Base description which applies to whole site

5. Slotparagraaf

Onderstaand is een selectie opgenomen van de belangrijkste wijzigingen (kasuitgaven en ontvangsten) ten opzichte van de begroting 2010. Een volledig overzicht van de majeure beleidsmatige verplichtingenmutaties is opgenomen in het verdiepingshoofdstuk.

Uitgaven (in € mln)
 

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Stand Ontwerpbegroting 2010 (incl. Amendementen)

2 959,9

2 768,6

2 789,8

2 716,4

2 896,5

 

Artikel 2 Een sterk innovatievermogen

1 Innovatieprogramma’s (deels VJN)

55,4

52,0

44,5

44,5

42,6

 

2 Kenniswerkers / High Tech Topprojecten (VJN)

25,8

     

3 Lucht- en ruimtevaart

– 8,4

4,2

– 1,5

– 0,3

– 4,6

 

4 Subsidietaakstelling

 

– 4,0

– 8,0

– 12,0

– 16,0

 
       

Artikel 3 Een excellent ondernemings- en vestigingsklimaat

5 Bedrijventerreinen

– 40,0

 

– 24,3

– 24,9

– 11,9

 

6 Pieken in de Delta (deels VJN)

57,7

41,0

33,2

21,4

21,0

 

7 Groeifinancieringsfaciliteit / GO (VJN)

37,6

11,0

10,0

9,0

8,0

 

8 Ondernemerschap en Onderwijs

11,3

     

9 Subsidietaakstelling

 

– 1,0

– 2,0

– 3,0

– 4,0

 
       

Artikel 4 Doelmatige en duurzame energiehuishouding

10 COVA

 

11,0

11,0

11,0

11,0

 

11 Energie-innovatie

21,9

17,0

11,7

3,0

1,5

 

12 Transitiemanagement (deels VJN)

– 8,1

12,0

12,0

12,0

  

13 Duurzame energie (MEP / SDE, deels VJN)

17,8

50,0

72,4

8,3

– 150,9

 

14 Carbon Capture and Storage

13,3

45,2

21,0

20,0

3,0

 

15 Subsidietaakstelling

 

– 4,0

– 8,0

– 12,0

– 16,0

 
       

Artikel 10 Elektronische communicatie en post

      

16 Subsidietaakstelling

 

– 1,0

– 2,0

– 3,0

– 4,0

 
       

Artikel 21 Algemeen

17 BES eilanden

 

2,2

2,2

2,2

2,2

 
       

Overige mutaties

84,4

50,5

4,6

13,9

29,0

 

Stand Ontwerpbegroting 2011

3 228,5

3 054,7

2 966,5

2 807,5

2 807,4

2 823,1

Ontvangsten (in € mln)
 

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Stand Ontwerpbegroting 2010

5 798,7

6 188,4

6 330,1

6 128,6

5 095,4

 

Artikel 2 Een sterk innovatievermogen

18 Ontvangsten uit het FES (deels VJN)

29,3

71,1

38,8

48,0

45,5

 
       

Artikel 3 Excellent ondermnings- en vestigingsklimaat

19 Groeifinancieringsfaciliteit / GO (VJN)

37,6

11,0

10,0

9,0

8,0

 

20 Ontvangsten uit het FES (deels VJN)

69,0

41,0

33,2

21,4

21,0

 

21 Lucht- en ruimtevaart

– 5,7

– 8,0

– 10,6

– 12,7

– 6,8

 
       

Artikel 4 Doelmatige en duurzame energiehuishouding

22 COVA

 

11,0

11,0

11,0

11,0

 

23 Aardgasbaten (deels VJN)

– 400,0

1 600,0

1 750,0

2 050,0

2 250,0

 

24 FES afdracht (deels VJN)

– 197,8

77,9

9,6

– 351,4

– 134,2

 

25 Ontvangsten uit het FES (deels VJN)

47,0

52,8

30,3

22,6

6,9

 

26 CO2-veiling (VJN)

55,0

     
       

Overige mutaties

19,6

3,2

– 2,0

4,9

4,3

 

Stand Ontwerpbegroting 2011

5 452,7

8 048,3

8 200,3

7 931,5

7 301,1

7 976,7

  • 1. Deze mutatie betreft een actualistatie van de ramingen en het opvragen van de FES middelen voor de projecten Food & Nutrition Delta (onderdeel TIFN), High Tech Systemen en Materialen (HTSM) en Energie (Be-Basic). Daarnaast is bij eerste suppletore begroting 2010 vanuit de enveloppe duurzaam ondernemen uit het Aanvullende Beleidakkoord € 20 mln aan de EZ-begroting toegevoegd voor de ondersteuning van de productie van elektrische voertuigen en componenten daarvoor.

  • 2. In het Aanvullend Beleidsakkoord is in totaal € 280 mln beschikbaar gesteld voor kennisinfrastructuur. Hiervan loopt € 140 mln aan verplichtingen via de EZ-begroting en € 140 mln via de begroting van OCW. De verplichtingen zijn in 2009 aangegaan. In 2009 verliep de uitfinanciering voor Kenniswerkers op de OCW-begroting sneller dan bij de oorspronkelijke verdeling was geraamd en is bij tweede suppletore begroting 2009 € 22,9 mln overgeboekt naar de begroting van OCW. Bij de eerste suppletore begroting 2010 is de EZ-begroting hiervoor door OCW gecompenseerd. Daarnaast zijn bij eerste suppletore begroting 2010 de in 2009 niet tot besteding gekomen kasmiddelen voor High Tech Topprojecten doorgeschoven naar 2010.

  • 3. Deze mutatie bestaat uit 2 delen:

    • Na arbitrage is in 2010 het tekort in de Business Case JSF vastgesteld op € 157 mln (netto contant, prijspeil 2001). Van het tekort wordt € 105 mln terugontvangen uit afdrachten van de industrie over de JSF-gerelateerde omzet. Daarnaast verlagen het Ministerie van Economische Zaken en het Ministerie van Defensie hun uitgaven elk met € 26 mln. Deze uitgavenverlaging komt ten gunste van het generale beeld en draagt daardoor bij aan de vermindering van de rentelast op de staatschuld. EZ levert de bijdrage in de jaren 2010–2019. Gedisconteerd en in prijspeil 2010 gaat het om een bedrag van € 50,5 mln. De helft daarvan komt uit vrijval van middelen door de overgang van het NIVR naar Agentschap NL (€ 8,2 mln), uit onverplichte middelen op het terrein van Ondernemerschap in 2013 en 2014 (€ 15 mln) en uit niet uitgegeven middelen voor TNO (€ 1,5 mln). De andere helft komt uit de vermindering van de rente-uitgaven omdat wordt afgelost op de EMU-lening.

    • Bij eerste suppletore begroting 2010 is een actualisatie gemaakt van het kasverloop binnen de luchtvaartkredietfaciliteit. Er is vertraging opgetreden in het Airbus 350-project. Daardoor is het beroep van Nederlandse vliegtuigbouwindustrie op de luchtvaartkredietfaciliteit lager dan verwacht. In 2009 is de faciliteit voor meer vliegtuigbouwprogramma’s opengesteld dan alleen die van Airbus 3. De kredietverstrekking hiervoor vindt in 2010 en latere jaren plaats.

  • 4. Het kabinet heeft in het Aanvullend Beleidsakkoord een besparing van € 3,2 mld verondersteld uit hoofde van loonmatiging. Omdat de loonmatiging niet in de veronderstelde mate is opgetreden, neemt het demissionair kabinet zijn verantwoordelijkheid en kiest het voor een alternatieve invulling. Eén van deze maatregelen betreft een subsidietaakstelling op de EZ-begroting vanaf 2011, die in kastermen oploopt tot in totaal € 50 mln in 2015. De subsidietaakstelling is verdeeld over de beleidsartikelen 2, 3, 4 en 10 en zal op een later moment aan specifieke instrumenten worden toegewezen.

  • 5. In december 2009 hebben Rijk, VNG en IPO het convenant bedrijventerreinen 2010–2020 ondertekend. Dit convenant legt de afspraken tussen Rijk, provincies en gemeenten vast over onder andere de uitvoering van de herstructureringsopgave 2009–2013 (bedrijventerreinenbeleid) inclusief de afspraken over rijksfinanciering. Met betrekking tot de rijksfinanciering is in het convenant afgesproken om de Toppermiddelen te decentraliseren naar de provincies via een decentralisatie-uitkering aan het provinciefonds. Het gaat om een netto bedrag van € 101 mln. Deze mutatie betreft de overboeking.

  • 6. Deze mutatie betreft het opvragen van FES-middelen ten behoeve van de Nota Ruimte-projecten Apeldoorn Kanaalzone, Eindhoven A2 zone, Groningen Centrale zone, Alternatief Hoeksche Waard en Brainport Avenue Eindhoven en de Sterke Regio-projecten Bio Sciencepark Leiden, High Tech Factory Twente, HST Cargo Amsterdam en CAT Agrofood.

  • 7. Bij eerste suppletore begroting 2010 is de in 2009 niet benutte garantieverplichtingenruimte van de GO opnieuw beschikbaar gesteld. Daarnaast is garantieverplichtingenruimte toegevoegd voor garanties op leningen in het kader van bouwinvesteringen in de zorg. Ter afdekking van de schades zullen kostendekkende premies in rekening worden gebracht. Met deze mutatie worden de ramingen van de uitgaven en de ontvangsten hiervoor aangepast.

  • 8. Deze mutatie betreft het opvragen van FES-middelen voor onderwijs en ondernemerschap.

  • 9. Zie toelichting mutatie 4.

  • 10. Ter dekking van de exploitatiekosten van de stichting COVA wordt door de belastingdienst een heffing geïnd op aardolieproducten. De inkomsten uit deze heffing worden via de EZ-begroting doorbetaald aan de stichting COVA en zijn op de lange termijn in evenwicht met de kosten van de stichting COVA. Vanwege de toenemende omvang van de binnenlandse consumptie van aardolieproducten nemen de verwachte inkomsten uit deze heffing toe.

  • 11. Deze mutatie betreft het opvragen van FES-middelen voor de innovatieagenda energie. Deze hebben betrekking op de thema’s nieuw gas, wind op land, wind op zee en het project Hisarna (het internationale onderzoeksproject dat begin 2011 bij Corus in IJmuiden van start gaat en als doel heeft om ruwijzer te maken met minder energie en minder CO2-uitstoot).

  • 12. Bij eerste suppletore begroting zijn FES-middelen opgevraagd ter financiering van verplichtingen betreffende een aantal UKR (Unieke Kansen Regeling) tenders. Voorgesteld wordt om een gedeelte van de in 2010 beschikbare middelen te verdelen over de periode 2011 t/m 2013, zodat hiermee beter wordt aangesloten bij de kasbehoefte.

  • 13. Voor 2010 geldt dat de mutatie nagenoeg geheel wordt veroorzaakt door de middelen die bij eerste suppletore begroting vanuit het Aanvullend Beleidsakkoord beschikbaar zijn gesteld voor het thema Wind op Zee. De aanpassingen in de periode 2011 t/m 2014 zijn het nettoresultaat van twee afzonderlijke mutaties. Ten eerste zijn in het beleidsprogramma van het kabinet Balkenende IV extra middelen uitgetrokken voor de ondersteuning van nieuwe WKK-installaties. Met deze mutatie worden de middelen vanuit de aanvullende post aan de EZ-begroting toegevoegd (€ 14 mln structureel vanaf 2012). Ten tweede wordt een temporisatie voorgesteld die de beschikbare middelen evenwichtiger over de periode 2011 t/m 2014 verdeelt, zodat deze beter aansluiten bij de kasbehoefte.

  • 14. Deze mutatie betreft het saldo van vijf aanpassingen:

    • Vanuit het Aanvullend Beleidsakkoord is bij eerste suppletore begroting in 2010 vanuit de enveloppe duurzaam ondernemen € 9,3 mln aan de EZ-begroting toegevoegd ten behoeve van het E.ON/Electrabel (ROAD)-project.

    • In het beleidsprogramma van het kabinet Balkenende IV zijn middelen uitgetrokken voor CCS. Met deze mutatie worden de middelen van de aanvullende post (in totaal € 65 mln) aan de EZ-begroting toegevoegd ten behoeve van het E.ON/Electrabel (ROAD)-project.

    • Ten behoeve van het E.ON/Electrabel CCS project (ROAD) is in 2011 € 22,7 mln beschikbaar gesteld vanuit het FES.

    • Ten behoeve van het E.ON/Electrabel CCS project (ROAD) is in 2011 € 5,5 mln van de begroting van VROM overgeheveld naar de EZ-begroting.

    • Daarnaast wordt uit het FES € 15 mln opgevraagd voor het project CATO2, verdeeld over de periode 2010 t/m 2014.

  • 15. Zie toelichting mutatie 4.

  • 16. Zie toelichting mutatie 4.

  • 17. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft de beschikbare middelen voor de benodigde activiteiten ten behoeve van de BES-eilanden (Bonaire, Sint Eustatius en Saba) na de ontvlechting van de Nederlandse Antillen verdeeld over de betrokken departementen. Voor EZ is met ingang van 2011 jaarlijks € 2,2 mln beschikbaar. In de toelichting bij artikel 21 wordt nader ingegaan op de voorgenomen besteding hiervan.

  • 18. Deze mutatie betreft voor een groot deel het bij eerste suppletore begroting 2010 opvragen van FES-middelen voor diverse instrumenten die in 2009 niet tot besteding zijn gekomen, maar in 2010 alsnog tot besteding zullen komen. Daarnaast zijn FES-middelen opgevraagd voor de projecten High Tech Systemen en Materialen (HTSM), Chemie en Energie (Be-Basic), NanoLab, Dynamic Two Phase Flow Lab (Marin) en Food & Nutrition Delta (onderdeel TIFN).

  • 19 Zie toelichting mutatie 7.

  • 20. Deze mutatie betreft de toevoeging van middelen aan de EZ-begroting voor gehonoreerde FES-projecten (Nota Ruimte, Sterke Regio’s en Onderwijs en ondernemerschap).

  • 21. In mei 2010 heeft een actualisatie plaatsgevonden van de Business Case JSF. Met deze mutatie worden de ramingen voor de afdrachten over de behaalde omzet vanuit de industrie bijgesteld, omdat deze later zullen binnenkomen dan eerder werd verwacht.

  • 22. Zie toelichting mutatie 10.

  • 23. Bij eerste suppletore begroting 2010 is het grootste deel van de netto bijstelling van de aardgasbatenramingen reeds toegelicht. Het belangrijkste element met betrekking tot deze neerwaartse bijstelling in 2010 wordt gevormd door de lager dan verwachte spotprijzen op de gasmarkt. De ramingen voor de periode 2011–2014 zijn bijgesteld als gevolg van de nieuwe middellange-termijnverkenning (MLT) van het CPB. De opwaartse bijstelling is het gevolg van een hogere verwachte olieprijs (van 65 dollar naar bijna 80 dollar) en een bijstelling van de eurokoers in 2011 uitgedrukt in dollars (van 1,40 naar 1,27).

  • 24. Met deze mutatie wordt de bijdrage aan het FES en daarmee de voeding van het FES afgestemd op de wijzigingen die sinds eerste suppletore begroting 2010 door de verschillende departementen zijn voorgesteld.

  • 25. Dit betreft de middelen die vanuit het FES aan de EZ-begroting worden toegevoegd. Het betreft onder meer middelen voor de innovatieagenda energie, het project Hisarna en het project ADEM. Daarnaast vindt een aanpassing van de raming plaats voor Transitiemanagement en het Besluit Subsidies Investeringen Kennisinfrastructuur (BSIK).

  • 26. Dit betreft de ontvangsten van de oorspronkelijk in 2009 geplande veiling van CO2-emissierechten die uiteindelijk op 15 april jl. heeft plaatsgevonden. Er zijn 4 miljoen CO2-rechten geveild voor een totaalbedrag van ruim € 55 mln.

3

Kamerstuk: 25 820, nr. 18.

Licence