In de zomer van 2005 hebben de sociale partners bij de overheid een akkoord gesloten over VUT/prepensioen/levensloop (VPL). Een belangrijke afspraak uit dit akkoord vormde het gegeven dat de toekomstige premie van het fonds zoveel mogelijk stabiel zou moeten blijven. Hierdoor ontstond wél een liquiditeitsbehoefte bij het fonds voor een korte periode. Als oplossing voor dit tijdelijke liquiditeitstekort is destijds gekozen voor een lening van de Staat aan het fonds ter waarde van € 2 miljard, uit te keren in drie tranches tussen 2007 en 2009.
Op grond van nadere analyses blijkt dat steeds meer mensen besluiten om later gebruik te maken van FPU. De liquiditeitsbehoefte van het fonds is daardoor sterk gewijzigd. Dit heeft, in 2009, geleid tot een nieuwe aangepaste leenovereenkomst tussen de Staat en het VUT-fonds. Kern van deze nieuwe afspraken is dat de lening is teruggebracht tot € 1,8 miljard. De lening wordt omgezet in een leningplafond waarbinnen het fonds gedurende kortere perioden geld kan lenen. Het VUT-fonds kan nu op ieder gewenst moment een beroep doen op uitbetaling van een tranche van deze lening. Daarnaast is zij bevoegd een tranche geheel of gedeeltelijk vervroegd af te lossen. Deze werkwijze stelt het fonds beter in staat in te spelen op actuele liquiditeitsbehoeften. In onderstaande tabel zijn de huidige ramingen op grond van de nieuw vastgestelde leenovereenkomst opgenomen.
Budgettaire gevolgen van beleid
(x € 1 000) | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 |
---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 10 | 200 000 | 400 000 | 80 000 | 0 | 0 |
Uitgaven | 10 | 200 000 | 400 000 | 80 000 | 0 | 0 |
43.1 VUT-fonds | 10 | 200 000 | 400 000 | 80 000 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 139 300 | 13 100 | 16 200 | 22 700 | 386 200 | 744 500 |