningmarkt. Mogelijkheden voor een huurmakelaar, een wooncoach voor ouderen en landelijk transparante aanbodinformatie zullen worden onderzocht;
• Nader onderzoek naar de invloed van de overdrachtsbelasting op de doorstroming.
• Afhandelen van huurgeschillen met behandeltermijnen als genoemd in de tabel 3.4;
• Verdere uitvoering geven aan de wijziging van de organisatie van de huurgeschillenbeslechting om te komen tot een ZBO, onder andere door het opstellen van wetgeving hiervoor. In het voorjaar van 2007 zal de Kamer hierover worden geïnformeerd.
• Huishoudens behorend tot de aandachtsgroep (inkomens tot € 33 000);
• Zittende huurders in het overgangs- en het te liberaliseren segment;
• Vergunninghouders die van woonruimte dienen te worden voorzien;
• Huurders en verhuurders die het met elkaar oneens zijn over de prijs/kwaliteitsverhouding van woonruimte.
• Gemiddelde jaarlijkse huurstijging, onderscheiden naar sociale en overige verhuurders en de verschillende huurregimes die gelden voor de voorraad;
• Aantallen nieuwbouwwoningen, gekoppeld aan het tempo van de modernisering van het huurbeleid (zie artikel 2, tabel 2.2).
Tabel 3.2. Maximale toegestane huurstijging boven inflatie | |||||||
2005 | 2006 | 1 jan 2007 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | |
Gereguleerd (75%) | |||||||
Per woning | 1,5% | 1,5% | Nvt | 2,5% | 2,5% | 3,0% | Ntb |
Op instellingsniveau sociale verhuurders | 0,4% | 0,8% | Nvt | 1,2%1 | Ntb | ||
Overgangssegment (20%)2, 3 | |||||||
Zittende huurders zonder huurtoeslag4 | Nvt | Nvt | 0,5% | 3,0% | 3,5% | 4,0% | 4,0% |
Zittende huurders met huurtoeslag | Nvt | Nvt | Nvt | 2,5% | 2,5% | 3,0% | 3,0% |
Geliberaliseerd (5%) | Nvt | Nvt | Nvt | Nvt | Nvt | Nvt | Nvt |
1 afhankelijk van de nieuwbouwproductie van corporaties
2 indeling in gereguleerd-, overgangs- en geliberaliseerd segment gaat in per 1 januari 2007
3 geldt ook voor zittende huurders die in geliberaliseerd segment terechtkomen
4 de additionele huurstijging per 1-1-2007 is nominaal
Tabel 3.3. Passend toegewezen woningen in totale voorraad sociale huurders(%) | ||||
2005 | 2006 | 2007 | 2008 | |
Perc. passend toegewezen woningen in gereguleerde sector | nnb | nnb | 90,0 | 90,0 |
Bron: Toezichtsverslagen VROM-inspectie
Tabel 3.4. Prestatie-indicatoren huurgeschillenbeslechting 2006 (aantallen) | |||||
---|---|---|---|---|---|
2005 | Behandeltermijn | 2006 | 2007 | Behandeltermijn 06/07 | |
realisatie | realisatie | begroting | |||
Huurverhogingsuitspraken | 16 795 | 94% | 20 500 | 6 000 | 80% binnen 6 mnd. |
Servicekostenuitspraken | 4 792 | 80% | 4 000 | 4 000 | 80% binnen 7 mnd. |
Uitspraken in overige geschillen | 7 812 | 88% | 10 000 | 10 000 | 80% binnen 6 mnd. |
De daling van het aantal huurverhogingsuitspraken wordt veroorzaakt door een wijziging in de rappelprocedure. De zaken die hierdoor wegvallen waren vrijwel altijd af te handelen in een verkorte procedure. Dit verklaart het hoge realisatiepercentage in 2005, en verklaart tevens de raming van 80% voor 2007.
De voorgenomen wijzigingen in het huurbeleid kunnen een bijstelling van het aantal uitspraken en van de behandeltermijnen tot gevolg hebben.
• De beleidsvoorstellen van de modernisering van het huurbeleid (huurwetgeving) met betrekking tot het gebruik van de WOZ-waarde ten behoeve van overgangs- en geliberaliseerd segment, alsmede de implementatie van de WOZ-waarde in het woningwaarderingsstelsel (WWS) zullen per 1/1/2007 in werking treden. De gefaseerde ruimte in de huurverhoging wordt gecontinueerd;
• In 2008 en 2010 zal worden bezien of is voldaan aan de woningproductie conform de woningbouwafspraken (zie artikel 2.2.1), waaraan beëindiging van het overgangssegment voor nieuwe huurders is gekoppeld. De hoogte van de huurstijgingen van het huurprijsplafond zijn daarvan afhankelijk gesteld.
3.2.2. Garanderen van de betaalbaarheid van het wonen voor lage inkomensgroepen (vraaggericht)
• Om de betaalbaarheid van het zelfstandig wonen voor alle bevolkingsgroepen te garanderen en het effect van stijgende woonlasten voor specifieke groepen te beperken;
• Om het voor huishoudens met een beperkt budget toch mogelijk te maken een eigen woning te kopen.
Aanpassingen Wet op de huurtoeslag
• In 2007 wordt een begin gemaakt met maatregelen om over te gaan van de basis-/normhuurtabellen naar een traploze formule voor de berekening van de eigen bijdrage (basishuur). Dit levert een bijdrage aan het voorkomen van «pieken» in de marginale druk als men door een (soms zelfs geringe) stijging van het inkomen een klasse in de tabel opschuift. De marginale druk blijft hierdoor voor het overgrote deel van de huishoudens onder de 45%;
• Met ingang van 2007 wordt de Wet op de huurtoeslag aangepast om zo ook toeslagen te kunnen verstrekken aan bewoners van waterwoningen;
• Eveneens zullen met ingang van 2007 de voorwaarden voor het toestaan van huurgrensoverschrijding voor gehandicapte jongeren worden versoepeld;
• In verband met de veranderingen door de modernisering huurbeleid zal het begrip «verwachte gemiddelde huurprijswijziging» in de Wet op de huurtoeslag per 1 juli 2007 worden ingeperkt tot de huurprijsontwikkeling die geldt voor het gereguleerde segment. Het percentage van de huurprijsontwikkeling speelt een rol bij de indexering van de huurtoeslagparameters.
Wet betaalbaarheidsheffing huurwoningen
• Verhuurders leveren een bijdrage aan de betaalbaarheid van het wonen voor de lagere inkomens. De wet treedt in 2006 in werking.
Huurprijstoetsingen op verzoek van de belastingdienst
• Onderdeel van het M&O-beleid is dat de voorzitters van de Huurcommissie op verzoek van de Belastingdienst de redelijkheid van de huurprijs toetsen. In 2007 wordt uitgegaan van een instroom van 14 000 van dergelijke verzoeken en van een gelijk aantal uit te voeren toetsen. De voorgenomen wijzigingen in het huurbeleid kunnen een bijstelling van het aantal toetsingen tot gevolg hebben.
Nationale hypotheekgarantie (NHG)
• Actualiseren en stroomlijnen van normen en voorwaarden;
• Verhogen van de kostengrens per 1 januari 2007 naar € 260 000.
• Een verdiepend onderzoek verrichten naar de condities waaronder Verenigingen van Eigenaren (VvE’s) goed en minder goed functioneren in bepaalde gemeenten en/of segmenten van de appartementenmarkt.
• Verruiming van de inkomens- en koopsomgrenzen van de Wet bevordering eigen woningbezit (BEW) per 1 januari 2007;
• Verstrekken van bijdragen voor startersleningen uit het fonds dat is ondergebracht bij het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVn) ter ondersteuning van locaal maatwerk door gemeenten;
• Het uitdragen van «good-practices» van verkoopvormen en een of meer model-verkoopcontracten ontwikkelen voor de verkoop onder redelijke voorwaarden.
• Het tarief voor 2007 zal in januari 2007 worden vastgesteld en gepubliceerd.
• Huishoudens met lagere inkomens;
• Starters op de woningmarkt.
Betaalbaarheid voor de doelgroep garanderen (huurtoeslag)
• Netto-huurquote en NINKI («netto inkomen na kale huurlastenindex») ter bepaling van het effect van de huurtoeslag op de betaalbaarheid van het huren (zie onder kengetallen);
• Huurtoeslagdruk: indicator voor de marginale druk;
• NHG-garanties;
• Aandeel eigen woningbezit;
• BEW-toekenningen en startersbijdragen.
Tabel 3.5. NHG-garanties, eigen woningbezit BEW-toekenningen en startersbijdragen | ||||
Realisatie 2005 | 2006 | 2007 | 2010 | |
NHG verstrekking | 115 000 | 100 000 | 100 000 | 100 000 |
Aandeel eigen woningbezit | 56,3% | 57,0% | 57,7% | 59,7% |
BEW-toekenningen | 58 | 60 | 500 | 2 000 |
Bijdragen aan startersleningen | n.v.t. | n.v.t. | 3 000 | 500 |
Bron: Syswov; waarborgfonds Eigen woningen, jaarverslag werking wet op de Huurtoeslag en de wet BEW
Wet op de huurtoeslag
• Wetswijzigingen aangaande de huurtoeslag voor bewoners van waterwoningen, versoepeling voorwaarden voor huurgrensoverschrijding gehandicapte jongeren en enkele andere technische wijzigingen zullen volgens planning per 1 januari 2007 ingaan;
• De aanpassing van het in deze wet gehanteerde begrip «verwachte gemiddelde huurprijswijziging» dient per 1 juli 2007 in te gaan;
• De vervanging van de huidige huurtoeslagtabellen door een formule zal naar verwachting per 1 januari 2008 zijn beslag krijgen. Het wetsvoorstel terzake wordt uiterlijk begin 2007 ingediend.
Toelichting en kengetallen operationele doelstelling 2
Met behulp van de ontwikkeling van de waarden van de prestatie-indicatoren netto-huurquote en NINKI («netto inkomen na kale woonlasten»-index) wordt het effect van de huurtoeslag op de betaalbaarheid van het huren voor de huishoudens met lage inkomens zichtbaar gemaakt. De netto-huurquote geeft aan welk deel van het netto inkomen wordt besteed aan netto huurlasten (huur minus huurtoeslag). De NINKI geeft de ontwikkeling weer van het aantal euro’s in de portemonnee na aftrek van de netto huurlasten.
Tabel 3.6. De ontwikkeling van de netto-huurquote | |||||||
Huishouden tot 65 jaar | 2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | ||
Bijstand | Alleen | Zonder kind. | 25,9% | 27,1% | 28,2% | 27,6% | 27,8% |
Bijstand | Alleen | Met kind. | 20,1% | 20,7% | 21,4% | 20,8% | 21,0% |
Bijstand | Meerp. | Met kind. | 18,2% | 18,8% | 19,4% | 18,8% | 19,0% |
Uitkeringsger. | MP-alleenverd. | Met kind. | 19,3% | 19,9% | 20,4% | 18,8% | 18,9% |
Marktloon | Alleen | Zonder kind. | 29,5% | 30,5% | 31,6% | 29,0% | 29,1% |
Marktloon | MP-alleenverd. | Met kind. | 16,6% | 17,1% | 17,8% | 17,7% | 17,9% |
Huishouden vanaf 65 jaar | |||||||
AOW | Alleen | 24,3% | 25,1% | 25,8% | 24,5% | 24,8% | |
AOW+Aanv.pens. | Alleen | 24,4% | 25,2% | 26,0% | 22,8% | 23,0% | |
AOW | Meerp. | 17,8% | 18,3% | 18,7% | 18,2% | 18,4% | |
AOW+Aanv.pens. | Meerp. | 19,1% | 19,6% | 20,2% | 16,5% | 16,7% |
Bron: Huursubsidiewet, Microtax verschillende versies (CPB), Ministerie SZW
Tabel 3.7. De ontwikkeling van de netto inkomen na kale woonlasten-index (basisjaar = 2001) | |||||||
Huishouden tot 65 jaar | 2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | ||
Bijstand | Alleen | Zonder kind. | 108,3 | 107,9 | 106,0 | 111,6 | 113,5 |
Bijstand | Alleen | Met kind. | 111,2 | 112,7 | 112,8 | 119,4 | 121,5 |
Bijstand | Meerp. | Met kind. | 110,7 | 112,2 | 112,3 | 118,8 | 120,9 |
Uitkeringsger. | MP-alleenverd. | Met kind. | 111,8 | 113,4 | 113,5 | 122,0 | 124,2 |
Marktloon | Alleen | Zonder kind. | 109,9 | 110,2 | 107,4 | 116,1 | 118,5 |
Marktloon | MP-alleenverd. | Met kind. | 112,1 | 114,4 | 113,1 | 116,4 | 118,3 |
Huishouden vanaf 65 jaar | |||||||
AOW | Alleen | 109,0 | 110,2 | 110,5 | 120,6 | 122,6 | |
AOW+Aanv.pens. | Alleen | 108,3 | 109,5 | 109,3 | 121,1 | 123,1 | |
AOW | Meerp. | 109,2 | 110,9 | 112,4 | 118,8 | 120,9 | |
AOW+Aanv.pens. | Meerp. | 109,1 | 110,8 | 111,2 | 121,8 | 124,0 |
Bron: Huursubsidiewet, Microtax verschillende versies (CPB), Ministerie SZW
De netto huurquote laat in 2007 bij alle in de tabel opgenomen cases een geringe stijging zien. De netto huurlasten als aandeel in het netto inkomen zullen iets toenemen. De toename van de netto huurlasten is naar verwachting, vergeleken met andere jaren (behalve 2006 waar sprake is van een beleidswijziging in het kader van de overgang naar de AWIR), niet uitzonderlijk (gemiddeld ca. € 90).
De NINKI laat voor alle cases een verbetering zien. De verwachte stijging van het netto inkomen in 2007 (gemiddeld + ca. € 275) is groter dan de verwachte stijging van de huurlasten (gemiddeld + ca. € 135).
De huurtoeslag is een inkomensafhankelijke subsidie. Als het inkomen stijgt, neemt de subsidie af. De huurtoeslagdruk laat zien welk deel van de netto-inkomensverbetering teniet wordt gedaan door verlies aan huurtoeslag als gevolg van de netto-inkomensverbetering. Voor een aantal standaardcases wordt in tabel 3.8 de huursubsidiedruk gepresenteerd.
Tabel 3.8. De ontwikkeling van de «huursubsidiedruk» | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Huishoudsituatie | Inkomenssituatie | |||||||
Van | Naar | 2002 | 2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | |
Alleen, zonder kind. | Bijstand | 100% WML | 40,1% | 39,5% | 40,0% | 39,3% | 32,5% | 32,3% |
Alleen, zonder kind. | Bijstand | 130% WML | 48,4% | 49,2% | 48,7% | 49,1% | 49,4% | 48,6% |
Meerpersoons, met kind. | Bijstand | 100% WML | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% |
Meerpersoons, met kind. | Bijstand | 130% WML | 31,7% | 31,2% | 31,7% | 30,9% | 27,0% | 26,7% |
Bron: Huursubsidiewet, Microtax verschillende versies (CPB), Ministerie SZW
Voor de overgang van een alleenstaande zonder kind van bijstand naar werken tegen een inkomen van 130% van het wettelijk minimumloon (130% WML, de tweede case in de tabel) wordt voor 2007 een daling van de huurtoeslagdruk van 0,8% verwacht (49,4% in 2006 tegen 48,6% in 2007). Dit is met name toe te schrijven aan een relatieve sterke stijging van het netto inkomen voor 130% WML.
Bij deze case en de andere twee cases, waarbij sprake is van daling van de huurtoeslagdruk, speelt bij de verwachte daling ook de wijze waarop invulling is gegeven aan de taakstelling voor de huurtoeslag uit het Hoofdlijnenakkoord een rol.
Voor de overgang van een meerpersoons huishouden met kinderen van bijstand naar 100% WML geldt een huurtoeslagdruk van 0%. De toename van het inkomen is niet van invloed op de hoogte van de toeslag. Het huishouden behoudt bij verbetering van de inkomenspositie de maximale huurtoeslag.
3.3. Overzicht beleidsonderzoeken
Bij de evaluaties wordt naast de inzet van de gebruikelijke evaluatie instrumenten ook zoveel mogelijk gebruik gemaakt van burgerparticipatie.
Tabel 3.9. Overzicht beleidsonderzoeken | |||
Soort onderzoek | Onderwerp | AD/OD | A. StartB. Afgerond |
Beleidsdoorlichting | Garanderen van de betaalbaarheid van voldoende huurwoningen en evenwichtige verdeling hiervan (aanbodgericht) | 3.1.1 | A. 2009B. 2009 |
Garanderen van de betaalbaarheid van het wonen voor de laagste inkomensgroepen (vraaggericht) | 3.2.1 | A. 2010B. 2010 | |
Evaluaties | Particulier opdrachtgeverschap | 3.2.2 | A. 2006B. 2007 |
Verkoop huurwoningen | 3.2.2 | A. 2007B. 2008 | |
Geleverde bijdrage aan financiering van de huursubsidie (betaalbaarheidsheffing) | 3.2.2 | A. 2007B. 2008 | |
Monitoring | Betaalbaarheid, voldoende (huur-)woningen en verdeling | 3.2.1 | A. 2007B. 2008 |
Beleidsondersteunend | Bepalen v/d betaalbaarheidsheffing 2010–2014 | 3.2.2 | A. 2008B. 2009 |
Passend wonen | 3.2.1 | A. 2007B. 2007 | |
Investeringen door verhuurders in nieuwbouw | 3.2.1 | A. 2007B. 2007 |
Artikel 4. Optimaliseren van de ruimtelijke afweging
4.1. Algemene beleidsdoelstelling
4.1.1. De ruimtelijke afweging organiseren door het beheren en ontwikkelen van het ruimtelijk instrumentarium
De ruimtelijke afwegingsprocessen worden zo ingericht en onderhouden dat in Nederland de economische, ecologische en sociaal-culturele waarden van de ruimte worden versterkt en duurzaam ontwikkeld.
Zie ook de Nota Ruimte deel 4 Tekst na parlementaire behandeling, kamerstukken II, 2004–2005, 29 435 XI, nr. 153, De uitvoeringsagenda Nota Ruimte,kamerstukken II, 2003–2004, 29 435 XI, nr. 3 en de tegelijk met de begroting uit te komen Uitvoeringsagenda 2006.
De Minister van VROM is verantwoordelijk voor:
• Het stellen van nationale kaders en regels en het doorvertalen van relevante Europese beleidskaders;
• Beïnvloeden van de ruimtelijke impact van de Europese regelgeving;
• De coördinatie van de uitvoering van het ruimtelijk beleid;
• Doorwerking van het rijksbeleid in decentraal beleid;
• Afstemming van het Nederlandse ruimtelijk beleid op dat van de buurlanden.
Het behalen van deze doelstelling hangt af van de mate waarin andere overheden in staat zijn hun ruimtelijke afweging op een ordentelijke manier te maken. Het nationaal ruimtelijk beleid en de Europese relevante kaders zijn hierbij afgestemd.
Het behalen van deze doelstelling heeft als effect dat ruimtelijke afwegingen integraal en gecoördineerd plaatsvinden, zowel verticaal (tussen bestuurslagen) als horizontaal (tussen departementen).
De sturingsfilosofie wordt regelmatig geëvalueerd, waarbij ook gekeken wordt of gemeenten en provincies voldoende geïnstrumenteerd zijn om uitvoering te geven aan de Nota Ruimte.
Tabel 4.1. Overzicht evaluaties | ||
Evaluatie | Waarde 2006 | Streefwaarde 2008 |
Horizontale sturing: | ||
Sturen aan sturing (Royal Haskoning, 2006) | Positief | Positief |
Verticale sturing: | ||
Functieverandering buitengebied (Royal Haskoning, 2006) | Positief | Positief |
Bundeling en verstedelijking (Lysias, 2006) | Positief | Positief |
Nationale landschappen (B&A, 2006) | Positief | Positief |
Grondbeleid en grondbeleidsinstrumenten (OTB, 2006) | Positief | Positief |
Tabel 4.2. budgettaire gevolgen van beleid | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Bedragen x € 1 000 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
Verplichtingen: | 15 977 | 17 871 | 14 564 | 14 070 | 12 784 | 11 759 | 11 669 |
Uitgaven: | 16 803 | 23 258 | 22 348 | 20 258 | 16 438 | 11 962 | 11 161 |
Waarvan juridisch verplicht | 8 080 | 7 685 | 2 992 | 0 | 0 | ||
Programma: | 12 395 | 14 129 | 13 578 | 11 666 | 7 820 | 3 346 | 2 549 |
Ruimtelijk instrumentarium ontwikkelen en beheren: | 12 395 | 14 129 | 13 578 | 11 666 | 7 820 | 3 346 | 2 549 |
FESICES/KIS | 6 940 | 6 000 | 6 000 | 6 000 | 2 992 | 0 | 0 |
MonitoringNota Ruimte | 1 302 | 1 393 | 1 245 | 1 341 | 1 171 | 1 195 | 1 420 |
Subsidies algemeen | 936 | 1 513 | 1 095 | 768 | 460 | 460 | 597 |
Overige instrumenten algemeen | 3 217 | 5 223 | 5 238 | 3 557 | 3 197 | 1 691 | 532 |
Apparaat artikel 4 (DGR) | 4 408 | 9 129 | 8 770 | 8 592 | 8 618 | 8 616 | 8 612 |
Ontvangsten: | 23 424 | 7 135 | 6 000 | 6 000 | 2 992 | 0 | 0 |
Grafiek 4.1. budgetflex in % per operationeel doel in het begrotingsjaar 2007
De juridische verplichting bestaat in hoofdzaak uit een aangegane verplichting voor het FES project Habiforum van 90,3 mln in 2003. Daarnaast worden dit jaar alle verplichtingen aangegaan voor de WKPB (Wet Kenbaarheid Publiekrechterlijke Beperkingen). Een deel daarvan komt in 2006 tot betaling.
4.2. Operationele doelstelling
4.2.1. Ruimtelijk instrumentarium ontwikkelen en beheren
• Om ruimtelijk relevante wet- en regelgeving te onderhouden;
• Om ruimtelijke afwegingsprocessen te coördineren en optimaliseren;
• Om decentrale overheden in staat te stellen hun ruimtelijke beleid uit te voeren;
• Om het Nederlandse belang in te brengen in Europese kaders die van invloed zijn op de ruimtelijke afweging.
De belangrijkste zijn:
Wet -en regelgeving
a. Herziening Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO)
b. Wet grondexploitatie
c. Wet voorkeursrecht gemeenten
Kaderstelling
d. Streekplannen
Financieel
e. Subsidie Interdepartementale Commissie Economische Structuurversterking/Kennisinfrastructuur (ICES/KIS);
Bestuurlijk
f. Programma-aanpak (zie ook Programma-aanpak Nota Ruimte, kamerstukken II, 2004–2005, 29 435 XI, nr. 16.)
g. Gemeenschappelijk ontwikkelingsbedrijf
Communicatie
h. Digitale Uitwisseling in Ruimtelijke Processen (DURP)
i. Agenda gebiedsontwikkeling
De doelstelling en instrumenten zijn gericht op het proces. VROM heeft hier een systeemverantwoordelijkheid. Het gaat daarbij om het bereiken van een goed ruimtelijk systeem door middel van samenhangende besluitvorming.
ad a. Het invoeren van de WRO.
Het verrichten van begeleiding t.b.v. de WRO.
Invoeringswet WRO: het in werking laten treden van het besluit op de ruimtelijke ordening.
ad b. Het opstellen van wetgeving voor kostenverhaal en kwaliteitseisen bij locatieontwikkeling.
ad c. Het vereenvoudigen van de wetgeving grondverwerving door gemeenten en het toekennen van bevoegdheden aan provincie en Rijk.
ad d. Het beoordelen van streekplannen.
ad e. Het verkrijgen van voldoende wetenschappelijke output in het kader van vernieuwend ruimtegebruik. Het opzetten van uitvoeringsgerichte proeftuinen.
ad f. Het coördineren van de programma-aanpak «over-all», d.w.z. zorgdragen dat het tot uitvoering komt van complexe projecten in de Ruimtelijke Hoofdstructuur die zijn opgenomen in de programma’s Nota Ruimte.
Het doen van een voorzet voor de nieuwe kabinetsperiode m.b.t. het instrument programma-aanpak.
ad g. Het sneller, beter of goedkoper realiseren van rijksdoelen in concreet benoemde gebiedsontwikkelingsprojecten. Een professioneel en ontwikkelingsgericht optreden van het Rijk en inbreng van rijksbelangen in gebiedsontwikkelingen.
ad h. Het bouwen van een DURP portaal waarin digitale ruimtelijke plannen beschikbaar worden gesteld.
ad i. Het verankeren van het gedachtegoed gebiedsontwikkeling op lange termijn.
Gemeenten, provincies, andere departementen, marktpartijen, maatschappelijke organisaties.
Tabel 4.3. Overzicht Prestatie-indicatoren | ||
Prestatie-indicator | Basiswaarde | Streefwaarde |
ad a. | ||
Wel/niet invoeren WRO.Het organiseren van informa- tiebijeenkomsten voor decen- trale overheden.Het besluit op de ruimtelijke ordening wordt aan de Tweede en Eerste Kamer gestuurd. | NVT | Eind 20071 informatiebijeenkomst per provincie.Inwerkingtreding eind 2007. |
ad b. | ||
Wet in het Staatsblad, | Wetsvoorstel is in behandeling bij het parlement. | Inwerkingtreding eind 2007. |
ad c. | ||
Wet in het Staatsblad, | Een conceptwetsvoor- stel opgesteld. | Inwerkingtreding eind 2007 |
ad d. | ||
Over vijf jaar zijn alle streekplannen beoordeeld. | Continu proces | Ruimtelijke plannen zijn niet ouder dan 10 jaar en er is sprake van een goede doorvertaling van de Nota Ruimte in de streekplannen. |
ad e. | ||
Evaluatie van het programma door Commissie van Wijzen. | NVT | Positieve evaluatie |
ad f. | ||
De Minister van VROM zorgt voor goede afstemming tussen de programma’s en zorgt ervoor dat het Kabinet en parlement goed op de hoogte blijven van de voortgang en resultaten van de program- ma’s. | NVT | Aan het einde van de kabinetsperiode zijn zoveel mogelijk besluiten genomen bij de genoem- de projecten zodat vast- gesteld kan worden dat de programma-aanpak geslaagd is. De eind-evaluatie moet aangeven of Rijk en regio tevreden zijn met de genomen besluiten en of de pro- gramma-aanpak daar een bijdrage aan heeft kun- nen leveren. |
ad g. | ||
Het hebben bijgedragen als adviseur en opdrachtgever aan het in kaart brengen van de rijksmogelijkheden in gebiedsontwikkelingen en het hebben besloten over de inzet van het GOB.Ontwikkelde business cases voor een gebied zijnde het financieel sluitende plan dat de instemming van alle partners heeft.De rijksinzet op basis hiervan in een gebiedsontwikkeling en de rijksbetrokkenheid bij de uitvoering. | Ca 7 projecten worden verkend inzake moge- lijke inzet GOB. Het GOB werkt aan 4–6 projecten voor een mogelijk pro- jectbesluit. | Afhankelijk van de be- stuurlijke processen is het streven om voor minimaal 5 projecten te besluiten of het GOB daar inzet op gaat plegen en voor 1–3 projecten tot een projectbesluit te komen. |
ad h. | ||
Operationeel zijn van het DURP portaal en de vulling hiervan met digitale plannen. | NVT | In 2007 is een eerste versie van het DURPportaal operationeel met een minimale vulling met digitale plannen. |
ad i. | ||
Het organiseren van een forum gebiedsontwikkeling. Het instellen van een praktijkleer- stoel aan TU Delft.Het inzetten van experts.Eind 2006 worden concrete afspraken gemaakt met provincies en gemeenten om het gedachtegoed gebiedsontwikkeling goed te verankeren. | NVT | Realisatie voornemens. |
4.3 Overzicht beleidsonderzoeken
Tabel 4.4. Overzicht beleidsonderzoeken | |
Evaluatieonderzoeknaar | Uitkomsten naar de Tweede Kamer |
Monitoren doelbereiking* | September 2008 |
Beleidsdoorlichting Nota Ruimte | 2006/2007 |
Overige beleidsevaluaties (waaronder ex ante): | |
Evaluatie verbreding Wet voorkeursrecht gemeenten | 2007 |
Evaluatie programma-aanpak | 2007 |
* Dit betreft een tweejaarlijkse rapportage over de mate van doelbereiking Nota Ruimte
Artikel 5. Gebiedsontwikkeling en realisatie Nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur
5.1. Algemene beleidsdoelstelling
5.1.1. Gebiedsontwikkeling stimuleren en de Nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur realiseren
Om de internationale concurrentiepositie te versterken, om krachtige steden en vitaal platteland te bevorderen en om (inter)nationale ruimtelijke waarden te borgen en ontwikkelen.
Zie ook de Nota Ruimte deel 4 Tekst na parlementaire behandeling, kamerstukken II, 2004–2005, 29 435 XI, nr. 153, de Uitvoeringsagenda Nota Ruimte, kamerstukken II, 2003–2004, 29 435 XI, nr. 3 en de tegelijk met de begroting uit te komen Uitvoeringsagenda 2006.
De Minister van VROM is verantwoordelijk voor de ruimtelijke aspecten van de uitvoering van het rijksbeleid m.b.t.:
• Verstedelijking, stedelijke netwerken en centrumvorming (Nieuwe Sleutel Projecten);
• Landschappelijke ontwikkeling (o.a. nationale landschappen en rijksbufferzones);
• Rivieren, grote wateren en kust;
• Rijksinfrastructuur.
Het behalen van deze doelstelling hangt af van de mate waarin de lagere overheden in staat zijn te komen tot gedragen uitvoeringsplannen.
Het behalen van de Ruimtelijke Hoofdstructuur Nationale doelstelling heeft als effect dat de nationale stedelijke netwerken, rijksbufferzones, en nationale landschappen als onderdelen van de nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur worden gerealiseerd.
Het behalen van de doelstelling gebiedsontwikkeling heeft als effect dat voorgenomen gebiedsontwikkelingsprojecten tot concrete uitvoering komen.
Tabel 5.1. Overzicht evaluaties | |
Evaluatie | Streefwaarde 2007 |
Evaluatie doelbereiking ruimtelijke kwaliteitlandelijk gebied | Positief |
Evaluatie doelbereiking ruimtelijke kwaliteit stedelijk gebied | Positief |
Tabel 5.2. budgettaire gevolgen van beleid | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Bedragen x € 1 000 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
Verplichtingen: | 41 556 | 313 076 | 74 290 | 18 551 | 11 954 | 12 479 | 11 598 |
Uitgaven: | 100 471 | 224 920 | 276 229 | 111 543 | 44 210 | 35 921 | 32 780 |
Waarvan juridisch verplicht | 216 710 | 87 478 | 25 778 | 22 962 | 23 200 | ||
Programma: | 94 234 | 221 925 | 273 366 | 108 738 | 41 395 | 33 108 | 29 972 |
Stedelijke gebieden van nationaal belang verder ontwikkelen: | 86 306 | 206 387 | 228 111 | 99 629 | 33 510 | 24 661 | 23 642 |
FESBIRK | 70 086 | 103 077 | 31 990 | 57 757 | 8 721 | 9 187 | 20 654 |
FESnieuwe sleutelprojecten | 9 000 | 93 600 | 180 278 | 25 800 | 14 300 | 10 900 | 0 |
Onderzoekstedelijk gebied | 29 | 241 | 128 | 100 | 100 | 100 | 100 |
Subsidies stedelijk gebied | 3 636 | 5 090 | 11 783 | 12 496 | 7 632 | 1 599 | 342 |
Overige instrumenten stedelijk gebied | 732 | 1 104 | 1 087 | 1 008 | 688 | 687 | 685 |
Interreg | 2 823 | 3 275 | 2 845 | 2 468 | 2 069 | 2 188 | 1 861 |
Landelijke gebieden van nationaal belang verder ontwikkelen: | 7 928 | 15 538 | 45 255 | 9 109 | 7 885 | 8 447 | 6 330 |
FESBirk | |||||||
Onderzoeklandelijk gebied | |||||||
Subsidies landelijk gebied | 453 | 511 | 510 | 520 | 75 | 75 | 75 |
Overige instrumenten landelijk gebied | 930 | 1 310 | 390 | 400 | 410 | 410 | 410 |
Bufferzones | 6 545 | 11 190 | 8 360 | 6 072 | 5 283 | 5 845 | 5 845 |
Belverdere | 2 527 | 2 117 | 2 117 | 2 117 | 2 117 | 0 | |
Het Waddenfonds | 33 878 | ||||||
Apparaat artikel 5 (DGR) | 6 237 | 2 995 | 2 863 | 2 805 | 2 815 | 2 813 | 2 808 |
Ontvangsten: | 62 612 | 206 977 | 214 468 | 85 757 | 23 021 | 20 087 | 20 654 |
Grafiek 5.1. budgetflex in % per operationeel doel in het begrotingsjaar 2007
Operationeel doel:
1. Stedelijke gebieden van nationaal belang verder ontwikkelen
2. Landelijke gebieden van nationaal belang verder ontwikkelen
Bij «Stedelijke gebieden van nationaal belang verder ontwikkelen» bestaat de juridische verplichting in hoofdzaak uit € 32 mln voor FES projecten BIRK (Budget Investeringen Ruimtlijke Kwaliteit) en 180 mln voor de FES Nieuwe sleutelprojecten. Daarnaast zijn de kasreserveringen voor «Overige instrumenten stedelijk gebied» en Interreg volledig verplicht. Bij «Landelijke gebieden van nationaal belang verder ontwikkelen» is € 15 mln bestuurlijk verplicht. Het betreft € 11 mln voor bufferzones dat is toegezegd aan de provincies in het kader van ILG en € 2,5 mln Belvedere dat in het kader van bestuurlijke afspraken jaarlijks wordt overgeboekt naar het ministerie van OCW.
5.2. Operationele doelstelling
5.2.1. Stedelijke gebieden van nationaal belang verder ontwikkelen
• Om de leefbaarheid in de steden en de sociaal economische positie van steden te verbeteren;
• Om de kracht en diversiteit van de belangrijkste economische kerngebieden te versterken;
• Om bereikbare en toegankelijke recreatievoorzieningen in en rond steden te realiseren;
• Om nationale stedelijke netwerken te versterken.
Financieel
a. Subsidies Nieuwe Sleutelprojecten (NSP)
Het ontwikkelen en versterken van 6 centra in nationale stedelijke netwerken.
b. Subsidie Budget Investeringen Ruimtelijke Kwaliteit (BIRK)
Het ontwikkelen en versterken van 6 centra in nationale stedelijke netwerken met accent op kwaliteitsaspecten.
c. Programma Zuidvleugel
Versterking van het ruimtelijk-economisch profiel van de Zuidvleugel.
d. Strategische agenda Randstad
Het opstellen van een redenering/visie op de lange termijn ontwikkelingen (2040) van de Randstad (people, planet, profit) en de bijbehorende investeringen.
e. Nationale stedelijke netwerken
Het gericht ondersteunen door het Rijk van de nationale stedelijke netwerken en stedelijke centra.
f. Kabinetsstandpunt Schiphol
Het uitvoeren van het actieprogramma uit het kabinetsstandpunt.
Andere departementen, provincies, gemeenten en bedrijfsleven.
Tabel 5.3. Overzicht prestatie-indicatoren | ||
Prestatie-indicator | Basiswaarde | Streefwaarde |
ad a. | ||
Intensiteit en diversiteit ruimtegebruik in de omgeving van NSP. | Intensiteit wonen en werken:23,4 woningen per ha150,4 werkzame perso- nen per haFunctiemenging:6,4 werkzame personen per woning. | Meer dan de basiswaarde. |
ad b. | ||
Idem | Idem | Idem |
ad c. | ||
Versterking van de economie.Verbetering van de bereikbaarheid.Versterking van het woon- en leefklimaat in de Zuidvleugel | De reeds genomen Rijks- besluiten over investeringen in de fysieke leefomgeving in de Zuidvleugel | Realisatie van de doelen zoals nog te formuleren in de Zuidvleugelbrief die behandeld wordt in de Ministerraad van septem- ber 2006 en vervolgens wordt doorgestuurd naar de Tweede Kamer. |
ad d. | ||
Begin 2007 zal de visie op de Randstad aan de Eerste kamer en de Tweede Kamer worden aangeboden. | De moties Lemstra zijn het uitgangspunt. | Het kunnen anticiperen op lange termijn ontwik- kelingen, zoals bevol- kingsontwikkeling, klimaatverandering, macro-economische ontwikkelingen, verkeer en vervoer. |
ad e. | ||
Het aantal stedelijke netwerken dat een ontwikkelingsagenda heeft opgesteld.Het aantal stedelijke netwerken waarmee het Rijk afspraken heeft gemaakt en het scala van afspraken.Het aantal stedelijke netwerken dat een lange termijn visie en een lange termijn opgave in beeld heeft gebracht. | Nagenoeg de helft van alle stedelijke netwerkenheeft al een ontwikke- lingsagenda, afspraken gemaakt met het Rijk en een lange termijn visie en een lange termijn opgave in beeld gebracht. | Alle stedelijke netwerken. |
ad f. | ||
Schiphol mag groeien indien het stiller wordt.Aantal woningen in het bin- nengebied (58Lden en 20Ke).Aantal woningen in het buitengebied (48Lden). Het vrijspelen van locaties van de ruimtelijke beperkingen die voortvloeien vanuit het gebruik van Schiphol. | Het door Externe veiligheid en geluid geboden beschermingsniveau zoals vastge- legd in de eerste lucht- havenbesluiten 2004.Huidige ligging van het beperkingengebied en de 20Ke. | Het aantal woningen in het binnen- en buitengebied verkleinen. Het qua ligging verklei- nen van het beperkingengebied en de 20Ke-con- tour (of de L-den equiva- lent daarvan), opdat er, zonder aantasting van de capaciteit op Schiphol, meer ontwikkelingsruimte voor de omgeving ontstaat. |
5.2.2. Landelijke gebieden van nationaal belang verder ontwikkelen
• Om bijzondere landschappelijke en cultuurhistorische waarden te borgen en ontwikkelen;
• Om natuurwaarden te borgen en ontwikkelen;
• Om bereikbare en toegankelijke recreatievoorzieningen in en rond te steden te versterken;
• Om variatie tussen stad en land te versterken.
Wet- en regelgeving
a. Wet grondexploitatie;
b. Budget Investeringen Ruimtelijke Kwaliteit (BIRK);
c. Belvedere;
d. Bufferzones;
e. Permanente bewoning recreatiewoningen.
ad a. Het behouden en versterken van de balans tussen rood en groen/blauw.
ad b. Het laten aansluiten van samenhangende oplossingen voor functiecombinaties met water.
Het versterken van ecologische waarden.
Het laten toenemen van recreatiemogelijkheden voor stedelingen bij de structuurdragers in het gebied, zodanig dat gebiedseigen kenmerken worden behouden en deze meer identiteit worden gegeven.
ad c. Het versterken van bijzondere landschappelijke kwaliteit.
ad d. Het versterken van de recreatieve functie van bufferzones door het aankopen van gronden.
ad e. Het tegengaan van oneigenlijk gebruik van recreatiewoningen.
Andere departementen, provincies, gemeenten en bedrijfsleven
Tabel 5.4. Overzicht prestatie-indicatoren | ||
Prestatie-indicator | Basiswaarde | Streefwaarde |
ad a. | ||
Oppervlakte groen bij nieuwe woningen: ex-post evaluatie naar of rood en groen worden verevend. | 75 m2 groen per nieuw gebouwde woning. | |
ad b. | ||
De kwaliteitsdragers uit de monitoringsrapportages van de gemeenten. | NVT | per project gerealiseerd |
ad c. | ||
De opname van doelen en ambities op het gebied van cultuurhistorie in de uitvoe- ringsprogramma’s van alle 20 nationale landschappen. | NVT | In de uitvoerings-pro- gramma’s van alle 20 nationale landschappen zijn doelen en ambities op het gebied van cul- tuurhistorie opgenomen. |
ad d. | ||
Het oppervlak aangekochte gronden in Rijksbufferzones. | Verworven per 1 januari 2005:7453 ha waarvan 5539 ha recreatie en 1914 ha natuur. | Restanttaakstelling:In 2014 moet nog eens 1975 ha zijn aangekocht, waarvan 913 ha natuur en 1062 ha recreatie. |
ad e. | ||
Het aandeel recreatiewoningen dat onrechtmatig permanent wordt bewoond. | 2005:19% onrechtmatig bewoonde recreatiewoningen. | Het onrechtmatig gebruik moet worden verminderd. |
5.3. Overzicht beleidsonderzoeken
Tabel 5.5. Overzicht beleidsonderzoeken | |
Evaluatieonderzoeknaar | Uitkomsten naar de Tweede Kamer |
Monitoren doelbereiking Nota Ruimte* | September 2008 |
Beleidsdoorlichting Nota Ruimte | 2006/2007 |
Belevingsmonitor Nationale Landschappen | 2007 |
Overige beleidsevaluaties (waaronder ex ante): | |
Evaluatie regionale afstemming bedrijventerreinen | 2007 |
Evaluatie verstening landelijk gebied | 2007 |
Monitoringsonderzoek bouwen voor eigen bevolkingsaanwas | 2007 |
Evaluatie recreatief groen in en om de stad | 2007 |
Evaluatie landschappelijke kwaliteit | 2007 |
* Dit betreft een tweejaarlijkse rapportage over de mate van doelbereiking Nota Ruimte
Artikel 6. Beperken van klimaatverandering en grootschalige luchtverontreiniging
6.1. Algemene beleidsdoelstelling
6.1.1. Klimaatverandering door menselijke beïnvloeding tegengaan net als verzuring van het milieu en de aantasting van de gezondheid door luchtverontreiniging, door emissies door de industrie, de landbouw, het verkeer, de binnenvaart, de gebouwde omgeving en de consumenten te beperken
Om een duurzame samenleving te bereiken, waarin mens en natuur minder nadelige (gezondheids)effecten ondervinden van temperatuurstijging en van de uitstoot van schadelijke stoffen.
De overheid geeft het noodzakelijke wettelijke stelsel vorm, voert onderhandelingen over internationale verplichtingen in EU of andere internationale kaders en faciliteert, ook in financiële zin, de uitvoering van het beleid. VROM zet hierbij in op samenwerking in mondiaal en Europees kader en stimuleert dat milieubelangen meegenomen worden in de besluitvorming door overheden, het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties.
De Minister van VROM is direct verantwoordelijk voor het vormgeven van wettelijke kaders en het voldoen aan internationale verplichtingen. De Minister van VROM is indirect verantwoordelijk voor de uitvoering van het beleid als het gaat om aan de overheid gelieerde uitvoeringsinstanties.
Het behalen van deze doelstelling hangt af van:
• Voldoende medestanders in de internationale onderhandelingen over (middel)lange termijndoelen;
• Technische haalbaarheid van internationaal vastgestelde emissiereducties en plafonds;
• De mate waarin Nederland in staat is om met de andere lidstaten afstemming van Europese richtlijnen te bewerkstelligen.
Het algemene effect van dit doel is dat klimaatverandering door menselijke beïnvloeding en aantasting van mens en milieu door luchtverontreiniging wordt tegengegaan en dat er minder schadelijke stoffen worden uitgestoten. Concrete effectgegevens zijn opgenomen bij de operationele doelen.
Tabel 6.1. budgettaire gevolgen van beleid | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Bedragen x € 1 000 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
Verplichtingen: | 137 696 | 93 324 | 41 669 | 37 121 | 37 201 | 37 452 | 24 242 |
Uitgaven: | 59 868 | 80 720 | 101 784 | 104 662 | 110 374 | 98 371 | 85 540 |
Waarvan juridisch verplicht | 48 200 | 16 400 | 17 600 | 6 500 | 5 600 | ||
Programma: | 55 135 | 76 123 | 97 356 | 100 232 | 105 943 | 93 941 | 81 110 |
Realisatie Kyotoklimaatverplichtingen: | 42 159 | 54 127 | 74 448 | 81 667 | 87 337 | 82 376 | 73 314 |
Binnenlandse klimaatinstrumenten | 25 646 | 20 430 | 24 537 | 21 637 | 24 116 | 17 957 | 11 016 |
Clean Development Mechanism | 16 513 | 33 697 | 49 911 | 60 030 | 63 221 | 64 419 | 62 298 |
Beperken klimaatverandering door post-Kyoto afspraken: | 9 675 | 14 995 | 15 715 | 12 146 | 12 187 | 5 146 | 3 646 |
Beperken aantasting van de ozonlaag: | 0 | 250 | 250 | 250 | 250 | 250 | 250 |
Beperken van verzuring en grootschalige luchtverontreiniging: | 3 301 | 6 751 | 6 943 | 6 169 | 6 169 | 6 169 | 3 900 |
Apparaat artikel 6 (DGM) | 4 733 | 4 597 | 4 428 | 4 430 | 4 431 | 4 430 | 4 430 |
Ontvangsten: | 8 000 | 9 468 | 8 000 | 7 000 | 7 041 | 0 | 0 |
Grafiek 6.1. budgetflex in % per operationeel doel in het begrotingsjaar 2007
Operationeel doel:
1. Realisatie Kyoto klimaatverplichtingen
2. Beperken klimaatverandering door post-Kyoto afspraken
3. Beperken aantasting van de ozonlaag
4. Beperken van verzuring en grootschalige luchtverontreiniging
Bij het operationeel doel «Beperken klimaatverandering door post-Kyoto afspraken» zitten de bestuurlijk gebonden bedragen met name in de uitvoeringssfeer, bijvoorbeeld in het kader van het project intensivering ondersteuning bevoegd gezag in zijn streven naar vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. Bij het operationeel doel «Beperken van verzuring en grootschalige luchtverontreiniging» zitten de bestuurlijk gebonden uitgaven deels in de uitvoeringssfeer, bijvoorbeeld kosten die gepaard gaan met het uitvoeren van regelingen, deels in contributies ten behoeve van internationale organisaties.
6.2. Operationele doelstellingen
6.2.1. Realisatie Kyoto-klimaatverplichtingen
Om klimaatverandering door menselijke beïnvloeding tegen te gaan.
• Maken van een jaarlijkse tussentijdse afweging waarmee de voortgang van het klimaatbeleid wordt bewaakt. De Tweede Kamer zal via een brief over de resultaten van deze afweging worden geïnformeerd;
• Opstellen van een beleidsbrief van VROM en EZ aan de Tweede Kamer over instrumentering en aanverwante zaken rond schoon fossiel en CO2-opslag;
• Reparatie van nationale wet- en regelgeving inzake emissiehandel;
• Nationale evaluatie van emissiehandel en opstellen van een beleidsbrief. Start met implementatie van verbeteringen en met de voorbereiding van het ZBO-schap van de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa), als daartoe besloten wordt naar aanleiding van de evaluatie;
• Nu de totale reductiedoelstelling bij het Clean Development Mechanism (CDM) is afgedekt met raamcontracten en Memoranda of Understanding (MoU) met China en Indonesië, worden in 2007 m.n. de laatste koopcontracten getekend en gaan de daadwerkelijke leveringen plaatsvinden van de voor 2007 gecontracteerde emissiereducties.
NB: bepaalde maatregelen die genomen worden ter uitvoering van de Beleidsnota Verkeersemissies en die genoemd worden bij operationeel doel 8.2.4 – Bevorderen van duurzame mobiliteit (zie aldaar), dragen tevens bij aan het realiseren van de Kyoto-klimaatverplichtingen.
In de periode 2008–2012 moet de emissie van de broeikasgassen CO2, CH4, N2O, HFK’s, PFK’s en SF6 met 6% worden gereduceerd ten opzichte van het basisjaar 1990 (voor HFK’s, PFK’s en SF6 is dat 1995). Dit betekent een maximaal toegestaan emissieniveau van 202 Mton CO2-equivalenten per jaar in de periode 2008–2012. Om dit niveau te bereiken heeft Nederland ervoor gekozen de nationale emissies te beperken tot gemiddeld 222 Mton, en daarnaast gemiddeld 20 Mton per jaar buiten Nederland te reduceren door middel van Joint Implementation (JI) en het Clean Development Mechanism (CDM).
Begin 2004 is de binnenlandse taakstelling «vertaald» naar streefwaarden voor de departementen. Hiermee is transparant geworden welke inspanning per sector/doelgroep wordt gevraagd. In de Evaluatienota Klimaatbeleid 2005 en in de brief aan de Tweede Kamer over de nadere integrale afweging klimaatbeleid van 21 april 2006, kamerstukken II,2005–2006, 28 240, nr. 43, zijn deze streefwaarden op grond van rekenkundige aanpassingen in het kader van het National Inventory Report 2005 bijgesteld.
De nieuwe streefwaarden zijn nu als volgt:
Tabel 6.2. Prestatiegegevens binnenlands klimaatbeleid | |
Industrie/elektriciteit | 109,2 Mton |
Landbouw | 7,6 (8,2)* Mton |
Gebouwde omgeving | 28,3 Mton |
Verkeer | 38,7 Mton |
Totale max. CO2-emissie | 184,4 Mton |
Overige broeikasgassen | 35,4 Mton |
Maximale emissie broeikasgassen | 219,8 Mton |
* Bij toename van het areaal glastuinbouw tot 11 500 hectare of meer, wordt de CO2-streefwaarde voor de landbouw verhoogd van 7,6 Mton tot maximaal 8,2 Mton.
Tabel 6.3. Prestatiegegevens CDM (x 1 Mton) | ||||
Getekende koopcontracten | Door de Executive Board goedgekeurde projecten | Gegenereerde emissiereducties | Door de Executive Board gecertificeerde emissiereducties | |
2003 | 1,9 | 0,3 | ||
2004 | 1,5 | 2,5 | 0,8 | |
2005 | 22,5 | 3,0 | 1,5 | |
Subtotaal | 25,9 | 5,5 | 2,6 | |
2006 | 34,1 | 49,5 | 4,0 | 2,6 |
2007 | 7,0 | 12,0 | 7,6 | 4,0 |
2008 | 10,3 | 7,6 | ||
2009 | 10,8 | 10,3 | ||
2010 | 10,8 | 10,8 | ||
2011 | 10,9 | 10,8 | ||
2012 | 10,0 | 10,9 | ||
2013 | 10,0 | |||
Subtotaal | 41,1 | 61,5 | 64,4 | |
Totaal | 67,0 | 67,0 | 67,0 | 67,0 |
6.2.2. Beperken klimaatverandering door post-Kyoto afspraken
Om klimaatverandering door menselijke beïnvloeding tegen te gaan.
• Verschijnen van het kabinetsstandpunt naar aanleiding van een interdepartementaal beleidsonderzoek ten behoeve van post-Kyoto klimaatbeleid. De opvattingen van burgers zullen hierbij worden gepeild;
• Inzetten in internationale fora op het in samenhang realiseren van de ambities voor klimaat, energievoorzieningszekerheid, luchtkwaliteit en concurrentie.
Vertrekpunt voor het «post-Kyoto beleid» zijn de maximale emissieniveaus die gerealiseerd moeten zijn in de Kyoto-periode 2008–2012. Het nagestreefde doel is de klimaatverandering te beperken tot een maximale temperatuurstijging van 2°C ten opzichte van de periode voor de industriële revolutie (1870). Dat betekent dat wordt gestreefd naar beleid van ontwikkelde landen gericht op emissiereducties in ordegrootte van 15–30% in 2020 en 60–80% in 2050 ten opzichte van 1990/1995. Behalen van de doelstelling is mede afhankelijk van het meedoen van belangrijke emitterende landen als India, China en Brazilië en het op gang komen van wereldwijde emissiehandel.
6.2.3. Beperken aantasting van de ozonlaag
Om gezondheidsproblemen, met name huidkanker en oogproblemen, te voorkomen. Er is een nauwe relatie tussen aantasting van de ozonlaag en klimaatverandering door menselijke beïnvloeding.
Jaarlijkse voortgangsrapportage aan de Europese Commissie.
Uitgangspunt van het beleid is het streven naar de terugkeer van de concentraties van ozonlaagafbrekende stoffen op het niveau van vóór het «gat in de ozonlaag» (1980–1990, de basiswaarde). Onder het Montreal Protocol zijn derhalve afspraken gemaakt over de afbouw van de productie en de consumptie van deze stoffen, waarbij voor iedere stof afzonderlijke tijdpaden voor de uiteindelijke uitfasering zijn uitgezet. Via aanpassingen van het protocol zijn deze afspraken steeds strenger gemaakt. De reductieschema’s voor ontwikkelde landen zijn strenger dan voor ontwikkelingslanden.
Ieder jaar wordt aan de Europese Commissie gerapporteerd over de productie- en consumptiecijfers van ozonlaagafbrekende stoffen (in volume en aantastingseffect). De Commissie dient deze gegevens namens de gehele EU in bij UNEP. Deze cijfers worden jaarlijks door het Ozon Secretariaat verwerkt in de «ODS Production and Consumption Figures» en geven weer of partijen voldoen aan de afgesproken reductiemaatregelen onder het Montreal Protocol. De cijfers zijn openbaar en dienen ook als input voor de controle door het nalevingscomité.
Daarnaast geeft Nederland in andere rapportages aan de Europese Commissie weer hoe zij de Verordening uitvoert (onder andere het gebruik, beperking van emissies, inspecties op de uitvoering door bedrijven en de ontwikkeling van alternatieven). Onvoldoende uitvoering leidt tot ingebrekestelling met de gebruikelijke sancties.
De effecten van het beleid zijn met name af te leiden uit de concentraties ozonlaag-aantastende stoffen in de stratosfeer en de diameter van het gat (gemeten over enkele jaren). Eind 2006 wordt de analyse van het Scientific Assessment Panel onder het Montreal Protocol verwacht. Het vorige Assessment Report is in 2003 uitgebracht. Conclusies destijds waren dat de concentraties chloor in de stratosfeer afnamen en dat het Montreal Protocol derhalve effectief leek. Enig herstel werd rond het midden van deze eeuw verwacht, alhoewel klimaatverandering en broeikasgassen dit herstel kunnen vertragen. Daarnaast geven de door partijen gerapporteerde productie en consumptiecijfers inzicht in de uitfasering van deze stoffen. Meest recente uitgave is «Production and Consumption of ODS under the Montreal Protocol, 1986–2004».
6.2.4. Beperking verzuring en grootschalige luchtverontreiniging
Om verzuring en andere aantasting van mens en milieu door luchtverontreiniging te beperken en door emissies door de industrie, de landbouw, het verkeer, de gebouwde omgeving en de consumenten te reduceren. Uit het in 2005 verschenen Nationaal Luchtkwaliteitsplan blijkt dat Nederland voor met name fijn stof en NO2 de gestelde normen niet zal kunnen realiseren. Het is daarom noodzakelijk enerzijds een aanvullend luchtkwaliteitspakket te formuleren en anderzijds met de EC overleg te plegen over mogelijkheden tot aanpassing of uitstel van de EU-regelgeving. In een voorstel tot een samenvoegingsrichtlijn voor de drie dochterrichtlijnen zal de Commissie hierop terugkomen. Naar verwachting kan Nederland met de EU-herziening Dochterrichtlijn Lucht de normen voor fijn stof (2005) en NO2 (2010), op lokale overschrijdingen na, wel realiseren. Hiervoor is wel het aanvullend beleid van het Prinsjesdag-pakket nodig en meer ruimte binnen het EU-beleid. Over dit laatste wordt in oktober 2006 besluitvorming verwacht.
Bij de onderdelen 8.2.2. en 8.2.4 is de aanpak opgenomen met betrekking tot de verbetering van lokale luchtkwaliteit respectievelijk het bevorderen van duurzame mobiliteit.
• Een goede Nederlandse inzet in de onderhandelingen over de nieuwe NEC-richtlijn (in 2007/2008) met emissieplafonds voor 2020, als vervolg op de EU-evaluatie in 2006. De onderhandelingsinzet komt interdepartementaal tot stand;
• Afspraken maken met betrokken sectoren over de realisatie van de NEC-plafonds;
• Aanbieden (begin 2007) van het Luchtkwaliteitsplan 2006 (het bestrijdingsplan zoals voorgeschreven door de EU) aan de Tweede Kamer. Dit plan geeft aan hoe de overschrijdingen in 2006 van de luchtkwaliteit aangepakt worden.
• Algemeen: indicatoren zijn de emissieniveaus voor de diverse verzurende en luchtverontreinigende stoffen. Voor de (middel)lange termijn (2005 en 2010) zijn tussendoelen vastgesteld voor luchtkwaliteit en emissies. Over de emissiedoelen is in 2003 gerapporteerd in de notitie «Erop of eronder» (de Uitvoeringsnotitie emissieplafonds verzuring en grootschalige luchtverontreiniging 2003), zie onderstaande tabel.
• Voor wat betreft SO2 en NOx wordt volgens de referentieraming met het huidige vastgestelde beleid het plafond vooralsnog niet gehaald. Bij de NEC-evaluatie in 2006 wordt bekeken in hoeverre met intensivering van het beleid de plafonds naar verwachting wel gerealiseerd kunnen worden. Hierover zal in het najaar van 2006 (rond of na Prinsjesdag, afhankelijk van afronding van het overleg met de doelgroepen) aan de Tweede Kamer worden gerapporteerd.
• Voor de prestatie-indicatoren met betrekking tot lokale luchtkwaliteit wordt verwezen naar tabel 8.2 bij onderdeel 8.2.2.
Tabel 6.4. Emissies 1980, 1990, 2000 en 2004, doelstellingen en prognose 2010 (Kton/jr) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
1980 | 1990 | 2000 | 2004 | 2010 | |||
Gotenburg Protocol | NEC-Richtlijn | Raming | |||||
SO2 | 481 | 191 | 75 | 65 | 50 | 50 | 66 |
NOx | 596 | 576 | 414 | 379 | 266 | 260 | 277 |
NH3 | 234 | 249 | 152 | 134 | 128 | 128 | 126 |
VOS | 569 | 493 | 269 | 181 | 191 | 185 | 170 |
Bron: Milieubalans MNP 2006
Tabel 6.5. Sectorplafonds van de doelgroepen voor 2010 (Kton) | ||||
SO2 | NOx | NH3 | VOS | |
Industrie | 11,5 | } 65 | 3 | } 61 |
Energie | 13,5 | – | ||
Raffinaderijen | 14,5 | – | ||
Consumenten | 1 | 12 | 7 | 29 |
HDO* en Bouw | 1 | 7 | 1 | 33 |
Landbouw | 0 | 5 | 96 | 1 |
Verkeer | 4 | 158 | 3 | 55 |
Onverdeeld b) | 4,5 | 13 | 18 | 6 |
Totaal a) | 50 | 260 | 128 | 185 |
Bron: «Erop of eronder», uitvoeringsnotitie emissieplafonds verzuring en grootschalige luchtverontreiniging 2003 (bijlage bij kamerstukken II, 2003–2004, 28 663 XI, nr. 12).
* HDO = Handel, Diensten en Overheid emissietaakstelling 2010 (Kton/jaar) volgens de NEC-richtlijn.
6.3. Overzicht beleidsonderzoeken
Tabel 6.6. Overzicht onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid: | |||
Soort onderzoek | Onderwerp | AD/OD | A. StartB. Afgerond |
Beleidsdoorlichting | Klimaatbeleid(realisatie Kyoto-doelstelling) | OD 6.2.1 | 2004–2005 |
Effecten onderzoek ex post | Emissiehandel | OD 6.2.1 | 2006–2007 |
Overig evaluatieonderzoek: | – Convenant benchmarking | OD 6.2.1 | 2003–2004 |
– Toepassing schoon fossiel-technieken in NL | OD 6.2.1 | 2006–2006 | |
– Streefwaarden sectoren overige broeikasgassen | OD 6.2.1 | 2005–2006 | |
– Streefwaarden sectoren Industrie | OD 6.2.1 | 2006–2007 | |
– Demonstratieproject «CRUST» | OD 6.2.1 | 2006–2006 | |
– UN/ECE: Heavy Metal en POP-protocollen | OD 6.2.1 | 2003–2006 | |
– 1e Dochterrichtlijn SO2, NO2, Pb, fijn stof | OD 6.2.4 | 2003–2005 | |
– Toekomstige verplichtingen NEC en Gothenburg protocol | OD 6.2.4 | 2006–2007 | |
– Halen internationale emissie-plafonds SO2 c.a. | OD 6.2.4 | 2006–2006 | |
– Richtlijn luchtkwaliteit | OD 6.2.4 | 2005–2006 |
Artikel 7. Verbeteren van de milieukwaliteit van water en bodem
7.1. Algemene beleidsdoelstelling
7.1.1. De verbetering van de milieukwaliteit van water en bodem bevorderen
Om een duurzame milieukwaliteit van het bodem- en watersysteem te realiseren. En om in samenhang daarmee:
• Gebiedsspecifieke rijksmilieudoelen te realiseren;
• Een ecologisch duurzame landbouw te realiseren;
• Een optimale waterketen veilig te stellen;
• Een verantwoord gebruik van de bodem te garanderen;
• Een duurzaam gebruik van de biodiversiteit te bevorderen en ecosystemen in te zetten voor het realiseren van milieukwaliteitsdoelen in bijvoorbeeld de landbouw.
De Minister van VROM is verantwoordelijk voor het ontwikkelen van generiek en gebiedsspecifiek rijksbeleid en het faciliteren van de uitvoering daarvan door andere overheden, burgers en bedrijven. Voor water betreft dit vooral de normstelling voor grond- en oppervlaktewater; de beheersverantwoordelijkheid ligt bij de Minister van V&W.
De Minister van VROM is verantwoordelijk voor de milieukwaliteit van de EHS en VHR. Voor wat betreft de landbouw gaat het vooral om de milieukaders die voortvloeien uit de normstelling voor bodem en grond- en oppervlaktewater, alsmede om duurzaam gebruik van biodiversiteit.
De Minister van LNV is verantwoordelijk voor de realisatie van de EHS en voor het sectorale beleid Duurzame Landbouw (implementatie van het mestbeleid en beleid voor gewasbeschermingsmiddelen).
De Minister van VROM is medeverantwoordelijk voor beleidsvoorstellen van andere ministers, waar deze consequenties hebben voor de milieukwaliteit van het bodem- en watersysteem.
De Minister van VROM coördineert de kabinetsbijdrage aan het Europees milieubeleid en aan beleid ten dienste van duurzame ontwikkeling op mondiaal niveau (bijvoorbeeld duurzaam gebruik bodem en water als natuurlijke hulpbronnen).
Meetbare effectgegevens zijn opgenomen bij de operationele doelen.
Tabel 7.1. Budgettaire gevolgen van beleid | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Bedragen x € 1 000 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
Verplichtingen: | 637 112 | 165 097 | 190 279 | 157 608 | 160 853 | 321 674 | 339 678 |
Uitgaven: | 179 504 | 168 168 | 174 174 | 184 153 | 187 613 | 215 871 | 233 675 |
Waarvan juridisch verplicht | 154 600 | 134 400 | 135 700 | 159 700 | 4 600 | ||
Programma: | 174 450 | 163 509 | 169 561 | 179 538 | 182 997 | 211 256 | 229 060 |
Verbeteren van de milieukwaliteit van de bodem: | 1 360 | 2 140 | 2 194 | 2 226 | 2 226 | 2 233 | 2 233 |
Saneren van verontreinigde bodems: | 167 647 | 155 529 | 135 764 | 141 371 | 142 297 | 167 078 | 194 173 |
Verbeteren van de milieukwaliteit van water: | 514 | 1 364 | 13 724 | 13 705 | 13 702 | 13 709 | 13 709 |
Bevorderen van gebiedsspecifieke milieumaatregelen in het landelijke gebied: | 514 | 859 | 13 102 | 17 628 | 21 665 | 25 872 | 16 796 |
Bevorderen van duurzame landbouw: | 4 415 | 3 617 | 4 777 | 4 608 | 3 107 | 2 364 | 2 149 |
Apparaat artikel 7 (DGM) | 5 054 | 4 659 | 4 613 | 4 615 | 4 616 | 4 615 | 4 615 |
Ontvangsten: | 39 145 | 34 300 | 15 100 | 15 000 | 13 500 | 200 | 0 |
Grafiek 7.1. budgetflex in % per operationeel doel in het begrotingsjaar 2007
Operationeel doel:
1. Verbeteren van de milieukwaliteit van de bodem
2. Saneren van verontreinigde bodems
3. Verbeteren van de milieukwaliteit van water
4. Bevorderen van gebiedsspecifieke milieumaatregelen in het landelijke gebied
5. Bevorderen van duurzame landbouw
Bij het operationeel doel «Verbeteren van de milieukwaliteit van water» zitten de bestuurlijk gebonden bedragen met name in de uitvoeringssfeer, bijvoorbeeld de uitvoering van de wettelijke taak van de Commissie van Deskundigen ex artikel 17 van het Waterleidingbesluit. Bij het operationeel doel «Bevorderen van gebiedsspecifieke milieumaatregelen in het landelijke gebied» zijn de bestuurlijk gebonden bedragen de gelden die beschikbaar zijn voor de herstructurering van de melkveehouderij.
7.2. Operationele doelstellingen
7.2.1 Verbeteren milieukwaliteit bodem
• Om de chemische, fysische en biologische bodemkwaliteit te realiseren, die vereist is voor een optimale benutting van de kansen van het bodemsysteem. Dat wil zeggen geen nadelige effecten meer van handelingen op de bodem en «de juiste functie op de juiste plek» om onnodige beheerskosten en functieverlies van de bodem te voorkómen;
• Om nieuwe verontreinigingen en aantastingen van het bodemsysteem «zoveel als redelijkerwijs mogelijk» te voorkómen;
• Om de gebruiksmogelijkheden van de al verontreinigde(water)bodems te optimaliseren. Daarbij is essentieel dat de gewenste bodemkwaliteit bestuurlijk wordt vastgesteld.
• Actualisatie Nederlandse Richtlijn Bodembescherming bedrijfsmatige activiteiten;
• Oplevering van een handreiking met referenties voor een goede bodembiologische kwaliteit van landbouwgronden en natuurgebieden en maatregelen om die te bereiken;
• Vaststellen contouren digitaal bodemfunctie- en bodemkwaliteitskaartsysteem.
Tabel 7.2. Prestatie-indicatoren milieukwaliteit bodem | ||||||
Prestatie-indicator | Basiswaarde | Peildatum | Streefw. 1 | Periode | Streefw. 2 | Periode |
Monitoring gegevens bodemkwaliteit | Huidige kwaliteit op grond van milieubalans en landsdekkend beeld | 2006 | Ten minste standstill | 2007 | Ten minste standstill | 2008 |
Aantal, % vastgelegde gebieden op bodem-kwaliteitskaarten | 0 (0%) | 2006 | 20 (5%) | 2007 | 100 (25%) | 2008 |
7.2.2. Saneren van verontreinigde bodems
Om gezondheidsrisico’s weg te nemen of te beheersen en om beperkingen voor grondgebonden en economische ontwikkelingen weg te nemen (zie ook brief Voortgang bodemsanering,kamerstukken II, 2004–2005, 28 199 XI, nr. 11).
Uiterlijk in 2015 zullen in alle gevallen waarbij op basis van het huidige gebruik onaanvaardbare risico’s zijn geconstateerd, maatregelen zijn genomen om die risico’s weg te nemen of te beheersen.
Het rijk zal vanuit het bodemsaneringsbeleid tot uiterlijk 2030 het wegnemen van beperkingen bij grondgebonden ruimtelijke en economische ontwikkelingen faciliteren. Criterium daarbij is dat door de aanwezigheid van bodemverontreiniging geen stagnatie mag optreden in gewenste ontwikkelingen.
Vanuit het FES is voor 2006 € 12,5 mln en voor 2007 t/m 2009 wordt € 37,5 mln extra beschikbaar gesteld voor de sanering van spoedeisende gevallen van bodemverontreiniging. Het gaat in al deze gevallen om het versneld wegnemen van ernstige verontreinigingen die economische ontwikkelingen in de weg staan. In concreto gaat het onder andere om projecten gerelateerd aan de ontwikkeling van de Stormpolder in Krimpen a/d IJssel (EMK-terrein), de herinrichting van delen van de Brabantse en Limburgse Kempen en de uitbreiding van een bedrijfsterrein in Olst.
• Uitvoeren, onderhouden en ontwikkelen van de Wet bodembescherming en daarop gebaseerde besluiten. In 2007 zullen in wet- en regelgeving instrumenten worden opgenomen voor een gevalsoverstijgende aanpak en voor beheer van de ondergrond met name het grondwater (Toekomstagenda);
• Verlenen van subsidies in het kader van het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing en Investeringsbudget Landelijk Gebied. Verlenen van subsidies aan provincies en gemeenten op grond van de Wet bodembescherming, subsidieregeling voor de sanering van in gebruik zijnde en blijvende bedrijfsterreinen, convenant met de textielbranche;
• Kennisontwikkeling en kennisoverdracht door de Stichting Kennisontwikkeling en -overdracht Bodembeheer (SKB) en kennisoverdracht en ondersteuning aan het midden- en kleinbedrijf door het Bodemcentrum;
• Ondersteuning van het Bevoegd Gezag door Bodem+ bij de uitvoering van het bodemsaneringsbeleid;
• Ondersteunen en faciliteren van lokale overheden bij het invullen van hun (decentrale) bodembeleid door het subsidiëren van de ontwikkeling van een handreiking voor het invullen van lokale bodemambities en de instrumenten voor de implementatie hiervan. Betreft zogeheten risicobeoordelingsmethodieken.
Tabel 7.3. Indicatoren kennisontwikkeling bodemkwaliteit | ||||||
Prestatie-indicator | Basiswaarde | Peildatum | Streefw. 1 | Periode | Streefw. 2 | Periode |
– Percentage informatie-inwinningen over bodemkwaliteit bij onroerend-goed transacties | 0 | 1-1-2005 | 37% | 2007 | 75% | 2010 |
– Aantal geregistreerde gebruikers handleiding beheer en herstel bodem-kwaliteit (max. 2000) | 0 | 1-1-2005 | 1 250 (63%) | 2007 | 2000 (100%) | 2010 |
Tabel 7.4. Indicatoren Bodemonderzoeken en bodemsaneringen | ||||||
Prestatie-indicator: | Werkvoorraad | Peildatum | Te realiseren productie | Periode | Streefw 2 | Periode |
– Oriënterende onderzoeken in stedelijk gebied (ISV) | 30 000 | 1-1-2005 | 500 | 2007 | 0 | 2030 |
– Oriënterende onderzoeken in landelijk gebied (Wbb) | 30 000 | 1-1-2005 | 400 | 2007 | 0 | 2030 |
– Oriënterende onderzoeken in eigen beheer | 100 000 | 1-1-2005 | 600 | 2007 | 0 | 2030 |
– Nadere onderzoeken in stedelijk gebied (ISV) | 7 500 | 1-1-2005 | 130 | 2007 | 0 | 2030 |
– Nadere onderzoeken in landelijk gebied (Wbb) | 7 500 | 1-1-2005 | 100 | 2007 | 0 | 2030 |
– Nadere onderzoeken in eigen beheer | 60 000 | 1-1-2005 | 1 100 | 2007 | 0 | 2030 |
– Saneringen in stedelijk gebied (ISV) | 3 000 | 1-1-2005 | 50 | 2007 | 0 | 2030 |
– Saneringen in landelijk gebied (Wbb) | 3 000 | 1-1-2005 | 30 | 2007 | 0 | 2030 |
– Saneringen in eigen beheer | 54 000 | 1-1-2005 | 1 000 | 2007 | 0 | 2030 |
7.2.3. Verbeteren milieukwaliteit water
Om de milieukwaliteit van het water te verbeteren, benaderd vanuit de facetten watersysteem en watergebruik.
Watersysteem:
Om de milieukwaliteit van water voor nu en in de toekomst te kunnen waarborgen, is het noodzakelijk dat de gewenste kwaliteit (algemeen of passend bij de functie) van het water wettelijk en/of bestuurlijk wordt vastgelegd. De vast te stellen doelen vloeien voort uit Europese waterrichtlijnen (Kaderrichtlijn Water, Grondwater-richtlijn, Richtlijn Prioritaire Stoffen, Zwemwaterrichtlijn). De doelstellingen bestaan uit biologische, fysische, chemische en bacteriologische componenten. Tevens moet verontreiniging van het water en ontstaan van afvalwater «zo veel als redelijkerwijs mogelijk is» worden voorkomen.
Watergebruik:
Om voor het watergebruik een duurzame veiligstelling van een optimale waterketen (de drink- en industriewatervoorziening, riolering en afvalwaterzuivering) op een transparante wijze te waarborgen tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten. Daarbij dienen de publieke belangen (gezondheid, milieu en bescherming gebonden klanten) eveneens goed te zijn gewaarborgd.
• Rapportage uitbrengen over mogelijke impulsen voor anders omgaan met regenwater;
• Uitvoeren informatiecampagne ter versterking van het handelingsperspectief van de consument over watergebruik;
• Integraal uitvoeringsprogramma voor de aanpak van diffuse waterverontreiniging;
• Inwerkingtreding van het Besluit lozingen niet-inrichtingen;
• Opstellen rapportage drinkwaterkwaliteit 2006;
• Van kracht worden Drinkwaterwet en bijbehorend besluit (ter vervanging van Waterleidingwet en -besluit);
• Juridische implementatie Zwemwaterrichtlijn (Besluit hygiëne en veiligheid baden en zwemgelegenheden (Bhvbz) en Besluit waterkwaliteit).
Tabel 7.5. Prestatie-indicatoren | ||||
Prestatie-indicator | Basiswaarde | Peildatum | Streefwaarde | Periode |
– Percentage meetresultaten dat voldoet aan de wettelijke normen voor drinkwaterkwaliteit | 99,9% | 2004 | 99,9% | 2007 |
– Percentage nieuwe materialen en chemicaliën die in contact staan met drinkwater t.o.v. het totaal aantal nieuwe materialen en chemicaliën met erkende kwaliteitsverklaringen | – | 100% | 2007 | |
– Mate van voldoen van drinkwaterbedrijven aan basisbeveiligingsniveau | 50% | 2003 | 100% | 2007 |
– Gemeten voortgang (o.b.v. een nog te ontwikkelen systematiek) in de samenwerking in de waterketen | – | Nader te bepalen | ||
– Percentage gesaneerde huishoudelijke lozingen in het buitengebied | ca. 5% | 2002 | 100% | 2007 |
– Aantal oppervlakte- en grondwaterlichamen (in ha) t.o.v. het totaal van oppervlakte- en grondwaterlichamen waarvan de gemeten waarden (ecologische, chemische en kwantitatieve parameters) voldoen aan de geldende normen in KRW en EMS | – | – | Nader te bepalen | 2015 |
– Percentage locaties t.o.v. het totaal aantal locaties, waarvan de actuele waterkwaliteit voldoet aan de geldende normen die gesteld zijn aan de gestelde gebruiksfunctie van de locatie | – | – | Nader te bepalen | 2015 |
– Percentage zwemlocaties die voldoen aan Zwemwaterrichtlijn | 92% zoet99% zout | 20052005 | 100%100% | 20152015 |
7.2.4. Bevorderen gebiedsspecifieke milieumaatregelen in het landelijk gebied
• Om de vereiste milieucondities voor de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), de Vogel Habitat Richtlijn-gebieden (VHR) en de waterwingebieden te realiseren;
• Om het gewenste gebruik van biodiversiteit buiten de EHS te behouden of te verkrijgen;
• Om het gewenste duurzame gebruik van de bodem te bevorderen;
• Om een duurzame productie in de landbouw en andere sectoren te bevorderen.
• Programma voor een versterking van de onderbouwing en uitvoering van het regionale milieu- en waterbeleid (inclusief verdrogingsbestrijding) voor de EHS- en VHR-gebieden;
• Vormgeving van een kennis en leertraject rondom ILG-pilots duurzaam bodemgebruik en duurzame productie in de landbouw, in samenwerking met LNV en LTO;
• Opstarten onderzoeks- en communicatieprogramma voor de ecobalans;
• Opstarten programma «Biodiversity & Business».
Prestatie-indicatoren:
• Prestatie-indicatoren, basiswaarde en streefwaarde worden tot nu toe veelal op landelijk schaalniveau geformuleerd en zijn terug te vinden in onder andere de jaarlijkse Milieubalans van het MNP en de website Milieu- en Natuurcompendium;
• In het kader van ILG brengen de provincies de milieukwaliteit van de EHS en VHR-gebieden in beeld voor de vochttoestand (verdroging), zuurgraad (verzuring) en voedselrijkdom (vermesting). De Kaderrichtlijn Water bepaalt dat de waterbeheerders de (chemische) waterkwaliteit in de EHS en VHR-gebieden in beeld brengen.
Basiswaarden:
• De provincies hebben in 2006 een nulmeting uitgevoerd van de milieukwaliteit in de EHS en VHR-gebieden. Voor de milieuthema’s verdroging, verzuring en vermesting geven ze aan hoe groot het milieukwaliteitstekort is uitgedrukt in klassen: zeer ernstig, ernstig, matig, geen. Het milieukwaliteitstekort is het verschil tussen de actuele milieukwaliteit en de streefwaarde.
Streefwaarden:
• De streefwaarde is de milieukwaliteit die noodzakelijk is om de instandhoudings-doelstellingen van de VHR te realiseren of de natuurdoeltypen van de EHS. Elke instandhoudingsdoelstelling en elk natuurdoeltype heeft zijn eigen streefwaarden voor vochttoestand, zuurgraad en voedingstoestand.
Planning:
Tabel 7.6. Indicatoren milieukwaliteit in het landelijke gebied | ||||||
Prestatie-indicator | Basiswaarde | Peildatum | Streefw. 1 | Periode | Streefw. 2 | Periode |
Milieukwaliteit EHS/VHR | Nulmeting door provincies | 2006 | Milieukwaliteit in overeenstemming met instandhou-dingsdoelstellingen VHR | 2015 | Milieukwaliteit in overeenstemming met natuurdoeltypen EHS | 2027 |
7.2.5. Bevorderen van duurzame landbouw
Om een ecologisch duurzaam gebruik en beheer van bodem, water, lucht en overige natuurlijke hulpbronnen door de agrarische sector te bevorderen, met een «juiste» ruimtelijke inpassing in het landelijk gebied en een goede kwaliteit van de leefomgeving.
Ammoniak en geur:
• Verkleining van het areaal natuur waarop de zoneringsmaatregelen van toepassing zijn overeenkomstig het Regeerakkoord 2003;
• Modernisering algemene regels voor landbouwbedrijven (in het kader van de modernisering/herijking VROM-regelgeving);
• Samenvoegen bestaande AMvB’s en uitbreiden werkingssfeer met belangrijk deel van de intensieve veehouderij (opheffen vergunningplicht voor circa 11 000 (intensieve) veehouderijen).
Gewasbescherming:
• Vaststellen van beleidsconclusies die voortvloeien uit de tussenevaluatie van de Nota duurzame gewasbescherming die heeft plaatsgevonden in 2006 en de brief terzake aan de Tweede Kamer.
Mest/Nitraat:
• Evaluatie van de Meststoffenwet en uitbrengen van beleidsconclusies (waaronder concreet: vaststellen van de stikstof-gebruiksnormen voor akkerbouwgewassen voor het zandgebied voor 2008 en 2009);
• In het kader van het Derde Nederlandse Actieprogramma inzake de Nitraatrichtlijn (91/676/EEG) dient Nederland de Europese Commissie uiterlijk 15 juni 2008 te rapporteren over de resultaten van het beleid in de periode december 2003 tot en met december 2007. Voorbereidingen voor deze rapportage starten in 2007;
• Aan het eind van 2007 zal een bijgewerkte, en zo nodig aangepaste, versie van het Derde Actieprogramma worden uitgebracht.
• Ammoniak: Afname ammoniakemissie en zonering rondom natuurgebieden;
• Gewasbeschermingsmiddelen: Vermindering milieubelasting;
• Meststoffen: daling van nitraatgehalte in grondwater en vermindering eutrofiëring;
• Voor de basis- en streefwaarden per jaar wordt verwezen naar tabel 7.7.
Tabel 7.7. Indicatoren duurzame landbouw | ||||||
Prestatie-indicator | Basiswaarde | Peildatum | Streefw. 1 | Periode | Streefw. 2 | Periode |
– Ammoniak; totale emissie van alle doelgroepen (bron: Milieubalans2005) | 130 kiloton | 2003 | 128 kiloton | 2010 (Europees) | 100 kiloton | 2010 (nationale inspanning NMP-4) |
– Gewasbeschermingsmiddelen; procentuele vermindering van de milieubelasting t.o.v. 1998 (bron: Nota duurzame gewasbescher- ming) en realiseren van een milieu-kwaliteit voor oppervlakte-water die een stap verder gaat dan MTR | 50% | 2001 | 75% | 2005 | 95% | 2010 |
– Meststoffen; nitraatgehalte in het grondwater (bron: Milieu-balans 2005) | 90 mg/l zandgrond | 2002 | 50 mg/l | 2009 |
De transitie naar een duurzame landbouw is in 2030 gerealiseerd.
7.3. Overzicht beleidsonderzoeken
Tabel 7.8. Overzicht onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid: | |||
Soort onderzoek | Onderwerp onderzoek | Alg.doel/ Op.doel | A. StartB. Afgerond |
Beleidsdoorlichting | Effectiviteit beleid inzake: | ||
– verbeteren van de milieukwaliteit van water en bodem | AD 7.1.1 | B. 2011 | |
- verbeteren milieukwaliteit bodem | OD 7.2.1 | B. 2011 | |
– maatschappelijke kosten/baten-analyse bodemsanering | OD 7.2.2 | A. 2006 | |
- verbeteren milieukwaliteit water | OD 7.2.3 | B. 2007 | |
– bevorderen gebiedsspecifieke milieumaatregelen in het landelijk gebied | OD 7.2.4 | B. 2007B. 2011 | |
– bevorderen duurzame landbouw | OD 7.2.5 | B. 2011 | |
Effecten onderzoek ex post | Programma Vergroten doelmatigheid en transparantie in de waterketen | OD 7.2.3 | B. 2007 |
Overig evaluatie-onderzoek: | |||
– Jaarverslag Bodemsanering 2006 | – Resultaten van uitgevoerde bodemsaneringen 2006 | OD 7.2.2 | B. 2007 |
– Meststoffenwet | – Bijdrage aan duurz. landbouw | OD 7.2.5 | B. 2007 |
Artikel 8. Verbeteren van de milieukwaliteit in de bebouwde leefomgeving
8.1. Algemene beleidsdoelstelling
8.1.1. De lokale luchtkwaliteit verbeteren en de overlast door geluid verminderen en voorkomen, met bijzondere aandacht voor het verkeer
Om de schadelijke effecten van luchtverontreiniging en geluidhinder op de gezondheid en het welzijn van mensen te beperken en voorkomen.
Om de juiste condities te scheppen voor een goede milieukwaliteit in de bebouwde omgeving.
VROM realiseert dit door:
• Kaders (regelgeving) te stellen en financiële middelen beschikbaar te stellen;
• Gemeenten en provincies te faciliteren bij de uitvoering van een integraal milieubeleid;
• Bij te dragen aan de transitie naar duurzame mobiliteit.
De Minister van VROM is verantwoordelijk voor:
• De implementatie van de EU-richtlijnen ten aanzien van geluid en luchtkwaliteit;
• De regelgeving en facilitering op genoemde beleidsvelden;
• De financiering van de andere overheden voor geluidssanering als bedoeld in de Wet geluidhinder;
• Het samen met andere overheden opstellen en uitvoeren van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL);
• Ontwikkeling of aanpassing van instrumenten ten behoeve van een integrale aanpak van het milieubeleid.
De Minister van VROM is mede-verantwoordelijk voor:
• Het beheer en onderhoud van de regelgeving op de beleidsvelden mobiliteit en luchtvaart.
Het behalen van de doelstellingen is sterk afhankelijk van de wijze waarop de provincies, gemeenten, samenwerkingsverbanden, infrabeheerders en uitvoeringsorganisaties hun taken en verantwoordelijkheden waarmaken. Een tweede factor is adequate normstelling voor (onderdelen van) voertuigen in EU- of UN/ECE-verband.
Concrete effectgegevens zijn waar mogelijk opgenomen bij de operationele doelen.
Via Infomil wordt op de milieuterreinen van lucht, bodem en geluid voorlichting gegeven over wet- en regelgeving.
De uitvoeringsorganisaties op het terrein van bodem en op het terrein van geluid organiseren regionale voorlichtingsbijeenkomsten waarin onder andere uitleg en toelichting op wet- en regelgeving wordt gegeven.
Onderdeel van de accountfunctie bij het «geïntegreerd milieubeleid voor andere overheden» (8.2.1) is gerichte advisering en ondersteuning van gemeenten en provincies. Belangrijk onderdeel daarvan is het adviseren en toelichten van wet- en regelgeving, zoals bijvoorbeeld met de handreiking «Beheer en herstel bodemkwaliteit».
Tabel 8.1. budgettaire gevolgen van beleid | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Bedragen x € 1 000 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
Verplichtingen: | 40 867 | 119 941 | 164 214 | 74 797 | 52 752 | 58 019 | 37 919 |
Uitgaven: | 47 683 | 129 315 | 170 888 | 77 748 | 52 662 | 58 019 | 37 919 |
Waarvan juridisch verplicht | 93 900 | 8 100 | 4 600 | 4 600 | 4 600 | ||
Programma: | 42 797 | 124 168 | 166 267 | 73 124 | 48 037 | 53 395 | 33 295 |
Geïntegreerd milieubeleid voor andere overheden: | 8 350 | 47 098 | 60 724 | 5 308 | 5 308 | 5 308 | 5 158 |
Verbeteren van de lokale luchtkwaliteit: | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Verminderen van geluidhinder: | 34 447 | 42 270 | 29 143 | 27 616 | 26 029 | 27 187 | 28 137 |
Bevorderen van duurzame mobiliteit: | 0 | 34 800 | 76 400 | 40 200 | 16 700 | 20 900 | 0 |
Apparaat artikel 8 (DGM) | 4 886 | 5 147 | 4 621 | 4 624 | 4 625 | 4 624 | 4 624 |
Ontvangsten: | 3 797 | 83 636 | 127 814 | 40 200 | 16 700 | 20 900 | 0 |
Grafiek 8.1. budgetflex in % per operationeel doel in het begrotingsjaar 2007
Operationeel doel:
1. Geïntegreerd milieubeleid voor andere overheden
2. Verbeteren van de lokale luchtkwaliteit
3. Verminderen van geluidhinder
4. Bevorderen van duurzame mobiliteit
Bij het operationeel doel «Verbeteren van de lokale luchtkwaliteit» zitten de bestuurlijk gebonden uitgaven deels in de uitvoeringssfeer, bijvoorbeeld kosten die gepaard gaan met het uitvoeren van regelingen. Bij het operationeel doel «Bevorderen van duurzame mobiliteit» zijn de bestuurlijk gebonden bedragen de gelden die beschikbaar zijn voor maatregelen in het kader van verbetering van de luchtkwaliteit.
8.2. Operationele doelstellingen
8.2.1. Geïntegreerd milieubeleid voor andere overheden
Om door het aanreiken van instrumenten andere overheden in staat te stellen om het milieubeleid integraal en gecoördineerd aan te pakken en een goede (zo mogelijk beter dan het minimumniveau) milieukwaliteit in de bebouwde omgeving gebiedsgericht te realiseren, in stand te houden en te verbeteren.
• Wet- en regelgeving opstellen gericht op uitvoering en handhaving van het gebiedsgerichte milieubeleid, bijv. het stroomlijnen van toetsen bij ruimtelijke planvorming;
• Kennisoverdracht en kennisontwikkeling verzorgen in de vorm van handreikingen om te komen tot samenhangend gebiedsgericht milieubeleid zoals de actualisatie van de «milieukwaliteit in de leefomgeving» (MILO);
• Implementeren van de EU-richtlijn Inspire;
• Leveren van een bijdrage aan een aantal leefbaarheidsprojecten als onderdeel van het Project Mainport Rotterdam ter verbetering van de milieukwaliteit, de ruimtelijke kwaliteit en het aanbod van natuur- en recreatiegebied in de regio Rotterdam;
• Vanuit de in 2006 beschikbaar gestelde FES-middelen wordt in 2007 een bijdrage ad € 51,4 mln beschikbaar gesteld aan lokale overheden, waarmee zij in staat gesteld worden lokale maatregelen op te stellen en uit te voeren, ter verbetering van de luchtkwaliteit. Deze bijdrage is een onderdeel van de uitvoering van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL).
Bij de activiteiten die op deze doelstelling worden gedaan, gaat het vooral om stimuleren en faciliteren om te komen tot een samenhangend lokaal/regionaal milieubeleid. Gegeven de aard van de werkzaamheden is het niet zinvol hier prestatie-indicatoren aan te verbinden. De realisatie van het beleid valt af te lezen aan de uitvoering van de prestaties en de instrumenten.
8.2.2. Verbeteren van de lokale luchtkwaliteit
Om de luchtkwaliteit te verbeteren om zodoende een bijdrage te leveren aan de verbetering van de gezondheidssituatie en voor het doorgang laten vinden van ruimtelijke en infrastructuur plannen. Bij dit doel gaat het om het verbeteren van de lokale luchtkwaliteit in algemene zin. Bij het doel 8.2.4 (bevorderen van duurzame mobiliteit) gaat het om specifieke maatregelen gericht op het terugdringen van de uitstoot door het verkeer.
• Het uitvoeren en onderhouden van wet- en regelgeving zoals de Wet luchtkwaliteit en de daaraan gerelateerde onderliggende regelgeving, de Wet ruimtelijke ordening, Tracéwet, Wet luchtvaart, Luchtvaartwet en Europese emissienormstelling;
• Uitvoeren en faciliteren van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit;
• Wijzigen van de Wet luchtkwaliteit ter implementatie van de nieuwe EU-richtlijn;
• Periodiek rapporteren over de luchtkwaliteit aan de EU.
(Deze opsomming van prestaties gaat ervan uit dat in najaar/winter van 2006 de parlementaire behandeling van de Wet luchtkwaliteit wordt afgerond en het NSL wordt vastgesteld.)
Tabel 8.2. Luchtkwaliteit knelpunten, uitgedrukt in μg/m3 per stof | ||||
Prestatie-indicator | Basiswaarde | Peildatum | Streefw. 1 | Periode |
NO2 (jaarbasis) | 48 μg/m3 | 2006 | 40 μg/m3 | 2010 |
PM10(jaarbasis) | 40 μg/m3 | 2005 | ||
PM10 (dagbasis; grenswaaarde is max. 35 dagen overschrijding per jaar) | 50 μg/m3 (24 uurs-gemiddelde) | 2005 |
Prestatie-indicator is de mate waarin binnen de normstelling gebleven kan worden. Voor NO2 moet de normstelling uiterlijk met ingang van 2010 gerealiseerd worden. Voor PM10 is de EU-grenswaarde op basis van EU-normstelling vanaf 2005 van kracht.
8.2.3. Verminderen van geluidhinder
Om te zorgen voor een goede akoestische kwaliteit en in elk geval het voorkomen en verminderen van kansen op gezondheidsschade als gevolg van overmatige geluidsniveaus. Dit wordt bij voorkeur gerealiseerd via bronbeleid.
• Uitvoeren en ontwikkelen van Wet geluidhinder en Wet milieubeheer met onderliggende regelgeving;
• Subsidie verlenen voor de sanering verkeerslawaai en voor de toepassing van stille technieken bij laden en lossen;
• Begeleiden van de andere overheden bij het maken van geluidkaarten ter uitvoering van de EU-richtlijn geluid en bij het opstellen van actieplannen, en op basis hiervan rapporteren aan de EU.
M.b.t. verkeerslawaai worden de volgende prestatie-indicatoren gehanteerd:
(1) Voor het urgente deel van de sanering is de uitvoering gericht op afronding in 2023.
Tabel 8.3.a. Aantal te saneren woningen vallend onder het urgente deel van de sanering | |||
65–70 dB | >70 dB | totalen | |
Totaal te saneren (per 1-3-1986) | 290 000 | 16 500 | 306 500 |
Per 1-1-2006 gesaneerd | 152 000 | 7 500 | 159 500 |
Restant te saneren t/m 2023 | 138 000 | 9 000 | 147 000 |
Tabel 8.3.b. Voortgang saneringsprojecten | ||
Prestatie-indicator | Aantal projecten | Aantal betrokken woningen1 |
VOORBEREIDING | ||
in voorbereiding eind 2006 | 37 | 3 841 |
in voorbereiding genomen 2007 | 9 | 1 045 |
voorbereiding afgehandeld in 2007/in uitvoering genomen 2007 | 30 | 2 567 |
totaal in voorbereiding einde 2007 | 16 | 2 319 |
UITVOERING | ||
in uitvoering eind 2006 | 41 | 10 830 |
in uitvoering genomen 2007 | 30 | 2 567 |
afgehandeld 2007 | 22 | 5 785 |
totaal in uitvoering eind 2007 | 49 | 7 612 |
totaal in voorbereiding en uitvoering eind 2007 | 65 | 9 931 |
Afgewezen projecten | 38 | 5 415 |
Bron: Bureau Sanering Verkeerslawaai
1 een school is als 1 woning geteld
Uitgangspunt prognose: Verplichtingen 2006: € 18,621 mln, verplichtingen 2007: € 24,771 mln.
(2) Alle knelpuntsituaties in de rijksinfrastructuur met een geluidbelasting hoger dan 65 dB Lden (weg) en 70 dB Lden (spoor) zijn vóór 2020 met vooral bronmaatregelen opgelost.
(3) De oppervlakte EHS met geluidsniveaus kleiner dan of gelijk aan 38 dB Lden vanwege de rijksinfrastructuur moet in 2010 minimaal gelijk zijn aan die van 2000, vooral door het treffen van maatregelen aan de bron.
8.2.4 Bevorderen van duurzame mobiliteit
Om schadelijke gezondheidseffecten weg te nemen en om te voorkomen dat toekomstige generaties met de milieugevolgen van mobiliteit worden opgezadeld. Dat impliceert dat de emissies door verkeer teruggebracht worden tot op het «no-effect level», oftewel het schoon, stil en zuinig maken van het verkeer.
• Uitvoeren beleid en invoering wetgeving m.b.t. biobrandstoffen (bezien van de mogelijkheden en waar mogelijk implementatie van een certificeringsysteem, regeling betere biobrandstoffen en kansen voor Nederland). Dit beleid moet er toe leiden dat in 2007 2% en in 2010 5,75% van de brandstoffen bestaat uit biobrandstof. In september 2006 is V&W in het kader van het CO2-reductieplan Verkeer en Vervoer gestart met het stimuleringsprogramma Innovatieve Ontwikkelingen Biobrandstoffen;
• Uitvoeren maatregelen Nota Verkeersemissies en aanvullend pakket maatregelen (€ 400 mln uit FES voor 2006–2010). Het gaat om subsidies en fiscale maatregelen voor onder meer vervroegde marktintroductie van Euro-5 vrachtauto’s, roetfilters op bestaande voertuigen (o.a. vrachtauto’s, personenauto’s, bestel-auto’s, vuilnisauto’s, binnenvaartschepen), roetfilters op nieuwe bestelauto’s en taxi’s;
• In Europees verband zet VROM in op het z.s.m. van kracht worden van de Euro-6 norm waarmee benzine- en dieselvoertuigen nagenoeg geen luchtverontreinigende stoffen meer uitstoten;
• Faciliteren van gemeenten bij flankerend beleid voor stimuleringsmaatregelen schone en stille voertuigen (bijvoorbeeld milieuzones);
• Onderhandelen in EU over CO2-emissies personenauto’s na 2008, emissie-grenswaarden voor voer- en vaartuigen en klimaatmaatregelen voor luchtvaart;
• Uitvoeren nationale maatregelen CO2-reductie (o.a. CO2-differentiatie BPM, Het Nieuwe Rijden, snelhedenbeleid);
• Vaststellen met V&W van kabinetsbesluiten, Trajectnota/MER’s in het kader van de Tracéwet;
• Vormgeven met V&W van prijsbeleid wegverkeer;
• Uitvoeren met V&W van het kabinetsstandpunt over evaluatie Schiphol.
• Algemeen: indicator zijn de emissieniveaus voor broeikasgassen en voor de diverse verzurende en luchtverontreinigende stoffen; zie ook artikel 6. Voor de middellange termijn tot 2010 zijn tussendoelen vastgesteld voor luchtkwaliteit en emissies;
• Voor de sector verkeer gelden voor het jaar 2010 de volgende plafonds (tevens grenswaarden, die niet overschreden mogen worden):
Tabel 8.4. Meetbare gegevens | ||
Emissie in 2004: | Plafond in 2010: | |
CO2 | 38,8 Mton/jr | 38,7 Mton/jr |
NOx | 239 Kton/jr | 158 Kton/jr |
NMVOS | 64 Kton/jr | 55 Kton/jr |
• Wanneer de verkeersemissies tot het «no-effect level» zijn teruggebracht is er sprake van duurzame mobiliteit. Op weg daar naar toe:
1. Worden de gemiddelde geluidemissies van wegverkeervoertuigen, personen- en goederentreinen en vliegtuigen verlaagd. Voor wegverkeer wordt gestreefd naar een reductie met 2 dB(A) in 2010, voor spoorgoederenvervoer naar een reductie van 7 dB(A) in 2010 bij een meerderheid van de wagons, ten opzichte van goederentreinen met gietijzeren remblokken;
2. Worden de milieukosten in de prijs van mobiliteit verdisconteerd (2010 en verdere jaren);
3. Wordt vanaf 2010 een absolute ontkoppeling ingezet tussen de groei van het verkeer en de emissie van broeikasgassen, in de transitie naar duurzame mobiliteit;
4. Zijn de milieuaspecten in de uitvoering van mobiliteitsbeleid verwerkt;
5. Functioneert vanaf 2006 Schiphol binnen de in de wet- en regelgeving vastgelegde milieugrenzen.
8.3. Overzicht beleidsonderzoeken
Tabel 8.5. Overzicht onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid: | ||||
Soort onderzoek | Onderwerp | Alg.doel/Op.doel | A. StartB. Afgerond | Eventuele vindplaats |
Beleidsdoorlichtingonderzoek | ||||
Effecten onderzoek ex post | – Wettelijk stelsel Schiphol | OD 8.2.3 | A. 2005B. 2006 | AO 2e Kamer, april 2006 |
– Nationaal luchtkwaliteitsplan | OD 8.2.2 | A. 2006B. 2007 |
Artikel 9. Verminderen van risico’s van stoffen, afval, straling en GGO’s
9.1. Algemene beleidsdoelstelling
9.1.1. De beheersing van risico’s voor mens en milieu bij het omgaan met stoffen, afvalstoffen, radioactieve stoffen, straling en genetisch gemodificeerde organismen (GGO ’s), rekening houdend met sociale en economische factoren
Om mens en milieu te beschermen tegen maatschappelijk onaanvaardbaar geachte, beheersbare gezondheidsrisico’s.
• VROM formuleert beleid, beheer en onderhoud van de normstelling en andere beleidsinstrumenten op het gebied van chemische stoffen, afvalstoffen, straling en genetisch gemodificeerde organismen;
• VROM coördineert het thema Verspreiding en de daaraan gerelateerde doel- en taakstellingen;
• VROM levert expertise op de beleidsvelden stoffen, afvalstoffen, straling en bioveiligheid.
De Minister is verantwoordelijk voor de implementatie en uitvoering van EU-regelgeving en de uitvoering van wettelijke taken op het gebied van stoffen, voor de acties die voortkomen uit de nota Nuchter Omgaan met Risico’s en het actieprogramma «Gezondheid en Milieu», voor de sturing van het afvalstoffenbeleid, voor de bescherming van de burgers tegen de gevaren van ioniserende en niet-ioniserende straling en voor de veiligheid van mens en milieu bij handelingen met genetisch gemodificeerde organismen.
Het behalen van deze doelstelling hangt af van een groot aantal factoren (zoals internationale ontwikkelingen, stand van de techniek). Essentieel is de betrokkenheid van een groot aantal organisaties, het bedrijfsleven, andere overheden en alle burgers.
Er is niet één indicator te creëren om de mate van bereik van dit algemene doel te formuleren en te meten. Voor de risico’s van stoffen, afvalstoffen, straling en GGO’s zijn allerlei specifieke doelen en normen bepaald. Deze zijn bij de operationele doelen opgenomen. De feitelijke risico’s worden bepaald en afgewogen tegen de doelen en normen.
Tabel 9.1. Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Bedragen x € 1 000 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
Verplichtingen: | 60 367 | 26 946 | 26 287 | 27 500 | 27 537 | 26 466 | 26 418 |
Uitgaven: | 34 060 | 35 026 | 41 062 | 36 100 | 31 537 | 29 773 | 27 368 |
Waarvan juridisch verplicht | 38 000 | 16 000 | 12 400 | 9 600 | 5 900 | ||
Programma: | 28 806 | 29 817 | 35 887 | 30 922 | 26 358 | 24 595 | 22 190 |
Veilig gebruik van chemische stoffen: | 2 770 | 14 324 | 15 015 | 10 015 | 5 015 | 3 855 | 2 615 |
Reductie van milieubelasting door afvalstoffen: | 23 543 | 12 655 | 14 251 | 13 186 | 13 222 | 13 269 | 13 269 |
Bescherming tegen straling: | 1 541 | 2 113 | 3 266 | 3 216 | 3 216 | 3 266 | 3 251 |
Verantwoorde toepassing van ggo’s: | 952 | 725 | 3 355 | 4 505 | 4 905 | 4 205 | 3 055 |
Apparaat artikel 9 (DGM) | 5 254 | 5 209 | 5 175 | 5 178 | 5 179 | 5 178 | 5 178 |
Ontvangsten: | 0 | 200 | 1 250 | 2 400 | 2 800 | 2 100 | 950 |
Grafiek 9.1. budgetflex in % per operationeel doel in het begrotingsjaar 2007
Operationeel doel:
1. Veilig gebruik van chemische stoffen
2. Reductie van milieubelasting door afvalstoffen
3. Bescherming tegen straling
4. Verantwoorde toepassing van ggo’s
Bij het operationeel doel «Veilig gebruik van chemische stoffen» zitten de bestuurlijk gebonden uitgaven deels in de uitvoeringssfeer, bijvoorbeeld kosten die gepaard gaan met het uitvoeren van regelingen.
9.2. Operationele doelstellingen
9.2.1. Veilig gebruik van chemische stoffen
Om een situatie te realiseren waarin mens en milieu hooguit verwaarloosbare risico’s lopen als gevolg van de schadelijke effecten van stoffen en andere milieuagentia.
• Invoering Nieuw EU-stoffenbeleid (2006–2010): voorbereiden en implementeren van de EU-verordening REACH;
• Uitvoering stoffenbeleid Mondiaal: uitvoeren van de verplichtingen die samenhangen met de internationale strategie chemie en diverse verdrags-verplichtingen (Verdrag van Stockholm, Verdrag van Rotterdam, etc.);
• Uitvoering huidig EU-regelgeving stoffenbeleid m.b.t. regelgeving over nieuwe en bestaande stoffen, EU-verbodsrichtlijnen en de Wet milieugevaarlijke stoffen;
• Uitvoering stoffenbeleid NL: o.a. monitoren emissiereductie, uitvoeren convenant stoffen, herzien van het asbestverwijderingsbesluit en sanering asbestwegen 2e fase;
• Vormgeven en uitvoeren beleid Nuchter Omgaan met Risico’s;
• Uitvoering programma Gezondheid en Milieu 2006–2010;
• Inrichting Expertisecentrum Gezondheid en Milieu (binnenmilieu, stoffen en straling);
• Ontwikkelen van beleid m.b.t. risico’s van nanotechnologie.
• Tijdige implementatie van nieuwe regelgeving inzake EU-Verordening REACH (hoofdstuk 9 Wm; tijdig: d.w.z. twee weken na publicatie van de regelgeving);
• Het halen van het aantal geregistreerde stoffen, zoals dat per uitvoeringstermijn in REACH is afgesproken (in de jaren 2008, 2010, 2013 en 2018). Welke stoffen er op welke termijn moeten zijn geregistreerd, is nog onderwerp van onderhandeling in Brussel, medio 2007 zal dit afgerond zijn;
• Beleidsindicator emissies prioritaire stoffen en beleidsindicator milieukwaliteit prioritaire stoffen. De indicatoren geven voor het ensemble van prioritaire stoffen aan in hoeverre de streefwaarde nog wordt overschreden (doel is de streefwaarde voor 2010 halen voor elke prioritaire stof).
Basiswaarde voor REACH is het jaar 2005 waarin geen stof is geregistreerd (zie NMP4, bijlage Prioritaire Stoffen).
Streefwaarden:
• Met alle stoffen wordt uiterlijk 2020 verstandig, voorzichtig en met voorzorg omgegaan door alle gebruikers, producenten en importeurs, doordat kennis over risico’s van stoffen bekend is en op basis daarvan adequate maatregelen zijn genomen, zodat mens en milieu geen of verwaarloosbaar risico’s lopen;
• Emissies van alle stoffen veroorzaken in 2020 geen of verwaarloosbare risico’s voor mens en milieu en de milieukwaliteit wordt in 2020 niet door stoffen aangetast.
Planning:
• Implementatie EU-Verordening, (hoofdstuk 9 Wm) in 2007;
• Registratie (gebruik) van de in potentie meest gevaarlijke stoffen uiterlijk per 2010;
• Registratie (gebruik) van de in potentie gevaarlijke stoffen uiterlijk per 2013;
• Registratie (gebruik) van de overige stoffen uiterlijk per 2018.
9.2.2. Reductie van milieubelasting door afvalstoffen
Om de afvalstoffen zodanig te beheren dat de gevolgen voor het milieu aanvaardbaar zijn, is het streven erop gericht om de stroom afvalstoffen te verkleinen en lekvrij te beheren.
• Vernieuwen landelijk afvalbeleid: o.a. opstellen van het LAP-II (2008–2018);
• Ontwikkelen en vastleggen beleid t.a.v. preventie en nuttige toepassing afval, o.a. vormgeven van het instrument producentenverantwoordelijkheid, ketenbeleid, beleid t.a.v. energie uit afval en biomassa;
• Vormgeven van beleid t.a.v. afvalverwijdering, wat betreft storten en verbranden;
• Wijzigen en uitvoeren regelgeving afvalbeleid en handhaving daarvan, o.a. implementeren EU-richtlijnen en opstellen algemene regels voor afvalverwerking;
• Vormgeven internationaal beleid (inclusief gelijkwaardig speelveld in Europa), o.a. voorbereiden EU-afvalstrategie en EU-richtlijnen;
• Uitwerken Toekomstagenda Milieu m.b.t. afvalbeleid, o.a. door het ontwikkelen van een actieplan innovatie afvalbeheer i.s.m. de afvalsector;
• Aansturen uitvoeringsorganisaties op het gebied van afvalbeheer.
Tabel 9.2. Basiswaarden en streefwaarden afvalaanbod/-verwerking | |||
---|---|---|---|
Omschrijving | Realisatie (in Mton) | Realisatie (in Mton) | Doelstelling (in Mton) |
2000 | 2004 | 2012 | |
Aanbod | 63 | 62 | 66 |
Nuttige toepassing | 51 | 51 | 55 |
Verbranden | 7 | 8 | 8 |
Storten | 5 | 2 | 2 |
Lozen | 0 | 1 | 1 |
Bron: LAP-1
9.2.3. Bescherming tegen straling
Om de situatie waarbij mensen en milieu zoveel als redelijkerwijs mogelijk is beschermd worden tegen de risico’s van ioniserende en niet-ioniserende straling te handhaven.
• Regelgeving straling en kernenergie aanpassen, implementeren en uitvoeren, incl. afhandelen vergunningaanvragen Kernenergiewet en aanpassing besluit stralingsbescherming;
• Randvoorwaarden kerncentrales uitwerken en wettelijk vastleggen, en verder ontwikkelen (mogelijk herziening Kernenergiewet);
• Vernieuwen en uitvoeren beveiligingsbeleid m.b.t. nucleaire inrichtingen en radioactieve bronnen, incl. transport en opslag;
• Vernieuwen en uitvoeren beleid opslag, opwerking radioactief afval, o.a. directe of uitgestelde ontmanteling nucleaire inrichtingen, wel/niet partitioning, wel/niet opwerken en onderzoek naar eindberging;
• Uitvoeren en aanpassen van regelgeving m.b.t. radioactieve stoffen (incl. transport, natuurlijke bronnen, sludges, radioactief schroot);
• Ontwikkelen en implementeren van beleid straling, elektromagnetische velden en niet-ioniserende straling (in en om woningen, gebruiksartikelen, hoogspanningslijnen), incl. voorlichting en onderzoeksprogramma;
• Voorbereiden van en deelname aan internationaal beleid: EU, IAEA, en OSPAR.
Vijfjaarlijks worden emissies en immissies van ioniserende straling door het RIVM bepaald en gerapporteerd aan de Tweede Kamer.
Basiswaarde:
De gemiddelde stralingsdosis bedroeg in Nederland in 1988 en 2000 resp. 2,4 en 2,5 mSv/jr. (millisievert per jaar). De toename wordt vooral toegeschreven aan de medische diagnostiek.
Streefwaarde:
De beleidsdoelstelling van het Nederlandse stralingsbeleid wordt bepaald door het «redelijkerwijs»criterium. De stralingsbelasting vanwege inrichtingen ligt doorgaans ver beneden de wettelijke grenswaarden.
Voor het onderdeel hoogspanningslijnen wordt aan gemeenten, provincies en branche (ENERGIENet) geadviseerd om te vermijden dat nieuwe situaties met blootstellingen van meer dan 0,4 microtesla ontstaan.
Planning:
De eerste integrale Beleidsmonitoring Straling van het RIVM zal voorjaar 2007 naar de Tweede Kamer worden gezonden.
9.2.4. Verantwoorde toepassing van genetisch gemodificeerde organismen (GGO’s)
Om mens en milieu tegen de risico’s van GGO’s te beschermen en de burger waarborgen te geven voor veiligheid, transparantie van de besluitvorming en keuzevrijheid bij de toepassing van GGO’s en om de kansen van biotechnologie verantwoord en zorgvuldig te benutten.
• Verkennen en ontwikkelen GGO beleid, o.a. biotechnologie als mogelijke oplossing voor milieuproblemen en evaluatie technologische mogelijkheden;
• Uitvoeren GGO beleid en nationale regelgeving, o.a. afhandelen van vergunningen- en marktaanvragen;
• Uitvoeren EU regelgeving t.a.v. GGO’s;
• Uitvoeren plan van aanpak benutten kansen biotechnologie;
• Voorbereiden kabinetsstandpunt over de trendanalyse biotechnologie in samenwerking met het ministerie van LNV.
Prestatie-indicatoren:
De milieueffecten van GGO’s die in het milieu worden geïntroduceerd, worden vergeleken met de milieueffecten die de gangbare landbouw heeft op het milieu;
De milieueffecten van GGO’s die in laboratoria worden gebruikt, worden vergeleken met de milieueffecten die werkzaamheden met wildtype organismen hebben op het milieu.
Streefwaarden:
Geen schade aan de biodiversiteit door de doelbewuste introductie van GGO’s in het milieu, in vergelijking met de gangbare landbouw;
De milieusituatie als gevolg van werkzaamheden met GGO’s in laboratoria wordt niet slechter in vergelijking met werkzaamheden met wildtype organismen in laboratoria.
Planning:
Er is in dit operationeel doel geen sprake van een planhorizon, omdat de bescherming van de biodiversiteit en het milieu een doorgaand item van zorg is. De huidige situatie is stabiel.
9.3. Overzicht beleidsonderzoeken
Tabel 9.3. Overzicht beleidsonderzoeken | |||
Soort onderzoek | Onderwerp onderzoek | Alg.doel/Op.doel | A. StartB. Afgerond |
Beleidsdoorlichting | Doorlichting Stoffen, Afvalstoffen, Straling en GGO’s | 9.1 | A. 2008B. 2008 |
Effecten onderzoek ex post | Niet van toepassing | ||
Overig evaluatieonderzoek | Jaarlijkse monitoring van doelstellingen uitvoering stoffenbeleid | 9.2.1 | A. 2007B. 2007 |
Tussentijdse evaluatie doelstellingen vernieuwing stoffenbeleid (REACH/SOMS) | 9.2.1 | A. 2007B. 2007 | |
Tussentijdse evaluatie internationale doelstellingen Omgaan met risico’s | 9.2.1 | A. 2007B. 2007 | |
Landelijk Afvalbeheerplan II | 9.2.2 | A. 2007B. 2007 | |
Algehele evaluatie hoofdstuk Afvalstoffen Wm (art. 21.1) | 9.2.2 | A. 2007B. 2007 | |
Jaarlijkse monitoring LAP II | 9.2.2 | A. 2007B. 2007 | |
Straling in de woningen (stand still woning) | 9.2.3 | A. 2007B. 2007 | |
Vierjaarlijkse wettelijke evaluatie Commissie Genetische Modificatie | 9.2.4 | A. 2007B. 2007 |
Artikel 10. Versterken van het (inter)nationale milieubeleid
10.1. Algemene beleidsdoelstelling
Om de herkenbaarheid, de effectiviteit en de efficiency van en het draagvlak voor het nationale en internationale milieubeleid te vergroten, opdat de diverse maatschappelijke actoren zich (meer) inzetten voor het bereiken van de gewenste milieudoelen. In aanvulling op de doelen van de artikelen 6 t/m 9 richt dit algemene milieudoel zich op de kaderstellende en aanvullende coördinatie van de beleidsontwikkeling en het ontwikkelen en toepassen van milieubreed instrumentarium.
Een brede, integrale aanpak verhoogt de effectiviteit en efficiency van milieubeleid. VROM heeft ook een aanjagende rol, bijvoorbeeld door als grootschalige consument met een totaal inkoopvolume van 30 miljard euro per jaar de markt voor duurzame producten te beïnvloeden.
De Staatssecretaris van VROM is ingevolge de portefeuilleverdeling in het kabinet Balkenende II in het bijzonder belast met:
• Milieu, duurzaamheid en coördinatie van het beleid gericht op het bevorderen en bewaken van duurzaamheid in de fysieke leefomgeving;
• De internationale aspecten van het milieubeleid, inclusief het politieke optreden en de vertegenwoordiging in de betreffende internationale gremia. Daartoe horen onder andere de Milieuraad en relevante VN bijeenkomsten.
De coördinatie van het internationaal milieubeleid ten behoeve van het politieke optreden en vertegenwoordiging van de Staatssecretaris van VROM in de desbetreffende internationale gremia ligt bij de Minister van Buitenlandse Zaken.
Waar mogelijk en zinvol zijn deze opgenomen bij de operationele doelen.
Tabel 10.1. Budgettaire gevolgen van beleid | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Bedragen x € 1 000 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
Verplichtingen: | 89 517 | 76 810 | 75 117 | 73 442 | 76 970 | 74 851 | 71 813 |
Uitgaven: | 110 714 | 92 780 | 83 696 | 78 339 | 76 320 | 71 851 | 71 813 |
Waarvan juridisch verplicht | 22 400 | 7 100 | 7 100 | 5 100 | 5 100 | ||
Programma: | 101 528 | 82 805 | 73 740 | 68 227 | 66 206 | 61 738 | 61 700 |
Strategieontwikkeling en adequaat generiek instrumentarium: | 90 353 | 70 229 | 58 449 | 52 957 | 51 863 | 47 945 | 47 907 |
Internationaal milieubeleid: | 4 780 | 6 388 | 6 891 | 6 940 | 6 066 | 5 516 | 5 516 |
Internationaal milieubeleid (HGIS-deel) | 4 780 | 5 422 | 5 074 | 5 073 | 5 074 | 5 074 | 5 074 |
Internationaal milieubeleid (niet HGIS-deel) | 966 | 1 817 | 1 867 | 992 | 442 | 442 | |
Gecoördineerd milieubeleid voor industrie en MKB: | 6 395 | 6 188 | 8 400 | 8 330 | 8 277 | 8 277 | 8 277 |
Overheidsbeleid voor duurzame ontwikkeling: | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Apparaat: | 9 186 | 9 975 | 9 956 | 10 112 | 10 114 | 10 113 | 10 113 |
Apparaat artikel 10 (DGM) | 9 186 | 5 362 | 5 124 | 5 125 | 5 127 | 5 126 | 5 126 |
Apparaat internationale Zaken (IZ) | 4 613 | 4 832 | 4 987 | 4 987 | 4 987 | 4 987 | |
Ontvangsten: | 5 517 | 11 097 | 6 537 | 2 000 | 2 000 | 0 | 0 |
Grafiek 10.1. budgetflex in % per operationeel doel in het begrotingsjaar 2007
Operationeel doel:
1. Strategieontwikkeling en adequaat generiek instrumentarium
2. Internationaal milieubeleid
3. Gecoördineerd milieubeleid voor industrie en MKB
4. Overheidsbeleid voor duurzame ontwikkeling
Bij het operationeel doel «Gecoördineerd milieubeleid voor industrie en MKB» zitten de bestuurlijk gebonden uitgaven deels in de uitvoeringssfeer, bijvoorbeeld kosten die gepaard gaan met het uitvoeren van regelingen.
10.2.1. Strategieontwikkeling en adequaat generiek instrumentarium
Om de effectiviteit van het milieubeleid ook in de toekomst te vergroten moet het beleid zo goed mogelijk aansluiten bij ontwikkelingen in de samenleving. Daartoe worden verkenningen uitgevoerd en algemene strategieën voor milieubeleid ontwikkeld. Hierbij wordt de internationale dimensie uitdrukkelijk betrokken.
• Over de implementatie van de Toekomstagenda Milieu (kamerstukken II, 2005–2006, 30 535, nr. 2) brengt het Kabinet begin 2007 een voortgangsrapportage uit, waarin de voorstellen uit deze agenda concreet zijn uitgewerkt. In deze voortgangsrapportage zal per beleidsdoel ook worden aangegeven met welke indicator de effectiviteit jaarlijks zal worden gemeten. De voortgang zal in 2007 worden geëvalueerd met relevante stakeholders zodat er tijdig bijsturing kan plaatsvinden. Op dat moment kunnen door de maatschappelijke partners nieuwe agendapunten voor het toekomstig milieubeleid worden aangedragen;
• VROM zal de met advies van de RMNO opgestelde strategische onderzoeksagenda in 2007 uitvoeren, o.a. in de vraagsturing richting TNO en in het werkprogramma van MNP en RIVM;
• Verder uitvoeren van het meerjarenprogramma Herijking en Modernisering van de VROM-regelgeving. Dit leidt in 2007 tot de volgende beoogde beleidsresultaten:
– Publicatie (begin 2007) en invoering van de Activiteiten AMvB waarmee bestaande AMvB’s met algemene regels (8.40 AMvB’s) worden samengevoegd en waarmee voor nog zo’n 60 000 bedrijven de vergunningplicht vervalt (waarvan 40 000 landbouwbedrijven die onder een separaat besluit vallen);
– Publicatie van het wetsvoorstel Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (Omgevingsvergunning) met bijbehorende uitvoeringsbesluiten waarmee een groot aantal vergunningstelsels op het gebied van omgevingsrecht wordt geïntegreerd. Het wetsvoorstel is in 2006 aan de Raad van State en de Tweede Kamer aangeboden. Publicatie in het Staatsblad is voorzien eerste helft 2007. Op basis van ervaringen uit pilots worden de acties uit het gezamenlijke implementatieplan (met IPO, VNG, UvW en bedrijfsleven) uitgevoerd. Bij een voorspoedige parlementaire behandeling en pilotfase kan het wetsvoorstel op 1 januari 2008 in werking treden;
– ICT-aspecten Omgevingsvergunning: met het Digitaal Omgevingsloket wordt de elektronische dienstverlening rondom de omgevingsvergunning (en watervergunning) landelijk geïmplementeerd. Dienstverlening wordt vanuit het perspectief van de aanvrager (burger en ondernemer) vormgegeven;
– Publicatie van het Wetsvoorstel ter implementatie van de EU richtlijn Milieuaansprakelijkheid;
– Publicatie van het Besluit tot wijziging van het Besluit m.e.r. 1994.
• Begin 2007 stelt het Kabinet in overleg met het bedrijfsleven en de planbureaus drie toekomstscenario’s op waarmee inzicht wordt verkregen in de marktontwikkeling, technologieontwikkeling en toekomstig nationaal en internationaal beleid en de effecten daarvan. De keuze voor sectoren zal afhangen van de omvang van de milieuopgave, het in te zetten instrumentarium, de mate van onzekerheid van het beleid en de interesse van de sector.
• Ontwikkelen van private vergroening. Dit is een aanpak waarbij bedrijven zelf de mogelijkheid krijgen om milieukosten onderling te verrekenen en eventuele opbrengsten ten behoeve van milieuverbetering in te zetten. Na afronding in 2006 van een quick scan naar nieuwe toepassingsgebieden wordt in 2007 in overleg met branches besloten waar private vergroening nader wordt uitgewerkt.
• In 2007 zal de tevredenheid van participanten en burgers inzake het milieubeleid opnieuw worden gemonitord, na de nulmeting in 2006;
• In 2007 zullen naar verwachting voor de SMOM-regeling 10 programmasubsidies en ca 75 projectsubsidies worden toegekend. Er wordt gestreefd naar inzet van 15% van het SMOM-budget voor projecten en programma’s met een vernieuwend karakter (bijvoorbeeld naar thema, aanpak, doelgroep, samenwerkingspartners). Voor de subsidiëring in het kader van de SMOM is in 2007 € 7,8 mln beschikbaar.
In de «comply or explain»-brief 2006 is uitgelegd waarom het voor dit operationele doel moeilijk is om zinvolle meetbare gegevens op te nemen. Voor 2 deelterreinen zijn onderstaande prestatie-indicatoren beschikbaar:
• Voor het meerjarenprogramma Herijking en Modernisering Regelgeving worden t/m 2009 in totaal 94 projecten uitgevoerd. Daarvan zijn er inmiddels 20 afgerond en zullen er in 2007 25 afgerond worden.
• Voor de prestatiegegevens m.b.t. reductie van de administratieve lasten wordt verwezen naar de tabel in de beleidsagenda.
10.2.2. Internationaal milieubeleid (IZ)
Om grensoverschrijdende milieuproblemen en nationale beleidstekorten effectief aan te pakken vindt internationale samenwerking plaats. Milieuverbetering is een belangrijke voorwaarde om gezondheid, welzijn, veiligheid en duurzame ontwikkeling (hier en elders) te bereiken.
Subsidies en bijdragen
• Subsidieregeling «Internationale milieusamenwerking» (publicatie in de Staatscourant eind 2006);
• Subsidies op basis van de begroting;
• Bijdragen aan secretariaten van diverse milieuverdragen;
• Bijdrage aan de Stichting International Reference Centre (IRC);
• Bijdragen in het Nederlands aandeel van de UNEP-contributie;
• Bijdragen aan het Internationaal Polair Programma en Internationaal Polair Jaar;
• Financiële participatie in enkele partnerschappen, aansluitend bij afspraken gemaakt tijdens de World Summit on Sustainable Development in Johannesburg 2002;
De inzet van bovenstaande financiële instrumenten is onderwerp van de jaarlijkse interdepartementale programmering in HGIS-kader.
• Internationale kennisoverdracht en -uitwisseling;
• Actieve diplomatie:
Nederland voert een actieve diplomatie, zowel binnen de EU, Pan Europees binnen het raamwerk van de VN-ECE als ook mondiaal;
• Bestuurlijk overleg:
Afstemming van het (inter)nationale beleid van de diverse overheden.
Uitvoeren en actualiseren van de Internationale VROM-agenda (die in het najaar van 2006 aan de Tweede Kamer gezonden zal worden);
• Verduurzamen van internationale geldstromen aansluitend bij de thematiek van CSD14/CSD15 (industriële ontwikkeling, energie, klimaat en luchtkwaliteit);
• Versterken van het mondiale milieubestuur door het benutten van de erkenning dat milieubehoud cruciaal is voor de realisatie van alle Millennium Development Goals en door zowel binnen de VN als op landenniveau meer aandacht te krijgen voor de formulering en implementatie van tijdsgebonden doelstellingen;
• Bij onderhandelingen inzetten op het versterken van het internationaal milieubestuur in VN-kader (m.n. UNEP);
• Follow up organiseren van de conferentie Energy for Development (EfD), die eind 2004 door OS en VROM georganiseerd werd. EfD bracht het belang in beeld van het vergroten van toegang tot energie, rekening houdend met duurzaamheidaspecten. De follow-up zal worden gestimuleerd door gebruik te maken van de tweejarencyclus van de CSD, die in 2006–2007 in het teken staat van energie, klimaat, luchtverontreiniging en industriële ontwikkeling;
• Vertalen van politieke steun aan Environment for Europe en Regional Environmental Reconstruction Programme (rerep) aan concrete steun voor activiteiten en projecten gericht op capaciteitsopbouw in Oost-Europa en Belgrado;
• Vergroten van draagvlak bij publiek en beleidsmakers voor ambitieuze klimaatdoelstellingen en verkennen van instrumenten daartoe.
10.2.3. Gecoördineerd milieubeleid voor industrie en MKB
Om ervoor te zorgen dat elf specifieke industrietakken voldoen aan de voor 2010 afgesproken milieutaakstellingen, waarbij tevens milieuwinst in de productie- en consumptieketens wordt gerealiseerd.
• Actualisatie van bestaande regelgeving en het hierdoor verkrijgen van zekerheden dat de industrie in 2010 aan de Europese NEC-verplichtingen zal voldoen. Dit betreft de uitstoot van verzurende stoffen (NOx, SO2, VOS en NH3) naar de lucht;
• In 2007 wordt duurzaam inkopen door de rijksoverheid en de andere overheden geïmplementeerd en de monitoring opgezet. Omdat de overheid een grote inkopende partij is, wordt hiermee direct en door de voorbeeldfunctie een duurzame productie bevorderd. Ook kunnen bedrijven gebruik maken van het ondersteunend materiaal dat voor de overheden is/wordt ontwikkeld;
• De Tweede Kamer wordt geïnformeerd over de stand van zaken van realisatie van de ambities op het gebied van duurzaam inkopen en duurzame bedrijfsvoering;
• Een op te richten commissie zal landensystemen toetsen aan de beoordelingsrichtlijn hout en ander relevant bewijsmateriaal.
• Voor een aantal relevante bedrijfstakken zijn integrale milieutaakstellingen (IMT) voor 2010 vastgelegd. Als streefwaarde is voor de meeste stoffen in de IMT vastgelegd dat de emissie in 2010 met 80 tot 90% moet zijn gereduceerd ten opzichte van 1990. Er zijn geen tussendoelen geformuleerd. Voor de verzurende stoffen zijn de resultaatsverplichtingen vastgelegd in de nota «Erop of eronder», uitvoeringsnotitie emissieplafonds verzuring en grootschalige luchtverontreini-ging 2003 (bijlage bij kamerstukken II, 2003–2004, 28 663 XI, nr. 12). Indicatoren voor het behalen van de resultaten zijn:
– De jaarlijkse emissieontwikkeling voor een groot aantal stoffen die in de IMT zijn opgenomen (bedrijven rapporteren, gesommeerd geeft dit een landelijk beeld) met bijzondere aandacht voor de NEC-stoffen;
– De mate waarin bedrijven procesafspraken nakomen (opstellen bedrijfsmilieu-plannen, jaarlijks rapporteren over voortgang);
• Door duurzaam in te kopen kan de overheid als belangrijke consument een impuls geven aan de marktpositie van duurzame producten, diensten en werken. Op die manier zal wat nu nog vooruitstrevend en soms iets duurder is, straks gewoon en betaalbaar worden voor de afnemer. De rijksoverheid heeft als ambitie om in 2010 voor 100% duurzaam in te kopen. De andere overheden streven een ambitie van 50% na. Er zijn geen tussendoelstellingen geformuleerd. Voor duurzame inkoop door het bedrijfsleven zijn er geen concrete doelstellingen.
10.2.4. Overheidsbeleid voor duurzame ontwikkeling
Om structurele maatschappelijke veranderingen te stimuleren die leiden tot duurzame ontwikkeling. Tijdens de Wereldtop in Johannesburg (2002) zijn hierover afspraken gemaakt. Voor Nederland zijn deze voor de periode t/m 2007 uitgewerkt in het actieprogramma Duurzame Daadkracht (VROM-03-480 d.d. 16 juli 2003). Transities vormen een belangrijk instrument, het werken daaraan is door de ministeries van EZ, LNV, V&W en VROM ondergebracht bij de Interdepartementale Programmadirectie Energietransitie (IPE). Over de voortgang bij de verschillende transities wordt door IPE, dat bij het ministerie van EZ is ondergebracht, aan de Tweede Kamer gerapporteerd.
Voor de sturing op duurzame ontwikkeling heeft het kabinet in 2006 de onderraad voor Ruimtelijke Ordening, Duurzaamheid en Milieu (RRODM) ingericht.
• Aan de Tweede Kamer wordt gerapporteerd over de afronding van het actieprogramma Duurzame Daadkracht. In 2007 zal m.n. gewerkt worden aan stimulering van duurzame bedrijfsvoering bij de overheid, leefbaarheid in de wijken, het programma Leren voor Duurzaamheid, innovaties in de glastuinbouw en uitwerking van de thema’s die in de specials van de RRODM worden geagendeerd;
• Op basis van de in 2006 herziene Europese duurzaamheidsstrategie en de tweede duurzaamheidsverkenning (begin 2007) van de gezamenlijke planbureaus, zal het kabinet in 2007 een herziene Nationale Duurzaamheidsstrategie uitbrengen (als vervolg op Duurzame Daadkracht).
In de eerste Duurzaamheidsverkenning uit 2004 zijn effect-indicatoren opgenomen. In de tweede Verkenning, uit te brengen begin 2007, wordt op basis van deze indicatoren een monitoring uitgevoerd. Bovendien zullen de gezamenlijke planbureaus en betrokken wetenschappers de set van indicatoren in de tweede Verkenning kritisch bezien. De uitkomsten worden gebruikt bij het opstellen van de Nationale Duurzaamheidsstrategie.
10.3. Overzicht beleidsonderzoeken
Tabel 10.2. Overzicht onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid: | |||
Soort onderzoek | Onderwerp onderzoek | Alg.doel/Op.doel | A. StartB. Afgerond |
Beleidsdoorlichting | |||
Effecten onderzoek ex post | – Strategische Milieubeoordeling (SMB) | OD 10.2.1 | 2009–2009 |
– Doelgroepenbeleid Industrie | OD 10.2.3 | 2005–2006 | |
– Implementatie Duurz.Inkopen | OD 10.2.3 | 2005–2006 | |
Overig evaluatieonderzoek | – Professionalisering handhaving | OD 10.2.1 | 2007–2008 |
– Besluit financiële zekerheid | OD 10.2.1 | 2006–2007 | |
– Financiering Facilitaire Organisatie Industrie (FOI) | OD 10.2.3 | 2008–2009 | |
– Electronische milieu-jaarverslaglegging | OD 10.2.3 | 2007–2007 | |
– Systematiek duurzaam geproduceerd hout | OD 10.2.3 | 2006–2008 | |
– Organisatie duurzaamheidscriteria | OD 10.2.3 | 2008–2008 |
Artikel 11. Vergroten van de externe veiligheid
11.1. Algemene beleidsdoelstelling
Om een samenleving te bereiken waarin risico’s van zware ongevallen met gevaarlijke stoffen en met betrekking tot het gebruik van luchthavens bekend zijn, zoveel mogelijk beperkt zijn en maatschappelijk en bestuurlijk geaccepteerd zijn, en waarbij een bepaald basisveiligheidsniveau niet overschreden wordt.
VROM zorgt voor eenduidige toedeling van verantwoordelijkheden en bevoegdheden aan partijen die bepalend zijn voor de veiligheid in (productie)ketens, (transport-)netwerken en op locaties, en voor het aanbieden van een kader waarbinnen overheden lokale afwegingen kunnen maken.
De Minister van VROM is verantwoordelijk voor:
• Het ontwikkelen van beleid met betrekking tot gevaarlijke stoffen in inrichtingen;
• Het uitvoeren van het kabinetsstandpunt Ketenstudies;
• De coördinatie van het rijksbeleid met betrekking tot externe veiligheid bij gevaarlijke stoffen;
• De vergunningverlening aan defensie-inrichtingen;
• Buisleidingen.
Behalen van deze doelstelling hangt af van een adequaat niveau van de uitvoering, goede ondersteuning van de uitvoering, en helderheid over verantwoordelijkheden.
Behalen van deze doelstelling heeft als effecten dat:
• Het aantal knelpunten (overschrijding van de wettelijke grenswaarde voor het plaatsgebonden risico PR 10–6) afneemt en in 2010 alle zijn weggenomen, behoudens een bewust geaccepteerde restcategorie (de uitzonderingen);
• Het bevoegd gezag een goede verantwoording aflegt over veranderingen in het groepsrisico.
Tabel 11.1. Budgettaire gevolgen van beleid | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Bedragen x € 1 000 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
Verplichtingen: | 13 434 | 139 393 | 20 409 | 31 018 | 39 688 | 50 423 | 70 423 |
Uitgaven: | 23 031 | 40 220 | 49 237 | 51 463 | 60 407 | 75 503 | 75 403 |
Waarvan juridisch verplicht | 24 000 | 24 600 | 22 600 | 22 600 | 22 600 | ||
Programma: | 19 833 | 36 868 | 45 925 | 48 164 | 57 126 | 72 222 | 72 122 |
Bepalen van de aanvaardbaarheid van risicovolle situaties: | 383 | 575 | 1 033 | 1 033 | 1 751 | 879 | 879 |
Oplossen van niet-aanvaardbare risicovolle situaties: | 16 966 | 13 976 | 18 618 | 20 718 | 28 793 | 45 500 | 40 400 |
Preventie tegen nieuwe risicovolle situaties: | 383 | 21 618 | 25 779 | 25 800 | 26 090 | 25 490 | 30 490 |
Milieu en veiligheidsaspecten in ruimtelijke planvorming betrekken: | 2 101 | 699 | 495 | 613 | 492 | 353 | 353 |
Overige instrumenten en milieu en veiligheid | 200 | 699 | 495 | 613 | 492 | 353 | 353 |
Schadeclaims | 1 901 | ||||||
Apparaat: | 3 198 | 3 352 | 3 312 | 3 299 | 3 281 | 3 281 | 3 281 |
Apparaat artikel 11 (DGR) | 831 | 823 | 790 | 774 | 775 | 775 | 775 |
Apparaat artikel 11 (DGM) | 2 367 | 2 529 | 2 522 | 2 525 | 2 506 | 2 506 | 2 506 |
Ontvangsten: | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Grafiek 11.1. budgetflex in % per operationeel doel in het begrotingsjaar 2007
Operationeel doel:
1. Bepalen van de aanvaardbaarheid van risicovolle situaties:
2. Oplossen van niet-aanvaardbare risicovolle situaties
3. Preventie tegen nieuwe risicovolle situaties
4. Milieu en veiligheidsaspecten in ruimtelijke planvorming betrekken
11.2. Operationele doelstellingen
11.2.1. Bepalen van de aanvaardbaarheid van risicovolle situaties
Om uiterlijk in 2008 de risico’s van zware ongevallen met gevaarlijke stoffen en van luchthavens alsmede de mogelijkheden deze te verminderen, inzichtelijk te maken en duidelijk te krijgen of zij maatschappelijk en bestuurlijk aanvaardbaar zijn of niet
• Vullen, actualiseren en beheren van het Register van risicogegevens.
Prestatie-indicatoren:
• De mate van vulling van het Register van risicogegevens;
• Beschikbaarheid van onderzoeksgegevens inzake de categorale inrichtingen en buisleidingen.
Basiswaarde:
Momenteel is er geen volledig overzicht van risicovolle situaties.
Streefwaarde:
Voor het Register van risicogegevens wordt gestreefd naar een vulling van tenminste 90% in 2008. Over categorale inrichtingen en buisleidingen dient alle relevante risico-informatie in 2008 beschikbaar te zijn. Op grond van deze gegevens kan dan een politieke beoordeling van het nut en de noodzaak tot vermindering van risico’s plaatsvinden.
11.2.2. Oplossen van niet-aanvaardbare risicovolle situaties
Om uiterlijk in 2010 alle in 2008 bepaalde niet-aanvaardbare risicovolle situaties op te lossen.
• Verstrekken van subsidies voor saneringsprogramma’s voor categorale inrichtingen, urgente gevallen van LPG-stations, ammoniak-koelinstallaties, CPR15-inrichtingen en BRZO-bedrijven;
• Uitvoeren van maatregelenpakketten uit kabinetsstandpunt ketenstudies;
• Opstellen regelgeving (vergunningen door bevoegd gezag).
Prestatie-indicatoren:
Aantal opgeloste knelpunten m.b.t. externe veiligheid. Voor de sanering van LPG-stations: zie onderstaand.
Basiswaarde:
Het aantal knelpunten (m.u.v. LPG-stations) wordt in 2006 gekwantificeerd.
Streefwaarde:
Alle knelpunten opgelost die niet voldoen aan het basis-veiligheidsniveau voor inrichtingen die onder het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI) vallen of gaan vallen van PR 10–6 en/of bestuurlijk niet acceptabel zijn. Voor het Plaatsgebonden Risico Schiphol geldt, dat het aantal woningen binnen de 10–6 contour niet mag stijgen boven het aantal van 776.
Planning:
2008: alle knelpunten bepaald;
2010: alle niet-acceptabele knelpunten opgelost.
Tabel 11.2. Saneringsprogramma voor LPG-stations: | ||
Aantal te saneren LPG-stations bij aanvang | 150 | |
Sanering 2005 | 36 | |
Sanering 2006 | 50 | |
Sanering 2007 | 64 | |
Totaal: | 150 |
11.2.3. Preventie tegen nieuwe risicovolle situaties
Om de opbouw van het apparaat van andere overheden te bevorderen en de professionaliteit en kwaliteit van de uitvoering en handhaving op het gebied van gevaarlijke stoffen en het risicobeleid bij andere overheden te borgen. De kennis van en ervaring met het vernieuwde EV-beleid is nu nog onvoldoende doorgewerkt in de uitvoering
• Verstrekken van subsidies (programmafinanciering) aan provincies, gemeenten en rijkspartijen voor zover belast met eerste lijnstaken t.b.v. opbouw van apparaat in de periode tot 2010 om EV-beleid uit te voeren en te handhaven en de kwaliteit van deze activiteiten te verhogen;
• In beeld brengen van de minimale omvang van een organisatie en de minimaal te stellen eisen aan een organisatie (PAO).
Prestatie-indicator:
De (structurele) capaciteit voor EV bij gemeenten en provincies
Basiswaarde:
De beschikbare capaciteit is ontoereikend voor het vervullen van de uitvoeringstaken. Voor sommige overheden is het niet mogelijk om zelf voldoende expertise op te bouwen.
Streefwaarden:
• Door gerichte opleiding, training, uitwisseling van ervaring en andere organisatie van de capaciteit en kwaliteit van de uitvoering in de periode tot 2010 borgen dat geen nieuwe knelpunten ontstaan;
• In het beschikbare budget is rekening gehouden met een toename van ca. 200 fte bij provincies en gemeenten t.o.v. 2004, te bereiken in 2010.
Planning:
In 2007 is er een concreet beeld van de minimale omvang van een organisatievorm en de daaraan te stellen eisen. In 2010 zijn de randvoorwaarden vervuld voor een adequate uitvoering en handhaving van het EV-beleid.
11.2.4. Milieu en veiligheidsaspecten vroegtijdig, gebiedsgericht en geïntegreerd in de ruimtelijke planvorming betrekken
• Om de veiligheid tegen overstromingen te borgen;
• Om de veiligheid van de kust te borgen met behoud van (inter-)nationale ruimtelijke waarden;
• Om de veiligheid tegen overstromingen te versterken, de toegankelijkheid voor de scheepvaart en natuurlijke kwaliteit in de Zuidwestelijke Delta;
• Om de veiligheid van het IJsselmeergebied te borgen met behoud van (inter)nationale ruimtelijke waarden.
(Zie ook de Nota Ruimte deel 4 Tekst na parlementaire behandeling, kamerstukken II, 2004–2005, 29 435 XI, nr. 153, de uitvoeringsagenda Nota Ruimte,kamerstukken II, 2003–2004, 29 435 XI, nr. 3 en de tegelijk met de begroting uit te komen uitvoeringsagenda 2006).
Interreg
Het versterken van de ruimtelijke en sociaal-economische samenhang binnen de INTERREG zones.
Tabel 11.3. Overzicht prestatie-indicatoren | ||
Prestatie-indicator | Basiswaarde | Streefwaarde |
Aantal INTERREG projecten die bijdragen aan territoriale cohesie en de Nota Ruimte | 80 | 90 |
11.3. Overzicht beleidsonderzoeken
Tabel 11.4. Overzicht onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid: | |||
Soort onderzoek | Onderwerp onderzoek | Alg.doel/Op.doel | A. StartB. Afgerond |
Beleidsdoorlichting | Nota Ruimte | 2006–2007 | |
Effecten onderzoekex post | – Adviesraad Gevaarlijke Stoffen | OD 11.2.1 | 2008–2008 |
– Vuurwerkbesluit | OD 11.2.2 | 2006–2008 | |
– Urgente sanering LPG | OD 11.2.2 | 2008–2008 | |
– AMvB Kwaliteitseisen EV | OD 11.2.2 | 2009–2009 | |
– BRZO | OD 11.2.2 | 2009–2009 | |
– Programmafinanciering | OD 11.2.3 | 2008–2008 | |
Overig evaluatieonderzoek | Monitoren doelbereiking Nota Ruimte | B. 2008 | |
Nationaal Bestuursakkoord Water | 2006–2007 |
Artikel 12. Handhaving en toezicht
12.1. Algemene beleidsdoelstelling
12.1.1. Een betere uitvoering en naleving van de VROM wet- en regelgeving bevorderen
Om een succesvolle uitvoering en naleving van wet- en regelgeving voor wonen, ruimte, milieu en veiligheid te bereiken.
De VROM-Inspectie houdt toezicht op en handhaaft de naleving van VROM wet- en regelgeving. De VROM-Inspectie maakt burgers, brancheorganisaties, bedrijven en andere overheden bewust van hun verantwoordelijkheid en ziet toe op het naleven van de VROM regels.
De Minister van VROM is verantwoordelijk voor:
• Rechtstreeks toezicht op de naleving van VROM wet- en regelgeving waarvoor het Rijk het bevoegd gezag is;
• Toezicht op de andere overheden die primair verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van nationale en internationale wet- en regelgeving op het VROM-terrein.
Het behalen van deze doelstelling hangt af van:
• Afdoende handhaafbaarheid, uitvoerbaarheid en fraudebestendigheid van regels;
• Goede betrokkenheid en adequate taakuitoefening door de andere overheden.
• Beperking van risico’s van geprioriteerde wettelijke taken;
• Gedragsverandering en toename van kennis van de VROM regels, waardoor de uitvoering en de naleving wordt bevorderd.
Tabel 12.1. budgettaire gevolgen van beleid | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Bedragen x € 1 000 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
Verplichtingen: | 58 502 | 68 189 | 61 874 | 61 041 | 61 153 | 60 981 | 60 942 |
Uitgaven: | 60 827 | 67 246 | 62 094 | 61 216 | 61 153 | 60 981 | 60 942 |
Waarvan juridisch verplicht | 12 129 | 1 780 | 1 780 | 1 780 | 1 780 | ||
Programma: | 19 121 | 23 385 | 19 557 | 19 239 | 19 061 | 18 962 | 18 956 |
Naleving van nationale en internationale regelgeving bevorderen (Primair toezicht): | 7 540 | 12 712 | 8 169 | 8 200 | 8 132 | 8 095 | 8 095 |
Rijkstoezicht handhaven en interbestuurlijk toezicht uitvoeren (Interbestuurlijk toezicht): | 3 103 | 1 299 | 1 274 | 1 273 | 1 257 | 1 248 | 1 248 |
Wettelijke taken prioriteren en relevante maatschappelijke signalen selecteren (Strategie/maatschappelijke signalen): | 2 570 | 3 027 | 2 976 | 2 972 | 2 932 | 2 908 | 2 907 |
Crisismanagement organiseren: | 5 210 | 5 180 | 5 821 | 5 478 | 5 443 | 5 423 | 5 419 |
Opsporen en bestrijden van fraude: | 698 | 1 167 | 1 317 | 1 316 | 1 297 | 1 288 | 1 287 |
Apparaat artikel 12 (IG) | 41 706 | 43 861 | 42 537 | 41 977 | 42 092 | 42 019 | 41 986 |
Ontvangsten: | 2 686 | 882 | 882 | 882 | 882 | 882 | 882 |
Grafiek 12.1. budgetflex in % per operationeel doel in het begrotingsjaar 2007
Operationeel doel:
1. Naleving van nationale en internationale regelgeving bevorderen (Primair toezicht)
2. Rijkstoezicht handhaven en interbestuurlijk toezicht uitvoeren (Interbestuurlijk toezicht)
3. Wettelijke taken prioriteren en relevante maatschappelijke signalen selecteren (Strategie/maatschappelijke signalen)
4. Crisismanagement organiseren
5. Opsporen en bestrijden van fraude
12.2. Operationele doelstellingen
12.2.1. Bevorderen van de naleving van nationale en internationale regelgeving vallend onder VROM-toezicht (eerstelijns).
• Om een veilige, duurzame en gezonde leefomgeving te waarborgen en te bevorderen;
• Om de invoering, naleving en handhaving van (internationale) regelgeving en -beleid op het VROM-terrein (mede via samenwerkingsverbanden) te bevorderen;
• Om internationaal een gelijk speelveld te realiseren (level playing field) door naleving van de VROM-regelgeving.
• Toezien op de naleving door defensie-inrichtingen van VROM wet- en regelgeving. De toezichtacties bij defensie-inrichtingen vinden plaats onder meer door de uitvoering van thematische controles;
• Uitvoering van gerichte handhavingsacties voor risicovolle afvalstromen en deelname aan internationale handhavingsacties in het kader van Transfrontier Shipment (Europese Verordening voor de Overbrenging van Afvalstoffen (EVOA)-regels);
• Uitvoering van toezichtacties bij afvalverwerkende inrichtingen ten aanzien van radioactief besmet schroot, bij (chemische) industrie ten aanzien van veiligheidsinformatiebladen en bij inrichtingen met eigen winningen leidingwater;
• Afhandeling van meldingen van legionellabesmettingen bij prioritaire branches, zoals verblijfsaccommodaties, zorginstellingen en verpleeghuizen (Legionellapreventie in gevangenissen,kamerstukken II, 2005–2006, 30 300 XI, nr. 94);
• Uitvoeren van kwaliteitsaudits bij drinkwaterbedrijven;
• Toezicht op de naleving van de KeW en haar besluiten inclusief de vergunningen. Dit betreft het uitvoeren van aangekondigde en onaangekondigde inspecties en het beoordelen ex ante van wijzigingen in techniek/operatie/organisatie van nucleaire installaties en het desgevraagd leveren van technische adviezen aan de beleidsafdeling;
• Beoordeling van de bedrijfsdocumenten van de twee-, vijf-, en tienjaarlijkse (her)evaluaties en de verbeterplannen, de beveiligingsorganisatie van de nucleaire installaties en de beveiligings- en noodplannen;
• Controle op de veiligheid en beveiliging van transporten van nucleair materiaal;
• Toezicht op de naleving van door Nederland ondertekende verdragen op nucleair gebied zoals het non-proliferatieverdrag met betrekking tot safeguards van nucleair materiaal en non-proliferatie van nucleaire technologie;
• Uitvoeren van ketenhandhavingsprojecten ten aanzien van vuurwerk, asbest, sleutelbedrijven, bouw- en sloopafval, dierlijk vet en bodemsanering (in het kader van BLOM/ALOM) op basis van het «Visiedocument Ketenhandhaving, begeleiden en verleiden» (kamerstukken II, 2003–2004, 22 343 XI, nr. 93) en «De VROM-Inspectie handhaaft de asbestregelgeving» (april 2005);
• Uitvoeren van toezichtacties in het kader van de Wet Explosieven voor Civiel Gebruik.
Bedrijven, defensie-inrichtingen
Tabel 12.2. Naleefindicatoren primair toezicht | ||||
Doel | Naleefindicator | Waarde 2005 | Streefwaarde 2007 | Eindwaarde 2010 |
Defensie (I) | Percentage van het aantal gecontroleerde defensie-inrichtingen waarvoor na eerste controle geen voornemenbrief is uitgegaan. | 42 | 60 | >90 |
Defensie (II) | Percentage van het aantal gecontroleerde defensie-inrichtingen waarvoor na hercontrole geen dwangsombeschikking is afgegeven. | 85 | 90 | >90 |
Vuurwerkbesluit | Percentage op basis van risicoanalyse geselecteerde producten, die voldoen aan de veiligheidseisen die opgenomen zijn in het RNEV | 86 | 90 | >90 |
Kernenergiewet | Percentage detectieplichtige schrootbedrijven dat voldoet aan de vier kernvoorschriften van het Besluit detectie (meten, registreren, verantwoordelijke persoon, financiële zekerheid). | 35 | 50 | 90 |
Besluit zwavelgehalte brandstoffen | Percentage in Nederlandse territoriale wateren aangemeerde zeeschepen dat voldoet aan het besluit Zwavelgehalte zeeschepen | 63 | 70 | 80 |
EVOA | Percentage van het totaal aantal kilo’s afval dat is geëxporteerd naar niet-OESO-landen dat voldoet aan alle kernbepalingen EVOA | 24 | 35 | 80 |
Waterleidingbesluit (I) | Percentage prioritaire inrichtingen met een risicoanalyse opgesteld en vastgesteld door de directie | 42 | 70 | 95 |
Waterleidingsbesluit (II) | Percentage prioritaire inrichtingen met een uitgevoerd beheersplan | 11 | 40 | 75 |
12.2.2. Rijksbeleid handhaven en interbestuurlijk toezicht uitvoeren op gemeenten en provincies
• Om een veilige, duurzame en gezonde leefomgeving te waarborgen en te bevorderen;
• Om de uitvoering en naleving te bewerkstelligen van VROM beleid en- regelgeving waarvoor andere overheden in het kader van medebewind verantwoordelijk zijn, selectief gericht op het nationale en internationale belang.
• Verrichten van nazorg ten aanzien van gemeenten ter toetsing van de afgesproken verbetering naar aanleiding van eerdere onderzoeken. («Gemeentelijke inrichtingen met B&W als bevoegd gezag» (kamerstukken II, 2004–2005, 22 343, nr. 102) en Jaarrapportage gemeenteonderzoeken 2005);
• Uitvoeren van vier provincieonderzoeken;
• Toetsen van gemeentelijke en provinciale besluitvorming en uitvoering ten aanzien van VROM beleid en -regelgeving;
• Uitvoeren van themaonderzoeken op het gebied van veiligheid utiliteitsbouw, externe veiligheid (o.a. Besluit Externe Veiligheid Inrichting (BEVI) en Besluit risico’s zware ongevallen (BRZO)), TOP-bedrijven, luchtkwaliteit, Landelijk Afval Beheerplan (LAP) en op thema’s die voortkomen uit signalen van burgers. («Veiligheid en gezondheid bij discotheken» (kamerstukken II, 2005–2006, 22 343, nr. 128);
• Monitoren van de regierol die provincies hebben bij de professionalisering van de milieuhandhaving, en waar nodig interveniëren.
Gemeenten, provincies, bedrijven.
Tabel 12.3. Naleefindicatoren interbestuurlijk toezicht | ||||
Doel | Naleefindicator | Waarde 2005 | Streefwaarde 2007 | Eindwaarde 2010 |
Wet ruimtelijke ordening | Percentage van de onderzochte Wro-taken dat de beoordeling «adequaat» heeft gekregen bij eerste meting en na het nazorgtraject. | 55 | 60–80 | >90 |
Wet milieubeheer | Percentage van de onderzochte Wm-taken dat de beoordeling «adequaat» heeft gekregen bij eerste meting en na het nazorgtraject | 66 | 60–80 | >90 |
Woningwet | Percentage van de onderzocht Woningwettaken dat de beoordeling «adequaat» heeft gekregen bij eerste meting en na het nazorgtraject | 48 | 60–80 | >90 |
Wet bodembescherming | Percentage van de bevoegde gezagen, volgens de Wet bodembescherming, dat voldoet aan het beoordelingskader toezicht (geen onvoldoendes voor de kwaliteit van het toezicht, en er op ingericht zijn om tenminste 90% van de saneringen fysiek te inspecteren). | 17 | 50 | 80 |
12.2.3. Wettelijke taken prioriteren en relevante maatschappelijke signalen selecteren
• Om de circa 250 wettelijke VROM-taken te kunnen prioriteren naar de grootste risico’s voor veiligheid, gezondheid, duurzaamheid en sociale leefomgeving. Om de interventiestrategie in te zetten ten einde te bepalen wat de VROM-Inspectie bij welke doelgroepen gaat uitvoeren;
• Om de circa 250 wettelijke taken om te zetten naar thema’s;
• Om de signalen uit de maatschappij op te pakken volgens de PRIOV-criteria: politieke wens, risico’s voor de leefomgeving, integriteit van bestuur of leiding van een bedrijf, onrust onder de burgers en voorbeeld stellen/precedentwerking door iets/niets te doen in een bepaalde situatie.
Onderzoek en analyse, Voorlichting en communicatie.
• Actualiseren prioriteitenmatrix voor de wettelijke taken;
• Verbeteren van de Nalevingsstrategie (NLS)-methodiek door verdere onderbouwing met wetenschappelijk onderzoek;
• Onderbouwen van de methode met naleefindicatoren, onderzoeksgegevens en controlegegevens;
• Uitvoeren van onderzoek naar signalen en incidenten en het oplossen van maatschappelijke problemen op het VROM-terrein, alsmede het uitvoeren van analyses daarop;
• Terugkoppeling van praktijkervaringen (ex-post) inzake de handhaafbaarheid, uitvoerbaarheid en fraudebestendigheid van VROM-beleid en- regelgeving aan de beleidsdirecties;
• Uitvoeren van projecten uit de publieksagenda (beleid met burgers) (of bij 12.2.1);
• Het opzetten en doen functioneren van het frontoffice ten aanzien van de domeinen chemische industrie, afval, nucleaire industrie en buisleidingen;
• Het stimuleren van internationale handhaving door middel van deelname aan internationale netwerken van handhavingsorganisaties op VROM-beleidsterreinen, zoals IMPEL (European Union Network for the Implementation and Enforcement of Environmental Law), CLEEN (Chemical Legislation European Network); INECE (International Network for Environmental Compliance and Enforcement) en IAEA (International Atomic Energy Agency);
• Het in internationaal verband bevorderen dat bij de totstandkoming van Europese regels wordt gelet op de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van die regels;
• Faciliteren van de vorming van een permanente handhavingstructuur voor de EVOA in de EU met als streefdatum 2008;
• Versterken van de samenwerking met de nationale EVOA-handhavingspartners, onder meer door middel van samenwerkingsovereenkomsten en het ontwikkelen van informatiegestuurde handhaving (EVOA);
• Vernieuwen, ontwikkelen en vaststellen van toezicht- en interventiestrategieën, onder meer op het terrein van:
• De nieuwe EU-stoffenregelgeving REACH, die vermoedelijk in april 2007 van kracht wordt;
• De ketens van risicovolle afvalstromen en/of gevaarlijke stoffen;
• De AmvB Kwaliteitsborging bodembeheer en het Besluit Bodemkwaliteit;
• Wet explosieven civiel gebruik;
• Buisleidingen: Het betreft metatoezicht met de verantwoordelijke bedrijven omtrent de (technische) veiligheid van de buisleidingen en de ruimtelijke-ordeningaspecten in relatie tot de externe veiligheid en het risico;
• Gemeente- en provincieonderzoeken.
• Bedrijven;
• Burgers;
• Gemeenten;
• Provincies.
• Aantal ontwikkelde en geïmplementeerde naleefindicatoren;
• Voor 10 wettelijke taken zijn naleefindicatoren bepaald;
• Voor het merendeel van de wettelijke taken met een hoge prioriteit zijn eind 2007 naleefindicatoren ontwikkeld;
• In 2010 zijn voor 100% van de wettelijke taken met een met hoge prioriteit naleefindicatoren geïmplementeerd;
• Percentage van de beschikbare operationele tijd van de VROM-Inspectie besteed aan signalen uit de omgeving en aan de uitvoering van de wettelijke taken;
• In 2006 is circa 30% van de operationele tijd besteed aan signalen uit de omgeving en 70% aan de wettelijke taken;
• Besteding van 40% van de operationele tijd voor signalen uit omgeving en 60% voor de wettelijke taken in 2007.
12.2.4. Crisismanagement organiseren
• Om in crisissituaties aantoonbaar en optimaal voorbereid te zijn;
• Om optredende crises adequaat te kunnen beheersen en afhandelen. De VROM-Inspectie is verantwoordelijk voor crisismanagement op het gebied van milieu (chemisch en nucleair) en drinkwater.
• Implementeren van het Departementaal Handboek Crisisbesluitvorming en de structuur voor de crisisliaisons binnen VROM door middel van de uitvoering van een meerjarig (3 jaar) actieprogramma;
• Verbreding van de inzet van het BOT-mi op VROM-beleidsterreinen waaronder drinkwater alsook in internationaal verband als «Back-office» voor het UNDAC-team van de VN;
• Ontwikkeling van een BOT-mi kwaliteitszorgsysteem;
• Opzetten en implementeren van de calamiteitenorganisatie Buisleidingen;
• Uitvoeren van een meerjarig oefenbeleidsplan. Per beleidsveld wordt training gegeven in de advisering en afhandeling van crises en wordt geoefend in de advisering en afhandeling van crises op de beleidsvelden waar VROM eerstverantwoordelijk voor is (Beleidsplan crisisbeheersing 2004–2007);
• Deelnemen aan het VROM-brede programma «Veiligheid», waaronder begrepen het project VITAAL, Nationale Veiligheid en CBRN-terrorisme, met als doel te komen tot structurele belegging van die onderwerpen binnen VROM;
• Implementeren van een beheerplan NPK (nationaal plan kernongevallenbestrijding) waarin rollen, taken en verantwoordelijkheden van alle betrokken actoren zijn uitgewerkt;
• Opzetten en beheren van samenwerkingsverbanden met Duitsland, België en het Verenigd Koninkrijk op nucleair gebied.
• Overheidsinstellingen betrokken bij de bestrijding van crises en rampen (zoals GHOR, Brandweer en Politie), andere ministeries, internationale overheidsinstanties, de betrokken VROM-organisatieonderdelen en de VN;
• Private en publieke deskundigeninstituten (zoals RIVM en RIZA).
Tabel 12.4. Prestatie-indicator | ||
Prestatie-indicator | Streefwaarde | Planning |
Periode | ||
Aantal trainingen per beleidsveld | 1 | 2007 |
Aantal oefeningen per beleidsveld | 1 | 2007 |
Aantal bijeenkomsten met crisisbeheersingsorganisaties op nucleairgebied | 1 | 2007 |
Aantal overleggen met betrokken partijen in het kader het VROM-brede programma Veiligheid | 15 | 2007 |
Aantal overleggen crisisbesluitvormingsstructuur VROM | 5 | 2007 |
Aantal overleggen in het kader van het internationale samenwerkingsverband nucleair | 3 | 2007 |
Aantal overleggen in het kader van het NPK | 1 | 2007 |
12.2.5. Opsporen en bestrijden van fraude
Om grove misstanden met betrekking tot de aan VROM gerelateerde wetgeving en beleidsinstrumenten tegen te gaan.
• Uitvoering van in het algemeen complexe strafrechtelijke onderzoeken ten aanzien van de VROM-beleidsterreinen, met specifieke aandacht voor corporaties, intermediairs, bouw- en afvalstoffen, voedselketen, luchtemissies, vuurwerk en grote geldstromen;
• Opbouwen van strategische informatiepositie (ontwikkelen criminaliteitsbeelden en strategische analyses);
• Inwinnen van operationele informatie;
• Opstellen beleids- en feedbackrapportages;
• Het afsluiten van een handhavingarrangement tussen VROM en het OM, waarbij de strafrechtelijke prestaties op de VROM beleidsterreinen worden vastgelegd.
Bedrijven en burgers.
Prestaties worden gemeten aan de hand van het aantal strafrechtelijke onderzoeken dat is uitgevoerd en het aantal strafzaken dat uiteindelijk ter terechtzitting wordt behandeld, inclusief de opgelegde transacties door het OM. Deze worden in het lopende begrotingsjaar na overleg en met instemming van het OM bepaald en vastgelegd in het handhavingarrangement.
Artikel 13. Rijkshuisvesting en architectuur
13.1. Algemene beleidsdoelstelling
13.1.1. De advisering over en de implementatie van het overheidsbeleid dat (mede) van toepassing is op de rijkshuisvesting en op de doelmatige werking van het rijkshuisvestingsstelsel; de architectonische kwaliteit stimuleren en de huisvesting verzorgen van het Koninklijk Huis, de Hoge Colleges van Staat en het ministerie van Algemene Zaken.
• Om vanuit de huisvestingsexpertise van de Rijksgebouwendienst (Rgd) aan de realisatie van VROM- en overige rijksdoelstellingen bij te dragen en daarmee binnen de rijkshuisvesting het voorbeeld te geven voor – relevant – nationaal of Europees beleid dat nog in ontwikkeling is of al is vastgesteld;
• Om cultuurhistorische waarden te koesteren en de kwaliteit van de (on)gebouwde omgeving te bewaken adviseert de Rijksbouwmeester het Kabinet over het interdepartementale architectuurbeleid en vervult waar mogelijk hierbij een voorbeeldrol met de rijksgebouwen;
• Om de huisvesting van de genoemde groepen die niet onder het rijkshuisvestingsstelsel vallen, te verzorgen.
De Minister van VROM is coördinerend minister voor de rijkshuisvesting en is verantwoordelijk voor de huisvesting van het Koninklijk Huis, de Hoge Colleges van Staat en het ministerie van AZ en voor het waar mogelijk toepassen van rijksbeleid in de systematiek van het rijkshuisvestingsstelsel. De Minister van VROM is mede verantwoordelijk voor het Actieprogramma Ruimte en Cultuur. De Rijksbouwmeester is onafhankelijk adviseur van het Kabinet voor het architectuurbeleid, het monumentenbeleid van de monumenten in rijksbezit en de rijkshuisvesting.
• Behalen van de doelstelling met betrekking tot (advisering over en implementatie van) overheidsbeleid hangt mede af van de wijze waarop de gebruikers van rijkshuisvesting daaraan invulling willen geven boven op de wettelijke minima in dat beleid;
• Het behalen van de huisvestingsdoelstelling voor de Hoge Colleges van Staat, het ministerie van AZ en het Koninklijk Huis, veelal in monumenten gehuisvest en aan specifieke locaties gebonden, is afhankelijk van de mate waarin deze gebouwen functioneel aangepast kunnen worden voor de desbetreffende gebruikers.
Tabel 13.1. budgettaire gevolgen van beleid | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Bedragen x € 1 000 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
Verplichtingen: | 71 242 | 128 345 | 116 362 | 90 333 | 80 273 | 57 736 | 38 415 |
Uitgaven: | 71 242 | 121 345 | 119 862 | 93 833 | 80 273 | 57 736 | 38 415 |
Waarvan juridisch verplicht | 73 352 | 45 000 | 22 000 | 13 000 | 7 500 | ||
Programma: | 71 242 | 121 345 | 119 862 | 93 833 | 80 273 | 57 736 | 38 415 |
Het adviseren en implementeren beleid rijkshuisvestingsstelsel: | 6 847 | 5 320 | 4 948 | 4 358 | 4 339 | 4 338 | 4 334 |
Beleid (mede) van toepassing op de rijkshuisvesting en de doelmatige werking van het rijkshuisvestingsstelsel | 2 786 | 2 728 | 2 559 | 2 563 | 2 564 | 2 564 | 2 561 |
OnderzoekRgd | 1 183 | 587 | 587 | 587 | 587 | 587 | 587 |
Coördinatie rijksopdrachtgeverschap in de bouw | 1 714 | 1 232 | 1 476 | 1 208 | 1 188 | 1 187 | 1 186 |
Energiebesparingrijkshuisvesting | 1 137 | 773 | 326 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Duurzaam bouwen rijkshuisvesting | 27 | ||||||
De architectonische kwaliteit stimuleren en monumenten beheren: | 20 166 | 17 163 | 18 320 | 18 533 | 18 439 | 18 881 | 13 957 |
Stimuleren architectonische kwaliteit | 5 908 | 4 832 | 4 991 | 5 189 | 5 188 | 5 175 | 5 173 |
Beheer monumenten in rijksbezit | 14 258 | 12 331 | 13 329 | 13 344 | 13 251 | 13 706 | 8 784 |
Huisvesten van het Koninklijk Huis, de Hoge Colleges van Staat en het ministerie van Algemene Zaken: | 44 229 | 98 862 | 96 594 | 70 942 | 57 495 | 34 517 | 20 124 |
Onderhoud HCvS/AZ | 5 924 | 5 434 | 4 704 | 3 583 | 3 584 | 3 570 | 4 068 |
Investeringen HCvS/AZ | 12 027 | 44 883 | 50 883 | 29 108 | 33 770 | 15 878 | 1 759 |
Huren HCvS/AZ | 2 332 | 2 794 | 3 088 | 3 259 | 3 275 | 1 611 | 846 |
Paleizen | 16 688 | 37 135 | 29 055 | 27 135 | 9 008 | 5 616 | 5 612 |
Functionele kosten Koninklijk Huis | 7 258 | 8 616 | 8 864 | 7 857 | 7 858 | 7 842 | 7 839 |
Ontvangsten: | 13 001 | 4 857 | 357 | 357 | 2 626 | 357 | 357 |
Grafiek 13.1. budgetflex in % per operationeel doel in het begrotingsjaar 2007
Operationeel doel:
1. Het adviseren en implementeren beleid rijkshuisvestingsstelsel
2. De architectonische kwaliteit stimuleren en monumenten beheren
3. Huisvesten van het Koninklijk Huis, de Hoge Colleges van Staat en het ministerie van Algemene Zaken
De Rgd is een baten-lastendienst en voert derhalve geen verplichtingen-kasadministratie. De middelen voor het huisvesten van het Koninklijk Huis, de Hoge Colleges van Staat en het Ministerie van Algemene Zaken zijn belegd met huisvestings- en onderhoudsprojecten waarover met de gebruikers afspraken zijn gemaakt. Derhalve zijn deze middelen bijna geheel als bestuurlijk verplicht aan te merken, maar een deel is ook juridisch verplicht.
De vergoeding van Functionele Kosten van het Koninklijk Huis is gebaseerd op het financieel statuut van het Koninklijk Huis en wordt als nagenoeg geheel juridisch verplicht beschouwd. De omvang van de juridische verplichtingen per 1 januari 2006 is een raming mede gebaseerd op de actuele projectplanningen.
13.2. De operationele doelstellingen
13.2.1. Het adviseren over en implementeren van beleid dat (mede) van toepassing is op de rijkshuisvesting en op de doelmatige werking van het rijkshuisvestingsstelsel.
Om als rijksoverheid het goede voorbeeld te geven en om te voorkomen dat de reguliere bedrijfsvoering van de gebouwgebruikers met deze bijzondere kosten wordt belast.
Financiële bijdragen aan de baten-lastendienst Rgd om:
• Vanuit de uitvoeringspraktijk van de rijkshuisvesting en met behulp van onderzoek bijdragen te leveren aan rijksdoelstellingen, bijvoorbeeld op het gebied van duurzame kwaliteit en veiligheid van gebouwen, ruimtelijke kwaliteit van de stedelijke gebieden en het rijkshuisvestingsstelsel zelf, onder meer door advisering over de doelmatigheid van het stelsel;
• Interne en externe belangen van de aanbestedende overheidsdiensten op het vlak van bouwopdrachten te bundelen en te versterken door het verzorgen van coördinatie tussen aanbestedende rijksdiensten;
• Onderzoeken en toepassingen van innovatieve CO2-reducerende (energiebesparende) technieken in rijksgebouwen te realiseren, met behulp van het stimuleringsprogramma innovatieve technieken (PIT) om zo succesvolle commerciële toepassing op de Nederlandse markt sneller te doen plaatsvinden en internationale verplichtingen (o.a. Kyoto-verdrag) na te komen.
• Van een aantal aansprekende huisvestingsprojecten zal worden aangegeven op welke wijze de overheid in 2007 het eigen rijksbeleid heeft toegepast;
• Aan het Rijkshuisvestingsberaad worden jaarlijks conclusies voorgelegd over de doelmatige werking van het rijkshuisvestingsstelsel (kamerstukken II, 2004–2005, 25 449, nr. 11), (kamerstukken II, 2004–2005, 25 449, nr. 12).
• Voor het PIT-programma: aantal projecten waarbij innovatieve technieken zijn toegepast.
Tabel 13.2. Prestatie-indicatoren | ||||||
Prestatie-indicator | Basiswaarde | Peildatum | Streefwaarde 1 | Periode | Streefw 2 | Periode |
Aansprekende huisvestingsprojecten | Aansprekende projecten toegelicht | 2007 | ||||
Conclusies doelmatigheid stelstel | 1 x per jaar | 2007 | ||||
Projecten met toegepaste innovatieve technieken | 0 | 2001 | 7 à 9 | 2007 | 10 à 15 | 2008 |
13.2.2. De architectonische kwaliteit stimuleren en monumenten beheren.
Om cultuurhistorische waarden te koesteren en de kwaliteit van de (on)gebouwde omgeving te bewaken.
Financiële bijdrage aan de baten-lastendienst Rgd voor:
• Ondersteuning van de acties genoemd in het Actieprogramma Ruimte en Cultuur (kamerstukken II, 2004–2005, 30 081, nr. 1) waaronder de uitreiking van de rijksprijs voor inspirerend opdrachtgeverschap «Gouden Piramide»;
• Studies en activiteiten ter ondersteuning van de Rijksbouwmeester;
• Het handhaven van de monumentale waarde van de monumenten in rijksbezit en het bevorderen van de gebruiksmogelijkheden en verhuurbaarheid door periodiek onderhoud en herstel.
Van een aantal aansprekende projecten zal worden aangegeven op welke wijze de overheid in 2007 met de monumentale- en architectonische kwaliteit is omgegaan.
Tabel 13.3. Prestatie-indicatoren | ||||||
Prestatie-indicator | Basiswaarde | Peildatum | Streefwaarde 1 | Periode | Streefw 2 | Periode |
Aansprekende projecten | Aansprekende projecten toegelicht | 2007 | ||||
Uitreiking Gouden Piramide | Jaarlijks | 2007 |
13.2.3. Huisvesten van het Koninklijk Huis, de Hoge Colleges van Staat en het ministerie van Algemene Zaken:
Om deze doelgroep die buiten het vigerende rijkshuisvestingsstelsel valt adequaat te huisvesten.
Financiële bijdragen aan de baten-lastendienst Rgd voor het uitvoeren van investeringsprojecten en onderhoudswerkzaamheden aan de paleizen voor de Hoge Colleges van Staat en het ministerie van Algemene Zaken.
Klanttevredenheid
Tabel 13.4. Prestatie-indicatoren | ||||||
Prestatie-indicator | Basiswaarde | Peildatum | Streefwaarde 1 | Periode | Streefw 2 | Periode |
Klanttevredenheid | 77% | 2004 | 86% | 2007 | 92% | 2010 |
13.3. Overzicht onderzoek naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van beleid
Tabel 13.5. Overzicht beleidsonderzoeken | ||
Evaluatieonderzoeknaar | Uitkomsten naar de Tweede Kamer | |
Overige beleidsevaluaties | Programma innovatieve technieken | 2007 |
Op dit artikel worden alle uitgaven opgenomen die vooralsnog niet specifiek aan een van de beleidsdoelstellingen uit de beleidsartikelen zijn toe te rekenen. Het betreft hier zowel uitgaven voor het apparaat als programma en uitgaven voor postactieven.
Tabel 14.1. budgettaire gevolgen van beleid | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Bedragen x € 1 000 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
Verplichtingen: | 208 419 | 259 461 | 193 848 | 196 418 | 207 705 | 203 006 | 199 895 |
Uitgaven: | 431 066 | 466 320 | 385 781 | 379 967 | 375 818 | 369 095 | 365 933 |
Waarvan juridisch verplicht | 186 433 | 179 874 | 178 329 | 172 305 | 172 250 | ||
Programma: | 222 193 | 260 500 | 196 070 | 187 733 | 186 136 | 180 121 | 180 061 |
Betaalbare woonkeuze koop- en huursector | 31 293 | 24 167 | 12 322 | 8 308 | 7 147 | 5 263 | 5 212 |
Budget BWS 1992–1994 | 149 867 | 140 989 | 149 169 | 149 169 | 149 169 | 149 169 | 149 169 |
Woningbouw en duurzame kwaliteit | |||||||
Huisvesting gehandicapten en woon-zorg | 24 651 | 20 290 | 14 671 | 12 154 | 11 797 | 11 657 | 11 657 |
Communicatie-instrumenten | 5 513 | 7 810 | 7 408 | 7 399 | 7 399 | 7 405 | 7 401 |
Stichting Advisering Bestuursrechtspraak (StaB) | 5 145 | 4 922 | 4 896 | 4 868 | 4 841 | 4 841 | 4 837 |
Overige vastgoedinformatievoorziening | 4 370 | 4 036 | 6 341 | 4 561 | 4 508 | 509 | 508 |
Ruimtelijk Planbureau | 1 354 | 1 323 | 1 263 | 1 274 | 1 275 | 1 277 | 1 277 |
Programma/onderzoekMilieu en Natuur Planbureau (MNP) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Afkoop subsidies DGW regelingen | 56 963 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Apparaat: | 208 873 | 205 820 | 189 711 | 192 234 | 189 682 | 188 974 | 185 872 |
Departementsleiding, control, expertdiensten en overige staf: | 44 766 | 60 341 | 60 063 | 64 569 | 62 830 | 62 430 | 59 388 |
Apparaat DGW | 6 739 | 1 760 | 912 | 975 | 1 175 | 2 250 | 2 249 |
Apparaat DGR | 12 897 | 4 418 | 4 075 | 3 988 | 4 000 | 3 999 | 3 997 |
Apparaat DGM | 4 462 | 2 615 | 2 403 | 2 410 | 2 421 | 2 404 | 2 405 |
Apparaat Inspectie | 1 116 | 7 | 6 | 0 | 6 | 6 | 6 |
Apparaat departementsleiding, control en overig staf | 14 334 | 19 933 | 21 237 | 25 741 | 23 768 | 23 717 | 20 703 |
Apparaat Ruimtelijk Planbureau (RPB) | 5 218 | 5 469 | 5 399 | 5 416 | 5 416 | 5 409 | 5 406 |
Apparaat Milieu en Natuur Planbureau (MNP) | 0 | 26 139 | 26 031 | 26 039 | 26 044 | 24 645 | 24 622 |
Raden: | 9 527 | 5 033 | 6 129 | 6 103 | 6 086 | 6 086 | 6 083 |
VROM-Raad | 1 905 | 2 080 | 2 074 | 2 061 | 2 050 | 2 050 | 2 049 |
Raad voor Ruimtelijk, Milieu- en Natuuronderzoek | 1 471 | 1 003 | 523 | 513 | 513 | 513 | 513 |
Waddenadviesraad (WAR) | 712 | 721 | 617 | 614 | 608 | 608 | 606 |
Kenniscentrum Aanbesteding bouw (KCAB) | 161 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Nederlandse Emissie Autoriteit (NEA) | 4 394 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Adviesraad Gevaarlijke Stoffen(AGS) | 884 | 964 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Technische Commissie Bodembescherming (TCB) | 0 | 265 | 265 | 265 | 265 | 265 | 265 |
Gemeenschappelijk OntwikkelingsBedrijf (GOB) | 0 | 0 | 2 650 | 2 650 | 2 650 | 2 650 | 2 650 |
Postactieven: | 7 396 | 6 649 | 6 636 | 6 547 | 6 231 | 6 231 | 6 227 |
Postactieven DGW | 2 263 | 2 941 | 2 934 | 2 934 | 2 935 | 2 935 | 2 933 |
Postactieven DGR | 613 | 377 | 376 | 377 | 377 | 377 | 376 |
Postactieven DGM | 1 214 | 1 270 | 1 270 | 1 270 | 1 270 | 1 270 | 1 270 |
Postactieven Inspectie | 0 | 304 | 304 | 9 | 304 | 304 | 304 |
Postactieven RPB | 31 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Postactieven GD/CSt | 3 275 | 1 757 | 1 752 | 1 957 | 1 345 | 1 345 | 1 344 |
Gemeenschappelijke voorzieningen: | 147 184 | 133 797 | 116 883 | 115 015 | 114 535 | 114 227 | 114 174 |
Gemeenschappelijke voorzieningen | 121 569 | 107 480 | 91 307 | 89 975 | 89 725 | 89 400 | 89 360 |
Huurbijdrage aan RGD | 25 615 | 26 317 | 25 576 | 25 040 | 24 810 | 24 827 | 24 814 |
Ontvangsten: | 77 762 | 43 043 | 30 346 | 38 587 | 39 075 | 29 724 | 29 493 |
Grafiek 14.1. budgetflex in % per operationeel doel in het begrotingsjaar 2007
Operationeel doel:
1. Programma
De budgetflexibiliteit is alleen aangegeven voor het operationeel doel «Programma». Het overgrote deel van de budgetten is juridisch verplicht, voornamelijk als gevolg van de oude regelingen op het gebied van Wonen en de subsidiëring van de Stab en de stichting RAVI/GEONOVUM.
Ongeveer de helft van de niet-juridisch verplichte budgetten is bestuurlijk gebonden budget.
Ten aanzien van Basisregistraties Adressen en Gebouwen (onderdeel instrument overige vastgoedinformatie) hebben de ministeries van Financiën en BZK en de Belastingdienst afspraken gemaakt, waardoor deze gelden bestuurlijk gebonden zijn. Ten slotte zijn de programmakosten voor het RPB en MNP bestuurlijk gebonden door afspraken tussen VROM en de beide Planbureaus omtrent financiering van (delen van) de programmakosten en een klein deel van het communicatie-instrument is bestuurlijk gebonden door rijksbrede aanbestedingsprocedures.
14.2.1. Communicatie-instrumenten
Communicatie in het hart van beleid. Onder dit motto sluit de communicatiediscipline ook bij het ministerie van VROM in een vroegtijdig stadium aan bij beleidsvorming. Doel daarvan is bij beleidsvorming nog meer rekening te houden met de maatschappelijke gevolgen en de signalen die rondom bepaalde beleidsonderwerpen reeds in de samenleving leven. Hiertoe worden verschillende middelen ingezet zoals burgerplatforms en diverse monitoringsinstrumenten.
Behalve betrokken bij beleidsvorming zet VROM natuurlijk ook communicatie-instrumenten in om het beleid onder de aandacht te brengen van de diverse doelgroepen van VROM. Zowel naar bestuurders, bedrijfsleven als het grote publiek communiceert VROM haar beleid via diverse kanalen. Internet speelt hierbij een steeds belangrijkere rol. In de communicatie hanteert VROM zes zogeheten labels, paraplu’s in feite waarmee het beleid van VROM zichtbaar wordt: Ruimte voor wonen, Ruimte voor ontwikkeling, Krachtige Steden, Milieu als kans, Gezond & veilig, en Regels die werken, lasten beperken. Met deze communicatieve paraplu’s sluit VROM aan op de werkwijze die het Kabinet heeft ingezet om eveneens via vier hoofdlijnen te communiceren naar alle relevante doelgroepen.
VROM draagt op meerdere manieren bij aan de ontwikkeling van rijksbrede communicatie, uiteenlopend van internet tot en met publieksvoorlichting. In verschillende rijksbrede projectgroepen zitten dan ook communicatievertegenwoordigers van VROM.
14.2.2. Stichting Advisering Bestuursrechtspraak (StAB)
De Stichting Advisering Bestuursrechtspraak (StAB) is een bijna volledig door VROM gesubsidieerde instelling. Op verzoek van de Raad van State adviseert de StAB de bestuursrechter in geschillen op het gebied van Ruimtelijke Ordening en Milieu. Ook worden op verzoek adviezen aan de rechtbanken verstrekt.
Tabel 14.2. Aantal adviesaanvragen | ||||
Realisatie 2004 | Realisatie 2005 | Ontwerpbegroting 2006 | Ontwerpbegroting 2007 | |
Stand per 01-01 | 89 | 72 | 88 | 88 |
Instroom aanvragen | 358 | 413 | 450 | 450 |
Aantal afgehandelde aanvragen/adviezen | 375 | 397 | 450 | 450 |
Stand per 31-12 | 72 | 88 | 88 | 88 |
De ontwerpbegroting 2007 is afgeleid uit de ontwerpbegroting 2006. De StAB levert de begroting 2007 medio oktober 2006 op.
14.2.3. Rijksbeleid E-government
In het jaar 2006 is het project E-government gestart en in de komende jaren zullen op dit vlak vele stappen gezet worden. E-government van het Rijk is vastgelegd in de volgende beleidslijnen: Programma Andere Overheid, de Rijksbrede ICT-agenda en de notitie «Op weg naar de Elektronische Overheid». Hoewel de Ministers voor BVK en van EZ verantwoordelijk zijn voor de rijksbrede coördinatie op dit vlak is VROM hierbij prominent betrokken met projecten als het omgevingsloket, basisregistraties waar onder kadaster en topografie, adressen en gebouwen en digitale ruimtelijke plannen. De resultaten van het burgerpanel 2006 wordt gebruikt voor het bepalen welke activiteiten de komende jaren binnen VROM, maar ook daarbuiten, moeten starten om het omgevingsloket en de geo-informatie vorm te geven, zodanig dat de burger er optimaal van profiteert. Op basis van de uitkomsten van het burgerpanel zal een meerjarig E-programma worden opgesteld.
14.2.4. Overige vastgoedinformatievoorziening
Het ministerie van VROM is sinds het Besluit Informatievoorziening Rijksdienst (1990) verantwoordelijk voor de coördinatie van de Geo-informatie (GI). Een belangrijk deel van het GI beleid komt tot stand via de inzet rond een aantal te realiseren Geo-basisregistraties, die in principe deel zullen uitmaken van een samenhangend stelsel van (authentieke) registraties. Door het Kabinet aangemerkte authentieke basisregistraties in het geo-domein zijn een gebouwenregistratie, een adressenregistratie, de perceelregistratie van het kadaster, een topografisch bestand (1:10 000 topografische kaart van het kadaster) en in de toekomst aangevuld met de grootschalige basiskaart Nederland (de GBKN). Momenteel wordt tevens een haalbaarheidsonderzoek gedaan naar een basisregistratie voor de Nederlandse ondergrond voor geologie en bodem.
De wetgeving voor de basisregistraties kadaster en topografie is in april 2006 aan de Tweede Kamer aangeboden. De implementatie werkzaamheden zullen leiden tot een wettelijke invoering in 2007.
Op basis van een in 2006 te tekenen intentieverklaring tussen de Minister van VROM en bestuur van de GBKN zal een wetgevings- en implementatietraject worden gestart in 2007.
In 2001 is gekozen voor een steviger invulling van de regierol door VROM rond eerder genoemde basisregistraties. Daarbij is afgestapt van de coördinatieverantwoordelijkheid langs de lijn van «zelfregulering» door het veld verenigd in de RAVI (voorheen Raad voor de Vastgoedinformatie). In de afgelopen jaren is geconstateerd dat het geo-werkveld moest worden gereorganiseerd. De Minister van VROM heeft in 2006 een adviesorgaan ingesteld op het gebied van de geo-informatie: het GI-beraad, bestaande uit de betrokken departementen, het kadaster, TNO/NITG en vertegenwoordigers van andere bestuurslagen. Het GI-beraad zal de Minister adviseren over de strategische en internationale aspecten van de geo-informatie. In 2007 zal de eerste strategische agenda worden uitgevoerd. Onderwerpen, die daarbij aan de orde komen zijn onder andere inzet van geo-informatie bij calamiteiten en beschikbaarheid van geo-informatie-bestanden.
De Raad voor Vastgoedinformatie voorziening (RAVI) zal in 2007 gefuseerd zijn met de stichting Nationaal Clearinghouse Geo-informatie tot de stichting Geonovum en daarmee ontstaat een nieuwe organisatie met draagvlak in de sector, die de ontwikkeling en implementatie van standaards zal uitvoeren.
Basisregistraties Adressen en Gebouwen
BAG (Basisregistraties voor Adressen en Gebouwen) is een project dat in het kader van het Programma Andere Overheid (PAO) als onderdeel van de elektronische overheid wordt uitgevoerd door VROM. De BAG is een onderdeel van het stelsel van basisregistraties dat onder de coördinatie van de Minister van Bestuurlijke Vernieuwing tot stand wordt gebracht. De BAG bevat kerngegevens die essentieel zijn voor de werking van het stelsel, dat een meerledig effect heeft, namelijk: voorkomen en opsporen van fraude, meer adequate dienstverlening overheid, verminderen administratieve lastendruk en verbeteren efficiency. De gemeenten zijn de bronhouders van de BAG.
De Tweede Kamer heeft aangedrongen op snelle invoering van de basisregistraties. De BAG is een registratie die in Nederland nog moet worden opgebouwd. VROM heeft voor de BAG een projectteam geformeerd en er is een implementatie-wetgevingstraject gestart. De wetgeving wordt uiterlijk voorjaar 2007 naar de Tweede Kamer gestuurd, de landsbrede implementatie is voorzien in 2009, waarna vanaf 2011 verplicht gebruik in Nederland moet zijn gerealiseerd.
In 2007 zal een landelijke ICT-voorziening worden gerealiseerd, zodat de eerste tranches van gemeenten kunnen worden aangesloten en de eerste pilots met landelijke afnemers kunnen starten. Gemeenten zullen als registerhouders middels kennisoverdracht worden begeleid en ondersteund door VROM bij het instellen van een BAG in hun gemeente; daarnaast worden randvoorwaarden gecreëerd voor het aansluiten op de landelijke voorziening door middel van het toetsen aan de hand van toetredingscriteria. Tevens worden voorbereidingen getroffen om het verplicht afnemen van de gegevens (binnen de gemeenten en via de landelijke voorziening door alle andere overheden) zo praktisch en organisatorisch mogelijk te maken.
14.2.5. Programma/onderzoek Ruimtelijk Planbureau (RPB)
VROM wil door middel van het RPB het volgende bereiken: een onafhankelijke verkenning en monitoring van ontwikkelingen in de leefomgeving met betrekking tot ruimtelijke ontwikkelingen. Het RPB gaan daartoe het volgende doen:
• De uitvoering van het werkprogramma 2006/2007, onder meer voor het nieuwe Kabinet;
• De ruimtelijke agenda voor het nieuwe Kabinet: een korte schets ruimtelijke problemen waarmee het nieuwe Kabinet zich geconfronteerd ziet;
• Daarnaast voert het RPB in samenwerking met het MNP de Monitor van de Nota Ruimte uit. In het onderzoek «de Staat van de ruimte» gaat het om de zichtbare veranderingen van Nederland.
14.2.6. Programma/onderzoek Milieu en Natuur Planbureau (MNP)
Het Milieu- en Natuurplanbureau (MNP) heeft als missie het ondersteunen van de politieke en maatschappelijke afweging tussen economische, ecologische, ruimtelijke en sociaal-culturele kwaliteiten door het evalueren van het gevoerde beleid en het verkennen van toekomstige ontwikkelingen van met name de ecologische kwaliteit. Het Milieu- en Natuurplanbureau levert evaluaties en verkenningen over de leefkwaliteit van ons land in relatie met de milieuproblematiek op Europese en mondiale schaal. Het MNP richt zich vooral op het ondersteunen van de nationale besluitvorming over milieu- en natuurvraagstukken. De wettelijke taken van het Milieu- en Natuurplanbureau zijn vastgelegd in de Wet Milieubeheer en in de Natuurbeschermingswet. Deze wetten beschrijven de kerntaken van het planbureau en garanderen de inhoudelijke onafhankelijkheid ten opzichte van de opdrachtgevers en andere maatschappelijke actoren. Jaarlijks publiceert het MNP een Milieubalans, een Natuurbalans en wordt het Milieu- en Natuurcompendium geactualiseerd. Hierin wordt de actuele kwaliteit van de fysieke leefomgeving in beeld gebracht. Daarnaast zal in 2007 een Duurzaamheidverkenning worden uitgebracht evenals een Natuurverkenning en een vervolg op «Nuchter omgaan met Risico’s» uit 2003. Ook zullen evaluaties op bijvoorbeeld het terrein van biodiversiteit, klimaat, lucht en mestbeleid verschijnen. Mogelijk worden de verkiezingsprogramma’s en het Regeerakkoord doorgerekend op de gevolgen voor milieu en natuur.
14.2.7. Programma/onderzoek Gemeenschappelijk Ontwikkelingsbedrijf i.o. (GOB)
Het Gemeenschappelijk Ontwikkelingsbedrijf is een uitvoeringsorganisatie in oprichting die werkt in opdracht van de beleidsdepartementen (shared service) en tussen de bestaande rijksvastgoeddiensten komt te staan. Het wordt een uitvoeringsorganisatie die handelend kan optreden voor concreet benoemde ruimtelijke opgaven waar het Rijk gronden zal afstoten dan wel moet verwerven. Het Gemeenschappelijk Ontwikkelingsbedrijf bouwt kennis en expertise op rond doelmatig en modern vermogensbeheer en bundelt daarbij de kennis en expertise die bij de verschillende onderdelen van het Rijk aanwezig is. Het Gemeenschappelijk Ontwikkelingsbedrijf krijgt tevens de beschikking over een aantal financiële instrumenten. Kennis en instrumenten worden primair ingezet voor projecten van het Gemeenschappelijk Ontwikkelingsbedrijf maar zijn ook beschikbaar voor andere (vastgoed) projecten van het Rijk. Het Gemeenschappelijk Ontwikkelingsbedrijf wordt vormgegeven als een interdepartementale projectdirectie gepositioneerd onder de Secretaris-Generaal van VROM. Na twee jaar wordt het functioneren geëvalueerd op haar doelstellingen:
• Vergroten van de slagkracht van het rijksoptreden in de richting van andere overheden en markt;
• Betere resultaten bij het bereiken van maatschappelijke rijksdoelen;
• Versterken van de rijksinterne beleids- en uitvoeringscoördinatie;
• Het zakelijk omgaan met rijksvastgoed (binnen ruimtelijke ontwikkelingen);
• Versterken en bundelen van kennis en expertise van het Rijk.
Op dit artikelonderdeel worden alle uitgaven opgenomen die vooralsnog niet specifiek aan een van de beleidsdoelstellingen uit de beleidsartikelen zijn toe te rekenen. Het betreft hier zowel uitgaven voor het apparaat als programma en uitgaven voor postactieven.
De apparaatuitgaven omvatten de verplichtingen en uitgaven van het ambtelijk personeel, overige personele uitgaven, materieel en automatisering en postactieven. Het ambtelijk personeel betreft de algemene leiding van het departement en de beleids- en ondersteunende diensten. De overige personele uitgaven betreffen de inzet van externen en uitzendkrachten. De materiële en automatiseringsuitgaven hebben betrekking op de uitgaven voor beheer, exploitatie, huisvesting en investeringen om de voorzieningen van VROM op minimaal het huidige niveau te houden en daar waar mogelijk te verbeteren.
Het juridisch instrumentarium bestaat onder meer uit de kernproducten op nationaal, Europees en internationaal niveau van het juridisch instrumentarium van VROM zijn wetgeving, overeenkomsten/convenanten, behandeling van (buiten-)rechterlijke procedures, Koninklijke Besluiten, alsmede advisering.
• Wetgeving; Prioriteit bij het wetgevingsprogramma hebben de implementatie van EG-richtlijnen, de wetgevingsprojecten voortvloeiend uit het Strategisch Akkoord en het Hoofdlijnenakkoord, toezeggingen aan de Staten-Generaal en ondersteuning bij initiatiefwetsvoorstellen. De resterende centrale wetgevingscapaciteit wordt ingezet voor de overige VROM-prioriteiten. De belangrijkste in voorbereiding zijnde wetsvoorstellen zijn toegelicht bij de artikelen.
• Wetgeving met dictum 1, 2 en 3 van de Raad van State;Een wetgevingsproduct wordt «goed» beoordeeld wanneer de Raad van State daaraan het dictum 1, 2 of 3 toekent. Het oordeel van de Raad van State omvat zowel de technisch-juridische als de beleidsmatige aspecten van de wetgevingsproducten. In het overzicht wordt vooralsnog geen onderscheid gemaakt tussen de drie dicta.
• Implementatie van EG-richtlijnen; Dit kengetal ziet toe op de tijdige implementatie van EG-richtlijnen. Het kengetal is gebaseerd op de datum in het begrotingsjaar waarop de richtlijn moet zijn geïmplementeerd. In geval van overschrijding gaat het meestal om een geringe termijnoverschrijding. Binnen VROM is een Taakgroep Implementatie Europese richtlijnen ingesteld. Via een maandelijkse rapportage aan de bewindsliedenstaf wordt toezicht gehouden op de voortgang van de implementatie.
• Europese Meldingenprocedures; In veel gevallen moet een beleidsvoornemen van VROM eerst bij de Europese Commissie worden gemeld en een bepaalde procedure doorlopen, alvorens het voornemen mag worden geëffectueerd. De bekendste voorbeelden daarvan zijn meldingen van staatssteunmaatregelen en productenvoorschriften en diensten. Dit geldt niet alleen voor wetgeving, maar ook voor bijvoorbeeld convenanten en directe subsidiëring uit de begroting. Het kengetal geeft aan in hoeverre VROM deze procedure succesvol doorloopt, zowel naar de inhoud als naar de presentatie van de beleidsvoornemens. Het betreft hier verschillende procedures waarvoor aparte termijnen gelden.
• Overeenkomsten en convenanten; De toenemende behoefte aan flexibiliteit in de uitwerking van beleidsvoornemens heeft geleid tot een uitbreiding van het gebruik van overeenkomsten en convenanten. Het belang van de naleving van afspraken in het publiek domein stelt hoge eisen aan de inhoudelijke kwaliteit van deze producten. De convenanten moeten na beoordeling tenminste voldoen aan de Aanwijzingen voor de Convenanten. Het percentage dat daaraan voldoet brengt de kwaliteit van de convenanten na beoordeling tot uitdrukking.
• Procedures; Tegen primaire besluiten van de Minister van VROM wordt soms bezwaar gemaakt. De minister dient dan zijn besluit te heroverwegen en een beslissing op bezwaar te nemen. Tegen een beslissing op bezwaar en in voorkomende gevallen een primair besluit kan beroep worden ingesteld bij de rechter. Daarnaast heeft de minister (in casu de VROM-inspectie) de mogelijkheid om zelf in bezwaar en beroep te komen tegen besluiten van andere organen. Het percentage procedures met een goede afloop voor VROM is een indicator voor de kwaliteit van de uitvoering en handhaving van het beleid voor zover dat gestalte krijgt door middel van primaire besluiten, beslissingen op bezwaar en procedures.
Tabel 14.3. Juridische kwaliteit wetgevingsproducten | ||||
Realisatie 2004 | Realisatie 2005 | Ontwerpbegroting 2006 | Ontwerpbegroting 2007 | |
Wetgeving met dictum 1, 2 en 3 van Raad van State | 94% | 88% | 90% | 90% |
Implementatietermijn EU-regelgeving niet overschreden | 70% | 11% | 100% | 100% |
Uitvoering bepaalde EG-regelgeving (rapportages, meldingen intern recht) aan termijnen onderhevig | 47% | 75% | 75% | 75% |
Convenanten in overeenstemming met de Aanwijzingen | 100% | 100% | 100% | 100% |
Procedures met positief resultaat | 67% | 74% | 80% | 80% |
Procedures behandeld zonder termijnoverschrijding | 68% | 100% | 100% | 100% |
14.3.2. Gemeenschappelijke voorzieningen en Huurbijdrage RGD
De reeds in 2006 ingezette digitalisering van het documentenbeheer (VIDI) zal in 2007 worden voortgezet en verder worden ontwikkeld en geïmplementeerd. Tevens zullen investeringen noodzakelijk zijn voor de vervanging en programmawijzigingen van diverse bedrijfsvoeringsystemen. Het «Programma Andere Overheid» zal ook in 2007 nog de nodige aandacht opeisen; zowel intern als interdepartementaal zal dit op ICT-gebied verder worden vormgegeven.
Het kengetal geeft weer welke uitgaven per fte voor VROM worden gedaan ten behoeve van de ICT dienstverlening. De toename van de automatiseringsuitgaven is onder andere het gevolg van een aantal grote projecten in het kader van het Programma Andere Overheid, de Rijksbrede ICT-agenda «Op weg naar de Elektronische Overheid», voortgaande automatiseringseisen in de bedrijfsvoering en het instellen van een VROM Shared Service Centre bij de Gemeenschappelijke Dienst. Voor de inrichting van het Shared Service Centre zijn de bij de Diensten beschikbare budgetten en taken herverdeeld en overgeheveld naar artikel 14.
Tabel 14.4. Automatiseringsuitgaven (ICT-dienst) per fte | ||||
Realisatie 2004 | Realisatie 2005 | Ontwerpbegroting 2006 | Ontwerpbegroting 2007 | |
Raming in €1mln | 23,4 | 35,8 | 17,7 | 26,4 |
Aantal fte | 3 925 | 3 740 | 3 713 | 3 724 |
Uitgaven per fte in € 1 | 5 962 | 9 572 | 4 767 | 7 089 |
Aantal fte’s 2007 is inclusief 220 fte van het MNP, die per 01–01–2006 bij VROM is ondergebracht en 15 fte van het GOB i.o.
Huisvesting (inclusief huurbijdragen aan RGD)
De uitgaven voor huisvesting zijn te verdelen in huren, technisch beheer van gebouwen en installaties, en overige huisvestingskosten. Onder overige huisvestingskosten wordt onder andere verstaan energiekosten, schoonmaak, klein en technisch onderhoud enzovoorts. Het prestatiegegeven geeft weer welke kosten voor het gehele ministerie per fte verbonden zijn aan huisvesting.
Tabel 14.5. Huisvestingsuitgaven per fte ambtelijk personeel | ||||
Realisatie 2004 | Realisatie 2005 | Ontwerpbegroting 2006 | Ontwerpbegroting 2007 | |
Raming in €1mln | 35,5 | 36,5 | 37,9 | 36,8 |
Aantal fte | 3 834 | 3 740 | 3 713 | 3 724 |
Uitgaven per fte in €1 | 9 259 | 9 759 | 10 207 | 9 882 |
Aantal fte’s 2007 is inclusief 220 fte van het MNP, die per 01-01-2006 bij VROM is ondergebracht en 15 fte van het GOB i.o.
14.3.3. Adviesorganen en kennisinstituten
Zowel in het kader van de reguliere doorlichting van alle adviesraden en kennisinstituten als in het licht van het Programma Andere Overheid zal de rol en positie van alle raden en instituten in de context van de gehele kennisinfrastructuur nader worden bezien.
De VROM-raad adviseert Regering en Parlement over de hoofdlijnen van beleid aangaande de duurzame kwaliteit van de leefomgeving en over andere onderdelen van het rijksbeleid, die relevant zijn voor VROM. In 2007 zullen onder meer adviezen verschijnen over ruimtelijke investeringen, over de woningmarkt, over milieu en mobiliteit, over fysieke adaptatie ten gevolge van klimaatsverandering en de politieke agendering daarvan en over het begrip regio in de ruimtelijke planning.
Raad voor Ruimtelijk, Milieu- en Natuuronderzoek (RMNO)
De RMNO is een sectorraad die de Regering gevraagd en ongevraagd adviseert over het te voeren onderzoeksbeleid op het gebied van ruimte, milieu en natuur.
De RMNO werkt voor VROM aan kennisagenda’s over de onderwerpen Stromen, Grenzen, Gebiedsontwikkeling, Betere Buurt en Risico(-beleving). Deze agenda’s beschrijven de relevante kennisvragen en proberen vraag en aanbod bij elkaar te brengen van bestaande en nog te ontwikkelen kennis. Bij het uitbrengen van de adviezen wordt een communicatietraject uitgevoerd (bijeenkomsten, artikelen, nieuwsbrieven, enzovoorts).
De RMNO werkt in opdracht van VROM, LNV en VWS aan de kennisontwikkeling op het gebied van Natuur en Gezondheid. Voorgenomen adviezen in 2007 richten zich onder andere op:
• Natuur en gezondheid;
• Leren voor duurzaamheid bij de rijksoverheid;
• Kennisarena’s voor de ontwikkeling van strategische kennisvragen van VROM;
• Uitbrengen van kennisagenda’s van de RMNO.
De RMNO is aangesloten bij de Commissie van Overleg Sectorraden (COS) en opereert onder de Raamwet Sectorraden voor onderzoek en ontwikkeling.
De Raad voor de Wadden adviseert gevraagd en ongevraagd vanuit een grote gebiedsgebonden betrokkenheid over een breed scala van beleidsterreinen, die hun doorwerking hebben voor de Waddenzee. Uitgangspunt voor de Raad is de hoofddoelstelling «natuur», zoals die in de regelgeving voor de Waddenzee is neergelegd. Binnen de randvoorwaarden hiervan probeert de Raad integraal gebiedsgericht te adviseren over de verschillende belangen die in het gebied spelen. VROM beoogt met zijn bijdrage aan deze Raad onafhankelijk advies te verkrijgen over het Waddenzee beleid, met name op de relatie tussen economie en milieu.
In veel gevallen kan er nu nog niet gezegd worden over welke onderwerpen de Raad voor de wadden in 2007 zal adviseren. In de Kaderwet Adviescolleges (artikel 26) is geregeld op welke wijze een werkprogramma voor een adviesraad tot stand komt.
Adviesraad Gevaarlijke Stoffen (AGS)
De Adviesraad is ingesteld op 1 juni 2004. De Adviesraad heeft zijn visie op het werkterrein neergelegd in een Beleidsplan, zijn secretariaat opgebouwd en kennis gemaakt met de betrokken departementen en politiek, bedrijfsleven en kennisinstituten.
De raad heeft tot taak de regering en de beide kamers der Staten-Generaal te adviseren over beleid en wetgeving inzake technische en technisch-organisatorische maatregelen ter voorkoming van ongevallen en rampen als gevolg van het gebruik, de opslag, de productie, het vervoer van gevaarlijke stoffen en beperking van de gevolgen van dergelijke ongevallen en rampen (Artikel 2 van de Wet Adviesraad gevaarlijke stoffen).
De Adviesraad Gevaarlijke Stoffen verwacht in 2007 adviezen over de volgende onderwerpen uit te brengen:
• Een vervolgadvies over de nationale kennisinfrastructuur;
• Een advies over kwantitatieve risicoanalyse, waarbij onder andere aandacht wordt besteed aan niet-letaal letsel;
• Een advies over de fysieke veiligheid van een waterstofeconomie;
• Vervolgadviezen over Ontplofbare Stoffen en Artikelen;
• Advies over enkele verouderde delen uit de Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen.
Technische Commissie Bodembescherming (TCB)
De TCB adviseert over de technisch-wetenschappelijke aspecten van bodembeleid. Andere activiteiten van de commissie zijn het op beperkte schaal laten uitvoeren van onderzoek, of het organiseren van werkgroepen, over onderwerpen die bij de voorbereiding van adviezen van belang zijn. VROM draagt bij aan het werkprogramma van de commissie en beoogt daarmee onafhankelijk technisch-wetenschappelijke advies te krijgen over bodembeleid.
Met het uitbrengen van de Beleidsbrief Bodem eind 2003 ( Kamerstukken II, 2003–2004, 28 663en 28 199, nr. 13) is de beleidsmatige aandacht voor de bodem verbreed. Behalve gevallen van bodemverontreiniging en mestoverschotten krijgt het bodembeleid nu een meer maatschappelijke oriëntatie op het bodemgebruik en de ruimtelijke ordening daarvan. In 2007 verwacht de commissie onder andere te adviseren over de Nederlandse invulling van de Europese bodemstrategie.
De EU bodemstrategie is een van de 7 thematische strategieën waar de EU Commissie drie jaar geleden mee gestart is. Deze strategieën hebben allemaal dezelfde opbouw: ze bestaan uit een «communication» (een mededeling) waarin het conceptuele kader, de strategische uitgangspunten en het beoogde strategische doel worden uiteengezet, alsmede de benodigde maatregelen op EU-niveau.
Artikel 15. Nominaal en onvoorzien
15.1. Algemene beleidsdoelstelling
Dit artikel is een administratief en begrotingstechnisch artikel. Dit betekent dat er geen daadwerkelijke uitgaven ten laste van artikel 15 worden gedaan. Het artikel dient meestal als tussenstation voor de uitboeking van diverse posten.
Het betreft hier algemene salarismaatregelen, incidentele loonontwikkeling en overige specifieke maatregelen op het gebied van arbeidsvoorwaarden.
De prijsbijstelling (een vorm van inflatiecorrectie) wordt vanuit dit artikel aan andere artikelen toebedeeld.
In de Comptabiliteitswet wordt de mogelijkheid geboden om een post op te nemen voor «Onvoorziene uitgaven».
Op dit onderdeel worden intensiveringen, taakstellingen etc. opgenomen die in de begroting nog moeten verwerkt maar waarvan de precieze verdeling over de beleidsartikelen nog niet bekend is.
Tabel 15.1. budgettaire gevolgen van beleid | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Bedragen x € 1 000 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
Verplichtingen: | 5 550 | 876 | 6 531 | 5 641 | 9 998 | 4 860 | |
Uitgaven: | 0 | 8 120 | 876 | 6 531 | 5 641 | 9 998 | 4 860 |
Loonbijstelling: | 0 | 1 148 | 836 | 757 | 789 | 768 | 743 |
Prijsbijstelling: | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Onvoorzien: | 0 | 1 459 | 1 889 | 1 907 | 1 046 | 1 046 | 1 046 |
Nog te verdelen: | 0 | 5 513 | – 1 849 | 3 867 | 3 806 | 8 184 | 3 071 |
Nog nader te verdelen taakstellingen | – 1 595 | – 2 981 | – 3 085 | – 3 145 | – 2 903 | – 2 903 | |
Nog nader te verdelen overig | 7 108 | 1 132 | 6 952 | 6 951 | 11 087 | 5 974 | |
Ontvangsten: | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
In dit verdiepingshoofdstuk staat per artikel de opbouw van het artikel weergegeven. Stand begroting 2006, mutaties 1e suppletore begroting 2006 en nieuwe mutaties maken samen de stand ontwerpbegroting 2007. De uitgaven en ontvangsten worden op deze wijze inzichtelijk gemaakt.
De meest bijzondere beleidsmatige mutaties worden afzonderlijk inzichtelijk gemaakt en toegelicht.
De mutaties 1e suppletore 2006 zijn toegelicht bij de 1e suppletore begrotingswet (kamerstukken II, 2005–2006, 30 560 XI, nr. 2).
Artikel 1. Bevorderen van een goed werkende woningmarkt
Opbouw uitgaven vanaf de vorige ontwerpbegroting (bedragen in € 1000) | ||||||
2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 17 378 | 14 660 | 16 279 | 16 076 | 12 345 | |
Mutatie 1e suppletore begroting 2006 | 918 | – 901 | – 966 | – 771 | – 422 | – 422 |
Nieuwe mutaties: | ||||||
Beleidsmatige mutaties: | ||||||
a. Extrapolatie 2011 | 15 774 | |||||
b. Overige mutaties | 297 | 237 | 252 | 250 | 194 | 187 |
Stand ontwerpbegroting 2007 | 18 593 | 13 996 | 15 565 | 15 555 | 12 117 | 15 539 |
Opbouw ontvangsten vanaf de vorige ontwerpbegroting (bedragen in € 1000) | ||||||
2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | |
Stand ontwerpbegroting 2006 = Stand ontwerpbegroting 2007 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Artikel 2. Stimuleren van voldoende woningen, een duurzame en gedifferentieerde woningvoorraad en leefbare woonmilieus.
Opbouw uitgaven vanaf de vorige ontwerpbegroting (bedragen in € 1000) | ||||||
2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 472 711 | 461 354 | 517 642 | 564 867 | 406 650 | |
Mutatie amendement 2006 | 2 000 | |||||
Mutatie 1e suppletore begroting 2006 | – 11 026 | – 32 275 | 1 597 | 13 873 | 24 062 | 1 345 |
Nieuwe mutaties: | ||||||
Beleidsmatige mutaties: | ||||||
a. Aanwending nog niet beschikbaar gesteld BLS-budget | 20 000 | |||||
b. Intertemporele mutatie projecten Impulsregeling | 1 273 | – 1 273 | ||||
c. Afstemming fasering ramingen 2005–2007 «Programma Energiebudgetten» | 3 200 | |||||
d. Extrapolatie 2011 | 291 528 | |||||
e. Overige mutaties | 412 | 385 | 444 | 459 | 2 762 | 2 183 |
Stand ontwerpbegroting 2007 | 464 097 | 433 937 | 518 410 | 579 199 | 413 474 | 295 056 |
Ad a.
€ 20 mln van het nog niet beschikbaar gestelde BLS-budget wordt ingezet voor de invulling van de ramingsbijstellingen en beleidsextensiveringen. (Zie artikel 15) Door middel van een intertemporele kasschuif wordt dit budget verdeeld over vier jaar (2007–2010) voor de taakstelling ingezet.
Ad b.
De mutatie is een onderdeel van een herziening van de raming van de Impulsregeling Stedelijke Vernieuwing, die grotendeels al in de 1e suppletore begroting 2006 is verwerkt. De mutatie betreft het naar voren halen van budget op basis van de veronderstelling dat een drietal projecten van G4-gemeenten eerder zal gereedkomen dan verondersteld.
Ad c.
De mutatie betreft de doorwerking van een in de 2e suppletore begroting 2005 verwerkte mutatie bij het «Programma Energiebudgetten». De fasering van de budgetten van de betreffende programma’s en projecten wordt daarbij ondermeer afgestemd op de bepalingen terzake uit de raamovereenkomst, afgesloten met de uitvoerende instantie SenterNovem.
Opbouw ontvangsten vanaf de vorige ontwerpbegroting (bedragen in € 1000) | ||||||
2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 91 | 91 | 91 | 91 | 91 | |
Mutatie 1e suppletore begroting 2006 | 2 671 | |||||
Nieuwe mutaties: | ||||||
Beleidsmatige mutaties: | ||||||
a. Extrapolatie 2011 | 91 | |||||
Stand ontwerpbegroting 2007 | 2 762 | 91 | 91 | 91 | 91 | 91 |
Artikel 3. Garanderen van keuzemogelijkheden en betaalbaarheid op de woningmarkt
Opbouw uitgaven vanaf de vorige ontwerpbegroting (bedragen in € 1000) | ||||||
2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 1 929 506 | 1 990 884 | 2 075 969 | 2 123 469 | 2 207 710 | |
Mutatie 1e suppletore begroting 2006 | 121 736 | 24 763 | 25 775 | 22 792 | 13 350 | – 3 000 |
Nieuwe mutaties: | ||||||
Beleidsmatige mutaties: | ||||||
a. Naar Financiën: uitvoeringskosten huurbeleid | – 3 500 | – 5 400 | – 3 400 | – 3 100 | – 3 100 | – 3 100 |
b. Hogere uitgaven Huurtoeslag a.g.v. doorbelasting hogere waterschapsbelasting | 3 000 | 9 000 | 12 000 | 12 000 | ||
c. Intertemporele aanpassing raming Huurtoeslag | 20 000 | – 20 000 | ||||
d. Verruiming inkomens- en koopsomgrenzen BEW (BEW-plus) | 764 | 2 292 | 4 585 | 7 642 | 11 462 | |
e. Invulling ramingsbijstellingen structureel € 18 mln. | – 300 | – 600 | – 500 | – 800 | – 1 100 | |
f. Correctie extrapolatie 2010 raming Huurtoeslag | – 33 100 | |||||
g. Extrapolatie 2011 | 2 225 921 | |||||
h. Overige mutaties | – 444 | – 547 | – 647 | – 658 | – 651 | 1 329 |
Stand ontwerpbegroting 2007 | 2 047 298 | 2 030 164 | 2 082 389 | 2 155 588 | 2 203 051 | 2 243 512 |
Ad a.
De mutatie betreft een overboeking naar Financiën in verband met uitvoeringskosten van het nieuwe huurbeleid, dit in aanvulling op de in de 1e suppletore begroting 2006 verwerkte verhoging van de raming van de apparaatsbudgetten op artikel 3.
Ad b.
Een voor 2008 voorziene verhoging van de waterschapsbelasting voor huurders en eigenaren zal door verhuurders naar verwachting worden doorberekend in de huurprijzen. Dit leidt tot een geringe verhoging van de raming van de uitgaven huurtoeslag (structureel € 12 mln per jaar).
Ad c.
In de raming van de Huurtoeslag wordt de uitgavenraming 2007 met € 20 mln verhoogd ten laste van de uitgavenraming 2008. Deze intertemporele mutatie vindt zijn oorsprong in een nog resterend tekort uit de begrotingsvoorbereiding 2005. Aangezien de ontwikkeling van de inkomens op referentieniveau gelijk wordt verondersteld aan de stijging van de inkomens op minimumniveau is er thans geen instrument voorhanden om invulling te geven aan de in de begroting 2006 verwerkte verlaging van de raming 2007.
Ad d.
De mutatie is het gevolg van de verruiming van de inkomens- en koopsomgrenzen van de Wet bevordering eigen woningbezit (BEW) per 1 januari 2007.
Ad e.
In samenhang met de verruiming van de inkomens- en koopsomgrenzen van de BEW valt het in de oorspronkelijke BEW-raming opgenomen (meerjarige) budget voor nieuwe toekenningen vrij. Dit budget wordt ingezet voor de invulling van de ramingsbijstellingen en beleidsextensiveringen van structureel € 18 mln per jaar.
Ad f.
De mutatie betreft een correctie van de in de vorige begroting verwerkte extrapolatie 2010 bij de raming Huurtoeslag en is technisch van aard.
Opbouw ontvangsten vanaf de vorige ontwerpbegroting (bedragen in € 1000) | ||||||
2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 376 106 | 483 650 | 597 442 | 622 977 | 671 906 | |
Mutatie 1e suppletore begroting 2006 | – 169 200 | 33 840 | 29 183 | 2 428 | 6 877 | 12 029 |
Nieuwe mutaties: | ||||||
Beleidsmatige mutaties: | ||||||
a. Aanpassing raming AWIR-effecten (ontvangsten HT) | 7 894 | 7 208 | 2 938 | 2 229 | 2 229 | |
b. Aanpassing indexatie taakstelling | 1 750 | 3 558 | 5 425 | 7 352 | 9 342 | |
c. Wijziging agv differentiatie heffingsgrondslag | – 9 000 | – 22 000 | – 22 000 | – 22 000 | – 22 000 | – 22 000 |
d. Correctie agv vertraging invoering heffingswet | – 154 000 | 154 000 | ||||
e. Extrapolatie 2011 | – 44 050 | 626 128 | ||||
Stand ontwerpbegroting 2007 | 43 906 | 659 134 | 615 391 | 611 768 | 622 314 | 627 728 |
Ad a.
Ten opzichte van de begrotingsramingen voor 2006 heeft een bijstelling in de AWIR effecten plaatsgevonden met betrekking tot het schattingsinkomen over 2006. Daarnaast zijn de ramingen geïndexeerd met de volume- en gemiddelde bijdrage ontwikkeling.
Ad b.
De ontvangsten uit hoofde van de Wet betaalbaarheidsheffing huurwoningen zijn aangepast aan de gebruikte indexatie van cumulatief 2% zoals in de wet is opgenomen. Het verschil tussen de begrotingsstand (met de raming op basis van 1,3%) en wet wordt hiermee gecorrigeerd.
Ad c.
Een differentiatie is aangebracht in de interimwet betaalbaarheidsheffing huurwoningen tussen toegelaten instellingen en private verhuurders. Aangezien deze laatste groep zich minder richt op de gereguleerde woningmarkt en het verhuren aan huurtoeslagontvangers is het gerechtvaardigd deze groep minder bij te laten dragen.
Ad d.
Het wetsvoorstel kent een langere doorlooptijd dan geraamd. Hoewel in het jaar 2006 zal worden geheven, leidt dit naar verwachting niet tot een ontvangst in het betreffende jaar. De middelen zullen een jaar later worden ontvangen.
Artikel 4. Optimaliseren van de ruimtelijke afweging
Opbouw uitgaven vanaf de vorige ontwerpbegroting (bedragen in € 1000) | ||||||
2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 11 973 | 10 778 | 9 655 | 9 126 | 9 126 | |
Mutatie 1e suppletore begroting 2006 | 10 011 | 8 817 | 9 299 | 6 206 | 1 731 | 1 936 |
Nieuwe mutaties: | ||||||
Beleidsmatige mutaties: | ||||||
a. WKPB (voorheen PUBERR) | 1 147 | 1 147 | ||||
b. PAO: DURPportaal | 1 000 | 1 000 | 1 000 | 1 000 | ||
c. Extrapolatie 2011 | 9 124 | |||||
d. Overige mutaties | 127 | 606 | 304 | 106 | 105 | 101 |
Stand ontwerpbegroting 2007 | 23 258 | 22 348 | 20 258 | 16 438 | 11 962 | 11 161 |
Ad a.
Het geld voor de invoering van deze wet stond reeds in 2005 op de begroting. Door traag verlopende wettelijke procedures is dit budget gaan schuiven naar 2007.
De Wet Kenbaarheid Publiekrechtelijke Beperkingen (WKPB) is in juli 2004 vastgesteld. Aangekondigd is dat deze per 1-1-2007 in werking zal treden.
Dat betekent dat per 1 januari 2007 elk openbaar lichaam, dat besluiten neemt zoals die vermeld staan in het Aanwijzingsbesluit, in staat zijn om zowel technisch als organisatorisch binnen de gestelde termijnen de wettelijk verplichte informatie landelijk beschikbaar te stellen.
Ad b.
Het programma DURP (Digitale Uitwisseling in ruimtelijke Processen) is een samenwerkingsprogramma van de ministeries van VROM en BZK en van het Inter Provinciaal Overleg (IPO) en de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Unie van Waterschappen.
VROM krijgt vanaf 2007 de verantwoordelijkheid voor het stimuleren van het gebruik van het DURP portaal. Met het DURP-informatiesysteem zullen op termijn alle ruimtelijke plannen (zoals bestemmingsplannen van rijk, provincies en gemeenten) openbaar worden gemaakt.
Opbouw ontvangsten vanaf de vorige ontwerpbegroting (bedragen in € 1000) | ||||||
2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie 1e suppletore begroting 2006 | 7 135 | 6 000 | 6 000 | 2 992 | ||
Stand ontwerpbegroting 2007 | 7 135 | 6 000 | 6 000 | 2 992 | 0 | 0 |
Artikel 5. Gebiedsontwikkeling en realisatie Nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur
Opbouw uitgaven vanaf de vorige ontwerpbegroting (bedragen in € 1000) | ||||||
2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 42 428 | 33 146 | 26 504 | 18 749 | 18 161 | |
Mutatie 1e suppletore begroting 2006 | 181 811 | 206 788 | 81 743 | 22 729 | 16 201 | 16 563 |
Nieuwe mutaties: | ||||||
Beleidsmatige mutaties: | ||||||
a. Van Geluid naar Hart voor Dieren | 2 861 | 3 574 | 3 000 | 1 257 | ||
b. Het Waddenfonds | 33 878 | |||||
c. Extrapolatie 2011 | 15 922 | |||||
d. Overige mutaties | 681 | – 444 | – 278 | – 268 | 302 | 295 |
Stand ontwerpbegroting 2007 | 224 920 | 276 229 | 111 543 | 44 210 | 35 921 | 32 780 |
Ad a.
Dit betreft een overboeking van artikel 8 naar artikel 5 in verband met het uitvoeren van het amendement Feenstra/Verbugt uit 2002 waarmee VROM middelen vrijmaakt voor het project Hart voor Dieren.
Ad b.
Het Waddenfonds zal bestaan uit € 800 mln minus de geraamde kosten van de nadeelcompensatieregeling die wordt getroffen met de kokkelvissers (€ 122,4 mln). Wanneer hiermee rekening wordt gehouden is er in het Waddenfonds de komende 20 jaar jaarlijks € 33,878 mln aan subsidie beschikbaar. Als de vergunningen t.b.v. gaswinning definitief zijn, wordt een meerjarige reeks in de begroting opgenomen. Deze € 33,878 mln wordt in het Waddenfonds, waarvoor een apart begrotingshoofdstuk is aangemaakt, gestort.
Opbouw ontvangsten vanaf de vorige ontwerpbegroting (bedragen in € 1000) | ||||||
2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 10 300 | 2 200 | 2 200 | 0 | 0 | |
Mutatie 1e suppletore begroting 2006 | 196 677 | 212 268 | 83 557 | 23 021 | 20 087 | 20 654 |
Stand ontwerpbegroting 2007 | 206 977 | 214 468 | 85 757 | 23 021 | 20 087 | 20 654 |
Artikel 6. Beperken van klimaatverandering en grootschalige luchtverontreiniging
Art 06 Opbouw uitgaven vanaf de vorige ontwerpbegroting (bedragen in € 1000) | ||||||
2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 85 357 | 86 704 | 84 044 | 86 925 | 81 149 | |
Mutatie 1e suppletore begroting 2006 | – 2 445 | 14 280 | 18 868 | 21 700 | 16 675 | 14 554 |
Nieuwe mutaties: | ||||||
Beleidsmatige mutaties: | ||||||
a. Oprichting Nederlandse Emissie autoriteit (NEa) overheveling activa | – 758 | 253 | 253 | 252 | ||
b. Extrapolatie 2011 | 70 454 | |||||
c. Overige mutaties | – 1 434 | 547 | 1 497 | 1 497 | 547 | 532 |
Stand ontwerpbegroting 2007 | 80 720 | 101 784 | 104 662 | 110 374 | 98 371 | 85 540 |
Ad a.
De NEa heeft VROM bij het begin van haar status als tijdelijk agentschap € 1,011 mln betaald voor de overname van activa. Dit bedrag verdient zij terug door dit te verrekenen in de tarieven die zij VROM in rekening brengt. Eerder genoemde betaling is bij de 1e suppletore begroting 2006 als budget op artikel 6 bijgeboekt (overige mutaties), met deze kasschuif wordt de eenmalige budgetverhoging gespreid om die tarieven in de komende jaren te kunnen betalen.
Opbouw ontvangsten vanaf de vorige ontwerpbegroting (bedragen in € 1000) | ||||||
2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie 1e suppletore begroting 2006 | 11 468 | 8 000 | 6 000 | 6 041 | ||
Nieuwe mutaties: | ||||||
Beleidsmatige mutaties: | ||||||
a. FESBSIK klimaat voor ruimte | – 2 000 | 1 000 | 1 000 | |||
Stand ontwerpbegroting 2007 | 9 468 | 8 000 | 7 000 | 7 041 | 0 | 0 |
Ad a.
Het programma Besluit Subsidies Investeringen Kennis Infrastructuur (BSIK) schrijft voor dat per jaar niet meer dan 20% van het toegekende budget als voorschot toegekend mag worden. De raming is hier op aangepast.
Artikel 7. Verbeteren van de milieukwaliteit van water en bodem
Opbouw uitgaven vanaf de vorige ontwerpbegroting (bedragen in € 1000) | ||||||
2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 137 465 | 156 312 | 168 075 | 167 764 | 203 314 | |
Mutatie 1e suppletore begroting 2006 | 15 090 | 11 279 | 8 917 | 12 895 | 4 828 | 4 628 |
Nieuwe mutaties: | ||||||
Beleidsmatige mutaties: | ||||||
a. Van ontvangsten 27.21.74 ivm eindafrekeningen programma 2001 | 20 000 | |||||
b. Invulling Ramingsbijstelling 18 mln (DGM) | – 5 000 | – 5 003 | – 4 375 | – 4 582 | – 3 857 | – 3 067 |
c. Toekomst Agenda Milieu modernisering | 12 000 | 12 000 | 12 000 | 12 000 | 12 000 | |
d. Invulling Ramingsbijstelling 18 mln (DGM) | – 1 000 | – 1 000 | – 1 000 | – 1 000 | – 1 000 | |
e. Extrapolatie 2011 | 220 543 | |||||
f. Overige mutaties | 613 | 586 | 536 | 536 | 586 | 571 |
Stand ontwerpbegroting 2007 | 168 168 | 174 174 | 184 153 | 187 613 | 215 871 | 233 675 |
Ad a.
Als gevolg van eindafrekeningen van bodemsaneringsprogramma’s van 2001 is € 20 mln terug ontvangen van het bevoegd gezag. Deze middelen worden toegevoegd aan het uitgavenbudget.
Ad b.
Een deel van de ramingsbijstelling wordt nu ingevuld op de instrumenten Saneren van verontreinigde bodems en Bevorderen van gebiedsspecifieke milieumaatregelen in het landelijk gebied.
Ad c.
Om de modernisering van het milieubeleid een impuls te geven, is cumulatief € 60 mln beschikbaar gesteld door het Kabinet. Hiermee wordt de vernieuwing van het water- en bodembeleid mogelijk gemaakt. Ook kunnen activiteiten worden verwacht gericht op de versterking van het draagvlak voor milieubeleid (communicatie, educatie en steun aan lokale initiatieven) en op het biodiversiteits- en stoffenbeleid. De exacte verdeling daarvan is nog niet helemaal uitgekristalliseerd, reden waarom het totaalbedrag nu op het artikel met het grootste aandeel is bijgeboekt. In een suppletore begroting zal nog nadere precisering plaatsvinden.
Ad d.
Een deel van de ramingsbijstelling wordt ingevuld op het instrument Bevorderen van gebiedsspecifieke milieumaatregelen in het landelijk gebied.
Opbouw ontvangsten vanaf de vorige ontwerpbegroting (bedragen in € 1000) | ||||||
2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie 1e suppletore begroting 2006 | 14 300 | 15 100 | 15 000 | 13 500 | 200 | |
Nieuwe mutaties: | ||||||
Beleidsmatige mutaties: | ||||||
a. Naar uitgaven 27.21.02 ivm eindafrekeningen programma 2001 | 20 000 | |||||
Stand ontwerpbegroting 2007 | 34 300 | 15 100 | 15 000 | 13 500 | 200 | 0 |
Ad a.
Als gevolg van eindafrekeningen van bodemsaneringsprogramma’s van 2001 is € 20 mln terug ontvangen van het bevoegd gezag. Deze middelen worden toegevoegd aan het uitgavenbudget.
Artikel 8. Verbeteren van de milieukwaliteit in de bebouwde leefomgeving
Opbouw uitgaven vanaf de vorige ontwerpbegroting (bedragen in € 1000) | ||||||
2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 40 733 | 41 690 | 36 926 | 35 460 | 35 460 | |
Mutatie 1e suppletore begroting 2006 | 38 875 | 79 809 | 43 580 | 19 416 | 22 980 | 2 080 |
Nieuwe mutaties: | ||||||
Beleidsmatige mutaties: | ||||||
a. FESmiddelen t.b.v subsidieregeling andere overheden | 38 586 | 51 414 | ||||
b. Tbv herverdeling budget industrielawaai teruggestort | 10 250 | |||||
c. Naar artikel 5.14.04 voor Hart voor Dieren | – 2 861 | – 3 574 | – 3 000 | – 1 257 | ||
d. Extrapolatie 2011 | 35 013 | |||||
e. Overige mutaties | 871 | 836 | 816 | 786 | 836 | 826 |
Stand ontwerpbegroting 2007 | 129 315 | 170 888 | 77 748 | 52 662 | 58 019 | 37 919 |
Ad a.
In de septemberbrief (20 september 2005) heeft het Kabinet aangegeven dat de luchtkwaliteit in Nederland op veel plaatsen niet in overeenstemming is met de Europese normstelling. Vooral voor fijn stof (PM10) en NO2 worden de normen op veel plaatsen overschreden. Het Kabinet acht dit ongewenst, omdat hierdoor niet aan de Europese verplichtingen kan worden voldaan en sprake is van negatieve effecten op de volksgezondheid in Nederland.
Voor de jaren 2006 en 2007 wordt vanuit het FES in totaal € 90 mln extra beschikbaar gesteld, bedoeld voor de toepassing van lokale maatregelen, nader uit te werken in het kader van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). In concreto betreft het onder andere de uitvoering van programma’s door decentrale overheden ter verbetering van de luchtkwaliteit.
Ad b.
Er heeft een herverdeling plaatsgevonden van de subsidie die in het verleden is verstrekt aan provincies ter bestrijding van industrielawaai. Met deze herverdeling sluiten de budgetten per provincie beter aan op de behoefte van de desbetreffende provincie.
Ad c.
Dit betreft een overboeking naar artikel 5 i.v.m. het uitvoeren van het amendement Feenstra/Verbugt uit 2002 waarmee VROM middelen vrijmaakt voor het project Hart voor Dieren.
Opbouw ontvangsten vanaf de vorige ontwerpbegroting (bedragen in € 1000) | ||||||
2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie 1e suppletore begroting 2006 | 34 800 | 76 400 | 40 200 | 16 700 | 20 900 | |
Nieuwe mutaties: | ||||||
Beleidsmatige mutaties: | ||||||
a. Tbv herverdeling budget industrielawaai teruggestort | 10 250 | |||||
b. FESmiddelen tbv subsidieregeling andere overheden | 38 586 | 51 414 | ||||
Stand ontwerpbegroting 2007 | 83 636 | 127 814 | 40 200 | 16 700 | 20 900 | 0 |
Ad a.
Er heeft een herverdeling plaatsgevonden van de subsidie die in het verleden is verstrekt aan provincies ter bestrijding van industrielawaai. Met deze herverdeling sluiten de budgetten per provincie beter aan op de behoefte van de desbetreffende provincie. De herverdeling vindt plaats door afdracht van overtollige middelen aan VROM (hetgeen deze ontvangsten verklaart) en herverdeling van deze middelen over de provincies. Het uitgavenbudget is daarom met hetzelfde bedrag opgehoogd.
Ad b.
Zie de toelichting bij de uitgaven Ad a.
Artikel 9. Verminderen van risico’s van stoffen, afval, straling en GGO’s
Opbouw uitgaven vanaf de vorige ontwerpbegroting (bedragen in € 1000) | ||||||
2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 40 196 | 40 842 | 34 642 | 29 630 | 29 630 | |
Mutatie amendement 2006 | – 2 000 | |||||
Mutatie 1e suppletore begroting 2006 | – 863 | 1 615 | 2 903 | 3 352 | 1 538 | 388 |
Nieuwe mutaties: | ||||||
Beleidsmatige mutaties: | ||||||
a. Invulling Ramingsbijstelling 18 mln (DGM) | – 3 000 | – 2 000 | – 2 000 | – 2 000 | – 2 000 | – 2 000 |
b. Extrapolatie 2011 | 28 390 | |||||
c. Overige mutaties | 693 | 605 | 555 | 555 | 605 | 590 |
Stand ontwerpbegroting 2007 | 35 026 | 41 062 | 36 100 | 31 537 | 29 773 | 27 368 |
Ad a.
Een deel van de ramingsbijstelling wordt ingevuld op het instrument Reductie milieubelasting door afvalstoffen.
Opbouw ontvangsten vanaf de vorige ontwerpbegroting (bedragen in € 1000) | ||||||
2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie 1e suppletore begroting 2006 | 200 | 1 250 | 2 400 | 2 800 | 2 100 | 950 |
Stand ontwerpbegroting 2007 | 200 | 1 250 | 2 400 | 2 800 | 2 100 | 950 |
Artikel 10. Versterken van het (inter)nationale milieubeleid
Art 10 Opbouw uitgaven vanaf de vorige ontwerpbegroting (bedragen in € 1000) | ||||||
2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 90 641 | 86 677 | 87 741 | 87 455 | 87 331 | |
Mutatie 1e suppletore begroting 2006 | 914 | – 9 023 | – 13 452 | – 14 205 | – 16 583 | – 16 583 |
Nieuwe mutaties: | ||||||
Beleidsmatige mutaties: | ||||||
a. PAO: Digitaal Omgevingsloket | 5 000 | 3 000 | 2 000 | 0 | ||
b. Extrapolatie 2011 | 87 331 | |||||
c. Overige mutaties | 1 225 | 1 042 | 1 050 | 1 070 | 1 103 | 1 065 |
Stand ontwerpbegroting 2007 | 92 780 | 83 696 | 78 339 | 76 320 | 71 851 | 71 813 |
Ad a.
Als onderdeel van de invoering van de Omgevingsvergunning wordt aan alle burgers en ondernemers de mogelijkheid geboden hun aanvraag van de Omgevingsvergunning elektronisch te doen. Het elektronisch aanvragen van diensten van de overheid als vergunningen past in het kabinetsbeleid op het gebied van de elektronische dienstverlening. Door de oriëntatie op en het aanvragen van vergunningen en doen van meldingen in het loket met ICT goed te ondersteunen kan bij burgers en ondernemers irritatie worden weggenomen en administratieve lasten worden verminderd. Voor de voorbereiding en invoering is door het Kabinet € 10 mln beschikbaar gesteld.
Opbouw ontvangsten vanaf de vorige ontwerpbegroting (bedragen in € 1000) | ||||||
2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 917 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie 1e suppletore begroting 2006 | 10 180 | 6 537 | 2 000 | 2 000 | ||
Stand ontwerpbegroting 2007 | 11 097 | 6 537 | 2 000 | 2 000 | 0 | 0 |
Artikel 11. Vergroten van de externe veiligheid
Opbouw uitgaven vanaf de vorige ontwerpbegroting (bedragen in € 1000) | ||||||
2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 14 454 | 10 298 | 8 059 | 8 289 | 6 019 | |
Mutatie 1e suppletore begroting 2006 | 13 775 | 18 966 | 19 532 | 19 355 | 19 221 | 4 221 |
Nieuwe mutaties: | ||||||
Beleidsmatige mutaties: | ||||||
a. Uit aanvullende post (AP) projectgelden EV | 6 800 | 14 800 | 18 700 | 27 600 | 45 100 | 40 000 |
b. Uit AP Versterking uitvoering handhaving | 5 000 | 5 000 | 5 000 | 5 000 | 5 000 | 25 000 |
c. Extrapolatie 2011 | 6 019 | |||||
d. Overige mutaties | 191 | 173 | 172 | 163 | 163 | 163 |
Stand ontwerpbegroting 2007 | 40 220 | 49 237 | 51 463 | 60 407 | 75 503 | 75 403 |
Ad a.
Het zijn middelen bestemd voor desaneringen (NH3-koelinstallaties, BRZ0- en CPR15-bedrijven), het oplossen van knelpunten (transport van NH3, Propyleen) en specifieke knelpunten langs het spoor (incl. Nota Vervoer gevaarlijke stoffen). Uitbreiding van de hulpverleningscapaciteit Drechtsteden en knelpunten bij buisleidingen.
Ad b.
Dit project verstrekt de middelen om bij andere overheidsdiensten de uitvoering en handhaving ivm externe veiligheid op peil te houden. Het gaat hier bijvoorbeeld om de projecten van de inspecties van VROM, SZW, V&W en projecten van Rijkswaterstaat.
Opbouw ontvangsten vanaf de vorige ontwerpbegroting (bedragen in € 1000) | ||||||
2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | |
Stand ontwerpbegroting 2006 = Stand ontwerpbegroting 2007 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Artikel 12. Handhaving en toezicht
Opbouw uitgaven vanaf de vorige ontwerpbegroting (bedragen in € 1000) | ||||||
2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 63 564 | 62 493 | 61 961 | 61 786 | 61 680 | |
Mutatie 1e suppletore begroting 2006 | 2 355 | – 1 362 | – 1 685 | – 1 578 | – 1 654 | – 1 654 |
Nieuwe mutaties: | ||||||
Beleidsmatige mutaties: | ||||||
a. Extrapolatie 2011 | 61 680 | |||||
b. Overige mutaties | 1 327 | 963 | 940 | 945 | 955 | 916 |
Stand ontwerpbegroting 2007 | 67 246 | 62 094 | 61 216 | 61 153 | 60 981 | 60 942 |
Opbouw ontvangsten vanaf de vorige ontwerpbegroting (bedragen in € 1000) | ||||||
2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | |
Stand ontwerpbegroting 2006 = Stand ontwerpbegroting 2007 | 882 | 882 | 882 | 882 | 882 | 882 |
Artikel 13. Rijkshuisvesting en architectuur
Opbouw uitgaven vanaf de vorige ontwerpbegroting (bedragen in € 1000) | ||||||
2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 97 756 | 88 885 | 64 256 | 44 728 | 40 868 | |
Mutatie 1e suppletore begroting 2006 | 29 413 | 16 176 | 18 031 | 31 835 | 13 218 | 2 218 |
Nieuwe mutaties: | ||||||
Beleidsmatige mutaties: | ||||||
a. Maatregelen dak en geveldetectie Tweede Kamer | 3 752 | 2 000 | ||||
b. Vertraging diverse investeringsprojecten | – 8 406 | 7 298 | 5 302 | |||
c. Van BZK overboeking budget FKKH | 800 | 1 050 | 1 150 | 1 150 | 1 150 | 1 150 |
d. Extrapolatie 2011 | 33 337 | |||||
e. Overige mutaties | 1 782 | 2 701 | 3 094 | 2 560 | 2 500 | 1 710 |
Stand ontwerpbegroting 2007 | 121 345 | 119 862 | 93 833 | 80 273 | 57 736 | 38 415 |
Ad a.
Uit onderzoek voor de gebouwen van de Tweede Kamer blijkt dat er nog aanpassingen nodig zijn in vooral beveiliging van de daken en gevels. Deze mutatie is het aanvullende investeringsbedrag dat benodigd is voor het uitvoeren van maatregelen hierop.
Ad b.
De ramingen van de investeringsprojecten worden periodiek geactualiseerd waardoor middelen verschuiven tussen de verschillende jaren. Verschuivingen kunnen bijvoorbeeld het gevolg zijn met een langere duur van een vergunningentraject dan was voorzien.
Ad c.
Deze mutatie betreft een budgetoverheveling vanuit Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ten behoeve van de Functionele Kosten van het Koninklijk Huis.
Opbouw ontvangsten vanaf de vorige ontwerpbegroting (bedragen in € 1000) | ||||||
2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 357 | 2 626 | 357 | 357 | 357 | 357 |
Mutatie 1e suppletore begroting 2006 | 4 500 | |||||
Nieuwe mutaties: | ||||||
Beleidsmatige mutaties: | ||||||
a. Intertemporele schuif: verkoop pand Anna Paulownastraat | – 2 269 | 2 269 | ||||
Stand ontwerpbegroting 2007 | 4 857 | 357 | 357 | 2 626 | 357 | 357 |
Ad a.
Het pand wordt momenteel gebruikt door de Rijksvoorlichtingsdienst, een onderdeel van het ministerie van Algemene Zaken, in afwachting van het beschikbaar komen van nieuwe huisvesting. Hoewel de RVD volgens planning nieuwe huisvesting betrekt, nopen andere huisvestingsprojecten van het ministerie van AZ het pand langer aan te houden dan oorspronkelijk was voorzien.
Opbouw uitgaven vanaf de vorige ontwerpbegroting (bedragen in € 1000) | ||||||
2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 370 502 | 354 034 | 344 521 | 340 920 | 339 002 | |
Mutatie 1e suppletore begroting 2006 | 95 263 | 22 459 | 25 240 | 24 946 | 21 773 | 21 821 |
Nieuwe mutaties: | ||||||
Beleidsmatige mutaties: | ||||||
a. Invulling Ramingsbijstelling 18 mln (DGW) | – 9 193 | – 1 000 | – 1 000 | – 1 000 | – 1 000 | – 1 000 |
b. Uitfinanciering openstaande verplichtingen woon-zorg | 1 223 | 1 714 | 397 | 140 | ||
c. Apparaatskosten MNP van LNV en andere overheden | 3 497 | 3 497 | 3 497 | 3 497 | 2 100 | 2 100 |
d. Van Financiën/Belastingdienst bijdrage aan het BAG-project. | 1 500 | |||||
e. Extra bijdrage Rgd kosten aan kosten gemeenschappelijke dienst. | 0 | 0 | 9 162 | 9 162 | 9 162 | 9 162 |
f. Herverdeling kosten GD | 0 | 0 | – 9 162 | – 9 162 | – 9 162 | – 9 162 |
g. PAO: BAG (Basis registraties Gebouwen) | 1 000 | 3 000 | 3 000 | 3 000 | ||
h. apparaatskosten GOB | 2 650 | 2 650 | 2 650 | 2 650 | 2 650 | |
i. Extrapolatie 2011 | 339 002 | |||||
j. Overige mutaties | 3 528 | 1 427 | 1 662 | 1 665 | 1 570 | 1 360 |
Stand ontwerpbegroting 2007 | 466 320 | 385 781 | 379 967 | 375 818 | 369 095 | 365 933 |
Ad a.
De invulling voor 2006 betreft een voorlopige stalling van de ramingsbijstelling, die in de loop van 2006 VROM-breed wordt ingevuld.
Ad b.
Voor de Woonzorgstimuleringsregeling (WZSR) leidt de uitfinanciering van openstaande verplichtingen ultimo 2005 tot betalingen voor in totaal € 6,5 mln in 2006–2009.
Ad c.
Het betreft hier een bijdrage van LNV en overige overheden ten behoeve van het Milieu en Natuur Planbureau.
Ad d.
VROM heeft aansluiting gezocht bij Financiën/Belastingdienst in zowel kennis, ervaring als financiën om het plan sluitend te krijgen.
Ad e.
Bij de overgang naar een nieuwe systematiek Marktanaloge Bedrijfvoering (MAB) is de interne kostentoedeling van de gemeenschappelijke dienst herzien. Dit heeft voor de Rgd een stijging van de Rgd kosten tot gevolg (van ongeveer € 17 mln naar € 26 mln per jaar).
Ad f.
De herverdeling van de kosten van de GD leidt ertoe dat er sprake is van een kostendekkende begroting voor de centrale voorzieningen in de bedrijfsvoering van VROM.
Ad g.
VROM voert het project BAG uit als onderdeel van PAO, hetgeen valt onder coördinatie van de Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing. De BAG bevat kerngegevens die essentieel zijn voor de werking van het stelsel, dat meerledig effect heeft, namelijk: voorkomen en opsporen van fraude, adequatere dienstverlening overheid, verminderen administratieve lastendruk, verbeteren efficiency. De Tweede Kamer heeft verzocht om versnelling. VROM wil een snel mogelijke afronding van BAG en van voldoende kwaliteit.
Ad. h.
Ten behoeve van het Gemeenschappelijk Ontwikkelings Bedrijf (GOB) is vanaf 2007 in totaal € 2,65 mln aan de VROM-begroting toegevoegd, zijnde de apparaatskosten.
Opbouw ontvangsten vanaf de vorige ontwerpbegroting (bedragen in € 1000) | ||||||
2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 22 424 | 22 424 | 22 425 | 22 100 | 18 177 | |
Mutatie 1e suppletore begroting 2006 | 4 000 | 4 000 | 3 138 | 4 000 | ||
Nieuwe mutaties: | ||||||
Beleidsmatige mutaties: | ||||||
a. Afdracht eigen vermogen 2005 | 13 009 | |||||
b. Apparaatskosten MNR ontvangsten andere overheden | 2 100 | 2 100 | 2 100 | 2 100 | 2 100 | 2 100 |
c. Apparaatskosten MNP desaldering ontvangsten LNV | 1 397 | 1 397 | 1 397 | 1 397 | ||
d. Ingroei Rgd (Herijking bijdrage Protocolkosten Rgd) | 9 162 | 9 162 | 9 162 | 9 162 | ||
e. Extrapolatie 2011 | 17 963 | |||||
f. Overige mutaties | 113 | 425 | 365 | 316 | 285 | 268 |
Stand ontwerpbegroting 2007 | 43 043 | 30 346 | 38 587 | 39 075 | 29 724 | 29 493 |
Ad a.
Betreft de afdracht door de baten-lastendienst Rijksgebouwendienst van het surplus aan opgebouwd eigen vermogen. De afdracht is het gevolg van de regel dat het eigen vermogen van de Rijkgebouwendienst is gemaximeerd op 5% van de gemiddelde omzet over de afgelopen drie jaar, exclusief egalisatie, rentebaten en buitengewone baten. Deze ontvangsten worden door VROM vervolgens weer aan het ministerie van Financiën afgedragen en komen ten gunste van de algemene middelen.
Ad b en c.
Dit zijn verwachte ontvangsten van andere overheden t.b.v. werkzaamheden die het Milieu en Natuur Planbureau (MNP) t.b.v. die overheden verricht dit jaar.
Ad d.
Zie de toelichting in de uitgaventabel op dit artikel.
Artikel 15. Nominaal en onvoorzien
Opbouw uitgaven vanaf de vorige ontwerpbegroting (bedragen in € 1000) | ||||||
2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 1 818 | – 2 253 | – 21 232 | – 20 127 | – 7 773 | |
Mutatie 1e suppletore begroting 2006 | 9 620 | 4 294 | 4 332 | 4 310 | 11 867 | 11 607 |
Nieuwe mutaties: | ||||||
Beleidsmatige mutaties: | ||||||
a. Uitkering loonbijstelling 2006 | – 5 235 | – 4 343 | – 4 175 | – 4 167 | – 4 158 | – 3 990 |
b. Uitkering prijsbijstelling 2006 | – 8 035 | – 7 359 | – 6 647 | – 6 195 | – 8 192 | – 7 956 |
c. Van BZK: loonbijstelling CAO 2005–2006 | 1 148 | 836 | 757 | 789 | 768 | 743 |
d. Tegenboeking restant EJM tbv specifieke beeld | – 8 030 | |||||
e. Tegenboeking invulling Ramingsbijstelling 18 mln | 18 000 | 18 000 | 18 000 | 18 000 | 18 000 | 18 000 |
f. Invulling ramingsbijstelling 18 mln (DGW) risico-opslag 1% | – 3 306 | – 3 048 | – 3 049 | – 1 193 | ||
g. Generale kasschuif tbv sluitpost | – 1 383 | – 4 438 | 18 970 | 17 408 | 2 399 | – 1 440 |
h. Extrapolatie 2011 | – 10 892 | |||||
i. Overige mutaties | 217 | – 555 | – 426 | – 1 328 | – 1 720 | – 1 212 |
Stand ontwerpbegroting 2007 | 8 120 | 876 | 6 531 | 5 641 | 9 998 | 4 860 |
Ad a.
Bij 1e suppletore wet is de loonbijstelling uitgedeeld aan VROM vanuit het ministerie van Financiën. Deze bijstelling wordt nu toebedeeld aan verschillende apparaatsinstrumenten.
Ad b.
Bij 1e suppletore wet is de prijsbijstelling uitgedeeld aan VROM vanuit het ministerie van Financiën. Deze bijstelling wordt nu toebedeeld aan verschillende prijsgevoelige instrumenten.
Ad c.
Uitkering loonbijstelling CAO 2005–2006 vanuit het ministerie van BZK.
Ad d.
Een deel van de Eindejaarsmarge is ingezet ten gunste van het negatieve specifieke beeld van VROM.
Ad e.
Bij de 1e suppletore 2006 is een ramingsbijstelling toebedeeld aan VROM. De ombuigingsmaatregelen hiervoor zijn nu over verschillende instrumenten binnen de begroting ingevuld.
Ad f.
Een deel van de ontvangsten uit hoofde van de Wet betaalbaarheidsheffing huurwoningen wordt vooralsnog ingezet voor de invulling van de ramingsbijstelling van € 18 mln.
4. BEGROTING VAN DE RIJKSGEBOUWENDIENST (RGD)
Als uitvoeringsorganisatie draagt de Rgd bij aan het succesvol functioneren van de afnemers van rijkshuisvesting, door het bieden van efficiënte en effectieve huisvestingsoplossingen.
Om toegevoegde waarde aan deze afnemers van rijkshuisvesting te leveren, biedt de Rgd:
• Kennis van processen bij de rijksoverheid en de politieke dimensie;
• Kennis van en uit de markt en van het huisvestingsproces;
• Kennis van kaders van de rijksoverheid en de Europese Unie;
• Een grote en brede portefeuille waardoor bijvoorbeeld leegstandsmanagement mogelijk is.
De Minister van VROM is coördinerend Minister voor de rijkshuisvesting en verantwoordelijk voor de Rgd (Besluit Rijksgebouwendienst 1999).
De departementen zijn verantwoordelijk voor hun eigen huisvestingsbeslissingen.
Het Rijkshuisvestingsberaad, waarin de departementen zijn verenigd, heeft een adviserende rol bij de vaststelling door het Kabinet van de strategische kaders voor de participanten in het rijkshuisvestingsstelsel. Tevens vormt dit beraad jaarlijks een oordeel over de doelmatigheid van het stelsel en legt dit aan de minister van VROM voor (Regeling Rijkshuisvestingsberaad 2006).
De Directeur-generaal van de Rijksgebouwendienst is binnen die kaders verantwoordelijk voor de doelmatige werking van het stelsel en de voortdurende verbetering daarvan.
De Minister van VROM is ook verantwoordelijk voor de huisvesting van het Koninklijk Huis, de Hoge Colleges van Staat en het Ministerie van Algemene Zaken. Artikel 13 gaat hier nader op in.
Het behalen van bovenstaande doelstelling is afhankelijk van goede prestaties van de Rgd, maar wordt ook bepaald door de departementen, die als integraal manager verantwoordelijk zijn voor hun huisvestingsbeslissingen.
1. Niveau 1: het stimuleren van de doelmatige werking van het rijkshuisvestingsstelsel
Om op het niveau van het rijkshuisvestingsstelsel blijvend te bewerkstelligen dat een efficiënte en effectieve uitvoering van de rijkshuisvesting gewaarborgd is.
Het Rijkshuisvestingsberaad dat de Minister van VROM adviseert over de strategische kaders voor de participanten in het rijkshuisvestingsstelsel. Tevens vormt het Rijkshuisvestingsberaad zich jaarlijks een oordeel over de doelmatigheid van het rijkshuisvestingsstelsel en adviseert daarover de Minister van VROM. Tenslotte worden de onderdelen van het «Actieprogramma verbetering Rijkshuisvestingsstelsel» uitgevoerd waarvoor de Minister van VROM de verantwoordelijkheid draagt (kamerstukken II, 2004–2005, 25 449, nr. 11), (kamerstukken II, 2004–2005, 25 449, nr. 12).
Oplevering in 2007 aan het Kabinet van de eerste rapportage over de doelmatige werking van het stelsel, in combinatie met het oordeel van het Rijkshuisvestingsberaad hierover.
Tabel 1. Overzicht Prestatie-indicatoren niveau 1 | ||||||
Prestatie-indicator | Basiswaarde | Peildatum | Streefwaarde 1 | Periode | Streefw 2 | Periode |
Oplevering 1e rapportage in combinatie met het oordeel van het Rijkshuisvestingsberaad | Oplevering 1e rapportage | 2007 |
Tabel 2. Overzicht beleidsonderzoeken | |
Evaluatieonderzoeknaar | Uitkomsten naar de Tweede Kamer |
Het Rijkshuisvestingsstelsel | 2011 |
2. Niveau 2: het leveren van efficiënte en effectieve huisvestingsoplossingen
Om het succesvol functioneren van de klanten van de Rgd optimaal te ondersteunen
Met onderstaande producten levert de Rgd de gehele keten van de huisvesting. Vanaf de initiële vraag van een afnemer tot en met de realisatie (bouw en/of verbouw) en het beheer;
• Huisvesting;
• Services;
• Adviezen.
• Verhogen van de klanttevredenheid;
• Leegstand beperken;
• Technische kwaliteit van de voorraad handhaven;
• Adequate storingsafhandeling;
• Veilige Rijkshuisvesting.
• Indicator klanttevredenheid: percentage van de afnemers van rijkshuisvesting dat de Rgd bij de klanttevredenheidsmeting een voldoende geeft;
• Indicator leegstand: percentage leegstand voor rekening van de Rgd;
• Indicator technische kwaliteit: dit is het gewogen gemiddelde van de technische conditie van alle gebouwen op een schaal van 1 (nieuwbouw) t/m 6 (extreem slecht);
• Indicator storingsafhandeling: dit is het percentage van alle storingen die binnen de norm van 4 uur (spoedeisend) of 24 uur (regulier) wordt afgehandeld;
• Veiligheidsscan relevante kantoorgebouwen.
Tabel 3. Overzicht Prestatie-indicatoren niveau 2 | ||||||
Prestatie-indicator | Basiswaarde | Peildatum | Streefwaarde 1 | Periode | Streefw 2 | Periode |
Klanttevredenheid | 77% | 2004 | 86% | 2007 | 92% | 2010 |
Percentage leegstand voor Rekening Rgd | 2,3% | 2005 | 3,9% | 2007 | ||
Indicator technische kwaliteit | 2,12 | 2004 | tussen 2,1 en 2,4 | 2007 | tussen 2,1 en 2,4 | 2010 |
Indicator storingsafhandeling | 95% | 2003 | 95% | 2007 | 95% | 2010 |
Veiligheidsscan relevante kantoorgebouwen | Instrument ontwikkeld | 2007 |
De zwakke conjunctuur heeft tot grote leegstand op de kantorenmarkt geleid waardoor afstootprocessen ook nog in 2007 meer tijd in beslag zullen nemen. Vandaar dat de streefwaarde «leegstand» voor 2007 hoger is dan de basiswaarde van 2005. Gezien de conjunctuurgevoeligheid is geen streefwaarde voor leegstand voor 2011 opgenomen.
3. Niveau 3: een effectieve en efficiënte uitvoeringsorganisatie Rgd
Om de effectiviteit en de efficiency van de ingezette middelen waar mogelijk te vergroten.
Stijgende efficiency van het apparaat.
Efficiencyindicator: is een maat om de veranderingen in de efficiency van het apparaat van de Rgd, door de jaren heen, te vergelijken. Een hogere waarde ten opzichte van een voorgaand jaar, betekent een verbetering.
Tabel 4. Overzicht Prestatie-indicator niveau 3 | ||||||
Prestatie-indicator | Basiswaarde | Peildatum | Streefwaarde 1 | Periode | Streefw 2 | Periode |
Efficiencyindicator | 86% | 2003 | 97% | 2007 | 100% | 2010 |
Tabel 5. Begroting van baten en lasten | |||||||
Bedragen x € 1 000 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
Baten | |||||||
Leveren producten/diensten | |||||||
Opbrengst departementen | 1 247 355 | 1 217 120 | 1 212 694 | 1 213 993 | 1 229 412 | 1 230 895 | 1 236 269 |
Opbrengst moeder | 75 095 | 121 345 | 119 862 | 93 833 | 80 273 | 57 736 | 38 415 |
Opbrengst derden | 9 491 | 9 000 | 9 000 | 9 000 | 9 000 | 9 000 | 9 000 |
Bedrijfsvoering | |||||||
Rentebaten | 5 548 | 5 000 | 5 000 | 5 000 | 5 000 | 5 000 | 5 000 |
Overige baten | 16 551 | 5 000 | 5 000 | 5 000 | 5 000 | 5 000 | 5 000 |
Totaal baten | 1 354 040 | 1 357 465 | 1 351 556 | 1 326 826 | 1 328 685 | 1 307 631 | 1 293 684 |
Lasten | |||||||
Product Huisvesting | |||||||
Apparaatskosten (netto) | 55 741 | 73 004 | 67 753 | 63 132 | 66 042 | 67 747 | 70 040 |
Huren vanuit de markt | 305 704 | 309 627 | 313 308 | 314 091 | 317 533 | 315 890 | 317 923 |
Rentelasten | 282 083 | 294 888 | 303 834 | 312 615 | 316 532 | 315 523 | 314 585 |
Afschrijvingen | 284 438 | 281 390 | 277 363 | 271 440 | 270 915 | 270 268 | 269 678 |
Dagelijks onderhoud | 74 893 | 109 834 | 104 753 | 103 083 | 87 393 | 86 073 | 83 741 |
Mutaties voorzieningen | 114 058 | 75 577 | 79 093 | 82 440 | 86 017 | 88 350 | 91 321 |
Belastingen en heffingen | 23 794 | 24 015 | 25 303 | 26 528 | 27 838 | 28 693 | 29 781 |
Investeringen buiten gebruiksvergoedingen | 116 075 | 125 656 | 131 209 | 109 108 | 113 770 | 95 878 | 81 759 |
Overige producten | |||||||
Services | 41 740 | 33 500 | 26 200 | 26 200 | 26 200 | 26 200 | 26 200 |
Adviezen | 4 335 | 5 462 | 5 000 | 5 000 | 5 000 | 5 000 | 5 000 |
Beleid | 10 545 | 9 379 | 9 613 | 9 547 | 9 527 | 9 513 | 9 507 |
Overige lasten | 23 540 | 5 000 | 5 000 | 5 000 | 5 000 | 5 000 | 5 000 |
Totaal lasten | 1 336 946 | 1 347 332 | 1 348 429 | 1 328 184 | 1 331 767 | 1 314 135 | 1 304 535 |
Saldo | 17 094 | 10 133 | 3 127 | – 1 358 | – 3 082 | – 6 504 | – 10 851 |
4.1. Toelichting bij de opbouw baten
De opbrengst departementen omvat alle opbrengsten van geleverde producten en diensten en kan als volgt worden gespecificeerd:
Tabel 6. Opbrengst departementen | |||||||
Bedragen x € 1 000 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
Huisvesting | |||||||
Gebruiksvergoeding lopende contracten | 1 043 618 | 1 032 487 | 1 007 822 | 986 419 | 1 013 221 | 1 010 155 | 1 005 335 |
Nog op te leveren projecten | 14 671 | 46 672 | 83 374 | 115 991 | 142 540 | 169 734 | |
Subtotaal gebruiksvergoedingen | 1 043 618 | 1 047 158 | 1 054 494 | 1 069 793 | 1 129 212 | 1 152 695 | 1 175 069 |
Kleine projecten ministeries | 91 915 | 80 000 | 80 000 | 80 000 | 80 000 | 80 000 | 80 000 |
Egalisatie | 67 024 | 51 000 | 47 000 | 33 000 | – 11 000 | – 33 000 | – 50 000 |
Services | |||||||
Services incidenteel | 15 063 | 6 500 | 5 000 | 5 000 | 5 000 | 5 000 | 5 000 |
Servicecontracten | 18 480 | 21 000 | 17 200 | 17 200 | 17 200 | 17 200 | 17 200 |
Facility management | 6 898 | 6 000 | 4 000 | 4 000 | 4 000 | 4 000 | 4 000 |
Subtotaal services | 40 441 | 33 500 | 26 200 | 26 200 | 26 200 | 26 200 | 26 200 |
Adviezen | |||||||
Adviezen | 4 357 | 5 462 | 5 000 | 5 000 | 5 000 | 5 000 | 5 000 |
Totaal departementen | 1 247 355 | 1 217 120 | 1 212 694 | 1 213 993 | 1 229 412 | 1 230 895 | 1 236 269 |
Huisvesting: gebruiksvergoedingen
De gebruiksvergoedingen zijn gebaseerd op de Huurprijsmethodiek Rgd en hebben betrekking op de opbrengst van de interne verhuurcontracten met de ministeries volgens het huur-verhuurmodel. Bij de raming van opbrengst gebruiksvergoedingen van de lopende interne verhuurcontracten is rekening gehouden met de aflopende contracten. In de begroting 2006 werd nog verwacht dat als gevolg van het aflopen van de eerste 7½-jaarscontracten, er sprake zou zijn van een substantiële daling van de opbrengst gebruiksvergoedingen. Inmiddels blijkt dat veel expirerende contracten verlengd worden.
Huisvesting: kleine projecten ministeries
Onder deze post zijn de opbrengsten opgenomen van de kleine, à fonds perdu gefinancierde, huisvestingsprojecten voor ministeries, die door de Rgd worden uitgevoerd.
De huurprijsmethodiek Rgd heeft als uitgangspunt een (afgezien van de toegepaste indexering) constante huurprijs over de contractperiode. De jaarlijkse opbrengst uit hoofde van de gebruiksvergoedingen kent derhalve een constante reeks, terwijl de kosten van rente en afschrijving variëren over de jaren.
Het verschil tussen deze baten en lasten wordt jaarlijks op contractniveau geëgaliseerd. In de balans wordt dit tot uitdrukking gebracht in een langlopende vordering op de gebruikers van de objecten onder de post «egalisatierekening».
De opbrengst moederdepartement heeft betrekking op onder andere de posten huisvesting voor het Koninklijk Huis, de Hoge Colleges van Staat en het Ministerie van Algemene Zaken die buiten de huur-verhuurrelatie vallen; het beheer van monumenten in rijksbezit, de functionele kosten van het Koninklijk Huis en de beleidstaken van de Rgd.
De Rgd heeft onder meer als taak de zorg voor de huisvesting van organisaties op het niveau van de centrale overheid, die (vrijwel) geheel bekostigd worden uit collectieve middelen. Indien organisaties die binnen deze definitie passen de Rgd daarom verzoeken, kan de Rgd de zorg voor de huisvesting op zich nemen. De voornaamste opbrengst is de huur die via Domeinen ontvangen wordt. Daarnaast is er sprake van opbrengsten van een aantal bijzondere objecten (onder andere parkeergarages en grafelijke zalen).
De Rgd kent rentebaten als gevolg van positieve saldi op de rekening-courant Rijkshoofdboekhouding (dagrente) en op de depositorekeningen Rijkshoofdboekhouding.
4.2. Toelichting bij de opbouw lasten
De dekking van de bruto apparaatskosten is opgebouwd uit enerzijds de dekking die direct toegerekend kan worden aan de (deel-)producten huisvestingsprojecten, services, adviezen en beleid «verwerkt als productkosten», en anderzijds de dekking die gegenereerd wordt uit de opslag in de gebruiksvergoeding «netto apparaatskosten».
Een deel van de apparaatskosten van de Rgd wordt gevormd door de kosten van eigen huisvesting en de afdrachten aan VROM voor gemeenschappelijke diensten. Deze kosten worden gemaakt voor alle producten van de Rgd. Vanaf 2006 zijn de VROM-concernkosten versleuteld over de apparaatskosten waar zij betrekking op hebben.
Tabel 7. Apparaatskosten | |||||||
Bedragen x € 1 000 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
Levering producten/diensten: | |||||||
Bruto kosten personeel | 61 949 | 78 406 | 78 600 | 64 975 | 68 208 | 69 578 | 72 092 |
Huisvestingskosten Rgd | 7 150 | 4 791 | 5 400 | 5 937 | 6 011 | 6 086 | 6 162 |
VROM concernkosten | 6 321 | – | – | – | – | – | – |
Overige materiële kosten | 18 270 | 23 411 | 18 485 | 22 995 | 25 486 | 24 717 | 23 688 |
Totaal bruto apparaatskosten | 93 690 | 106 608 | 102 485 | 93 907 | 99 705 | 100 381 | 101 942 |
Verwerkt als productkosten | 37 949 | 33 604 | 34 732 | 30 775 | 33 663 | 32 634 | 31 902 |
Apparaatskosten (netto) | 55 741 | 73 004 | 67 753 | 63 132 | 66 042 | 67 747 | 70 040 |
Huisvesting: huren vanuit de markt
Deze post bevat de door de Rgd aan de markt te betalen huren. Voor 99% betreft het de rijkshuisvesting binnen het huur-verhuurstelsel en voor circa 1% de rijkshuisvesting buiten het huur-verhuurstelsel.
De rentelasten zijn geraamd op basis van de afgesloten en nog af te sluiten leenconvenanten met het Ministerie van Financiën.
De afschrijvingskosten betreffen de afschrijvingen op gebouwen en inbouwpakketten. De afschrijvingstermijn op deze componenten kan variëren van 15 jaar op inbouwpakketten tot 60 jaar op het casco.
Huisvesting: dagelijks onderhoud
De kosten van dagelijks onderhoud hebben betrekking op regelmatig terugkerende vaste werkzaamheden (contractonderhoud en wettelijk verplichte keuringen) en storingsonderhoud. Deze activiteiten worden uitgevoerd voor zowel objecten binnen het huur-verhuurstelsel als voor objecten buiten het huur-verhuurstelsel.
De kosten opgenomen onder deze post kunnen als volgt worden gespecificeerd:
Tabel 8. Dagelijks onderhoud | |||||||
Bedragen x € 1 000 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
Binnen huur-verhuurstelsel | 36 888 | 46 318 | 48 801 | 51 164 | 53 692 | 55 339 | 57 438 |
Buiten huur-verhuurstelsel | 8 676 | 5 434 | 4 704 | 3 583 | 3 584 | 3 570 | 4 068 |
Onderhoud monumenten | 11 449 | 12 331 | 13 329 | 13 344 | 13 251 | 13 706 | 8 784 |
Paleizen | 10 492 | 37 135 | 29 055 | 27 135 | 9 008 | 5 616 | 5 612 |
Functionele kosten Koninklijk Huis | 7 388 | 8 616 | 8 864 | 7 857 | 7 858 | 7 842 | 7 839 |
Totaal dagelijks onderhoud | 74 893 | 109 834 | 104 753 | 103 083 | 87 393 | 86 073 | 83 741 |
Huisvesting: mutaties voorzieningen
De volgende dotaties aan voorzieningen zijn in de ramingen verwerkt.
• Dotatie aan de voorziening boekwaarderisico’s: ter dekking van de risico’s die kunnen ontstaan bij afstoot. De voorziening kent een tijdshorizon van vijf jaar.
• Dotatie aan de voorziening planmatig onderhoud: voor planmatig onderhoud worden jaarlijks de ontvangen opslagen planmatig onderhoud uit de gebruiksvergoedingen gedoteerd.
• Dotatie aan de voorziening leegstand: ter dekking van de kosten van leegstand worden jaarlijks de opslagen leegstand gedoteerd.
• Dotatie aan de overige voorzieningen: dotatie voor wachtgeld is ten opzichte van de voorgaande begroting lager ingeschat. Tevens zijn deze kosten opgenomen onder de apparaatskosten. Overige dotaties worden momenteel niet voorzien.
Tabel 9. Mutaties voorzieningen | |||||||
Bedragen x € 1 000 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
Boekwaarderisico, asbest- en bodemverontreiniging | 12 722 | 10 000 | 10 000 | 10 000 | 10 000 | 10 000 | 10 000 |
Planmatig onderhoud | 76 128 | 48 290 | 50 879 | 53 344 | 55 978 | 57 696 | 59 884 |
Leegstand | 17 517 | 17 287 | 18 214 | 19 096 | 20 039 | 20 654 | 21 437 |
Overige voorzieningen | 7 691 | – | – | – | – | – | – |
Totaal mutaties voorzieningen | 114 058 | 75 577 | 79 093 | 82 440 | 86 017 | 88 350 | 91 321 |
Huisvesting: belastingen en heffingen
Deze post betreft het eigenaarsdeel van de onroerende zaakbelasting (OZB) over de voorraad onroerend goed.
Huisvesting: investeringen buiten de gebruiksvergoedingen
Onder deze post zijn investeringen opgenomen die niet leiden tot een (aanpassing van de) gebruiksvergoeding. Het betreft hier met name kleine projecten voor ministeries en investeringen voor klanten buiten het huur-verhuurstelsel.
Tabel 10. Investeringen buiten de gebruiksvergoedingen | |||||||
Bedragen x € 1 000 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
Kleine projecten ministeries | 92 060 | 80 000 | 80 000 | 80 000 | 80 000 | 80 000 | 80 000 |
Investeringen buiten huur-verhuur | 22 543 | 44 883 | 50 883 | 29 108 | 33 770 | 15 878 | 1 759 |
EnergiebesparingRijkshuisvesting | 1 472 | 772 | 326 | – | – | – | – |
Totaal investeringen buiten de gebruiksvergoedingen | 116 075 | 125 656 | 131 209 | 109 108 | 113 770 | 95 878 | 81 759 |
Deze post betreft de integrale kosten voor de werkzaamheden, die volgens de Regeling Taakverdeling Beheer (RTB) tot de taak van de afnemer worden gerekend. Een deel van die kosten bestaat uit de opbouw van een vervangingsverplichting die de Rgd heeft jegens een aantal klanten voor de vervanging van gebruikersinstallaties. Tevens worden onder deze post de kosten van het product «facility management» verantwoord.
Onder deze post zijn de integrale kosten van niet-projectgebonden adviezen opgenomen. Deze kosten betreffen zowel interne als externe kosten.
Onder deze post zijn de kosten opgenomen voor het product «beleid». Dit product wordt door het moederdepartement gefinancierd.
4.3. Begroting van kapitaaluitgaven en -ontvangsten
De staat van kapitaaluitgaven en -ontvangsten geeft aan welke kapitaaluitgaven in de begrotingsjaren worden verwerkt en op welke wijze deze kapitaaluitgaven worden gefinancierd.
Tabel 11. Staat van kapitaaluitgaven en -ontvangsten | |||||||
Bedragen x € 1 000 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
Kapitaaluitgaven | |||||||
Investering | 423 895 | 600 000 | 500 000 | 425 000 | 425 000 | 425 000 | 425 000 |
aflossing leningen | 227 409 | 245 516 | 229 238 | 260 931 | 281 167 | 312 695 | 348 086 |
afdracht surplus agentschapsvermogen | 36 892 | 13 009 | 10 392 | 2 437 | – | – | – |
Totaal | 688 196 | 858 525 | 739 630 | 688 368 | 706 167 | 737 695 | 773 086 |
Kapitaalontvangsten | |||||||
afstoot | 22 698 | 50 000 | 50 000 | 50 000 | 50 000 | 50 000 | 50 000 |
leenfaciliteit | 423 748 | 600 000 | 500 000 | 425 000 | 425 000 | 425 000 | 425 000 |
Totaal | 446 446 | 650 000 | 550 000 | 475 000 | 475 000 | 475 000 | 475 000 |
4.4. Kasstroomoverzicht 2007 en volgende jaren
Het kasstroomoverzicht geeft aan hoeveel kasmiddelen in de verslagperiode beschikbaar zijn gekomen en op welke wijze gebruik is gemaakt van deze middelen. Aan de hand van het kasstroomoverzicht worden de kapitaaluitgaven en -ontvangsten toegelicht.
De posten 3a, 4a en 4b vormen de kapitaaluitgaven, terwijl de posten 3b en 4c de kapitaalontvangsten vormen.
Tabel 12. Kasstroomoverzicht | |||||||
Bedragen x € 1 000 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
1. Begin RHB 1 januari | 367 295 | 270 980 | 289 942 | 308 076 | 310 525 | 323 223 | 339 262 |
2. Operationele kasstroom | 145 435 | 227 487 | 207 764 | 215 817 | 243 865 | 278 734 | 291 673 |
3a. investeringen | – 423 895 | – 600 000 | – 500 000 | – 425 000 | – 425 000 | – 425 000 | – 425 000 |
3b. desinvesteringen | 22 698 | 50 000 | 50 000 | 50 000 | 50 000 | 50 000 | 50 000 |
3. Investeringskasstroom | – 401 197 | – 550 000 | – 450 000 | – 375 000 | – 375 000 | – 375 000 | – 375 000 |
4a. afdracht | – 36 892 | – 13 009 | – 10 392 | – 2 437 | – | – | – |
4b. aflossing | – 227 409 | – 245 516 | – 229 238 | – 260 931 | – 281 167 | – 312 695 | – 348 086 |
4c. beroep leenfaciliteit | 423 748 | 600 000 | 500 000 | 425 000 | 425 000 | 425 000 | 425 000 |
4. Financieringskasstroom | 159 447 | 341 475 | 260 370 | 161 632 | 143 833 | 112 305 | 76 914 |
Eind RHB 31 december | 270 980 | 289 942 | 308 076 | 310 525 | 323 223 | 339 262 | 332 849 |
Toelichting op het kasstroomoverzicht:
Ad 3a, 4c
De investeringen en het beroep op de leenfaciliteit zijn gebaseerd op reeds afgesloten voorlopige leenconvenanten, waarin alle projecten zijn opgenomen waarvoor reeds een opdracht is verstrekt aan de Rgd, aangevuld met een raming van nieuwe investeringsprojecten op basis van nieuwe huisvestingswensen van ministeries.
Ad 3b
De raming van de post boekwaarde desinvesteringen is gebaseerd op de veronderstelling dat zich geen boekwinsten of -verliezen zullen voordoen op de af te stoten panden.
Ad 4a
De afdracht aan het moederdepartement betreft de afdracht van eigen vermogen, indien het maximaal toegestane agentschapsvermogen wordt overschreden.
Ad 4b
De raming van aflossingen (en rentebetalingen) is gebaseerd op de uitgangspunten leenfaciliteit die in het mantelconvenant Rgd en Ministerie van Financiën d.d. 5 december 2000 zijn afgesproken tussen de ministeries van VROM en Financiën.
5. BEGROTING VAN DE NEDERLANDSE EMISSIEAUTORITEIT
Baten-lastendienst «Nederlandse Emissieautoriteit»
Tabel 1. Begrotingsstaat 2007 (in € x 1 000) | ||
---|---|---|
Totaal baten | Totaal lasten | Saldo baten en lasten |
6844 | 6 844 | 0 |
Totaal kapitaaluitgaven | Totaal kapitaalontvangsten | |
424 | 153 |
Begroting van Baten en lasten voor het jaar 2007 en meerjarenraming
Tabel 2. Begroting van Baten en Lasten | ||||||
Bedragen x € 1 000 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
Baten | ||||||
Opbrengst moederdepartement | 5 108 | 6 844 | 5 550 | 5 760 | 6 060 | 6 200 |
Totaal baten | 5 108 | 6 844 | 5 550 | 5 760 | 6 060 | 6 200 |
Lasten | ||||||
Apparaatskosten: | 4 823 | 6 538 | 5 194 | 5 394 | 5 595 | 5 590 |
– personele kosten | 2 638 | 3 803 | 2 745 | 2 900 | 3 050 | 3 100 |
– materiële kosten | 2 185 | 2 735 | 2 449 | 2 495 | 2 545 | 2 590 |
Rentelasten | 30 | 35 | 35 | 35 | 35 | 60 |
Afschrijvingskosten | ||||||
– materieel | 4 | 4 | 4 | 3 | 3 | – |
– immaterieel | 251 | 267 | 267 | 267 | 347 | 350 |
Dotaties voorzieningen | ||||||
Buitengewone lasten | ||||||
Totale lasten | 5 108 | 6 844 | 5 500 | 5 700 | 5 980 | 6 100 |
Saldo | 0 | 0 | 50 | 60 | 80 | 100 |
De opbrengst moederdepartement betreft uitsluitend de inkomsten die voorkomen uit de opdracht van de directie Klimaatverandering & Industrie t.b.v. de uitvoering van de emissiehandelswetgeving. De feitelijke (jaarlijkse) opdrachtverlening zal de hoogte van de opbrengst moederdepartement bepalen.
In 2007 zullen er naar schatting 300 monitoringsprotocollen moeten worden herzien en 400 nieuwe vergunningen worden verstrekt o.a. als gevolg van:
• De implementatie van de nieuwe MRG (Monitoring and Reporting Guidelines: gewijzigde EU richtlijnen in Nederland uitgewerkt in de Regeling Monitoring Handel in Emissiehandel);
• Het vervallen van de opt-outregeling (opt-out: regeling waarbij kleinere bedrijven op eigen verzoek kunnen worden uitgesloten aan deelname in het emissiehandelssysteem op basis van de in de regeling vastgestelde criteria).
Ter illustratie: in 2006 was gerekend op de behandeling van slechts 30 vergunningen. De vaste bezetting is niet ingericht op de behandeling van de extra vergunningsaanvragen die in 2007 naar verwachting zullen worden ingediend. Deze piekwerkzaamheden zullen grotendeels worden opgevangen door de inhuur van externe ondersteuning.
De gemiddelde loonkosten in 2007 bedragen € 64 300 per fte voor (32 fte’s) vast personeel. Het resterende personeelsbudget zal nodig zijn voor externe inhuur.
Er zal in 2007 sprake zijn van extra kosten voor o.a. huisvesting en ICT voorzieningen als gevolg van de externe inhuur t.b.v. het verwerken van de piekwerkzaamheden zoals toegelicht bij de personele kosten.
Er is gerekend met een rentepercentage van 3,61% (looptijd lening vijf jaar t.b.v. de immateriële activa) en 3,47% (looptijd lening drie jaar).
Deze post bestaat uit de afschrijving op de in 2005 en 2006 aangeschafte en ontwikkelde software voor de NOx en CO2 registers, het interne workflowsysteem, in 2006 aangeschafte archiefkasten en laptop en nog in 2007 te activeren immateriële activa (kleine aanpassingen aan de registers).
– De immateriële activa (computersoftware) wordt afgeschreven in 5 jaar.
– Meubilair wordt afgeschreven in 5 jaar.
– Computerapparaatuur (laptop) in 3 jaar.
Er wordt vanuit gegaan dat de huidige computersoftware in 2010 vervangen of grondig herzien moet worden.
De verwachting is dat er vanaf 2008 een klein positief resultaat kan worden genoteerd. Dit resultaat kan, na accordering door de eigenaar, aan de exploitatiereserve worden toegevoegd.
Kasstroomoverzicht voor het jaar 2007 en meerjarenraming
Tabel 3. Kasstroomoverzicht | ||||||
Bedragen x € 1 000 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
1. Rekening-courant RHB 1 januari | 0 | 0 | 10 | 32 | 57 | 114 |
2. Totaal operationele kasstroom | 255 | 281 | 293 | 295 | 407 | 439 |
Totaal investeringen | – 1 111 | – 153 | – 142 | – 142 | – 142 | – 142 |
Totaal boekwaarde desinvesteringen | ||||||
3. Totaal investeringskasstroom | – 1 111 | – 153 | – 142 | – 142 | – 142 | – 142 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement | ||||||
Eenmalige storting door moederdepartement | ||||||
Aflossingen op leningen | – 255 | – 271 | – 271 | – 270 | – 350 | – 350 |
Beroep op leenfaciliteit | 1 111 | 153 | 142 | 142 | 142 | 142 |
4. Totaal financieringskasstroom | 856 | – 118 | – 129 | – 128 | – 208 | – 208 |
5. Rekening-courant RHB 31 december (=1+2+3+4) | 0 | 10 | 32 | 57 | 114 | 203 |
(maximale roodstand 0,5 miljoen euro) |
Deze is als volgt opgebouwd:
• Saldo van baten/lasten;
• Correctie voor afschrijvingen;
• Correctie voor voorzieningen (eventuele dotatie en onttrekking): nog niet van toepassing;
• Correctie voor mutaties in het nettowerkkapitaal.
De investeringen voor 2007 t/m 2011 hebben betrekking op het in stand houden van de activa van de Nederlandse Emissieautoriteit. Materieel is dit beperkt. Voor 2007 (€ 153 000) staan geringe extra investeringen in hardware en meubilair gepland.
De Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) doet een beroep op de leenfaciliteit bij het Ministerie van Financiën ter financiering van haar investeringen. De genoemde bedragen betreffen de aflossing op deze lening.
De bijlage inzake zelfstandige bestuursorganen (ZBO’s) en rechtspersonen met een wettelijke taak (RWT’s)
Begroting 2007 van het Ministerie van VROM
Binnen VROM houdt de afdeling TopZO (Toezicht op Zelfstandige Organen) toezicht namens de minister van VROM op de continuïteit van de bedrijfsvoering en de kwaliteit van de taakuitoefening van de zelfstandige organen VROM. Met de oprichting van TopZO, ultimo oktober 2003, is binnen VROM een strikte scheiding tussen enerzijds beleid/aansturing en anderzijds toezicht op de zelfstandige organen geëffectueerd. Het toezicht wordt ingevuld op basis van de «Toezichtvisie op zelfstandige organen VROM». Hierbij is aansluiting gezocht bij de Ontwerp-Kaderwet ZBO’s en de Kaderstellende Visie op Toezicht. Ter concretisering van de verantwoordings- en toezichtrelatie tussen VROM en de zelfstandige bestuursorganen (ZBO) en rechtspersonen met een wettelijke taak (RWT) zijn of worden bestaande toezichtarrangementen geactualiseerd, inclusief het opstellen van een Informatie- en Controleprotocol.
Jaarlijks voert TopZO voor ieder ZBO/RWT een risico-analyse uit. De risico-analyse bestaat uit deze vier onderdelen: kwaliteit taakuitoefening, continuïteit bedrijfsvoering, stabiliteit beleidsterrein en kwaliteit sturingsrelatie. Aandachtspunten die uit de risico-analyse naar voren komen, bepalen in belangrijke mate de inhoud van het toezicht, naast natuurlijk de reguliere activiteiten als beoordeling van de begroting, jaarstukken en in voorkomende gevallen tariefsvoorstellen e.a. taken en bevoegdheden zoals in instellingswetten bepaald. De intensiteit van het toezicht wordt gerelateerd aan de maatschappelijke betekenis (bijdrage aan publieke taken) en omvang (in geld en mensen) van een zelfstandig orgaan.
In 2007 wordt de «Toezichtvisie op zelfstandige organen VROM» geactualiseerd. Dit gebeurt onder andere naar aanleiding van de nieuwe Kaderstellende Visie op Toezicht en uitkomsten van het RWT-5 onderzoek van de Algemene Rekenkamer.
Bedragen x 1 000 | |
Naam ZBO (tevens RWT): | Kadaster |
Doelstelling Kadaster: | Het bevorderen van de rechtszekerheid bij het maatschappelijk verkeer inzake vastgoed. |
Taak Kadaster: | Het Kadaster is belast met de kadastrale registratie en het vervaardigen en bijhouden van kadastrale kaarten. Ook houdt het Kadaster een openbaar register bij van registergoederen en wordt de Rijksdriehoeksmeting in stand gehouden. Verder is het Kadaster verantwoordelijk voor de inwinning, bijhouding, beheer en cartografische weergave van geografische basis- gegevens. Tevens verstrekt het Kadaster inlichtingen aan belanghebbenden omtrent de in het kader van de uitvoering van de wettelijke takenverkregen gegevens. |
Beleidsartikel: | Artikel 14 Algemeen |
Raming vanuit VROM-begroting: | Nvt |
Naam ZBO (tevens RWT): | Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting (CFV) |
Doelstelling CFV: | Saneringsfonds voor woningcorporaties en financieel toezicht op corporaties. |
Taak CFV: | Het CFV verstrekt saneringsteun aan financieel zwakkere corporaties en projectsteun ten behoeve van investeringen die corporaties doen in het belang van de volkshuisvesting. Ook houdt het CFV financieel toezicht op alle woningcorporaties en de corporatiesector als geheel. |
Beleidsartikel: | Artikel 1 Bevorderen van een goed werkende woningmarkt |
Raming vanuit VROM-begroting: | Nvt |
Naam ZBO (tevens RWT): | College Toelating Bestrijdingsmiddelen (CTB) |
Doelstelling CTB: | Bijdragen aan duurzame landbouw door het beslissen over de toelating van bestrijdingsmiddelen in Nederland. |
Taak CTB: | Het CTB is belast met de besluitvorming omtrent de toelating van bestrijdingsmiddelen in Nederland en het verzorgen van de Nederlandse inbreng in het Europese beoordelingsproces van stoffen die toegepast worden in bestrijdingsmiddelen |
Beleidsartikel: | Artikel 7 Verbeteren milieukwaliteit van water en bodem |
Raming vanuit VROM-begroting: | € 360 |
Naam ZBO: | Huurcommissies (HC’s) |
Doelstelling Huurcommissies: | Huurgeschillenbeslechting is een instrument om kwalitatief goede betaalbare huurwoningen voor huishoudens met lagere inkomens toegankelijk te maken. |
Taak HC’s: | Het doen van uitspraken in huurgeschillen met name met betrekking tot de (redelijkheid van) aanvangshuur, huurstijgingen, in rekening gebrachte servicekosten. Tevens huurprijstoetsing in het kader van een huursubsidie-aanvraag. |
Beleidsartikel: | Artikel 3 Garanderen van keuzemogelijkheden en betaalbaarheid op de woningmarkt |
Raming vanuit VROM-begroting: | € 532,5 |
Naam RWT: | Stichting Advisering Bestuursrechtspraak (StAB) |
Doelstelling StAB: | Advisering van de bestuursrechter in geschillen op het gebied van ruimtelijke ordening en milieu. |
Taak StAB: | De StAB brengt op verzoek van de bestuursrechter onafhankelijke deskundigenberichten uit op het gebied van milieu en ruimtelijke ordening. |
Beleidsartikel: | Artikel 14 Algemeen |
Raming vanuit VROM-begroting: | € 4 746 |
Naam ZBO (tevens RWT): | Stichting Bureau Architectenregister (SBA) |
Doelstelling SBA: | De Wet op de architectentitel heeft tot doelstelling het scheppen van waarborgen voor de vakbekwame beroepsuitoefening door bouwkundig architecten, stedenbouwers, tuin- en landschapsarchitecten en interieurarchitecten en het uitvoeren van de EU-architectenrichtlijn en consumentenbescherming. Om deze doelen te bereiken is een Architectenregister ingesteld. |
Taak SBA: | Het SBA beheert het architectenregister. |
Beleidsartikel: | Artikel 13 Rijkshuisvesting en architectuur |
Raming vanuit VROM-begroting: | Nvt |
Naam RWT: | Fonds Luchtverontreiniging (FLV) |
Doelstelling FLV: | Het vergoeden van schade die ontstaan is als gevolg van luchtverontreiniging die niet op een andere manier verhaalbaar is. |
Taak FLV: | Uitvoeren van een schadevergoedingsregeling voor niet-verhaalbare schade als gevolg van luchtverontreiniging. |
Beleidsartikel: | Artikel 6 Beperken van klimaatverandering en grootschalige luchtverontreiniging |
Raming vanuit VROM-begroting: | € 0 |
7. BIJLAGE 2. OVERZICHTSCONSTRUCTIE MILIEU
In de Ministerraad van 24 augustus 2001 is besloten om vanaf de begroting 2003 een Overzichtsconstructie Milieu op te nemen als vervanging van het Milieuprogramma. Dit is een overzicht waarin informatie bijeen wordt gebracht van (onderdelen van) beleidsartikelen van verschillende begrotingen met een milieudoelstelling. In de overzichtsconstructie zijn operationele doelen uit beleidsartikelen van de verschillende departementen opgenomen, exclusief de Zelfstandige Bestuursorganen (ZBO’s) en de Baten- en Lastendiensten, die overwegend een uitvoerend karakter hebben.
Het opnemen van een overzichtsconstructie door een daartoe aangewezen minister dient louter een informatiefunctie voor de Staten-Generaal. Op deze wijze wordt het integrale overheidsbeleid op een beleidsterrein zichtbaar gemaakt in één begroting of jaarverslag, ook al wordt het beleid door meerdere ministers ontwikkeld en/of uitgevoerd. De individuele ministeriële verantwoordelijkheid blijft daarbij gehandhaafd.
De Overzichtsconstructie Milieu is opgezet volgens de vigerende Regeling Rijksbegrotings-voorschriften. Er wordt een overzicht gegeven van alle met milieubeleid in verband staande artikelen en operationele doelstellingen bij VROM en andere ministeries. Begrotings-prestaties en -bedragen worden niet opgenomen; in de begroting van de andere ministeries kan de precieze invulling van het operationele doel worden teruggevonden.
De Overzichtsconstructie Milieu kent primair een thematische indeling, waarbij is uitgegaan van de kerntaken van het milieubeleid bij het Ministerie van VROM:
1. Beperken van klimaatverandering en grootschalige luchtverontreiniging
2. Verbeteren van de milieukwaliteit van het water- en bodemsysteem
3. Verbeteren van de milieukwaliteit van de bebouwde leefomgeving
4. Beperken van risico’s van zware ongevallen met gevaarlijke stoffen en vliegtuigen
5. Beheersen van de risico’s van het omgaan met stoffen, afvalstoffen, straling en ggo’s
6. Versterken van het algemene (inter)nationale milieubeleid.
Aangezien een operationeel doel kan bijdragen aan meerdere taken, komen sommige operationele doelen in de overzichtsconstructie op meerdere plaatsen voor. De overzichts-constructie bevat geen andere informatie dan in de individuele begrotingen is terug te vinden. De kwaliteit van de informatie is daarom direct afhankelijk van de informatie die is opgenomen in de afzonderlijke departementale begrotingen.
Niet alle ministeries hebben specifieke beleidsdoelstellingen op milieugebied of de milieubijdrage is niet expliciet ondergebracht in een operationeel doel:
• III Algemene Zaken (AZ).
Algemene Zaken heeft geen specifieke beleidsdoelstellingen op het milieugebied en ook geen significante milieu-uitgaven.
• VII Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK).
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft geen specifieke beleidsdoelstellingen op het milieugebied en ook geen significante milieu-uitgaven. De rijksuitgaven voor milieu en stedelijke vernieuwing in het kader van het Grotestedenbeleid 2005–2009 (GSB III) zijn opgenomen in de VROM-begroting en maken onderdeel uit van het Extra Comptabel Overzicht GSB. De minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties van BZKheeft als coördinerend minister voor het GSB op deze terreinen een medeverantwoordelijkheid.
• VIII Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW).
In het kader van wetenschapsbeleid heeft OCW geen taken en specifieke doelen ten aanzien van milieubeleid. OCW oormerkt geen subsidies of begrotingsbedragen aan milieubeleid.
• IX Financiën (Fin).
Financiën heeft geen specifieke beleidsdoelstellingen op het milieugebied en ook geen significante milieu-uitgaven.
• X Defensie (Def).
Naast de zichtbare uitgaven heeft Defensie niet zichtbare milieu-uitgaven in investerings- en exploitatiebudgetten. Deze niet zichtbare uitgaven betreffen onder andere de (meer)kosten voor inkoop van groene stroom, basispakket duurzaam bouwen en energie-efficiënte apparaten en voertuigen en personeelsuitgaven voor de milieu-uitvoeringsorganisatie.
8. BIJLAGE 3. OVERZICHTSCONSTRUCTIE PROGRAMMA ZUIDVLEUGEL
In de Nota Ruimte is geconcludeerd dat in met name vier regio’s in Nederland het beleid van de ministeries van V&W, VROM, LNV en EZ zeer nauw met elkaar verbonden is. Het Kabinet heeft daarom besloten voor elk van deze gebieden een coördinerend bewindspersoon aan te stellen. Om de reikwijdte van die coördinerende verantwoordelijkheid aan te geven, is in de respectievelijke begrotingen van deze vier ministeries een overzichtsconstructie opgenomen van de voor de betreffende regio te nemen besluiten, de primaire verantwoordelijkheidsverdeling en de relatie met de verschillende begrotingen. Deze bijlage bevat het overzicht van de coördinerende verantwoordelijkheid van de minister van VROM.
Clusters | Te nemen besluiten | Verantwoordelijkheidsverdeling | Begroting | Operationeel doel | Bedrag* |
Noordrand Rotterdam | |||||
A). A4 Delft-Schiedam | Inname van een standpunt over de A4-Delft-Schiedam in 2006 | Verantwoordelijkheid: V&WVakministerie: V&WTrekker: V&W | V&WIFVROMLNV2/VROM3 | art 12.05.03 Hoofdwegen/planstudieprojecten voor tracébesluitart 5.2.1. Stedelijke gebieden van nationaal belang verder ontwikkelen | 64112PM** |
B). A13/A16/A20 | Vaststellen hoe om te gaan met de planstudie in relatie tot de doorkijk MIT 2015–2020 | Verantwoordelijkheid: V&WVakministerie: V&W Trekker: V&W | art. 12.05.03 Hoofdwegen/planstudieprojecten voor tracébesluit | Raming van de projectkosten varieert 1000–15004 | |
C). Technopolis | Afspraak met gemeente en provincie over verdere ontwikkeling in kader A13 kennisboulevard | Verantwoordelijkheid: EZVakministerie: EZTrekker: gemeente | EZ | art 3.10 Zorgen voor aantrekkelijke regio’s en steden om te kunnen ondernemen | |
D). Schieveense polder (bedrijventerrein en groen) | Afspraak met gemeente en provincie over verdere ontwikkeling in kader A13 kennisboulevard | Verantwoordelijkheid: EZVakministerie: EZTrekker: gemeente | EZ | art 3.10 Zorgen voor aantrekkelijke regio’s en steden om te kunnen ondernemen | |
E). Schiezone (PMR opgave)5 | Uitvoering | Verantwoordelijkheid: V&WVakministerie: LNV/V&WTrekker: provincie | EZ,LNVVROMV&W | art 3.10 Zorgen voor aantrekkelijke regio’s en steden om in te kunnen ondernemenPMart 8.2.1. Verbeteren van de milieukwaliteit in de bebouwde leefomgevingIF 16.01 Megaprojecten/niet verkeer en vervoer | 28282828 + 27 + 45 |
F). Schiebroekse polder en Zuid- polder (PMR opgaven) | Uitvoering | Verantwoordelijkheid: V&WVakministerie:LNV/V&WTrekker: provincie | EZLNVVROMV&W | ||
G). Groen/blauwe slinger (VINAC strategische groenopgave) | Uitvoering | Verantwoordelijkheid: V&WVakministerie: LNV/V&WTrekker: provincie | LNV6 | VINAC | PM** |
Clusters | Te nemen besluiten | Verantwoordelijkheidsverdeling | Begroting | Operationeel doel | Bedrag* |
H). Boterdorpse Polder (VINAC strategische groenopgave) | Uitvoering | Verantwoordelijkheid: LNVVakministerie LNVTrekker: provincie | LNV7 | VINAC | PM** |
I). Verstedelijkingslocaties: Noordrand 1, 2 en3 | Uitvoering. | Verantwoordelijkheid: VROMVakministerie: VROMTrekker: gemeente | VROM | BLS | 2 |
Driehoek Rotterdam–Zoetermeer–Gouda | |||||
A). Integrale gebieds- visie RZG drie- hoek (Zuidplaspolder) | Afspraken over de plano- logische en financiële randvoorwaarden, waar- onder de infrastructurele ontsluiting | Verantwoordelijkheid: VROM/V&W/LNVVakministerie: VROM/V&W/LNVTrekker: provincie | LNV8 | VINAC | PM** |
Activiteiten in relatie tot aanleg van de Tweede Maasvlakte | |||||
A). Stadshavens/Waal- en eemhaven | Standpunt over wijze van ondersteuning | Verantwoordelijkheid: EZ/VROMVakministerie: EZ/VROMTrekker: gemeente | EZ9 | art 3.10 Zorgen voor aantrekkelijke regio’s en steden om te kunnen ondernemen | 20 |
B). Hoeksewaard, 300 ha bovenregio-naal bedrijventer-rein | Vaststelling definitieve omvang bedrijventerrein, inpassing en ontsluiting | Verantwoordelijkheid: EZ Vakministerie: EZ/VROMTrekker: provincie | 0 | ||
C). A15 Maasvlakte–Vaanplein | Ontwerp Tracébesluit | Verantwoordelijkheid: V&WVakministerie: V&WTrekker: V&W | V&W, IF | art 12.05.03 Hoofdwegen/planstudieprojecten voor tracébesluit | 1 294 |
D). PMZ/innovatieve ontwikkeling infrastructuur en gebied | Beslismomenten uitwerking PMZ 2006 | Verantwoordelijkheid: V&WVakministerie: V&WTrekker: V&W | 0 | ||
E). Natuurcompensatie zee en kust | Definitieve besluiten in kader PKB en uitvoering | Verantwoordelijkheid: V&WVakministerie: V&W Trekker: V&W | PM** | ||
F). 750 ha natuur in IJsselmonde, Schiebroekse polder, Zuidpolder en Schiezone | Uitvoering | Zie cluster Noordrand e en f | EZLNVVROMV&W | art 3.10 Zorgen voor aantrekkelijke regio’s en steden om te kunnen ondernemenPMart 8.2.1. Verbeteren van de milieukwaliteit in de bebouwde leefomgevingIF 16.01 Megaprojecten/niet verkeer en vervoer | 28282828 + 27 + 45 |
G). Bestaand Rotterdams gebied | Uitvoering | Verantwoordelijkheid: VROM | Vakministerie: V&W/VROM | Trekker:provincie en gemeente | 0 |
Den Haag internationale stad van bestuur, recht en vrede | |||||
A) Uitwerking concreet programma | Standpunt n.a.v. uitgewerkt programma | Verantwoordelijkheid: VROMVakministerie: VROM/V&W/EZTrekker: gemeente | |||
Stedelijke ontwikkeling en bereikbaarheid op de as Dordrecht–Leiden/Katwijk, Rotterdam–Gouda | |||||
A). NSP Rotterdam | Uitvoering | Verantwoordelijkheid: VROMVakministerie: VROM/V&WTrekker: gemeente | VROMV&W, IF | art 5.2.1. Stedelijke gebie- den van nationaal belang verder ontwikkelenart 13.03.01 Spoorwegen/programma aanleg perso- nenvervoer | 54162 |
B). Integrale MIT verkenning Stedenbaan | Besluitvorming over integrale verkenning stedenbaan | Verantwoordelijkheid: V&WVakministerie: VROM/V&WTrekker: provincie | 0 | ||
C). Bouw van 3000 tot 8000 woningen Valkenburg en de ontsluiting daarvan | Standpunt gebiedsuitwer- king Valkenburg en betrokkenheid GOB | Verantwoordelijkheid: VROMVakministerie:VROMTrekker: provincie | 0 |
* Alle bedragen zijn in miljoenen euro’s, prijspeil 2005.
** Op dit moment is nog niet exact aan te geven welke bedragen concreet neerslaan in de betreffende gebieden.
1 Inclusief € 60 mln. regiobijdrage.
2 50% van het ministerie van LNV voor grondaankoop.
3 Totale inzet van de ministeries van LNV en VROM voor de ecologische recreatieve verbindingen maximaal 4 mln Euro.
4 Er is € 31 mln. beschikbaar voor de aanpak Deenkade.
5 Voor PMR/groen is 112 mln. beschikbaar. Elk departement betaalt 25%. Daarnaast financiert V&W 27 mln voor de groene verginding als onderdeel van de 750 ha. Voor de compensatie zee en kust is door het ministerie van V&W 45 mln gereserveerd.
6–8 Voor de periode 2007 t/m 2013 worden met de provincie afspraken gemaakt in het kader van ILG. Hierin wordt geen onderscheid meer gemaakt in SGR en VINAC groen: beide categoriën zijn opgegaan in «RODS» (recreatie om de stad). In de concept overeenkomst met de provincie Zuid-Holland zijn afspraken gemaakt over de norm bedragen en prestatie-eenheden.
9 EZ heeft een regeling voor herstructurering bedrijventerreinen: Topper. Looptijd is vijf jaar en heeft jaarlijks een budget van € 20 mln. Middelen zijn hoofdzakelijk bestemd voor grote herstructureringsopgaven. Maximale uitkering per jaar is € 2,5 mln. De regeling financiert een deel van het exploitatietekort.
9. BIJLAGE 4. NALEVINGSSTRATEGIE VROM-INSPECTIE
Burgers, bedrijven en overheden zelf zijn in hoofdzaak verantwoordelijk voor het naleven van de regels. Waar dat niet gebeurt stelt de overheid alles in het werk om die naleving te verbeteren.
Het is belangrijk om daarbij de juiste prioriteiten te stellen. Daarvoor heeft VROM in 2003 een zogenoemde Nalevingstrategie ontwikkeld die o.a. een methode bevat van prioritering op basis van een analyse van de risico’s (voor de leefomgeving) en nalevingstekorten. Uitgangspunt van de Nalevingstrategie is dat de prioriteit van de VROM-Inspectie (VI) ligt bij de wetgeving waar een groot naleeftekort is en die tevens veel risico’s geeft voor veiligheid, gezondheid en duurzaamheid.
VROM heeft circa 250 wetten en convenanten, subsidieregelingen en beleidsafspraken gescreend op risico en naleving en deze ingedeeld in vier kwadranten:
• Is het risico groot en het nalevingstekort groot, dan pakt de VROM-Inspectie deze taak met voorrang op. Hier is de noodzaak tot toezicht en controle immers het grootst;
• Is het risico groot en het nalevingstekort klein, dan wordt vaak uitgegaan van beperkte controles. Door quick scans en een harde aanpak van het relatief geringe aantal overtreders wordt druk op de ketel gehouden;
• Is het risico klein en het nalevingstekort groot, dan is controle vaak toch niet nodig. Het kan namelijk gaan over onbekende, onduidelijke of nauwelijks geaccepteerde regels. In dergelijke gevallen zal de VROM-Inspectie zich al dan niet samen met anderen inspannen om regels te verbeteren, te vereenvoudigen of te verduidelijken. Ook komt het voor dat de VROM-Inspectie adviseert regels in te trekken omdat ze eigenlijk niet zijn te handhaven;
• Bij een klein risico en klein nalevingstekort heeft handhaving van deze wet geen prioriteit.
De wijzigingen ten opzichte van vorig jaar zijn cursiefaangegeven in de nieuwe prioriteitenkwadranten. Dit geldt alleen voor wijzigingen in bestaande taken of voor nieuwe taken. Wetgeving die is vervallen is uiteraard in het geheel niet meer terug te vinden in de kwadranten.
De belangrijkste wijziging op het gebied van regelgeving betreft REACH (Registratie, Evaluatie en Autorisatie van Chemische stoffen). Het betreft een EU-verordening waarbij producenten en importeurs zelf verantwoordelijk worden voor een zorgvuldige omgang met stoffen. Deze regeling zal in 2007 van kracht worden.
Verder zijn er soms wijzigingen doorgevoerd in de systematiek, voortvloeiend uit de handhavingspraktijk. Zo is er een verschil in naleving geconstateerd bij het opslaan van consumentenvuurwerk minder en meer dan 10 000 kg. De handhaving valt in het eerste geval onder de gemeenten, en in het tweede geval is de provincie bevoegd. Tenslotte zijn er ook wijzigingen in nalevingsgedrag geconstateerd, zoals bij de naleving van het PCB-besluit. Uit een onderzoek van de VI is gebleken dat de naleving nu op 90% ligt.
Daarnaast is er een tweetal wijzigingen doorgevoerd in de totale opzet, die los staan van wet- en regelgeving. Er is een kwadrant bijgekomen waarin alle taken staan vermeld waarbij het risico, dan wel de naleving, onbekend zijn. Voorheen werd dit niet apart vermeld. Binnen de kwadranten zijn de taken nu op alfabetische volgorde vermeld.
In de tabellen van de bijlage treft u de prioriteitenmatrix van de VROM Inspectie aan voor de begroting 2007. Dit is afzonderlijk weergegeven voor het primair toezicht en het interbestuurlijk toezicht.
Prioriteitenkwadranten Primair Toezicht | ||
Groot risico, Groot naleeftekort | ||
1 | Besluit op de Ruimtelijke ordening | Besluit op de Ruimtelijke Ordening (handhaving watertoets, gemeenten) |
2 | Bestrijdingsmiddelenwet | Bestrijdingsmiddelen wet, creosoot |
3 | Europese verordening 259/93 betreffende toezicht op overbrenging van afvalstoffen binnen, naar en uit de EU(EVOA) Verdrag van Basel | Evoa (ACS/Oost Europa/niet OESO) (vergunning) |
4 | Europese verordening 259/93 betreffende toezicht op overbrenging van afvalstoffen binnen, naar en uit de EU (EVOA) Verdrag van Basel | Evoa (ACS/Oost Europa/niet OESO) (exportverbod) |
5 | Europese verordening 259/93 betreffende toezicht op overbrenging van afvalstoffen binnen, naar en uit de EU(EVOA) Verdrag van Basel | Evoa (OESO vergunning, export bouw- en sloopafval ) |
6 | Europese verordening 259/93 betreffende toezicht op overbrenging van afvalstoffen binnen, naar en uit de EU(EVOA) Verdrag van Basel | Evoa (OESO nieuwe toetreders EU) |
7 | Kernenergiewet | Besluit stralingsbescherming (grote bronnen) |
8 | Kernenergiewet | Besluit detectie radioactief besmet schroot (incidenten) |
9 | Kernenergiewet | Besluit stralingsbescherming/artikel 22/33 Kew («opslag») |
10 | Kernenergiewet | Besluit vervoer splijtstoffen, ertsen, radioactieve stoffen/vergunninghouders (grote bronnen) |
11 | Nota Ruimte | Borging van de veiligheid tegen overstromingen (gemeenten) |
12 | Nota Ruimte | Borging en ontwikkeling van natuurwaarden (gemeenten) |
13 | Nota Ruimte | Versterking van de kracht en diversiteit van de belangrijkste economische kerngebieden(gemeenten) |
14 | Nota Ruimte | Versterking van de kracht en diversiteit van de belangrijkste economische kerngebieden (300 hectare Hoeksewaard) (doelgroep gemeenten) |
15 | Nota Ruimte | Vergroting van milieukwaliteit en veiligheid (gemeenten) |
16 | Nota Ruimte | Vergroting van milieukwaliteit en veiligheid (provincies) |
17 | PKB’s | Regelgeving Burgerluchthavens en Militaire Luchthavens |
18 | PKB’s | Structuurschema burgerluchtvaartterreinen (regionale en kleine luchtvaart) |
19 | PKB’s | PKB luchtvaartterreinen Maastricht en Lelystad |
20 | Tracébesluit | Tracébesluit (bouwstoffen) |
21 | Waterleidingwet | Waterleidingbesluit (eigen winningen) |
22 | Waterleidingwet | Waterleidingbesluit collectieve installaties |
23 | Wet explosieven voor civiel gebruik | Wet explosieven voor civiel gebruik: (de wet zelf) |
24 | Wet geluidhinder | Besluit geluidhinder Spoorwegen |
25 | Wet gewasbescherming en biociden | |
26 | Wet inzake de luchtverontreiniging | Besluit zwavelgehalte brandstoffenWlv (zeeschepen) |
27 | Wet luchtvaart | Luchthaven indelingsbesluit |
28 | Wet milieubeheer | Besluit externe veiligheid inrichtingen (afstanden in bestemmingsplannen) |
29 | Wet milieugevaarlijke stoffen | REACH |
30 | Wet milieugevaarlijke stoffen | Besluit ozonlaagafbrekende stoffen wms 2004 (eigenaren koelinstallaties scheepvaart) |
31 | Wet milieugevaarlijke stoffen | Inzamelingsregeling CFK en Halonen |
32 | Wet milieugevaarlijke stoffen | Besluit genetisch gemodificeerde organismen (ingeperkt gebruik) |
33 | Wet milieugevaarlijke stoffen | Zorgplicht Wms (ontgassingen) |
34 | Wet milieugevaarlijke stoffen | Kennisgevingsbesluit nieuwe stoffen |
35 | Wet milieugevaarlijke stoffen | Vuurwerkbesluit Wms/Wm |
36 | Wet milieugevaarlijke stoffen | Veiligheidsinformatiebladen besluit |
37 | Wet milieugevaarlijke stoffen | Asbestverwijderingsbesluit (eigenaren objecten) |
38 | Wet milieugevaarlijke stoffen | Besluit Asbestwegen |
39 | Wet milieugevaarlijke stoffen | Productenbesluiten asbest(asbest in puin) |
40 | Woningwet | Bouwbesluit(CE markering) |
Prioriteitenkwadranten Primair Toezicht | ||
Groot risico, Klein naleeftekort | ||
1 | Bestrijdingsmiddelenwet | Toelating op grond van de Bestrijdingsmiddelenwet voor wat betreft gasvormende bestrijdingsmiddelen. |
2 | Europese verordening 259/93 betreffende toezicht op overbrenging van afvalstoffen binnen, naar en uit de EU(EVOA) Verdrag van Basel | Evoa (OESO vergunning ) |
3 | Kernenergiewet | Kernenergiewet, Non-proliferatie verdrag, Protocol van Almelo |
4 | Kernenergiewet | Besluit kerninstallaties, splijtstoffen, ertsen/artikel 15b Kew, vergunningen nucleaire inrichtingen (mbt nucleaire aspecten) |
5 | Kernenergiewet | Besluit kerninstallaties, splijtstoffen, ertsen/artikel 15b Kew, vergunningen nucleaire inrichtingen (mbt niet-nucleaire aspecten) |
6 | Kernenergiewet | Besluit stralingsbescherming/artikel 29 en/of 34 Kew («handelingen») |
7 | Kernenergiewet | Besluit stralingbescherming/hoofdstuk 8 («werkzaamheden») |
8 | KernenergiewetBeveiligingsrichtlijn Kew (BRK’93) | |
9 | Nota Ruimte | Borging van de veiligheid tegen overstromingen (provincies) |
10 | Waterleidingwet | Waterleidingbesluit (waterleidingbedrijven) |
11 | Wet milieubeheer | art 8.1: inrichtingen vallend onder bijlage 2ivb, niet zijnde defensie |
12 | Wet milieubeheer | Besluit beheer elektrische apparatuur ((H)CFK-houdende koel/vriesapparatuur) |
13 | Wet milieugevaarlijke stoffen | Besluit ozonlaagafbrekende stoffen wms 2003 (importeurs, handel) |
14 | Wet milieugevaarlijke stoffen | Besluit genetisch gemodificeerde organismen (gentherapie) |
15 | Wet milieugevaarlijke stoffen | Besluit genetisch gemodificeerde organismen (veldproeven) |
16 | Wet milieugevaarlijke stoffen | PCB, PCT en Chlooretheenbesluit en regeling verwijdering PCB’s |
Prioriteitenkwadranten Primair Toezicht | ||
Klein risico, Groot naleeftekort | ||
1 | Besluit Luchtkwaliteit | Besluit Luchtkwaliteit(Ro-zonering gemeenten) |
2 | Besluit Luchtkwaliteit | Besluit Luchtkwaliteit(Ro-zonering provincies) |
3 | Bestrijdingsmiddelenwet | Bestrijdingsmiddelen wet, koper-houtverduurzaming |
4 | Bestrijdingsmiddelenwet | Bestrijdingsmiddelen wet, toezicht op de dierplaagbestrijders |
5 | Flora en Faunawet | Flora en Faunawet (Ro, gemeenten) |
6 | Nota Ruimte | Borging en ontwikkeling van natuurwaarden |
7 | Nota Ruimte | Borging en ontwikkeling van bijzondere landschappelijke en cultuur historische waarden |
8 | Nota Ruimte | Vergroten van de concurrentiepositie van de Randstad als geheel (gemeenten) |
9 | Nota Ruimte | Ontwikkeling van nationale stedelijke netwerken en stedelijke centra, bundeling van verstedelijking in bundelingsgebieden (gemeenten) |
10 | Nota Ruimte | Borging van de veiligheid van het IJsselmeergebied met behoud van (inter)nationale ruimtelijke waarden (Borging ruimte voor dijkversterking, RHS gemeenten) |
11 | Nota Ruimte | Voorkoming knelpunten bij de ondergrondse ordening (gemeenten) |
12 | Nota Ruimte | Versterking van de kracht en diversiteit van de belangrijkste economische kerngebieden(gemeenten) |
13 | PKB’s | Structuurschema Buisleidingen(EZ) |
14 | PKB’s | PKB Nota Waddenzee 1993 (gemeenten) |
15 | Vogel- en Habitat richtlijn | Vogel- en Habitat richtlijn (gemeenten) |
16 | Vuurwerkbesluit WMS) | Vuurwerkbesluit WMS (Ro zonering, gemeenten) |
17 | Wet milieubeheer | Besluit inzamelen afvalstoffen(vergunningen) |
18 | Wet milieugevaarlijke stoffen | Besluit PAK-houdende coatings Wms |
19 | Wet milieugevaarlijke stoffen | Cadmiumbesluit 1999 Wms |
20 | Wet milieugevaarlijke stoffen | Ontwerpbesluit met koperverbindingen verduurzaamd hout |
21 | Wet milieugevaarlijke stoffen | Registratiebesluit Wms |
22 | Wet milieugevaarlijke stoffen | Besluit verpakkingen en aanduiding Milieugevaarlijke stoffen |
23 | Wet milieugevaarlijke stoffen | Besluit arseenbehandeld hout |
Prioriteitenkwadranten Primair Toezicht | ||
Klein risico, Klein naleeftekort | ||
1 | Besluit op de Ruimtelijke ordening | Besluit op de Ruimtelijke Ordening (handhaving watertoets, provincies) |
2 | Bestrijdingsmiddelenwet | Bestrijdingsmiddelen wet, TBT |
3 | Europese verordening 259/93 betreffende toezicht op overbrenging van afvalstoffen binnen, naar en uit de EU (EVOA) Verdrag van Basel | Evoa (OESO groene lijst regime) |
4 | Flora en Faunawet | Flora en Faunawet (Ro, provincies) |
5 | Kernenergiewet | Besluit vervoer splijtstoffen, ertsen, radioactieve stoffen/vergunninghouders (kerntransporten) |
6 | Kernenergiewet | Besluit in-, uit- en doorvoer van radioactieve afvalstoffen |
7 | Kernenergiewet | Vrijstellingsbesluit (defensie-inrichtingen) |
8 | Nota Ruimte | Borging en ontwikkeling van natuurwaarden (provincies) |
9 | Nota Ruimte | Borging en ontwikkeling van bijzondere landschappelijke en cultuur historische waarden |
10 | Nota Ruimte | Borging en ontwikkeling van bijzondere landschappelijke en cultuur historische waarden (gemeenten) |
11 | Nota Ruimte | Borging en ontwikkeling van bijzondere landschappelijke en cultuur historische waarden (provincies) |
12 | Nota Ruimte | Vergroten van de concurrentiepositie van de Randstad als geheel (provincies) |
13 | Nota Ruimte | Ontwikkeling van nationale stedelijke netwerken en stedelijke centra, bundeling van verstedelijking in bundelingsgebieden (provincies) |
14 | Nota Ruimte | Borging van de veiligheid van het IJsselmeergebied met behoud van (inter)nationale ruimtelijke waarden (Borging ruimte voor dijkversterking) (RHS) (provincies) |
15 | Nota Ruimte | Voorkoming knelpunten bij de ondergrondse ordening (provincies) |
16 | Nota Ruimte | Ontwikkeling van nationale stedelijke netwerken en stedelijke centra, ontwikkeling en versterking van 6 stedelijke centra(gemeenten) |
17 | Nota Ruimte | Ontwikkeling van nationale stedelijke netwerken en stedelijke centra, ontwikkeling en versterking van 6 stedelijke centra(provincies) |
18 | Nota Ruimte | Versterking van de kracht en diversiteit van de belangrijkste economische kerngebieden, versterking luchthaven Schiphol(provincies) |
19 | Nota Ruimte | Versterking van de kracht en diversiteit van de belangrijkste economische kerngebieden (300 hectare Hoeksewaard) (doelgroep provincies) |
20 | Nota Ruimte | Versterking van de kracht en diversiteit van de belangrijkste economische kerngebieden (clustering van chemische bedrijven) (doelgroep provincies) |
21 | Nota Ruimte | Versterking van de kracht en diversiteit van de belangrijkste economische kerngebieden, bevordering ontwikkeling TOP-projecten (provincies) |
22 | Nota Ruimte | Verbetering van de bereikbaarheid |
23 | PKB’s | Structuurschema Buisleidingen(EZ) |
24 | PKB’s | PKB Nota Waddenzee 1993 (provincies) |
25 | Tracéwet | Tracébesluit (geluid) |
26 | Vogel- en Habitat richtlijn | Vogel- en Habitat richtlijn (provincies) |
27 | Vuurwerkbesluit WMS) | Vuurwerkbesluit WMS (Ro zonering provincies) |
28 | Wet inzake de luchtverontreiniging | Besluit zwavelgehalte brandstoffenWlv (binnenvaart) |
29 | Wet inzake de luchtverontreiniging | Besluit zwavelgehalte brandstoffen Wlv (landbouw) |
30 | Wet inzake de luchtverontreiniging | Besluit kwaliteitseisen brandstoffenwegverkeer |
31 | Wet milieubeheer | Regeling inzamelen afvalstoffen(registratieplicht) |
32 | Wet milieubeheer | Stortplaats en stortverboden |
33 | Wet milieubeheer | Besluit beheer autobanden |
34 | Wet milieubeheer | Besluit beheer autowrakken (mededelingsplicht voor producenten en importeurs) |
35 | Wet milieubeheer | Regeling beheer autowrakken |
36 | Wet milieubeheer | Besluit beheer batterijen |
37 | Wet milieubeheer | Besluit beheer elektrische apparatuur (producenten en importeurs). |
38 | Wet milieubeheer | Regeling beheer elektrische apparatuur |
39 | Wet milieugevaarlijke stoffen | Besluit organische oplosmiddelen, verven, vernissen |
40 | Wet milieugevaarlijke stoffen | Besluit ozonlaagafbrekende stoffen wms 2003 (producenten) |
41 | Wet milieugevaarlijke stoffen | Wms, Besluit ozonlaagafbrekende stoffen wms 2003 (eigenaren halonblusinstallaties) |
42 | Wet milieugevaarlijke stoffen | Besluit Broeikasgassen |
43 | Wet milieugevaarlijke stoffen | Regeling lekdichtsheidsvoorschriften koelinstallaties |
44 | Wet milieugevaarlijke stoffen | Besluit organisch Halogeengehalte van Brandstoffen |
45 | Wet milieugevaarlijke stoffen | Besluit gechloreerde paraffines Wms |
46 | Wet milieugevaarlijke stoffen | Besluit implementatie EG-verbodsrichtlijn Wms 1998 (Besluit PCP) |
47 | Wet milieugevaarlijke stoffen | Besluit implementatie EG-verbodsrichtlijn Wms 1998 (par. 3 gechloreerde koolwaterstoffen) |
48 | Wet milieugevaarlijke stoffen | Besluit implementatie EG-verbodsrichtlijn Wms 1998 (par. 4 hexachloorethaan) |
49 | Wet milieugevaarlijke stoffen | Besluit implementatie EG-verbodsrichtlijn Wms 1998 (par. 5 benzeen) |
50 | Wet milieugevaarlijke stoffen | Besluit Kwikhoudende producten Wms 1998 |
51 | Wet milieugevaarlijke stoffen | DBB-besluit |
52 | Wet milieugevaarlijke stoffen | Ugilec 121, Ugilec 141 en DBBT-besluit |
53 | Wet milieugevaarlijke stoffen | Besluit Uitvoering verordening in- en uitvoer milieugevaarlijke stoffen(importeurs) |
54 | Wet milieugevaarlijke stoffen | Besluit Uitvoering verordening in- en uitvoer milieugevaarlijke stoffen(importeurs) |
55 | Wet milieugevaarlijke stoffen | Productenbesluiten asbest(asbest in producten) |
56 | Wet milieugevaarlijke stoffen | Besluit detergentia |
Prioriteitenkwadranten Primair Toezicht | ||
Risico en/of naleving onbekend | ||
1 | Besluit op de Ruimtelijke ordening | Besluit op de Ruimtelijke Ordening (handhaving watertoets, provincies) |
2 | Bestrijdingsmiddelenwet | Bestrijdingsmiddelenwet t.a.v. koperhoudende anti-foulings |
3 | Bestrijdingsmiddelenwet | Residubesluit |
4 | Bestrijdingsmiddelenwet | Besluit regulering grondontsmettingsmiddelen |
5 | Derde nota Waddenzee | 3e Nota Waddenzee (VROM) |
6 | Nota Ruimte | Vergroting van milieukwaliteit en veiligheid (gemeenten) |
7 | Nota Ruimte | Vergroting van milieukwaliteit en veiligheid (provincies) |
8 | Nota Ruimte | Borging en ontwikkeling van natuurwaarden |
9 | Nota Ruimte | Borging en ontwikkeling van natuurwaarden (provincies) |
10 | Nota Ruimte | Vergroting van de concurrentiepositie van de Randstad als geheel (gemeenten) |
11 | Nota Ruimte | Vergroting van de concurrentiepositie van de Randstad als geheel (provincies) |
12 | Nota Ruimte | Borging van de veiligheid van de kust met behoud van (inter)nationale ruimtelijke waarden (gemeenten) |
13 | Nota Ruimte | Borging van de veiligheid van de kust met behoud van (inter)nationale ruimtelijke waarden |
14 | Nota Ruimte | Versterking van de veiligheid tegen overstromen, de toegankelijkheid voor de scheep vaart en natuurlijke kwaliteit in de Zuidwestelijke Delta (provincies) |
15 | Nota Ruimte | Borging van de veiligheid van het IJsselmeergebied met behoud van (inter)nationale ruimtelijke waarden (Handhaving van het open karakter van het IJsselmeergebied) (RHS) (provincies) |
16 | Nota Ruimte | Ruimte voor militaire terreinen (gemeenten) |
17 | Nota Ruimte | Ruimte voor militaire terreinen (provincies) |
18 | Nota Ruimte | Versterking van de kracht en diversiteit van de belangrijkste economische kerngebieden (clustering van chemische bedrijven) (doelgroep gemeenten) |
19 | Nota Ruimte | Bereikbare en toegankelijke recreatievoorzieningen in en rond de steden. (gemeenten) |
20 | Nota Ruimte | Bereikbare en toegankelijke recreatievoorzieningen in en rond de steden. (provincies) |
21 | PKB’s | Tweede structuurschema Militaire Terreinen |
22 | PKB’s | sma Oppervlaktedelfstoffen |
23 | PKB’s | Structuurschema Militaire terreinen |
24 | PKB’s | PKB Ruimte voor de Rivier |
25 | PKB’s | Vierde Nota Waterhuishouding |
26 | PKB’s | 2e structuurschema Elektriciteitsvoorziening (SEV): |
27 | PKB’s | PKB Locatiekeuze Nearshore windpark: |
28 | PKB’s | PKB Waddenzee deel 3 (VROM) |
29 | Waterleidingwet | Besluit bescherming waterleidingbedrijven |
30 | Wet milieubeheer | Besluit aanwijzing keuringsinstantie emissie-eisen stookinstallaties |
31 | Wet milieubeheer | Besluit lozingsvoorschriften niet-inrichtingen milieubeheer |
32 | Wet milieubeheer | Besluit beheer verpakkingen, papier en karton |
33 | Wet milieugevaarlijke stoffen | Besluit implementatie EG-verbodsrichtlijn Wms 1998 (arseen) |
34 | Wet milieugevaarlijke stoffen | Besluit implementatie EG-verbodsrichtlijn Wms 1998 (azo-kleurstof blauw) |
35 | Wet milieugevaarlijke stoffen | Besluit implementatie EG-verbodsrichtlijn Wms 1998 (broomfenylethers) |
36 | Wet milieugevaarlijke stoffen | Besluit implementatie EG-verbodsrichtlijn Wms 1998 (nonylfenol en -ethoxylaat) |
37 | Wet milieugevaarlijke stoffen | Besluit implementatie EG-verbodsrichtlijn Wms 1998 (cement met Chroom (VI)) |
38 | Wet milieugevaarlijke stoffen | Zorgplicht Wms |
39 | Wet milieugevaarlijke stoffen | Besluit uitvoering POP-verordening wms |
40 | Wet milieugevaarlijke stoffen | Besluit beoordeling en beperking risico’s bestaande stoffen |
41 | Wet milieugevaarlijke stoffen | Besluit kleiduivenschieten wms |
42 | Wet milieugevaarlijke stoffen | Besluit melding nieuwe kennis milieugevaarlijke stoffen |
43 | Wet milieugevaarlijke stoffen | Besluit beheer elektr(on)ische apparatuur: verbod op gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen |
44 | Wet Ruimtelijke Ordening | Taak minister VROM: handhaving Planologische Kernbeslissingen (PKB’s), ook van andere departementen. PKB’s hebben semi-wettelijke status (vastgesteld na behandeling door Staten-Generaal). |
45 | Woningwet | Besluit beheer sociale huursector (aanwijzing) |
46 | Woningwet | Buitengewone omstandigheden |
Prioriteitenkwadranten Interbestuurlijk Toezicht | ||
Groot risico, Groot naleeftekort | ||
1 | Huisvestingswet | Huisvestingswet (onrechtmatige bewoning) |
2 | Wet Bodembescherming | Besluit uitvoeringskwaliteit bodembeheer |
3 | Wet explosieven voor civiel gebruik (2e lijn) | Wet explosieven voor civiel gebruik (de wet zelf) |
4 | Wet geluidhinder | Wet geluidhinder (Overheden) |
5 | Wet milieubeheer | Art. 10 Wm zorgplicht afvalstoffen |
6 | Wet milieubeheer | Besluit externe veiligheid inrichtingen (wm-vergunningen) |
7 | Wet milieubeheer | Wet milieubeheer (top 450 bedrijven, vergunningverlening/handhaving) |
8 | Wet op de Ruimtelijke Ordening | Uitvoering bestemmingsplan (handhaving EHS, Vogel- en Habitatrichtlijn, Flora- en Faunawet) |
9 | Wet op de Ruimtelijke Ordening | Uitvoering bestemmingsplan (handhaving ruimte voor de rivier) |
10 | Wet op de Ruimtelijke Ordening | Uitvoering bestemmingsplan (handhaving externe veiligheid stedelijk gebied, vuurwerkbedrijven, Besluit Luchtkwaliteit en besluit ext. veil. inrichtingen) |
11 | Wet op de Ruimtelijke Ordening | Uitvoering bestemmingsplan (handhaving permanente bewoning recreatiewoningen, gemeenten) |
12 | Woningwet | Woningwet: nieuwbouw |
13 | Woningwet | Woningwet: bouwtechnische eisen aan bestaande bouw |
14 | Woningwet | Woningwet: brandveilig gebruik bestaande bouw |
15 | Woningwet | Woningwet: sloop (incl. asbestverw.) |
Prioriteitenkwadranten Interbestuurlijk Toezicht | ||
Groot risico, Klein naleeftekort | ||
1 | Wet inzake de luchtverontreiniging | Besluit verbranden afvalstoffen(BVA) |
Prioriteitenkwadranten Interbestuurlijk Toezicht | ||
Klein risico, Groot naleeftekort | ||
1 | Bestrijdingsmiddelenwet | Lozingenbesluit open teelt en veehouderij |
2 | Huisvestingswet | Huisvestingsbesluit |
3 | Huisvestingswet | Huisvestingswet (statushouders) |
4 | Huisvestingswet | Huisvestingswet (overige onderwerpen, subject gericht) |
5 | Huisvestingswet | Huisvestingswet (overige onderwerpen, object gericht) |
6 | Wet Bodembescherming | Wet Bodembescherming |
7 | Wet Bodembescherming | Lozingsbesluit bodembescherming (burgers) |
8 | Wet Bodembescherming | Lozingsbesluit bodembescherming (bedrijven) |
9 | Wet Bodembescherming | Stortbesluit (Stortplaatsen) |
10 | Wet Bodembescherming | Stortbesluit (Overheidsbedrijven) |
11 | Wet Bodembescherming | Bodembesluit (onderdeel Bouwstoffen) |
12 | Wet inzake de luchtverontreiniging | Besluit emissie-eisen stookinstallaties milieubeheer B |
13 | Wet inzake de luchtverontreiniging | Besluit uitvoering EG-ozonrichtlijn |
14 | Wet inzake de luchtverontreiniging | Besluit luchtkwaliteit (rapportage aan EU) |
15 | Wet milieubeheer | Wet milieubeheer 8.40 AmvB’s afvalwater |
16 | Wet milieubeheer | Besluit Risico’s Zware Ongevallen |
17 | Wet milieubeheer | Besluit propaan in de bouw milieubeheer |
18 | Wet milieubeheer | Besluit stortplaatsen en stortverboden (BSSA) |
19 | Wet milieubeheer | Verbod op storten en verbranden buiten inrichtingen |
20 | Wet milieubeheer | LAP Landelijk afval beheerplan (minimum standaarden) |
21 | Wet milieubeheer | LAP Landelijk afval beheerplan (ketenhandhaving) |
22 | Wet milieubeheer | Oplosmiddelenbesluit omzetting EG-VOS-richtlijnen milieubeheer |
23 | Wet milieubeheer | Instructieregeling lozingsvoorschriften niet-inrichtingen milieubeheer |
24 | Wet milieubeheer | Wet milieubeheer (risicovolle branches en concerns, niet zijnde top 450, vergunningverlening/handhaving) |
25 | Wet milieubeheer | Wet milieubeheer (overige bedrijven, vergunningverlening/handhaving) |
26 | Wet milieubeheer | Wet milieubeheer 8.40 AmvB’s (zonder chem wasserijen, en lpg-tankstations) |
27 | Wet op de Ammoniak en veehouderij | Wet op de Ammoniak en veehouderij |
28 | Wet op de Openluchtrecreatie | Wet op de Openluchtrecreatie |
29 | Wet op de Ruimtelijke Ordening | Uitvoering bestemmingsplan(handhaving EHS, Vogel- en Habitatrichtlijn, Flora- en Faunawet) |
30 | Wet op de Ruimtelijke Ordening | Uitvoering bestemmingsplan-handhaving (gebieden aange- wezen in kader restrictief beleid en bufferzones) |
31 | Wet op de Ruimtelijke Ordening | Uitvoering bestemmingsplan (handhaving 2e nota PKB Waddenzee) (gemeenten) |
32 | Wet op de Ruimtelijke Ordening | Uitvoering bestemmingsplan (handhaving overig buitengebied, gemeenten) |
33 | Wet stankemissie veehouderijen in landbouwontwikkelings en -verwervingsgebieden | Wet stankemissie veehouderijen in landbouwontwikkelings en -verwervingsgebieden |
34 | Wet verontreiniging oppervlaktewateren | Wet Verontreiniging oppervlaktewater: algemene voorschriften tav lozingen |
Prioriteitenkwadranten Interbestuurlijk Toezicht | ||
Klein risico, Klein naleeftekort | ||
1 | Luchtvaartwet | Deelname commissies (burgerluchtvaartterreinen behalve schiphol) |
2 | Luchtvaartwet | Deelname commissies (Schiphol) |
3 | Wet Bodembescherming | Besluit opslaan in ondergrondse tanks |
4 | Wet Bodembescherming | Besluit verplicht bodemonderzoek bedrijfsterreinen |
5 | Wet Bodembescherming | Infiltratiebesluit bodembescherming |
6 | Wet geluidhinder | Wet geluidhinder (industriezonering) |
7 | Wet hygiëne en veiligheid bad- en zweminrichting | Wet hygiëne en veiligheid bad- en zweminrichting (bad- en zweminrichtingen) |
8 | Wet inzake de luchtverontreiniging | Besluit emissie-eisen stookinstallaties milieubeheer A |
9 | Wet inzake de luchtverontreiniging | Besluit emissie-eisen NOx salpeterzuurfabrieken |
10 | Wet milieubeheer | Wet milieubeheer 8.40 AmvB’s besluit chemische wasserijen milieubeheer |
11 | Wet milieubeheer | Besluit emissie-eisen titaandioxide-inrichtingen |
12 | Wet milieubeheer | Wet milieubeheer 8.40 AmvB’s besluit LPGtankstations milieubeheer |
13 | Wet milieubeheer | Besluit beheer autowrakken (instructie autosloperijen) |
14 | Wet milieubeheer | Regeling scheiden en gescheiden houden van gevaarlijke afvalstoffen |
15 | Wet milieubeheer | Asbestbesluit wm |
16 | Wet milieubeheer | Vuurwerkbesluit (opslag consumentenvuurwerk, bezigers NL, < 10 000 kg) |
17 | Wet milieubeheer | Vuurwerkbesluit (opslag consumentenvuurwerk, bezigers NL, >= 10 000 kg) |
18 | Wet milieubeheer | CO2-regeling (Tijdelijke Subsidieregeling CO2-reductie Gebouwde Omgeving 2006) |
19 | Wet milieubeheer | TELI-regeling (subsidieregeling energiebesparing voor lagere inkomens) |
20 | Wet op de lijkbezorging en omhulselbesluit | Wet op de lijkbezorging en omhulselbesluit |
21 | Woningwet | Woningwet: aanvullende regels veiligheid wegtunnels |
Prioriteitenkwadranten Interbestuurlijk Toezicht | ||
Risico en/of naleving onbekend | ||
1 | Leegstandwet | Leegstandwet |
2 | Mijnwet | Mijnwet |
3 | Onteigeningswet | Onteigeningswet |
4 | Wet milieubeheer | Besluit milieueffectrapportage 1994 |
5 | Wet milieubeheer | Besluit milieuverslaglegging |
6 | Wet milieubeheer | Besluit vrijstellingen stortverbod buiten inrichtingen |
7 | Wet Milieubeheer | Besluit mobiele brekers |
8 | Wet milieubeheer | Besluit melden van bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen |
9 | Wet milieubeheer | besluit NOx en CO2 emissiehandel |
10 | Wet milieubeheer | Scheepsafvalstoffenbesluit Rijn- en binnenvaart |
11 | Wet milieubeheer | Besluit vrijstellingen stortverbod buiten inrichtingen |
12 | Wet milieubeheer | Eural (regeling Europese afvalstoffenlijst) |
13 | Wet milieubeheer | Vrijstellingsregeling plantenresten en tarragrond |
10. BIJLAGE 5. MOTIES EN TOEZEGGINGEN
Bijlage Moties en Toezeggingen behorende bij de ontwerpbegroting 2007 van het Ministerie van VROM (tijdvak 1 juni 2005–1 juni 2006)
A. OVERZICHT VAN DE MOTIES MILIEUBEHEER
Omschrijving | Kamerstuknummer | Stand van Zaken |
---|---|---|
Verzoekt de regering om de kennis over EU beleid te vergaren, te bundelen en te vertalen in de beleidsconsequenties ten aanzien van onze ruimtelijke ordening, en deze beschikbaar te stellen aan het totale werkveld. | Ruimtelijk economisch debat EK | In de brief «Reactie op de schriftelijke vragen van de Eerste Kamer m.b.t. de Nota Ruimte» die op 8 november 2005 aan de EK is verstuurd wordt aangegeven dat momenteel wordt gewerkt aan een integraal overzicht van EU-regelgeving met ruimtelijke impact. |
De motie-De Krom c.s. over het afzien van een Europese aanpak van de bodembescherming. | PA1 [16-11-2005] Begrotingsbehandeling VROM: eerste termijn bewindslieden/tweede en volgende termijnen. | MR heeft ingestemd met het voorstel om op zoek te gaan naar een blokkerende minderheid tegen de richtlijn. (90 stemmen). |
Uiterlijk in 2010 zal bij 100% van de rijksaankopen en -investeringen duurzaamheid als zwaarwegend criterium mee worden genomen. | VAO Afval en Duurzame Bedrijfsvoering, onderdeel duurzame bedrijfsvoering | 6 juli 2006 in MR besproken. |
De motie-De Krom c.s. over aanscherping van de emissie-eisen voor voertuigen en evaluatie van de Richtlijn Luchtkwaliteit. | PA [16-11-2005] Begrotingsbehandeling VROM: eerste termijn bewindslieden/tweede en volgende termijnen. | Ad A. Deel 1 motie: Uitspraak EP over NL voorstel voor stevige inzet Euro 5 en Euro 6 emissie-eisen voor dieselauto’s wordt afgewacht.Ad B. Deel 2 motie: Lobby richting EP, COM en lidstaten loopt. |
De motie-Van der Ham/Spies over een onderzoek naar het verplicht stellen van roetfilters voor bestaande auto’s. | PA [16-11-2005] Begrotingsbehandeling VROM: eerste termijn bewindslieden/tweede en volgende termijnen. | Kamervragen hierover zijn beantwoord (De Krom). Uitgaande brief d.d. 30-5-2006. |
N.a.v. AO IBO bekostiging waterbeheer; TK informeren over de verbetering van doelmatig-heid en voortgang van samenwerking. | TK 2003–2004, 29 428, nr. 3 | Afgedaan met: UB2 [12-07-2005] Rapportage samenwerking in de waterketen. |
T.a.v. de distributie van dierlijke mest ontheffing van spoor 1 voor door de regering goedgekeurde initiatieven. | TK 2004–2005, 29 330, nr. 16 | Afgedaan met: Brief van Minister van LNV, mede namens Staatssecretaris van VROM, is verzonden aan de TK d.d. 11 november 2005 (TK 2005–2006, 28 385, nr. 62). |
In Brussel bijdragen aan opnemen monitoring en toetsing van nitraat in Grondwaterrichtlijn met mogelijkheid diep te meten en resultaten gebruiken bij onderbouwing volgend derogatieverzoek. | TK 2004–2005, 29 330, nr. 17 | Afgedaan met: UB [21-06-2005] Commissievoorstel voor een nieuwe Europese Grond- waterrichtlijnen. |
Werkbare alternatieven zoeken voor problemen in de bollenteelt i.v.m. beperkte mogelijkheden scheuren grasland. | TK 2004–2005, 29 330, nr. 19 gewijzigd | Afgedaan met: Aanpak is vermeld in de juni- brief aan de TK (TK 2004–2005,28 385 en29 930, nr. 52). Voorziening zal worden getroffen in de Ministeriële regeling die in week 36 in de Stcrt. verschijnt. |
Najaars-/winterbeweiding schapen vrijstellen van administratieve verplichtingen Meststoffenwet. | TK 2004–2005, 29 330, nr. 21 | Afgedaan met: Brief van Minister van LNV en Staatssecretaris van VROM, is verzonden d.d. 6 september 2005 (bijlage bijTK 2004–2005, 28 385, nr. 53) |
Instellen van een taskforce mestverwerking ter stimulering van kansrijke initiatieven mestverwerking. | TK 2004–2005, 29 330, nr. 25 | Afgedaan met: brief aan de TK van 27 juni 2005 (TK 2004–2005, 28 385 en 29 930, nr. 52). |
Vormgeven dematerialisatiebeleid. De motie vraagt een monitoringsprogramma op te zetten om de route van materiaalstromen door de economie te volgen; voorstellen voor demate- rialisatiebeleid en het invullen van producentenverantwoordelijkheid te ontwikkelen; te onderzoeken of een materialenheffing een geschikt dematerialisatie-instrument is; en de kamer hierover te informeren. | TK 20 600 XI, nr. 29 | Afgedaan met: NMP4 |
Aan het Kabinet is verzocht om in overleg met het bedrijfsleven de waarde en inhoud van keurmerken te toetsen en te stroomlijnen door middel van een systeem van benchmarking en de Kamer daarover nader te informeren. | TK 2001–2002, 28 000 XI, nr. 36 | Afgedaan met: Start project «platform duurzaamheidscriteria producten». |
Verzoek aan de regering om: Alles te ondernemen in Europees verband om tot een gezamenlijke effectieve opstelling van de EU te komen teneinde import en handel van niet duurzaam geproduceerd hout te ontmoedigen en het gebruik van duurzaam geproduceerd hout te bevorderen. | TK23 982–26 998 | Afgedaan met: Brieven aan TK verzonden d.d. 2 juli 2004 (29 200 XI, nr. 126) en d.d. 16 februari 2005 (21 501-08,29 800 XI, nr. 196) |
Spies (CDA), De Krom (VVD), Vd. Ham (D66), Samsom (PvdA), Duyvendak (GL), Van Velzen (SP); verzoekt de regering de conclusies van het onderzoek van CE als vertrekpunt te nemen voor de beleidsvoorstellen t.a.v. het toekomstig klimaatbeleid. | TK, 2004–2005,28 240, nr. 26 | In de toekomstagenda milieu wordt het onderzoek van CE als vertrekpunt genomen. |
Motie over verschil in stortkosten voor afval in Nederland en Duitsland. | TK, 2003–2004, 27 664, nr. 21 | Afgedaan met: Sinds 1 juli 2005 is de export gestopt vanwege in Duitsland ingevoerd absoluut stortverbod. |
Verzoekt de regering het uitvoeringsbesluit Wbm zo aan te passen dat secundaire bouwstoffen die voldoen aan het bouwstoffenbesluit niet onder WBM vallen (motie is technisch geformuleerd). | TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 27 | Afgedaan met: Het uitvoeringsbesluit is van kracht. Wijziging is gepubliceerd inStaatsblad 2005, 381 |
Verzoekt de regering het RIVM opdracht te geven een multicriteria-analyse uit te werken (comparative risk). | TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 29 | Afgedaan met: UB [16-02-2006] Aanbieding RIVM rapport: MCA en MKBA: structureren of sturen? Een verkenning van beslissingsondersteunende instrumenten voor Nuchter omgaan met risico’s. |
Verzoek van de TK om de rapporten van de Landsadvocaat en van ECN m.b.t. juridische en financiële aspecten van de sluiting van de KCB, desnoods vertrouwelijk, ter beschikking te stellen. | TK 2004–2005,30 000, nr. 8 | Afgedaan met: UB [06-12-2005] Motie Samsom d.d. 1 juli 2005 en stand van zaken van acties m.b.t. Borssele. |
De motie-Van Velzen over uitbreiding van de regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers. | TK 2005–2006,30 300 XI, nr. 40 | Afgedaan met: UB [22-11-2005] Motie SP van Velzen over asbest. |
Borssele: Verzoek om uit het advies van de lands- advocaat en rapport ECN over de kernenergiecentrale Borssele feiten en argumenten, niet zijnde persoonlijke beleidsopvattingen, liefst vóór, maar in elk geval na ondertekening van het convenant Borssele en na afronding van even- tuele juridische acties, aan de Tweede Kamer ter beschikking te stellen. | TK 2005–2006,30 000, nr. 23 | Brief aan TK is verzonden 25 april 2006 (TK 2005–2006, 30 000, nr. 24). |
Verzoekt de regering wijziging van de Gemeente- en provinciewet teneinde lokale en provinciale overheden te verplichten gedoogbeschikkingen actief ter beschikking te stellen via internet | TK 2003–2004,22 343 XI, nr. 83 | Brief aan TK is verzonden d.d. 1 oktober 2004 (TK 2004–2005, 22 343, nr. 96). |
Verzoek om onderzoek naar de mogelijkheden van een wetswijziging tot beperking kring direct belanghebbenden in verband met lokale overlast of hinder. | 20 600 XI, nr. 29 | Afgedaan met: De EK heeft op 24 mei 2005 wetsvoorstel 29 421aangenomen. De Wet treedt binnenkort in werking. Daarmee is de actio popularis geschrapt. |
Verzoekt de regering een commissie van wetgevingsjuristen in te stellen om de mogelijkheden na te gaan van het integreren van milieu- en natuurwetgeving in één integrale wet. | TK 2003–2004, 29 383, nr. 8 | Zie hierover de brief van 13.9.2005, TK 2004–2005, 29 383, nr. 32, pag. 25: Met de Minister van LNV is overeengekomen dat de vergunnings- en toestemmingsstelsels van de Natuurbeschermingswet en de Floraen Faunawet zullen worden betrokken bij de omgevingsvergunning. Het wetsvoorstel zal naar verwachting in het voorjaar van 2006 bij de Kamer worden ingediend. Hiermee kan de genoemde motie als afgedaan worden beschouwd. |
Verzoekt de regering de in de AWB wettelijk vastgelegde vergunningstermijnen en de termijnen voor beroep en bezwaar te verkorten. | TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 28 | Over die brief heeft op 11 oktober 2005 een AO in de Kamer plaatsgevonden. Daarin zijn geen nieuwe toezeggingen over dit onderwerp gedaan. Daarmee is deze motie afge- daan. |
1 PA = Parlementaire Agenda.
2 UB = Uitgaande Brieven.
B. OVERZICHT VAN DE TOEZEGGINGEN MILIEUBEHEER
Omschrijving | Kamerstuknummer | Stand van Zaken |
---|---|---|
Milieukamer: Bezien wat wel en niet mogelijk is. | PA [16-11-2005] Begrotingsbehandeling VROM: eerste termijn bewindslieden/tweede en volgende termijnen | TK wordt zomer 2006 geïnformeerd door brief van de Minister van Buitenlandse Zaken. |
Toezegging herziening waterleidingwet; Vastleggen kerntaken en activiteiten waterleidingbedrijven in wet. | Brief aan de TK 27 mei 2003 inzake industriewater | September 2006 naar TK |
RIVM en LEI gaan onderzoek doen naar de moge- lijkheden voor interne saldering in het Besluit huisvesting. | PA [14-6-2005] Geurhinder en ammoniak | Rapport LEI/MNP thans afgerond. Het rapport gaat in zomerreces 2006 met begeleidende brief naar TK. |
Toezegging Biociden. Keuze regelgeving: er moet worden gekozen welke regelgeving het meest effectief ingezet kan worden om het probleem van de gassingen aan te kunnen pakken. | TK AO handhaving (medio 2003) | TK wordt na de zomer hierover geïnformeerd |
Voorbeeldberekening maken betreffende de kosten voor het aanpassen van bestaande stallen t.g.v. het Besluit huisvesting, plus het effect van aanpassing van bestaande stallen op de nationale emissie. Dit naar de TK sturen. | PA [14-6-2005] Geurhinder en ammoniak | Rapport LEI/MNP thans afgerond. Het rapport gaat in zomerreces 2006 met begeleidende brief naar TK. |
Gegaste ladingen: de uitkomsten van het RIVM-onderzoek zijn eind dit jaar gereed en zullen samen met een reactie naar de Kamer worden gestuurd. | PA [29-9-2005] Handhaving en milieucriminaliteit (TK 2004–2005,30 046, nr. 6 en25 422, nr. 41) | Stats is in overleg metde arbeidsinspectie. |
Brief over tarragrond zal worden beantwoord. | PA [20-12-2005] Verpakkingen en afval | Beantwoording eind augustus 2006. |
Gegaste containers | PA [7-6-2006] Handhaving (TK 2005–2006,30 300 XI, nr. 6, 77, 94, 110; 20 300, nr. 13; 22 343, nr. 128, 130, 132) | De Staatssecretaris van VROM geeft inhoude- lijke reactie op het RIVM-rapport inzake de schadelijkheid van de met methylbromide gegaste containers interpreteert. |
Toezegging Biociden. Bezien in hoeverre er statistische gegevens over het gebruik van biociden ontwikkeld kunnen worden. | Handelingen 2001–2002; 2 juli 2002; EK over biociden nr. 32 p. 1532–1536 | Naar verwachting zal de brief in oktober aan de TK verzonden worden. |
Toezegging biociden. Stimuleren van alternatieven voor gebruik van biociden, zowel chemische als andere dan chemische alternatieven. | Handelingen 2001–2002; 2 juli 2002; EK over biociden nr. 32, p. 1532–1536 | Naar verwachting zal de brief in oktober aan de TK verzonden worden. |
De Staatssecretaris van VROM zal een oriënterend onderzoek uit laten voeren naar de stand van de techniek voor reiniging van zwem- en badwater (incl. alternatieven voor chloor) met als uitgangspunt een gelijke bescherming van de gebruiker. Uitkomsten van dit onderzoek kunnen in de toekomst mogelijk leiden tot aanpassing van het Besluit, zodat regelgeving geen belemmering oplevert voor het vervangen van chloor door innovatieve technieken. | Brief van Staatssecretaris van SZW, mede namens Staatssecretaris van VROM, aan de TK (TK 2005–2006, 25 883, nr. 70) | Naar verwachting zal de TK in december 2006 worden geïnformeerd. |
De Staatssecretaris van VROM zal de lopende buitenlandse onderzoeken naar de relatie tussen zwemmen in zwembaden en het mogelijk ont- staan van astma bij kinderen volgen en nagaan of deze onderzoeken kunnen worden vertaald naar de Nederlandse situatie. Daarbij zal recentelijk in de actualiteit gekomen Belgisch onderzoek worden meegenomen. | Brief van Staatssecretaris van SZW, mede namens Staatssecretaris van VROM, aan de TK (TK, 2005–2006, 25 883, nr. 70) | Naar verwachting zal de TK in december 2006 worden geïnformeerd. |
Toezegging Besluit Landbouw. Zo mogelijk een deel van het 8.40-traject nog deze Kabinetsperiode realiseren, met inbegrip van de intensieve vee- houderij. Hierbij nog bezien: onderscheid wel/geen IPPC-bedrijf. | AO TK Ontwerp-Besluit Landbouw, 26 januari 2005 | Planning: 22 augustus in RMC. Verwachting inwerkingtreding ongewijzigd: voor zomer- reces 2007. |
Na 2 jaar zal de staatssecretaris bezien of de bottom-up benadering voldoende oplevert en dan ook bezien hoe verder te gaan. | PA [11-10-2005] Waterketenbeleid(TK 2004–2005, 28 966, nr. 4) | In de Toekomstagenda Milieu is een aantal initiatieven geformuleerd die hier betrekking op hebben. Deze worden momenteel verder uitgewerkt. Informatie wordt naar verwachting voor medio 2007 aan de TK verzonden. |
Publieksvoorlichting waterketenbeleid, met aandacht voor de voordelen voor de burger. | PA [11-10-2005] Waterketenbeleid (TK 2004–2005,28 966, nr. 4) | De informatiecampagne zal in 2007 plaatsvinden. De opzet ervan wordt in de loop van 2006 verder uitgewerkt. |
Toezegging Bouwstoffenbesluit. De TK zal te zijner tijd worden geïnformeerd over de uitkomsten van de inspanningen van de Europese Commissie voor harmonisatie van milieueisen, waaronder molybdeen. | TK AO jaren ’90 | Commissie is voorlopig nog niet zover en naar verwachting tot eind 2010 nodig. Daarna kan de TK pas geïnformeerd worden. |
De staatssecretaris zal onderzoeken hoe kennis en kunde over externe veiligheid gebundeld kan worden in regionaal georiënteerde adviesorganen of in een landelijk adviesorgaan ter ondersteuning van gemeenten. | PA [31-1-2006] Vervoer gevaar- lijke stoffen | Brief wordt naar verwachting in september 2006 naar de TK verzonden. |
Waddenzee. Zodra er meer bekend is over de stand van zaken met betrekking tot vergunningverlening voor de militaire activiteiten op Vlieland zal de TK hierover geïnformeerd worden. | AO hoofdlijnen Waddenzeebeleid. Kamerstukken n.n.b. | De vergunning i.h.k.v. de Wet Oppervlaktewater is begin 2005 verleend.VROM is in afwachting van de vergunningaanvraag van het Ministerie van Defensie i.h.k.v. de Wet Milieubeheer en de Vogelen Habitatrichtlijn. De aanvraag wordt medio 2006 verwacht. |
Binnen 1 jaar wordt de definitieve uitwerking van de Nota vervoer gevaarlijke stoffen naar de Kamer gestuurd. | PA [31-1-2006] Vervoer gevaar- lijke stoffen | De consequenties van de invoering van het basisnet spoor, weg en water voor zowel het vervoer van gevaarlijke stoffen als voor de ruimtelijke ordening zullen – binnen de rand- voorwaarden van externe veiligheidsbeleid – concreet en inzichtelijk worden gemaakt. Gemeenten, provincies en bedrijfsleven worden hierbij intensief betrokken. Brief wordt naar verwachting eind januari 2007 naar de TK verzonden. |
Toezegging WMS. Informeren TK. | Handelingen TK 2001–2002, 25 september 2001 Wijziging van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 (implementatie Biocidenrichtlijn) (27 085), pag. 183–195. | Het wachten is op de reactie van de Europese Commissie op de opmerking van VROM dat de regels omtrent CCA uit de Stoffenrichtlijn in overeenstemming moeten worden gebracht door de Commissie met die van de Biocidenrichtlijn over die stof. |
Milieuraad. De staatssecretaris heeft toegezegd de TK te zullen informeren over de uitkomst/voort- gang van de Thematische Strategie van de Europese Commissie CAFE (Clean Air for Europe). | AO TK Milieuraad, 9 december 2004 | Voorzitterschap heeft besloten gezien het afvallen van onderwerpen, om de Milieuraad tot 1 dag te beperken. Zal nu dus alleen 27 juni zijn. |
Tijdens het debat over het klimaat speciale aandacht schenken aan het aan elkaar verbinden van dossiers, om te kijken of er win-win-situaties te vinden zijn en aan wat wel en niet onder Kyoto valt (bijvoorbeeld Kalimantan). | PA [7-9-2005] Debat Milieu, duurzaamheid en rentmeesterschap (TK 2004–2005, 25 946, nr. 5 en28 240, nr. 31), eerste gedeeltePA [8-9-2005] Debat Milieu, duurzaamheid en rentmeesterschap (TK 2004–2005,25 946, nr. 5 en28 240, nr. 31), vervolg van 7 september | Beantwoording vindt plaats in de vorm van de regeringsreactie op het IBO klimaatbeleid(2007). |
Roetfilters: Bezien suggestie van dhr De Krom tot het verplichten m.b.t. occasions. Bezien of mogelijk is om binnen 10 jaar (2015) roetfilter voor alle auto’s verplicht te stellen (n.a.v. opmerking lid Van der Ham). | PA [16-11-2005] Begrotingsbehandeling VROM: eerste termijn bewindslieden/tweede en volgende termijnen. | Vooralsnog maakt opstelling Europese Com- missie n.a.v. notificatieonderzoek Nederland de uitvoering van deze toezegging niet moge- lijk. Er wordt gewacht op de uitkomst van de beroepsprocedure. Op z’n vroegst 4e kwar- taal van dit jaar. |
De TK informeren over de «differentiatie»-vorm waarvoor wordt gekozen (i.e. volgens welk mechanisme ontwikkelingslanden mee gaan doen aan klimaatbeleid, bijv. via een staged approach en of dat dan is op basis van BNP of CO2/capita etc.) voordat Nederland dit uitdraagt in de EU. | AO Klimaatbeleid 9 maart 2005 | Beantwoording vindt plaats in aansluiting op het IBO klimaatbeleid(2007). |
Het kabinet komt met een beleidsverkennende notitie op het gebied van klimaat (aanpak lange termijn, adaptatie, verbreden in deelname en in thema’s in de eigen organisatie, maar ook internationaal). | PA [7-9-2005] Debat Milieu, duurzaamheid en rentmeesterschap (TK 2004–2005, 25 946, nr. 5 en28 240, nr. 31), eerste gedeeltePA [8-9-2005] Debat Milieu, duurzaamheid en rentmeesterschap (TK 2004–2005, 25 946, nr. 5 en28 240, nr. 31), vervolg van 7 september | Beantwoording vindt plaats in de vorm van de regeringsreactie op het IBO klimaatbeleid (eind 2007). |
Luchtkwaliteit: bezien middelen voor versterking rol RIVM. | PA [16-11-2005] Begrotingsbehandeling VROM: eerste termijn bewindslieden/tweede en volgende termijnen. | De extra middelen voor de uitbreiding van het landelijke meetnet maken onderdeel uit van de begrotingsvoorbereiding 2007. |
Indien het toegezegde onderzoek naar de kosteneffectiviteit van het bodembeleid niet in september gereed zal zijn, zal de staatssecretaris de Kamer per ommegaande hierover informeren. | PA [30-5-2006] Asbest (TK 2005–2006, 25 834, nr. 35 toezeggingen 24112005) | De tussenrapportage is op 11 april 2006 aan de TK verzonden. De eindrapportage zal naar verwachting in oktober 2006 worden verzonden aan de TK. |
De isolatie van woningen wordt bekeken aan de hand van de PIEK-belasting. | PA [22-2-2006] NAVO-vliegbasis Geilenkirchen | Brief wordt naar verwachting in oktober 2006 aan de TK verzonden. |
De Maatschappelijke Kosten Baten Analyse Bodemsanering. | UB [13-12-2005] Informatie n.a.v. AO 15 september 2005 | De tussenrapportage is op 11 april 2006 aan de TK verzonden. De eindrapportage zal naar verwachting in oktober 2006 worden verzonden aan de TK. |
Bezien financiering van de aanschaf van nieuwe gebruiksvriendelijke geluidsmeters voor politiekorpsen, afhankelijk van de uitkomst van de inventarisatie van het Nederlandse Politie Instituut (NPI). | UB [6-10-2005] Brommerlawaai | De inventarisatie door het NPI is gaande. Naar verwachting zal de informatie in decem- ber 2006 aan de TK worden verzonden. |
Onderzoek naar het effect van de traumahelikopter op de (nachtelijke) hinderbeleving. | UB [14-12-2005] besluit hefschroefvloegtuigen bij ziekenhuizen milieubeheer | De proefperiode van anderhalf jaar is gaande. Eind 2007 zal de informatie aan de TK verzon- den worden. |
TK zal geïnformeerd worden over stroomlijnen procedures/regelgeving en het wegnemen van belemmeringen. Er zal worden gerapporteerd of de eerder voorgestelde procedurele verbeteringen effect hebben gehad. Ook zal worden gekeken naar de mogelijkheden en speelruimte in Euro- pees verband. | AO TK Biotechnologie 25 januari 2005 | In de zomer van 2006 wordt de TK geïnformeerd over stroomlijnen procedures/regelge- ving t.a.v. GGO-beleid. |
De staatssecretaris zal de kwestie van het ethische toetsingskader en de al of niet integratie van de 3 commissies nader bezien. Hij inventariseert de vragen die daarbij aan de orde zijn en zal die vragen met de Kamer bespreken. | AO TK Biotechnologie 25 januari 2005 | De TK is geïnformeerd over de vereenvoudi- gingsvoorstellen van het besluit GGO’s op 21 november 2005. Over de integratie van de 3 commissies zal de TK in een aparte brief in juli 2006 geïnformeerd worden. |
Biotechnologie. De mogelijkheden voor een virtueel kenniscentrum zullen nader worden bezien. | TK AO Biotechnologie 05-11-2003, TK 2003–2004, 27 428, nr. 44 | Brief aan TK over de mogelijkheden voor een virtueel kenniscentrum biotechnologie wordt naar verwachting in juni 2006 verstuurd. |
De TK zal een concept wijzigingsdocument worden voorgelegd voor een wijziging van het Landelijk Afvalbeheerplan (sectorplan 10, betreffende specifiek ziekenhuisafval). | UB [9-3-2006] Beleidsvoornemens specifiek ziekenhuisafval | Een concept wijzigingsdocument betreffende specifiek ziekenhuisafval zal worden aange- boden in samenhang met de algehele wijzi- ging van het Landelijk Afvalbeheerplan (LAP). Brief wordt naar verwachting in najaar 2006 aan TK verzonden. |
Asbest. De staatssecretaris zal de Kamer inzicht geven in de kosten en verantwoording van de middelen die beschikbaar zijn, reeds uitgegeven of tekort zijn voor het asbest. | PA [30-5-2006] Asbest (TK 2005-2006,25 834, nr. 35toezeggingen 24112005) | Op dit moment wordt een totaaloverzicht gegenereerd waarbij ook de definitieve uitkomst van de aanbesteding van de uitvoe- ring van de Saneringsregeling asbestwegen 2e fase betrokken zal worden. |
Asbest: Nadat de Gezondheidsraad haar conclusies ten aanzien van de normering heeft geformuleerd, zal de staatssecretaris bezien of een inventarisatie naar asbest in gebouwen wenselijk is. | PA [24-11-2005] Asbest | Advies van de Gezondheidsraad ten aanzien van normering voor asbest is in mei ontvan- gen. Conform de aanbevelingen in het advies is een nieuw adviesverzoek aan de Gezond- heidsraad gedaan: een onderzoek uit te laten voeren door de commissie Beoordeling van Carciogeniteit van Stoffen van de Gezond- heidsraad naar een (eventuele) herziening van de bestaande MTR- en VR-waarden voor asbest. Dit advies zal naar verwachting medio 2007 klaar zijn zodat dan bezien wordt of een inventarisatie in gebouwen wenselijk is. |
Asbest. De staatssecretaris neemt contact op met staatssecretaris Van Hoof van Sociale Zaken n.a.v. de vraag van het lid Van Velzen over de evaluatie van de TAS-regeling en koppelt het resultaat terug. | PA [30-5-2006] Asbest (TK 2005–2006, 25 834, nr. 35 toezeggingen 24112005) | Er is ambtelijk een overleg gepland met SZW op basis waarvan mogelijk overleg plaatsvindt tussen de staatssecretarissen en terug- koppeling naar de TK plaatsvindt. |
Rapport ECN kernenergiecentrale Borssele: de Staatsecretaris van VROM zal feiten en argumenten uit het ECN-rapport aan de Tweede Kamer ter beschikking stellen. | PA [18-4-2006] Borssele (vertrouwelijke stukken)PA [20-4-2006] Borssele (vertrouwelijke stukken) | De TK is geïnformeerd over de ondertekening van het convenant op 22 juni 2006. Vóór het eind van het reces zal de TK nader worden geïnformeerd over het ECN-rapport. |
Het Kabinet zal een notitie sturen met daarin de randvoorwaarden voor mogelijke toepassing van kernenergie in Nederland. Ook zal zijdelings worden ingegaan op de noodzaak en wenselijkheid van kernenergie in het licht van het op 13 februari 2006 verschenen Optiedocument van het MPB en ECN. | Vragenuur: Kernenergie d.d. 14 februari 2006 | Brief over wenselijkheid en randvoorwaarden voor mogelijke toepassing van kernenergie in Nederland wordt naar verwachting in september 2006 aan TK verzonden. |
Asbest. De staatssecretaris zal in de voortgangsrapportage terugkomen op de concrete juridische ondersteuning van het Rijk aan het Comité Asbestslachtoffers. | PA [30-5-2006] Asbest (TK 2005–2006,25 834, nr. 35toezeggingen 24112005) | Uiterlijk eind november 2006 zal de voortgangsrapportage naar de TK worden verzonden |
De staatssecretaris houdt de kamer op de hoogte of er na 1 jaar (i.e. medio 2006) nog problemen zijn bij VWB Asfalt betreffende het «Besluit Melden» en de Administratieve Lasten. | PA [21-6-2005] Afval en duurzame bedrijfsvoering (TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 103, VROM-05-470,29 383, nr. 28,27 664, nr. 38) | De TK wordt in de tweede helft van 2006 geïnformeerd over de stand van zaken betreffende de problemen die VWB Asfalt heeft met het «Besluit Melden» en de Administratieve Lasten. |
De staatssecretaris zal, als er binnen 1 jaar opnieuw veldproeven worden vernield, het beleid ten aanzien van de openbaarheid van veldproeflocaties herzien. | PA [16-6-2005] Coëxistentie/gg/gangbare/biologische teelt (TK 2004–2005,29 404, nr. 6 en nr. 8, 27 428, nr. 61) | Eind 2006, begin 2007 zal worden bezien of het beleid ten aanzien van veldproeflocaties voor Genetisch Gemodificeerde Organismen moet worden herzien. |
Afval: open grenzen. Op 1 januari 2007 gaan de grenzen open voor te verwijderen brandbaar afval. Het jaar 2006 wordt gebruikt om de ontwikkelingen als gevolg van het Duitse stortverbod te volgen en te bezien of nadere harmoniserende maatregelen met de Duitse situatie mogelijk en nodig zijn. | PA [20-12-2005] Verpakkingen en afval | Eind 2006 wordt TK geïnformeerd over de ontwikkelingen als gevolg van het Duitse stortverbod voor afval. |
Afval: Vóór 2007 worden geen maatregelen genomen in de vorm van een absoluut stortverbod. | PA [20-12-2005] Verpakkingen en afval | Er worden in 2006 geen maatregelen geno- men in de vorm van een absoluut stortverbod. Met de sector is afgesproken om rond de zomer 2006 een besluit te nemen over het al dan niet instellen van een absoluut stortverbod. |
Afval: Bij de verkenning of afvalverwerkingsbedrijven ook onder algemene regels kunnen vallen, wordt bezien of de handhaving ervan ook onder provinciaal gezag kan vallen. | PA [20-12-2005] Verpakkingen en afval | Het bevoegd gezag bij handhaving wordt meegenomen bij de verkenning of afvalverwerkingsbedrijven ook onder algemene regels kunnen vallen. Eind 2006 wordt de TK geïnformeerd. |
Asbest: De staatssecretaris zal in overleg met de inspectie een handreiking opstellen voor gemeenten zodat gemeenten de asbestregel- geving op meer adequate wijze kunnen uitvoeren waaronder de aanpak van verwijdering door de eigenaren van asbesthoudende materialen. | PA [30-5-2006] Asbest (TK 2005–2006,25 834, nr. 35toezeggingen 24112005) | De handreiking zal naar verwachting eind dit jaar aan de gemeenten aangeboden kunnen worden. |
Asbest: TK informeren over eventuele mogelijkheden om de nieuwe regeling open te stellen voor mensen die al eerder over waren gegaan tot asfalteren, in plaats van saneren. | PA [24-11-2005] Asbest | De inventarisatie wordt nu uitgevoerd. De resultaten worden naar verwachting in december 2006 aan de TK verzonden. |
De TK zal een brief ontvangen over de uitkomsten van de trendanalyse die wordt uitgevoerd door COGEM, CBD en GR. | UB [22-6-2005] Trendmatige analyse van biotechnologische ontwikkelingen | De tweejaarlijkse Trendanalyse Biotechnologie wordt uitgevoerd. De rapportage wordt naar verwachting medio 2007 aan de TK verzonden. |
Ontwikkelen duurzaamheidstoets. | PA [7-9-2005] Debat Milieu, duurzaamheid en rentmeesterschap(TK 2004–2005, 25 946, nr. 5 en 28 240, nr. 31), eerste gedeeltePA [8-9-2005] Debat Milieu, duurzaamheid en rentmeesterschap(TK 2004–2005, 25 946, nr. 5 en 28 240, nr. 31), vervolg van 7 september | In een interdepartementale werkgroep wordt dit instrument uitgewerkt. Naar verwachting zal de informatie in oktober 2006 (najaar 2006) aan de TK worden verzonden. |
Een keer in de twee jaar een duurzaamheidsverkenning, te bespreken tezamen met de Macro-economische verkenning. | PA [7-9-2005] Debat Milieu, duurzaamheid en rentmeesterschap(TK 2004–2005, 25 946, nr. 5en 28 240, nr. 31), eerste gedeeltePA [8-9-2005] Debat Milieu, duurzaamheid en rentmeesterschap(TK 2004–2005, 25 946, nr. 5 en 28 240, nr. 31), vervolg van 7 september | Naar verwachting is in het voorjaar 2007 de volgende duurzaamheidsverkenning gereed. |
De door de regering nog te trekken conclusies over het rapport Alders m.b.t. het interbestuurlijk toezicht worden betrokken bij de evaluatie van de Wet handhavingsstructuur. | PA [4-7-2005] Wijziging wet milieubeheer Hoofdstuk 18, en wet verontreiniging oppervlakte wateren (29 711) en handha- vingsstructuur (29 285) | De Cie. Alders heeft op 7-12-’05 het rapport «Interbestuurlijk toezicht herijkt» uitgebracht. De kabinetsreactie wordt in juni 2006 ver- wacht. De evaluatie van de wet handhavingsstructuur moet plaatsvinden voor medio november 2007. |
Bij de evaluatie van de Wet handhavingstructuur wordt bekeken of er voldoende zicht op de uitvoering van de wettelijke voorschriften (de AMvB kwaliteitseisen) en de buitenwettelijke voorschriften (best practices etc.) mogelijk is. | PA [4-7-2005] Wijziging wet milieubeheer Hoofdstuk 18, en wet verontreiniging oppervlakte wateren (29 711) en handhavingsstructuur (29 285) | Het evaluatieverslag moet twee jaar (novem- ber 2007) na de inwerkingtreding van de Wet handhavingsstructuur worden uitgebracht. |
Bij de evaluatie van het besluit kwaliteitseisen milieuhandhaving letten op een voldoende onafhankelijke gewaarborgde positie van toezichthouders. | PA [8-11-2005] Halfjaarlijks overleg herijking (TK 2004–2005,29 362, nr. 44; VROM-05-852; TK 2004–2005,29 383, nr. 32 en TK 2005–2206, 29 383, nr. 33) | Naar verwachting wordt de informatie eind 2007 aan de TK verzonden. |
De staatssecretaris zal schriftelijk reageren op de vraag van het lid Roefs over de uitslagen van het GGD-onderzoek naar de ziektegevallen in Harderwijk. | PA [30-5-2006] Asbest (TK 2005–2006, 25 834, nr. 35 toezeggingen 24112005) | Afgedaan met: UB [13-07-2006] Epidemiologische asbest in de regio Harderwijk en aanbe- steding uitvoering werkzaamheden Saneringregeling asbestwegen tweede fase. |
Toezegging AO IBO bekostiging waterbeheer; Informeren TK onderzoek één waterketentarief. | TK 2003–2004; Handelingen 91. Pag. 5867–5869. Debat n.a.v. AO 30/6/04 over IBO bekostiging waterbeheer | Afgedaan met: UB [12-07-2005] Rapportage samenwerking in de waterketen. |
Toezegging Bodemsanering. Er worden referenties van een goede bodemkwaliteit ontwikkeld voor waterbodems, landbouw en natuur (zie ook de beleidsbrief Bodem uit 2003). | 10-04-02TK 2001–2002, 28 199, nr. 2; TK AO Bodemsanering | Afgedaan met: UB [30-03-2006] Ontwerp-Besluit bodemkwaliteit. |
Toezegging Riolering en afwatering; Rapportage sanering lozingen buitengebied naar TK. | TK 2002–2003, 19 826, nr. 25 (verslag AO over rioleringen) | Afgedaan met: UB [25-04-2006] Waterketenrapportage sanering van huishoudelijk afval- water in het buitengebied. |
Toezegging Bodem. De Kamer wordt geïnformeerd over het voorstel van de Projectgroep Bouwstoffenbesluit om te komen tot een quick win; de kleurpotlodensystematiek wordt zoveel mogelijk geïntegreerd in het voorstel van de staatssecretaris voor een decentraal systeem en vergeleken met een systeem van landelijke normering met decentrale afwijkingsbevoegdheid. | TK AO bodem op 10 juni 2004 | Afgedaan met: UB [19-07-2005] Hoofdlijnen prioritaire projecten uitvoeringsprogramma bodembeleid. |
De Kamer zal worden geïnformeerd over wat wordt gedaan met de aanbevelingen uit het VROM-Inspectie rapport «Op de korrel» ten aanzien van de herziening van het Bouwstoffenbesluit met name wat betreft het vergroten van het minimaal in een werk toe te passen volume AVI-bodemas en het overwegen van een vergunningenregime voor werken met AVI-bodemas. | TK AO bodem, 10 november 2004 | Afgedaan met: UB [19-07-2005] Hoofdlijnen prioritaire projecten uitvoeringsprogramma bodembeleid (TK 2004–2005, 28 199, nr. 13). |
VROM vergunning. TK informeren over resultaten verbreding VROM-vergunning (afstemming andere departementen). | Begrotingsbehandeling TK Milieu 29/11/2004 | Afgedaan met: Brief aan TK verzonden d.d. 30 november 2005 (TK 2005–2006,29 383,28 325, nr. 40). |
Toezegging Besluit Landbouw. Bij/na behandeling van de nieuwe Stankwet in de TK zullen de consequenties ervan voor dit besluit worden bezien. Nu al wordt zoveel mogelijk gekoppeld tussen de Stankwet en het Besluit landbouw. | AO TK Ontwerp-Besluit Landbouw, d.d. 26 januari 2005 | Afgedaan met: In de MvT bij het wetsvoorstel is een aparte paragraaf (5.3) gewijd aan de relatie tussen het wetsvoorstel en het Besluit Landbouw. Het wetsvoorstel, met bijbehorende MvT, is op 10-02-06 naar de TK gezon- den (TK 2005–2006, 30 453, nr. 3). |
Toezegging Besluit Landbouw. De staatssecretaris toont zich gevoelig voor een in de inspraak gevraagde verruiming van de werkingssfeer van het Besluit landbouw, als het gaat om de omvang van melkrundveehouderijen (op basis van aantal koeien of anderszins). | AO TK Ontwerp-Besluit Landbouw, 26 januari 2005 | Afgedaan met: Brief is op 1 december 2005 aan de TK verstuurd (TK 2004–2005, 30 300 XI, nr. 71). |
Toezegging Besluit Landbouw. Het akkoord tussen LTO en SNM over assimilatiebelichting kan in dit besluit worden verwerkt; het is al verwerkt in het besluit glastuinbouw. | AO TK Ontwerp-Besluit Landbouw, 26 januari 2005 | Afgedaan met: Brief is op 1 december 2005 aan de TK verstuurd (TK, 2004–2005, 30 300 XI, nr. 71). |
De vraag over de ontwikkelingen rond avibodemas zal per brief worden beantwoord. | AO Afval, 17 maart 2005 | Afgedaan met: UB [19-07-2005] Hoofdlijnen prioritaire projecten uitvoeringsprogramma bodembeleid. (TK 2004–2005, 28 199, nr. 13). |
Voor het zomerreces zal het wetsvoorstel voor de nieuwe stankwet aan de Raad van State worden voorgelegd. | UB [25-5-2005] Vraag vaste commissie voor LNV behandeling nieuwe stankwet in Tweede Kamer | Afgedaan met: Voor het zomerreces 2005 aangeboden aan Raad van State. |
In juni 2005 wordt de TK geïnformeerd over de hoofdlijn van het nieuwe Bouwstoffenbesluit. Hierbij zal ook worden ingegaan op de vraag van de heer De Krom over toepassingseisen die is gesteld tijdens het AO over afval op 17 maart 2005. | UB [2-5-2005] Toepassingseisen AVI-bodemas | Afgedaan met: UB [19-07-2005] Hoofdlijnen prioritaire projecten uitvoeringsprogramma bodembeleid. |
De TK krijgt voor het zomerreces een hoofdlijnennotitie over het nieuwe Bouwstoffenbesluit. | PA [9-6-2005] Herijking VROM-regelgeving en administratieve lasten(TK 2004–2005, 29 383, nr. 26 en 27) | Afgedaan met: UB [19-07-2005] Hoofdlijnen prioritaire projecten uitvoeringsprogramma bodembeleid. |
In overleg met Brussel bezien of voor reparatiebemesting Pw-getal hoger dan 20 kan zijn en TK daarover informeren. | PA [23-5-2005] Meststoffenwet (30 004 en29 930) | Afgedaan met: Getoetst bij EC (18 juni), wordt meegenomen in ontwerp- Uitvoeringsregeling Meststoffenwet. Brieven van de Minister van LNV, mede namens de Staats- secretaris van VROM, verzonden d.d. 27 juni 2005 (TK 2004–2005, 28 385 en 29 930, nr. 52) en 6 september 2005 (28 385, nr. 53). |
De gebruiksnormen worden in juni aan de TK toegezonden. | PA [23-5-2005] Meststoffenwet (30 004 en29 930) | Afgedaan met: Brieven van de Minister van LNV, mede namens Staatssecretaris van VROM, verzonden d.d. 27 juni 2005 (TK 2004–2005, 28 385en 29 930, nr. 52) en 6 september 2005 (28 385, nr. 53). |
Overleg met sector over bollengrond en TK over resultaat informeren. | PA [23-5-2005] Meststoffenwet (30 004 en29 930) | Afgedaan met: Is aan de orde gekomen in brief aan TK van 27 juni (TK, 2004–2005, 28 385en 29 930, nr. 52). |
Onderzoek naar fouten in grondsoortenkaart en Kamer over resultaat informeren. | PA [23-5-2005] Meststoffenwet (30 004 en29 930) | Afgedaan met: Beantwoord door de Minister van LNV, mede namens de Staatssecretaris van VROM, d.d. 27 juni 2005 (TK 2004–2005, 28 385en 29 930, nr. 52). |
TK informeren akkoord met CUMULA over mestdistributie. | PA [23-5-2005] Meststoffenwet(30 004en 29 930) | Beantwoord door de Minister van LNV, mede namens de Staatssecretaris van VROM, d.d. 27 juni 2005 (TK 2004–2005, 28 385 en29 930, nr. 52). |
Najaar 2005: Handreiking voor sector betreffende alternatieve, bedrijfsspecifieke berekeningsmethode excretie graasdieren. | PA [23-5-2005] Meststoffenwet (30 004 en29 930) | Afgedaan met: Handreiking is gereed. Is beschikbaar op de website van LNV. |
Onderzoeken of hobbyhouders met klein aantal paarden kunnen worden ontzien. TK per brief informeren. | PA [23-5-2005] Meststoffenwet(30 004 en29 930) | Brieven van de Minister van LNV, mede namens de Staatssecretaris van VROM, verzonden d.d. 27 juni 2005 (TK 2004–2005, 28 385 en29 930, nr. 52) en 6 september 2005 (28 385, nr. 53). |
Onderzoek naar vrijstelling Glastuinbouw. | PA [23-5-2005] Meststoffenwet (30 004 en29 930) | Afgedaan met: Brieven van de Minister van LNV, mede namens de Staatssecretaris van VROM, verzonden d.d. 27 juni 2005 (TK 2004–2005, 28 385en 29 930, nr. 52). |
Beperken administratieve verplichtingen voor schapen. | PA [23-5-2005] Meststoffenwet(30 004 en29 930) | Afgedaan met: getoetst in EC en wordt mee- genomen in Uitvoeringsregeling Meststoffenwet. Aankondiging hiervan wordt gedaan in brief van Minister van LNV, mede namens Staatssecretaris van VROM, d.d. 27 juni 2005 (TK 2004–2005, 28 385 en 29 930, nr. 52). |
Wetsvoorstel Wet ammoniak en veehouderij in september naar de RvS. | PA [14-6-2005] Geurhinder en ammoniak | Afgedaan met: Wetsvoorstel is op 16 september 2005 in de MR geweest en ligt nu voor advies bij de RvS. |
Wetsvoorstel geurhinder en veehouderij in MR van 8 juli | PA [14-6-2005] Geurhinder en ammoniak | Afgedaan met: Instemming in MR van 8 juli 2005. |
Effect wijziging Wet ammoniak en veehouderij op nationale emissie wordt doorgerekend (NEC-plafond), koppelen aan procedure wetsvoorstel. | PA [14-6-2005] Geurhinder en ammoniak | Afgedaan met: Gereed. Is opgenomen bij MvT bij de Wet ammoniak en veehouderij. |
De resultaten van het verwerken van de inspraak in het Besluit landbouw wordt aan de TK gemeld. | PA [14-6-2005] Geurhinder en ammoniak | Afgedaan met: Op 1 december 2005 is een brief naar de TK gestuurd (TK, 2005–2006, 30 300 XI, nr. 71). |
Het Besluit huisvesting komt in oktober in het Staatsblad; inwerkingtreding gelijk met de gewijzigde Wav. | PA [14-6-2005] Geurhinder en ammoniak | Afgedaan met: Het Besluit huisvesting is op 28 dec. 2005 in het Staatsblad gepubliceerd. |
De staatssecretaris neemt contact op met de gemeente Helmond over het bedrijf in de wijk Brandevoort. | PA [14-6-2005] Geurhinder en ammoniak | De staatssecretaris heeft contact gehad met de gemeente Helmond over het bedrijf in de wijk Brandevoort. |
Onderzoek naar luchtwassers i.v.m. ammoniak, stank en fijn stof. | PA [14-6-2005] Geurhinder en ammoniak | Afgedaan met: Brief over PvA Luchtwassers is op 1 februari 2006 naar de TK gezonden (TK, 2005–2006, 28 385, nr. 68). |
De staatssecretaris zal nagaan of er onderzoek gedaan is naar de kosten en baten van de Grondwaterrichtlijn, als dit het geval is zal hij de kamer informeren. | PA [23-6-2005] Milieuraad | Afgedaan met:TK, 2004–2005, 21 501-08, nr. 206, d.d. 8 september 2005. |
Bezien zal worden of de opslagmogelijkheden voor compost en champost op de kopakker vergemakkelijkt kunnen worden. | PA [4-10-2005] Uitvoering nieuwe mestwetgeving | Afgedaan met: Is aan de orde gekomen in de brief aan de TK over het Besluit Landbouw(TK, 2005–2006, 30 300 XI, nr. 71). |
Met de Europese Commissie zal worden bezien of er evt. mogelijkheden zijn voor een bredere afweging bij de toepassing van bodemverbeteraars als compost (afwegingen m.b.t. bijv fijn stof, bodemstructuur, etc), teneinde de afzet hiervan meer te garanderen. | PA [4-10-2005] Uitvoering nieuwe mestwetgeving | Brief van de Minister van LNV, mede namens de Staatssecretaris van VROM, is verzonden 6 september 2005 (TK 2004–2005, 28 385, nr. 53). |
De Kamer zal een brief ontvangen over de samenhang tussen de nitraatrichtlijn en de grondwaterrichtlijn + de NL inzet + de uitkomst van de Milieuraad van juni 2005 | PA [4-10-2005] Uitvoering nieuwe mestwetgeving | Afgedaan met: Is aan de orde geweest is een brief aan de TK van 14 dec. 2005 (TK, 2005–2006, 28 385, nr. 66). |
De staatssecretaris zal bezien of in de Decembernota 2005 en daarop volgende decembernota’s alle cijfers in redelijkheid met elkaar in verband te brengen zijn, zodat een meer transparante afweging mogelijk is. | PA [11-10-2005] Waterketenbeleid (28 966, nr. 4) | Afgedaan met: Gereed. Is aan de orde geko- men in de Decembernota 2005, die op 22/11/05 per brief aan de TK is aangeboden (TK, 2005–2006, 27 625, nr. 59). |
Luchtwassers: Voor 1 januari 2006 gaat er een plan van aanpak naar de TK. | PA [16-11-2005] Begrotingsbehandeling VROM: eerste termijn bewindslieden/tweede en volgende termijnen. | Afgedaan met: UB [01-02-2006] Plan van Aanpak luchtwassers |
Doelennotitie irt begroting. In de volgende begroting wordt een verbeterslag gemaakt om doelen scherper te omschrijven in termen van haalbaarheid en randvoorwaarden op basis van de doelennotitie. | Begrotingsbehandeling TK Milieu 29/11/2004 | In de volgende begroting wordt een verbeter- slag gemaakt om doelen scherper te om- schrijven in termen van haalbaarheid en randvoorwaarden op basis van de doelennotitie. |
De Kamer wordt voor de begrotingsbehandeling van 9 november 2005 schriftelijk geïnformeerd over het schema van harde en zachte maatregelen inzake luchtkwaliteit. | PA [2-11-2005] Begrotingsonderzoek VROM | Afgedaan met: UB [08-11-2005] Toezeggingen tijdens het Begrotingsonderzoekd.d. 2 november jl. |
De Kamer wordt zo mogelijk voor de begrotingsbehandeling schriftelijk geïnformeerd over de reactie op het TNO-rapport inzake luchtkwaliteit. | PA [2-11-2005] Begrotingsonderzoek VROM | Afgedaan met: UB [08-11-2005] Toezeggingen tijdens het Begrotingsonderzoek d.d. 2 november jl. |
Externe Veiligheid. Voor eind 2003 neemt de minister een besluit over een nieuwe systematiek voor de berekening van het groepsrisico en over een nieuwe norm. De nieuwe systematiek en norm worden in de praktijk getoetst, en de norm in een AMVB vastgelegd. | 05-12-02 TK, 2002–2003, 27 801, nr. 21 | Afgedaan met: Kabinetsreactie op het Radenadvies – TK 27 801, nr. 27. Zie punt 3, blz. 6 bovenaan van het bijgevoegde document. |
Opslag en vervoer gevaarlijke stoffen. De minister zal in 2004 met een handreiking komen voor de verantwoordingsplicht voor het groepsrisico i.h.k.v. de AMvB kwaliteitseisen externe veiligheid inrichtingen. | 02-09-2003TK, 2003–2004, 29 200 XI, nr. 6 AO Opslag en vervoer gevaarlijke stoffen | Afgedaan met: de handreiking is beschikbaar en wordt i.h.k.v. de implementatie het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) en de toepassing van de circulaire risiconormen Vervoer Gevaarlijke Stoffen met gemeenten en provinciesgecommuniceerd. |
Informeren stand van zaken Venlo, financiën | AO Externe Veiligheid 23 maart 2005 | Afgedaan met: Brief aan TK d.d. 11 april 2005 (TK 2004–2005, 27 628, nr. 21). |
Alle door de fracties gestelde vragen worden schriftelijk beantwoord waarbij zoveel mogelijk een koppeling met de uitwerking van de uitgangspunten van de Nota VGS wordt gelegd. | PA [31-1-2006] Vervoer gevaarlijke stoffen | Brief aan TK namens de Ministers van V&W en VROM verzonden d.d. 15 mei 2006 (TK 2005–2006, 30 373, nr. 5). |
De staatssecretaris stuurt een «Stand van zaken Ketenstudies» naar de Kamer. | PA [31-1-2006] Vervoer gevaarlijke stoffen | Brief aan TK namens Ministers V&W en VROM verzonden d.d. 15 mei 2006 (TK 2005–2006, 30 373, nr. 5). |
De staatssecretaris zal nagaan of er onderzoek gedaan is naar de kosten en baten van de grondwaterrichtlijn, als dit het geval is zal hij de Kamer hierover informeren. | Afgedaan met: UB [09-06-2005] Aanbieding conceptagenda Milieuraad 24 juni Luxemburg | |
De staatssecretaris zal de Kamer informeren over de consequenties van de Europese kwikstrategie voor de export van kwikhoudende (medische) apparatuur naar ontwikkelingslanden. | PA [23-6-2005] Milieuraad | Afgedaan met: Brief met verslag is op 8 september 2005 naar de TK gestuurd. |
Er is geen sprake van het afvoeren van de Sandrien en Otapan voor sloop onder minder goede milieuomstandigheden | PA [23-6-2005] Milieuraad | Afgedaan met: Geen actie nodig mag afge- voerd worden. |
Wetsvoorstel Vos EK. Het is zeer wel denkbaar om op dit terrein een convenant te sluiten gericht op het realiseren van de NMP4-doelstelling. De rege- ring is bereid om een convenant na te streven als het wetsvoorstel er eenmaal is en eventueel ook voordat het wetsvoorstel er is. | 09-07-02EK Handelingen I, 2001–2002, nr. 35 blz. 1739–1757 (23 982–26 998) | Afgedaan met: UB [04-04-2006] Implementatie Beoordelingsrichtlijn duurzaam bosbeheer en de handelsketen van hout uit duurzaam beheerd bos. |
Toezegging duurzaam inkopen en hout. Zo mogelijk nog voor de begrotingsbehandeling zal de TK een programma gericht op duurzaam inkopen van hout worden toegezonden. | TK AO Milieuraad 6 oktober 2004 | Afgedaan met: Toezending rapportage duurzame bedrijfsvoering overheid aan TK d.d. 3-03-2005. |
Toezegging duurzaam inkopen en hout. De staatssecretaris zal uitzoeken hoe het zit met het inkoopbeleid v.w.b hout bij het ministerie van V&W. | TK AO Milieuraad, 6 oktober 2004 | Afgedaan met: Brief aan TK is verzonden d.d. 16-02-2005 (TK 2004–2005, 21 501-08, 29 800 XI, nr. 196). |
Toezegging Illegale houtkap. De staatssecretaris zal de Kamer informatie doen toekomen over de eisen aan partnerships worden gesteld, de moge- lijkheden voor een wettelijk bindend importverbod en onderzoek naar mogelijkheden tot optreden tegen illegaal hout in Nederland. | TK AO Milieuraad, 6 oktober 2004 | Brief aan TK is verzonden d.d. 16-02-2005 (2004–2005, 21 501-08, 29 800 XI, nr. 196). |
Biobrandstoffen. Streven is om duidelijkheid voor biobrandstoffen (accijns) te scheppen bij voorjaarsnota of anderszins spoedig. | Begrotingsbehandeling TK Milieu 29/11/2004 | Afgedaan met:UB [08-05-2006] Toezegging AO biobrandstoffen 23 maart 2006. |
Duurzaam inkopen. In nota over duurzaam inkopen wordt ook ingegaan op vermarketing innovatieve producten. | Begrotingsbehandeling TK Milieu 29/11/2004 | Afgedaan met: Brief aan TK verzonden d.d. 3 maart 2005: Nota duurzaam inkopen(Dossiernr. 29 800 XI,Bijlage bij 29 800 XI, nr. 103). |
Duurzaam inkopen. Voor DI zullen afrekenbare doelstellingen iedere 2 jaar worden geëvalueerd. | Begrotingsbehandeling TK Milieu 29/11/2004 | Afgedaan met: Iedere 2 jaar ingaande 2004 evaluatie van de afrekenbare doelstellingen. |
Duurzaam inkopen. Voor DI zal de mogelijkheid van een proefproject worden onderzocht. | Begrotingsbehandeling TK Milieu 29/11/2004 | Afgedaan met: Het van start gaan van de proefprojecten. |
TK krijgt schriftelijke info over uitkomst onderzoek E-PRTR. | AO Milieuraad, BNC-fiches, rapportage beleidsdossier hout van 9 maart 2005 | Afgedaan met: UB [09-06-2005] Protocol Pollutant Release and Transfer Register (PRTR) onder het Verdrag van Aarhus en de Europese Verordening PRTR. |
De staatssecretaris zal de Kamer binnenkort infomeren over het programma Klimaat voor Ruimte, om de Kamer een indruk te geven van wat we doen op het gebied van adaptatie aan klimaatverandering. | AO Klimaatbeleid 9 maart 2005 | Brief aan TK verzonden d.d. 4 april 2005, (TK 2004–2005, 28 240 en 29 465, nr. 30). |
De staatssecretaris zal de Kamer in april 2005 informeren over supplementariteit, i.e. het onderzoek dat we daar naar hebben laten doen en wat we hierover aan de EC hebben gerapporteerd. | AO Klimaatbeleid9 maart 2005 | Afgedaan met: Verzending rapport naar TK: Nederlandse rol bij fossiele brandstofprojecten van mulilaterale banken (een onderzoeksrapport voor Milieudefensie) |
In de 2e evaluatienota klimaatbeleid, zal ook een hoofdstuk over toekomstgerichte opties worden opgenomen. Dit o.a. op basis van het optiedocu- ment. Hierin zal ook worden onderzocht, wat de mogelijkheden zijn voor gebruikmaking van de FES(?)-gelden (aardgasbaten) voor investeringen in een duurzame energievoorziening en klimaatmaatregelen etc. Belangrijk is dat dit voor de begrotingsbehandeling voor 2006 naar de TK gaat. | AO Klimaatbeleid 9 maart 2005 | Afgedaan met:TK 2005–2006, 28 240, nr. 37, d.d. 31 oktober 2005. |
De staatssecretaris zal onderzoeken, wat de mogelijkheden zijn van regionale coalities (bijv. met regio rond Beijing?) binnen internationaal klimaatbeleid. | AO Klimaatbeleid9 maart 2005 | Afgedaan, is afgehandeld met de 2e Evalua- tienota Klimaatbeleid; TK 2005–2006, 28 240, nr. 37. |
Naar aanleiding van voorstel voor moties van Spies (CDA) heeft de staatssecretaris toegezegd de conclusies van het CE-rapport als vertrekpunt te nemen voor de beleidsvoorstellen tav toekomstig klimaatbeleid | VAO Klimaatbeleid 15 maart 2005 | Afgedaan met: TK 2005–2006, 28 240, nr. 37, d.d. 31 oktober 2005. |
Naar aanleiding van voorstel voor motie van Van Velzen (SP) heeft de staatssecretaris toegezegd dat in de 2e evaluatienota ook een vergelijking zal worden gemaakt met klimaatbeleid in andere EU-landen. Hierover rapporteren deze landen aan de EC en UNFCCC. | VAO Klimaatbeleid 15 maart 2005 | Afgedaan met: TK 2005–2006, 28 240, nr. 37, d.d. 31 oktober 2005. |
De Minister-President heeft namens de regering toegezegd te reageren op de vraag over een forsere inzet op investeren in roetfilters. Bovenop het subsidieprogramma voor het achteraf inbou- wen van roetfilters zullen onderzoeken gedaan worden of het technisch mogelijk is om voor oudere voertuigen effectief en efficiënt het inbou- wen van roetfilters te stimuleren. De Kamer zal hierover voor de behandeling van de begroting van VROM nader worden geïnformeerd. | PA [21-9-2005] Algemene Politieke Beschouwingen | Afgedaan met: UB [02-11-2005] Stand van zaken verkeersmaatregelen luchtkwaliteit. |
Evaluatierapporten klimaatbeleid in oktober naar de TK. | PA [8-9-2005] Debat Milieu, duurzaamheid en rentmeesterschap (TK 2004–2005, 25 946, nr. 5 en 28 240, nr. 31), vervolg van 7 september PA [7-9-2005] Debat Milieu, duurzaamheid en rentmeesterschap (TK 2004–2005, 25 946, nr. 5 en 28 240, nr. 31), eerste gedeelte | Afgedaan met: UB [31-10-2005] Evaluatienota Klimaatbeleid 2005 |
De Kamer informeren over welke ketens op duurzaamheid worden doorgelicht (in het kader van duurzaam produceren en consumeren). | PA [7-9-2005] Debat Milieu, duurzaamheid en rentmeesterschap (TK 2004–2005, 25 946, nr. 5 en 28 240, nr. 31), eerste gedeelte PA [8-9-2005] Debat Milieu, duurzaamheid en rentmeesterschap (TK 2004–2005, 25 946, nr. 5 en 28 240, nr. 31, vervolg van 7 september | Afgedaan met:TK 2005–2006, 30 300 XI, nr. 90, d.d 10 februari 2006. |
De Kamer informeren over de stand van zaken t.a.v. de Milieukamer, het Internationaal Gerechtshof en over de steden en regio’s die bij de nieuwe Kyoto-onderhandelingen worden betrokken. | PA [7-9-2005] Debat Milieu, duurzaamheid en rentmeesterschap (TK 2004–2005, 25 946, nr. 5 en 28 240, nr. 31), eerste gedeelte PA [8-9-2005] Debat Milieu, duurzaamheid en rentmeesterschap (TK 2004–2005, 25 946, nr. 5 en 28 240, nr. 31), vervolg van 7 september | Afgedaan met: Toezegging onderdeel steden en regio’s is afgehandeld tijdens debat. Wat betreft onderdeel Milieukamer, het Int. Gerechtshof. |
De Minister-President heeft (op vragen van De Krom) toegezegd actief te onderzoeken welke samenwerking met het Pacific Asian Pact kan worden gecreëerd. | PA [7-9-2005] Debat Milieu, duurzaamheid en rentmeesterschap (TK 2004–2005, 25 946, nr. 5 en28 240, nr. 31), eerste gedeelte PA [8-9-2005] Debat Milieu, duurzaamheid en rentmeesterschap (TK 2004–2005, 25 946, nr. 5 en28 240, nr. 31), vervolg van 7 september | Afgedaan met: De Kamer is mondeling gemeld dat de huidige deelnemers aan het partnership voorlopig geen uitbreiding wensen. |
Na de evaluatierapporten klimaatbeleid in januari met de Kamer spreken over de situatie op dat moment op een aantal terreinen (verfijnde koppeling en monitoring). | PA [7-9-2005] Debat Milieu, duurzaamheid en rentmeesterschap (TK 2004–2005, 25 946, nr. 5 en28 240, nr. 31), eerste gedeelte PA [8-9-2005] Debat Milieu, duurzaamheid en rentmeesterschap (TK 2004–2005, 25 946, nr. 5 en28 240, nr. 31), vervolg van 7 september | Afgedaan met: UB [13-04-2006] Integrale afweging klimaatbeleid gericht op het halen van Kyoto. |
Binnen het pakket dat de regering voorbereidt voor Prinsjesdag zal schoon fossiel niet vergeten worden. | PA [7-9-2005] Debat Milieu, duurzaamheid en rentmeesterschap (TK 2004–2005, 25 946, nr. 5 en 28 240, nr. 31), eerste gedeelte PA [8-9-2005] Debat Milieu, duurzaamheid en rentmeesterschap (TK 2004–2005, 25 946, nr. 5 en 28 240, nr. 31), vervolg van 7 september | Afgedaan met: Schofo is meegenomen in fesgelden 2005, 5 mln duurzaamheidsenveloppen gekoppeld aan Borssele. |
De Staatssecretaris van VROM zal de voor- en nadelen van het schrappen van de verplichte STEK-erkenning nog een helder uiteenzetten in een brief aan de TK. | PA [8-11-2005] Halfjaarlijks overleg herijking (TK 2004–2005, 29 362, nr. 44; VROM-05-852;29 383, nr. 32 en 33) | Afgedaan met: brief aan TK van 10-02-2006, inzake Vervallen van de STEK-erkennings- regeling. |
Milieubox Greenpeace: groot pilotproject van enkele tienduizenden huishoudens in overleg met initiatiefnemers en een aantal andere betrokkenen. | PA [16-11-2005] Begrotingsbehandeling VROM: eerste termijn bewindslieden/tweede en volgende termijnen. | Kamer is geïnformeerd bij brief dat pilot plaats zal vinden bij 10 000 huishoudens voor max. 2 m€, start najaar 2006, dan beoordeling of opschaling mogelijk is. Eind april wordt beslissing genomen. |
Sabic: Zo snel mogelijk met Europa vastleggen binnen of buiten emissiehandel + op 1 jan 2006 criteria gereed waarmee nieuwkomers worden beoordeeld. | PA [16-11-2005] Begrotingsbehandeling VROM: eerste termijn bewindslieden/tweede en volgende termijnen. | Afgedaan met: UB [04-04-2006] Motie inzake de uitbreiding Sabic. |
Omzetting euro-2 naar euro-5: reactie op voorstel sturen. | PA [16-11-2005] Begrotingsbehandeling VROM: eerste termijn bewindslieden/tweede en volgende termijnen. | Afgedaan met: PA [23-02-2006] Milieuraad. |
Asbest. De staatssecretaris zal een gesprek aangaan met Eternit. De TK zal hierover geïnformeerd worden. | AO Asbest 09-06-2004 TK | Afgedaan met: UB [20-12-2005] Brief toezeggingen AO asbest 24 november 2005. |
Asbest. De TK zal op de hoogte worden gebracht van de resultaten van de inventarisatie naar de omvang van de asbestverontreiniging in de bodem. | AO Asbest 09-06-2004 TK | Afgedaan met: UB [14-03-2006] Antwoord vragen commissie Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer i.r.t. het AO asbestvan 16 maart a.s. |
Geluidsoverlast Brommers. De staatssecretaris zal mogelijke maatregelen tegengaan geluidsoverlast brommers en scooters bekijken, anders dan in de brief van de Minister van VenW al is aangegeven. | Begrotingsbehandeling TK Milieu 29/11/2004 | Afgedaan met: UB [06-10-2005] Brommerlawaai. |
INSPIRE. De staatssecretaris informeert TK over voordelen INSPIRE en zend kosten-batenanalyse toe. | AO Milieuraad 9 maart 2005 | Afgedaan met: UB [21-06-2005] Toezending resultaten onderzoek naar de kosten en baten van de ontwerprichtlijn INSPIRE in Nederland. |
De staatssecretaris zal de Kamer een brief sturen over de voortgang van het onderzoek naar grondlawaai door Schiphol | AO Schipholbeleid van 28 april 2005 | Afgedaan met: Door toezending aan de TK van het kabinetsstandpunt Schiphol is deze toezegging afgedaan. |
De TK krijgt een brief over een eventuele circulaire m.b.t. de Oud-Limburgse schutterijen. | PA [9-6-2005] Herijking VROM-regelgeving en administratieve lasten(TK 2004–2005, 29 383, nr. 26 en 27) | Afgedaan met: Toezegging is mondeling afgedaan in het Halfjaarlijks debat over Herijking op 8-11-2005. Nieuwe toezegging is hieruit voortgevloeid. |
Voor aanvang zomerreces Besluit Luchtkwaliteit 2005 aan TK toezenden. | N.a.v. gesprek met voorzitter van VC VROM | Afgedaan met: UB [20-09-2005] Overzicht aanpak luchtkwaliteit. |
MKBA bodemsanering. Opstellen van een maatschappelijk kosten baten analyse die begin 2006 beschikbaar zal zijn. De TK hecht eraan dat ook het CPB hierbij betrokken is. | AO Bodemsanering 15 september 2005 | Afgedaan met: UB [13-12-2005] Informatie n.a.v. AO 15 september 2005. |
Rollen bodemsaneringsorganisaties. Brief waarin rollen worden toegelicht van organisaties die betrokken zijn bij bodemsanering met oordeel over de efficiency van deze rolverdeling. | AO bodemsanering van 15 september 2005 | Afgedaan met: UB [13-12-2005] Informatie n.a.v. AO 15 september 2005. |
Oneerlijke concurrentie. Brief waarin duidelijk wordt gemaakt in welke mate bij overheden in beheer zijnde grondbanken zich mogelijk schuldig maken aan oneerlijke concurrentie ten opzichte van marktpartijen en welke afspraken zijn gemaakt om oneerlijke concurrentie te voorkomen. | AO bodemsanering van 15 september 2005 | Afgedaan met: UB [13-12-2005] Informatie n.a.v. AO 15 september 2005. |
Bedrijvenregeling. Brief waarin TK nader geïnformeerd wordt over de achtergronden van het jaartal 1975 in de bedrijvenregeling en de mogelijkheden die er zijn om op korte termijn het aansprakelijkheidregiem t.a.v. bodemsanering te wijzigen | AO Bodemsanering van 15 september 2005 | Afgedaan met: UB [13-12-2005] Informatie n.a.v. AO 15 september 2005. |
Er wordt een voorstel gemaakt voor het instellen van een commissie/persoon die zich gaat bezig- houden met techniek, meten en weten & commu- niceren. Dit onder twee voorwaarden: deze commissie/persoon houdt zich niet bezig met juridische procedures (NIMBY) en de verwachtingen van zo’n commissie/persoon moeten op voorhand helder omschreven zijn. | PA [9-11-2005] Geluidsbelasting door AWACS-vliegtuigen vliegbasis Geilenkirchen | Afgedaan met: In debat over vliegbasis Geilenkirchen d.d. 22-2-2006 is deze toezeg- ging afgedaan met een nieuwe toezegging. |
Het RIVM zal worden verzocht duidelijker te omschrijven wat voor gezondheidsonderzoek wel en niet kan. Dit zal aan de Kamer worden gestuurd. | Algemeen Overleg over de geluidbelasting van AWACS vliegtuigen d.d. 9 november 2005 | Afgedaan met: UB [15-12-2005] Aanvullend advies gezondheidsonderzoekOnderbanken. |
Nadere verheldering geven over de mogelijkheden tot aanpassing van het IvB i.v.m. bevordering van energieopwekking via duurzame brandstof. | PA [8-6-2005] Wet Geluidhinder | Afgedaan met: UB [13-06-2005] Brief inzake mogelijke aanpassing van het Inrichtingen en vergunningen Besluit in relatie tot geluidsoverlast energieopwekkingscentrales, n.a.v. behandeling aanpassing Wet geluidshinder (Kamerstuk 29 879). |
De Staatssecretaris van VROM zegt toe uiterlijk in december 2005 de problematiek rond de Oud-Limburgse schuttersfeesten op te lossen. | PA [8-11-2005] Halfjaarlijks overleg herijking (TK 2004–2005, 29 362, nr. 44; VROM-05-852;29 383, nr. 32 en 33) | Afgedaan |
Luchtkwaliteit. Wetsvoorstel luchtkwaliteit zsm naar de Kamer: | PA [16-11-2005] Begrotingsbehandeling VROM: eerste termijn bewindslieden/tweede en volgende termijnen. Afgedaan met: | UB [28-04-2006] Aanbieding nog toegezegde notities m.b.t. luchtkwaliteit. |
Luchtkwaliteit. In de aanbiedingsnotitie bij het wetsvoorstel wordt toegelicht welk onderzoek we hebben gedaan, welke overwegingen wij hebben gehad bij de mogelijke alternatieven (o.a. voors en tegens absolute ontkoppeling), het doorlopen afweegproces en hoe we tot deze keuze zijn gekomen. | PA [16-11-2005] Begrotingsbehandeling VROM: eerste termijn bewindslieden/tweede en volgende termijnen. | Afgedaan met: UB [28-04-2006] Aanbieding nog toegezegde notities m.b.t. luchtkwaliteit. |
Luchtkwaliteit. Analyse uitspraken RvS (in het licht van de motivatie gevoelige bestemmingen). een en ander in het kader van de voorbereiding op behandeling van het wetsvoorstel. | PA [16-11-2005] Begrotingsbehandeling VROM: eerste termijn bewindslieden/tweede en volgende termijnen. | Afgedaan met: UB [28-04-2006] Aanbieding nog toegezegde notities m.b.t. luchtkwaliteit. |
Luchtkwaliteit: rapport professor Backes ter beschikking stellen. | PA [16-11-2005] Begrotingsbehandeling VROM: eerste termijn bewindslieden/tweede en volgende termijnen. | Afgedaan met: UB [28-04-2006] Aanbieding nog toegezegde notities m.b.t. luchtkwaliteit. |
De Kamer wordt zo snel mogelijk na het advies van de Raad van State middels een technische briefing geïnformeerd over de outline van het wetsontwerp luchtkwaliteit. | PA [2-11-2005] Begrotingsonderzoek VROM | Afgedaan met: Er heeft op 30 november 2005 een technische briefing plaatsgevonden. |
Binnen 6 weken wordt een vertrouwenspersoon of commissie ingesteld om het vertrouwen van de inwoners van Onderbanken in de overheid te herstellen. | PA [22-2-2006] NAVO-vliegbasis Geilenkirchen | Afgedaan met: Brief naar TK is niet meer nodig, omdat de minister in VAO van 4 april 2006 stand van zaken reeds heeft doorgegeven. |
Asbest. Epidemiologisch onderzoek. Rond 1 juli 2004 informeert de staatssecretaris de TK over de mogelijkheden van epidemiologisch onderzoekonder de slachtoffers met mesothelioom. AO Milieuhandwet-having 16 dec. 2003; TK 2003–2004, 25 834, nr. 24 | Afgedaan met: | UB [04-11-2005] Aanbieding rapportage eva- luatie Saneringsregeling asbestwegen eerste fase en aanbieding rapportage epidemiologisch onderzoek naar niet beroepsgebonden mesothelioomslachtoffers. |
Asbest. De staatssecretaris zal de TK informeren over de voorgang van de uitvoering van de saneringsregeling asbestwegen 2e fase. | TK AO Asbest d.d. 9 juni 2004 | Afgedaan met: UB [20-12-2005] Brief toezeg- gingen AO asbest 24 november 2005. |
Asbest. Opstellen landelijk uniforme regels voor (tijdelijke) opslag, transport en (mobiel) reinigen van asbesthoudende grond, baggerspecie en puin(granulaat). | TK AO asbest 9 juni 2004 | Afgedaan met: UB [04-10-2005] Aanbieding Handreiking mobiel reinigen, opslag en transport asbesthoudende bulkmaterialen. |
Biotechnologie. De CBD, de COGEM en de CCMO zullen eens in de 2 jaar een trendmatige analyse maken. | TK AO Biotechnologie d.d. 5-11-2003,TK 2003–2004, 27 428, nr. 44 | Afgedaan met: Brief aan TK verzonden op 22 juni 2005, betreffende uitvoering twee- jaarlijkse trendanalyse. |
Biotechnologie. Er zal een workshop worden georganiseerd om te inventariseren hoe andere EU-lidstaten omgaan met de ethische aspecten van de import van genetisch gemodificeerde dieren. | TK AO op 17 juni 2004 | Afgedaan met: De workshop heeft op 18 januari 2006 plaatsgevonden. |
De AmvB verpakkingen zal najaar 2004 worden gepubliceerd; de mogelijkheid in het concept om meermaligheid verplicht voor te schrijven, wordt geschrapt. | TK AO verpakkingen 8 en 16 september 2004 | Afgedaan met: Brief inzake AmvB verpakkingen is op 14-4-2005 naar TK gezonden. |
Nuchter Omgaan met Risico’s (NOR). Aansprakelijkheid voor verplaatsen van de basisstations-kosten van negatieve gezondheidseffecten voor omwonenden bij negatieve gevolgen voor de gezondheid door basisstations of hoogspanningslijnenrapportage aan TK over situaties waarbij sprake is van belemmeringen bij het blussen van branden in woningen gelegen onder hoogspan- ningslijnen-informatie aan TK over reikwijdte NOR. | TK AO 5 oktober 2004 | Afgedaan met: UB [03-10-2005] |
1) Tweede evaluatie van het convenant – snel – uitbesteden – burger centraal. 2) maart 2005: brief aan TK over a) 2-de evaluatie, b) Europese dimensie cq aanpak (bespreking in Telecomraad), c) financiering onderzoek (onderzoeksfonds i.s.m. bedrijfsleven?), d) effect in Nederland van Duitse aanpak uitrol UMTS (weinige hoge masten i.p.v. vele kleine). 3) vóór maart 2005: brief aan TK over aansprakelijkheid. | TK AO VC EZ en VROM 7 december 2004 over UMTS-Antenne convenant | Afgedaan met: Nrs. 1 en 2 met brief EZ mede namens VROM aan TK 11-04-2005, TK 2004–2005, 27 561, nr. 23. Nr. 3 met brief van VROM aan TK 29-03-2005, witte TK 2004–2005, 28 089, nr. 9. |
De TK zal dit voorjaar worden geïnformeerd over de uitkomsten en de follow-up van de EU-workshop. | AO TK Biotechnologie 25 januari 2005 | Afgedaan met: UB [07-04-2006] Workshop genetische modificatie bij dieren. |
De TK zal vóór de zomer 2005 geïnformeerd worden over de voortgang van het onderzoeksprogramma Ecologisch Onderzoek. Daarbij zal ook iets worden gezegd over het verzoek van Van Velzen om een maatschappelijke kosten-batenanalyse. | AO TK Biotechnologie, 25 januari 2005 | Afgedaan met: UB [23-11-2005] Ecologisch onderzoek en de risicobeoordeling van genetisch gemodificeerde organismen. |
De Kamer zal de kabinetsreactie op het rapport van de Cogem over pharmagewassen ontvangen. | AO TK Biotechnologie 25 januari 2005 | Afgedaan met: UB [07-04-2006] Kabinetsreactie op COGEM signalering en advies «farmaceutische gewassen». |
De Kamer krijgt binnen 1 maand nadere info/kabinetsreactie op het rapport van de commissie-Van Dijk. | AO TK Biotechnologie, 25 januari 2005 | Afgedaan: op 02-03-2005 is door LNV, mede namens de Staatssecretaris van VROM, aan TK een brief gestuurd (briefnr TRCDL/2005/568) over de wijze waarop de overheid zal bijdragen aan de invulling van de afspraken in het rapport. |
Openbaarheid van veldproeven: de staatssecretaris zal samen met Brinkhorst met Donner gaan praten. ook zal de openbaarheid van veldproeven in EU-verband worden aangekaart. | AO TK Biotechnologie, 25 januari 2005 | Afgedaan met: Brief aan TK is verzonden d.d. 18 april 2005. |
Toezenden bijlage bij rapport Trendbox aan TK. | AO TK Verpakkingen, 3 maart 2005 | Afgedaan TK 2004–2005, 28 694, nr. 16, 21 maart 2005. |
Besluit beheer verpakkingen en papier en karton z.s.m. aan de TK zenden. | AO TK Verpakkingen, 3 maart 2005 | Afgedaan met: Brief aan TK verzonden, d.d. 14 april 2005. |
Bij de Minister van Justitie aandringen op snelle behandeling van wetsontwerp bestuurlijke boetes. Jaarverslag van de Commissie Verpakkingen over 2004 in oktober aan de TK zenden. | AO TK Verpakkingen, 3 maart 2005 | Afgedaan met: UB [03-11-2005] Jaarverslag Commissie Verpakkingen. |
In het kader van de herziening van het besluit lozingenvoorschriften zullen de voor- en nadelen van voedselrestvermalers in beeld gebracht worden en wordt de Kamer geïnformeerd. | AO Afval, 17 maart 2005 | Afgedaan met: UB [25-08-2005] Voedselrestvermalers, reactie op het afvalstoffenoverleg d.d. 17 maart 2005, reactie op de EPPA brief van 25 november 2004 en reactie op één inspraakreactie op het ontwerpbesluit huishoudelijk afvalwater. |
Champignonvoetjes. Het onderzoeksprotocol en de resultaten van het onderzoek op basis van het protocol worden aan de Kamer voorgelegd. | AO Afval, 17 maart 2005 | Afgedaan. Op 24 mei 2005 is het Protocol champignonvoetjes aan de TK verzonden. Tijdens het AO Afval op 21 juni 2005 is de TK geïnformeerd over de resultaten van het onderzoek. |
Uien. In het kader van het Besluit stortverbod buiten inrichtingen wordt toepassing oogstrestanten binnen bedrijf mogelijk gemaakt. | AO Afval, 17 maart 2005 | Afgedaan met: De regeling is in werking getreden eind 2005; gepubliceerd in staats- courant. |
Teerhoudend asfaltgranulaat. Momenteel vindt onderzoek plaats naar gelijkwaardigheid verwer- king dmv immobilisatie. Onderzoek wordt binnen 2–3 maanden afgerond. Kamer wordt vervolgens geïnformeerd over wat met aanbevelingen Inspectieonderzoek wordt gedaan. | AO Afval, 17 maart 2005 | Afgedaan met: UB [15-03-2006] Rapportage onderzoek «risico’s van PAK uit teerhoudend asfaltgranulaat» uitvoering aanbevelingen VROM-Inspectie onderzoek «Weg met TAG». |
Dakafval. Mogelijkheden aanpassing regelgeving worden bezien. Ook wordt gekeken naar tussen- oplossingen voor bedrijven die nu procedures hebben lopen. | AO Afval, 17 maart 2005 | Afgedaan met: De TK is geïnformeerd tijdens het AO afval op 21 juni 2005. |
Onderzoek verwerkingsstructuur ziekenhuisafval wordt rond de zomer afgerond. | AO Afval, 17 maart 2005 | Afgedaan met: PA [20-12-2005] Verpakkingen en afval. |
Export bouw- en sloopafval. De ontwikkelingen na 1 juni 2005 met de instelling van het stortverbod in Duitsland zullen worden gemonitord. In het najaar wordt de Kamer geïnformeerd over de ontwikkelingen en over het overleg met de sector hierover. | AO Afval, 17 maart 2005 | Afgedaan met: UB [10-11-2005] Voortgangsrapportage Landelijke afvalbeheerplan 2002–2013 (LAP). |
De staatssecretaris zal de TK Informeren over multicriteria analyse/NOR. | AO Externe Veiligheid d.d. 23 maart 2005 | Afgedaan met: UB [16-02-2006] Aanbieding RIVM rapport: MCA en MKBA: structureren of sturen? Een verkenning van beslissingsondersteunende instrumenten voor Nuchter omgaan met risico’s. |
Ontwerp voor modernisering van de Kernenergiewet in de zomer aan de RvS voorleggen. | Interpellatiedebat TK Kernenergiecentrale Borssele, 24 februari 2005 | Afgedaan met: Op 18-07-2005 is per mail vanuit JZ de voordracht, wet en MvT aan RvS gezonden. |
Jaarverslag van de Commissie Verpakkingen over 2004 in oktober aan de TK zenden. | AO Verpakkingen 3 maart 2005 | Afgedaan met: UB [03-11-2005] Jaarverslag Commissie Verpakkingen |
In 2005 wordt bezien of de zwerfafvaldoelstelling voor flesjes en blikjes is gehaald. Indien niet aan beide voorwaarden is voldaan, zal per 1-1-2006 statiegeld van kracht worden, e.e.a. ter definitieve beoordeling aan de TK.Verbreding van producen- tenverantwoordelijkheid voor de periode na afloop van het huidige convenant wordt nagestreefd en zal worden ingebracht in besprekingen met het bedrijfsleven. In het beleid wordt ingezet op een stimulering van meermaligheid op vrijwil- lige basis. De werking van ecotax en statiegeld als mogelijk instrumenten om meermaligheid op vrijwillige basis te bevorderen zullen worden onderzocht, maar invoering daarvan is nu niet aan de orde. | AO verpakkingen 8 en 16 september 2004 | Afgedaan met: PA [20-12-2005] Verpakkingen en afval. |
In 2005 zal worden bezien of de uitkomsten van de pilots het gewenste milieuresultaat hebben (het is aan bedrijfsleven om dit aan te tonen). | AO verpakkingen 8 en 16 september 2004 | Afgedaan met: UB [04-10-2005] Aanbieding Handreiking mobiel reinigen, opslag en transport asbesthoudende bulkmaterialen. |
De TK krijgt een brief over het meenemen van de Wvo in de omgevingsvergunning. | PA [9-6-2005] Herijking VROM- regelgeving en administratieve lasten(TK 2004–2005, 29 383, nr. 26 en 27) | Afgedaan met: UB [30-11-2005] Relatie tussen de omgevingsvergunning en de watervergun- ning. |
De TK krijgt informatie over de meldingsplicht voor groene-lijstafvalstoffen. | PA [9-6-2005] Herijking VROM- regelgeving en administratieve lasten (TK 2004–2005, 29 383, nr. 26 en 27) | Afgedaan met: UB [20-06-2005] «Groene- lijst» afvalstoffen. |
De TK krijgt informatie over de problematiek van de champignonvoetjes. | PA [9-6-2005] Herijking VROM- regelgeving en administratieve lasten (TK 2004–2005, 29 383, nr. 26 en 27) | Afgedaan met: Tijdens het AO Afval op 21 juni 2005 is de TK geïnformeerd over de resultaten van het onderzoek. |
De staatssecretaris zal de Kamer informeren over de consequenties van de Europese kwikstrategie voor de export van kwikhoudende (medische) apparatuur naar ontwikkelingslanden. | PA [23-6-2005] Milieuraad | Afgedaan met: UB [08-09-2005] Toezending verslag EU-Milieuraad 24 juni 2005. |
Op basis van nader onderzoek naar het gehalte aan bestrijdingsmiddelen in champignonvoetjes, zal de Minister van LNV champignonvoetjes als meststof erkennen. De condities waaronder zullen door LNV en VROM gezamenlijk worden uitgewerkt | PA [21-6-2005] Afval en duur- zame bedrijfsvoering (TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 103, VROM-05-470,29 383, nr. 28,27 664, nr. 38) | Afgedaan met: Tijdens het AO Afvalop 21 juni 2005 is de TK geïnformeerd over de resultaten van het onderzoek. |
De ontwikkelingen als gevolg van het instellen van het Duitse stortverbod lijken naar verwachting te lopen. In oktober zal de Staatssecretaris van VROM hier nader op terugkomen, mede in relatie met besluitvorming over mogelijk openen lands- grenzen voor te verwijderen brandbaar afval. | PA [21-6-2005] Afval en duurzame bedrijfsvoering (TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 103, VROM-05-470,29 383, nr. 28,27 664, nr. 38) | Afgedaan met: UB [10-11-2005] Voortgangsrapportage Landelijke afvalbeheerplan 2002-2013 (LAP). |
Het ministerie van Financiën werkt aan een herziening van de Wbm, voor afval zullen er weinig wijzigingen in optreden. VROM houdt vinger aan de pols. | PA [21-6-2005] Afval en duurzame bedrijfsvoering (TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 103, VROM-05-470,29 383, nr. 28,27 664, nr. 38) | Afgedaan met: Aanpassing Wbm betreft geen afval zaken. |
Bij de evaluatie van het Besluit Melden wordt bezien hoeveel bedrijven die niet hoeven te melden omdat zij uitsluitend groene lijst afvalstoffenverwerken, dat alsnog moeten omdat zij ernaast ook andere (gevaarlijke) afvalstromen verwerken. | PA [21-6-2005] Afval en duurzame bedrijfsvoering (TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 103, VROM-05-470,29 383, nr. 28,27 664, nr. 38) | Afgedaan met: UB [21-04-2006] Melden groene-lijst afvalstoffen. Afschaffen van de verplichte registratie en melding van de zogenaamde groene lijst afvalstoffen. |
Kamer krijgt brief over de verwerkingsmarkt voor fotografische afval. | PA [21-6-2005] Afval en duurzame bedrijfsvoering (TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 103, VROM-05-470,29 383, nr. 28,27 664, nr. 38) | Afgedaan met: UB [19-08-2005] Verwerking fotografisch gevaarlijke afval in Nederland. |
De staatssecretaris zal de TK informeren over het resultaat van de vertrouwelijke inzage in de «plutoniumcontracten» van EPZ. | PA [30-6-2005] Kerncentrale Borssele | Afgedaan met: UB [09-08-2005] Toezeggingen n.a.v. Algemeen Overleg Sluiting Borssele. |
De staatssecretaris zal de Kamer nader informeren over de relatie tot het OSPAR-verdrag. | PA [30-6-2005] Kerncentrale Borssele | Afgedaan met: UB [09-08-2005] Toezeggingen n.a.v. Algemeen Overleg Sluiting Borssele. |
De staatssecretaris zal de Kamer informeren over de juridische (on)mogelijkheid om een onderscheid te maken tussen KCB en eventuele nieuwe centrales | PA [30-6-2005] Kerncentrale Borssele | Afgedaan met: UB [09-08-2005] Toezeggingen n.a.v. Algemeen Overleg Sluiting Borssele. |
In de «novemberstukken» zal worden ingegaan op het Profundo-rapport en op het juridische advies van mr. Vd Biesen (beide in opdracht van Greenpeace). | PA [30-6-2005] Kerncentrale Borssele | Afgedaan met: UB [06-12-2005] Motie Samsom d.d. 1 juli 2005 en stand van zaken van acties m.b.t. Borssele. |
De staatssecretaris zal de Kamer de risicobeoordeling en het Cogem-advies van het monsanto-dossier toezenden. | PA [16-6-2005] Coëxistentie/gg/gangbare/biologische teelt (TK 2004–2005,29 404, nr. 6 en nr. 8; 27 428, nr. 61) | Afgedaan met: UB [21-06-2005] Positieve Nederlandse stem op de C/DE/02/09 (MON 863) marktaanvraag. |
Er komt een gezamenlijke VROM-EZbrief met een beschrijving van de ontwikkelingen in het Euro- pees parlement rond de behandeling van het REACH-voorstel. In deze brief wordt ook ingegaan op het thema «verplicht delen van informatie«, als uitwerking van het OSOR-voorstel van VK/Hong. | PA [15-9-2005] Chemische stoffenbeleid; REACH Impact Assessments (TK 2004-2005, 21 501-08, nr. 197, 199 en 200) | Afgedaan met: UB [22-11-2005] REACH onderhandelingen. |
Er komt aan het eind van het REACH-traject een finale appreciatie van het kabinet, gezamenlijke VROM-EZ brief, over het slotresultaat van de REACH onderhandelingen. Dan zal speciale aandacht worden besteed aan de consequenties voor het MKB. Ook zal op enigerlei wijze de mening van ACTAL hierbij betrokken worden. | PA [15-9-2005] Chemische stoffenbeleid; REACH Impact Assessments (TK 2004–2005, 21 501-08 nr. 197, 199 en 200) | Afgedaan met: UB [22-11-2005] REACH onderhandelingen. |
De staatssecretaris zal in november met een integraal verhaal komen over hoe bij het openhouden de kerncentrale Borssele een substantiële extra bijdrage gerealiseerd kan worden voor de verduurzaming van de energievoorziening. | PA [8-9-2005] Debat Milieu, duurzaamheid en rentmeesterschap (TK 2004–2005, 25 946, nr. 5 en 28 240, nr. 31), vervolg van 7 september PA [7-9-2005] Debat Milieu, duurzaamheid en rentmeesterschap (TK 2004–2005, 25 946, nr. 5 en 28 240, nr. 31), eerste gedeelte | Afgedaan met: UB [10-01-2006] Besluitvorming kerncentrale Borssele. |
De staatssecretaris zal de Kamer met spoed informeren over de vraag in hoeverre het mengen van groenelijst-afvalstoffenkan leiden tot kwalificatie van afvalstoffenbehorend tot de rode lijst. | PA [11-10-2005] Milieucriminaliteit | Afgedaan met: UB [25-11-2005] Mengen groene-lijst afvalstoffen. |
Asbest. Uiterlijk op 20 december 2005 stuurt de staatssecretaris een brief naar de Kamer met:– Plan van Aanpak voor de inventarisatie van weggetjes en verhardingen op erven in de regio rondom Goor. In de brief zal ook worden ingegaan op mogelijkheden tot uitbreiding van de inventarisatie naar andere regio’s via bijvoorbeeld provinciale of landelijke knelpunten;– Standpunt over de wenselijkheid en het nut van een landelijk meldpunt voor asbestwegen;– Resultaat van het gesprek met Eternit op 12 december 2005;– Kabinetsstandpunt over de uitbreiding van de voorschottenregeling naar milieuslachtoffers en de vergoeding van het medicijn Alimta voor ziekenhuizen;– Informatie over de inhoud van het onderzoek van de Gezondheidsraad ten aanzien van de gezondheidsnormen en het tijdstip waarop dit gereed zal zijn. | PA [24-11-2005] Asbest | Afgedaan met: UB [20-12-2005] Brief toezeggingen AO asbest 24 november 2005. |
Verpakkingen: Brief aan de TK met een beschouwing over de manier waarop meermaligheid kan worden gestimuleerd. | PA [20-12-2005] Verpakkingen en afval | Afgedaan met: UB [14-03-2006] Schriftelijk Overleg Verpakkingendossier. |
Zwerfafval: Benoeming facilitator die partijen helpt voor 1 maart 2006 overeenstemming te bereiken over financiering zwerfafval, financiering/realisering inzameling en herverwerking, handha- ving, en afspraken over compensatie door gemeenten van inkomsten uit bijdrage bedrijfsleven. | PA [20-12-2005] Verpakkingen en afval | Afgedaan met: UB [27-01-2006] Facilitator Verpakkingenbeleid. |
Besluitvorming m.b.t. ziekenhuisafval | PA [20-12-2005] Verpakkingen en afval | Afgedaan met: UB [09-03-2006] Beleidsvoor- nemens specifiek ziekenhuisafval. |
Kernenergiewet. Het wetsvoorstel voor aanpassing van de kernenergiewet aan de TK voorleggen ter behandeling. | UB [10-1-2006] Besluitvorming kerncentrale Borssele | Afgedaan met: TK2005–2006, 30 429, nrs. 1–3. Bij koninklijke boodschap van 9 januari 2006 is de Wijziging van de Kernenergiewet bij de TK ingediend. |
GGO’s. De staatssecretaris zal de TK een aantal stukken sturen waarin onder andere het toelatingsbeleid van de EU en de Nederlandse standpunten t.a.v. GGO’s uiteen worden gezet. | PA [1-12-2005] Europa-overleg over Milieuraad | Afgedaan met: UB [20-02-2006] Toelichting op de markttoelatingen in de EU van genetisch gemodificeerde organismen (ggo’s) en het Europese debat inzake de toekomst van ggo’s. |
Milieuraad. Voorbereiding Voorjaarstop/duurzame ontwikkeling. De staatssecretaris zegt toe om de TK een overzicht te zenden van niet-duurzame subsidies. | 19-02-03TK 2002–2003, 21 501-08, nr. 162 | Afgedaan met: UB [14-03-2006] Milieuschade- lijke en niet-duurzame subsidies |
Toezegging Herijking. Informatieverschaffing over de uitvoering van het Meerjarenprogramma herijking. | TK AO 3 november 2004 | Afgedaan met: brief aan TK van 25-11-2004, TK 29 383, nr. 23. |
NMP5. Voor de begrotingsbehandeling in 2005 komt er een hoofdlijnennotitie over het NMP5 t.b.v. een debat op hoofdlijnen. | Begrotingsbehandeling TK Milieu 29/11/2004 | Afgedaan met: UB [05-10-2005] Hoofdlijnennotitie Toekomstagenda Milieu |
Duurzame daadkracht. De TK krijgt korte voortgangsnotitie duurzame daadkracht (checklist). | Begrotingsbehandeling TK Milieu 29/11/2004 | Afgedaan met: PA [07-09-2005] Debat Milieu, duurzaamheid en rentmeesterschap (TK 25 946, nr. 5 en28 240, nr. 31), eerste gedeelte |
Venture Capital. De Staatssecretaris zal stimuleren Venture Capital voor milieu-innovaties oppakken | Begrotingsbehandeling TK Milieu 29/11/2004 | Afgedaan met: UB [18-04-2006] Onderzoek naar Venture Capital voor eco-efficiënte inno- vaties: Resultaten van het onderzoek n.a.v. motie kamerlid De Krom |
Herijking. Mogelijkheid tot elektronische aanlevering voor 8.40 AmvB’s en milieuvergunning begin 2005. | Begrotingsbehandeling TK Milieu 29/11/2004 | Afgedaan met: Mogelijkheid tot elektronische melding gemeld aan TK (TK 2004–2005, 29 383, nr. 27). |
Deregulering. Nagegaan wordt hoe bij deregulering op rijksniveau kan worden voorkomen dat op decentraal niveau juist meer regelgeving komt. | Begrotingsbehandeling TK Milieu d.d. 29/11/2004 | Afgedaan met: UB [13-09-2005] Voortgang van de modernisering van de VROM-regelgeving. |
In November 2005 zal VROM de Kamer de verkenning nanotechnologie toezenden. | AO TK Biotechnologie, 25 januari 2005 | Afgedaan met: UB [16-02-2006] Verkenning naar nanotechnologie en milieu. |
N.a.v. voorstel voor motie van Duyvendak(GL) heeft de staatssecretaris toegezegd dat hij zijn best zal doen binnen twee weken antwoord te geven op de vraag of het mogelijk is het parkeertarief te differentiëren o.b.v. de milieuprestaties van een auto. Dit is gemeentebeleid, de staatssecretaris zal hiervoor contact opnemen met het ministerie van BZK. | VAO Klimaatbeleid 15 maart 2005 | Afgedaan met: UB [03-06-2005] Reactie op motie Duyvendak betreffende differentiatie parkeerbelasting. |
Milieu en mobiliteit. Het Kabinet zal de brief over duurzaamheid begin juni aan de TK doen toekomen. | PA [19-5-2005] Verantwoordingsdebat jaarverslagen 2004 | Afgedaan met: 4 juni 2005 heeft de Minister-President een brief over duurzaamheid aan de TK gestuurd. |
Herijking. Brief over de samenhang tussen de VROM- en de VenW-regelgeving. | AO 3 november 2004 en AO van 9 juni 2005 | Afgedaan met: UB [30-11-2005] Relatie tussen de omgevingsvergunning en de watervergunning. |
De TK krijgt een brief over de mogelijke oprekking van de onderkant van het Inrichtingen- en vergun- ningenbesluit. | PA [9-6-2005] Herijking VROM- regelgeving en administratieve lasten(TK 2004–2005, 29 383, nr. 26 en 27) | Afgedaan met: UB [13-09-2005] Voortgang van de modernisering van de VROM-regelge- ving. |
De Ontgrondingswet en de Boswet zijn wetten van VenW, respectievelijk LNV, maar we zullen nagaan in hoeverre ze kunnen worden betrokken bij de omgevingsvergunning. | PA [9-6-2005] Herijking VROM- regelgeving en administratieve lasten (TK 2004–2005, 29 383, nr. 26 en 27) | Afgedaan met: UB [13-09-2005] Voortgang van de modernisering van de VROM-regelgeving. |
De TK zal worden geïnformeerd over de resultaten van de gesprekken met de self-storage branche. | PA [9-6-2005] Herijking VROM- regelgeving en administratieve lasten(TK 2004–2005, 29 383, nr. 26 en 27) | Afgedaan met: UB [13-09-2005] Voortgang van de modernisering van de VROM-regelgeving. |
Amvb Kwaliteitseisen milieuhandhaving. De staatssecretaris zegt toe met de handhavingspartners te bezien of bij de invulling van de criteria van de Amvb de gemaakte opmerkingen betrokken kunnen worden. | PA [29-9-2005] Handhaving en milieucriminaliteit (TK 2004–2005, 30 046, nr. 6 en25 422, nr. 41) | Afgedaan met: UB [09-11-2005] Besluit kwaliteitseisen handhaving milieubeheer. |
Amvb kwaliteitseisen milieuhandhaving. | PA [29-9-2005] Handhaving en milieucriminaliteit ((TK 2004–2005, 30 046, nr. 6en 25 422, nr. 41 | Afgedaan met: UB [09-11-2005] Besluit kwaliteitseisen handhaving milieubeheer. |
Naming and Blaming notoire overtreders. In week 40 wordt de toekomstagenda milieu verstuurd. Daarin wordt ook dit onderwerp naar voren gebracht. Ik wil hierover met de Kamer discussiëren en het draagvlak toetsen. | PA [29-9-2005] Handhaving en milieucriminaliteit ((TK 2004–2005, 30 046, nr. 6 en25 422, nr. 41) | Afgedaan met: PA [14-12-2005] Toekomstagenda Milieu(27 801, nr. 41 en28 663, nr. 45). |
RROM verbreden tot Raad voor Duurzaamheid, Ruimte en Milieu. | PA [8-9-2005] Debat Milieu, duurzaamheid en rentmeesterschap (TK 2004–2005, 25 946, nr. 5 en 28 240, nr. 31), vervolg van 7 september PA [7-9-2005] Debat Milieu, duurzaamheid en rentmeesterschap (TK 2004–2005, 25 946, nr. 5 en 28 240, nr. 31), eerste gedeelte | Afgedaan met: Brief aan de TK van Minister-President is verzonden op 22 december 2005(TK 2005–2006, 30 196, nr. 2). |
In de Hoofdlijnennotie zal het principe van de «level playing field» kritisch onder de loep worden genomen en er zal met de Kamer over worden gediscussieerd. | PA [7-9-2005] Debat Milieu, duurzaamheid en rentmeesterschap (TK 2004–2005, 25 946, nr. 5 en 28 240, nr. 31)), eerste gedeelte PA [8-9-2005] Debat Milieu, duurzaamheid en rentmeesterschap (TK 2004–2005, 25 946, nr. 5 en 28 240, nr. 31)), vervolg van 7 september | Afgedaan met: PA [14-12-2005] Toekomstagenda Milieu(TK 27 801, nr. 41en 28 663, nr. 45). |
Basisadministratie. De minister zegt toe om voor het debat over de herijking van de regelgeving de Kamer te informeren of het mogelijk is om alle milieugerelateerde informatie in één keer aan te leveren. | PA [5-10-2005] ACT-II rapport van bevindingen over zelfeva- luatie toezichtarrangementen en administratieve lasten VROM-Inspectie (TK 2004–2005, 27 831, nr. 13) | Afgedaan met: UB [07-11-2005] Eenmaal per jaar aanleveren milieugerelateerde informatie aan bevoegd gezag. |
Invulling geven aan de motie die bij de Algemene Politieke Beschouwingen is aangenomen, met betrekking tot het schrappen van vergunningen. Als er voor VROM een concreet aantal te noemen is, wordt de Kamer geïnformeerd. | PA [5-10-2005] ACT-II rapport van bevindingen over zelfeva- luatie toezichtarrangementen en administratieve lasten VROM-Inspectie (TK 2004–2005, 27 831, nr. 13) | Afgedaan met: UB [07-11-2005] Vermindering vergunningstelsels door omgevingsvergunning. |
Vraag of de Wet Verontreiniging Oppervlaktewater (WVO) al dan niet onder de omgevingsvergunning komt te vallen. De Kamer zal hierover geïnformeerd worden. | PA [5-10-2005] ACT-II rapport van bevindingen over zelfeva- luatie toezichtarrangementen en administratieve lasten VROM-Inspectie (TK 2004–2005, 27 831, nr. 13) | Afgedaan met: UB [30-11-2005] Relatie tussen de omgevingsvergunning en de watervergunning. |
Binnen 14 dagen krijgt de TK een brief waarin wordt ingegaan op het onderbrengen van de Wet verontreiniging oppervlaktewater (Wvo) in de omgevingsvergunning. | PA [8-11-2005] Halfjaarlijks over- leg herijking (TK 2004–2005, 29 362, nr. 44;VROM-05-852;29 383 nr. 32 en 33) | Afgedaan met: UB [30-11-2005] Relatie tussen de omgevingsvergunning en de watervergunning. |
MNP. Zo snel mogelijk presenteren voorstel Kabinet over status MNP. | PA [16-11-2005] Begrotingsbehandeling VROM: eerste termijn bewindslieden/tweede en volgende termijnen. | Afgedaan met: UB [18-11-2005] Ontvlechting MNP uit RIVM. Overheveling MNP van VWS naar VROM. |
Een aantal Kamerleden van de Vaste Commissie heeft zich aangemeld voor deelname aan het symposium over het digitaal bouwloket op 13 maart 2006 te Den Haag. | PA [5-10-2005] ACT-II rapport van bevindingen over zelfeva- luatie toezichtarrangementen en administratieve lasten VROM-Inspectie (TK 2004–2005, 27 831, nr. 13) | Afgedaan met: Kamerleden zijn op 12 maart 2006 aanwezig geweest bij bijeenkomst omgevingsvergunning. |
In de nota evaluatie klimaatbeleid, zal de TK verder geïnformeerd worden over de ambitie voor 100% klimaatneutrale overheid in 2012. | UB [16-2-2005] reactie op brief Commissie VROM over klimaatbeleid | Afgedaan met: Evaluatienota Klimaatbeleid 2005. |
Onderzoek verrichten wat bestaande internationale (juridische) instanties in Den Haag doen op het gebied van milieu en kijken of dat impuls moet krijgen (milieukamer). | PA [21-9-2005] Algemene Politieke Beschouwingen | Afgedaan met: Deze toezegging wordt verwerkt in Toezegging «Milieukamer: Bezien wat wel en niet mogelijk is.» |
De motie-Spies c.s. over het verschaffen van helderheid aan het bedrijf SABIC. | PA [16-11-2005] Begrotingsbehandeling VROM: eerste termijn bewindslieden/tweede en volgende termijnen | |
Onderzoek verrichten wat bestaande internationale (juridische) instanties in Den Haag doen op het gebied van milieu en kijken of dat impuls moet krijgen (milieukamer). | PA [21-9-2005] Algemene Politieke Beschouwingen | Afgedaan met: Deze toezegging wordt verwerkt in Toezegging «Milieukamer: Bezien wat wel en niet mogelijk is.» |
A. OVERZICHT VAN DE MOTIES WONEN
Omschrijving | Kamerstuknummer | Stand van Zaken |
---|---|---|
De motie-Van Gent c.s. over een wijziging van het Burgerlijk Wetboek waarin het recht op een verhuiskostenvergoeding wordt geregeld. | PA [16-11-2005] Begrotingsbehandeling VROM: eerste termijn bewindslieden/tweede en volgende termijnen | Dit onderwerp heeft mede deel uitgemaakt van het advies dat de commissie Leemhuis heeft uitgebracht. Na de zomer van 2006 zullen de aanpassingsvoorstellen van de Wet Overleg huurders verhuurders aan de TK worden aangeboden. Toegewerkt wordt naar een ingangtreden per april 2007. Dit wordt betrokken bij de voorstellen van de minister aan de TK na de zomer van 2006. |
De motie-Depla/Van Bochove over de ontwikkeling van een aanwijzingsbevoegdheid. | PA [16-11-2005] Begrotingsbehandeling VROM: eerste termijn bewindslieden/tweede en volgende termijnen. | |
verzoekt de regering:1. om tegelijkertijd met, dan wel zo spoedig mogelijk na inwerkingtreding van de Wet Bijzon- dere Maatregelen Grootstedelijke Problematiek te beginnen met een experiment waarbij de grote steden de mogelijkheid krijgen om het instrument van de bestuurlijke boete te gebruiken in de aanpak van de malafide infrastructuur en in het bijzonder de huisjesmelkers; 2. de ervaringen van dit experiment te betrekken bij de evaluatie van de Wet Bijzondere Maatregelen Grootstedelijke Problematiek. | PA [9-7-2005] plenaire debat over de Wet bijzondere maat- regelen grootstedelijke proble- matiek, vervolg | Er wordt naar gestreefd de TK in het derde kwartaal 2006 te berichten. |
De motie-Spies c.s. over een voorstel voor stimuleringsmaatregelen op het terrein van energiebesparingen toepassing van energie in de bestaande voorraad. | PA [16-11-2005] Begrotingsbehandeling VROM: eerste termijn bewindslieden/tweede en volgende termijnen. | In het zomerreces van 2006 wordt de beleids- brief energiebesparing bestaande bouw, inclusief de reactie op de motie Spies, naar de TK gestuurd. |
De motie-Van Bochove c.s. over eventueel afschaffen van de overdrachtsbelasting voor gevallen waarbij voor de eerste maal een woning wordt gekocht. | PA [16-11-2005] Begrotingsbehandeling VROM: eerste termijn bewindslieden/tweede en volgende termijnen. | De effecten van het eventueel afschaffen van de overdrachtsbelasting starters is onderdeel van de brief van de Minister van VROM mede namens de Staatssecretaris van Financiën over de positie van starters. Deze brief zal voor het einde van het zomerreces 2006 aan de TK worden gezonden. |
De motie-Van Gent/Van Bochove over het voorkomen van gedwongen verhuizing van een nabestaande door het onbetaalbaar worden van de huur. | PA [16-11-2005] Begrotingsbehandeling VROM: eerste termijn bewindslieden/tweede en volgende termijnen. | Er ligt een voorstel bij de minister. |
Buwbesluit: a. overbodige regelgeving geschrapt moet worden; b. geen regelgeving moet worden ingevoerd die kort daarna wegens onvolkomenheden weer moet worden gewijzigd; c. thans inge- voerde regelgeving in lijn dient te zijn met de dereguleringsdoelstellingen. | PA [28-4-2005] VSO Bouwbesluit | Motie is deels uitgevoerd, middels uitstellen van wijziging Bouwbesluit 1 juli 2005 naar 1 september 2006. Voorts zal in de brief over de voortgang en ontwikkeling op het terrein van de bouwregelgeving ingegaan worden op de dereguleringsvoornemens t.a.v. het Bouwbesluit in de komende jaren. De brief wordt in het zomerreces naar de TK gestuurd. |
De motie-Van Gent/Veenendaal over afspraken met gemeenten en corporaties over het tot uiterlijk 2010 door huurders kunnen kopen van hun huurwoning | PA [16-11-2005] Begrotingsbehandeling VROM: eerste termijn bewindslieden/tweede en volgende termijnen. | Dit zal meegenomen worden in de Startersbrief die voor het einde van het zomerreces 2006 aan de TK zal worden gezonden. |
Hanteren «nee-tenzij»principe t.a.v. fusies woningcorporaties | PA [30-5-2006] Woningcorporaties | Reactie is in voorbereiding; gereed in september 2006. |
Betr. Bewonersparticipatie. In de loop van 2005 wordt de Kamer geïnformeerd over het initiatiefrecht voor huurders en over bewonersparticipatie. | AO Woningcorporaties en ISVTK 2003–2004, 21 062, nr. 121 en 27-10-2004 AO BbshTK 2004-2005, 29 800 XI, nr. 74 | De commissie Leemhuis heeft op 11 oktober 2005 haar advies «Versterking positie en zeggenschap huurders» uitgebracht. Dit advies is op 11 oktober 2005 door de Minister van VROM naar de Tweede Kamer gestuurd. Op 12 december 2005 (TK 2005-2006, 29 453, nr. 30) is in samenhang met de beleidsvisie toekomst woningcorporaties een reactie op het advies aan de Tweede Kamer aangeboden. Na de zomer van 2006 zullen de aanpas- singsvoorstellen van de Wet Overleg huurdersverhuurders aan de Tweede Kamer worden aangeboden. Toegewerkt wordt naar een ingangtreden per april 2007. |
De regering wordt verzocht komend jaar te rapporteren over de effecten van de afschaffing van de fiscale vrijstellingen voor corporaties. | 28-11-02TK 2002-2003, 28 600 XI, nr. 42 | Effecten OVB per 1-1-03 worden voortdurend gemonitord en hebben inmiddels geleid tot vrijstellingen. Effecten Vpb worden vanaf 1-1-06 gemonitord. Aan de hand hiervan wordt de TK geïnformeerd. |
De regering wordt verzocht om de toepassingsmogelijkheden van «labeling» nader te bestuderen en onder de aandacht te brengen van gemeenten en verhuurders. De motie wordt door de minister overgenomen. | Begrotingsbehandeling VROM 2005 d.d. 1-12-2004, TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 30 pag. 2026/31 | De TK wordt na het zomerreces geïnformeerd. |
Verzoekt de regering om in overleg met betrokken belangenorganisaties zo spoedig mogelijk met voorstellen te komen om de overheidsregelgeving met betrekking tot woningcorporaties te verminderen binnen een nog nader te bepalen kader van taakuitoefening, sturing en lange-termijn huurbeleid. | Nota-overleg d.d. 02-02-2004. Meerjarenprogramma herijking van de VROM-regelgevingKamerstukken II 29 383, nr. 5 | Zie brief 12 december 2005 92 9453, nr. 30. De uitwerking hiervan tot regelgeving (wijziging BBSH) zal uitvoering geven aan de motie. |
De regering wordt verzocht in overleg met Aedes, VNG en andere partijen een handvest inzake richtlijnen voor een deugdelijk overleg met wijk- bewoners bij herstruc-tureringsprojecten op te stellen en de Kamer hierover te rapporteren. | TK 1999–2000, 26 884 XI, nr. 26 | Afgedaan met: Handvest bewonersparticipa- tie is gereed, maar er was geen overeenstemming over de verhuiskostenvergoeding. Met dit Handvest is gedeeltelijk uitvoering gege- ven aan de motie. De verhuiskostenvergoeding is via een wijziging van het BBSH per 1 juli 2005 geregeld. |
Verzoekt de regering om:1. verhuurders van woonruimte te verplichten om jaarlijks steekproefsgewijs minimaal 10% van hun woningen te controleren op illegale verhuur en onderhuur;2. de verhuurders van woonruimte inzicht te geven in de gegevens uit de Gemeentelijke Basis Administratie (GBA) die betrekking hebben op hun eigen woningen, om te controleren of de juiste huurder staat ingeschreven;3. verhuurders te verplichten bij de gemeenten te melden hoeveel bewoners in een woning kunnen wonen als voorwaarde om de woning, kamer of bed te mogen verhuren;4. de gemeenten op te dragen deze gegevens te koppelen aan de gegevens van de Sociale Dienst en de Gemeentelijke Basis Administratie, om zo verdachte panden in beeld te krijgen, | TK 2004-2005, 29 800 XI, nr. 41 | Afgedaan met: Brief aan de TK is verzonden d.d. 27 januari 2005 (TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 99) en de brief van de Minister van Justitie d.d. 14 juni 2005. Tevens is op 9 juni 2005 een circulaire (MG 2005-09) aan gemeenten en particuliere verhuurdersgezonden. |
Verzoekt de regering om:de bewijslast bij onderhuur onder voorwaarden om te draaien, zodat de huurder moet aantonen dat er geen sprake is van illegale onderhuur indien een verhuurder een gegronde reden (zoals informatie uit GBA) heeft om te vermoeden dat hiervan wel sprake is;2. de huurbescherming voor onderhuur zo aan te passen dat bestrijding van illegale onderverhuur door de verhuurder bevorderd wordt en de verhuurder de mogelijkheid krijgt de onderhuurder een nieuw contract aan te bieden. | TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 42 | Afgedaan met: brief is verzonden d.d. 27 januari 2005 aan de TK (TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 99) en VROM-circulaire MG2005-09 d.d. 9 juni 2005. |
Verzoekt de regering een voorstel uit te werken waarbij een wettelijk verankerde snelle uitzettingsprocedure wordt gekoppeld aan het recht op opvang op een «lagere trede op de woonladder», bijvoorbeeld sociaal pension, begeleid wonen et cetera. | TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 45 | Afgedaan met: brief Minister van VROM d.d. 27 januari 2005 aan de TK (TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 99) en brief van de Staatssecretaris van VWS d.d. 4 juli 2005 (29 325, nr. 6). |
«Woonladder»; verzoekt de regering met de woningbouwcorporaties resultaat-afspraken te maken over de te leveren prestaties in het bouwen voor de onderste treden van de woonladder. | TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 46 | Afgedaan met: brief Minister van VROM d.d. 27 januari 2005 aan de TK (TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 99) en brief van de staatssecretaris van VWS d.d. 4 juli 2005 aan de TK (TK 2004–2005, 29 325, nr. 6). |
Verzoekt de regering in overleg met de corporaties een protocol te ontwikkelen waarin wordt vastgelegd welke minimuminzet van woningbouwcorporaties mag worden verwacht bij overlast alvorens tot uitzetting mag worden overgegaan. | TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 48 | Afgedaan met: brief d.d. 7 februari 2006 van de Staatssecretaris van VWS aan de TK (TK 2005–2006, 29 325, nr. 8). |
De regering wordt verzocht op de kortst mogelijke termijn in het BBSH dan wel in de Wet Stedelijke vernieuwing te verankeren dat bewoners die gedwongen moeten verhuizen, recht hebben op een onkostenvergoeding van minimaal 5000 euro. | TK 2002–2003, 28 600 XI, nr. 35 | Afgedaan met: Een verhuiskostenvergoeding is geregeld per 1 juli 2005 via een wijziging van wet BBSH. |
Verzoekt de regering, binnen vier maanden aan de Kamer te rapporteren over:welk aanvullend instrumentarium nodig is om gemeenten in staat te stellen langdurige leegstand van woningen en kantoren en speculatie op de woningmarkt effectief tegen te gaan, waardoor de bestaande wettelijke basis voor het kraken van langdurig leegstaande woon- en bedrijfspanden kan komen te vervallen;– de stand van zaken met betrekking tot wijziging van de huurbescherming bij tijdelijke verhuur. | TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 51 | Afgedaan met: Brief aan TK is verzonden d.d. 15 juni 2005 (TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 129). |
Verzoekt de regering, zo spoedig mogelijk de betreffende wet- en regelgeving zodanig aan te passen dat:– de termijn waarbinnen met de bouw van woningen kan of moet worden begonnen, in geval door een corporatie grond wordt aangekocht waarop nog geen bouwbestemming ligt, sterk wordt verruimd;– elke aankoop aan de minister van VROM en het Centraal Fonds voor Volkshuisvesting dient te worden gemeld, zodat de externe toezichthouders voldoende zicht houden op de financiële risico’s die woningbouwcorporaties nemen;verzoekt de regering voorts, bij het beoordelen van het grond- aankoopbeleid van individuele woningbouwcorporaties zorgvuldig te kijken naar de relatie tussen grondaankopen en het voldoen aan de kerntaken op het terrein van wonen, | TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 53 | Afgedaan met: E.e.a. is toegezegd in AO 10/3/2005. Aan deze toezegging wordt in voorliggende cases reeds uitvoering gegeven. |
Verzoekt de regering om de huurbescherming voor tijdelijke verhuur sterk te beperken en zo nodig de voor de bewoning geldende eisen voor tijdelijke verhuur te versoepelen. | TK 2003–2004, 27 926, nr. 17 | Brief aan TK is verzonden d.d. 15 juni 2005 (TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 129) |
Verzoekt de regering in overleg met vertegenwoordigers van huurders en verhuurders te treden met als inzet een maximaal (gemiddelde) huurstijging per 1 juli 2004 van 2,2%. | TK 2003–2004, 27 926, nr. 18 | Op verzoek van mw. Van Gent is de motie van de agenda afgevoerd. Zie TK 52 d.d. 17 februari 2004, 52–3421. |
Betreft publicatie salarissen van directieleden van woningcorporaties. | TK 2003–2004, 21 062, nr. 120 | Afgedaan met: UB [16-05-2006] Salarissen en bedrijfslasten bij woningcorporaties. |
Verzoekt de regering binnen twee maanden de code Tabaksblat van toepassing te verklaren op de corporaties en de invoering binnen een jaar te controleren. | TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 59 | Afgedaan met: UB [13-04-2006] Motie lid Veenendaal c.s. inzake het van toepassing verklaren van de code Tabaksblat op woningcorporaties. |
Verzoekt de regering, bestuurlijke boetes mogelijk te maken bij de aanpak van illegale (onder)verhuur | TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 60 | Afgedaan met: Brief Minister van VROM d.d. 27 januari 2005 aan de TK29 800 XI, nr. 99) en brief Minister van Justitie d.d. 14 juni 2005 aan de gemeente Den Haag en VROM-circulaire MG 2005-09. |
Verzoekt de regering, beleid te ontwikkelen waarmee het Openbaar Ministerie aan de hand van artikel 33 van het Wetboek van Strafrecht effectiever op kan treden in geval woonruimte doelbewust op illegale wijze wordt verhuurd | TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 60 | Afgedaan met: Brief Minister van VROM d.d. 27 januari 2005 aan de TK (TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 99) en brief Minister van Justitie d.d. 14 juni 2005 aan de gemeente Den Haag en de VROM-circulaire MG2005-09. |
Verzoekt de regering, te inventariseren welke regelgeving mogelijk in de weg staat van het suboptimale bouwen en voorstellen te ontwikkelen hoe hier door middel van vrijstellingsmogelijkheden van kan worden afgeweken | TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 62 | Afgedaan met: Zie brief Minister van VROM d.d. 18 november 2005 aan de TK (TK 2005–2006, 30 300 XI, nr. 65) inzake rapport «wonen aan de onderkant». |
De regering wordt verzocht voorstellen te doen om het particulier opdrachtgeverschap voor alle groepen van bewoners mogelijk te maken. | TK 2000–2001, 27 400 XI, nr. 22 | Afgedaan met: UB [22-12-2005] Voorstellen particulier opdrachtgeverschap voor alle groepen van bewoners. Brief van de Minister van VROM aan de TK op 22 december 2005 verzonden. (TK 2005–2006 30 300 XI, nr. 81). |
Motie Baarda c.s. De regering wordt verzocht z.s.m. te komen tot een uitwerking van de AMvB uit art. 22, vierde lid, in die zin dat mogelijkheden worden geopend voor tussenvormen van koop en huur | TK 1999–2001, 25 309, nr. 46 | Afgedaan met: In verband met het voornemen de Wet BEW in te trekken komen ook de voorgenomen aanpassingen te vervallen. Zie ook brief aan de TK 2004–2005/29 800 XI-II. |
Biesheuvel/Duivesteijn. De regering wordt verzocht bij de verdere onderhandelingen over het NAW tot concrete afspraken te komen over het oplossen van de groeikernenproblematiek, en daarbij de mogelijkheid van huurverlaging ineens te betrekken. | TK 2000–2001, 27 559, nr. 10 | Afgedaan met: Gevraagde afspraken zijn ingehaald door de huurbrief. |
Verzoekt de regering om bij de herziening van het BBSH vergroting van niet vrijblijvende zeggenschap van bewoners, maatschappelijke organisaties en gemeenten over de prestaties van woning- bouwcorporaties als vertrekpunt te kiezen. | TK 2003–2004, 29 383, nr. 6 | Brief aan de TK is verzonden d.d. 12 december 2005 (29 453, nr. 30). |
Betreft besteding ISVgelden | TK 2003–2004, 21 062, nr. 119 | Afgedaan met Nota n.a.v. Verslag wetswijziging stedelijke vernieuwing(TK 2004–2005, 29 619, nr. 6). |
Toegezegd is een nadere reactie op het amendement van de heer De Vries (CDA) over het uitslui- ten van deeltijdstudenten. | TK 29 707 | Afgedaan met: UB [31-10-2005] Plenaire behandeling van wetsvoorstel 29 707 (campuscontracten) d.d. 13 oktober 2005. |
De motie-Van Bochove/Veenendaal om binnen 3 maanden een notitie inzake een vereenvoudiging van de bouwregelgeving aan de TK te sturen. | TK 2005–2006, 30 300 XI, nr. 37 | Afgedaan met: UB [21-03-2006] Uitvoering motie van Van Bochove en Veenendaal. |
Motie nr. 12: door intensivering van bestandskoppelingen besparingen te realiseren en die te gebruiken om de afloop van de huurtoeslag al in 2006 meer glijdend te maken. Over de effecten hiervan te rapporten in de voorjaarsnota 2006. | TK 30 337 en30 134 | Afgedaan met: Brief aan TK is verzonden d.d. 2-2-2006 over marginale drukhuurtoeslag. |
Verzoekt de regering om te zoeken naar mogelijkheden om een soortgelijke investerings-premie- regeling ter beschikking te stellen voor overige gemeenten met achterstandswijken, waarbij gemeenten worden geacht zelf 50% te cofinancieren, en gaat over tot de orde van de dag. | TK 2005–2006, 30 091, nr. 42 | Afgedaan met: Motie is in november 2005 aangenomen, de uitvoering behoort tot de verantwoordelijkheid van BZK. |
De motie-Gerkens c.s. over de afhandeling van de bezwaarschriften huurtoeslag. | TK 2004–2005, 30 300, nr. 40 | Afgedaan met: Brief van staatssecretaris Wijn is verzonden aan TK op 13 januari 2006. (TK 30 300 IXB, nr. 19). |
Verzoekt de regering, in aansluiting op monitoren zoals die onder andere in Groningen en Utrecht worden ontwikkeld, de verantwoordelijkheid op zich te nemen om tot de ontwikkeling van een landelijke monitor te komen. | TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 47 | Afgedaan met: De motie nr. 47 wordt inge- trokken onder de voorwaarde dat wordt gekomen tot een landelijke monitor. Dit wordt meegenomen in het WBO als integraal onderdeel van het totale WBO. Toegezegd wordt dat op niet al te lange termijn een brief wordt gestuurd. |
Verzocht wordt om een proef te doen in de twee van de meest problematische achterstandswijken, te weten Kanaleneiland in Utrecht en de tarwewijk in Rotterdam, door het invoeren van investeringszones. In deze proefprojecten dienen te worden meegenomen: afschaffing van de OVB voor WOM’s of tijdelijke verlaging van de BTW, benefit sharing en bedrijven die van deze regeling gebruik maken dienen 30% van de werknemers uit de wijk in dienst te nemen, bij voorkeur jongeren. De motie wordt aangehouden als het advies van het kabinet voor 1 februari wordt vernomen. | TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 58 | De afschaffing van de OVB voor WOM’s is gerealiseerd. In het kader van de Rotterdamwet is een invulling gegeven aan de wens van Rotterdam om te komen tot investeringszones. Gezien het vorenstaande is het doen van een proef in twee achterstandswijken niet meer opportuun. |
B. OVERZICHT VAN DE TOEZEGGINGEN WONEN
Omschrijving | Kamerstuknummer | Stand van Zaken |
---|---|---|
Er zal contact worden gelegd met het COA om te bezien of aanvullende opvang in COA-complexen mogelijk is. | 04-02-2004 AO HuisvestingsbesluitTK 2003–2004, 27 111, nr. 14 | Is afgedaan met de brief van de Minister van VROM mede namens de Minister van V&I d.d. 2 juli 2004 aan de TK (27 111, nr. 15). |
Sloop is geen doel op zichzelf. Ik zal u nog nader over de voorraad informeren. | 27-04-2004 Begrotingsbehan- deling VROM EK | Is afgedaan met de brief van de Minister van VROM aan de TK d.d. 22 november 2004 inzake samenvatting bouwprognoses 2004–2009 (24 508, nr. 66). |
Totaalplaatje Positie starters: (o.a. 10% korting ondersteuning corporaties, mogelijkheden NHG, mogelijkheden BLS), passend binnen de beleidslijn van aanbodondersteuning. | PA [16-11-2005] Begrotingsbehandeling VROM: eerste termijn bewindslieden/tweede en volgende termijnen | De brief aan de TK over de positie starters wordt in augustus 2006 door de Minister van VROM mede namens de Staatssecretaris van Financiën verzonden. |
Overleg (met G4) over problemen verlaging normstelling ECP van 1,0 -> 0,8. | PA [16-11-2005] Begrotingsbehandeling VROM: eerste termijn bewindslieden/tweede en volgende termijnen | Op 3 mei 2006 is de TK geïnformeerd over de planning van het Second opinion onderzoek. Neprom/NVB verlangen wetenschappelijke onderbouwing, ervaringen voorstanders. Hierdoor verdieping Second Opinion onderzoek noodzakelijk en daardoor vertraging.De voortgangsrapportage wordt medio juli naar de TK gestuurd. |
Huisuitzettingen dak- en thuislozen: Bij VNG aankaarten spreiding dak- en thuislozen. | PA [16-11-2005] Begrotingsbehandeling VROM: eerste termijn bewindslieden/tweede en volgende termijnen | VROM en de VNG zijn in overleg. De VNG wil i.o.m. VROM in de G27 inventariseren welke problemen worden ervaren. |
De reactie op het rapport van de commissie Leemhuis wordt voor het zomerreces naar de TK gestuurd. | PA [23-5-2006] Prestaties woningcorporaties in 2004 (TK 2005–2006, 29 453, nr. 35 en 38) | Verzending is verschoven tot na het reces 2006. |
Interne controle bij corporaties. Toegezegd wordt dat de Kamer op de hoogte zal worden gesteld over de uitwerking en invoering van de afspraken met Aedes inzake het interne toezicht en de admi- nistratieve organisatie bij corporaties. 20-06-02 AO huurbeleid en huurcommissies (huuraangelegen- heden) | TK 2001–2002, 27 926, nr. 11 | Zie brief 12 dec. 2005 (TK 29 453, nr. 30). Dit punt wordt uitgewerkt in nadere brief over toezichtstelsel. Brief wordt naar verwachting in augustus 2006 naar de TK verzonden. |
De Minister van VROM zal voor 1 juli 2006 de TK informeren over het resultaat van heroverweging van het voorgenomen gebruiksbesluit gebouwen naar aanleiding van de signalen uit het bedrijfsleven | PA [8-11-2005] Halfjaarlijks overleg herijking (TK 2004–2005, 29 362, nr. 44; VROM-05-852;29 383, nr. 32 en 33) | In de brief over de bouwregelgeving zal worden ingegaan op de stand van zaken t.a.v. het gebruiksbesluit.De brief zal in het zomerreces 2006 worden verzonden. |
Positie Starters. Notitie, samen met collega van Financiën, rond het thema overdrachtsbelasting: alle opties erbij betrekken en inclusief prijsopdrijvend effect van eventuele afschaffing overdrachtsbelasting starters. | PA [16-11-2005] Begrotingsbehandeling VROM: eerste termijn bewindslieden/tweede en volgende termijnen. | De effecten van het eventueel afschaffen van de overdrachtsbelastingstarters is onderdeel van de brief van de Minister van VROM mede namens de Staatssecretaris van Financiën over de positie van starters. Deze brief zal voor het einde van het zomerreces in 2006 aan de TK worden gezonden. |
Onderhoud bestaande woningvoorraad/achter- stallig onderhoud. Kamer informeren na bestudering voorstellen Bouwend Nederland. | PA [16-11-2005] Begrotingsbehandeling VROM: eerste termijn bewindslieden/tweede en volgende termijnen | Dit wordt aan de TK gemeld in de brief over de bouwregelgeving die in het zomerreces 2006 naar de TK zal worden gezonden. |
De Kamer wordt geïnformeerd over de uitkomsten van het overleg tussen de Minister VROM, de Minister van BZK en de VNG over de rol van gemeenten bij de legitimatieplicht bij inschrijving in het GBA. | PA [1-2-2006] Onrechtmatige bewoning en huisjesmelkerij (TK 2005–2006, 30 300 XI, nr. 30) | Streven is de TK in september 2006 te berichten. |
De kamer wordt geïnformeerd over de uitkomsten van het overleg tussen de Ministers van VROM en SZW over het beschikbaar stellen van adresgegevens van tewerkstellingsvergunningen aan gemeenten. | PA [1-2-2006] Onrechtmatige bewoning en huisjesmelkerij (TK 2005–2006, 30 300 XI, nr. 30) | Streven is de TK in september 2006 te berichten. |
De Kamer wordt door de Minister van Justitie in het kader van de bestrijding van malafide huis- vestingssituaties geïnformeerd over de mogelijkheid van openbaarmaking van de WOZ-waarde. | PA [1-2-2006] Onrechtmatige bewoning en huisjesmelkerij (TK 2005–2006, 30 300 XI, nr. 30) | Het voortouw van afdoening van deze toe- zegging ligt bij de Minister van Justitie. Hij zal de TK in september 2006 informeren. |
De Kamer wordt geïnformeerd over de mogelijkheden van de buitengerechtelijke ontbinding van een huurovereenkomst | PA [1-2-2006] Onrechtmatige bewoning en huisjesmelkerij (TK 2005–2006, 30 300 XI, nr. 30) | De Minister van Justitie zal de TK in septem- ber 2006 mede op basis van informatie VROM informeren. |
De Minister van Justitie zal de oplossingen van mevrouw Veenendaal inzake de problematiek van illegale onderverhuur nader bezien. | PA [1-2-2006] Onrechtmatige bewoning en huisjesmelkerij (TK 2005–2006, 30 300 XI, nr. 30) | Het voortouw van afdoening van deze toe- zegging ligt bij de Minister van Justitie. Hij zal de TK in september 2006 informeren. |
De Kamer wordt geïnformeerd over de oorzaken van het niet halen van de doelstelling van 33% particulier opdrachtgeverschap. | PA [8-2-2006] Particulier opdrachtgeverschap van bewoners (TK 2005–2006, 30 300 XI, nr. 81) | De TK wordt in het derde kwartaal 2006 geïnf- ormeerd over de uitvoering van de toezeggingen, gedaan in AO PO van 8 februari 2006. |
De Kamer wordt in 2008 geïnformeerd over de evaluatie van particulier opdrachtgeverschap. Op korte termijn evalueert de minister de ervaringen met de stimuleringsregeling voor eigenbouw. | PA [8-2-2006] Particulier opdrachtgeverschap van bewoners (TK 2005–2006, 30 300 XI, nr. 81) | De TK wordt in het derde kwartaal 2006 geïn- formeerd over de uitvoering van de toezeg- gingen, gedaan in het AO PO van 8 februari 2006. |
De Kamer wordt geïnformeerd over de uitkomsten van de besprekingen met gemeenten over de wijze waarop de stimuleringsbijdrage van € 42,5 miljoen zal worden besteed. | PA [8-2-2006] Particulier opdrachtgeverschap van bewoners (TK 2005–2006, 30 300 XI, nr. 81) | De TK wordt in het derde kwartaal van 2006 geïnformeerd over de uitvoering van de toezeggingen gedaan in het AO PO van 8 februari 2006. |
De Kamer wordt schriftelijk geïnformeerd over de uitkomsten van de gesprekken van de Minister van VROM met de Staatssecretaris van Financiën en de belangenvereniging Vereniging van Eige- naren over fiscale maatregelen die de vorming van een onderhoudsfonds door Verenigingen van Eigenaren kunnen bevorderen. | PA [4-4-2006] Actieprogramma Herstructurering 56 wijken | Na ambtelijk overleg tussen VROM en Finan- ciën, vindt overleg op bewindsliedenniveau met de Vereniging van Eigenaren plaats. De TK wordt in het derde kwartaal geïnformeerd. |
De TK wordt geïnformeerd of het mogelijk is onderzoek te doen naar de gevolgen van fusies voor de beheerslasten waarbij onderscheid wordt gemaakt naar corporaties met meer en minder dan 10 000 woningen. | PA [23-5-2006] Prestaties woningcorporaties in 2004 (TK 2005–2006, 29 453, nr. 35, nr. 38) | De TK wordt geïnformeerd bij de reactie op de motie m.b.t. fusies uit het VAO d.d. 30 mei 2006 (TK 2005–2006, 29 453, nr. 44). 1 Jan 2007. |
Interpellatiedebat Woonzorg/CFV. Het BBSH wordt aangepast op het punt van het aanscherpen van de regels voor het uitsluiten van risicovolle beleggingen door corporaties. De minister zal dit de TK presenteren. | 03-12-02 Interpellatie WoningcorporatieWoonzorg Nederland TK 28-2029 | Zal in de nog toe te zenden brief over het toe- zichtstelsel worden betrokken. Laatstgenoem- de brief zal naar verwachting in november 2006 naar de TK worden gezonden. |
De Minister van VROM zal bij de uitwerking van de motie Spies (30 300 XI, nr. 51), welke reeds toegezegd was voor mei 2006, de mogelijkheden voor fiscale en financiële maatregelen meenemen t.a.v. de EPC. | PA [19-1-2006] Energieprestatiecoefficiënt (incl. Bouwbesluit) | De beleidsbrief energiebesparingbestaande omgeving zal in het zomerreces worden verzonden aan de TK, mede namens de Minister van EZ. |
EPC. Motie Spies. Bezien of het mogelijk is om een nieuw convenant met corporaties te sluiten, ten aanzien van de energiebesparing in de bestaande voorraad. | PA [16-11-2005] Begrotingsbehandeling VROM: eerste termijn bewindslieden/tweede en volgende termijnen | In de brief energiebeleid bestaande omge- ving is aangegeven dat gesprekken plaatsvinden. |
De minister stelt een handreiking op voor gemeenten voor het toepassen van marktselectie. | AO Grondbeleid 1 februari 2005 | De handreiking wordt een reiswijzer markt- selectie en gebiedsontwikkeling. De TK wordt in de tweede helft van 2006 geïnformeerd. |
De minister van VROM zal de TK nader informeren over de mogelijkheden en consequenties van een verruiming van het vergunningvrij bouwen inclu- sief eventueel benodigde aanpassingen in de Woningwet. | PA [8-11-2005] Halfjaarlijks overleg herijking (TK 2004–2005, 29 362, nr. 44; VROM-05-852;29 383, nr. 32 en 33) | Evaluatie van de Woningwet is opgestart: in najaar 2006 worden de resulataten verwacht. Hier zal de Kamer dan ook over worden geïnformeerd. |
Grondbeleid. Transparantie gem. grondexploitatie. Onderzoek naar transparantie bij gemeentelijke grondexploitatie («betalen marktwoningen extra voor huurwoningen?»). | AO Grondbeleid | De verwachting is dat de TK eind 2006 over de resultaten kan worden bericht. |
Begin januari komt er een kader voor een debat op hoofdlijnen over de nieuwe huisvestingswet. | 07-09-2004 AO HuisvestingswetTK 2004–2005, 29 624, nr. 2 | In de brief over de huisvestingswet wordt dit meegenomen. De brief wordt in het najaar 2006 naar de TK verzonden. |
De regering wordt verzocht te onderzoeken op welke wijze kan worden bevorderd dat in restrictief beleidsgebieden en plattelandsgemeenten c.q. kleine kernen een adequaat woningaanbod kan worden gewaarborgd met name voor startersdie geen hoog inkomen hebben. | 17-11-99TK 1999–2000, 26 800 XI, nr. 30 (Begroting VROM 2000) | Dit wordt meegenomen in de brief over de huisvestingswet die in het najaar 2006 naar de TK zal worden gezonden. |
De minister zal kijken naar de inhoud van de code die Aedes zelf ontwikkelt en overleggen met de Vereniging van Toezichthouders, dit naar aanlei- ding van de motie op stuk nr. 59 over de code-Tabaksblat. | Verslag Algemeen Overleg d.d. 10 maart 2005 (TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 112 ) | De Minister van VROM is over de code in overleg met Aedes. Naar verwachting zal in najaar 2006 de Aedes-code tijdens Algemene Ledenvergadering worden aangenomen. |
De Kamer ontvangt een schriftelijke reactie op de vraag van mevrouw Veenendaal over de moge- lijkheden voor het splitsen van woningen voor senioren. | PA [27-9-2005] Herstructurering en de woningbouwproductie (TK 2004–2005, 27 562, nr. 5 en 6; 30 136, nr. 1–3; 30 175, nr. 7;29 800 XI, nr. 133.) | De TK wordt na het zomerreces 2006 geïn- formeerd. Wordt betrokken bij de herziening van de Huisvestingswet. |
De Kamer wordt eind 2006 geïnformeerd over de stand van zaken van de aanpak van huisjesmelkerij en onrechtmatige bewoning. | PA [1-2-2006] Onrechtmatige bewoning en huisjesmelkerij (TK 2005–2006, 30 300 XI, nr. 30) | De Minister van VROM zal de TK in december 2006 informeren. |
De minister onderzoekt het eventuele vervolg van de kennisoverdracht rond eigenbouw (na het ICEB), alsmede de mogelijkheid om één van de Rgd-proefprojecten met leegstaande kantoorpanden uit te voeren middels bewoners- opdracht- geverschap (bij voorbeeld via zelfwerkzaamheid door studenten). | PA [8-2-2006] Particulier opdrachtgeverschap van bewoners (TK 2005–2006, 30 300 XI, nr. 81) | Uitvoering van de toezeggingen, gedaan in het Algemeen Overleg Particulier Opdracht- geverschap van 8 februari 2006, worden middels een brief in augustus a.s. aan de TK meegedeeld. |
De minister zal de mogelijkheid van toepassing van minder plaatsgebonden karakter van het zelfrealisatierecht onderzoeken. | AO Grondbeleid 1 februari 2005 | Deze actie is aangekondigd in de brief aan de TK d.d. 25 oktober 2004 (TK 2004–2005, 27 581, nr. 19h). Brief wordt voor het zomer- reces 2007 aan de TK verzonden. |
Tussenevaluatie van de AWIR in 2008, waarin ook de effecten van het vervallen van de vangnetregeling huursubsidie worden bezien. | PA [22-11-2005] Wijziging AWIR | De Kamer wordt in 2008 geïnformeerd over de werking van de AWIR. |
In 2005 vindt een nulmeting plaats naar stand van zaken en knelpunten in gemeenten, in 2007 wordt een tussenrapportage opgesteld en in 2009 volgt een evaluatie en eindrapportage. | AO Grondbeleid 1 februari 2005 | Nulmeting vindt in 2006 plaats. Zoals in het kabinetsstandpunt staat zal het beleid vier jaar na de nulmeting/handreiking worden geëvalueerd. Evaluatie vindt in 2010 plaats. |
Brief aan de TK over de integrale bevindingen van de verschillende onderzoeken die binnen het kader van strategische verkenning migratie zijn uitgevoerd. | Aanbiedingsbrief DGWs2005020972 aanbieding onderzoekspublicatie | Brief aan de TK verstuurd 2 november 2005 waarin onderzoekspublicatie «Een gekleurd beeld van wonen, de woonsituatie van niet westerse allochtonen in Nederland» wordt aangeboden. Brief waarin de resultaten van de strategische verkenning migratie in samenhang zullen worden beschreven en waarin tevens de consequenties van het woonbeleid worden geschetst zal september 2006 aan de TK worden aangeboden. |
Woningbouwafspraken. Schriftelijk terugkomen op PvdA die noemt dat regio Utrecht, Overijssel, Zeeland en Flevoland boven de 1,5% uit komen. | PA [16-11-2005] Begrotingsbehandeling VROM: eerste termijn bewindslieden/tweede en volgende termijnen | De TK zal in augustus middels de voort- gangsbrief nieuwbouwproductie geïnformeerd worden. |
Woningbouwafspraken. De TK informeren hoe woningbouwafspraken worden uitgevoerd, met name ook t.a.v. gedifferentieerd bouwen in centrum- en randgemeenten (PvdA, CDA, GL). | PA [16-11-2005] Begrotingsbehandeling VROM: eerste termijn bewindslieden/tweede en volgende termijnen | In juli 2006 wordt de Kamer per brief geïn- formeerd t.a.v. gedifferentieerd bouwen in centrum- en randgemeenten. In augustus 2006 wordt de Kamer per brief geïnformeerd over de voortgang van de uitvoering woningbouwafspraken. |
De Kamer ontvangt schriftelijke antwoorden op de vragen van de heer Depla over het door hem veronderstelde structurele woningtekort in bepaalde regio’s, met name Utrecht, Den Bosch, Rotterdam, Amsterdam en Leiden, mede in het licht van de regionale woningmarkten. | PA [27-9-2005] Herstructurering en de woningbouwproductie (TK 2004–2005, 27 562, nr. 5 en 6;30 136, nr. 1–3; 30 175, nr. 7;29 800 XI, nr. 133) | De TK zal in augustus middels de voort- gangsbrief nieuwbouwproductie geïnformeerd worden. |
De Kamer wordt schriftelijk geïnformeerd over de woningbouwafspraken en de contracten inzake nieuwbouw goedkope woningen in regiogemeenten. | PA [4-4-2006] Actieprogramma Herstructurering 56 wijken | In juli 2006 wordt de Kamer per brief geïn- formeerd over gedifferentieerd bouwen in centrum en randgemeenten, waaronder begrepen de nieuwbouw van goedkope woningen in regiogemeenten. In augustus wordt de Kamer per brief geïnformeerd over de voortgang van de uitvoering van de woningbouwafspraken. |
De Kamer wordt nader geïnformeerd over de woningbouwplannen op de Vinexlocaties. | PA [27-9-2005] Herstructurering en de woningbouwproductie (TK 2004–2005, 27 562, nr. 5 en 6;30 136, nr. 1–3; 30 175, nr. 7;29 800 XI, nr. 133) | Voor het einde van het zomerreces wordt de TK per brief geïnformeerd. |
De minister verstrekt informatie over het aantal gemeenten waar huurders de keuze hebben uit meer dan 1 woningcorporatie. | PA [23-5-2006] Prestaties woningcorporaties in 2004 (TK 2005–2006, 29 453, nr. 35, nr. 38) | De TK wordt in het zomerreces geïnformeerd. |
In oktober wordt de Kamer geïnformeerd over de voortgang en de knelpunten in de woningbouwprojecten in het licht van de luchtkwaliteit. | PA [27-9-2005] Herstructurering en de woningbouwproductie (TK 2004–2005, 27 562 nr. 5 en 6;30 136, nr. 1–3; 30 175, nr. 7;29 800 XI, nr. 133) | Behandeling van het wetsvoorstel en het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit vindt na het zomerreces plaats. De datum van behandeling is nog niet bekend. |
De Kamer wordt schriftelijk geïnformeerd over de verschillende methoden ter bevordering van de bewonersparticipatie en het vergroten van het draagvlak onder bewoners. | PA [4-4-2006] Actieprogramma Herstructurering 56 wijken | In augustus/september zal de TK worden geïnformeerd. |
De Kamer wordt voor de begrotingsbehandeling van 9 november 2005 schriftelijk geïnformeerd over de opzet van de monitor van de herstructurering. | PA [2-11-2005] Begrotingsonderzoek VROM | Afgedaan met: UB [08-11-2005] Toezeggingen tijdens het Begrotingsonderzoekd.d. 2 november jl. |
De Kamer wordt voor de begrotingsbehandeling van 9 november 2005 nader schriftelijk geïnformeerd over de aantallen te slopen woningen. | PA [2-11-2005] Begrotingsonderzoek VROM | Afgedaan met: UB [08-11-2005] Toezeggingen tijdens het Begrotingsonderzoek d.d. 2 november jl. |
De Kamer wordt voor de begrotingsbehandeling van 9 november 2005 schriftelijk geïnformeerd over de uitkomsten van het PRIMOS-onderzoek 2005 en het onderzoekWoningmarktverkenningen Socrates 2004. | PA [2-11-2005] Begrotingsonderzoek VROM | Afgedaan met: UB [07-11-2005] Aanbieding onderzoek ontwikkelingen op de woningmarkt (Socrates en Primos). |
De Kamer wordt voor de begrotingsbehandeling van 9 november 2005 nader schriftelijk geïnformeerd over de kan-bepaling inzake de indexering van de normhuren per 1 juli. | PA [2-11-2005] Begrotingsonderzoek VROM | Afgedaan met: UB [08-11-2005] Toezeggingen tijdens het Begrotingsonderzoekd.d. 2 november jl. |
Grondbeleid en kwaliteit. Toegezegd wordt dat de relatie tussen kwaliteit en gemeentelijk grondbeleid de komende tijd via onderzoek nader verduidelijkt zal worden. | 19-10-00TK 2000–2001, 27 400 XI (Begroting VROM 2001) | De handreiking Grondprijsbeleid is toegelicht en uitgereikt tijdens het VVG-congres van 19 april 2006. |
Bouwvergunningen: evaluatie. Toegezegd wordt dat na drie jaar i.p.v. vier jaar een evaluatie plaats- vindt van de wet en AMvB’s. Daarbij zullen de zaken die van de zijde van de Kamer zijn aangevoerd, betrokken worden, zoals burenrecht, wenselijkheid excessenregeling, gebiedsgerichte beperkingmogelijkheid voor gemeenten, effect van vergunningsvrij bouwen op de omgeving van monumenten, ervaring met de stadsbouwmeester. | 20-02-2001 Kamerstukken 2001-2002, 26 734 Wijziging van de Woningwet(bouwvergunningsprocedure en welstandstoezicht) | Afgedaan met: 30 juni 2005 is er namens de Minister van VROM een brief aan de TK gestuurd. (TK 2004-2005, 29 392, nr. 10) |
Wijziging Woningwet: Buren-infomatieplicht Welstand in jaren ’20-’30 wijken, Stadsbouw- meester. Toegezegd wordt dat het aspect van het informeren van de buren, de ontwikkelingen rond het functioneren van de stadsbouwmeester en rond het type «jaren 20 en 30»-wijken meegenomen zullen worden bij de evaluatie van de wet en eventueel bij de eerstvolgende wetswijziging. | 03-10-2001Kamerstukken I 26 734 Wijziging van de Woningwet (bouwvergunningsprocedure en welstandstoezicht) | Afgedaan met: brief van de Minister van VROM aan de TK d.d. 30 juni 2005 (TK 2004–2005, 29 392, nr. 9). |
Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte: dwingende bepalingen. Toegezegd wordt dat in het kader van de uitwerking van de Nota Wonen de regering met voorstellen komt inzake het afwijken van dwingende bepalingen (bijv. standaardregeling van een lagere huur bij een slecht onderhouden woning). | 26-03-01EK 26 090 en 26 089. Uitvoeringswet Huurprijzen Woonruimte en titel 7.4 BW | Partijen (huurders- en verhuurders) zijn nooit met een voorstel gekomen. Onderwerp kennelijk niet meer actueel. |
De minister zegt een uitwerking van de effecten van het huurbeleid, de huursubsidie en de koopkrachtontwikkeling aan de TK toe. | 23-11-2004 Verslag van een wetgevingsoverleg (begrotingsonderzoek)TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 90 | Afgedaan met: Brief aan Tweede Kamer d.d. 4-2-2005 (27 926,29 800 XI, nr. 42). |
Studentenhuisvesting, campushuurcontracten Wetswijziging is in voorbereiding op dit gebied. De minister hoopt het wetsvoorstel terzake het komend voorjaar aan de MR te kunnen voorleggen. Bij de invoering van een campuscontract valt de beëindiging van het contract samen met de beëindiging van de studie. | 03-10-02 TK 2002–2003, 28 600 XI, nr. 8, blz 7 | Afgedaan met: UB [31-10-2005] Plenaire behandeling van wetsvoorstel 29 707 (campuscontracten) d.d. 13 oktober 2005. |
Wetsvoorstel Vaststelling Begrotingsstaat ’03. Grondexploitatievergunning. De minister wil de corporaties stimuleren zich actiever op te stellen op dit gebied. | 21-11-02 TK 24-1687 | Afgedaan met: toezending Grondexploitatiewet naar deTK 2004–2005, 30 218, nr. 1–3) 1 september 2005. |
De TK informeren hoe om te gaan met APK brandveiligheid en gebouwdossier. | 07-12-2004 AO Bouwregelgeving | Afgedaan met: Brief aan TK verzonden d.d. 15 juli 2005 (TK 28 325, 2004–2005, nr. 19). |
Wetsvoorstel Vaststelling Begrotingsstaat ’03; illegale bewoning. De minister zal de particuliere verhuurders erop wijzen dat zij de gemeenten kunnen aanspreken op het gebied van informatievoorziening over de status van hun huurdersm.b.v. GBA. | 21-11-02 TK 24-1660 | Afgedaan met: Circulaire MG 2005-09 d.d. 9 juni 2005. |
Interpellatiedebat Woonzorg/CFV. Het BBSH zal worden aangepast om treasurybepalingen op te nemen in de statuten van corporaties. De TK zal daarover schriftelijk geïnformeerd worden. | Interpellatie WoningcorporatieWoonzorg Nederland TK 28-2027 | Afgedaan met: Wacht op beslissing over wel/niet meenemen n.a.v. advies commissie De Boer. |
Huurbeleid. Het Kabinet zal een plan van aanpak voor het tegengaan van illegale bewoning maken | 04-02-2004 AO HuurbeleidTK 2003–2004, 27 926, nr. 20 | Afgedaan met: Illegalennota (TK 2003–2004, 29 537, nr. 2). |
Wetsvoorstel Vaststelling Begrotingsstaat ’03, illegale bewoning. De minister gaat na of het Besluit beheer sociale huursector gewijzigd moet worden om zonodig de corporaties, die op welk punt niet of onvoldoende actief zijn, aanwijzingen te kunnen geven. | 21-11-02 TK 24-1660 | Afgedaan met: Brief aan de TK is verzonden d.d. 27 januari 2005 (TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 99). |
De minister zal eind dit jaar de toezichthoudende rol van het CFV bekijken. | 21-04-2004 AO corporaties en stedelijke vernieuwing | Afgedaan met: Brief aan TK verzonden d.d. 19-04-2005 (TK 2004–2005, 29 453,28 691, nr. 14). |
Interpellatiedebat Woonzorg/CFV. Het BBSH wordt aangepast op het punt van het aanscherpen van de regels voor het uitsluiten van risicovolle beleg- gingen door corporaties De minister zal dit de TK presenteren | 03-12-02 Interpellatie Woning- corporatie Woonzorg Nederland TK28-2029 | Afgedaan met: Wacht op beslissing over wel/niet meenemen n.a.v. advies commissie De Boer. |
De autoriteit financiële markten zal advies uitbrengen over het voorstel over het financieel toezicht corporaties. | 11-02-2004 Nota Overleg Meer- jarenprogramma herijking van de VROM-regelgevingTK 2003–2004, 29 383, nr. 9 | Brief aan TK verzonden d.d. 19-04-2005 (TK 2004–2005, 29 453, 28 691, nr. 14). |
Na ommekomst van het rapport over de gestegen beheerskosten bij corporaties zal de minister dit rapport aan de Kamer zenden en bezien of er maatregelen genomen moeten worden inzake de hoogte van salarissen bij corporaties. | 21-04-2004 AO corporaties en stedelijke vernieuwing | Afgedaan met: UB [16-05-2006] Salarissen en bedrijfslasten bij woningcorporaties. |
Bij de monitoring van het ISV-2 zal gekeken worden naar de kosten van plannemakerijk, zowel tussen rijk en gemeenten als binnen gemeenten. | 03-06-2004 AO (3e termijn) woningbouwproductie en herstructurering | Aangegeven is dat het niet past in de ISV-systematiek. Wel is aan gemeenten en provincies bij brief van 27 september 2004 verzocht de kosten van plannen maken zo laag mogelijk te houden. |
De minister streeft naar een handtekening onder het KB in april. | 04-02-2004 AO HuisvestingsbesluitTK 2003–2004, 27 111, nr. 14 | Afgedaan met: Brief aan TK verzonden, d.d. 14 juni 2005 (TK 2004–2005, 29 619, nr. 6). |
De minister kan de huisvesting van mishandelde vrouwen uit voorzorg opnemen in het Huisves- tingsbesluit. Mochten gemeenten onvoldoende maatregelen nemen, zal de minister per 2 april 2005 in actie komen. | 07-09-2004 AO HuisvestingswetTK 2004–2005, 29 624, nr. 2 | Afgedaan met: brief van de Minister van VROM d.d. 14 juni 2005 (TK 2004–2005, 27 111, nr. 16) |
De minister zal de Kamer informeren over haar reactie op het rapport van de Woonbond inzake bewonersparticipatie. Die reactie kan de Kamer kort na het zomerreces verwachten. | 03-06-2004 AO (3e termijn) woningbouwproductie en herstructurering | Afgedaan met: UB [12-12-2005] Beleidsvisie toekomst van woningcorporaties. |
De minister informeert de TK schriftelijke over wat Rotterdam wenst bovenop de mogelijkheden in de huidige Huisvestingswet. | 07-09-2004 AO Huisvestingswet TK 2004–2005, 29 624, nr. 2 | Afgedaan met: EK-stemmingen 20 december 2005. |
De Minister zal de Kamer informeren over haar reactie op het rapport van de Woonbond inzake bewonersparticipatie. Die reactie kan de Kamer kort na het zomerreces verwachten | 03-06-2004 AO (3e termijn) woningbouwproductie en herstructurering | Afgedaan met: UB [12-12-2005] Beleidsvisie toekomst van woningcorporaties. |
Nieuwe gegevens en argumenten die voortkomen uit de discussie met het veld worden meegewo- gen t.b.v. de wijziging van het BBSH. Na het advies van de RvS zal de minister een afweging maken, waarna zij de Kamer kenbaar maakt of de wijziging van het BBSH wordt meegenomen in de integrale herziening van het BBSH. | 27-10-2004 AO BBSH,TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 74 | Afgedaan met: Brief aan TK is verzonden d.d. 12 december 2005 (TK 2005–2006, 29 453, nr. 30). |
In de loop van 2005 wordt de Kamer geïnformeerd over het initiatiefrecht voor huurdersen over bewonersparticipatie. | 27-10-2004 AO BBSH, TK 29 800 XI, nr. 74 | Afgedaan met: UB [12-12-2005] Beleidsvisie toekomst van woningcorporaties. |
De Kamer wordt schriftelijk geïnformeerd over de argumenten waarom corporaties niet integraal onder de Vennootschapsbelasting zijn gebracht, en waarom is gekozen voor een verplichting voor de dochterondernemingen om een BV of NV te zijn. | 27-10-2004 AO BBSH,TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 74 | Afgedaan met: Brief gezonden aan TK d.d. 14 maart 2005, (TK 2004–2005, 29 453, nr. 12). |
De Kamer wordt op de hoogte gesteld van het onderzoek naar de consequenties in de praktijk van het maken van onderscheid in de activiteiten van de corporaties. | 27-10-2004 AO BBSHTK 2004–2005 29 800 XI | Afgedaan met: Brief aan TK is verzonden op 14 maart 2005 (TK 2004–2005, 29 453, nr. 12). |
In de loop van 2005 wordt de Kamer geïnformeerd over het initiatiefrecht voor huurdersen over bewonersparticipatie. | 27-10-2004 AO BBSH,TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 74 | Afgedaan met: UB [12-12-2005] Beleidsvisie toekomst van woningcorporaties. |
De minister zal een brief zenden aan de corporaties om deze op te roepen de verhuiskostenvergoeding reeds te verstrekken conform de voorgenomen regeling. | 27-10-2004 AO BBSH,TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 74 | Afgedaan met: Brief verzonden aan TK d.d. 1 februari 2005. |
Samen met de Woonbond zal een commissie worden ingesteld die zich gaat buigen over de vraag hoe de positie van de huurders kan worden versterkt (omdat het functioneren van de woning- markt gediend is met een sterke positie van verhuurders en vooral ook huurders). | Begrotingsbehandeling VROM d.d. 1-12-2004TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 30 | Afgedaan met: UB [12-12-2005] Beleidsvisie toekomst van woningcorporaties. |
Het plan van de heer Depla met concrete acties tegen illegale verhuur en huisjesmelkers spreekt zeer aan. Omdat de reactie op een aantal punten vrij technisch is wordt binnenkort schriftelijk meer in detail op het plan gereageerd. Begrotingsbehandeling | VROM 2005 d.d. 1-12-2004TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 30 | Afgedaan met: Brief aan de TK is verzonden d.d. 27 januari 2005 (TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 99, motie 42). |
Overlastveroorzakende bewoners kunnen moeilijk aangepakt worden. Voor het aanpakken van dit soort bewoners is een pakket van maatregelen geschetst waarvan de VNG op de hoogte zal worden gesteld. De minister zal met de VNG onderzoeken of er knelpunten zijn die opgelost kunnen worden. | Begrotingsbehandeling VROM 2005 d.d. 1-12-2004 TK 2004–2005 29 800 XI, nr. 30 | Afgedaan met: Brief aan de TK is verzonden d.d. 18 november 2005 (TK 2005–2006, 30 300 XI, nr. 65). |
Pilot voor de maatschappelijke opvang van dak- en thuislozen, op te zetten in Oost-Nederland. Er zal in contact worden getreden met de betrokken bestuurders. Wellicht is het mogelijk om bij die pilot de ladder van Verdaas ook werkelijk in de praktijk uit te werken. De motie van Verdaas wordt aangehouden tot er nader bericht volgt hoe de pilot verder wordt uitgewerkt. | Begrotingsbehandeling VROM 2005 d.d. 1-12-2004 TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 30 | Afgedaan met: UB [18-11-2005] Onderste treden woonladder: hoogste prioriteit. |
Er zijn meer dan 2000 gezinnen dakloos. Nagegaan wordt welke oplossingen er geboden kunnen worden voor deze specifieke groepen aan de onderkant, waarbij het om eenvoudiger woonruimte gaat (zie ook het plan van de heer Verdaas). Er zal met gemeenten en corporaties worden overlegd omdat zij dat in handen hebben | Begrotingsbehandeling VROM 2005 d.d. 1-12-2004 TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 30 | Brief van Ministerie VWS aan TK verzonden d.d. 4 juli 2005 inzake maatschappelijke opvang. (TK 2004–2005, 29 325, nr. 6). |
Binnen vier maanden wordt een reactie gegeven op de motie Van As om leegstand en kraken tegen te gaan. Tevens zal verslag worden gedaan van een nader onderzoek of aanvullend instrumentarium nodig is t.b.v. gemeenten. Het feit dat huurbescherming soms een belemmering vormt om een gebouw weer geschikt te maken voor de oorspronkelijke functie wordt hierbij betrokken. Het gaat om de drie elementen kraken, huurbescherming en versoepeling van de geldende eisen bij tijdelijke huur. | Begrotingsbehandeling VROM 2005 d.d. 1-12-2004TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 30 | Brief aan TK verzonden, inzake de aanpak van leegstand en van kraken d.d. 15 juni 2005 (TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 129). |
TK te informeren over hoeveel er moet worden geïnvesteerd in nieuwbouw, wat te doen met herstructurering en welke aantallen gerealiseerd moeten worden. Er ligt een motie van de heer Ten Hoopen. | Begrotingsbehandeling VROM 2005 d.d. 1-12-2004TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 30 | Afgedaan met: UB [03-06-2005] Aanbieding Woningbouwafspraken 2005 tot 2010 en eindrapport: Inventarisatie bestemmings- en streekplancapaciteit voor woningbouw 2004. |
Een jaar geleden is een belangrijk uitgangspunt door de Kamer uitgesproken, namelijk dat het recht op kraken de omgekeerde wereld is en dat dit in ieder geval dient te veranderen. Toegezegd wordt dat hierover een kabinetsstandpunt komt. | Begrotingsbehandeling VROM 2005 d.d. 1-12-2004 TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 30 | Afgedaan met: Brief aan TK verzonden d.d. 15 juni 2005 (TK 29 800 XI, nr. 129). |
Over de EPC vindt overleg plaats met de Staats- secretaris aangaande de vraag waarom de verlaging van de norm niet in 2006 kan worden gerealiseerd. | Begrotingsbehandeling VROM 2005 d.d. 1-12-2004 TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 30 | Afgedaan met: Brief aan TK verzonden d.d. 23 mei 2005 (TK 28 325, nr. 17). |
De minister stimuleert de eigen bouw door in het BLS een bepaald bedrag te reserveren voor gemeenten die daar de mogelijkheid toe bieden. Verzoek van de heer Depla is om eenzelfde bijdrage als in de initiatiefwet van Hofstra en Duivesteijn, maar dan voor zelfbouwers. | Begrotingsbehandeling VROM 2005 d.d. 1-12-2004 TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 30 | Afgedaan met: Brief aan de TK verzonden d.d. 3 juni 2005. |
In overleg met SZW wordt gewerkt aan het inzichtelijk maken van de koopkrachteffecten van het nieuwe huurbeleid. Dat wordt betrokken in de actualisatie voor 2005. Daarover wordt de TK bericht voor het overleg van januari 2005. | Begrotingsbehandeling VROM 2005 d.d. 1-12-2004 TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 30 | Afgedaan met: brief aan Tweede Kamer verzonden d.d. 4-2-2005 (TK27 926,29 800 XI, nr. 42). |
De heer Van As: Maar liefst 45% van de sociale huurwoningen wordt bewoond door mensen die in relatie tot de huur een te hoog inkomen hebben. Zonder huurtoeslag komt de doorstroming echt niet op gang en zijn er ook geen woningen om toe te wijzen.De minister zegt toe zich over dit probleem te buigen | Begrotingsbehandeling VROM 2005 d.d. 1-12-2004TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 30 | Afgedaan met: Brief aan de Tweede Kamer verzonden d.d. 4-2-2005 (TK27 926 en29 800 XI, nr. 42.). |
De heer Depla verzoekt om de effecten van het huurbeleid op de segregatie wetenschappelijk te laten onderzoeken,waarbij alle (complexe en veelvormige) aspecten in beschouwing kunnen worden genomen. De minister zegt toe de vinger aan de pols te willen houden aangaande de lokale partijen bij het maken van verantwoorde politieke keuzes | Begrotingsbehandeling VROM 2005 d.d. 1-12-2004 (TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 30 | Afgedaan met: PA [02-06-2005] Voortzetting AO Huurbeleid. |
Toegezegd wordt een onderzoek te laten verrich- ten naar de effecten van het huurbeleid op de segregatie door externe deskundigen voor het AO van 20-01-2005. | Begrotingsbehandeling VROM 2005 d.d. 1-12-2004TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 30 | Afgedaan met: brief van de Minister van VROM aan de TK d.d. 4 februari 2005 d.d. 4 februari 2005 (TK 2004–2005, 27 926, nr. 43). |
Toezicht op corporaties: kunnen de taken die nu bij het Centraal Fonds zijn belegd niet bij het Waarborgfonds Sociale Woningbouw worden ondergebracht (mevr. Sterk/Veenendaal). Toegezegd wordt na te gaan of in de relatie Rijk/corporaties de rol van het WSW die van extern toezicht kan zijn. | Begrotingsbehandeling VROM 2005 d.d. 1-12-2004TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 30 | Afgedaan met: Brief aan de TK is verzonden d.d. 12 december 2005 (29 453, nr. 30). |
De onderzoeken naar het BBSH wordt als eerste gedaan en er wordt bekeken hoe de relatie tussen overheid en corporaties wordt verhelderd/gere- geld. Daarna wordt bekeken welk fiscaal regiem daarbij past. | Begrotingsbehandeling VROM 2005 d.d. 1-12-2004TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 30 | Afgedaan met: Wordt betrokken in beleidsproces n.a.v. advies commissie De Boer (rijk-corporaties). |
Energie prestatie coëfficiënt. Toegezegd wordt dat de EPC voor nieuwe woningen eventueel per 1-1-2004 wordt aangescherpt van 1,0 naar 0,8 mits de kosteneffectiviteit daarvan verbeterd is. | 26 603, nr. 38 AO Klimaatbeleid d.d. 11-04-2002 | Afgedaan met: Publicatie in staatsblad op 27 oktober 2005. |
De evaluatie Wet bevordering eigenwoningbezit komt versneld naar de Kamer (alvorens het voorstel tot intrekken wordt ingediend). | 11-02-2004 Nota Overleg Meer- jarenprogramma herijking van de VROM-regelgeving TK 2003–2004, 29 383, nr. 9 | Afgedaan met: Brief d.d. 16 november 2004 van de Minister van VROM aan de TK (evaluatie Wet Bevordering eigen woningbezit). (TK 2004–2005 29 800 XI, nr. 11). |
Lange termijn: het doel van de modernisering is huurwoningen voor burgers, zowel qua betaalbaarheid als kwaliteit. De beweging op de woningmarkt moet dat bewerkstelligen. | 21-04-2004 AO huurbeleid | Afgedaan met: Brief aan TK verzonden d.d. 04-06-04, (TK 2003–2004, 27 926, nr. 25). |
Lange termijn: thema’s daarbij zijn: liberalisatiegrens, woningwaardering (WOZ) (aansluiten bij koopmarkt) en jaarlijkse huurverhogingsruimte. Toetspunten daarbij zijn de effecten voor de woningmarkt, betaalbaarheid (quotes/huursubsi- dieontwikkeling), effecten segregatie en investeringen. | 21-04-2004 AO huurbeleid | Afgedaan met: Brief aan TK verzonden d.d. 19-11-04, (TK 2003–2004, 27 926, nr. 39) en brief d.d. 04-02-05 verzonden(TK 27 926, nr. 42) |
Ik zal u schriftelijk nog nader informeren over de aantallen, maar op dit moment is de voorraad aan huurwoningen in de sociale sector voldoende. | 27-04-2004 Begrotingsbehandeling VROM EK | Brief aan TK verzonden d.d. 19-11-04, (TK 2003–2004, 27 926, nr. 39)) en brief d.d. 04-02-05 verzondenTK 2003–2004, 27 926, nr. 42) |
De minister zal, naast corporaties die financieel minder gezond zijn, ook de corporatie die té gezond zijn (oversolvabiliteit) in de jaarlijkse CFV-rapportage opnemen. | 03-06-2004 AO (3e termijn) woningbouwproductie en herstructurering | Afgedaan met: CFV rapporteert reeds over de zeer rijke corporaties i.r.t. hun inspanningen. |
De minister herhaalt haar toezegging indringend te spreken over de corporatie-salarissen (met VvToezichthouders en met Aedes, op basis van informatie van het CFV). | 15-06-2004 VAO ISV | Afgedaan met: Inmiddels heeft Aedes o.b.v. rapport commissie Izeboud hierover een code vastgesteld. |
De minister zegt toe dat de uitwerking van de voorstellen m.b.t. het huurbeleid, o.a. over de vormgeving van de berekening van de liberali- satiegrens, in de zomer aan de Kamer zal worden toegezonden. | 24-06-2004 AO HuurbeleidTK 2003–2004, 27 926, nr. 30 | Brief aan TK verzonden d.d. 19-11-04, (TK 27 926, nr. 39) en brief d.d. 04-02-05 verzonden (TK 27 926, nr. 42) |
Na het zomerreces zal de uitwerking van het voorgenomen huurbeleid aan de Kamer worden voorgelegd. Daarbij zal onder meer ingegaan worden op een geschillenregeling ten behoeve van zittende huurders, de gevolgen van de verla- ging van de liberalisatiegrens voor zittende huurders die nu huursubsidie ontvangen, de gevolgen van het voorgenomen huurbeleid voor de koopkracht, de reallocatie van middelen tussen corporaties en commerciële verhuurders en de vraag op grond waarvan de regionale afspraken over de aantallen woningen in de goedkope en middeldure segmenten worden gemaakt. De Kamer zal de komende jaren worden geïnformeerd over de voortgang van de woningbouwproductie. | 29-06-2004 AO HuurbeleidTK 2003–2004, 27 926, nr. 31 | Brief aan TK verzonden d.d. 19-11-04, (TK 2003–2004, 27 926, nr. 39)) en brief d.d. 04-02-05 verzonden (TK 2003–2004, 27 926, nr. 42) |
In november 2004 vindt de afronding plaats van het overleg met de regio over prestatieafspraken inzake woningbouw. | 07-09-2004 AO HuisvestingswetTK 2004–2005, 29 624, nr. 2 | Afgedaan met: UB [03-06-2005] Aanbieding Woningbouwafspraken 2005 tot 2010 en eindrapport: Inventarisatie bestemmings- en streekplancapaciteit voor woningbouw 2004. |
Mocht blijken dat segregatie onvoldoende wordt tegengegaan met het huurbeleid, de nieuwbouw en de herstructurering, dan zal ik op dat punt een duidelijk voorstel doen. | 14-10-2004 Debat over de invulling van het Huurbeleid | Brief aan TK verzonden d.d. 19-11-04, (TK 27 926, nr. 39) en brief d.d. 04-02-05 verzonden (TK 2003–2004, 27 926, nr. 42) |
Het doorrekenen is bedoeld om na te gaan wat dit betekent voor de opbouw van de woningvoorraad en de toegankelijkheid daarvan voor de verschillende inkomensgroepen. Het resultaat daarvan kan ik eind oktober, als ik zicht heb op de effecten die het Centraal Planbureau zal aangegeven, aan de Kamer voorleggen. | Afgedaan met: Brief aan TK d.d. 19-11-04TK 2003–2004, 27 926, nr. 39) en brief aan TK d.d. 04-02-05 (TK 2003–2004, 27 926, nr. 42) | |
Wat betekent het voorstel voor bepaalde grote steden. Het Centraal Planbureau rekent dit nog een keer door. Het gebruikt het rekenmodel en gaat na wat de effecten zijn. | 14-10-2004 Debat over de invulling van het Huurbeleid | Brief aan TK d.d. 19-11-04 (TK 2003–2004, 27 926, nr. 39) en brief aan TK d.d. 04-02-05 (TK 2003–2004, 27 926, nr. 42) |
Ik zeg de Kamer toe na de doorrekening door het CPB een brief te zullen sturen. Die brief zal zij eind oktober kunnen ontvangen. Daarna ontvangt zij ook een uitgewerkte huurbrief voor de langere termijn. | 14-10-2004 Debat over de invulling van het Huurbeleid | Brief aan TK d.d. 19-11-04 (TK 2003–2004, 27 926, nr. 39)) en brief aan TK d.d. 04-02-05 (TK 2003–2004, 27 926, nr. 42) |
De minister zal een circulaire doen uitgaan naar de gemeenten om hen nogmaals op hun verant- woordelijkheden te wijzen, opdat informatie uit de GBA ook bijdraagt aan de aanpak van onrechtmatige bewoning bij particuliere verhuurders. | Verslag Algemeen Overleg d.d. 10 maart 2005 TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 112 | Afgehandeld met: Circulaire MG 2005-09 d.d. 9 juni 2005 |
De minister stuurt voor 1 april 2005 een notitie over het instrumentarium ter voorkoming van leegstand, waarbij ook de onderwerpen kraken en ombouwen van kantoorruimten naar woningen worden meegenomen (dit naar aanleiding van de motie op de stukken nrs. 51 en 69). | Verslag Algemeen Overleg d.d. 10 maart 2005TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 112 | Afgedaan met: Brief aan TK verzonden d.d. 15 juni 2005 (TK 204–2005, 29 800 XI, nr. 129) |
De minister zal, na geïnformeerd te zijn door het lid Depla, over de juridische praktijk rond illegale onderhuur, opnieuw kijken naar de mogelijkheden voor het omkeren van bewijslast. | Verslag Algemeen Overleg d.d. 10 maart 2005 TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 112 | Afgedaan met: brief Minister van Justitie d.d. 14 juni 2005. |
De minister stuurt de Kamer een schriftelijke reactie over de verbeurdverklaringen | Verslag Algemeen Overleg d.d. 10 maart 2005 TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 112 | Afgedaan met: UB [08-11-2005] Onrechtmatige bewoning en huisjesmelkerij (brief ministers VROM en Justitie d.d. 8 november 2005, TK 2005–2006,30 300 XI, nr. 30). |
De minister zal binnen een maand met de minister van Justitie overleggen over een eventuele versnelling van het wetgevingstraject met betrek- king tot bestuurlijke boetes en de Kamer hierover informeren (inwerkingtreding wordt nu verwacht in 2007). | Verslag Algemeen Overleg d.d. 10 maart 2005TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 112 | Afgedaan met: Brief van de Minister van Justitie aan TK is verzonden d.d. 14 juni 2005. |
De minister stuurt een schriftelijke reactie naar de Kamer over de dilemma’s rond onderhuur voor beginnend samenwonenden (de «problematiek van verliefde stelletjes»). | Verslag Algemeen Overleg d.d. 10 maart 2005TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 112 | Afgedaan met: UB [15-06-2005] De aanpak van leegstand en van kraken, de mogelijkheden voor tijdelijke verhuur van woonruimte en de ombouw van kantoren tot woonruimte. |
Als de TK de minister uitnodigt om met een andere berekenings-methodiek te komen geba- seerd op het WWS-stelsel, die het eenvoudiger maakt voor huurders en verhuurders, dan is zij daartoe bereid. | Verslag AO Huurbeleid d.d. 8 maart 2005 TK 2004–2005, 27 926, nr. 49 | Afgedaan met: Brief aan TK verzonden d.d. 26-04-2005 (TK 2004–2005, 27 926, nr. 52). |
Op dit moment vallen de brieven van de onroe- rendzaakbelasting (OZB) en WOZ-waarde van 2003 in de bus. De stijging varieert per gemeente van 20 tot 83%. In de brief van februari jongstleden heeft de minister aangegeven dat de hoge percentages naar beneden worden bijgesteld via een rekenformule. De minister moet nog bekijken wat de variatie tussen gemeenten betekent en hoe de rekenformule zal zijn. Zij denkt tegen de zomer met meer informatie te kunnen komen. | Verslag AO Huurbeleid d.d. 8 maart 2005 TK 2004–2005, 27 926, nr. 49 | Afgedaan met: Brief aan TK verzonden d.d. 22 december 2005(TK 2004–2005, 27 926, nr. 82) |
De minister herhaalt dat zij bereid is om naar het systeem op basis van het woningwaarderingstelsel te kijken, mits het uitgangspunt een plafond is in de richting van 5,4%. ij zal enige tijd nodig hebben om zo’n synoniem te vinden. | Verslag AO Huurbeleid d.d. 8 maart 2005 TK 2004–2005, 27 926, nr. 49 | Afgedaan met: Brief verzonden aan TK d.d. 26-04-2005 (TK 27 926, nr. 52). |
De minister heeft begrepen dat de commerciële beleggers het woningwaarderingstelsel willen hanteren. Als het plafond overeind blijft, denk de minister dat er kansen zijn voor de commerciële beleggers. De minister zal de Kamer op korte termijn schriftelijk informeren over alternatieve berekeningsmethodieken. | Verslag AO Huurbeleid d.d. 8 maart 2005TK 2004–2005, 27 926, nr. 49 | Brief verzonden aan TK d.d. 26-04-2005 (TK 27 926, nr. 52). |
De minister is voornemens om medio juni een brief naar de TK te sturen met de hoofdlijnen van de beleidsvisie inzake de woningcorporaties. Na de zomer zal de minister de TK informeren over de uitgewerkte beleidsvisie nadat met alle betrok- ken partijen is gesproken | Brief DBO 2005056995 d.d. 25-05-2005 aan TK n.a.v. brief Vaste Commissie VROM (nr. 29 846) over het rapport «Woningcorporaties naar een duidelijke taakafbakening en heldere sturing» | Afgedaan met: UB [12-12-2005] Beleidsvisie toekomst van woningcorporaties. |
De TK zal worden geïnformeerd over de gevolgen van de Europese richtlijn energieprestaties gebouwen, zodra dat kan. | PA [9-6-2005] Herijking VROM- regelgeving en administratieve lasten(29 383, nr. 26 en 27) | Afgedaan met: UB [20-04-2006] Europese richtlijn energieprestaties van gebouwen. |
De Kamer zal, eventueel vertrouwelijk, in september schriftelijk worden geïnformeerd over de aanpak van de fraude met huursubsidie, de inzet van capaciteit door VROM, de samenwerking met de belastingdienst na de overdracht, de tussenevaluatie van de pilot GBA en prestatieafspraken. | PA [21-4-2005] Huursubsidie (PV 15/12: incl. jaarverslag, evaluatie en actuele svz uitvoering huur- subsidie en rapport «Beleving en overtreding van regels van de Huursubsidiewet».) TK 29 800 XI, nr. 13 en17 050, nr. 277 | Afgedaan met: UB [06-09-2005] huursubsidie. |
De Kamer wordt geïnformeerd over de terugvordering van huursubsidie na een uitspraak van de huurcommissie. | PA [21-4-2005] Huursubsidie (PV 15/12: incl. jaarverslag, evaluatie en actuele svz uitvoering huur- subsidie en rapport «Beleving en overtreding van regels van de Huursubsidiewet».) TK 29 800 XI, nr. 13 en17 050, nr. 277 | Afgedaan met: UB [06-09-2005] huursubsidie. |
De Kamer wordt geïnformeerd over de huursubsidie voor studenten. | PA [21-4-2005] Huursubsidie (PV 15/12: incl. jaarverslag, evaluatie en actuele svz uitvoering huur- subsidie en rapport «Beleving en overtreding van regels van de Huursubsidiewet».)TK 29 800 XI, nr. 13 en 17 050, nr. 277 | Afgedaan met: UB [06-09-2005] huursubsidie. |
De Kamer zal worden geïnformeerd hoe de aanvragers van huursubsidie via het aanvraagformulier op de hoogte worden gebracht van de controles. | PA [21-4-2005] Huursubsidie (PV 15/12: incl. jaarverslag, evaluatie en actuele svz uitvoering huur- subsidie en rapport «Beleving en overtreding van regels van de Huursubsidiewet».)TK 29 800 XI, nr. 13 en 17 050, nr. 277 | Afgedaan met: UB [06-09-2005] huursubsidie. |
De argumentatie van de Europese Commissie inzake Vathorst en het oordeel van de minister daarover zal zo spoedig mogelijk naar de Kamer worden gestuurd, evenals de verdere beschikbare informatie, onder andere de brief van de Europese Commissie. | PA [26-5-2005] prestaties Woningcorporaties | Afgedaan met: UB [22-12-2005] Ingebreke- stelling gemeente Amersfoort inzake Vathorst. |
De reactie van de minister op het rapport van de commissie-Leemhuis over bewonersparticipatie en het rapport van de fractie van GroenLinks Baas in eigen huis zal naar de Kamer worden gestuurd. | PA [26-5-2005] prestaties Woningcorporaties | Afgedaan met: UB [12-12-2005] Beleidsvisie toekomst van woningcorporaties. |
De minister zal de Kamer informeren over de resultaten van het onderzoek naar de benchmarking; | PA [26-5-2005] prestaties Woningcorporaties | Afgedaan met: UB [12-12-2005] Beleidsvisie toekomst van woningcorporaties. |
De minister zal de voorstellen inzake de WWS na goed overleg met het LOHV voor 1 januari aan de Kamer doen toekomen. Ook de vraag over de 142 puntengrens zal zij voor de Kamer uitwerken. | PA [2-6-2005] Voortzetting AO Huurbeleid (TK 2004–2005, 27 926, nr. 39 en nr. 52) | Afgedaan met: UB [22-12-2005] Uitwerking modernisering huurbeleid. |
De Kamer krijgt berekeningen over de effecten voor de huren van hanteren van het WWS met een toeslag van 10% in vergelijking met het hanteren van 5,4% van de WOZ-waarde. | PA [2-6-2005] Voortzetting AO Huurbeleid (TK 2004–2005, 27 926, nr. 39 en nr. 52) | Afgedaan met: UB [22-12-2005] Uitwerking modernisering huurbeleid. |
De implementatie van de Europese richtlijn over de EPBD wordt aan de Actal voorgelegd; | PA [14-6-2005] Modernisering Bouwregelgeving (TK 2004–2005, 28 325, nr. 14) | Afgedaan met: actiepunt advies via actal afgehandeld. |
De Kamer wordt, zo daarover iets te melden is, geïnformeerd over de manier waaropdie richtlijn in andere EU-landen wordt geïmplementeerd en over de stand van zaken daarbij. | PA [14-6-2005] Modernisering Bouwregelgeving (TK 2004–2005, 28 325, nr. 14) | Afgedaan met: UB [01-11-2005] brief aan de Europese Commissie over de implementatie van de Europese richtlijn energieprestaties van gebouwen (EPBD). |
De Kamer krijgt informatie over wat er voor €100 kan worden geleverd in het kader van het certificaat. | PA [14-6-2005] Modernisering Bouwregelgeving (TK 2004–2005, 28 325, nr. 14) | Afgedaan met: UB [20-04-2006] Europese richtlijn energieprestaties van gebouwen. |
Het totaaloverzicht van de planning wordt gehandhaafd; | PA [14-6-2005] Modernisering Bouwregelgeving(TK 2004–2005, 28 325, nr. 14) | TK ontvangt jaarlijks overzicht van voortgang en ontwikkelingen op het terrein van de bouwregelgeving(incl. evaluatie OPB; voort- gang project authentieke basisregistratie gebouwen; en resultaten certificering Bouwbesluittoets). |
De nota naar aanleiding van het verslag over de wijziging van de Woningwet bereikt de Kamer voor het zomerreces. | PA [14-6-2005] Modernisering Bouwregelgeving (TK 2004–2005, 28 325, nr. 14) | Afgedaan met: Brief aan TK verzonden d.d. 30 juni 2006 (TK 29 393, nr. 9). |
De Kamer krijgt nog een brief over de liftschachten. | PA [14-6-2005] Modernisering Bouwregelgeving (TK 2004–2005, 28 325, nr. 14) | Afgedaan met: UB [10-01-2006] Uitstelbrief kamervragen over het niet aanpassen van de maximale huurprijzen van particuliere huurders bij huursubsidie. |
De kwestie van de NEN-normen wordt uitgezocht. | PA [14-6-2005] Modernisering Bouwregelgeving(TK 2004–2005, 28 325, nr. 14) | Afgedaan met: Brief aan TK verzonden d.d. 22 februari 2005 (28 325, nr. 14). |
Ook over de uitvoering van de motie-Vietsch c.s. (28 325, nr. 16) wordt de Kamer nog schriftelijk bericht. | PA [14-6-2005] Modernisering Bouwregelgeving (TK 2004–2005, 28 325, nr. 14) | Brief aan TK verzonden d.d. 22 februari 2005 (TK 28 325, nr. 14). |
De nota naar aanleiding van het verslag inzake de wijziging van de Woningwet zal nog voor het zomerreces naar de Kamer worden gestuurd. | PA [21-6-2005] Onrechtmatige bewoning en illegale verhuur (VROM-04-93,29 357, nr. 22,29 800 XI, nr. 75 ennr. 107) | Afgedaan met: UB [30-06-2005] Voorstel van wet tot wijziging van de Woningwet (verbete- ring naleving, handhaafbaarheid en handha- ving bouwregelgeving) (TK 2003–2004, 29 392). |
Het Kabinet zal in relatie tot onder andere de initiatiefnota en het specifieke voorstel van mevrouw Veenendaal over de positie van de onderhuurderskomen met een reactie over de haalbaarheid van diverse maatregelen, waarbij ook ingegaan zal worden op aspecten zoals seizoensarbeid en passende huisvesting. | PA [21-6-2005] Onrechtmatige bewoning en illegale verhuur (VROM-04-93,29 357, nr. 22,29 800 XI, nr. 75 ennr. 107) | Afgedaan met: Brief Ministers van VROM en Justitie aan de TK over d.d. 8 november 2005 (30 300 XI, nr. 30). |
De minister zegt toe de Kamer in oktober 2005 te informeren over de uitwerking van de beleidsvisie. | PA [29-6-2005] Hoofdlijnen BBSH (29 846, nr. 3) | Afgedaan met: Brief aan TK is verzonden d.d. 12 december 2005 (29 453, nr. 30). |
Introductie landelijk Gebruiksbesluit: De Minister zegt toe de Kamer nader te zullen informeren over de meerwaarde («de plus») van het Gebruiksbesluit, bovenop de bouwtechnische eisen die in het Bouwbesluit zijn opgenomen. | AO bouwregelgeving28 september 2005 | Afgedaan met: UB [14-10-2005] Voorschriften brandveilig gebruik bouwwerken (gebruiksvergunning). |
«Monitor ervaringen bouwregelgeving 2004»: De Minister zegt toe om het rapport binnenkort naar de Kamer te sturen. | PA [28-9-2005] Modernisering bouwregelgeving(28 325, nr. 19) | Afgedaan met: Brief aan TK is verzonden d.d. 15 november 2005. |
Toegezegd is op verzoek van mevrouw Van Gent (GL) om de (financiële) onderbouwing waarom huursubsidie voor onzelfstandige woonruimte niet aan de orde kan zijn, nogmaals toe te zenden. | PA [13-10-2005] Studentenhuisvesting (29 707) | Afgedaan met: brief minister VROM d.d. 31 oktober 2005 aan de Tweede Kamer (29 707, nr. 10). |
Toegezegd is op verzoek van mevrouw Van Gent (GL) om informatie te geven over het aantal ex-studenten dat na de studie niet doorstroomt. | PA [13-10-2005] Studentenhuisvesting (29 707)) | Afgedaan met: Brief aan de TK verzonden d.d. 31 oktober 2005 (29 707, nr. 10). |
Toegezegd is aan de heer Van Dam (PvdA) nader in te gaan op zijn voorstel om studenten te verplichten hun afstuderen door te geven aan de verhuurder, waarna zij dan bijvoorbeeld nog 9 maanden de tijd hebben om andere woonruimte te vinden. | PA [13-10-2005] Studentenhuisvesting (29 707) | Afgedaan met: brief aan TK verzonden d.d. 31 oktober 2005 (29 707, nr. 10). |
De Minister van VROM zal kritisch kijken naar de mogelijkheid van (beroepsmatige) bezwaarmakers om bouwprojecten langere tijd tegen te houden door het aanvragen van een monumentenstatus voor een pand. | PA [8-11-2005] Halfjaarlijks overleg herijking (29 362, nr. 44; VROM-05-852; 29 383, nr. 32 en 33) | Afgedaan met: Afgesproken is dat OCW hiertoe de Monumentenwet zal wijzigen. De Minister van VROM heeft hier geen bevoegdheden. |
Energiebesparing in de bestaande voorraad: bezien of mogelijk is om een nieuw convenant met woningbouwcorpo’s te sluiten (n.a.v. Spies, CDA). Huidige convenant loopt in 2005 af, niet wachten tot toekomstagenda milieu er is. | PA [16-11-2005] Begrotingsbehandeling VROM: eerste termijn bewindslieden/tweede en volgende termijnen. | Beantwoording geschiedt bij motie Spies (30 300 XI, nr. 51). |
Energiebesparing in de bestaande voorraad: I.k.v. toekomstagenda milieu kijken naar fiscale en andere maatregelen om te stimuleren. | PA [16-11-2005] Begrotingsbehandeling VROM: eerste termijn bewindslieden/tweede en volgende termijnen. | Beantwoording geschiedt bij motie Spies (30 300 XI, nr. 51). |
Actualisering WOZ waarden: binnenkort naar de Kamer sturen. | PA [16-11-2005] Begrotingsbehandeling VROM: eerste termijn bewindslieden/tweede en volgende termijnen. | Afgedaan met: UB [22-12-2005] Uitwerking modernisering huurbeleid. |
Huisuitzettingen dak- en thuislozen: volgende week totaaloverzicht maken rond deze problematiek, inclusief het punt van mensen die terugkeren uit de gevangenis en vervolgens in de problemen geraken (Justitie). | PA [16-11-2005] Begrotingsbehandeling VROM: eerste termijn bewindslieden/tweede en volgende termijnen. | Afgedaan met: brief d.d. 7 februari 2006 van staatssecretaris van VWS aan de TK (plan van aanpak maatschappelijke opvang van de G4),29 325, nr. 8. |
Huisuitzettingen dak- en thuislozen: Eind dec 2005 een plan van aanpak. G31/G4 verzoeken werk hiervan te maken (moeten met corporaties presta- ties in contracten vastleggen). Indien niet gebeurd bewindsvoerder aanstellen (verder uitwerken in brief over corporaties). | PA [16-11-2005] Begrotingsbehandeling VROM: eerste termijn bewindslieden/tweede en volgende termijnen. | Afgedaan met: UB [12-12-2005] Beleidsvisie toekomst van woningcorporaties. |
Huisuitzettingen dak- en thuislozen: Nader in kaart brengen/onderzoeken stim. regeling (a.h.v. totaal- overzicht nagaan wat er nog moet worden gedaan) buiten G31/G4. | PA [16-11-2005] Begrotingsbehandeling VROM: eerste termijn bewindslieden/tweede en volgende termijnen. | Afgedaan met: brief d.d. 7 februari 2006 van de Staatssecretaris VWS aan de TK inzake plan van aanpak maatschappelijke opvang G4. 29 325, nr. 8. |
Huisuitzettingen dak- en thuislozen: Kennisoverdracht intensiveren. | PA [16-11-2005] Begrotingsbehandeling VROM: eerste termijn bewindslieden/tweede en volgende termijnen. | Afgedaan met: In het plan van aanpak maat- schappelijke opvang G4 van het Rijk en de G4 dat op 7 februari 2006 (29 325, nr. 8.) door de Staatssecretaris van VWS naar de TK is gezonden zit een protocol. Hierdoor is de kennisoverdracht geregeld. |
Reactie op advies commissie-Leemhuis: binnenkort naar de TK. Brief corporaties eind november, doch uiterlijk half december, naar de Kamer. | PA [16-11-2005] Begrotingsbehandeling VROM: eerste termijn bewindslieden/tweede en volgende termijnen. | Afgedaan met: UB [12-12-2005] Beleidsvisie toekomst van woningcorporaties |
Brief vernieuwde arrangement rijk-corpo’s: eind nov./half dec. Heffingswet: in december naar TK. | PA [16-11-2005] Begrotingsbehandeling VROM: eerste termijn bewindslieden/tweede en volgende termijnen. | Afgedaan met: Brief aan TK verzonden d.d. 12 december 2005 (29 453, nr. 30) en brief aan TK verzonden inzake Heffingswet, d.d. 20 december 2005. |
Bouw en regelgeving: werken aan een handzame samenvatting samen met Rijksbouwmeester. | PA [16-11-2005] Begrotingsbehandeling VROM: eerste termijn bewindslieden/tweede en volgende termijnen. | Kamer ontvangt jaarlijks overzicht van voort- gang en ontwikkelingen op het terrein van de bouwregelgeving (incl. evaluatie OPB; voort- gang project authentieke basisregistratie gebouwen; en resultaten certificering Bouwbesluittoets). |
Wijziging wet op de uutoesag: reparatie van de fouten die in art. 16 en 17 van de wet zijn gemaakt. | PA [22-11-2005] Wijziging AWIR | Afgedaan met: UB [23-11-2005] Wijzigingen Wet op de huurtoeslag zoals opgenomen in wetsvoorstellen 30 337(wijziging AWIR en andere wetten) en 30 134 (Reparatiewet VROM). |
Intentie om de huurtoeslag glijdend te laten verlopen meenemen in het onderzoek naar de marginale druk. | PA [22-11-2005] Wijziging AWIR | Brief aan TK verzonden d.d 5-12-2005 en brief verzonden d.d. 2-2-2006. |
Op basis van een lopend onderzoek naar het maatschappelijk rendement van fusies tussen woningcorporaties zal, gezien de samenhang met het niveau van de bedrijfslasten, de minister eind 2005 de Kamer informeren over de samenhang tussen schaalgrootte, bedrijfslasten en maatschappelijk rendement. | PA [28-9-2005] Bedrijfslasten woningcorporaties(29 453, nr. 18) | Afgedaan met: UB [10-05-2006] Onderzoek naar effecten van fusies woningcorporaties. |
De minister zal de vergelijking pogen te maken tussen bedrijfslasten bij woningcorporatiesen commerciële verhuurders. | UB [16-5-2006] Salarissen en bedrijfslasten bij woningcorporaties | Afgedaan met: UB [16-05-2006] Salarissen en bedrijfslasten bij woningcorporaties. |
De minister zal in de brief over toekomst corporaties een voorstel doen over de rol visitatie in stelsel. Zij gaf aan «te neigen naar verplichte visitatie». Ook moeten inzichten commissie Sas (Aedes) en Engelse systeem worden betrokken. | PA [28-9-2005] Bedrijfslasten woningcorporaties(29 453, nr. 18)) | Afgedaan met: UB [12-12-2005] Beleidsvisie toekomst van woningcorporaties. |
De minister zal Raden van toezicht oproepen actief toe te zien op bedrijfslasten. | PA [28-9-2005] Bedrijfslasten woningcorporaties(29 453, nr. 18) | Afgedaan met: Brief aan TK is verzonden d.d. 16 mei 2006. |
Minister zegde toe eind 2005 o.b.v. IO-traject corporaties waar nodig aan te spreken op ontwikkeling bedrijfslasten. | PA [28-9-2005] Bedrijfslasten woningcorporaties(29 453, nr. 18) | Afgedaan met: UB [16-05-2006] Salarissen en bedrijfslasten bij woningcorporaties. |
De Kamer wordt nader geïnformeerd over de subsidievoorwaarden voor particulier opdrachtgeverschap en het uitvoeren van de motie Van Gent/Duivesteijn. | PA [27-9-2005] Herstructurering en de woningbouwproductie (27 562, nr. 5 en 6; 30 136, nr. 1–3; 30 175, nr. 7;29 800 XI, nr. 133.) | Afgedaan met: UB [22-12-2005] Voorstellen particulier opdrachtgeverschap voor alle groepen van bewoners. |
De minister heeft toegezegd dit jaar het Bbsh zodanig te zullen aanpassen dat de corporaties verplicht worden de bezoldiging openbaar te maken. | PA [26-1-2006] Beloning top woningcorporaties | Afgedaan met: UB [16-05-2006] Salarissen en bedrijfslasten bij woningcorporatiesm |
De Kamer wordt uiterlijk 21 februari 2006 geïn- formeerd over de uitkomsten van het overleg tussen de Minister van VROM en de Staatssecretaris van Financiën over de mogelijkheid om de invoering van de formule – die ervoor zorgt dat de marginale huurtoeslagdruk verder afneemt door- dat de sprongen in de marginale druk van de huurtoeslag bij de trapsgewijze inkomensklassen verdwijnen – niet op 1 januari 2008, maar al op 1 januari 2007 te laten plaatsvinden. | PA [9-2-2006] Marginale huur- toeslag | Afgedaan met: UB [20-02-2006] Invoering formule 1 januari 2008. |
De Kamer wordt geïnformeerd over de uitkomsten van het overleg tussen de Minister van VROM en de Staatssecretaris van Financiën over de hard- heidsclausule, de stand van zaken bij het geclus- terd betalen en het aantal inspecteurs dat de Belastingdienst inzet bij fraudebestrijding. | PA [9-2-2006] Marginale huur- toeslag | Afgedaan met: UB [23-05-2006] Diverse toezeggingen onder meer uit het AO over marginale drukhuurtoeslag. |
De Kamer zal worden geïnformeerd over de mogelijke reparatie van de discrepantie tussen de maximale huur en de contracthuur als gevolg van de afschaffing van de verouderingsaftrek. | PA [9-2-2006] Marginale huur- toeslag | Afgedaan met: UB [23-05-2006] Diverse toezeggingen onder meer uit het AO over marginale drukhuurtoeslag. |
De Kamer zal worden geïnformeerd over de terugbetaling van huurtoeslagen als gevolg van een wijziging van het inkomen binnen een (huurtoeslag)jaar. | PA [9-2-2006] Marginale huur- toeslag | Afgedaan met: UB [23-05-2006] Diverse toezeggingen onder meer uit het AO over marginale drukhuurtoeslag. |
De Minister en Staatssecretaris van VROM stellen in overleg met de bewindslieden van EZ een totaaloverzicht op van acties en maatregelen die relevant zijn voor de implementatie van de EPBD tegen lagere Administratieve Lasten en hogere maatschappelijke baten. Het resultaaat hiervan zal samen met het beoogde tijdpad én informatie over het rapport van de adviseurs naar de Kamer worden gestuurd. | PA [19-1-2006] Energieprestatiecoefficiënt (incl. Bouwbesluit) | Afgedaan met: UB [20-04-2006] Europese richtlijn energieprestaties van gebouwen. |
De Minister van VROM stuurt de Kamer een brief met toelichting op de gehanteerde afschrijvingstermijnen in het rapport van DHV. | PA [19-1-2006] Energieprestatiecoefficiënt (incl. Bouwbesluit) | Afgedaan met: UB [23-02-2006] Antwoord op vraag Hermans tijdens AO van 19 januari jl. over de EPC. |
De minister zal in een brief aan de verhuurdersverzoeken om de mogelijkheid tot geclusterd betalen aan te bieden aan hun huurders | PA [21-3-2006] Huurtoeslag (AO d.d. 9/2/06) | Afgedaan met: UB [23-05-2006] Diverse toezeggingen onder meer uit het AO over marginale drukhuurtoeslag. |
De TK ontvangt in de ie helft van juni het onderzoek van het CFV naar de bedrijfslasten bij woningcorporaties. | PA [23-5-2006] Prestaties woningcorporaties in 2004 (TK29 453 nr. 35,nr. 38) | Afgedaan met: UB [16-05-2006] Salarissen en bedrijfslasten bij woningcorporaties. |
Vervolgonderzoek met de Belastingdienst naar fraude met huursubsidie. | Begrotingsbehandeling VROM 2005 d.d. 1-12-2004 TK29 800 XI, nr. 30 | Afgedaan met: UB [06-09-2005] huursubsidie. |
Na twee jaar volgt een evaluatie van de effecten van EOS. | 11-02-2004 Nota Overleg Meer- jarenprogramma herijking van de VROM-regelgeving TK 29 383 nr. 9 | Afgedaan met: Brief aan de TK d.d. 23 november 2004. |
De Kamer zal voor de zomer schriftelijk worden geïnformeerd hoeveel fraudezaken op de plank liggen, hoe snel deze zaken worden aangepakt en wat de effecten zijn van een mogelijke vertraging van de aanpak van fraude. | PA [21-4-2005] Huursubsidie (PV 15/12: incl. jaarverslag, evaluatie en actuele svz uitvoering huur- subsidie en rapport «Beleving en overtreding van regels van de Huursubsidiewet».)TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 13 en 17 050, nr. 277 | Afgedaan met: UB [31-03-2006] Afronding Verbeterplan uitvoering huursubsidie. |
De voortgangsrapportage over (onder meer) de aanpak van de huursubsidiefraude zal uiterlijk in maart 2006 aan de Kamer worden gezonden. Daarin wordt aangegeven hoeveel geld inmiddels is ingevorderd bij de aanpak van fraude. | PA [9-2-2006] Marginale huur- toeslag | Afgedaan met: UB [31-03-2006] Afronding Verbeterplan uitvoering huursubsidie. |
Het WBO en de prognosemodellen Primos en Socrates zijn de belangrijkste instrumenten waarmee VROM de woningmarktontwikkelingen onderzoekt. Over de meest recente resultaten van WBO en Priomos bent u reeds geïnformeerd. Op korte termijn zal ik u infomeren over de uitkomsten van Socrates. | Brief aan de TK 27 926, nr. 47 | Afgedaan met: UB [07-11-2005] Aanbieding onderzoek ontwikkelingen op de woningmarkt (Socrates en Primos). |
Wet stedelijke vernieuwing/ISV: sancties. Toegezegd wordt dat indien er sancties worden getroffen tegen een gemeente (vaststellen lager bedrag), de Kamer hierover geïnformeerd wordt. | 26-06-00 Kamerstukken II 26 884 Wetgevings-overleg Wetsvoorstel Stedelijke Vernieuwing | Afgedaan met: Sancties zijn niet aan de orde geweest. |
Huurgeschillen. Toegezegd wordt dat de Kamer rond de zomer een notitie zal krijgen over de toekomst van de huurgeschillenbeslechting. Meegenomen zullen worden de modellen die door de Kamer naar voren zijn gebracht, zoals de vorming van een agentschap, en de modellen die door de Huurdersfederatie Emmen zijn genoemd. | 06-02-02 AO Huurcommissies TK 28 000 XI, nr. 49 | Afgedaan met: UB [24-06-2005] Toekomst huurgeschillenbeslechting. |
Huurwet. De minister zal een brief zenden aan de TK; over reorganisatie huurcommissies en de fundamentele herziening huurcommissies. Een afschrift zal hij zenden aan de EK. | 12-11-02 Verslag 6e vergadering EK,blz 138–165 | Afgedaan met: UB [24-06-2005] Toekomst huurgeschillenbeslechting. |
De minister zal de Kamer blijven informeren over de afhandeling bij de huurcommissies. | 23-11-2004 Verslag van een wetgevingsoverleg (begrotingsonderzoek)TK 29 800 XI, nr. 90 | Afgedaan met: UB [24-06-2005] Toekomst huurgeschillenbeslechting. |
De minister heeft toegezegd alle studentensteden te zullen vragen om aan te geven wat de lokale oplossingen zijn voor de lokale tekorten aan studentenhuisvesting. | 04-02-2004 AO studentenhuisvesting (TK 29 453, nr. 9) | Dit komt jaarlijks aan de orde in het reguliere overleg met gemeenten en corporaties. |
De minister zal een «graadmeter» ontwikkelen voor het weergeven van prestaties van corporatiess (en gemeenten) in de 56 wijken. | 03-06-2004 AO (3e termijn) woningbouwproductie en herstructurering | Afgedaan met: Brief aan TK is verzonden d.d. 17-3-2005 (29 453, nr. 13). |
Het aanbod/tekort in de studentensteden zal jaarlijks worden gemonitord. | 04-02-2004 AO studentenhuisvesting | Betrokken partijen pakken dit inmiddels zelf op. Ook in een recent verschenen rapport van LSV6 is aangegeven dat de grootste knelpunten zijn opgelost en dat studentenhuisvesting voldoende lokale aandacht heeft. |
Nieuw Crooswijk (een oude wijk in Rotterdam) wordt grotendeels gesloopt, terwijl dit wel een mooie wijk is. Wat ervoor in de plaats komt is onduidelijk volgens mevrouw Van Velzen. De minister kent dit plan niet maar zal het plan/de plannen dienaangaande nader onderzoeken. | Begrotingsbehandeling VROM 2005 d.d. 1-12-2004 TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 30 | Afgedaan met: De minister is inmiddels geïnformeerd. |
In de brochure van Centrada staat dat het ministerie de plannen ondersteunt en dat ze financieel deugdelijk zijn. Nu moet het onderzocht worden. De minister heeft toen «ja» gezegd en er moet nu worden doorgezet, hetgeen zal worden gedaan als dit zo is. | Begrotingsbehandeling VROM 2005 d.d. 1-12-2004TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 30 | Het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting (CFV) heeft de vraag van Centrada «gevalideerd». De 20 meer vermogende corporaties zijn door de Minister van VROM schriftelijk benaderd om te matchen. Op 26 september 2005 hebben vijf corporaties met Centrada een convenant gesloten, op basis waarvan het CFV de herstructureringsplannen, alsmede de financiële toekomst van Centrada voldoende gewaarbocht acht. |
Verzoek van de VVD om het plan van de VVD-fractie in Den Haag uit te voeren. Dit plan betreft op welke wijze de gemeenten de aanpak van huisjesmelkers concreet kunnen invullen. Echter verbeurdverklaring is een strafrechtelijke aange- legenheid dat met Justitie zal worden besproken. | Begrotingsbehandeling VROM 2005 d.d. 1-12-2004TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 30 | Brief aan de TK is verzonden d.d. 8 november 2005. |
Zodra alle woningbouwafspraken zijn getekend wordt de TK geïnformeerd over het eindresultaat. | Begrotingsbehandeling VROM 2005 d.d. 1-12-2004 TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 30 | Afgedaan met: UB [03-06-2005] Aanbieding Woningbouwafspraken2005 tot 2010 en eindrapport: Inventarisatie bestemmings- en streekplancapaciteit voor woningbouw 2004. |
In april 2008 wordt getoetst of aan de woning- bouw-afspraken op regionaal niveau is voldaan. Door vanaf 2005 intensief bij de voortgang betrokken te zijn wordt direct een beeld van de knelpunten verkregen, wat deze zijn en wie daaraan een bijdrage kan leveren. Op deze wijze worden we niet in 2008 voor een voldongen feit gesteld. | Begrotingsbehandeling VROM 2005 d.d. 1-12-2004 TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 30 | Afgedaan met: Is continu proces van monitoring. |
Studentenhuisvesing, aanspreken gemeenten. De minister zegt toe de niet-actieve gemeenten (op het gebied van studentenhuisvesting) aan te spreken tijdens de verstedelijkingsronde en de resultaten van de pilot (gehouden in Utrecht) voor te leggen. | TK 28 600 XI, nr. 8 blz. 6 d.d. 03-10-2002 | Afgedaan met: In het reguliere overleg met corporaties en gemeenten worden gemeenten aangesproken op hun taak ten aanzien van huisvesting van doelgroepen waaronder studenten. |
Als gevolg van de afspraken rond het huurbeleid zal er scherpere jaarlijkse info zijn over de prestaties van corporaties. | 03-06-2004 AO (3e termijn) woningbouwproductie en herstructurering | De TK wordt jaarlijks geïnformeerd over de voortgang van de nieuwbouw door corporaties op regioniveau in relatie tot de afspraken in het kader van het huurbeleid. Daarnaast wordt de Kamer in het voorjaar geïnformeerd op basis van CBS gegevens over gereedmeldingen. |
De minister zal het signaal natrekken (van kamerlid Depla) dat in gevallen té uitgebreid over het ISVmoet worden verantwoord aan VROM. Zonodig onderneemt zij stappen, mogelijk ook VROM-intern. | 15-06-2004 VAO ISV | Afgedaan met: In overleg met de gemeenten is de verantwoording voorbereid. De verant- woording over de gerealiseerde doelstellingen is vergaand vereenvoudigd (10 tot 15 doelstellingen per gemeente). De verwachting is dat hiermee de verantwoording in 2010 verder vereenvoudigd kan worden. Een belangrijke basis hiervoor is dat de afspraken met de gemeenten voor deze nieuwe periode scherper en meetbaarder zijn. |
De minister zegt toe dat zij de convenanten aan de Kamer zal voorleggen. | Verslag AO Huurbeleid d.d. 8 maart 2005 TK 27 926, nr. 49 | Afgedaan met: UB [03-06-2005] Aanbieding Woningbouwafspraken 2005 tot 2010 en eindrapport: Inventarisatie bestemmings- en streekplancapaciteit voor woningbouw 2004. |
De Kamer wordt geïnformeerd over de achtergrond en de motivering van nieuwbouwprojecten en het oordeel van de minister over een achttal corporaties. | PA [26-5-2005] prestaties Woningcorporaties | Afgedaan met: UB [23-01-2006] Bouw van woningen boven €200 000 |
Budget bewoners: partijen (gemeenten en corpo’s) aanspreken bij lopende/voorgenomen projecten budget te reserveren bij planontwikkeling voor burgerbetrokkenheid. | PA [16-11-2005] Begrotingsbehandeling VROM: eerste termijn bewindslieden/tweede en volgende termijnen. | Afgedaan met: loopt mee in reguliere contac- ten met lokale partijen. |
De Minister zal de Kamer tussen nu (8 maart 2005) en een maand informeren over hoe verder zal worden omgegaan met de huurgeschillencom- missies. | Verslag AO Huurbeleid d.d. 8 maart 2005 TK 27 926, nr. 49 | Afgedaan met: UB [03-11-2005] Uitwerking voornemens huurgeschillenbeslechting. |
Woningwet: vergunningvrij bouwen. Toegezegd wordt dat de wijziging van de Woningwet na 2,5 à 3 jaar geëvalueerd zal worden en dat de TK en de EK daarvan op de hoogte gesteld zal worden. De effecten op de verhoudingen tussen buren zullen daarin meegenomen worden, ingegaan zal worden op de vraag hoe gemeentebesturen omgaan met hun bevoegdheden, en of ze niet alleen van het minimalistische model uitgaan (qua omgevingsbeleid), maar ook wat ruimer kijken dan het wetsvoorstel toestaat. | 15-01-2002 EK-behandeling Concept-AmvB bouwvergun- ningvrije en lichtvergunningplichtige bouwwerken | Afgedaan met: Brief aan TK is verzonden d.d. 23 mei 2005 (TK 2004–2005, 28 325, nr. 17 blz. 4). |
Handvest Bewonersparticipatie. Toegezegd wordt dat de kamer het Handvest Bewonersparticipatie toegestuurd zal krijgen zodra er overeenstemming is. | 29-11-01 A.O. over ISV, overdrachtsbelasting en betonschade ZaanstadTK 28 000 XI, nr. 44 | Afgedaan met: verhuiskostenvergoeding is per 1-7-2005 in BBSH geregeld. |
De TK informeren over de uitkomst besprekingen met VWS over brandveiligheidgezondheidszorggebouwen (VROM, BZK). | 07-12-2004 AO Bouwregelgeving | Afgedaan met: wordt in het Gebruiksbesluit opgenomen. |
De minister zal via een ministeriële regeling de termijn waarbinnen woningcorporaties grondposities mogen behouden in afwachting van de bouwbestemming, oprekken van vijf naar tien jaar (motie op stuk nr. 53). | Verslag Algemeen Overleg d.d. 10 maart 2005TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 112 | Afgedaan met: Via MG d.d. 25 mei 2006 zijn de corporaties hierop gewezen. |
Redelijkheidstoets stookkosten huurcommissies (SP) wordt onderzocht en de brief aan huurcommissie met verzoek hierop te letten. | PA [16-11-2005] Begrotingsbehandeling VROM: eerste termijn bewindslieden/tweede en volgende termijnen. | Afgedaan met: Brief aan TK d.d. 15 mei 2006 aan Overleg voorzitters Huurcommissie inzake Redelijkheidstoetsing stookkosten. |
Huurcommissies: toezicht. Het toezicht op de huurcommissies komt terug bij het IHH-II-traject. | 11-05-99 Kamerstukken I 25 445 Wetsvoorstel Wijziging Huurprijzenwet Woonruimte | Afgedaan met: Brief aan TK verzonden d.d. 24 juni 2005 (TK 2004–2005, 27 926, nr. 77). |
Na zal worden gegaan of er al een onderzoek is gedaan naar de kosteneffectiviteit van sloop/nieuwbouw in relatie tot renovatie, alsmede hoe actueel het onderzoek is. Als dat het geval is zal dat beschikbare onderzoek het uitgangspunt zijn. Is er geen onderzoek gedaan dan zal worden nagegaan of het alsnog moet worden verricht. | Begrotingsbehandeling VROM 2005 d.d. 1-12-2004 TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 30 | Afgedaan met: Brieven aan TK verzonden d.d. 15 juli 2005 en 19 januari 2006. |
Op korte termijn zal de Kamer schriftelijk worden geïnformeerd over het overzicht van herstructurering en bestemmingsplancapaciteiten de grond- posities van corporaties en zo mogelijk ook over de kostenbatenanalyse van sloop versus nieuwbouw | PA [26-5-2005] prestaties Woningcorporaties | Afgedaan met: Brieven aan TK verzonden d.d. 15 juli 2005 en 19 januari 2006. |
Inspanningen van corporaties t.a.v. huisvesting van bijzondere doelgroepen. | TK 30 300 XI, nr. 65 | Afgedaan met: Brief aan TK, verzonden d.d. 13 april 2006. |
Overmaat controle ISV: Wethouder benaderen die Van Bochove (CDA) quote om na te vragen waar hij tegen aan loopt. | PA [16-11-2005] Begrotingsbehandeling VROM: eerste termijn bewindslieden/tweede en volgende termijnen. | Afgedaan met: Brief aan TK verzonden d.d. 25 april 2006. |
De Kamer ontvangt voor de behandeling van de VROM-begroting een analyse van de meerjarige ontwikkelingsprogramma’s in het kader van de herstructurering, waarbij aandacht zal worden besteed aan de kosteneffectiviteit van alternatieven voor sloop en nieuwbouw. | PA [27-9-2005] Herstructurering en de woningbouwproductie (27 562, nr. 5 en 6; 30 136, nrs. 1–3; 30 175, nr. 7;29 800 XI, nr. 133.) | Afgedaan met: brieven aan TK, verzonden d.d. 19 januari 2006 en 31 mei 2006. |
De minister heeft toegezegd in februari actie te zullen ondernemen richting de 40 corporaties die op grond van het Burgerlijk Wetboek de bezoldiging van het meerhoofdig bestuur openbaar moeten maken in de verantwoordingsstukken. | PA [26-1-2006] Beloning top woningcorporaties | Afgedaan met: brief aan TK, verzonden d.d. 15 mei 2006. |
De minister heeft toegezegd uiterlijk 15 mei 2006 aan de TK een rapportage te zenden waarin:1. wordt ingegaan op de acties die zijn ondernomen richting de corporaties die op grond van het BW de bezoldiging openbaar moeten maken; 2. de uitkomsten staan van het onderzoekvan het CFV naar de salariëring bij de 50 corporaties waarbij de bedrijfslasten het meest zijn gestegen; 3. wordt gerapporteerd over de transparantie van bezoldiging (inclusief de bezoldiging van de Raden van Toezicht dan wel Commissarissen) bij alle overige corporaties. | PA [26-1-2006] Beloning top woningcorporaties | Afgedaan met: brief aan TK verzonden d.d. 16 mei 2006. |
De minister zegt toe de nota n.a.v. het nader verslag en de tweede nota van wijziging nog voor het reces aan de Kamer toe te zenden. | PA [21-6-2005] Onrechtmatige bewoning en illegale verhuur (VROM-04-93,29 357, nr. 22,29 800 XI, nr. 75 en107) | Afgedaan met: UB [15-07-2005] Voorstel van wet tot wijziging van de Woningwet(verbe- tering naleving, handhaafbaarheid en hand- having bouwregelgeving) (Kamerstukken II 2003/2004,29 392, nr. 2H). |
De minister zegt toe de hardheidsclausule aan de de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek (30 091) toe te voegen en aan de kamer te zenden. | PA [6-9-2005] plenaire debat over de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek, eerste termijn | Afgedaan met: UB [12-09-2005] Regels die een geconcentreerde aanpak van grootstedelijke problemen mogelijk maken (Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek) (30 091). |
De Kamer wordt schriftelijk geïnformeerd over de resultaten van het overleg met gemeentebestuur- ders inzake de klachten van gemeenten over de administratieve verplichtingen en verantwoording van de 56 wijken aanpak en het impulsbudget | PA [4-4-2006] Actieprogramma Herstructurering 56 wijken | Afgedaan met: brief aan TK, verzonden d.d. 25 april 2006. |
A. OVERZICHT VAN DE MOTIES RUIMTELIJKE ORDENING
Omschrijving | Kamerstuknummer | Stand van Zaken |
---|---|---|
Verzoek om niet met nadere voorstellen te komen voor de toedeling van RO bevoegdheden aan WGR+ gebieden. | PA [2-8-2006] Wet Ruimtelijke Ordening (28 916) | Motie wordt meegenomen in de Invoeringswet, die voor advies naar de Raad van State is gestuurd d.d. 10 juli 2006 |
Verzoekt de regering een onderzoek te doen naar de integratie van sectorwetgeving (bv Tracéwet) in de Wro, de voor- en nadelen op een rij te zetten en een stappenplan te maken. | PA [2-8-2006] Wet Ruimtelijke Ordening (28 916) | De resultaten van het onderzoek zullen naar verwachting eind derde kwartaal/4e kwartaal 2006 aan de TK worden aangeboden |
In samenwerking met kennisinstellingen opstellen van een integrale langetermijnvisie en een daar- aan gekoppelde strategie waarin de langetermijnopgaven voor de nationale stedelijke netwerkenen de Randstad in het bijzonder worden opgenomen. | PA [17-1-2006] PKB Nota Ruimte | Project Strategische Agenda Randstad 2040 is in april 2006 van start gegaan. Eind 2006 of uiterlijk maart 2007 worden de beide Kamers geïnformeerd |
Verzoekt de regering, uit de knelpuntenpot binnen het impulsbudget van het ISV-2 volgend jaar 4 mln beschikbaar te stellen voor het herstructu- reringsproject Hart van Zuid te Hengelo. | TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 52 | Afgedaan met: UB [28-10-2005] Tweede Voortgangsrapportage Budget Investeringen Ruimtelijke kwaliteit |
De motie-Hermans over de beoordeling van de ICES/ICRE. | TK 2005–2006, 30 300 XI, nr. 48 | Afgedaan met: Brief Ministerie van Economische Zaken aan TK verzonden, kamerstuknummer 30 300 XI, nr. 80 |
Motie Witteveen-Hevinga Verzoekt de regering «duurzaam sociaal economisch ontwikkelingsperspectief» als beslissing van wezenlijk belang aanmerken; en verzoekt de regering voorstellen te doen voor uitwerking en voorstel voor oprichting Waddenduurzaamheidsmaatschappij. | TK 2001–2002, 26 431, nr. 51 | Afgedaan met: UB [12-05-2006] aangepast deel 3 van de Derde Nota Waddenzee |
Motie Witteveen-Hevinga Verzoekt de regering een samenhangend veiligheidsplan te ontwikkelenen dat in het begin van de komende kabinets-periode aan de Kamer voor te leggen. | TK 2001–2002, 26 431, nr. 51 | Afgedaan met: UB [12-05-2006] aangepast deel 3 van de Derde Nota Waddenzee |
Motie Witteveen-HevingaVerzoekt de regering in hoofdstuk 3.2 Ruimte voor menselijke activiteiten,onderdeel k, diepe delfstoffen, de volgende teksten met de status«uitspraken van wezenlijk belang» te schrappen: «Er mogen in de Waddenzee geen proefboringen........worden weggenomen.» Deze teksten te vervangen door: «In het Waddengebied zijn nieuwe gasmijnbouwactiviteiten met mogelijke invloed op de Waddenzee uitgesloten», met de status van «beslissing van wezenlijk belang». | TK 2001–2002, 26 431, nr. 53 | Afgedaan met: UB [12-05-2006] aangepast deel 3 van de Derde Nota Waddenzee |
Motie Witteveen-Hevinga Nodigt de regering uit aan het bureau Duurzame Energie te verzoeken om een zogenaamde energiescan te maken, opdat alle potenties voor een duurzame energiehuishouding maximaal worden benut en kunnen worden geïntegreerd in door het gebied reeds genomen initiatieven; verzoekt de regering voorts op basis hiervan een gezamenlijk plan van aanpak samen te stellen en de Kamer daarover vóór eind dit jaar te rapporteren. | TK 2001–2002, 26 431, nr. 26 | Afgedaan met: UB [12-05-2006] aangepast deel 3 van de Derde Nota Waddenzee |
Motie Witteveen-Hevinga Verzoekt de regering om samen met de betrokken gemeenten een plan van aanpak te ontwikkelen waarmee openstelling van vuurtorens behouden blijft of hernieuwde opening bevorderd wordt. | TK 2001–2002, 26 431, nr. 27 | Afgedaan met: UB [12-05-2006] aangepast deel 3 van de Derde Nota Waddenzee |
Motie Witteveen-Hevinga Verzoekt de regering voorts, aan de eerste alinea van onderdeel p «Visserij» op pagina 20 toe te voegen als beslissing van wezenlijk belang: «en duurzame geïntegreerde visserij. Daartoe wordt een laagdrempelig vergunningensysteem ontworpen». | TK 2001–2002, 26 431, nr. 54 | Afgedaan met: UB [12-05-2006] aangepast deel 3 van de Derde Nota Waddenzee |
Motie Witteveen-Hevinga Verzoekt de regering onderzoek te doen naar alternatieve vormen van werkgelegenheid op Vlieland, waaronder de plaatsing van simulatoren ten behoeve van militaire opleidingsactiviteiten, sleepdienstactiviteiten, uitbreiding van werkzaamheden met betrekking tot natuurbehoud en met een plan terzake te komen. | TK 2001–2002, 26 431, nr. 29 | Afgedaan met: UB [12-05-2006] aangepast deel 3 van de Derde Nota Waddenzee |
Motie Luchtenveld Verzoekt de regering, in afwachting van het op te stellen convenant tussen Rijk, Waddenprovincies en gemeenten, af te zien van een capaciteitsbeleid en slechts een capaciteitsbeleid in werking te stellen indien een convenant in 2004 niet tot stand zou zijn gekomen. | TK 2001–2002, 26 431, nr. 56 | Afgedaan met: UB [12-05-2006] aangepast deel 3 van de Derde Nota Waddenzee |
Motie Luchtenveld Verzoekt de regering op korte termijn in overleg te treden met de regeringen van Denemarken en Duitsland teneinde voorstellen te doen voor een verdere onderlinge afstemming van beleid en het tot stand brengen van een internationaal afwe- gingskader voor de Waddenzee, en daarbij de commissie-Nijpels, die het Wadden Sea Forum voorbereidt, te betrekken. | TK 2001–2002, 26 431, nr. 30 | Afgedaan met: UB [12-05-2006] aangepast deel 3 van de Derde Nota Waddenzee |
Moti Witteveen-Hevinga Verzoekt de regering de PKB-tekst zodanig aan te passen dat het rapen van oesters ten behoeve van kleine restaurants/eetgelegenheden in het Wad- dengebied op beperkte schaal toegestaan is. | TK 2001–2002, 26 431, nr. 50 | Afgedaan met: UB [12-05-2006] aangepast deel 3 van de Derde Nota Waddenzee |
Motie Van Wijmen Verzoekt de regering de tekst van de PKB (deel 3, blz. 11, vierde bolletje) tewijzigen als volgt: «de landschappelijke kwaliteiten; met name rust, weidsheid, open horizon, natuurlijkheid en duisternis» | TK 2001–2002, 26 431, nr. 41 | Afgedaan met: UB [12-05-2006] aangepast deel 3 van de Derde Nota Waddenzee |
Luchtenveld Verzoekt de regering met de commissie-Nijpels in overleg te treden teneinde te bezien of opstellen van een duurzaam sociaal-economisch ontwikke- lings-perspectief in internationaal kader kan plaatsvinden als onderdeel van de door de com- missie op te stellen rapportage ten behoeve van de internationale Waddenconferentie. | TK 2001–2002,26 431, nr. 31 | Afgedaan met: UB [12-05-2006] aangepast deel 3 van de Derde Nota Waddenzee |
Motie Luchtenveld Verzoekt de regering met de commissie-Nijpels in overleg te treden teneinde te bezien of opstellen van een duurzaam sociaal-economisch ontwikke- lings-perspectief in internationaal kader kan plaatsvinden als onderdeel van de door de com- missie op te stellen rapportage ten behoeve van de internationale Waddenconferentie. | TK 2001–2002, 26 431, nr. 32 | Afgedaan met: UB [12-05-2006] aangepast deel 3 van de Derde Nota Waddenzee |
Motie Augusteijn-Esser Verzoekt de regering, in de blauwe tekst van de PKB onder q. MilitaireActiviteiten op te nemen: verminderingsdoelstelling militaire activiteiten en onderzoek naar verminderen/beëindigen militaire activiteiten na 2010. | TK 2001–2002, 26 431, nr. 58 | Afgedaan met: UB [12-05-2006] aangepast deel 3 van de Derde Nota Waddenzee |
Motie Augusteijn-Esser Verzoekt de regering de PKB tekst op blz. 18 zodanig te wijzigen dat de eerste alinea onder l. Windturbines, als volgt luidt: «Er mogen in de Waddenzee geen windturbines worden geplaatst.» | TK 2001–2002,26 431, nr. 59 | Afgedaan met: UB [12-05-2006] aangepast deel 3 van de Derde Nota Waddenzee |
Motie Luchtenveld Verzoekt de regering de blauwe tekst op pagina 17, onder B, te vervangen door: «Er mogen geen nieuwe haven- en bedrijventerreinen worden aangelegd in of direct grenzend aan de Waddenzee. Bestaande haven- en bedrijventerreinen direct grenzend aan de Waddenzee dienen bij voorkeur landinwaarts te worden uitgebreid. Met toepassing van het afwegingskader en onder de voorwaarde dat het Balgzand onaangetast blijft, kan een uitzondering voor zeewaartse uitbreiding bij Den Helder worden gemaakt. Dit maakt ten minste de verplaatsing van de aanlegsteigers van de veerdienst naar Texel mogelijk». | TK 2001–2002, 26 431 XI, nr. 33 | Afgedaan met: UB [12-05-2006] aangepast deel 3 van de Derde Nota Waddenzee |
Motie Van der Steenhoven Verzoekt de regering de tekst over verplaatsing naar De Kooy volledig te schrappen. | TK 2001–2002, 26 431, nr. 60 | Afgedaan met: UB [12-05-2006] aangepast deel 3 van de Derde Nota Waddenzee |
Motie Van der Ham, Atsma, Slob, Van der Staaij Verzoekt de regering € 800 miljoen in te zetten voor het Waddenfonds. | TK 2004–2005, 29 684, nr. 13 | Afgedaan met: UB [23-06-2005] Voortgangsrapportage Waddendossiers |
Moie Van der Staaij, van der Ham, Slob, Snijder-Hazelhoff, Samsom Verzoekt de regering vóór 1 maart 2005 met een nieuwe structuur op hoofdlijnen te komen, waarin een concreet standpunt wordt ingenomen over de voorstellen van de commissie Meijer hierover, en de TK hierover te informeren. | TK 2004–2005, 29 684 , nr. 15 | Afgedaan met: UB [21-12-2005] Voortgangsrapportage waddendossier |
Motie over onderzoek naar omkering van de bewijslast bij handhavingsbeleid bij aanpak van permanente bewoning van vakantiewoningen. | TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 115 | Afgedaan met: UB [30-06-2005] Nadere informatie n.a.v. het Verslag Algemeen Overleg over Bewoning recreatiewoningen d.d. 19 april 2005 |
Motie over voorrang geven door provincies en gemeenten aan oplossen van tekorten in reguliere woningvoorraad. | TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 116 | Afgedaan met: UB [30-06-2005] Nadere informatie n.a.v. het Verslag Algemeen Overleg over Bewoning recreatiewoningen d.d. 19 april 2005 |
Motie over een persoonsgebonden gedoogbeschikking voor bewoners die permanent in een recreatiewoning willen wonen. | TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 120 | Afgedaan met: UB [29-11-2005] Reactie op de motie Veenendaal c.s. en de ouderenregeling recreatiewoningen |
Stelt vast dat de middelen uit het Waddenfonds voor minimaal de helft dienen te worden aange- wend voor projecten ter versterking van een duurzame economische ontwikkeling en voor het resterende deel voor versterking van de ecologie van het Waddengebied. | TK 2005–2006, 30 300 XIV, nr. 36 | Afgedaan met: UB [21-12-2005] Voortgangsrapportage waddendossier |
De motie-De Krom/Spies over het in kaart brengen van de voor- en nadelen van een volledige ontkoppeling tussen luchtkwaliteitsnormen en ruimtelijke ordeningsplannen. | TK 2005–2006, 30 300 XI, nr. 52 | Afgedaan met: UB [28-04-2006] Aanbieding nog toegezegde notities m.b.t. luchtkwaliteit |
Verzoekt de regering de Staten-Generaal te voorzien van haar lange termijninvesteringsstrategieën die rekening houden met de zeer lange voorbereidingstijd van grote nationale investeringen, indien nodig verkend met scenario’s, vertaald in aanzetten voor beleidsontwikkeling op korte en middellange termijn en vergezeld van een priori- tering van de investeringen op basis van een objectief en integraal beoordelingskader | 85 093 | Afgedaan met: UB [08-11-2005] Uitwerking motie XXI-C |
B. OVERZICHT VAN DE TOEZEGGINGEN RUIMTELIJKE ORDENING
Omschrijving | Kamerstuknummer | Stand van Zaken |
---|---|---|
BIRK: inspannen om extra middelen te genereren. | PA [16-11-2005] Begrotingsbehandeling VROM: eerste termijn bewindslieden/tweede en volgende termijnen. | Het Kabinet besluit naar verwachting in aug./sept. 2006 op hoofdlijnen over de inzet van FES-middelen. |
De Kamer krijgt een overzicht van de problemen en de oplossingen betreffende de ontsluiting van de vinexlocaties door openbaar vervoer. | PA [27-9-2005] Herstructurering en de woningbouwproductie (27 562, nrs. 5 en 6; 30 136, nrs. 1-3; 30 175, nr. 7;29 800 XI, nr. 133.) | De Evaluatie Vinex loopt. In het najaar 2006 zal de Tweede Kamer hierover geïnformeerd worden. |
Wet- en regelgeving RO: uiterlijk 31 dec 2006 publicatie in staatsblad: nieuwe wro, de GEX en zo mogelijk ook invoeringswet Wro (indien medewerking TK/EK) Wet voorkeursrecht gemeenten in loop van 2007. | PA [16-11-2005] Begrotingsbehandeling VROM: eerste termijn bewindslieden/tweede en volgende termijnen. | De WRO is inmiddels bij de Eerste Kamer ingediend. De GEX kan snel na het zomerreces 2006 naar de Eerste Kamer worden gestuurd. |
In vervolg op toezegging aan Tweede Kamer zegt minister toe om de 2 jaar te rapporteren over de verdere stand van zaken (uitvoeringsagenda). De Kamer krijgt een nulmeting. | PA [17-1-2006] PKB Nota Ruimte | De doebereikingsmonitor Nota Ruimte is gereed. De Uitvoeringsagenda Nota Ruimte 2006 zal medio september 2006 aan de Tweede Kamer worden aangeboden. |
Nota Ruimte buitendijkse gebieden Medio 2005 komt het Rijk met een uitwerking in de vorm van een beleidslijn buitendijkse gebieden. | NO Nota RuimteTK 2004–2005, 29 435, nr. 105 | Beleidslijn Grote rivieren is in feburari 2006 aan de Kamer aangeboden. De beleidslijn Meren & Delta’s zal voor het eind van het jaar (2006)aan de Kamer worden aangeboden. |
De minister heeft toegezegd een overzicht te verstrekken van geldstromen richting Noord Nederland. | PA [1-6-2006] Hoofdlijnendebat Structuurvisie Zuiderzeelijn | De Kamer wordt hierover in oktober 2006 geïnformeerd gelijktijdig met de overige toezeggingen uit het Zuiderzeelijn debat. |
Verplichting voor Rijk/provincies/gemeenten om bij de voorbereiding van structuurvisies in overleg te treden met watersysteembeheerders. Dit dient geregeld te worden in de nieuwe Bro. | PA [8-2-2006] Wet Ruimtelijke Ordening (28 916) | De toezegging zal worden meegenomen in het Bro traject dat eind 2007 zal zijn afgerond. |
Voorziening treffen voor regelmatig terugkerende zomer-/schutters- en oogstfeesten in het nieuwe Bro. | PA [8-2-2006] Wet Ruimtelijke Ordening (28 916) | Deze toezegging zal worden meegenomen in het Bro traject dat eind 2007 zal zijn afgerond. |
Na 2 jaar evalueren van de planschaderegeling, uit de nieuwe Wro, in het bijzonder het percentage eigen risico van 2% (indien onvoldoende dient het percentage te worden aangepast). | PA [8-2-2006] Wet Ruimtelijke Ordening (28 916) | Evaluatie zal plaatsvinden twee jaar na inwerkingtreding van de nieuwe WRO. |
Bij de invoeringswet Wro bezien in hoeverre het (procedurele) verschil in planschadeclaims tussen de Tracéwet en de nieuwe Wro kan worden wegnomen. | PA [8-2-2006] Wet Ruimtelijke Ordening (28 916) | De Invoeringswet Wro is voor advies aan de Raad van State verzonden, d.d. 10 juli 2006. |
Actieve informering van betrokken ambtenaren en bestuurders uit het land, ook voor wat betreft de figuur van de beheersverordening. | PA [8-2-2006] Wet Ruimtelijke Ordening (28 916) | Wordt meegenomen in de invoeringsbegelei- ding Nieuwe Wro in 2007. |
De minister zal navraag doen naar het inzicht in het grondcontract van Meerstad. | PA [17-1-2006] PKB Nota Ruimte | De Eerste Kamer wordt hierover geïnformeerd in het Memorie van Antwoord m.b.t. de WRO, welke in augustus 2006 wordt toegestuurd. |
De minister zal Eerste Kamer een voorstel sturen over het Pamflet boundaries of space. | PA [17-1-2006] PKB Nota Ruimte | Het debat over het Pamflet Boundaries of Space heeft op 16 juni 2006 plaatsgevonden. Zodra het verslag van dit debat is ontvangen zal de Tweede Kamer hierover worden geïnformeerd. Dit zal na het zomerreces 2006 zijn. |
Informeren Tweede Kamer over Agenda Gebiedsontwikkeling2006. | UB [23-12-2005] Schriftelijke reactie op het Rapport «Ontwikkel Kracht!», eindrapport van de Adviescommisie Gebiedsontwikkeling, november 2005 | De voortgangsrapportage PPS is door het Ministerie van Financien in juni 2006 naar de Tweede Kamer gestuurd. Via deze rapportage is de Kamer geïnformeerd over de hoofdlijnen van de Agenda Gebiedsontwikkeling 2006. In het najaar 2006 wordt de geactualiseerde uitvoeringsagenda aan de Kamer aangeboden, hierin wordt ingegaan op de Agenda 2006. |
Op basis van prospectus, standpuntbepaling tracé/MER, kosten-baten analyse en beschikbare risicoanalyses een besluitvormingsmoment aan de kamer voorgelegd over NSP Amsterdam Zuidas. | PA [15-6-2005] Project Amsterdam ZuidasTK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 102 ennr. 121) | Besluitvorming in Ministerraad is voorzien in september 2006. Stukken worden dan vervol- gens naar de Tweede Kamer gestuurd. |
Bij de verdeling van FES-middelen in het kabinet zal volgens de Minister van VROM voorrang moeten worden verleend aan nationaal profilerende projecten. | UB [23-12-2005] Schriftelijke reactie op het Rapport «Ontwikkel Kracht!», eindrapport van de Adviescommisie Gebiedsontwikkeling, november 2005 | Het kabinet besluit naar verwachting in augustus/september 2006 op hoofdlijnen over de inzet van FES-middelen. |
De minister heeft toegezegd voorafgaand aan het aanbieden van het prospectus Zuidas een technische briefing te verzorgen over onder andere de rekenexercitie en de financiele methode. | PA [18-5-2006] Voortgangsrapportage Nieuwe Sleutelprojecten 2006 | De technische briefing wordt naar verwachting gehouden op 16 oktober 2006. |
Brief over de financiële situatie van Architectuur Lokaal en de noodzaak van instellingen voor het voltooien van architectuurbeleid. | PA [1-9-2005] Actieprogramma Ruimte en Cultuur (30 081, nr. 1) | Het antwoord aan de Tweede Kamer heeft vertraging opgelopen door dat nadere afstemming noodzakelijk was tussen VROM en OCW. De verwachting is dat augustus/september 2006 de brief aan de Tweede Kamer wordt aangeboden. |
Brief met advies van het College van Rijksadviseurs m.b.t. de visie op architectuur- en belvederebeleid en de kabinetsreactie daarop | PA [1-9-2005] Actieprogramma Ruimte en Cultuur(TK 30 081, nr. 1) | 19 juni 2006 is het advies van het College van Rijksadviseurs uitgereikt aan Staatssecretaris van OCW. Het kabinetsstandpunt wordt opgesteld en naar verwachting september/oktober 2006 aan de Kamer aangeboden. |
De minister zal de Tweede en Eerste Kamer op de hoogte houden van de voortgang van het «Adap- tatieprogramma Ruimte en Klimaat» bij de behandeling van de VROM begroting en tussen- tijds in 2007, wanneer een tussenrapportage aan de Tweede Kamer zal worden aangeboden. | UB [8-11-2005] Uitwerking motie XXI-C | De Tweede Kamer zal in het derde kwartaal 2006 geïnformeerd worden over het Adap- tatieprogramma Ruimte en Klimaat via de kabinetsreactie op het WRR advies «Klimaatstrategie – tussen ambitie en realisme» dat juni 2006 is uitgebracht. |
Pilot Limburg. VROM neemt deel aan de klank- bordgroep van de pilot onder verantwoordelijkheid van de provincie Limburg. | AO Grondbeleid 1 februari 2005 | Het voortouw voor het uitvoeren van de pilot ligt bij de provincie Limburg. |
PEC Bouwnijverheid. Toegezegd wordt dat er een apart debat over grondbeleid zal volgen: o.a. concurrentiebevordering e.d. Voor einde 2003 zullen onderzoeken naar bevorderen concurrentie op ontwikkelingslocaties naar de Kamer gestuurd worden. | 17-04-03Handelingen II 2002–2003, nr. 64, p. 3815–3859 | Afgedaan met: TK 27 581, nr. 19H d.d. 25 oktober 2004. |
Waddenfonds. De TK ontvangt medio 2005 een notitie van de Minister van VROM over het Waddenfonds. | AO hoofdlijnen Waddenzee-beleid | Afgedaan met: UB [23-06-2005] Voortgangsrapportage Waddendossiers. |
Waddenfonds. In de Ministerraad worden de mogelijkheden voor het verhogen van de investeringen in het Waddenfonds besproken. | AO Hoofdlijnen Waddenzeebeleid | Afgedaan met: UB [23-06-2005] Voortgangsrapportage Waddendossiers. |
Structuurschema II Militaire Terreinen De Minister van VROM en de Staatssecretaris van Defensie hebben toegezegd, gezamenlijk met de regio, naar een oplossing te zoeken voor de bouwbeperkin- gen die de z.g. «obstakelvrije vlakken» voor het militaire luchtvaartterrein bij Eindhoven geeft in bestaande plannen voor de stedelijke ontwikkeling aldaar. | AO Tweede Structuurschema Militaire TerreinenTK 2004–2005, 28 114 nr. 9 | Afgedaan met: Brief van stas Defensie en minister VROM aan TK verzonden d.d. 2 november 2005. (TK 28 114, nr. 16). |
PKB Waddenzee. De Minister van VROM streeft ernaar voor het kerstreces een aangepaste versie PKB deel 3 Waddenzee naar de kamer te sturen. | AO hoofdlijnen Waddenzee-beleidTK 2004–2005, 29 684 nr. 26 | Afgedaan met: UB [23-06-2005] Voortgangsrapportage Waddendossiers. |
Wetsontwerp Waddenfonds. In de loop van 2005 is het wetsontwerp Waddenfonds gereed. Deze wordt voorzien van een investerings- en uitvoe- ringsplan (opgesteld in overleg met regionale bestuurders) en dit komt uiterlijk voor het zomerreces 2005 naar de Tweede Kamer | AO hoofdlijnen Waddenzee-beleidTK 2004–2005, 29 684 nr. 26 | Afgedaan met: UB [23-06-2005] Voortgangsrapportage Waddendossiers. |
GrondbeleidNR-moties. Bij de schriftelijke beantwoording van de NR-moties zal de minister ingaan op grondbeleidrelevante (onderdelen van deze) moties. | AO GrondbeleidKamerstukken n.n.b. | Afgedaan met: Brief aan TK d.d. 4-2-2005 (TK 2004–2005, 29 435, nr. 104). |
Nota RuimteStankregelgeving. De Minister van VROM zegt toe samen met LNV te bezien in hoeverre benutting bestaande bebouwing wordt beperkt door regelgeving en met de provincies een en ander nader te bezien. | NO Nota RuimteTK 2004–2005, 29 435, nr. 105 | Afgedaan met: UB [10-03-2006] Brief n.a.v. hoofdlijnendebat wetsvoorstel geurhinder en veehouderij. |
Nota RuimteZuidvleugel/Zuidplaspolder De Minister van VROM zegt toe de TK regelmatig te informeren over de voortgang van de projecten Zuidvleugel en Zuidplaspolder. | NO Nota Ruimte TK 2004–2005, 29 435, nr. 105 | Afgedaan met: UB [26-04-2006] Voortgangsrapportage programma’s Nota Ruimte. |
De Kamer ontvangt van de Staatssecretaris V&W en Staatssecretaris van VROM een brief met een tijdpad en alle te zetten stappen (inclusief een eventueel Nimby-besluit van kabinet) die moeten leiden tot het uiterlijk in 2007 in een winningsfase brengen van de ontgrondingen Over de Maas en Geertjesgolf. | AO Voortgangsrapportage Afbouw Regierol kabinet bij bouwgrondstoffenvoorziening, 29 maart 2005 | Afgedaan met: Brief van Ministerie van V&W aan TK d.d. 26-09-2005. |
Een belangrijk deel van de moeilijkheden die ontstaan door de Vogel- en Habitatrichtlijn (VHR) zijn te wijten aan een slordige werkwijze. Het kabinet wil correcte toetsing aan VHR bevorderen en zal andere overheden hiertoe handreikingen geven. | AO Voortgangsrapportage Afbouw Regierol kabinet bij bouwgrondstoffenvoorziening, 29 maart 2005 | Afgedaan met: De Handreiking staat op de internet-site van het Ministerie van LNV. |
Rijksgrondbedrijf: de minister zal de Kamer informeren over de ontwikkeling richting een rijksgrondbedrijf. | AO Grondbeleid 1 februari 2005 | Brief aan TK van Ministers Financiën en VROM is verzonden d.d. 15-9-2005.TK 2004–2005, 27 581, nr. 23 |
Rijksgrond vliegbasis Twente: de minister zal de Kamer informeren over hoe het Rijk omgaat met het eventueel afstoten van rijksgrond vliegbasis Twente en Europese regelgeving m.b.t. staatssteun. | AO Grondbeleid 1 februari 2005 | Afgedaan met: TK 2004–2005, 27 581, nr. 23 dd. 29 september 2005. |
Adviescie Gebiedsontwikkeling: z.s.m. standpunt innemen over aanbevelingen en TK informeren. | PA [16-11-2005] Begrotingsbehandeling VROM: eerste termijn bewindslieden/tweede en volgende termijnen. | Afgedaan met: UB [23-12-2005] Schriftelijke reactie op het Rapport «Ontwikkel Kracht!», eindrapport van de Adviescommisie Gebiedsontwikkeling, november 2005. |
Begin 2006 wordt de kamer geïnformeerd over woningbouwafspraken en woningbouwprognoses voor Flevoland, in samenhang met onder andere de aansluiting op het openbaar vervoer en financiering. | PA [27-9-2005] Herstructurering en de woningbouwproductie (TK 27 562, nr. 5 en 6; 30 136, nr. 1-3; 30 175, nr. 7;29 800 XI, nr. 133.) | Afgedaan met: UB [26-04-2006] Voortgangsrapportage programma’s Nota Ruimte. |
Nota Grondbeleid. De Staatssecretaris van VROM zegt toe te bezien welke mogelijkheden er bestaan om de administratieve lasten bij een grondexploi- tatievergunning zoveel als mogelijk te beperken. | TK 2000–2001, 27 581, nr. 10 | Wetsvoorstel wijziging van de wet RO inzake grondexploitatie. 30 218, nr. 1–5 (2004–2005), d.d. 13 september 2005. |
Nota Grondbeleid. De Staatssecretaris van VROM streeft ernaar in 2001 met een eerste proeve van een grondexploitatievergunning te komen, waarop maatschappelijk kan worden gereageerd. | TK 2000–2001, 27 581, nr. 10 | Wetsvoorstel wijziging van de wet RO inzake grondexploitatie. 30 218, nr. 1–5 (2004–2005), d.d. 13 september 2005. |
Nota Grondbeleid. De staatssecretaris zegt toe dat zaken als sociale huur, sociale koop en dubo worden toegevoegd aan de voorwaarden van de brede exploitatievergunning. Dit kan geregeld worden met een Kwalitatief Locatieplan (KLP). Dit zal goed moeten worden afgestemd met de herziening WRO. | TK 2000–2001, 27 581, nr. 10 | Wetsvoorstel wijziging van de wet RO inzake grondexploitatie. 30 218, nr. 1–5 (2004–2005), d.d. 13 september 2005. |
Waddenzee. De Minister van VROM zal in contact treden met de Raad voor de Wadden over de betrokkenheid bij het onderwerp bestuurlijke organisatie van het waddengebied. | AO hoofdlijnen Waddenzeebeleid Kamerstukken n.n.b. | Afgedaan met: mondeling overleg met de Raad voor de Wadden op 5 juli 2005. |
Wetsvoorstel Vaststelling Begrotingsstaat ’03. De minister kondigt aan dat de gemeente bij het verlenen van een grondexploitatievergunning ook aandacht moet besteden aan de sociale sector. Bekeken moet worden hoe er op dit gebied stappen vooruit kunnen worden gemaakt. Dit wordt uitgewerkt | 21-11-02 TK 24–1681 | Afgedaan met wetsvoorstel nummer 30 218, nr. 1–5, 2004–2005, d.d. 13 september 2005. |
GrondbeleidGrondexploitatiewet. Afhankelijk van het advies RvS gaat wetsvoorstel Grondexploitatiewet vóór de zomer 2005 naar de TK. De kostensoortenlijst zal vroegtijdig openbaar worden gemaakt. | AO Grondbeleid van 1 februari 2005 | Afgedaan met: Wetsvoorstel wijziging van de wet RO inzake grondexploitatie. 30 218, nr. 1–5 (2004–2005), d.d. 13 september 2005. |
De minister zal bij haar schriftelijke beantwoording van de moties Nota Ruimte (eind deze week) ingaan op de vragen over de moties die door de leden naar voren zijn gebracht (o.a. de motie Geluk). | AO Grondbeleid 1 februari 2005 | Afgedaan met: Brief aan TK verzonden d.d. 12 april 2005, (29 435, nr. 153). |
De minister zal terugrapporteren na haar bezoek aan Twente (in verband met bestaande locale twijfels over wijze van afstoten luchthaventerrein en bedrag wat daarmee gepaard gaat). | AO Grondbeleid 1 februari 2005 | Afgedaan met: Brief aan TK, verzonden 9 juni 2005 (29 800 X, nr. 100). |
De TK ontvangt in het eerste kwartaal van 2005 een brief van de Minister van VROM over het vervolgtraject van de PKB Waddenzee. | AO Waddenzeebeleid 10 februari 2005 | Afgedaan met: UB [23-06-2005] Voortgangsrapportage Waddendossiers. |
De minister zal standpunt formuleren met betrekking tot het Deense model, naar aanleiding van onderzoek. Voor standpuntbepaling vindt bestuurlijk overleg plaats met VNG en IPO en ANWB, Recron en de Belangen Vereniging Vrij Wonen en het LOPW. | UB [30-6-2005] Nadere informatie n.a.v. het Verslag Algemeen Overleg over Bewoning recreatiewoningen d.d. 19 april 2005 | Afgedaan met: UB [29-11-2005] Reactie op de motie Veenendaal c.s. en de ouderenregeling recreatiewoningen. |
Informeren kamer over nadere uitwerking bestuurlijke organisatie Waddenzeebeleid. | UB [23-6-2005] Voortgangsrapportage Waddendossiers | Afgedaan met: UB [21-12-2005] Voortgangsrapportage waddendossier. |
Aangepast deel 3 PKB Waddenzee aanbieden aan de Tweede Kamer. | UB [23-6-2005] Voortgangsrapportage Waddendossiers | Afgedaan met: UB [12-05-2006] aangepast deel 3 van de Derde Nota Waddenzee . |
Aanbieden investeringsplan Waddenfonds. | UB [23-6-2005] Voortgangsrapportage Waddendossiers | Afgedaan met: UB [21-12-2005] Voortgangsrapportage waddendossier. |
De positie van VROM bij het opstellen van structuurvisies van het kabinet zal nader worden geëxpliciteerd. | PA [7-6-2005] Rapport Tijdelijke Commissie Infrastructuurprojecten (TCI) (28 852) | Afgedaan met: Brief aan TK van Minister van V&Wverzonden d.d. 17 juni 2005 (29 283, nr. 31). |
In een brief van het kabinet zal worden ingegaan op de door heer Hofstra geopperde Lex Specialis. | PA [7-6-2005] Rapport Tijdelijke Commissie Infrastructuurprojecten (TCI) (28 852) | Afgedaan met: Brief aan TK van Minister van V&W verzonden d.d. 17 juni 2005 (29 283, nr. 31). |
Uitvoeren Plan van Aanpak Structuurvisie Zuiderzeelijn. | PA [29-6-2005] Plan van aanpak structuurvisie Zuiderzeelijn | Afgedaan met: Brief van Minister van V&W en Minister van VROM aan TK verzonden d.d. 13 juni 2006 (27 658, nr. 22). |
De minister zal onderzoeken of er een wettelijke basis is voor een opvraagbare gedoogbeschik- king. | PA [8-2-2006] Permanente bewoning recreatiewoningen | Afgedaan met: UB [13-03-2006] Vervolg op het AO Recreatiewoningen van 8 februari jl. |
De minister stuurt actieplan. In actieplan wordt aangegeven hoe bestuurlijke druk kan worden uitgeoefend op gemeente om gedoogbeleid te formuleren. | PA [8-2-2006] Permanente bewoning recreatiewoningen | Afgedaan met: UB [13-03-2006] Vervolg op het AO Recreatiewoningen van 8 februari jl. |
De minister zal schriftelijk antwoorden op de vraag naar de rechtspositie van langkampeerders. | PA [8-2-2006] Permanente bewoning recreatiewoningen | Afgedaan met: UB [13-03-2006] Vervolg op het AO Recreatiewoningen van 8 februari jl. |
De minister zal voor de stemming schriftelijk reageren op amendement nr. 25. | PA [14-2-2006] Vervolg behandeling Wet Ruimtelijke Ordening | Afgedaan met: UB [20-02-2006] Wetsvoorstel Wet ruimtelijke ordening (28 916). |
De minister zal de Kamer voor de stemming schriftelijk informeren over de zienswijze van het kabinet t.a.v. twee moties, met de nrs. 29 en 30. | PA [14-2-2006] Vervolg behandeling Wet Ruimtelijke Ordening | Afgedaan met: UB [20-02-2006] Wetsvoorstel Wet ruimtelijke ordening (28 916). |
Voor de tweede termijn zal de minister schriftelijk reageren op enkele amendementen | PA [8-2-2006] Wet Ruimtelijke Ordening (28 916) | Afgedaan met: UB [13-02-2006] Tweede termijn behandeling wetsvoorstel Wet ruimtelijk ordening (28 916). |
PAO omgevingstoetsaanpak. | PA [1-11-2005] Initiatief voorstel van wet van lid Kant, houdende regels m.b.t. de bevordering van de aanleg en het behoud van buitenspeelruimte voor kinderen (wet buitenspeelruimte). (TK 28 996 nr. 1–5), tweede termijn | Afgedaan met: UB [14-04-2006] Beleidsbrief en beantwoording kamervragen buitenspeelruimte. |
De Minister zegt in reactie op de motie op stuk nr. 52 toe, het budgetrecht van de Kamer in acht te nemen en, mits op basis van een goed onderbouwd businessplan, voor het Hart van Zuid een bedrag toe te kennen van maximaal 4 mln en dit op te nemen in het uitvoeringsprogramma Nota Ruimte. | Verslag Algemeen Overleg d.d. 10 maart 2005 TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 112 | Afgedaan met: UB [28-10-2005] Tweede Voortgangsrapportage Budget Investeringen Ruimtelijke kwaliteit. |
In oktober 2005 zal de minster de toegezegde voortgangsrapportage Budget Investeringen Ruimtelijke Kwaliteit naar de kamer zenden. | UB [4-7-2005] Uitstel tweede Voortgangsrapportage Budget Investeringen Ruimtelijke Kwaliteit | Afgedaan met: UB [28-10-2005] Tweede Voortgangsrapportage Budget Investeringen Ruimtelijke kwaliteit. |
De Kamer ontvangt aanvullende financiële informatie voor zowel dok als dijk van NSP Amsterdam Zuidas. Hierin wordt uitleg gegeven over de financiering van de keersporen (V&W). In een gezamenlijke brief wordt tevens een onder- bouwing gegeven voor het oprichten van een onderneming Zuidasdok. | PA [15-6-2005] Project Amsterdam ZuidasTK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 102 ennr. 121) | Afgedaan met: Brief van Minister van Financiën en Minister van VROM aan TK verzonden, d.d. 5 september 2005 (TK 29 800 XI, nr. 138). |
De Tweede Kamer wordt begin 2006 geïnformeerd over de voortgang van de programma’s Nota Ruime, te weten de Zuidvleugel, de Noordvleugel en het Groene Hart. | Antwoord op schriftelijke kamervragen VROM-begroting | Afgedaan met: UB [26-04-2006] Voortgangsrapportage programma’s Nota Ruimte. |
De Kamer wordt geïnformeerd over de resultaten van het Project Mainport Schiphol. | Antwoorden op schriftelijke kamervragen VROM-begroting | Brief van staatssecretaris van V&W, Ministers van VROM en EZ aan TK verzonden 16 december 2005 (TK 26 959, nr. 107) |
Nota RuimteBedrijventerreinen. Naar verwachting zal de Minister van VROM medio 2005 de Tweede Kamer op de hoogte stellen van de nieuwe bedrijventerreinprognose. | NO Nota RuimteTK 2004–2005, 29 435, nr. 105 | Afgedaan met: Brief van Ministers van VROM en EZ aan TK verzonden d.d. 9 mei 2006 (27 581, nr. 23) |
Zodra meer informatie beschikbaar is over de studie naar het Rijksgrondbedrijf (meer gebiedsgericht maken) in relatie tot de ontwikkelingsmogelijkheden van andere overheden, zal de minister hierop terugkomen. | AO Grondbeleid 1 februari 2005 | Afgedaan met: Brief van min Financiën en Min VROM aan TK verzonden d.d. 15 september 2005 (27 581, nr. 23) |
Tijdstip standpuntbepaling kabinet inzake de Commissie Alders (interbestuurlijk toezicht) aan de Kamer berichten, als anders dan voor zomer 2006. | PA [8-2-2006] Wet Ruimtelijke Ordening (28 916) | Afgedaan met: Brief BZK d.d. 31-05-2006,TK 30 300 VII, nr. 65 |
A. OVERZICHT VAN DE MOTIES RIJKSHUISVESTING
Omschrijving | Kamerstuknummer | Stand van Zaken |
---|---|---|
Verzoekt de regering onderzoekte doen naar andere methoden van aanbesteding, waarbij zowel een betere marktwerking als een betere projectbeheersing wordt bereikt, en daarbij concrete voorstellen te doen, en daarbij gebruik te maken van ervaringen elders, ook in het buitenland, en daarover de Kamer te rapporteren voor 1 juli 2004. over onderzoek naar andere methoden van aanbesteding. | TK 28 244, nr. 44 | Afgedaan met: UB [17-01-2006] Motie van het lid Hofstra c.s. |
Het nieuwe stelsel in zijn totaliteit te evalueren op een tijdstip bij voorkeur per 1 januari 2004 en bij de evaluatie nadrukkelijk aandacht besteden aan de marktanaloge aanpak en de «gedwondgen winkelnering» van departementen. | TK 25 449, nr. 8 | Afgedaan met: UB [04-07-2005] Evaluatie stelselherziening rijkshuisvesting. |
De motie-Van Gent/Veenendaal over pilotprojecten inzake definitieve herbestemming van rijksgebouwen | TK 30 300 XI, nr. 43 | Afgedaan met: Tekst van de motie is gewij- zigd. TK 30 300 XI, nr. 64. |
De Kamer verzoekt leegstaande rijkskantoorpanden, zolang er geen definitieve bestemming voor is, op korte termijn beschikbaar te stellen voor tijdelijke bewoning op basis van de Leegstandswet en verzoekt in een aantal pilot-projecten over te gaan tot herbestemming van rijksgebouwen. | PA [16-11-2005] Begrotingsbehandeling VROM: eerste termijn bewindslieden/tweede en volgende termijnen. | Afgedaan met: UB [16-06-2006] Plan van aanpak Transformeren van kantoren in woonruimte |
B. OVERZICHT VAN DE TOEZEGGINGEN RIJKSHUISVESTING
Omschrijving | Kamerstuknummer | Stand van Zaken |
---|---|---|
03-06-2004 In antwoord op kamervragen van de heer De Wit (SP) over de brand in het Catshuis op 15 mei 2004 wordt toegezegd dat de Kamer uiteraard zo spoedig mogelijk nader geïnformeerd wordt over de uitkomsten van het strafrechtelijk onderzoek. | TK 2003-2004 Aanhangsel p. 3545 | Afgedaan met: De uitspraak in de strafzaak tegen De Goede Schilders BV en de antwoor- den op nieuwe kamervragen van de heer De Wit. |
Alle vijf beoogde locaties voor vestiging crèche in Kamergebouw afgewezen: Commissievoorzitter Buijs zal ervoor zorgen dat de minister een kopie van de brief van het presidium krijgt (via Hofstra) en zij zal er vervolgens op reageren. Eventueel voegt de Minister hier een advies aan toe hoe de regels voor vestiging van een crèche moeten worden toegepast. | AO Bouwregelgeving 28 september 2005 | Afgedaan met: De Tweede Kamer heeft inmiddels gekozen voor de perstoren als locatie van de creche. Daarmee vervallen de vergunningproblemen. De Kamer zal dus ook geen brief meer naar de minister sturen. |
Hoge Colleges van Staat De Kamer zal worden geïnformeerd over het onderzoek «... of en zo ja op welke Hoge Colleges van Staat de nieuwe aanpak van de rijkshuisvesting toegepast kan worden.» Het kabinet zal naar verwachting de Tweede kamer daarover in de loop van dit zittingsjaar informeren. | 24-02-98 TK, 1997–1998 | Afgedaan met: UB [04-07-2005] Evaluatie stelselherziening rijkshuisvesting (TK 25 449, nr. 11). |
PEC Bouwnijverheid Toegezegd wordt dat het integriteitsbeleid bij de Rgd aangescherpt zal worden. | 17-04-03Handelingen II 2002–2003, nr. 64, p. 3815–3859 | Afgedaan met: De Kamer is hierover geïn- formeerd in de Jaarverslagen van de afgelopen drie jaar. |
Toegezegd wordt een referentiebudget op te stellen voor de inrichting van de werkkamers van bewindslieden | TK 2003–2004, 29 200 XI, nr. 132 | Afgedaan met: Het opgestelde referentiebud- get zal worden gehanteerd bij de volgende kabinetswisseling |
De minister koerst erop aan het actieprogramma voor verbetering van het stelsel rijkshuisvesting rond de jaarwisseling naar de Kamer te zenden. | UB [10-10-2005] Actiepro- gramma voor verbetering stelsel rijkshuisvestiging | Afgedaan met: UB [19-01-2006] Actiepro- gramma verbetering van het Rijkshuisves- tingsstelsel «Sturen op efficiency en een- voud» |
De Kamer wordt voor de begrotingsbehandeling van 9 november 2005 nader schriftelijk geïnformeerd over de werking van het egalisatiefonds. | PA [2-11-2005] Begrotingsonderzoek VROM | Afgedaan met: UB [08-11-2005] Toezeggingen tijdens het Begrotingsonderzoekd.d. 2 november jl. |
De Kamer ontvangt een overzicht van de rijkskantoren die geschikt zijn voor huisvesting | PA [27-9-2005] Herstructurering en de woningbouwproductie (TK 27 562, nr. 5 en 6; 30 136, nr. 1–3; 30 175, nr. 7;29 800 XI, nr. 133.) | Afgedaan met: UB [07-11-2005] Mogelijkheden herbestemming overtollige rijksgebouwen tot woningen. |
De Kamer informeren over het onderzoek van de Rijksgebouwendienst naar mogelijkheden voor bewoning van kantoorpanden, waarbij o.a. wordt ingegaan op mogelijke versoepeling van de bouwregelgeving en de overdrachtsbelasting. | PA [21-6-2005] Onrechtmatige bewoning en illegale verhuur (VROM-04-93,29 357, nr. 22,29 800 XI, nr. 75 en107) | Afgedaan met: UB [07-11-2005] Mogelijkheden herbestemming overtollige rijksgebouwen tot woningen. |
A. OVERZICHT VAN DE MOTIES VROM INSPECTIE
Omschrijving | Kamerstuknummer | Stand van Zaken |
Over het verminderen van het rijkstoezicht op de gemeenten door de VI inzake M- en RO-taken. | TK 2004–2005, 29 800 XI, nr. 54 | Afgedaan met: Beleidsbrief handhaving, p. 3 die 30 mei 2005 naar de Tweede Kamer is verzonden. |
B. OVERZICHT VAN DE TOEZEGGINGEN VROM INSPECTIE
Omschrijving | Kamerstuknummer | Stand van Zaken |
---|---|---|
Gegaste containers | PA [7-6-2006] Handhaving (TK 30 300 XI, nr. 6, 77, 94, 110;20 300, nr. 13;22 343, nr. 128, 132, 130) | De staatssecretaris zal de Kamer na de zomer informeren over de voortgang in de afspra- ken met België en Duitsland over het level playing field. |
De Staatssecretaris van VROM is bereid de samenwerking tussen de overheden (SEPH’s) met een financiële bijdrage te ondersteunen vanuit VROM tot 2007. | PA [4-7-2005] Wijziging wet milieubeheer Hoofdstuk 18, en wet verontreiniging oppervlakte wateren (29 711) en handha- vingsstructuur (29 285) | In het Blom is afgesproken dat de provincies en het Rijk samen jaarlijks een bedrag van € 3,7 miljoen zullen bijdragen, waarvan het Rijk 55% voor zijn rekening neemt. Momenteel wordt de verdeling van de bijdrage van het Rijk tussen de betrokken departementen uitgewerkt. |
Er wordt een klanttevredenheidsonderzoek uitgevoerd onder bedrijven over de kwaliteit van de uitvoering van het toezicht door de inspectie. | PA [7-6-2006] Handhaving (TK 30 300 XI, nr. 6, 77, 94, 110; 20 300, nr. 13; 22 343, nr. 128, 132, 130) | De Minister heeft tijdens VAO Handhaving toegezegd dat het onderzoek extern wordt uitgevoerd en begin 2007 gereed zal zijn. |
Bij de evaluatie van de Wet handhavingsstructuur wordt bekeken wat de VROM-inspectie onder invloed van die wet heeft moeten laten liggen bij gebrek aan capaciteit. | PA [4-7-2005] Wijziging wet milieubeheer Hoofdstuk 18, en wet verontreiniging oppervlakte wateren (29 711) en handha- vingsstructuur (29 285) | Het evaluatieverslag moet twee jaar na de inwerkingtreding van de Wet handhandha- vingsstructuur worden uitgebracht. (3e kwartaal 2007). |
Bouwregelgeving: verantwoordelijkheid tijdens bouwproces Minister zegt toe met de bouwsector te overleggen over de coördinatie van het bouwproces (n.a.v. balkons Maastricht). | AO Handhaving V en RO 30 oktober 2003:TK 29 200 XI, nr. 66 | In diverse gremia vindt overleg met bouw- partijen over de verantwoordelijkheidsverde- ling plaats. De briefwisseling tussen VBWTN en VROM over de interpretatie van het Biab is afgerond. Een tweede element in de bevor- dering van de constructieve veiligheid is de afspraak om een aantal acties samen met de markt op een rij te zetten. De Betonvereni- ging is trekker van dit element en is bezig een Plan van Aanpak op te stellen. Wanneer het PvA gereed is, zal het aan de minister worden aangeboden. Daarna zal de Kamer hierover gerapporteerd worden. (Waarschijnlijk na het zomerreces 2006). |
De handhaving van de export van wit- en bruingoed (VI electronica-afvalproject) wordt, conform eerdere toezeggingen aan de Kamer, verbreed en verdiept. | PA [21-6-2005] Afval en duurzame bedrijfsvoering (TK 29 800 XI, nr. 103, VROM-05-470,29 383, nr. 28,27 664, nr. 38) | De deelrapportage is op 8 mei 2006 aan de TK verzonden. In november/december 2006 zal de eindrapportage aan de TK worden verzonden. |
Gegaste containers | PA [7-6-2006] Handhaving (TK 30 300 XI, nr. 6, 77, 94, 110;20 300, nr. 13;22 343, nr. 128, 132, 130) | De staatssecretaris zal de Kamer na de zomer informeren over het resultaat van het overleg met collega bewindspersoon van SZW over de intensivering van de handhavingsinspan- ningen op grond van de ARBO-regelgeving bij de problematiek van de containergassen. |
In het najaar zal VROM rapporteren over de resultaten van het actieplan. | PA [8-2-2006] Permanente bewoning recreatiewoningen | Maart 2006 is de Tweede Kamer bij brief geïnformeerd over de vervolgacties die er op gericht zijn dat alle gemeenten met recreatiewoningen beleid hieromtrent vaststellen en dit kenbaar maken aan hun burgers. In deze brief wordt ook vermeld dat in het najaar van 2006 de Tweede Kamer wordt geïnformeerd over de resultaten van deze acties. |
Koelinstallaties op schepen | PA [7-6-2006] Handhaving (TK 30 300 XI, nr. 6, 77, 94, 110;20 300, nr. 13;22 343, nr. 128, 132, 130) | De Staatssecretaris zal met de scheepvaartsector overleg voeren over het terugbrengen van lekkage van ozonlaagafbrekende- en broeikasgassen uit koelinstallaties op zeeschepen. |
Buisleiding Rotterdam | PA [7-6-2006] Handhaving (TK 30 300 XI, nr. 6, 77, 94, 110; 20 300, nr. 13; 22 343, nr. 128, 132, 130) | De veiligheidssituatie bij de buisleiding (propeen) die ligt bij de stadsgevangenis Rotterdam, zal worden bekeken. |
De Kamer zal schriftelijk worden geïnformeerd over het gedrag van de inspecteurs bij huisbezoeken, aan de hand van de brief van de Huurdersvereniging Amsterdam. | PA [21-4-2005] Huursubsidie (PV 15/12: incl. jaarverslag, evaluatie en actuele svz uitvoering huur- subsidie en rapport «Beleving en overtreding van regels van de Huursubsidiewet».)29 800 XI, nr. 13 en 17 050, nr. 277 | Afgedaan met: UB [06-09-2005] huursubsidie. |
Bezien hoe om te gaan met de NIBRA-handreiking op de website van BZK. Het CDA wil dat deze handreiking wordt verwijderd. | 07-12-2004 AO Bouwregelgeving | Afgedaan met: verwijdering van de handreiking van de website van BZK heeft plaatsgevonden. |
Schriftelijke beschouwing over de mogelijke spanning tussen de bestuurlijke handhaving en de rol van het OM. | Plenaire behandeling wetsvoorstel handhavingstructuur (29 285) 8 december 2004 | Afgedaan met: Brief verzonden aan TK d.d. 30 mei 2005 (TK 29 800 XI, nr. 125); Jaarrapportage VROM-Inspectie 2004, pag. 13). |
Nagaan kritiek op VI naar aanleiding van punt Vietsch dat VI aanvullende eisen stelt bij gecertificeerde bouwvergunning bij de gemeenten Soest en Noord-Beveland (VI). | 07-12-2004 AO Bouwregelgeving | Minister is nagegaan in hoeverre de kritiek op de VI gerechtvaardigd was. Zij heeft geen aanleiding gezien om hierop nadere actie te ondernemen. De toezegging is hierbij afgedaan. |
Check op inhoud van toegezonden interventiestrategie Asbest. De Stas zal nagaan in hoeverre de interventiestrategie Asbest ingaat op de problematiek van het ontbreken van een asbest- vrijverklaring en afgifte van een sloopvergunning. | PA [11-10-2005] Milieucriminaliteit | Afgedaan met: UB [15-11-2005] Interventiestrategie asbest |
Pilot samenwerkende inspecties: informatie aan de Kamer zenden. | PA [5-10-2005] ACT-II rapport van bevindingen over zelfevaluatie toezichtarrangementen en administratieve lasten VROM-Inspectie (TK 27 831, nr. 13) | Afgedaan met: Brief van Minister van BVK d.d. 13 januari 2006 (bijlage bij29 362, nr. 71). |
Milieuwethandhaving gassingen Stas geeft aan dat de huidige risico’s bij gassingen onaanvaardbaar zijn. Er moet nu worden gekozen welke regelgeving het meest effectief ingezet kan worden om het probleem aan te kunnen pakken; hij geeft aan dat er wel handhavend wordt opgetreden. | Afgedaan met: UB [21-12-2005] RIVM-rapport. | |
Gegaste ladingen. Over verschillen in regelgeving e/o handhaving tussen Nederland en België en de invloed hiervan op de containerstroom in de Antwerpse en Rotterdamse haven zal de Kamer worden geïnformeerd. | PA [29-9-2005] Handhaving en milieucriminaliteit (30 046, nr. 6 en 25 422, nr. 41) | Afgedaan met: UB [07-03-2006] Reactie naar aanleiding van opmerkingen van de heer Krom tijdens Algemeen Overleg 29 september 2005. |
De minister zegt TK toe over een jaar te rapporteren over svz uitvoering beleid recreatiewoningen. | AO recreatiewoningen 1 maart 2005 (niet opgenomen in parlementaire agenda) | Afgedaan met: UB [01-02-2006] Rapport «uitvoering van het beleid voor recreatiewoningen» |
Export van loodaccu’s. | PA [7-6-2006] Handhaving (30 300 XI, nr. 6, 77, 94, 110; 20 300, nr. 13; 22 343, nr. 128, 132, 130) | Afgedaan met: UB [23-06-2006] Export van loodaccu’s naar Frankrijk |
11. BIJLAGE 6. LIJST VAN AFKORTINGEN UIT DE BEGROTING 2007 VAN HET MINISTERIE VAN VROM
6e MAP | zesde EU Europese Milieuactieprogramma 2002–2012 |
AGS | Adviesraad Gevaarlijke Stoffen |
ALOM/BLOM | Ambtelijk cq Landelijk Overleg Milieuhandhaving |
BAG | Basisregistraties voor Adressen en Gebouwen |
BEVI | Besluit Extere Veiligheid Inrichtingen |
BEW | Wet bevordering eigen woningbezit |
BHVBZ | Besluit hygiëne en veiligheid baden en zwemgelegenheden |
BIRK | Budget Investeringen Ruimtelijke Kwaliteit |
BLS | Besluit locatiegebonden subsidies |
BSIK | Besluit Subsidies Investeringen Kennis Infrastructuur |
BZRO | Besluit risico’s zware ongevallen |
CDM | Clean Develeopment Mechanism |
COS | Commissie van Overleg Sectorraden |
DURP | Digitale Uitwisseling in Ruimtelijke Processen |
EHS | Ecologische Hoofdstructuur |
EPC | EnergiePrestatieCoëfficiënt |
EPC-U | Energie Prestatie Coëfficiënt voor nieuwe utiliteitsgebouwen |
EVOA | Europese Verordening voor de Overbrenging van Afvalstoffen |
FES | Fonds Economische Structuurversterking |
GGO’S | genetisch gemodificeerde organismen |
GI | Geo-informatievoorziening |
GBKN | Grootschalige Basiskaart Nederland |
GOB | Gemeenschappelijk Ontwikkelingsbedrijf |
GSB | Grote Steden Beleid |
IAEA | International Atomic Energy Agency |
IBO | Interdepartementaal Beleids Onderzoek |
ICES/KIS | Interdepartementale Commissie Economische Structuurversterking/Kennisinfrastructuur |
ILG | Investeringsbudget voor het landelijke gebied |
IMT | integrale milieutaakstellingen |
IPE | Interdepartementale Programmadirectie Energietransitie |
IRC | Stichting International Reference Centre |
ISV | Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing |
KEI | Kennis, Expertise en Innovatiecentrum Stedelijke Vernieuwing |
LAP | Landelijk Afvalbeheer Plan |
LTO | Federatie van) Land- en Tuinbouw Organisaties Nederland |
M&O | Misbruik en oneigenlijk gebruik |
MILO | Milieukwaliteit in de leefomgeving |
MNP | Milieu- en Natuurplanbureau |
MoU | Memoranda of Understanding |
MRG | Monitoring and Reporting Guidelines |
NEa | Nederlandse Emissieautoriteit |
NEC | National Emission Ceilings |
NINKI | Netto inkomen na kale huurlastenindex |
NHG | Nationale hypotheekgarantie |
NMP4 | Nationaal Milieubeleidsplan 4 |
NSL | Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit |
NSP | Nieuwe Sleutelprojecten |
OSPAR | Convention for the Protection of the Marine Environment of the North-East Atlantic (vervolg op conventies van Oslo en Parijs) |
PAO | Programma Andere Overheid |
PIT | Programma inkooptaakstelling |
PIT | Programma Innovatieve technieken |
PPS | Publiek Private Samenwerking |
RAVI | Raad voor de Vastgoedinformatie |
REACH | registratie, evaluatie en autorisatie chemische stoffen in EU op markt gebracht in hoeveelheden > 1 ton |
RMNO | Raad voor Ruimtelijk, Milieu- en Natuuronderzoek |
RPB | Ruimtelijk Planbureau |
RRODM | Ruimtelijke Ordening, Duurzaamheid en Milieu ingericht |
RTB | Regeling Taakverdeling Beheer |
RWT | Rechtspersoon met een wettelijke taak |
SEV | Stichting Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting |
SKB | Stichting kennisontwikkeling en -overdracht Bodembeheer |
SMOM | Subsidieregeling maatschappelijke organisaties en milieu |
StAB | Stichting Advisering Bestuursrechtspraak |
SVn | Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten |
TCB | Technische Commissie Bodembescherming |
TELI | Tenderregeling EnergiebesparingLagere Inkomens |
UNEP | United Nations Environmental Programme |
VHR | Vogel- en Habitatrichtlijn |
VIDI | Vrom informatievoorziening digitaal |
WKPB | Wet Kenbaarheid Publiekrechtelijke Beperkingen |
WBO | Woningbehoefte onderzoek |
WOHV | Wet overleg huurdersverhuurder |
WoON | WoononderzoekNederland |
WRO | Wet op de Ruimtelijke Ordening |
WML | Wettelijk minimumloon |
WWS | Het woningwaarderingsstelsel |
WZSR | Woozorgstimuleringsregeling |
ZBO | Zelfstandig Bestuurs Orgaan |
12. BIJLAGE 7: TREFWOORDENREGISTER
13 pilotwijken 32
56 wijken 8, 26, 32, 33, 204, 206, 220, 223
Aanjaagteams 10, 29
Actieprogramma herstructurering 26
Actieprogramma Herstructurering 32, 204, 206, 223
Actieprogramma Ruimte en Cultuur 32, 109, 112, 229
Activiteiten AMvB 14, 91
Administratieve lasten 14, 36, 92, 118, 137, 141, 181, 187, 192, 195, 196, 197, 214, 231, 237
Afval 1, 12, 15, 71, 83, 84, 86, 87, 88, 103, 104, 105, 106, 107, 136, 158, 164, 165, 166, 167, 168, 169, 170, 171, 172, 173, 175, 176, 178, 179, 180, 181, 190, 191, 192, 193, 194, 236, 238
Agenda gebiedsontwikkeling 7, 8
Agenda Gebiedsontwikkeling 228
Almere 7
Ammoniak 74, 75, 98, 170, 174, 175, 182, 183
Amsterdam 206, 228, 233, 236
AOW 45
Asbest 12, 85, 103, 149, 164, 167, 169, 170, 173, 177, 178, 179, 180, 187, 189, 191, 194, 236
AWIR 16, 18, 46, 129, 205, 217
BAG 17, 118, 140, 141
Bedrijven 8, 9, 11, 12, 14, 15, 17, 21, 33, 35, 59, 64, 67, 72, 74, 91, 92, 93, 94, 98, 101, 103, 104, 105, 106, 108, 137, 154, 160, 161, 162, 163, 165, 166, 168, 169, 174, 179, 188, 191, 192, 202, 226, 233, 235
Beschermde gebieden 7
Besluit Locatie gebonden Subsidies 8, 28
Bestemmingsplancapaciteit 29, 222
Bevordering eigen woningbezit 10, 44, 128, 211, 238
Bijstand 45, 46
Binnenvaart 60, 81, 166, 171
Biobrandstoffen 13, 80, 81, 184
Biodiversiteit 11, 12, 13, 17, 67, 72, 88, 119, 133
BIRK 9, 54
BLS 8, 9, 10, 27, 28, 127, 202
Bodemsanering 15, 70, 71, 75, 103, 133, 134, 177, 180, 188
Bouwbesluit 34, 164, 198, 204, 215, 216, 217, 219
Bouwregelgeving 26, 33, 34, 37, 198, 201, 203, 207, 215, 216, 217, 222, 223, 234, 235, 236
Brandveiligheid 34, 36, 207, 222
Breed Initiatief Maatschappelijke Binding 32
Budget Investeringen Ruimtelijke Kwaliteit (BIRK) 56, 57
Bufferzone 9, 53, 54, 55, 57, 58, 170
Buisleidingen 17, 96, 98, 105, 106, 107, 137, 165, 166
Burger 9, 19, 35, 47, 87, 91, 116, 117, 164, 170, 176, 190, 197, 221, 223
Burgers 6, 9, 10, 11, 12, 14, 15, 21, 26, 29, 32, 33, 35, 63, 67, 83, 92, 101, 104, 105, 106, 108, 136, 137, 163, 169, 211, 236
CDM 62, 63, 238
Clean Development Mechanism 61, 62
Compliance assistance 15
Concurrentiepositie 8, 12, 53, 165, 166, 167
Corporatie 23, 24, 25, 29, 30, 31, 32, 33, 42, 107, 156, 198, 199, 200, 201, 202, 203, 204, 206, 207, 208, 209, 210, 211, 212, 217, 218, 220, 221, 222, 223
Dak 32, 33, 138, 173, 191, 195, 203, 210, 217
Digitale Uitwisseling in Ruimtelijke Processen (DURP) 50
Drinkwater 27, 72, 103, 106
DURP 50, 52, 130
Duurzaam inkopen 93, 184, 185
Economische kerngebieden 6, 55, 164, 165, 166, 168
Eco 9, 16, 50, 72, 190, 224, 238
EHS 67, 72, 73, 80, 169, 170, 238
Eigenbouw 28, 29, 30, 204, 205
Emissiehandel 12, 62, 64, 66, 153, 154, 171, 187
Energie Prestatie Coëfficiënt 34, 238
Energiebesparing 12, 21, 26, 27, 28, 33, 34, 35, 36, 37, 110, 150, 170, 198, 204, 216, 239
Energie 11, 12, 13, 23, 27, 28, 34, 63, 66, 86, 93, 112, 122, 126, 127, 159, 185, 188, 193, 198, 204, 211, 214, 215, 219, 224, 238
Energietransitie 35, 94, 238
EPBD 34, 37, 215, 219
EU 6, 12, 13, 14, 22, 23, 29, 60, 64, 65, 76, 78, 79, 81, 83, 85, 86, 87, 91, 92, 106, 121, 123, 124, 154, 157, 163, 164, 165, 166, 169, 172, 173, 177, 185, 189, 190, 192, 194, 215, 238, 239
Euro 13, 45, 81, 89, 155, 162, 172, 187, 200
EVOA 15, 103, 104, 106, 164, 165, 166, 238
Externe veiligheid 1, 4, 57, 96, 98, 104, 106, 137, 164, 169, 176, 184
EZ 7, 34, 36, 62, 94, 117, 160, 161, 162, 165, 166, 190, 193, 204, 219, 233
FES 12, 16, 17, 18, 49, 54, 55, 70, 78, 81, 132, 134, 135, 185, 227, 228
Fijn stof 11, 65, 66, 134, 183
Frontoffice 15, 105
Gebiedsontwikkeling 1, 7, 29, 50, 51, 52, 53, 122, 131, 204, 228, 230
Gebruiksbesluit 34, 203, 216, 222
Gehandicapten 26, 27, 28, 31, 37, 114
Geluidhinder 76, 77, 79, 164, 168, 170, 188
Gemeenschappelijk Ontwikkelingsbedrijf 7, 119, 238
Gemeenten 7, 9, 10, 15, 19, 23, 25, 26, 29, 31, 32, 33, 35, 44, 48, 50, 51, 52, 56, 58, 70, 76, 81, 87, 99, 104, 105, 106, 118, 127, 130, 163, 164, 165, 166, 167, 168, 169, 170, 176, 179, 184, 194, 198, 199, 200, 201, 202, 203, 204, 205, 206, 207, 208, 210, 213, 220, 221, 223, 225, 226, 228, 235, 236
GGO 1, 83, 87, 88, 136, 177, 178, 194, 238
GOB 7, 52, 114, 119, 121, 122, 140, 141, 162, 238
Grondbeleid 29, 48, 204, 205, 207, 229, 230, 231, 233
Grondexploitatiewet 7, 29, 207, 231
GSB 8, 9, 32, 37, 159
Handhaafbaarheid 14, 101, 105, 106, 216, 223
Hoofdinfrastructuur 6
Huurdersorganisaties 25
Huurders 10, 11, 18, 19, 25, 38, 39, 41, 42, 43, 47, 128, 129, 197, 198, 199, 200, 206, 207, 208, 209, 212, 213, 215, 216, 218, 219, 220, 236, 239
Huurgeschillenbeslechting 41, 42, 157, 220, 221
Huurprijsontwikkeling 43
Huurstijging 42, 43, 157, 200
IBO 2, 172, 176, 177, 180
ILG 55, 73, 238
Impulsteams 8, 32
Industrie 60, 63, 64, 66, 71, 90, 91, 93, 95, 103, 105, 134, 135, 153, 170, 174
Interbestuurlijk toezicht 15, 102, 104, 105, 164, 180, 233
Interreg 54, 55, 100
Interventiestrategie 105, 106, 236
Investeringsbudget stedelijke vernieuwing 8
ISV 8, 9, 22, 32, 37, 71, 198, 201, 208, 212, 220, 221, 222, 224, 238
Kernenergie 12, 87, 104, 164, 165, 166, 174, 178, 191, 194
Ketenhandhaving 103, 169
Klimaatbeleid 26, 35, 62, 63, 66, 173, 176, 177, 185, 186, 195, 197, 211
Klimaat 1, 8, 9, 11, 12, 13, 56, 60, 61, 62, 63, 64, 81, 93, 119, 122, 132, 153, 157, 158, 176, 177, 185, 197, 229
Krachtige steden 4, 6, 9, 22, 53
Kwaliteitsaudits 103
Kyoto 61, 62, 63, 66, 176, 186
Landbouw 14, 60, 63, 64, 66, 67, 68, 69, 73, 74, 75, 88, 91, 157, 167, 170, 175, 180, 181, 182, 183
Leefbaarheid 9, 22, 26, 27, 28, 32, 37, 55, 78, 94
Leefomgeving 1, 6, 14, 23, 26, 56, 74, 76, 78, 89, 103, 104, 105, 118, 119, 122, 134, 158, 160, 161, 163, 238
Lissabon 8
LNV 7, 9, 12, 67, 73, 87, 94, 122, 140, 141, 160, 161, 162, 172, 173, 174, 181, 182, 183, 190, 192, 195, 230
Luchtkwaliteit 11, 13, 17, 22, 63, 64, 65, 66, 76, 77, 78, 79, 81, 82, 93, 104, 134, 135, 165, 169, 172, 177, 183, 186, 187, 188, 189, 206, 227
Luchtvaart 79, 170
Maatschappelijke organisaties 51, 60, 201, 239
MAP 13, 238
Marginale druk 43, 44, 201, 217, 218, 219
Marktpartijen 6, 10, 21, 23, 29, 31, 33, 51, 188
Milieubalans 65, 69, 73, 75, 119
MKB 90, 91, 93, 173, 188, 191, 193
MNP 65, 73, 91, 114, 116, 118, 119, 121, 122, 140, 141, 174, 175, 196, 238
Mobiliteit 21, 62, 65, 76, 77, 78, 80, 81, 122, 195
Modernisering huurbeleid 30, 40, 41, 43, 215, 217
Modernisering regelgeving 4, 7
Monitoring 21, 23, 25, 32, 34, 35, 37, 47, 49, 58, 59, 69, 87, 88, 93, 94, 116, 118, 153, 154, 172, 173, 186, 208, 221, 238
Naleefindicator 104, 105, 106
Nationaal Programma Adaptatie Ruimte en Klimaat 8
Nationaal Samen 13
Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit 76, 78, 79, 134, 206, 238
Nationale hypotheekgarantie 44
Nationale landschappen 6, 53, 58
Nationale Landschappen 59
Nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur 1, 7, 53, 131
Nationale stedelijke netwerken 53, 55, 56, 165, 166, 224
NEa 5, 62, 132, 155
NEN 34, 215
Netto inkomen na kale huurlastenindex 44
Netto 14, 44, 45, 46, 146, 148, 155
Nieuwe Sleutelprojecten (NSP) 56
NINKI 44, 45, 46
Non-proliferatieverdrag 103
Noordvleugel 233
Nota Ruimte 6, 7, 8, 29, 48, 49, 50, 51, 52, 53, 59, 100, 118, 160, 164, 165, 166, 167, 168, 172, 224, 227, 228, 230, 231, 232, 233
NSL 79
Nucleair 15, 87, 103, 105, 106, 107, 165
Omgevingsvergunning 6, 14, 34, 91, 136, 137, 174, 192, 195, 196, 197
Onderzoek 2, 5, 11, 20, 21, 23, 25, 27, 29, 30, 31, 32, 33, 35, 37, 39, 40, 41, 44, 47, 52, 54, 59, 63, 66, 71, 73, 75, 82, 87, 88, 91, 95, 98, 100, 104, 105, 106, 107, 108, 110, 112, 113, 114, 117, 118, 119, 122, 123, 138, 144, 156, 163, 170, 172, 173, 174, 175, 176, 177, 178, 180, 182, 183, 184, 185, 186, 187, 188, 189, 190, 191, 192, 194, 195, 197, 202, 204, 205, 206, 207, 209, 210, 211, 215, 217, 218, 219, 220, 222, 223, 224, 225, 226, 229, 231, 232, 233, 234, 235, 239
Onteigeningswet 29, 170
Ontkoppeling 4, 6, 13, 81, 188, 227
Operatie Jong 32
Ouderen 23, 27, 28, 31, 41, 227, 231
Overdrachtsbelasting 41, 198, 203, 222, 235
Ozon 61, 64, 164, 165, 167, 169, 236
PM10 79
Primair toezicht 15, 102, 104, 164
Prioriteitenmatrix 105, 164
Provincies 7, 23, 28, 29, 48, 51, 52, 55, 56, 58, 70, 73, 76, 87, 99, 104, 105, 106, 130, 135, 164, 165, 166, 167, 168, 176, 184, 208, 225, 226, 228, 230, 235
Publieksagenda 105
Radioactief 12, 87, 103, 164
Randstad 7, 8, 9, 56, 165, 166, 167, 224
Roetfilter 81, 172, 177, 186
Rotterdam 8, 13, 32, 78, 85, 160, 161, 162, 202, 206, 209, 220, 236, 237
Ruimte voor ontwikkeling 4, 6, 116
Ruimtelijke afweging 1, 48, 50, 130
Ruimtelijke beleid 7, 8, 50
Ruimtelijke kwaliteit 9, 53, 78, 112, 232, 238
Schiphol 7, 56, 57, 81, 82, 98, 166, 170, 187, 233
Senioren 26, 30, 31, 37, 205
SEV 22, 29, 168, 239
Sociale veiligheid 22, 26
Startersleningen 10, 39, 44
Starters 10, 16, 21, 30, 38, 44, 198, 202, 203, 205
Stedelijke centra 9, 56, 165, 166
Stedelijke netwerken 7, 9, 53, 56, 57
Stedelijke Vernieuwing 9, 21, 22, 32, 37, 70, 127, 159, 201, 208, 220, 238
Stichting Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting 22, 239
Stoffen 1, 12, 13, 17, 60, 64, 65, 71, 74, 75, 80, 81, 83, 84, 85, 86, 87, 88, 93, 94, 96, 98, 99, 100, 103, 104, 106, 107, 114, 123, 133, 136, 137, 157, 158, 163, 164, 165, 166, 167, 168, 169, 170, 171, 173, 176, 178, 180, 181, 182, 184, 190, 192, 193, 224, 230, 238, 239
Straling 1, 83, 84, 85, 86, 87, 88, 136, 158, 164, 165
Streekplannen 50, 51
Studenten 32, 201, 205, 207, 214, 216, 220, 221
Toekomstagenda Milieu 6, 11, 12, 86, 91, 173, 176, 194, 196, 216
Toezichthouders 180, 200, 205, 212
Transitie 75, 76, 81, 94
Uitvoerbaarheid 14, 101, 105, 106
Uitvoeringsagenda 8, 29, 48, 53, 100, 227, 228
Utiliteitsbouw 104
VACpunt Wonen 35
Verdroging 73
Vergroening 92
Verkeer 56, 60, 62, 63, 64, 66, 76, 78, 79, 80, 81, 156, 160, 161, 167, 186
Verzuring 60, 61, 62, 64, 65, 66, 73, 93
VHR 67, 72, 73, 230, 239
Visie op de woningmarkt 6, 10, 11, 21, 41
Vitaal platteland 53
VN 13, 23, 89, 92, 93, 106, 107
V&W 7, 9, 67, 81, 94, 137, 160, 161, 162, 184, 230, 232, 233
Waddenfonds 8, 16, 17, 54, 131, 226, 227, 229, 230, 232
Water 1, 8, 9, 12, 17, 43, 44, 53, 57, 67, 68, 69, 70, 71, 72, 73, 74, 75, 91, 100, 103, 104, 123, 128, 130, 133, 137, 157, 158, 164, 165, 166, 167, 168, 169, 170, 172, 174, 175, 176, 180, 183, 184, 190, 192, 195, 196, 228, 235
Wet betaalbaarheidsheffing huurwoningen 18, 43, 129, 142
Wet op de huurtoeslag 38, 43, 44, 217
Wet voorkeursrecht gemeenten 29, 50, 52, 227
Wettelijke taken 83, 101, 102, 105, 106, 119, 156
Wonen en zorg 31
Woningbouwafspraken 10, 11, 26, 28, 29, 30, 37, 43, 206, 210, 212, 221, 230
Woningcorporaties 10, 19, 20, 23, 24, 25, 29, 156, 198, 199, 200, 203, 204, 206, 208, 209, 214, 215, 217, 218, 219, 221, 222, 223
Woningproductie 10, 26, 27, 28, 29, 30, 31, 37, 43
Woningwaarderingsstelsel 21, 41, 43, 239
Woningwet 34, 36, 105, 164, 168, 169, 170, 204, 207, 215, 216, 222, 223
WoON 21, 23, 30, 31, 33, 37, 239
WRO 50, 51, 227, 228, 231
ZBO 1, 4, 42, 62, 156, 157, 158, 239
Zuidplaspolder 7, 161, 230
Zuidvleugel 1, 4, 7, 8, 56, 160, 230, 233