Het Budgettair Kader Zorg legt aan het begin van de kabinetsperiode de ontwikkeling van de uitgaven vast voor elk van de komende vier jaren. Gedurende de kabinetsperiode wordt het kader aangepast voor de jaarlijkse prijsstijging. Hiervoor wordt de CPB-raming van de prijsindex van de nationale bestedingen (pNB) gebruikt.
Het Budgettair Kader Zorg is bij de start van het kabinet-Rutte-Asscher voor de periode 2013–2017 vastgesteld bij Startnota (TK 33 400, nr. 18).
Op deze stand zijn de maatregelen uit het aanvullend beleidspakket en de macro-economische doorwerking conform de MEV verwerkt. Deze wijzigingen hebben geleid tot de nieuwe stand ontwerpbegroting 2014. De stand netto-BKZ-uitgaven ontwerpbegroting 2014 (TK 33 750 XVI, nr. 1en 33 750 XVI, nr. 2) vormt het herijkte uitgavenkader voor de kabinetsperiode van het kabinet-Rutte-Asscher.
Tabel 1 laat de ontwikkeling zien van het BKZ en de netto-BKZ-uitgaven over de 1e suppletoire begroting 2014. Als gevolg van een neerwaartse bijstelling van de prijs nationale Bestedingen (pNB) naar aanleiding van het Centaal Economisch Plan (CEP) en verschuivingen tussen de uitgavenkaders (ijklijnmutaties) is het BKZ ten opzichte van de stand ontwerpbegroting 2014 met € 375 miljoen verlaagd.
20141 | |
---|---|
BKZ stand ontwerpbegroting 2014 (na herijking) | 67.826 |
Prijs nationale bestedingen (pNB) | – 346 |
IJklijnmutaties | – 30 |
Bijstelling BKZ | – 375 |
BKZ stand 1e suppletoire 2014 | 67.451 |
Netto-BKZ-uitgaven stand 1e suppletoire 2014 | 66.829 |
Onderschrijding BKZ | – 622 |
Bron: VWS, NZa-gegevens over de productieafspraken en voorlopige realisatiegegevens, gegevens Zorginstituut Nederland over (voorlopige) financieringslasten Zvw en AWBZ.
De onderschrijding van het BKZ van € 622 miljoen in 2014 is voornamelijk het gevolg van een neerwaartse bijstelling van het BKZ met € 375 miljoen (zie tabel 1) en een forse verlaging van de netto-BKZ-uitgaven met € 997 miljoen (zie tabel 3). De verlaging van de netto-BKZ-uitgaven doet zich voornamelijk voor bij de Zvw (€ 1.094 miljoen) en is het gevolg van fors lagere uitgaven bij de genees- en hulpmiddelen (€ 752 miljoen) en de eerstelijnszorg (€ 119 miljoen). Verder zijn de Zvw-uitgaven neerwaarts bijgesteld als gevolg van de macro-bijstellingen (€ 222 miljoen).
Bij de start van het kabinet-Rutte-Asscher zijn de uitgavenkaders herijkt en is de stand ontwerpbegroting 2013 (TK 33 400 XVI, nr. 1 en 33 400 XVI, nr. 2) als uitgangspunt genomen. Voor het BKZ betekende dit voor het jaar 2014 een neerwaartse aanpassing met € 1.365 miljoen.
Na de Startnota zijn de uitgavenkaders opnieuw herijkt en is de stand ontwerpbegroting 2014 (TK 33 750 XVI, nr. 1 en 33 750 XVI, nr. 2) als uitgangspunt genomen. Voor het BKZ betekende dit opnieuw een neerwaartse aanpassing voor het jaar 2014 met € 1.040 miljoen. Zonder deze herijkingen zou de onderschrijding van het BKZ circa € 3 miljard bedragen.
Tabel 2 geeft een overzicht van de kadertoetsing van het BKZ in 2014 vanaf de stand vastgesteld bij herijking van het kader. Sinds de herijking van het kader bij ontwerpbegroting 2014 is het kader onderschreden met € 622 miljoen.
2014 | |
---|---|
Kadertoets BKZ Ontwerpbegroting 2014 (na herijking) | 0 |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2014 | – 622 |
Kadertoets BKZ 1e suppletoire begroting 2014 | – 622 |
Bron: VWS, NZa-gegevens over de productieafspraken en voorlopige realisatiegegevens, gegevens Zorginstituut Nederland over (voorlopige) financieringslasten Zvw en AWBZ.