Inleiding
Deze begroting 2013 is ten opzichte van de begroting 2012 op twee punten gewijzigd. In de eerste plaats is de begroting geheel volgens de regels van de nieuwe begrotingspresentatie («Verantwoord Begroten») ingericht, nadat daartoe in de begroting 2012 een eerste bescheiden stap is gezet. In de tweede plaats is, zoals al aangekondigd in de begroting 2012, de artikelindeling in de begroting 2013 geheel vernieuwd. De wijzigingen worden in de groeiparagraaf van deze leeswijzer nader toegelicht.
In de begroting wordt verwezen naar beleids- of Kamerstukken. Net als in voorgaande jaren zijn deze beleidsstukken via de internetsite www.rijksbegroting.nl te raadplegen.
Opbouw begroting
De begroting van SZW is opgebouwd uit de volgende hoofdstukken:
2.1 Beleidsagenda
In de beleidsagenda wordt aandacht besteed aan de hoofdlijnen van het beleid van SZW in de huidige kabinetsperiode.
2.2 Beleidsartikelen
De belangrijkste beleidsdoelstellingen van SZW zijn in afzonderlijke beleidsartikelen opgenomen. De begroting van SZW bestaat uit 12 beleidsartikelen. Alle beleidsartikelen hebben dezelfde opbouw. Allereerst wordt de algemene doelstelling en de rol en verantwoordelijkheid van de minister toegelicht. Daarna komen de beleidswijzigingen 2013 aan de orde. Vervolgens worden de budgettaire gevolgen van beleid in tabelvorm vermeld. In zes van de twaalf artikelen is naast begrotingsuitgaven sprake van premiegefinancierde uitgaven, welke eveneens in tabelvorm worden weergegeven. Ten slotte wordt in elk artikel een toelichting gegeven op de financiële instrumenten. Hierbij wordt gefocust op:
-
• het doel van het financiële instrument;
-
• wie ervoor in aanmerking komen;
-
• de financiële regeling;
-
• de budgettaire ontwikkeling;
-
• de beleidsrelevante kerncijfers.
De begrotingsuitgaven en premiegefinancierde uitgaven luiden in constante prijzen.
Ten aanzien van de begrotingsuitgaven is in de Miljoenennota 2013 een voorziening gecreëerd voor de loon- en prijsbijstellingen op alle begrotingshoofdstukken. De hiervoor gereserveerde middelen worden jaarlijks naar de departementale begrotingen overgeboekt. Bij de premiegefinancierde uitgaven wordt het effect van deze loon- en prijsstijging op een afzonderlijke regel «nominaal» in de tabellen opgenomen.
2.3. Niet-beleidsartikelen
De begroting van SZW bevat vier niet-beleidsartikelen. Deze artikelen bevatten de middelen op de begroting van SZW die niet rechtstreeks aan een beleidsdoelstelling kunnen worden gekoppeld.
3. Baten-lastendiensten
Onder het ministerie vallen twee baten-lastendiensten: het Agentschap SZW en de Inspectie Werk en Inkomen. Van deze twee baten-lastendiensten is een technische paragraaf opgenomen die bestaat uit een meerjarige begroting en een kasstroomoverzicht met daarbij een toelichting.
4. Bijlagen
De begroting van SZW bevat negen bijlagen. Op verzoek van de Tweede Kamer bevatten deze bijlagen ook de onderdelen welke vorig jaar in de internetbijlagen van de begroting waren opgenomen. Deze afzonderlijke internetbijlagen zijn vervallen.
Groeiparagraaf
Voor de wijzigingen in de begroting 2013 die het gevolg zijn van Verantwoord Begroten wordt verwezen naar de Kamerstukken over dit onderwerp, waaronder de brief «Verbetering verantwoording en begroting»1. De nieuwe presentatie moet leiden tot een duidelijker beschrijving van de rol en verantwoordelijkheid van de minister, een beter inzicht in de financiële instrumenten, en een duidelijke splitsing tussen programma- en apparaatsuitgaven. Bovendien moet Verantwoord Begroten tot minder omvangrijke begrotingen en jaarverslagen leiden.
SZW heeft Verantwoord Begroten aangegrepen voor een meer fundamentele herziening van de begrotingsindeling van SZW, met als doel de begroting (financieel) evenwichtiger te maken en de beleidsmatige samenhang binnen en tussen de artikelen te vergroten. Daarmee neemt ook de leesbaarheid van de begroting toe. In onderstaande tabel wordt aangegeven in welk artikel van de begroting 2013 de artikelen van de begroting 2012 terugkomen (indien relevant uitgesplitst naar operationele doelstelling).
Begroting 2012 | Begroting 2013 | ||
---|---|---|---|
41. | Inkomensbeleid | 1. | Arbeidsmarkt |
42. | Arbeidsparticipatie | x | |
– | OD 1 t/m 4 (excl. WAZO) | 1. | Arbeidsmarkt |
– | OD 4 (WAZO) | 6. | Ziekte en zwangerschap |
43. | Arbeidsverhoudingen | 1. | Arbeidsmarkt |
44. | Gezond en veilig werken | 1. | Arbeidsmarkt |
45. | Pensioenbeleid | 1. | Arbeidsmarkt |
46. | Inkomensbescherming met activering | x | |
– | OD 1 (IOW, WW) | 5. | Werkloosheid |
– | OD 2 (IVA, WGA, WAO, WAZ) | 3. | Arbeidsongeschiktheid |
– | OD 3 (Wajong) | 4. | Jonggehandicapten |
– | OD 5 (BUIG, bijstand buitenland, bijstand zelfstandigen, bijstand overig) | 2. | Bijstand, Toeslagenwet en Sociale Werkvoorziening |
– | OD 5 (Handhaving, overig) | 98. | Algemeen |
– | OD 6 (Caribisch Nederland) | – | Artikel 2. t/m 5. |
47. | Aan het werk: Bemiddeling en Re-integratie | x | |
– | OD 1 (Basisdienstverlening UWV, BKWI) | 11. | Uitvoeringskosten |
– | OD 2 (Participatiebudget) | 2. | Bijstand, Toeslagenwet en Sociale Werkvoorziening |
– | OD 2 (Re-integratie Wajong) | 4. | Jonggehandicapten |
– | OD 2 (Re-integratie WAZ/WAO/WIA) | 3. | Arbeidsongeschiktheid |
– | OD 2 (Re-integratie uitvoeringskosten) | 11. | Uitvoeringskosten |
– | OD 2 (Re-integratie Caribisch Nederland) | 2. | Bijstand, Toeslagenwet en Sociale Werkvoorziening |
– | OD 2 (Herstructureringsfaciliteit en Indicatiestelling WSW) | 2. | Bijstand, Toeslagenwet en Sociale Werkvoorziening |
– | OD 2 (vergoeding uitvoering ESF) | 98. | Algemeen |
– | OD 2 (beleidsondersteunend) | – | Artikel 2. en 98. |
48. | Sociale Werkvoorziening | 2. | Bijstand, Toeslagenwet en Sociale Werkvoorziening |
49. | Overige Inkomensbescherming | x | |
– | OD 1 (Anw) | 9. | Nabestaanden |
– | OD 2 (AOW) | 8. | Oudedagsvoorziening |
– | OD 2 (AIO) en OD 3 (TW) | 2. | Bijstand, Toeslagenwet en Sociale Werkvoorziening |
– | OD 4 (Caribisch Nederland) | – | Artikel 9. en 8. |
50. | Tegemoetkoming specifieke kosten | x | |
– | OD 1 (TOG, AKW, WKB) | 10. | Tegemoetkoming ouders |
– | OD 2 (TAS) | 6. | Ziekte en zwangerschap |
– | OD 3 (MKOB) | 8. | Oudedagsvoorziening |
51. | Rijksbijdragen sociale fondsen | 12. | Rijksbijdragen |
52. | Kinderopvang | 7. | Kinderopvang |
x | Uitvoeringskosten alle artikelen | 11. | Uitvoeringskosten |
96. | Apparaatsuitgaven kerndepartement | 96. | Apparaatsuitgaven kerndepartement |
97. | Aflopende regelingen | 97. | Aflopende regelingen |
98. | Algemeen | 98. | Algemeen |
99. | Nominaal en onvoorzien | 99. | Nominaal en onvoorzien |
Kerncijfers handhaving
In de begroting 2013 worden minder cijfers t.a.v. fraude en handhaving gepresenteerd dan in de vorige begroting. Met ingang van voorliggende begroting is er op het terrein van handhaving gekozen voor een thematische verantwoording, waarbij zowel de preventie, de opsporing als de terugvordering worden bezien. Daartoe wordt zo mogelijk bij iedere regeling over dezelfde set van uiteindelijk vier kengetallen gerapporteerd. Twee kengetallen over de opsporing (het aantal geconstateerde overtredingen met financiële benadeling en het totale benadelingbedrag) zijn reeds in deze begroting opgenomen. Komend jaar worden nog geschikte kengetallen op de terreinen van preventie en terugvordering ontwikkeld, zodat de set met handhavingskerncijfers vanaf de begroting 2014 compleet zal zijn.
In tegenstelling tot eerdere begrotingen wordt een overtreding alleen geteld als deze tot financiële benadeling heeft geleid. Hierdoor is dit cijfer lager dan de eerder gepresenteerde overtredingen of fraudesignalen. Voor het totale benadelingbedrag maakt dat geen verschil. Het in de beleidsartikelen 8, 9 en 10 gepresenteerde benadelingbedrag van AOW, Anw en AKW is echter wel hoger dan het in het jaarverslag 2011 gepresenteerde schadebedrag. Het verschil wordt veroorzaakt doordat nu ook zaken waarvan geen aangifte is gedaan maar die wel hebben geleid tot een financiële benadeling worden meegeteld. Dit was al eerder het geval voor de werknemersverzekeringen.
Budgetflexibiliteit
Zoals voorgeschreven wordt in de budgettaire tabellen vermeld welk percentage van de voor het jaar 2013 geraamde uitgaven juridisch verplicht is. In de meeste beleidsartikelen is dit percentage (nagenoeg) 100, aangezien de uitgaven vrijwel volledig voortvloeien uit wetgeving. Het deel van de uitgaven dat niet juridisch is verplicht is veelal op andere wijze verplicht (bijvoorbeeld bestuurlijk gebonden op basis van een convenant). Dit wordt in de beleidsartikelen niet nader aangeduid.
Afwijkingen van de rijksbegrotingsvoorschriften
Met instemming van het ministerie van Financiën wordt de financiële afwikkeling en verantwoording van een aantal aflopende regelingen op het niet-beleidsartikel 97 opgenomen. Het gaat hier om nadeclaraties of vergoedingen van nabetalingen op grond van gerechtelijke uitspraken (bezwaar- en beroepsprocedures) naar aanleiding van geschillen in het verleden.