Base description which applies to whole site

2. INFRASTRUCTUURAGENDA

De infrastructuuragenda beperkt zich tot het presenteren van de agenda op projectniveau, met aandacht voor de mijlpalen in het lopende infrastructuurprogramma. Zo wordt inzichtelijk gemaakt welke projecten in 2014 worden opgeleverd en bij welke projecten de uitvoering in 2014 begint.

A. Mijlpalen en resultaten 2014

Beheer, onderhoud en vervanging

In 2014 wil IenM onder meer de volgende activiteiten in het kader van beheer, onderhoud en vervanging uitvoeren:

Mijlpaal

Project

Hoofdwegen

– Verkeersmanagement waaronder inzet weginspecteurs bij incidenten, het op alle bemeten wegvakken inwinnen van betrouwbare reis en route-informatie en deze informatie tijdig aan de serviceproviders leveren, het realiseren van benuttingsmaatregelen en uitvoering van het actieprogramma beter geïnformeerd op weg.

– Beheer en Onderhoud waaronder verhardingsonderhoud, onderhoud aan kunstwerken en onderhoud aan Dynamisch Verkeersmanagement (DVM) systemen.

– Uitvoering van het programma vervangingen en renovaties waaronder het programma Stalen Bruggen.

Hoofdvaarwegen

– Verkeersmanagement waaronder activiteiten in het kader van verkeersbegeleiding, bediening van objecten en vaarwegmarkering.

– Beheer en Onderhoud maatregelen om de breedte en diepte van de vaarweg te handhaven en maatregelen om de kunstwerken (sluizen en bruggen) en verkeersvoorzieningen te laten functioneren.

– Uitvoering van het programma vervangingen en renovaties waaronder NOMO achterstallig onderhoud vaarwegen programma «NOMO AOV» en het resterend deel uit het plan van aanpak Beheer en Onderhoud (impuls).

Spoorwegen

– Verkeersleiding en capaciteitsmanagement

– Regulier beheer en onderhoud, waaronder het inspecteren en schouwen van de infrastructuur, functieherstel bij verstoringen, het saneren van geluidsschermen en het onderhouden en schoonmaken van stations

– Groot onderhoud, waaronder het slijpen van spoorstaven en het seizoenbestendig houden van de sporen

– Het vervangen van spoorstaven (circa 100 kilometer), dwarsliggers (circa 40 kilometer) en wissels (circa 200) en de vervanging van andere systemen, zoals energie, transfer en treinbeheersing.

Voor een nadere toelichting op de stand van zaken van beheer, onderhoud en vervanging wordt verwezen naar de toelichting op de productartikelen en naar het MIRT-projectenboek 2014.

Aanleg

Hieronder volgen de mijlpalen die IenM in 2014 wil halen per sector.

Hoofdwegennet

Mijlpaal

Project

Oplevering

– SAA Deeltraject A1/A10

– N2 Meerenakkerweg

– N35 Combiplan Nijverdal

– A4 Burgerveen–Leiden (Zuid)

– N31 Haak om Leeuwarden

Start realisatie

– SAA Deeltraject A1/A6

– A1 Bunschoten–Hoevelaken

– N50 Ens–Emmeloord

– A9 Omlegging Badhoevedorp

– A7/A8 Purmerend–Zaandam–Coenplein

– A79 Aansluiting Nuth

Hoofdvaarwegennet

Mijlpaal

Project

Oplevering

– Dynamisch Verkeersmanagement

– Walradar Noordzeekanaal

– diverse projecten in het kader van Quick-wins regeling Binnenhavens

– diverse projecten in het kader van de ZIP-regeling

Start realisatie

– Lichteren buitenhavens IJmuiden

– Capaciteitsuitbreiding sluis Eefde (aanbesteding start in 2014, schop-in-de-grond in 2016)

Spoorwegen

Mijlpaal

Project

Oplevering

– Geluidsmaatregelen Zeeuwse lijn: gedeeltelijk oplevering (raildempers en dwarsliggers)

– Spooraansluitingen Tweede Maasvlakte: oplevering emplacement Maasvlakte West

– Quick Scan Decentraal Spoor: snelheidsverhoging Zutphen–Winterswijk

– ERTMS pilot Amsterdam–Utrecht (ProRail-deel): rapportages afgerond

– NSP Den Haag: oplevering Stationshal (perrons worden in 2013 opgeleverd)

– Amsterdam Centraal Cuypershal: middentunnel in zijn geheel gereed

 

– Sporen in Den Bosch

 

– Zwolle aanleg 4e perron en tunnel

 

– NSP Arnhem (transferhal)

 

– Nijmegen Lent definitieve halte

Start realisatie

– Spooraansluitingen Tweede Maasvlakte: verlening realisatiebeschikking Herinrichting emplacement Waalhaven Zuid

– Kleine stations: Halte Barneveld Zuid

 

– Amsterdam Centraal Oosttunnel

 

– Groningen–Leeuwarden (concrete projecten/beschikking gepland voor 2014)

Voor een nadere toelichting over de stand van zaken voor het lopende programma wordt verwezen naar de toelichting op de productartikelen en naar het MIRT-projectenboek 2014.

Regionale/lokale infrastructuur (> € 112,5 mln / € 225 mln)

Voor de grote regionale en lokale infrastructuurprojecten (kosten van de meest kosteneffectieve oplossing hoger dan € 112,5 mln respectievelijk € 225 mln) ligt de verantwoordelijkheid voor voorbereiding, aanleg, beheer en onderhoud en exploitatie bij de betreffende regionale of lokale overheid. IenM is dus niet zelf verantwoordelijk, maar kan een bijdrage leveren in de aanlegkosten van een dergelijk project als nut en noodzaak zijn aangetoond en het project van (boven)regionaal belang is. In artikelonderdeel 14.01 van het Infrastructuurfonds van de Rijksbegroting zijn de grote regionale/lokale projecten nader aangeduid.

Begroting op hoofdlijnen

De onderstaande tabel geeft de belangrijkste wijzigingen in de uitgaven en inkomsten aan ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2013.

Een volledig overzicht van de mutaties is terug te vinden in bijlage 2: Verdiepingsbijlage.

   

art

2013

2014

2015

2016

2017

2018

Stand ontwerp-begroting 2013

 

6.234.490

6.872.531

5.940.957

6.550.080

6.346.811

6.034.391

Mutaties 1e suppletoire wet 2013

 

65.988

– 85.660

– 66.934

– 453.584

– 98.234

– 74.216

Stand Voorjaarsnota 2013

 

6.300.478

6.786.871

5.874.023

6.096.496

6.248.577

5.960.175

I Belangrijkste mutaties Infrastructuurfonds

 

– 25.466

– 192.316

14.517

– 475.016

13.562

– 85.209

 

Kader-relevante mutaties Infrastructuurfonds

             

1

DBFM N33 en A1/A6

12

– 72.943

– 121.692

– 159.783

– 425.728

137.326

57.122

2

Middelenafspraak

12

 

– 35.700

– 35.700

– 35.700

– 35.700

–35.700

3

Reisinformatie

13

– 8.650

– 7.500

– 7.500

– 7.500

– 7.500

–7.500

4

Afrekening ProRail

13

59.781

         

5

Indexering concessie HSL-Z

13

   

5.983

5.983

5.983

5.983

6

Loonbijstelling

Div.

1.804

1.591

1.556

1.388

1.515

1.482

7

Inzet rest. Programmaruimte

18

       

– 3.725

–8.065

8

Kasritme regiobijdragen

12

 

– 29.281

209.281

 

– 80.000

–100.000

9

Diversen (desalderingen/ovb. HXII/BDU)

 

– 5.458

266

680

– 13.459

– 4.337

1.469

                 
 

Belangrijkste mutaties binnen kader Infrastructuurfonds

             

10

Prijsindex 2013

Div

– 50.284

– 76.501

– 70.054

– 71.020

– 68.393

–61.527

   

Div

50.284

76.501

70.054

71.020

68.393

61.527

11

Vordering moederdepartement

12

– 9.482

– 8.796

– 7.345

– 16.065

– 14.415

–6.011

   

18

9.482

8.796

7.345

16.065

14.415

6.011

12

Lening spoor/Reglok.

14

25.000

 

– 7.000

– 18.000

   
   

13

– 25.000

 

7.000

18.000

   

Stand ontwerp-begroting 2014

 

6.275.012

6.594.555

5.888.540

5.621.480

6.262.139

5.874.966

Ad 1. Dit betreft de omzetting van de reeksen A1/A6 SAA en N33 Assen-Zuidbroek.

Ad 2. De inkomsten die voorheen taakstellend in de begroting stonden t.b.v. RVOB, worden overgebracht naar IenM. Het gaat hierbij om inkomsten uit areaal waarop Rijkswaterstaat (RWS) het materieel respectievelijk feitelijk beheer uitvoert. Extra opbrengsten die IenM (RWS) weet te realiseren bovenop dit bedrag kunnen door IenM (RWS) ingezet worden. De middelenoverboeking van RVOB naar IenM (RWS) betreft in totaal € 35,7 mln per jaar. Deze overboeking wordt zichtbaar bij opbrengst derden in de staat van baten en lasten en is als volgt opgebouwd: € 19,5 mln structurele ontvangsten uit de pacht van «benzinestations, € 11,5 mln structurele ontvangsten uit de ingebruikgeving van RWS areaal (huur, pacht) en € 4,7 mln structurele ontvangsten uit incidentele verkoop van RWS areaal. De bijdrage van HXII aan het Infrastructuurfonds alsmede de AGB-reeks «overige netwerkoverstijgende kosten» op Infrastructuurfonds artikel 18.08 worden overeenkomstig verlaagd met € 35,7 mln.

Ad 3. Reisinformatie is door ProRail overgedragen aan NS en wordt verankerd in de Vervoerconcessie en structureel verrekend met de concessievergoeding (€ 7,5 mln per jaar).

Ad 4. Dit betreft met name de afrekening van aanleg- en geoormerkte projecten met ProRail over 2012 alsmede de verwerking van de aan NS opgelegde boete.

Ad 5. Dit betreft de indexering van de concessievergoeding HSL-Zuid naar prijspeil 2013.

Ad 6. Dit is de toevoeging aan het Infrastructuurfonds van het uitgekeerde deel van de loonbijstelling 2013. Het betreft de hogere uitgaven voor de werkgever aan ouderdoms- en nabestaandenpensioen en een stijging van de bijdrage in het kader van de Zorgverzekeringswet.

Ad 7. De resterende programmaruimte op Infrastructuurfonds artikel 18 (€ 100 mln) wordt overgeboekt naar Hoofdstuk XII en betrokken bij het oplossen van de KRW-problematiek.

Ad 8. Dit betreft een aanpassing van kasritme van de regionale bijdragen aan de projecten A12/A15 Ressen–Oudbroeken en N35 Zwolle–Wijthmen.

Ad 9. Het gaat hier om een aantal overboekingen tussen de begroting van hoofdstuk XII en het Infrastructuurfonds. De mutaties zijn bij de individuele artikelen in het Infrastructuurfonds (en in de begroting van hoofdstuk XII) toegelicht.

Ad 10. IenM dekt in de ontwerpbegroting over 2014 het budgettaire probleem dat is ontstaan door het niet uitkeren van de prijsbijstelling uit de resterende Investeringsruimte per investeringsdomein. Er resteert dan een kasritmeprobleem. IenM lost dit uiterlijk bij ontwerpbegroting 2017 op, maar zo mogelijk eerder bij een eerstvolgende herijking van het Investeringsprogramma.

Ad 11. Vordering moederdepartement: In 2009 heeft het ministerie van Financiën toestemming verleend om een deel van de vordering van RWS op IenM in een periode van 15 jaar af te betalen. Hiervoor is een 15-jarige kasreeks in de begroting opgenomen. Deze reeks is technisch opgenomen in artikel 12.02 (Beheer en Onderhoud), maar is niet voor Beheer en Onderhoud bedoeld. Voorgesteld wordt om de afbetalingsreeks op te nemen in artikel 18.08 (overige netwerkoverstijgende kosten). Het betreft een technische overboeking.

Ad 12. Utrecht, Tram naar de Uithof (Infrastructuurfonds artikel 14): Voor de realisatie heeft de regio Utrecht al een aanzienlijk bedrag voorgefinancierd. IenM heeft eerder richting regio Utrecht aangegeven niet eerder dan in 2016 middelen beschikbaar te hebben om deze uitgaven te compenseren maar wel te zullen bezien of er mogelijkheden waren om eerder tot betaling over te gaan. Die zijn er nu op spoor (Infrastructuurfonds artikel 13) waar de middelen uit het Begrotingsakkoord (Aanvullende Post OV) voor 2013 dit jaar nog niet tot betalingen leiden.

Licence