Base description which applies to whole site

3. Baten-lastendienst: Rijksgebouwendienst

Begroting Baten-Lastendienst: Rijksgebouwendienst

1e suppletore begroting 2010 Rijksgebouwendienst

Tabel x Begrotingsstaat
 

Totaal baten

Totaal lasten

Saldo van baten en lasten

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

1 483 931

1 483 471

460

Mutaties (+ of -) 1e suppletore begroting

30 114 –

30 114 –

Stand 1e suppletore begroting

1 453 817

1 453 357

460

 

Totaal kapitaaluitgaven

 

Totaal kapitaalontvangsten

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

725 371

 

470 000

Mutaties (+ of -) 1e suppletore begroting

162 788

 

145 000

Stand 1e suppletore begroting

888 159

 

615 000

Opbouw vanaf de stand ontwerpbegroting naar de stand van de Voorjaarsnota

bedragen in € * 1.000

Omschrijving

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Mutaties (+ of -) 1e suppletore begroting

Totaal geraamd

Baten

   

Leveren producten/diensten:

   

Opbrengst departementen

1 348 290

39 620

1 387 910

Opbrengst moeder

105 753

– 79 734

26 019

Opbrengst derden

11 650

11 650

   

Bedrijfsvoering:

  

Rentebaten

5 151

5 151

Overige baten

5 475

10 000

15 475

Totaal baten

1 483 931

– 30 114

1 453 817

Lasten

   

Product Huisvesting:

   

Apparaatskosten (netto)

89 473

89 473

Huren vanuit de markt

328 132

180

328 312

Rentelasten

329 122

2 932

332 054

Afschrijvingen

302 634

22 932

325 566

Onderhoud

155 438

– 15 847

139 591

Mutaties voorzieningen

19 406

– 18 000

1 406

Belastingen en heffingen

24 056

24 056

Investeringen buiten gebruiksvergoedingen

139 968

– 44 656

95 312

Overige producten:

 

Services

65 975

65 975

Adviezen

5 801

5 801

Beleid

7 773

345

8 118

PPS lasten

10 400

7 000

17 400

Overige lasten

5 287

15 000

20 287

Totaal lasten

1 483 471

– 30 114

1 453 357

Saldo

460

460

Toelichting:

De hogere opbrengsten departementen en lagere opbrengsten moeder hangen met name samen met een systeemwijziging die binnen de begroting voor WWI heeft plaatsgevonden bij de financiering van de objecten van de Hoge Colleges van Staat, het ministerie van Algemene Zaken en de huisvesting van het Koninklijk Huis, voor zover vallend onder de verantwoordelijkheid van de Staat. Bij de huisvesting van het Koninklijk Huis gaat het om de 3 staatspaleizen: Paleis Noordeinde, Huis ten Bosch en het Paleis op de Dam.

De objecten van deze diensten en het Koninklijk Huis worden met ingang van 2010 op een analoge wijze als in het huur-verhuurstelsel behandeld. Voor investeringen voor deze objecten zal gebruik gemaakt kunnen worden van de leenfaciliteit. Naar analogie van het huur-verhuurstelsel zal voor de investeringen een gebruiksvergoeding worden bepaald. Het ministerie voor WWI zal, als verantwoordelijke voor de huisvesting van de genoemde diensten, de gebruiksvergoeding aan de Rijksgebouwendienst voldoen.

De wijzigingen bij de huren vanuit de markt, rente, afschrijvingen, onderhoud en investeringen buiten de gebruiksvergoeding zijn eveneens een gevolg van de systeemwijziging. De activiteiten liggend onder de verlagingen bij onderhoud en investeringen buiten de gebruiksvergoeding worden vanaf 2010 via de leenfaciliteit gefinancierd.

Daarnaast zijn de ramingen van rente, afschrijving een PPS-kosten aangepast aan actuele inzichten op basis van de jaarrekening 2009.

De verlaging bij de mutaties in de voorzieningen zijn een gevolg van de besluiten om de voorziening Boekwaarderisico’s en de voorziening Leegstand op te heffen. Tenslotte is bij de overige lasten is sprake van een technische correctie in verband met kosten voor brandveiligheid, die ook bij de overige baten optreedt.

Kasstroomoverzicht per 31 december 2010

bedragen in € * 1.000

Omschrijving

 

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Mutaties (+ of -) 1e suppletore begroting

Stand 1e suppletore begroting

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2010

304 923

265 571

570 494

     

Operationele kasstroom

293 418

– 8 000

285 418

     

3a 

Investeringen

– 425 000

– 145 000

– 570 000

3b 

Desinvesteringen

45 000

45 000

Investeringskasstroom

– 380 000

– 145 000

– 525 000

     

4a 

Afdracht

– 17 788

– 17 788

4b 

Aflossing

– 300 371

– 300 371

4c 

Beroep op leenfaciliteit

425 000

145 000

570 000

Financieringskasstroom

124 629

127 212

251 841

     

Rekening-courant RHB 31 dec  2010

342 970

239 783

582 753

Toelichting:

De beginstand van de rekening-courant RHB is aangepast aan de realisatie per ultimo 2009.

Daarnaast zijn de investeringen en het beroep op de leenfaciliteit verhoogd als gevolg van een actueel inzicht in de uitfinanciering van met name lopende projecten en als gevolg van de systeemwijziging.

Licence