ARTIKEL 1: WETGEVING EN CONTROLE EERSTE KAMER
A. Algemene doelstelling
De Eerste Kamer vormt samen met de Tweede Kamer de Staten-Generaal. De voorzitter van de Eerste Kamer is tevens voorzitter van de Verenigde Vergadering van de Staten-Generaal.
De kerntaken van de Eerste Kamer liggen in het, als sluitstuk van de wetgevingsketen, toetsen van voorgenomen wetgeving en het controleren van de regering. De Eerste Kamer besteedt daarbij bijzondere aandacht aan de beoordeling van de wetgevingskwaliteit. Voorts heeft de Eerste Kamer taken op het terrein van de Europese wetgeving en het Europese beleid. Deze zijn door de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon in omvang en intensiteit toegenomen.
De algemene doelstellingen van de Eerste Kamer liggen op het terrein van een adequate wetgeving en controle, hetgeen verder is te operationaliseren naar een adequate toetsing van de kwaliteit van wet- en regelgeving, een adequate controle van het regeringsbeleid, transparantie over de taken en de uitvoering daarvan, en toereikende voorzieningen in een effectieve en efficiënte organisatie.
B. Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenaamde beheersafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.1
C. Beleidswijzigingen
De Eerste Kamer vormt de voorlaatste schakel in de keten van het wetgevingsproces. Mede-actoren in het proces zijn, voorafgaand aan de bekrachtiging van een aanvaard wetsvoorstel door het Staatshoofd, respectievelijk de Ministerraad, de Raad van State en de Tweede Kamer. De controle op het regeringsbeleid voltrekt zich in interactie met de regering. Uit hoofde van het Verdrag van Lissabon is de Eerste Kamer betrokken bij de voorbereiding van Europese wetgevings- en beleidsvoorstellen. De taken van de Eerste- en Tweede Kamer op dit terrein zijn gelijk. Binnen de nationale context voert de Eerste Kamer overleg met de regering over de regeringsinzet bij de voorbereiding van Europese wetgeving.
Omdat de Eerste Kamer in het wetgevingsproces de laatste schakel in de keten van het parlementaire wetgevingsproces vormt, is haar taakuitvoering afhankelijk van het aanbod van wetsvoorstellen, en van de kwaliteit van het werk dat door de voorafgaande actoren is verricht.
D. Budgettaire gevolgen van beleid
(x € 1 000) | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 12 253 | 11 434 | 11 499 | 11 497 | 11 497 | 11 497 | |
Uitgaven: | 12 253 | 11 434 | 11 499 | 11 497 | 11 497 | 11 497 | |
1.1 | Apparaat | 7 840 | 7 020 | 7 085 | 7 083 | 7 083 | 7 083 |
1.2 | Vergoedingen voorzitter en leden Eerste Kamer | 4 344 | 4 345 | 4 345 | 4 345 | 4 345 | 4 345 |
1.3 | Verenigde Vergadering | 69 | 69 | 69 | 69 | 69 | 69 |
Ontvangsten | 79 | 79 | 79 | 79 | 79 | 79 |
E. Toelichting artikelonderdeel
De onderhavige raming gaat ervan uit dat de werkzaamheden van de Eerste Kamer in 2013 zullen worden voorgezet met inachtneming van de aanpassingen zoals die in de achterliggende jaren zijn doorgevoerd. Er zijn, in het licht van de precaire situatie van 's Rijksfinanciën, geen middelen geraamd voor grote nieuwe projecten in 2013. Ten opzichte van de begroting voor 2012 vertoont de raming 2013 een neergaande lijn van uitgaven, waarbij zij aangetekend dat in de begroting 2012 was voorzien in incidentele uitgaven verband houdend met het parlementaire onderzoek Privatisering en Verzelfstandiging Overheidsdiensten.
Het kabinet is verheugd te zien dat de Eerste Kamer in 2013 gehoor geeft aan de invulling van de taakstelling om de overheidsfinanciën weer gezond te maken. Het kabinet ziet deze inzet van de Eerste Kamer ook graag in de opvolgende jaren en houdt vast aan het structurele aandeel van de Eerste Kamer in het op orde brengen van de overheidsfinanciën.
Europese samenwerking
Op Europees vlak zal de start van de Interparlementaire Conferentie die toezicht gaat houden op het Gemeenschappelijke Buitenlands en Veiligheidsbeleid (GBVB) van de Europese Unie en op het Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid (GVDB), ter vervanging van de CODAC en de COFACC, bijzondere aandacht vragen. Voorts zal de interparlementaire samenwerking in het kader van het Verdrag inzake Stabiliteit, Coördinatie en Bestuur in de Economische en Monetaire Unie een aandachtsgebied worden. Het Verdrag vraagt, op voet van artikel 13, interparlementaire uitwisseling van informatie en gedachtewisseling over het begrotingsbeleid van de lidstaten.
Verdere ontwikkeling digitaal parlement
Op basis van de ervaringen opgedaan met de digitale verspreiding van de parlementaire documenten, zal de Eerste Kamer Applicatie verder worden ontwikkeld. Daarnaast worden de interne documentenopslag en de postroutering verder verbeterd.
Beheer gebouwen
Voor het gehele gebouw van de Eerste Kamer (inclusief het deel dat van de Raad van State wordt overgenomen) blijft een grootscheepse renovatie (met name ook installatietechnisch) op termijn noodzakelijk. In 2013 zal in overleg met de Rijksgebouwendienst nader worden bezien welke technische aanpassingen aan het gebouw mogelijk noodzakelijk zijn.
Viering 200 jaar Koninkrijk en 200 jaar Staten-Generaal/Eerste Kamer
De jaren 2013 tot en met 2015 zullen in Nederland mede in het teken staan van de viering van 200 jaar onafhankelijk Koninkrijk en 200 jaar parlementaire democratie. In 2015 bestaan de Staten-Generaal 200 jaar als bicameraal parlement. Uiteraard zal daaraan passende aandacht worden geschonken, rekening houdend met het huidige economische klimaat. De voorbereidingen daartoe worden in gang gezet.
ARTIKEL 2: UITGAVEN TEN BEHOEVE VAN LEDEN EN OUD-LEDEN TWEEDE KAMER, ALSMEDE LEDEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT
A. Algemene doelstelling
Onder dit artikel worden rechtspositionele uitgaven aan leden en oud-leden van de Tweede Kamer, alsmede hun nagelaten betrekkingen, evenals de schadeloosstelling aan de Nederlandse leden van het Europees Parlement geraamd.
Activiteiten
Zorg dragen voor uitbetalingen in verband met wettelijke regelingen
De Tweede Kamer draagt ingevolge de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer (Stb. 1997, 250), de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Stb. 1969, 594) en de Wet schadeloosstelling leden Europees Parlement (Stb. 1979, 379) zorg voor de uitgaven uit hoofde van:
-
– schadeloosstelling leden Tweede Kamer (artikel 2.1);
-
– reis- en overige kostenvergoedingen leden Tweede Kamer (artikel 2.1);
-
– wachtgelden oud-leden Tweede Kamer (artikel 2.2);
-
– pensioenen oud-leden en hun nabestaanden (artikel 2.2);
-
– schadeloosstelling Nederlandse leden van het Europees Parlement (die niet door het Europees Parlement betaald worden) (artikel 2.3).
Aan deze activiteiten zijn de volgende kengetallen (aantallen gerechtigden) verbonden.
Aantallen deelgerechtigden | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
---|---|---|---|---|
Pensioenen oud-leden | 385 | 381 | 437 | 423 |
Wachtgelden oud-leden | 82 | 57 | 90 | 72 |
Totaal | 467 | 438 | 527 | 495 |
Facilitering outplacement
Voorts is binnen dit artikel een budget ten behoeve van outplacement voor oud-leden van de Tweede Kamer opgenomen. Het doel van de outplacementfaciliteit is tweeledig:
-
– het bieden van een faciliteit voor oud-leden bij het zoeken naar een nieuwe functie;
-
– het verminderen van het beroep op de wachtgeldregeling.
De uitgaven in 2011 beliepen € 0,2 mln. en hadden betrekking op 13 deelnemers.
In de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa) is in 2010 de sollicitatieplicht geïntroduceerd. Tevens is daarbij de ondersteuning en begeleiding met behulp van een outplacementbureau geregeld. De vrijwillige outplacementregeling voor oud-leden van de Tweede Kamer is komen te vervallen.
B. Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenaamde beheersafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.2
C. Beleidswijzigingen
Begrotingsvoorstellen
Vanaf de huidige zittingsperiode in het voorjaar van 2009 betaalt het Europarlement de schadeloosstelling voor de Europarlementariërs (en niet meer de Tweede Kamer) met uitzondering van twee Europarlementariërs die hebben aangegeven nog wel via de Tweede Kamer hun schadeloosstelling te willen ontvangen. De vrijval van de schadeloosstelling van de Europarlementariërs zal worden aangewend voor ProDemos, het Huis voor Democratie en Rechtsstaat. Dit is voorzien in 2015. Tot het moment van overgang wordt het budget aangewend voor aanpassingen in het gebouw van de Tweede Kamer voor het ontvangen van bezoekers.
De begroting voor pensioenen en wachtgelden is voor de jaren 2015 en 2016 in beide jaren verhoogd met € 1 mln. in verband met een voorzien groter beroep op de pensioen- en wachtgeldregeling in verband met de Tweede Kamerverkiezingen in 2016.
D. Budgettaire gevolgen van beleid
(x € 1 000) | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 32 433 | 31 915 | 31 912 | 32 909 | 32 909 | 31 909 | ||
Uitgaven: | 32 433 | 31 915 | 31 912 | 32 909 | 32 909 | 31 909 | ||
2.1 | Schadeloosstelling | 22 023 | 22 017 | 22 013 | 22 010 | 22 010 | 22 010 | |
2.2 | Pensioenen en wachtgelden | 10 191 | 9 679 | 9 679 | 10 679 | 10 679 | 9 679 | |
2.3 | Schadeloosstelling Europarlementariërs | 219 | 219 | 220 | 220 | 220 | 220 | |
Ontvangsten | 86 | 86 | 86 | 86 | 86 | 86 |
E. Toelichting artikelonderdeel
In onderstaand overzicht zijn als achtergrondinformatie de gerealiseerde uitgaven en gemiddelde uitgaven van de artikelonderdelen 2.1, 2.2 en 2.3 opgenomen voor de jaren 2009–2011 en prognoses voor 2012 en 2013.
2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | |
---|---|---|---|---|---|
2: Uitgaven t.b.v. leden en oud-leden Tweede Kamer, alsmede leden van het Europees Parlement. | |||||
1. schadeloosstelling | 21 476 | 21 909 | 22 166 | 21 743 | 21 743 |
gemiddeld per lid TK | 143 | 146 | 148 | 145 | 145 |
2. pensioenen en wachtgelden | 8 622 | 10 956 | 10 071 | 10 156 | 9 645 |
– totaal 1 en 2 | 30 098 | 32 865 | 32 237 | 31 899 | 31 388 |
gemiddeld per lid TK | 201 | 219 | 215 | 213 | 209 |
3. schadeloosstelling leden Europarlement | 1 451* | N.v.t. | N.v.t. | N.v.t. | N.v.t. |
Gemiddeld per lid EP | 88 | N.v.t. | N.v.t. | N.v.t. | N.v.t. |
ARTIKEL 3: WETGEVING EN CONTROLE TWEEDE KAMER
A. Algemene doelstelling
Taak van de Tweede Kamer
De Tweede Kamer heeft naast de taak van volksvertegenwoordiging twee hoofdtaken: het controleren van de regering en (mede-)wetgeving. Deze taken vloeien voort uit de grondwetsartikelen 50 (vertegenwoordiging van het gehele Nederlandse volk), 65 tot en met 72 (werkwijze), 81 tot en met 87 (wetgeving), 105 (begrotingen), 137 en 138 (grondwetgeving) en enkele andere (grond)wetsartikelen.
De ambtelijke diensten
De ambtelijke organisatie zorgt ervoor dat de Kamerleden worden ondersteund bij de uitvoering van de kerntaken van de Tweede Kamer: controle van de regering en (mede-)wetgeving.
De primaire aandacht van de ambtelijke organisatie gaat uit naar de 150 leden van de Kamer. Daarnaast heeft de Kamer een aantal belanghebbenden met een relatie tot het parlementaire proces zoals: ministeries, journalisten en burgers.
Om de missie te vervullen zijn drie kerntaken van de ambtelijke organisatie belangrijk:
-
1. de zorg voor procedurele en inhoudelijke instrumenten ter ondersteuning van de Kamerleden en hun vergaderingen;
-
2. de zorg voor facilitaire ondersteuning;
-
3. de zorg voor het vastleggen, ontsluiten en zichtbaar maken van de werkzaamheden van de Kamer.
Een belangrijk uitgangspunt is daarbij dat de Kamer te allen tijde moet kunnen vergaderen. De ambtelijke organisatie heeft een operationeel plan om in voorkomende gevallen te kunnen uitwijken naar een externe vergaderlocatie.
Gegeven de algemene doelstelling, de ambtelijke organisatie zorgt ervoor dat de leden worden ondersteund bij de uitvoering van de kerntaken van de Tweede Kamer: controle en (mede-) wetgeving, worden jaarlijks accenten gelegd. De speerpunten voor 2013 worden in paragraaf E nader toegelicht.
B. Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenaamde beheersafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.2
C. Beleidswijzigingen
Het artikelonderdeel fractiekosten is voor het jaar 2015 en 2016 verhoogd met € 2 mln. in verband met de Tweede Kamerverkiezingen in 2016.
D. Budgettaire gevolgen van beleid
(x € 1 000) | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 100 660 | 93 784 | 93 751 | 95 737 | 95 724 | 93 724 | |
Uitgaven: | 100 660 | 93 784 | 93 751 | 95 737 | 95 724 | 93 724 | |
3.1 | Apparaat | 70 406 | 63 526 | 63 492 | 63 477 | 63 464 | 63 464 |
3.2 | Onderzoek en kennis | 2 534 | 2 534 | 2 534 | 2 534 | 2 534 | 2 534 |
3.3 | Drukwerk | 3 165 | 3 165 | 3 165 | 3 165 | 3 165 | 3 165 |
3.4 | Fractiekosten | 24 101 | 24 105 | 24 106 | 26 107 | 26 107 | 24 107 |
3.5 | Uitzending leden | 454 | 454 | 454 | 454 | 454 | 454 |
Ontvangsten | 2 766 | 2 766 | 2 766 | 2 766 | 2 766 | 2 766 |
E. Toelichting artikelonderdeel
Als speerpunten voor het jaar 2013 kiest het Presidium voor de volgende onderwerpen:
-
1. uitvoeren inspanningsverplichting om te bezuinigen voor de komende periode;
-
2. uitvoering van de Toekomst- en onderzoeksagenda als onderdeel van de Parlementaire Zelfreflectie;
-
3. versterken beheer en onderhoud;
-
4. modernisering audiovisuele faciliteiten;
-
5. studie naar de inrichting van de plenaire zaal.
De keuze voor deze speerpunten vloeit voort vanuit keuzes die in eerdere jaren, ook in de raming zijn gemaakt. Zo is een belangrijk uitgangspunt dat het wetgevende en controlerende proces onverkort doorgang moet vinden.
Ad 1) Uitvoeren inspanningsverplichting voor de komende periode
2013 is het eerste jaar waarin de effecten van de door de Tweede Kamer aanvaarde inspanningsverplichting worden gerealiseerd. Vanaf begin 2013 wordt stapsgewijs een reductie gerealiseerd. In 2013 3%, in 2014 4,5% en uiteindelijk 6% in 2015. Al in 2012 moet de Tweede Kamer een begin maken met de voorbereiding en de uitvoering van de gemaakte keuzes: wat kan wel doorgaan en waarmee kan gestopt worden? In de afgelopen jaren is al een behoedzaam financieel beleid gevoerd. Er zijn geen claims ingediend voor uitbreidingsinvesteringen. Investeringen, zoals extra fractieondersteuning vanuit de Parlementaire Zelfreflectie, zijn bekostigd uit de begroting van de Tweede Kamer door reallocatie van middelen.
Ad 2) Uitvoering van de Toekomst- en onderzoeksagenda als onderdeel van de Parlementaire Zelfreflectie
In 2010 heeft de Kamer aangegeven dat de zelfreflectie een doorlopend proces is. De verbeterpunten uit de Parlementaire Zelfreflectie uit 2009 zijn, met andere woorden, permanente aandachtspunten die te groeperen zijn rond drie thema’s: het instrumentarium van de Kamer als medewetgever en controleur van het regeringsbeleid, de rol van de Kamer in het formatieproces en de ondersteuning en begeleiding van Kamerleden.
De Toekomst- en onderzoeksagenda is een van de concrete resultaten uit de Parlementaire Zelfreflectie. Het is een jaarlijks terugkerend product, met in het kielzog daarvan, de onderzoeksactiviteiten voor en door de Kamer. Het betreft een relatief nieuw instrument met in potentie sterke doorwerking. Dat maakt dat dit onderdeel van de Parlementaire Zelfreflectie een speerpunt vormt.
Bij de stukken voor de raming 2013 zal in «de Staat van de Tweede Kamer» opnieuw een overzicht worden gegeven van de uitvoering van de Toekomst- en onderzoeksagenda en andere activiteiten door de Tweede Kamer.
Ad 3) Versterken beheer en onderhoud
De aandacht zal in 2013 en de jaren daarna komen te liggen op het onderhoud en beheer van bestaande voorzieningen. Om deze ontwikkeling adequaat te managen zal in de organisatie gewerkt worden aan het opstellen van onderhouds- en vervangingsplannen. Tevens zal de budgetstructuur zo worden ingericht dat deze recht doet aan bovengenoemde prioriteitsstelling. Tegelijkertijd wordt er gezocht naar mogelijkheden om daar waar mogelijk gebruik te maken van de innovatieve mogelijkheden die voortvloeien uit de modernisering van de audiovisuele faciliteiten.
Een bijzondere vervangingsinvestering betreft tenminste één van de twee rekencentra oftewel de server ruimten. Inmiddels is duidelijk dat onze gebouwen geen plek kunnen bieden voor een moderne, veilige en stabiele server ruimte. Daarvoor wordt een fysieke oplossing gezocht buiten de gebouwen van de Tweede Kamer, bij voorkeur in samenwerking binnen de Rijksoverheid.
Ad 4) Modernisering Audiovisuele faciliteiten.
Het programma Audiovisuele faciliteiten is er op gericht om de huidige, verouderde audiovisuele infrastructuur en daarmee samenhangende productie en distributie van beeld- en geluidsignalen te renoveren en te innoveren. Deze vervanging van de audiovisuele infrastructuur biedt tevens de mogelijkheid, de transparantie te vergroten door het breed ter beschikking stellen van beeld en geluid vanuit de Kamer aan fracties, publiek en professionele afnemers. (In 2013 is de audiovisuele infrastructuur vervangen zodat de openbare vergaderingen ontsloten zijn).
Ad 5) Studie naar de inrichting van de plenaire zaal
Mede in het licht van de modernisering audiovisuele faciliteiten moet de vraag gesteld worden of de inrichting van de plenaire zaal na 20 jaar nog voldoet aan de eisen van deze tijd om transparant en doelgericht te zijn. Het Presidium is voornemens daartoe een onderzoek te laten instellen en voorstellen voor verbeteringen en aanpassingen aan de Kamer voor te leggen.
Overige aandachtspunten voor 2013
Naast de bovengenoemde speerpunten die specifiek zijn voor 2013, is er een aantal andere onderwerpen dat aandacht behoeft. Het gaat om de volgende zaken:
200 jaar Staten-Generaal
In 2015 bestaan de Staten-Generaal in de huidige vorm 200 jaar. Dat moet herdacht en gevierd worden. In 2012 en 2013 worden daarvoor voorbereidende activiteiten in gang gezet.
Mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt
In het strategisch werkplan 2011–2015 van de Tweede Kamer is opgenomen: «De aandacht voor plaatsing van mindervaliden, gehandicapten en Wajongers in de ambtelijke organisatie blijft onverminderd van kracht.» In 2011 is rijksbreed de structurele quotumregeling voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt ingevoerd. De Tweede Kamer volgt deze rijksbrede 1%-regeling. De regeling houdt in dat 1% van het aantal fte beschikbaar wordt gesteld voor werkervaringsplaatsen.
Charter Talent naar de Top
In mei 2009 is het Charter Talent naar de Top ondertekend. Naar aanleiding daarvan is een plan van aanpak opgesteld met doelstellingen voor 2011 en voor 2014. De doelstellingen voor 2011, te weten vijf vrouwelijke diensthoofden (25%) en 17 vrouwelijke leidinggevenden (35%), zijn behaald. Aan de doelstellingen voor 2014, zeven vrouwelijke diensthoofden (33%) en 20 vrouwelijke leidinggevenden (40%) wordt de komende twee jaar aandacht besteed.
ARTIKEL 4: WETGEVING EN CONTROLE EERSTE EN TWEEDE KAMER
A. Algemene doelstelling
Het onder dit artikel opgenomen budget ten behoeve van wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer betreft de kosten van interparlementaire activiteiten.
B. Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenaamde beheersafspraken) tussen de Minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.2
C. Beleidswijzigingen
Er zijn geen beleidswijzigingen.
D. Budgettaire gevolgen van beleid
(x € 1 000) | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 1 565 | 1 561 | 1 561 | 1 561 | 1 561 | 1 561 | |
Uitgaven: | 1 565 | 1 561 | 1 561 | 1 561 | 1 561 | 1 561 | |
4.3 | Interparlementaire betrekkingen | 1 565 | 1 561 | 1 561 | 1 561 | 1 561 | 1 561 |
Ontvangsten | 23 | 23 | 23 | 23 | 23 | 23 |
Interparlementaire betrekkingen heeft betrekking op de volgende onderdelen:
-
– uitzending leden naar internationale organisaties;
-
– aandeel Nederland in de kosten van interparlementaire organen;
-
– contacten tussen de parlementen van het koninkrijk;
-
– ontvangst van buitenlandse parlementsleden en delegaties van internationale organisaties;
-
– de bijdrage aan de Nederlandse groep van de Interparlementaire Unie (IPU).
E. Toelichting artikelonderdeel
In onderstaand overzicht zijn in meerjarig perspectief (2007–2011) de uitgaven met betrekking tot dit artikel opgenomen. Voorts zijn, afgeleid hiervan, gemiddelden per Kamerzetel (van Eerste en Tweede Kamer) opgenomen. Met ingang van 2009 maken de apparaatskosten van de Griffie Interparlementaire Betrekkingen geen deel meer uit van het gezamenlijk artikel met de Eerste Kamer (artikel 4 «Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer»). Deze uitgaven maken thans onderdeel uit van artikel 3 «Wetgeving en controle Tweede Kamer».
2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | |
---|---|---|---|---|---|
Totaal apparaat | 486 | 435 | – | – | – |
Gemiddeld per zetel (225 zetels) | 2 | 2 | – | – | – |
Interparlementaire betrekkingen | 1 282 | 1 392 | 1 194 | 1 075 | 1 066 |
Totaal artikel 4 | 1 768 | 1 827 | 1 194 | 1 075 | 1 066 |
Gemiddeld per zetel (225 zetels) | 8 | 8 | 5 | 5 | 5 |