In 2013 wordt verplicht schatkistbankieren zonder leenfaciliteit ingevoerd voor gemeenten, provincies, gemeenschappelijke regelingen en waterschappen. De tarieven die de partijen over hun liquide middelen en beleggingen ontvangen worden geharmoniseerd aan de inleentarieven van de Staat. Schatkistbankieren houdt in dat decentrale overheden de middelen die zij (tijdelijk) niet nodig hebben voor uitoefening van hun taken aanhouden in de Nederlandse schatkist. Schatkistbankieren zal daarom een verlagend effect hebben op de EMU-schuld. De verwachting is dat de effecten voor de EMU-schuld op termijn ca. 15–29 miljard (4 % bbp) kunnen zijn.