Op Prinsjesdag 2009 bij de presentatie van de rijksbegroting voor 2010 zijn de 20 werkgroepen Brede Heroverwegingen aangekondigd. In het verlengde is bij de behandeling van de begroting van de Koning 2010 in de Tweede Kamer gewezen op het andere – niet beleidsmatige – karakter van deze begroting en is toegezegd deze begroting derhalve zelfstandig kritisch te bezien in het kader van de Voorjaarsnota 2010.
Als invulling hiervan worden in onderstaande tabel enkele besparingen weergegeven met daarna een korte toelichting. De budgettaire verwerking zal plaatsvinden overeenkomstig de gebruikelijke begrotingsregels waarbij de aanpassingen die in 2010 ingaan in deze eerste suppletore begroting van de Koning zijn opgenomen en de overige bijstellingen bij de Ontwerpbegroting 2011 zullen worden verwerkt.
2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | |
---|---|---|---|---|---|
1. Versobering vliegregeling | 0 | 305 | 305 | 305 | 305 |
2. Groene Draeck | 163 | 163 | |||
3. Koninklijke trein | 14 | 14 | 14 | 14 | |
4. AZ/RVD | 90 | 155 | 155 | 155 | |
5. Vergoeding voor paleizen | 800 | 800 | 800 | 800 | 800 |
963 | 1372 | 1274 | 1274 | 1274 | |
w.v. Begroting I: | |||||
Totaal (excl. uitdelen loon- en prijsbijstelling) | 163 | 572 | 474 | 474 | 474 |
Ad 1. De versobering van de vliegregeling heeft betrekking op de halvering van het budget voor privévliegreizen voor de leden van het Koninklijke Huis (zie hierna).
Ad 2. De Groene Draeck is het privéjacht van de Koningin en was een cadeau van het Nederlandse volk aan de Koningin toen zij 18 werd. Toen is ook afgesproken dat het onderhoud en de exploitatie van de Groene Draeck ten laste komt van de Staat en wordt uitgevoerd door het Marinebedrijf van Defensie, een onderdeel van het Ministerie van Defensie. Ten aanzien van het reguliere onderhoud blijft deze afspraak bestaan. Met betrekking tot het groot onderhoud dat na 52 jaar noodzakelijk is, heeft de Koningin aangegeven dit zelf te dragen, waardoor voor de jaren 2010 en 2011 de hiervoor gereserveerde bedragen vrijvallen.
Ad 3. In de begroting was jarenlang een bedrag geraamd voor het gebruik en deels voor het onderhoud van de Koninklijke trein. Doordat er nauwelijks gebruik werd gemaakt van de Koninklijke trein, viel het bedrag jaarlijks vrij en is besloten het bedrag meerjarig van de begroting te halen.
Ad 4. In de personele uitgaven van de Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) voor de voorlichting aan de media op het gebied van het Koninklijk Huis wordt in de komende jaren een ombuiging gerealiseerd.
Ad 5. Daarnaast is er sprake van een structurele neerwaartse bijstelling, die met ingang van de begroting 2010 is opgetreden in het kader van een vergoeding voor de paleizen. De invulling van het aanvullend beleidsakkoord begin 2009 is in de begroting voor WWI voor een deel verwerkt door een korting op de budgetten van de Rijksgebouwendienst, waarin tevens de vergoeding voor het Koninklijk Huis is opgenomen. Daardoor werden de budgetten voor het Koninklijk Huis binnen de WWI-begroting meerjarig lager dan de ramingen die de Dienst van het Koninklijk Huis (DKH) hanteerde. De lagere ramingen zijn uiteindelijk in begroting 2010 van de Koning verwerkt, zonder dat het zichtbaar is geworden als een korting op de meerjarencijfers van het Koninklijk Huis.
Samenvattend betekent dit dat rekening houdend met de bij de begroting 2010 reeds verwerkte bijstelling van € 800.000 in totaal sprake is van een besparing van circa € 1¼ miljoen structureel, waarvan op de begroting de Koning bijna € 0,5 miljoen vanaf 2011. Daarnaast deelt deze begroting mee in de beperking van de uitkering van de loon- en prijsbijstelling, waardoor ook langs deze weg een bijdrage aan de budgettaire problematiek wordt geleverd.
Tot slot heeft in de afgelopen jaren een daling plaatsgevonden in de personeelsomvang van de Dienst van het Koninklijk Huis van 318 fte’s in 2003 naar 260 fte’s in 2010.