Allereerst is de begrotingsstaat voor het Infrastructuurfonds voor het jaar 2013 opgenomen. Hierbij wordt inzicht verstrekt in de mutaties die op artikelniveau in de verplichtingen-, de uitgaven- en de ontvangstenramingen worden voorgesteld.
Daarna is onder 2.1 in een overzicht met de uitgaven- en ontvangstenmutaties de aansluiting gemaakt met de budgettaire nota (Najaarsnota) van het Ministerie van Financiën.
Onder 2.2 De productartikelen wordt inzicht verstrekt in de mutaties op financieel instrumentniveau, waarvan de belangrijkste worden toegelicht.
Verder zijn projecttabellen met de realisatieprojecten alsmede de projecten in planuitwerking en verkenning opgenomen waarin de begrotingsmutaties op projectniveau zichtbaar zijn gemaakt en waarvan de belangrijkste mutaties eveneens zijn voorzien van een toelichting.
Naar aanleiding van de aanbeveling uit het rapport van de Tijdelijke commissie onderhoud en innovatie spoor (Kamerstukken II, 2011/2012, 32 707, nr. 9, blz. 22) is de normering gehanteerd waarbij geldt dat begrotingsbedragen boven de € 50 mln. met een afwijking van meer dan € 5 mln. ook worden toegelicht.
Het bovenstaande heeft er toe geleid dat aan de hand van onderstaande norm is bepaald of een verschil wordt toegelicht:
Begrotingsbedrag | Verschil |
---|---|
< € 4,5 mln. | > 50% |
€ 4,5 – € 22,5 mln. | > € 2,5 mln. |
> € 22,5 mln. | > 10% |
> € 50 mln. | > € 5 mln. |
Dit houdt in dat die (hoofd)producten, waarbij het verschil kleiner is dan de aangegeven norm niet worden toegelicht. Een uitzondering hierop wordt gemaakt voor beleidsmatige relevante mutaties; deze worden ongeacht bovenstaande normering wel toegelicht.
Naar aanleiding van mijn toezegging aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II, 2012/2013, 33 480 XII, nr. 3) is in deze suppletoire begroting een tweetal wijzigingen doorgevoerd. Ten eerste is in de overzichten budgettaire gevolgen van uitvoering een kolom toegevoegd waarin het totaal van de mutaties ten opzichte van de eerste suppletoire begroting is opgenomen. Daarnaast zijn in de meerjarige tabellen aan het eind van elk artikel in paragraaf 2.2, waarbij inzicht wordt geboden in de begrotingsmutaties per operationele doelstelling tot en met 2028, conform het verzoek van de Kamer, zowel de Miljoenennota- als de Najaarsnotamutaties toegelicht. Ten aanzien van de Najaarsnotamutaties is een nummering opgenomen die verwijst naar de toelichtingen bij het overzicht uitgaven- en ontvangsten mutaties (zie paragraaf 2.1)
Om de transparantie te vergroten is de meerjarige doorwerking van de Najaarsnotamutaties in de onderliggende tabellen inzichtelijk gemaakt. De meerjarige doorwerking is nu echter geen onderwerp van besluitvorming. Zo wordt het saldo 2013 per definitie door geschoven naar 2014 en is daarmee een budgettair neutrale inter-temporele verschuiving. De meerjarige doorwerking van de Najaarsnotamutaties wordt ter besluitvorming in de Voorjaarsnota 2014 opgenomen.
In de tabellen met projectoverzichten bij de verschillende artikelen is een kolom «vorig» opgenomen. In deze kolom is de laatste aan de Kamer gemelde stand van het project opgenomen, i.c. de stand Miljoenennota 2014.