Het ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) stelt de begroting van het ministerie van Infrastructuur en Milieu (Begroting hoofdstuk XII) op van de Rijksbegroting en een begroting van het Infrastructuurfonds en het Deltafonds.
Voor u ligt de begroting van het Infrastructuurfonds.
Door een apart fonds voor infrastructuur kan beter invulling worden gegeven aan de doelstellingen zoals genoemd in de wet op het Infrastructuurfonds, te weten het bevorderen van een integrale afweging van prioriteiten en het bevorderen van continuïteit van middelen voor infrastructuur. Zo mag het fonds jaarlijkse saldi (meer of minder uitgaven in enig jaar) overhevelen – in tegenstelling tot de beleidsbegroting van IenM – waardoor (kasmatige) vertragingen en versnellingen van projecten niet hoeven te leiden tot budgettaire knelpunten.
Het Infrastructuurfonds wordt voor het grootste deel gevoed door een bijdrage uit de begroting van IenM (artikelonderdeel 26.02). Daarnaast worden voor een aantal projecten uitgaven doorberekend aan derden, zoals andere departementen, lagere overheden, buitenlandse overheidsinstanties en de Europese Unie.
De begroting bestaat uit de volgende onderdelen:
-
1. Leeswijzer.
-
2. Infrastructuuragenda, waarin de mijlpalen in het lopende infrastructuurprogramma worden gepresenteerd.
-
3. Productartikelen, waarin per investeringsdomein de begrotingcijfers worden gepresenteerd. Hierin zijn ook de projectoverzichten opgenomen.
-
– Mutaties in de projectsfeer worden in deze begroting toegelicht als deze financieel groter zijn dan tien procent van het projectbudget of in absolute zin meer bedragen dan € 10 mln;
-
– Een nadere toelichting op deze en alle overige infrastructuurprojecten is te vinden in het MIRT (Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport) Projectenboek 2014.
-
-
4. Bijlagen; de volgende bijlagen zijn opgenomen in deze begroting:
-
1. Voeding van het Infrastructuurfonds en begrotingstaat per productartikelonderdeel
-
2. Verdiepingsbijlage
-
3. Overzichtsconstructie Kustwacht Nederland Nieuwe Stijl
-
4. DBFM conversie stappen
-
5. Beheer en Onderhoud
-
6. Bijlage Spoor
-
7. Lijst van afkortingen
-
Groeiparagraaf: wat is nieuw in deze begroting
Overprogrammering
In de brief van 13 februari jl. over de invulling van de bezuinigingen op het Infrastructuurfonds (Kamerstukken II, 2012/13, 33 400 A, nr. 48) is aangekondigd dat in de programmering een tijdelijke en beheerste overprogrammering wordt opgenomen. Dit vertaalt zich in een aanlegprogramma dat in de periode tot en met 2018 hoger is dan het beschikbare budget en een exact omgekeerde situatie in de periode na 2018. Dit impliceert dat mijlpalen kunnen vertragen wanneer de benodigde middelen niet in de juiste jaren beschikbaar zijn. Op totaalniveau zijn tot en met 2028 programma en budget uiteraard in balans. Een beheerste overprogrammering vergt dat geen verplichtingen worden aangegaan indien in de betreffende jaren onvoldoende kasgeld beschikbaar is.
t/m 2018 | na 2018 | Totaal | |
---|---|---|---|
Programma Verkenning, Planuitwerking en Realisatie | 5,3 | 15,0 | 20,3 |
Budget Verkenning, Planuitwerking en Realisatie | 3,2 | 17,1 | 20,3 |
Overprogrammering (–) | – 2,1 | 2,1 | 0 |
Het instrument overprogrammering is door het kabinet ingezet om te zorgen dat de budgetten voor aanleg van infrastructuur ook daadwerkelijk tot besteding komen in de jaren waarin deze beschikbaar zijn gesteld. De ervaring leert namelijk dat infrastructuurprojecten kunnen vertragen ten opzichte van de planning, bijvoorbeeld door complexiteit, onvoorziene omstandigheden of een hoog ambitieniveau in de afgegeven mijlpalen. Doordat met overprogrammering wordt gewerkt leiden vertragingen bij individuele projecten niet automatisch tot onderbesteding van het beschikbare budget.
In het lopende begrotingsjaar en enkele jaren daarna wordt in het realisatieprogramma beperkt overprogrammering toegepast. De kans op grote vertragingen is daar immers beperkt omdat de contracten met de aannemer in de realisatiefase doorgaans zijn gesloten. De overprogrammering wordt verder vooral toegepast in de verkenning- en planuitwerkingprogramma’s waar sprake is van meer planningsonzekerheid. Via deze verdeling is geborgd dat voldoende druk staat op zowel de budgetten dichtbij het uitvoeringsjaar als de budgetten meer in de toekomst. Op beheer en onderhoud vindt geen overprogrammering plaats aangezien daar slechts beperkt sprake is van planningsonzekerheid.
Via bandbreedtes rondom de mijlpalen komt de onzekerheid die het totale programma kenmerkt ook op projectniveau tot uitdrukking. In navolging op de brief over de invulling van bezuinigingen op infrastructuurfonds (Kamerstukken II, 2012/13, 33 400 A, nr. 48) wordt dit principe nu ook in deze begroting geïntroduceerd bij de verkenning- en planuitwerkingartikelen van Wegen en Vaarwegen. Bij de door uw Kamer aangewezen grote projecten was dit al de werkwijze via de probabilistische planningen in de voortgangrapportages. In de volgende begroting(en) is het voornemen om het principe van bandbreedtes uit te breiden naar alle projecten in de verkenning- en planuitwerkingfase op het Infrastructuurfonds en het Deltafonds. Daartoe worden de probabilistische planningsmethoden verder opgehard en ingebed in een eenduidig systeem van planning, sturing, verslaglegging en (kas)beheersing.
Investeringsruimte
In de brief over de invulling van de bezuinigingen op het infrastructuurfonds (Kamerstukken II, 2012/13, 33 400 A, nr. 48) is aangegeven hoe de investeringsruimte is verdeeld over de modaliteiten. Ook in deze begroting is de investeringsruimte op een apart artikelonderdeel per modaliteit zichtbaar.
Kolom «vorig»
In de tabellen projectoverzichten bij de verschillende artikelen is de kolom «vorig» opgenomen. In deze kolom is de laatste stand van de projectbudgetten opgenomen, i.c. de stand na de voorjaarsnota 2013.