De begroting 2013 bevat de volgende onderdelen:
-
a. Beleidsagenda;
-
b. Beleidsartikelen;
-
c. Niet-beleidsartikelen;
-
d. Diensten die een baten-lasten stelsel voeren;
-
e. Verdiepingshoofdstuk;
-
f. Bijlagen.
De minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie is begrotingsverantwoordelijk voor het groene onderwijs.
Groeiparagraaf
Op 20 april 2011 is de aanpassing van de presentatie van de Rijksbegroting onder de naam «verantwoord begroten» in de Tweede Kamer behandeld (Kamerstuk 31 865, nr. 26). De nieuwe presentatie geeft meer inzicht in de financiële informatie, de rol en verantwoordelijkheid van de minister en laat een duidelijke splitsing tussen apparaat en programma zien. In deze begroting worden alle begrotingsartikelen, inclusief de tabel Budgettaire gevolgen van beleid, gepresenteerd conform «verantwoord begroten». Door de nieuwe indeling kunnen in sommige tabellen geen gegevens worden opgenomen voor de jaren 2011 en 2012. Een aantal financiële gegevens over 2012 is wel opgenomen in de verdiepingsbijlage.
De veranderingen die in de begroting 2013 zijn doorgevoerd betreffen vooral:
-
– De opbouw van de beleidsartikelen is aangepast conform de richtlijnen voor «verantwoord begroten».
-
– Een wijziging bij de niet-beleidsartikelen vanwege het samenvoegen van drie artikelen.
Informatie in de begroting en andere relevante publicaties
De begroting is compacter geworden en meer toegespitst op de financiële informatie. De beleidsagenda presenteert de doelstellingen van de minister en de bijbehorende prestatie-indicatoren, en de beleidsartikelen beschrijven de werking en financiering van de verschillende stelsels. Voor een bredere kwantitatieve onderbouwing en monitoring van de toerusting en de presentaties van de O, C en W stelsels verwijzen we naar Trends in Beeld. Onderstaand schema geeft grafisch een totaalbeeld van welke informatie en verantwoording van het OCW-beleid gedurende een begrotingscyclus aan de Tweede Kamer wordt gestuurd.
Schematische weergave van de informatie aan de Tweede Kamer gedurende de begrotingscyclus
Hieronder volgt een nadere toelichting bij het schema.
-
– Op Prinsjesdag ontvangt de Tweede Kamer de begroting van OCW en Trends in Beeld. In Trends in Beeld zijn de relevante cijfers te vinden die inzicht geven in de kwaliteit en prestaties van de Nederlandse onderwijs, cultuur en wetenschapsstelsels en van emancipatie. In deze publicatie zijn ook onderzoeksresultaten van Education at a Glance opgenomen, de jaarlijkse publicatie van de OESO.
-
– Begin oktober komt ook Cultuur in beeld uit. In deze publicatie wordt ingegaan op de veranderingen in het Nederlandse cultuurbeleid. Deze publicatie gaat dieper in op de gevolgen van het beleid en schetst de te verwachten ontwikkelingen in de culturele sector. Daarbij is er bijzondere aandacht voor de bijdrage van cultuur aan de Nederlandse economie en werkgelegenheid, het financieel-maatschappelijk draagvlak, publieksbereik en de financiële verhoudingen tussen subsidieverstrekkers.
-
– De Inspectie van het Onderwijs heeft een belangrijke rol in het onderwijsstelsel als toezichthouder, maar ook als leverancier van beleidsinformatie. In het jaarwerkplan van de Inspectie van het Onderwijs worden voorgenomen werkzaamheden gepresenteerd aan de Tweede Kamer.
-
– Gedurende het jaar wordt de Tweede Kamer geïnformeerd over de begrotingsuitvoering door middel van de Voorjaarsnota (1e suppletoire begroting) en de Najaarsnota (2e suppletoire begroting).
-
– Ook worden gedurende het jaar allerlei beleidsdocumenten zoals actieplannen, beleidsdocumenten, beleidsevaluaties, beleidsdoorlichtingen naar de Tweede Kamer gestuurd. Wetsvoorstellen worden ter behandeling aangeboden en AMvB’s worden voorgehangen. Over verschillende beleidsterreinen worden brieven naar de Tweede Kamer gestuurd, onder andere ter nadere uitwerking van de beleidsagenda en de begroting. Hierover vindt vaak separaat overleg met het parlement plaats. De actieplannen geven voor de verschillende beleidsterreinen een beeld van het beleid. Beleidsdoorlichtingen en andere evaluaties verschaffen inzicht in de effectiviteit van beleid.
-
– De derde woensdag in mei is verantwoordingsdag. De Tweede Kamer ontvangt dan het jaarverslag van OCW en de publicatie Kerncijfers. In Kerncijfers worden resultaten, de stand van zaken en ontwikkelingen in het OCW-veld met een kwantitatieve toelichting en onderbouwing in beeld gebracht. Ook wordt het Onderwijsverslag aan de Tweede Kamer toegestuurd. Daarin wordt uitgebreid stilgestaan bij de staat van het onderwijs.
a. Beleidsagenda
De presentatie van de beleidsagenda is sober van aard vanwege de demissionaire status van het Kabinet. Er is gekozen voor een beperkte technische invulling. Hierbij wordt vooral ingegaan op relevante ontwikkelingen die de begroting in financiële zin raken.
b. Beleidsartikelen
De huidige begrotingsmethode «verantwoord begroten» richt zich duidelijker op de verantwoordelijkheid van de minister. De beleidsartikelen bestaan uit de volgende onderdelen:
-
– Een algemene doelstelling met een toelichting daarop.
-
– Vervolgens wordt een passage gewijd aan de verantwoordelijkheid van de minister.
-
– Daarna wordt in de artikelen ingegaan op de beleidswijzigingen. Wanneer er geen beleidswijzigingen met financiële gevolgen zijn, is deze passage niet opgenomen in het artikel.
-
– De tabel budgettaire gevolgen van beleid bevat een vaste indeling voor instrumenten volgens de voorschriften van «verantwoord begroten», dus naar soorten financiële instrumenten. Onder de tabel budgettaire gevolgen van beleid worden de instrumenten toegelicht.
-
– In de tabel budgettaire gevolgen van beleid wordt de budgetflexibiliteit van het begrotingsjaar in een percentage weergegeven.
b.1 De onderwijsartikelen
In 2011 zijn maatregelen aangekondigd om te komen tot een transparant, eenvoudig en prestatiegericht bekostigingsstelsel. Om dit doel te bereiken is een groot aantal bekostigings- en subsidieregelingen geschrapt.
Voor een deel is het verdwijnen van de bekostigings- en subsidieregelingen het gevolg van de aangekondigde maatregelen rond passend onderwijs en de maatregelen uit de subsidiebrief (Kamerstuk 32 500 VIII, nr. 160) die met de Tweede Kamer zijn besproken. Deze maatregelen worden voortvarend opgepakt. Wel komt als gevolg van het Begrotingsakkoord 2013 voor de doorvoering van de stelselwijziging passend onderwijs een jaar extra beschikbaar.
Ook is aangekondigd dat de transparantie over de bekostiging richting Tweede Kamer zal worden vergroot. In voorliggende begroting wordt daaraan uitvoering gegeven door in de tabellen budgettaire gevolgen van beleid de onderdelen van de bekostiging nader uit te splitsen (hoofdbekostiging, prestatiebox, aanvullende bekostiging). In de toelichting wordt op deze onderdelen nader ingegaan.
b.2 Vereenvoudiging bekostiging po/vo
Voor het primair onderwijs wordt onderzocht hoe de personele en materiële bekostiging samengevoegd kunnen worden. De afgelopen periode is daarnaast ingezet op verdere versterking van het financiële management in de sector. Voor het voortgezet onderwijs is in het regeerakkoord de keuze gemaakt om het bekostigingsmodel te vereenvoudigen. In het afgelopen jaar is diverse keren gesproken met besturen in het voortgezet onderwijs en de VO-raad. Het veld hecht er sterk aan de gelegenheid te krijgen zelf met een voorstel te komen. Daarom is besloten de VO-raad de tijd te geven om met een reëel en uitvoerbaar «voorstel» te komen. Daaraan zijn wel diverse voorwaarden verbonden. Die zijn, naast de consequenties voor uitvoering, in de brief van december 2011 aan de Kamer gemeld.
b.3 Bekostiging mbo
Tevens is aangekondigd om prestatiegerichte elementen in de mbo-bekostiging in te voeren. Als gevolg van het Begrotingsakkoord blijft het wetsvoorstel «doelmatige leerwegen en moderniseren van de bekostiging» inhoudelijk ongewijzigd, maar worden de budgettaire gevolgen met een jaar vertraagd met het oog op een goed invoeringstraject. Voorgesteld wordt de nieuwe systematiek voor de bekostiging te laten gelden met ingang van het bekostigingsjaar 2015. Het wetsvoorstel voor het invoeren van een leeftijdsgrens van 30 jaar in het mbo is controversieel verklaard.
b.4 De prestatiebox
Voor wat betreft de prestatiegerichtheid van de bekostiging is aangekondigd dat gekoppeld aan de prestatieafspraken per sector de middelen uit de actieplannen worden ingezet via een prestatiebox. In het ho worden in 2012 voor de periode 2013–2016 prestatieafspraken gemaakt met de individuele hogescholen en universiteiten. In 2012 is in de sectoren po, vo en bve de prestatiebox ingevoerd. In de prestatiebox zijn naast nieuwe middelen ook geldstromen ondergebracht die eerder een apart regime kenden. In de verschillende beleidsartikelen wordt de prestatiebox nader toegelicht.
c. Niet-beleidsartikelen
Er zijn twee zogenaamde niet-beleidsartikelen:
-
– Nominaal en onvoorzien;
-
– Apparaatskosten.
Met ingang van de begroting 2013 zijn de artikelen 92 tot en met artikel 94 samengevoegd tot het artikel 95 Apparaatskosten. Hierin worden naast de apparaatsuitgaven van het kerndepartement ook de apparaatskosten van de baten-lastendiensten en een aantal ZBO’s en RWT’s zichtbaar.
d. Diensten die een baten-lasten stelsel voeren
Dit onderdeel bevat de cijfermatige overzichten van de baten-lastendienst «Dienst Uitvoering Onderwijs» en «Nationaal Archief».
e. Verdiepingshoofdstuk (zie bijlagen)
In dit onderdeel worden per beleidsartikel de mutaties getoond tussen de stand ontwerpbegroting 2012 en de stand ontwerpbegroting 2013. De ondergrens voor het toelichten van mutaties is € 2,2 miljoen. Een aantal mutaties is centraal toegelicht (loonbijstelling, prijsbijstelling, intensiveringen, ombuigingen).
f. Bijlagen
De volgende bijlagen zijn in de begroting opgenomen:
-
– Overzicht RWT’s en ZBO’s;
-
– Verdiepingshoofdstuk;
-
– Overzicht moties en toezeggingen;
-
– Subsidieoverzicht: hier wordt een overzicht weergegeven van alle subsidieregelingen van het ministerie;
-
– Evaluatieoverzicht; het overzicht met evaluaties en onderzoeken is opgenomen in één centrale bijlage;
-
– Afkortingslijst;
-
– Trefwoordenlijst.