Base description which applies to whole site

1. LEESWIJZER

Welke budgettaire gevolgen heeft de kredietcrisis voor de Staat? Welke beleidsdoelstellingen worden nagestreefd op het gebied van de fiscaliteit, de financiële markten of op het gebied van de nieuwe financiële Staatsdeelnemingen? Hoe gaat de Staat om met roerende en onroerende zaken? In deze begroting wordt antwoord gegeven op deze en vele andere vragen. De begroting IX is opgebouwd uit negen beleidsartikelen met uiteenlopende beleidsterreinen en drie niet- beleidsartikelen. Deze beleidsartikelen weerspiegelen het gehele werkterrein van het ministerie van Financiën inclusief het beheer van de staatsschuld en het kasbeleid van het Rijk.

De beleidsartikelen voor Financiën zijn:

  • 1. Belastingen

  • 2. Financiële markten

  • 3. Financieringsactiviteiten publiek-private sector

  • 4. Internationale financiële betrekkingen

  • 5. Exportkrediet- en investeringsverzekeringen

  • 6. Btw- compensatiefonds

  • 7. Beheer materiële activa

De niet- beleidsartikelen zijn:

  • 8. Centraal apparaat kerndepartement

  • 9. Algemeen

  • 10. Nominaal en onvoorzien

De beleidsartikelen voor Nationale Schuld zijn

  • 11. Financiering staatsschuld (transactiebasis)

  • 12. Kasbeheer (transactiebasis)

De begrotingstoelichting is als volgt opgebouwd. Hoofdstuk 2 bevat de beleidsagenda, de beleidsprioriteiten en de begroting op hoofdlijnen. Ook wordt in hoofdstuk 2 op de beleidsartikelen en de niet- beleidsartikelen ingegaan, waarvan de budgettaire mutaties toegelicht worden in het verdiepingshoofdstuk (internetbijlage). In hoofdstuk 3 is de paragraaf inzake de baten- lastendiensten Domeinen Roerende Zaken en Rijksvastgoed- en Ontwikkelingsbedrijf opgenomen. Als bijlagen het budgettair overzicht interventies ten behoeve van de Financiële Sector, een lijst met staatsdeelnemingen en de bijlage ZBO’s en RWT’s opgenomen. Als laatste volgt de afkortingen- en begrippenlijst. Het begrotings- en algemeen financieel-economisch beleid wordt toegelicht in de Miljoenennota en komt beknopt aan de orde in de beleidsagenda.

Samenvoegen IXA en IXB

Per Ontwerpbegroting 2013 is gekozen om de begrotingen van de Nationale Schuld en Financiën samen te voegen. Bij het samenvoegen van de begrotingen komt het gehele beleidsterrein in één begroting terecht. Hierdoor kan ook in de beleidsagenda een completer beeld gegeven van alle speerpunten van de minister van Financiën. Dit sluit aan bij de inrichting van de Rijksbegroting naar de taken en verantwoordelijkheden van de ministers.

Financiering Staatsschuld en Kasbeheer

Vanaf 2013 behandelt deze begroting tevens de schuld van de Nederlandse rijksoverheid. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de schuld die extern wordt gefinancierd, door bijvoorbeeld banken, beleggers en pensioenfondsen en de schulden of tegoeden die verschillende aan de schatkist gelieerde instellingen – via het geïntegreerd middelenbeheer – hebben bij het ministerie van Financiën. De schuld die extern wordt gefinancierd wordt in het artikel financiering staatsschuld behandeld (artikel 11). Het geïntegreerd middelen beheer wordt behandeld in het artikel kasbeheer (artikel 12). Beide artikelen worden middels een aparte begrotingstaat vastgesteld.

De begroting van de nationale schuld heeft twee specifieke eigenschappen die zijn vastgelegd in de CW. De eerste eigenschap is dat voor beide artikelen kas is verplichting geldt. Ten tweede wordt in afwijking van artikel 3, eerste lid van de CW, van rente-uitgaven en renteontvangsten van een jaar in de begroting van nationale schuld (artikel 11 en 12) niet verstaan de geldelijke betalingen en ontvangsten in dat jaar, maar de rentekosten onderscheidenlijk de renteopbrengsten die op transactiebasis aan een jaar worden toegerekend. Met de registratie van rente op transactiebasis voor de Nationale Schuld wordt aangesloten bij de Europese voorschriften van het ESR 1995 (Europees Stelsel van Rekeningen). Het ESR 1995 is de Europese methode om onder meer het EMU-saldo en het geharmoniseerde BNP (Bruto Nationaal Product) als grondslag voor de afdracht van de eigen middelen aan de Europese Unie te berekenen.

Kredietcrisis

Als gevolg van de kredietcrisis is door de minister van Financiën een aantal maatregelen getroffen om het vertrouwen in de financiële sector en de reële economie te herstellen. Dit heeft grote invloed gehad op deze begroting. In de bijlage financiële interventies in het kader van de kredietcrisis is daarom een overzicht van de getroffen maatregelen te vinden en de gevolgen voor het beleid toegelicht. In paragraaf 2.2.2 wordt dieper ingegaan op het beleidsterrein financiële markten. Het beleid over het fonds financiële structuurversterking, de deelneming in de ABN-Amro Group N.V. en de Illiquid Assets Back-up facility (IABF) is toegelicht in 2.2.3. In 2.2.4. zijn de verstrekte garanties voor het stabiliteitsmechanisme verwerkt en de lening aan Griekenland. De effecten van de kredietcrisis maatregelen op de staatsschuld zijn verwerkt in artikel 11.

Groeiparagraaf

Op 20 april 2011 is de Tweede Kamer akkoord gegaan met een aanpassing van de presentatie van de Rijksbegroting onder de naam «Verantwoord Begroten» (Kamerstuk 31 865, nr.26). De nieuwe presentatie moet leiden tot meer inzicht in financiële informatie, de rol en verantwoordelijkheid van de minister en moet een duidelijke splitsing tussen apparaat en programma laten zien.

De belangrijkste veranderingen zijn:

  • in deze begroting zijn alle begrotingsartikelen ingevuld volgens de nieuwe voorschriften, inclusief de aanpassing van de tabel Budgettaire gevolgen van beleid. Dit betekent dat voor 2013 budgettaire flexibiliteit is aangescherpt;

  • per artikel is aangegeven welke rol de minister heeft, deze kan bestaan uit regisseren, uitvoeren , financieren en stimuleren;

  • in de beleidsagenda is aan het eind een totaaloverzicht opgenomen van de beleidsdoorlichtingen,

  • aan deze begroting is tevens een lijst met staatsdeelnemingen toegevoegd.

Licence