Dienst Landelijk Gebied (DLG)
Suppletoire begroting 2014 (Voorjaarsnota)
Omschrijving | (1) | (2) | (3)=(1)+(2) |
---|---|---|---|
Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Mutaties (+ of –) 1e suppletoire begroting | Totaal geraamd | |
Baten | |||
Omzet moederdepartement | 56.812 | 0 | 56.812 |
Bijzondere bijdrage moederdepartement | 0 | 0 | |
Omzet overige departementen | 13.453 | – 7.453 | 6.000 |
Omzet derden | 12.099 | – 5.498 | 6.601 |
Rentebaten | 50 | 50 | |
Vrijval voorzieningen | 0 | ||
Bijzondere baten | 0 | ||
Totaal baten | 82.414 | – 12.951 | 69.463 |
Lasten | |||
Apparaatskosten | |||
personele kosten | 55.717 | 5.750 | 61.467 |
– waarvan eigen personeel | 55.217 | 5.250 | 60.467 |
– waarvan externe inhuur | 500 | 500 | 1.000 |
materiële kosten | 25.323 | 367 | 25.690 |
– waarvan apparaat ICT | 70 | 70 | |
– waarvan bijdrage aan SSO’s | 13.976 | 13.976 | |
Rentelasten | 124 | – 68 | 56 |
Afschrijvingskosten | |||
materieel | 1.000 | 1.000 | |
– waarvan apparaat ICT | 0 | ||
immaterieel | 250 | 250 | |
Overige kosten | |||
– dotaties voorzieningen | 0 | ||
– bijzondere lasten | 0 | ||
Totaal lasten | 82.414 | 6.049 | 88.463 |
Saldo van baten en lasten | 0 | – 19.000 | – 19.000 |
Toelichting
Op 11 oktober 2013 heeft de Staatssecretaris moeten besluiten om DLG per 1 januari 2015 op te splitsen. Dit besluit heeft als gevolg dat 2014 voor DLG een bijzonder jaar zal worden met een groot effect op de bedrijfsvoering. DLG verwacht 2014 met een negatieve exploitatie van € 19 mln af te sluiten. De prognose van de baten liggen ver beneden het niveau van de begroting en de lasten zullen naar verwachting hoger zijn dan oorspronkelijk begroot.
Baten
Omzet moederdepartement
Ten opzichte van de begroting blijft de bijdrage van EZ aan DLG ongewijzigd. Van de bijdrage van EZ is € 41 mln beschikbaar voor de opdrachten van provincies.
Omzet overige departementen
De prognose van omzet voor de overige departementen is veel lager dan begroot. Departementen zijn vanwege het opsplitsingbesluit terughoudend met het verstrekken van opdrachten ondat het geen zin meer heeft om duurzame relaties aan te gaan.
Omzet derden
Vanwege het opsplitsingbesluit zijn provincies terughoudend met het verstrekken van opdrachten.
Lasten
Personele kosten
Door het opsplitsingbesluit loopt de geplande reorganisatie van 2014 vertraging op. Hierdoor heeft DLG meer personele kosten dan initieel begroot.
Rentelasten
DLG verwacht circa € 56.000 aan rentelasten te hebben op de lopende leningen. Door enkele vroegtijdige aflossingen is dit lager dan begroot.
Saldo van baten en lasten
Door het opsplitsingbesluit verwacht DLG dat de baten over 2014 circa € 13 mln lager zijn dan begroot. De lasten zullen naar verwachting circa € 6 mln hoger uitkomen, waardoor de prognose is dat de begrote sluitende exploitatie niet meer gerealiseerd zal worden. DLG verwacht 2014 met een negatief resultaat van circa € 19 mln af te sluiten.
Kasstroomoverzicht
Omschrijving | (1) | (2) | (3)= (1)+(2) | |
---|---|---|---|---|
Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Mutaties (+ of –) 1e suppletoire begroting | Stand 1e suppletoire begroting | ||
1. | Rekening-courant RHB 1 januari 2014 | 24.788 | 16.352 | 41.140 |
2. | Totaal operationele kasstroom | – 750 | 2.000 | 1.250 |
Totaal investeringen (–/–) | 2.100 | – 2.100 | 0 | |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 0 | 0 | 0 | |
3. | Totaal investeringkasstroom | 2.100 | – 2.100 | 0 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–) | 0 | 0 | 0 | |
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) | 0 | 0 | 0 | |
Aflossingen op leningen (–/–) | 903 | 0 | 903 | |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 2.100 | – 2.100 | 0 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | – 903 | 0 | – 903 |
5. | Rekening-courant RHB 31 december 2014 (=1+2+3+4) | 25.235 | 16.252 | 41.487 |
Toelichting
Het vooraf opgenomen saldo Rekening-courant RHB per 1 januari 2014 wijkt af van het werkelijke banksaldo. De operationele kasstroom is naar beneden bijgesteld omdat de afschrijvingskosten afnemen. De investeringen komen naar verwachting lager uit dan begroot en er wordt daarom geen beroep gedaan op de leenfaciliteit. Hiernaast zijn er enkele leningen vervroegd afgelost.
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)
Suppletoire begroting 2014 (Voorjaarsnota),
Omschrijving | (1) | (2) | (3)=(1)+(2) |
---|---|---|---|
Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Mutaties (+ of –) 1e suppletoire begroting | Totaal geraamd | |
Baten | |||
Omzet moederdepartement | 97.199 | 38.149 | 135.348 |
Omzet overige departementen | 67.884 | 9.823 | 77.707 |
Omzet derden | 68.500 | 4.963 | 73.463 |
Rentebaten | 107 | 0 | 107 |
Bijzondere baten | 0 | 0 | 0 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 233.690 | 52.935 | 286.625 |
Lasten | |||
Apparaatskosten | |||
Personele kosten | 169.545 | 24.000 | 193.545 |
– Waarvan eigen personeel | 163.045 | 13.605 | 176.650 |
– Waarvan externe inhuur | 6.500 | 10.395 | 16.895 |
Materiele kosten | 52.000 | 31.466 | 83.466 |
– Waarvan apparaat ICT | 0 | 0 | 0 |
– Waarvan Bijdrage aan SSO's | 28.500 | 14.093 | 42.593 |
Rentelasten | 486 | 0 | 486 |
Afschrijvingskosten | |||
Materieel | 4.982 | 603 | 5.585 |
– Waarvan apparaat ICT | 0 | 0 | 0 |
Immaterieel | 6.178 | – 1.000 | 5.178 |
Overige lasten | |||
– dotaties voorzieningen | 500 | 0 | 500 |
– bijzondere lasten | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 233.690 | 55.069 | 288.759 |
Saldo van baten en lasten | 0 | – 2.134 | – 2.134 |
Toelichting
De batenkant van de begroting komt uit op € 286,6 mln. Van de stijging van de baten met € 53 mln heeft € 40,2 mln betrekking op het plan van aanpak NVWA dat in december 2013 aan de Tweede Kamer is aangeboden. Daarnaast is sprake van aanvullende bijdragen van de departementen (€ 2,2 mln) en bijdragen van in verband met het later in werkingtreden van het nieuwe retributiestelsel (circa € 3,3 mln). Ook zijn de opbrengsten derden hoger dan geraamd (€ 5 mln) en is sprake van € 2,3 mln aan balansposten.
Omzet moederdepartement
In 2014 is de omzet moederdepartement € 38,1 mln hoger dan begroot als gevolg van aanvullende bijdragen in het kader van het plan van aanpak (€ 32,1 mln):
-
– € 15,2 mln voor de versterking van het toezicht en van de organisatie van de NVWA.
-
– € 9,4 mln ter compensatie van de opgelegde korting in het kader van de motie Jacobi c.s.;
-
– en een netto reservering ad € 7,5 mln in verband met terugkerende werkzaamheden.
Daarnaast is sprake van een bijdrage (€ 3,3 mln) in verband met niet-kostendekkende tarieven bij kleine slagers en certificaten en de vertraagde invoering van het nieuwe retributiestelsel, een overheveling vanuit het Ministerie van Veiligheid & Justitie in het kader van het project «afpakken» (€ 0,6 mln), aanvullende opdrachten op het gebied van natuur (€ 0,5 mln) en balansposten in verband met onderhanden werk 2013 (€ 1,7 mln), waaronder QLL en Client.
Omzet overige departementen
De omzet overige departementen heeft betrekking op VWS en op het Diergezondheidsfonds (€ 0,5 mln).
De omzet VWS is € 9,8 mln hoger dan begroot als gevolg van:
-
– de extra bijdrage van € 8,1 mln voor de uitvoering van het plan van aanpak;
-
– extra bijdragen (€ 1,1 mln) in verband met loonbijstelling, het project Classification, Labelling and Packaging (CLP) en aanvullende opdrachten voor het RIVM vanuit de NVWA;
-
– balansposten ad € 0,6 mln voor de uitvoering van onderhanden werk 2013, waaronder het project openbaarmaking.
Omzet derden
De omzet derden heeft naast opbrengsten retributies eveneens betrekking op overige baten (€ 2,9 mln). De raming van de opbrengst derden vallen € 5 mln hoger uit.
Bij de retributies is rekening gehouden met een daling ten opzichte van 2013 als gevolg van onder andere sluiting van slachthuizen en de schaalvergroting bij slachthuizen, maar ook met extra opbrengsten door het actualiseren, verbreden en kostendekkend maken van de retributies.
Lasten
Apparaatskosten
Personele kosten
De personele kosten zijn € 24 mln hoger dan begroot.
Om uitvoering te kunnen geven aan het plan van aanpak is het budget voor:
-
– eigen personeel met € 13,6 mln verhoogd;
-
– de inhuur overig personeel met € 5,4 mln.
Daarnaast is voor het reguliere werk het budget voor inhuur overig personeel met € 5 mln verhoogd.
Materiële kosten
De begroting voor materiële kosten is € 31,5 mln hoger. Dit is inclusief de gevolgen van het plan van aanpak. De gestegen budgetten worden onder andere besteed aan:
-
– hogere kosten voor ICT (DICTU) van € 10,8 mln, bijna € 7 mln voor uitbesteed onderzoek en specifieke kosten, € 9,2 mln in verband met materiële kosten, € 4,5 mln in verband met hogere huisvestingkosten als gevolg van veranderde inzichten over de afkoop van leegstaande panden.
-
– Bijdrage SSO’s: de hogere kosten zijn vooral het gevolg van extra ict-kosten, onder andere samenhangend met het plan van aanpak.
Afschrijvingskosten
De materiële afschrijvingskosten stijgen met € 0,6 mln als gevolg van:
-
– een stijging van het aantal inspecteurs als gevolg van het plan van aanpak en hiermee gepaard gaande stijging van het aantal benodigde dienstauto’s;
-
– stijgende aanschafprijzen van dienstauto’s als gevolg van de invoering van Belasting op Personenauto’s en Motorvoertuigen (BPM) binnen de overheid.
De immateriële afschrijvingskosten dalen met € 1 mln als gevolg van achterblijvende investeringen in 2013 in systeemontwikkeling. De effecten van de modernisering van het ICT landschap zoals opgenomen in het plan van aanpak worden vanaf 2015 in de begroting zichtbaar.
Saldo van baten en lasten
Dit saldo is het gevolg van hogere huisvestingskosten in 2014 vanwege veranderde inzichten over de afkoop van leegstaande panden. Het saldo zal ten lasten van het eigen vermogen worden gebracht.
Kasstroomoverzicht
Omschrijving | (1) | (2) | (3)=(1)+(2) | |
---|---|---|---|---|
Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Mutaties (+ of –) 1e suppletoire begroting | Stand 1e suppletoire begroting | ||
1. | Rekening-courant RHB 1 januari 2014 | 31.351 | 27.063 | 58.414 |
2. | Totaal operationele kasstroom | – 1.418 | – 5.361 | – 6.779 |
Totaal investeringen (–/–) | – 16.054 | – 1.753 | – 17.807 | |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 0 | 2.000 | 2.000 | |
3. | Totaal investeringkasstroom | – 16.054 | 247 | – 15.807 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–) | 0 | 0 | 0 | |
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) | 0 | 0 | 0 | |
Aflossingen op leningen (–/–) | – 10.740 | 800 | – 9.940 | |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 16.054 | 0 | 16.054 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 5.314 | 800 | 6.114 |
5. | Rekening-courant RHB 31 december 2014 (=1+2+3+4) | 19.193 | 22.749 | 41.942 |
Toelichting
Rekening-courant RHB
Het saldo rekening-courant op 1 januari 2014 is € 27 mln hoger onder andere als gevolg van:
-
– gewijzigde inzichten omtrent de afkoop van het laboratorium te Groningen, het huurcontract wordt uitgediend;
-
– vertraging in de afkoop van de laboratoria te Zwijndrecht en Eindhoven.
Operationele kasstroom
De operationele kasstroom is € 5,4 mln lager als gevolg van:
-
– een betaling van € 18 mln door de Eigenaar in 2013 met betrekking tot een vordering van oorspronkelijk € 23 mln;
-
– saldo van baten en lasten ten opzichte van ontwerpbegroting – € 2 mln;
-
– uitgestelde afkoop laboratorium Zwijndrecht ad – € 11,7 mln;
-
– overige balansmutaties € 1,1 mln.
Investeringskasstroom
Immateriële activa. Als gevolg van het plan van aanpak zijn de investeringen € 1,8 mln hoger dan opgenomen in het leenplafond. Deze investeringen worden uit eigen middelen gefinancierd.
De desinvestering ad € 2 mln heeft betrekking op vervanging van dienstauto’s.
Financieringskasstroom
De financieringskasstroom geeft het saldo weer van de benodigde leningen voor toekomstige investeringen en aflossing van de lopende leningen. Door lagere investeringen vallen de aflossingen op de leningen € 0,8 mln lager uit.
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO)
Profiel
De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) is per 1 januari 2014 ontstaan door samenvoeging van twee voormalige agentschappen binnen het Ministerie van Economische Zaken (Dienst Regelingen en Agentschap NL). Het nieuwe agentschap voert het overheidsbeleid uit voor ondernemend Nederland op het gebied van innovatie, duurzaamheid, landbouw en internationale samenwerking. Hierbij draagt ze bij aan een economisch sterker Nederland en een duurzame samenleving.
Het Ministerie van Economische Zaken en de Ministeries van Buitenlandse Zaken, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Infrastructuur en Milieu behoren tot de grootste opdrachtgevers binnen de rijksoverheid. RVO voert daarnaast programma’s, regelingen en wetten uit voor decentrale overheden en Europese Unie.
Openingsbalans per 1 januari 2014 RVO
01-01-2014 | |
---|---|
Activa | |
Immateriële activa | 21.331 |
Materiële activa | |
– verbouwingen | 10.024 |
– installaties en inventarissen | 2.737 |
Debiteuren | 3.981 |
Nog te ontvangen | 20.500 |
Liquide middelen | 111.264 |
Totaal activa | 169.837 |
Passiva | |
Eigen vermogen | |
– exploitatiereserve | 20.429 |
– surplus exploitatiereserve | 4.615 |
Leningen bij MvF | 5.057 |
Voorzieningen | 8.960 |
Crediteuren | 22.995 |
Nog te betalen | 107.781 |
Totaal passiva | 169.837 |
Toelichting
RVO is een nieuw (baten-lasten) agentschap. Per oprichtingsdatum 1-1-2014 is een openingsbalans opgesteld, bestaande uit de gecertificeerde balansen per 31-12-2013 van de voormalige agentschappen, rekening houdend met gevolgen van eliminatie, consolidatie en harmonisatie. De openingsbalans is voorzien van een goedkeurende accountantsverklaring.
Eigen vermogen
Het surplus op de exploitatiereserve betreft de overschrijding van de maximaal toegestane exploitatiereserve van € 20,4 mln. Dit maximum is berekend op grond van het daarover bepaalde in de Regeling agentschappen. Het surplus zal worden afgedragen aan het moederdepartement.
Begroting van baten en lasten voor het jaar 2014
De begroting van RVO is een samenvoeging van de begrotingen 2014 van Agentschap NL en Dienst Regelingen zoals opgenomen in de rijksbegroting 2014 (EZ).
Begroting agentschap 2014
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Slotwet | Vastgestelde begroting | ||||||
Baten | |||||||
Omzet moederdepartement | 323.663 | 301.910 | 279.813 | 276.280 | 263.520 | 262.720 | 261.920 |
Omzet overige departementen | 62.008 | 40.088 | 70.486 | 67.749 | 66.692 | 66.692 | 66.692 |
Omzet derden | 19.586 | 18.593 | 25.676 | 25.242 | 24.848 | 24.848 | 24.848 |
Rentebaten | 26 | 10 | 10 | 10 | 10 | 10 | 10 |
Vrijval voorzieningen | 1.370 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 1.978 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 408.631 | 360.601 | 375.985 | 369.281 | 355.070 | 354.270 | 353.470 |
Lasten | |||||||
Apparaatskosten | |||||||
– personele kosten | 241.905 | 203.229 | 208.177 | 203.567 | 189.593 | 189.252 | 187.274 |
– waarvan eigen personeel | 164.102 | 170.062 | 170.760 | 171.464 | 172.175 | 172.894 | |
– waarvan externe inhuur | 34.091 | 33.805 | 28.675 | 14.071 | 13.036 | 10.354 | |
Materiële kosten | 140.614 | 140.817 | 151.154 | 149.304 | 149.219 | 150.399 | 151.615 |
– waarvan apparaat ICT | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
– waarvan bijdrage aan SSO's | 58.302 | 70.695 | 71.994 | 68.482 | 68.250 | 68.019 | |
Rentelasten | 788 | 589 | 167 | 115 | 66 | 28 | 2 |
Afschrijvingskosten | |||||||
– materieel | 3.039 | 3.476 | 2.756 | 2.564 | 2.461 | 2.360 | 2.348 |
– waarvan apparaat ICT | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
– immaterieel | 12.002 | 12.490 | 13.731 | 13.731 | 13.731 | 12.231 | 12.231 |
Overige kosten | |||||||
– dotaties voorzieningen | 3.455 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
– bijzondere lasten | 3.167 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 404.970 | 360.601 | 375.985 | 369.281 | 355.070 | 354.270 | 353.470 |
Saldo van baten en lasten | 3.661 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Baten
Omzet moederdepartement
Voor 2014 is sprake van een teruglopende omzet moederdepartement ten opzichte van 2013 met circa € 22 mln. De daling wordt voor een groot gedeelte veroorzaakt door de herverkaveling van Buitenlandse Handel van EZ naar de begroting voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Hiertegenover staat de overgang van het Landbouwradennetwerk naar RVO (€ 15,7 mln). Daarnaast is rekening gehouden met de herzieningen op het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) en het Mestbeleid, voor zover daar besluiten over zijn genomen. In de begroting is vooralsnog geen rekening gehouden met de overdracht van taken met betrekking tot visserij alsmede de Productschappen. De taken die overgaan van Dienst Landelijk Gebied (DLG) zijn deels opgenomen.
Omzet overige departementen
2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |
---|---|---|---|---|---|
Ministerie van Buza | 50.769 | 48.689 | 48.533 | 48.533 | 48.533 |
Ministerie van BZK | 10.000 | 10.000 | 9.843 | 9.843 | 9.843 |
Ministerie van I&M | 7.514 | 7.040 | 6.512 | 6.512 | 6.512 |
Ministerie van OCW | 738 | 610 | 404 | 404 | 404 |
Ministerie van SZW | 400 | 380 | 379 | 379 | 379 |
Ministerie van V&J | 930 | 910 | 909 | 909 | 909 |
Ministerie van VWS | 135 | 120 | 112 | 112 | 112 |
Totaal | 70.486 | 67.749 | 66.692 | 66.692 | 66.692 |
Omzet derden
2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |
---|---|---|---|---|---|
EU | 1.800 | 1.500 | 1.325 | 1.325 | 1.325 |
Leges dierenregistraties | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 |
Leges Overige regelingen AGRO | 1.900 | 1.900 | 1.900 | 1.900 | 1.900 |
Leges Mest | 1.600 | 1.600 | 1.600 | 1.600 | 1.600 |
Vergunningen | 423 | 423 | 423 | 423 | 423 |
Bijdrage provincies in SNL | 13.790 | 13.790 | 13.790 | 13.790 | 13.790 |
Overig | 1.163 | 1.029 | 810 | 810 | 810 |
Totaal | 25.676 | 25.242 | 24.848 | 24.848 | 24.848 |
Rentebaten
Gelet op de huidige en verwachte rentepercentages voor deposito’s blijven de rentebaten beperkt tot € 10.000.
Lasten
Personele kosten
Er wordt uitgegaan van 2.217 fte aan ambtelijk personeel waarbij de gemiddelde prijs per ambtelijke fte € 76.700 bedraagt.
Materiële kosten
De totale materiële kosten bedragen € 151 mln. De bijdrage aan de Rijksgebouwendienst bedraagt 14,3 mln.
Rentelasten
Het bedrag aan opgenomen rentelasten betreft rente op de leningen bij het Ministerie van Financiën. De terugloop in de rentelasten wordt veroorzaakt door een beperkter beroep op de leenfaciliteit. Daarnaast is er sprake van een lage rentestand. Voor nieuwe leningen is uitgegaan van een rentepercentage van 1,5%.
Afschrijvingskosten
De immateriële afschrijvingskosten bedragen € 13,7 mln (applicaties en software ten behoeve van uitvoer van regelingen) en de afschrijvingskosten van materiële vast activa bedraagt 2,8 mln.
Dotaties aan voorzieningen
Er worden geen dotaties aan voorzieningen voorzien.
Bijzondere lasten
Er worden geen bijzondere lasten voorzien.
Saldo van baten en lasten
Het saldo van baten en lasten laat een neutraal resultaat zien. Dit is in overeenstemming met de lijn om kostendekkende tarieven in rekening te brengen bij de opdrachtgevers.
Kasstroomoverzicht over het jaar 2014
2012 Slotwet | 2013 Vastgestelde begroting | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. | Rekening courant RHB 1 januari 2014 + depositorekeningen | 73.050 | 66.397 | 81.787 | 78.003 | 75.626 | 74.527 | 73.908 |
2. | Totaal operationele kasstroom | 48.781 | 15.771 | 13.582 | 12.917 | 13.301 | 11.854 | 10.098 |
– /– totaal investeringen | – 15.299 | – 13.940 | – 11.950 | – 9.950 | – 9.950 | – 9.950 | – 9.950 | |
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen | 5.203 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | – 10.096 | – 13.940 | – 11.950 | – 9.950 | – 9.950 | – 9.950 | – 9.950 |
– /– eenmalige uitkering aan moederdepartement | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
+/+ eenmalige storting door moederdepartement | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
– /– aflossingen op leningen | – 12.308 | – 10.234 | – 5.416 | – 5.344 | – 4.450 | – 2.523 | – 60 | |
+/+ beroep op leenfaciliteit | 8.000 | 8.500 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | – 4.308 | – 1.734 | – 5.416 | – 5.344 | – 4.450 | – 2.523 | – 60 |
5. | Rekening courant RHB 31 december 2014 + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) (noot: maximale roodstand € 0,5 mln) | 107.427 | 66.494 | 78.003 | 75.626 | 74.527 | 73.908 | 73.996 |
Toelichting
De operationele kasstroom bestaat uit het geraamde saldo van baten en lasten, gecorrigeerd voor afschrijvingen en mutaties in voorzieningen en het werkkapitaal. De voor 2014 geraamde investeringen (€ 12,0 mln) bestaan uit investeringen in ICT systemen ten behoeve van de uitvoer van regelingen en vervangingsinvesteringen in installaties en inrichtingen.
Overzicht doelmatigheidsindicatoren
2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |
---|---|---|---|---|---|
Inputindicatoren | |||||
Kernindicatoren | |||||
Verhouding direct/indirect personeel | 84% | 85% | 85% | 85% | 85% |
Outputindicatoren | |||||
Kernindicatoren | |||||
Tariefindex in reële termen | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 |
Totaal aantal ambtelijk fte werkzaam excl. externe inhuur | 2.217 | 2.207 | 2.207 | 2.207 | 2.207 |
Saldo baten en lasten als percentage van totale baten | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% |
Kwaliteitsindicatoren | |||||
Kernindicatoren | |||||
Klanttevredenheid | 7,3 | 7,3 | 7,3 | 7,3 | 7,3 |
Gehonoreerde bezwaarschriften | 25% | 25% | 25% | 25% | 25% |
Toelichting
RVO streeft naar een verhouding direct/indirect personeel van 85% en een geïndexeerd gewogen tarief van 100.
Het betreft hier de totaal ambtelijke formatie, onderverdeeld in ambtelijk vast en ambtelijk tijdelijk.
De klanttevredenheid wordt per kwartaal gemeten en RVO streeft naar een klanttevredenheid van 7,3. RVO streeft naar 25% gehonoreerde bezwaarschriften.