2.2.1. Beleidsartikel 1: Inzet
Algemene doelstelling
De Nederlandse krijgsmacht stelt eenheden gereed om invulling te kunnen geven aan zijn drie hoofdtaken:
-
• Bescherming van het eigen en het bondgenootschappelijk grondgebied, met inbegrip van de Caribische delen van het Koninkrijk, en van de belangen van het Koninkrijk wereldwijd;
-
• Bevordering van de internationale rechtsorde en stabiliteit;
-
• Ondersteuning van civiele autoriteiten bij rechtshandhaving, rampenbestrijding en humanitaire hulp, zowel nationaal als internationaal.
Rol en verantwoordelijkheid minister
De minister is verantwoordelijk voor de beschikbaarstelling en inzet van eenheden om de veiligheid van het eigen en bondgenootschappelijk grondgebied te handhaven. Verder is de minister in samenwerking met bondgenoten verantwoordelijk voor de uitvoering van bijdragen aan missies voor conflictpreventie, crisisbeheersing en vredesopbouw, zowel in Europa als daarbuiten. Het Koninkrijk der Nederlanden draagt daarmee bij aan de handhaving en bevordering van de internationale rechtsorde. De eenheden kunnen ook worden ingezet ten behoeve van nationale taken en het verlenen van (internationale) noodhulp.
Beleidswijzigingen
Sinds de begroting 2013 zijn Nederlandse bijdragen aan de volgende missies in 2013 aangevangen dan wel verlengd:
-
• Operatie Active Fence (Patriots-inzet in Turkije);
-
• Redeployment Police Training Group (PTG);
-
• EUCAP Nestor;
-
• EUFOR Althea;
-
• EUTM Somalië;
-
• MFO (Multinational Forces and Observers);
-
• EU NAVFOR ATALANTA;
-
• Ocean Shield;
-
• EUTM Mali;
-
• EUAVSEC (European Union Aviation Security Mission);
-
• RAPPICC (Regional Anti-Piracy Prosecution & Intelligence Coordination Centre);
-
• UNDOF;
-
• EUBAM Rafah.
Voor 2014 worden nog besluiten voorzien over de verlenging van lopende missies.
Budgettaire gevolgen van het beleid en budgetflexibiliteit
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 165.904 | 240.429 | 6.250 | 2.250 | 2.250 | 2.250 | 2.250 |
waarvan juridisch verplicht | |||||||
Uitgaven | 191.231 | 240.429 | 6.250 | 2.250 | 2.250 | 2.250 | 2.250 |
Programma uitgaven | 191.231 | 240.429 | 6.250 | 2.250 | 2.250 | 2.250 | 2.250 |
Opdracht Inzet | |||||||
– waarvan crisisbeheersingsoperaties (HGIS) | 185.351 | 228.279 | |||||
– waarvan financiering nationale inzet krijgsmacht | 2.366 | 2.250 | 2.250 | 2.250 | 2.250 | 2.250 | 2.250 |
– waarvan overige inzet | 3.514 | 9.900 | 4.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 8.384 | 6.707 | 1.407 | 1.407 | 1.407 | 1.407 | 1.407 |
Programma ontvangsten | |||||||
– waarvan crisisbeheersingsoperaties (HGIS) | 4.286 | 1.407 | 1.407 | 1.407 | 1.407 | 1.407 | 1.407 |
– waarvan overige inzet | 4.098 | 5.300 |
Het aandeel «juridisch verplicht» heeft betrekking op programma-uitgaven voor levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een overeenkomst is aangegaan en op de apparaatsuitgaven die voor het merendeel uit personele uitgaven bestaan. Juridische verplichtingen voor crisisbeheersingsoperaties en inzet zijn opgenomen onder het Budget Internationale Veiligheid op de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Deze budgetten worden, na overleg met Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, op de geëigende begrotingsmomenten overgeheveld naar de defensiebegroting. De Kamer is hierover nader geïnformeerd met de brief van 12 juli jl. over het Budget Internationale Veiligheid (Kamerstuk 33 400 V, nr. 149).
Toelichting op de instrumenten
Toelichting algemeen
Binnen artikel 1 worden de defensie-uitgaven voor inzet voor internationale veiligheid verantwoord en de uitgaven voor nationale inzet begroot en verantwoord. Voor de toelichting op individuele missies wordt verwezen naar het verdiepingshoofdstuk. Deze toelichting is verplaatst vanwege de oprichting van het Budget Internationale Veiligheid waardoor in de defensiebegroting voor deze missies geen budget meer is opgenomen. Deze budgetten maken deel uit van het Budget Internationale Veiligheid in de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.
Toelichting op inzet voor internationale veiligheid
De inzet van Defensie voor internationale veiligheid wordt met ingang van 2014 gefinancierd vanuit het nieuwe Budget Internationale Veiligheid op de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Uit het budget kunnen zowel ODA als non-ODA activiteiten, militair of civiel, worden gefinancierd. Alle middelen blijven in beginsel deel uitmaken van de HGIS en vallen onder de begrotingsverantwoordelijkheid van de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Na gezamenlijke besluitvorming worden de middelen gefaseerd toegekend aan andere begrotingsartikelen binnen de HGIS. Dit wordt gemeld aan de Kamer bij de eerste of tweede suppletoire begroting of in de slotwet.
Voor Defensie betreft dit in 2014 bijvoorbeeld niet alleen crisisbeheersingsoperaties, maar ook de Navo- en EU-contributies ten behoeve van crisisbeheersingsoperaties, internationale criminaliteitsbestrijding, de beveiliging van diplomaten en ambassades in en rond crisisgebieden en de opbouw van regionale vredeshandhavingscapaciteit. Op de geëigende begrotingsmomenten worden de budgetten overgeheveld naar de defensiebegroting.
Overzicht missies
Toelichting op nationale inzet
De ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Veiligheid en Justitie en Defensie hebben bestuursafspraken gemaakt over de gegarandeerde beschikbaarheid van militaire (specialistische) capaciteiten voor nationale veiligheid, crisisbeheersing en de operationele aansturing daarvan onder civiel gezag (Bestuursafspraken inzake intensivering civiel-militaire samenwerking).
Defensie levert de volgende vormen van ondersteuning aan de civiele autoriteiten, zowel in Nederland als in het Caribisch deel van het Koninkrijk:
-
• Structurele nationale taken:
-
– Inzet van de Koninklijke Marechaussee voor politietaken zoals beschreven in artikel 4 van de Politiewet 2012:
-
– Beveiliging Koninklijk Huis;
-
– Politietaak ten behoeve van Defensie;
-
– Politietaak op Schiphol en andere aangewezen luchthavens;
-
– Beveiliging burgerluchtvaart;
-
– Verlening van bijstand aan en samenwerking met de politie alsmede assistentieverlening bij grensoverschrijdende criminaliteit;
-
– Politietaak op plaatsen onder beheer van de minister van Defensie, op aangewezen verboden plaatsen en de ambtswoning van de minister-president;
-
– Uitvoering van vreemdelingentaken op basis van de Vreemdelingenwet 2000;
-
– Bestrijding van mensensmokkel en van fraude met reis- en identiteitsdocumenten;
-
– Beveiligingswerkzaamheden voor De Nederlandsche Bank N.V.
-
-
– Kustwacht Nederland, inclusief Search and Rescue (SAR);
-
– Kustwacht Caribisch gebied;
-
– Explosievenopruiming;
-
– Luchtruimbewaking/bestrijding luchtvaartterrorisme, waaronder de Quick Reaction Alert (QRA) van twee bewapende F-16’s;
-
– Bijzondere bijstandseenheden, waaronder de Unit Interventie Mariniers (UIM), een Aanhoudings- en Ondersteuningseenheid van de Koninklijke Marechaussee en een personele bijdrage aan de Dienst Speciale Interventies (DSI) van de Landelijke Eenheid van de Nationale Politie;
-
-
– Calamiteitenhospitaal;
-
– Patiëntenvervoer van en naar de Waddeneilanden;
-
– Hydrografische opneming van de zeebodem en de verwerking daarvan tot zeekaarten.
-
-
• Militaire bijstand op grond van de Politiewet 2012:
-
– Ondersteuning van de handhaving van de openbare orde;
-
– Ondersteuning van de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde.
-
-
• Militaire bijstand op grond van de Wet Veiligheidsregio’s;
-
• Militaire steunverlening in het openbaar belang.
Naast de gegarandeerde militaire capaciteiten worden verscheidene incidentele inzetten verwacht die niet vallen onder structurele en reguliere militaire bijstand of militaire steunverlening.
Betreft | aantal | artikel | |
---|---|---|---|
Explosieven opruiming | Aantal ruimingen | 1.600 | CLAS/FNIK |
Explosieven opruiming Noordzee | Aantal ruimingen | 60 | CZSK |
Duikassistentie | Aantal aanvragen | 10 | CZSK/FNIK |
Strafrechtelijke handhaving rechtsorde | Aantal aanvragen | 30 | CZSK/FNIK |
Patiëntenvervoer | Aantal uitgevoerde transporten | 175 | CLSK |
SAR | Aantal uitgevoerde vluchten | 30 | CLSK |
Onderscheppingen luchtruim | Aantal onderscheppingen | 3 | CLSK |
Strafrechtelijke handhaving rechtsorde | Aantal aanvragen | 100 | KMAR/CLAS/FNIK |
Handhaving openbare orde en veiligheid | Aantal aanvragen | 45 | KMAR/FNIK |
Wet veiligheidsregio | Aantal aanvragen | 10 | KMAR/CLAS/FNIK |
Militaire steunverlening in het openbaar belang | Aantal aanvragen | 50 | Alle krijgsmachtdelen/FNIK |
Bijstand Caribisch gebied | Aantal aanvragen | 4 | CZSK/FNIK |
Toelichting: In de rechter kolom staat het artikel dat de uitgaven draagt die worden gemaakt om de taken te kunnen uitvoeren. Indien de inzet voldoet aan de criteria, worden de additionele uitgaven met FNIK verrekend. Soms zijn er meer krijgsmachtdelen die de taken kunnen uitvoeren.
De additionele uitgaven die het gevolg zijn van de uitvoering van militaire bijstand en militaire steunverlening worden gefinancierd uit het budget Financiering Nationale Inzet Krijgsmacht (FNIK). Hiervoor hebben het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het ministerie van Veiligheid en Justitie en het Gemeentefonds gezamenlijk structureel € 2,25 miljoen overgeheveld naar de defensiebegroting. Deze bijdrage is bedoeld voor routinematige inzetten. Indien er sprake is van uitzonderlijke inzet die niet binnen de voorziening kan worden opgevangen, worden er met de betrokken partijen afzonderlijke afspraken gemaakt over de verrekening.
Toelichting op overige inzet
-
• Frontex
Nederland heeft 50 grenswachters beschikbaar gesteld voor de Frontex-pool voor snel inzetbare grensinterventieteams. Jaarlijks wordt bij de opstelling van het inzetplan bezien of deze bijdrage aan de pool wordt voortgezet. Het ministerie van Veiligheid en Justitie meldt de Nederlandse bijdrage met het inzetplan aan de Tweede Kamer. In 2014 is het weer mogelijk dat een beroep wordt gedaan op een Nederlandse bijdrage met mijnenjagers en/of een Dornier-vliegtuig. De haalbaarheid van een bijdrage wordt dan bezien. Een Nederlandse bijdrage wordt verrekend met de EU. Deze inzet wordt gemandateerd aan de operationele commando’s.
-
• Nuclear Security Summit
Nederland is in 2014 gastland van de Nuclear Security Summit (NSS) die eerder in Washington (2010) en Seoul (maart 2012) werd georganiseerd. De additionele kosten die hiervoor door Defensie worden gemaakt, worden gedekt binnen de HGIS.
Toelichting op ontvangsten
Ontvangsten crisisbeheersingsoperaties
De ontvangsten hebben voornamelijk betrekking op de vergoedingen van de EU, de Navo en VN-partners voor de door Nederland in het verleden geleverde diensten of ingezette personele en materiële middelen.
2.2.2. Beleidsartikel 2: Taakuitvoering zeestrijdkrachten
Algemene doelstelling
De zeestrijdkrachten leveren operationeel gerede maritieme capaciteit, zowel vloot als mariniers, voor nationale en internationale operaties.
Rol en verantwoordelijkheid minister
De minister is verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang en samenstelling van de zeestrijdkrachten en van de mate van gereedheid van maritieme eenheden. Voor de maritieme capaciteit van de krijgsmacht is het Commando Zeestrijdkrachten (CZSK) verantwoordelijk voor het operationeel gereedstellen en in stand houden van de maritieme eenheden. De zeestrijdkrachten zijn inzetbaar voor zowel expeditionaire als voor nationale taken.
Indicatoren algemene doelstelling
In onderstaande tabel staan de operationeel gerede eenheden en het voortzettingsvermogen van het CZSK voor 2014. De genoemde gereedheidsdoelstellingen worden permanent gerealiseerd.
Groep | Organieke component | Totaal aantal | Operationeel gereed | Voortzettingsvermogen | |
---|---|---|---|---|---|
Vlooteenheden Staf | NLMARFOR | 1 | 1 | – | |
Fregatten | LC-fregat | 4 | 2 | 2 | |
M-fregat | 2 | 1 | 1 | ||
Patrouilleschepen | 4 | 2 | 2 | ||
Bevoorradingsschip | 1 | 1 | – | ||
Landing Platform Docks | 2 | 1 | 1 | ||
Onderzeeboten | 4 | 1 | 3 | ||
Ondersteuningsvaartuig OZD | 1 | 0,21 | 0,8 | ||
Mijnenbestrijdingsvaartuigen | 6 | 3 | 3 | ||
Hydrografische opnemingsvaartuigen | 2 | 1 | 1 | ||
Marinierseenheden2 | Marines Combat Group | 2 | 1 | 1 | |
Surface Assault Group | 2 | 1 | 1 | ||
Sea-based Support Group | 1 | 1 | – | ||
Squadron NLMARSOF | 2 | 1,5 | 0,5 | ||
Commandant der Zeemacht in het Caribisch gebied (CZMCARIB) | Infanteriecompagnie Curaçao | 1 | 1 | – | |
Infanteriecompagnie Aruba3 | 1 | 1 | – | ||
Infanteriepeloton Sint Maarten | 1 | 1 | – | ||
Bootpeloton Caribisch gebied | 1 | 1 | – | ||
Ondersteuningsvaartuig Caribisch gebied | 1 | 0,74 | 0,3 | ||
Overige eenheden | Defensie Duikgroep | 1 | 1 | – |
Deze waarden betreffen een gemiddelde gereedheid over het jaar, omdat dit unieke, ondeelbare eenheden betreft;
Toelichting: De gereedheidsdoelstellingen per operationeel commando worden weergegeven in de doelstellingenmatrix. In de kolom «Totaal aantal» staat vermeld hoeveel eenheden er zijn. Deze eenheden zijn daarnaast verdeeld over de kolommen «Operationeel gereed» en «Voortzettingsvermogen». In de kolom «Operationeel gereed» is weergegeven hoeveel eenheden permanent beschikbaar zijn als directe bijdrage aan de inzetbaarheidsdoelstellingen. In de kolom «Voortzettingsvermogen» zijn de overige eenheden weergegeven.
Beleidswijzigingen
Militaire presentie Sint Maarten
Het statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden gaat uit van de gelijkwaardigheid van de tot het Koninkrijk behorende landen. Hieruit vloeit voort de mogelijkheid om een rechtstreeks beroep te doen op de krijgsmacht. In Nederland en op Curaçao en Aruba is sprake van een permanente militaire presentie. Naar aanleiding van de herschikking binnen het Koninkrijk heeft Sint Maarten verzocht lokaal een permanente militaire presentie te realiseren. De Tweede Kamer heeft hiermee ingestemd tijdens het algemeen overleg over de Kustwacht in het Caribisch gebied op 13 juni 2012.
De militaire presentie op Sint Maarten zal bestaan uit een vast en een roulerend element. In 2014 moet het gehele detachement van 26 militairen van het CZSK volledig operationeel inzetbaar zijn. Het detachement staat onder het bevel van CZMCARIB.
De volgende beleidswijzigingen vloeien voort uit de nota In het belang van Nederland.
Militaire presentie Aruba
De 32e Infanteriecompagnie wordt per 1 januari 2015 opgeheven. De huidige taken van deze compagnie worden op roulatiebasis vervuld door eenheden van het CLAS en het CZSK, naar model van de compagnie die het CLAS nu levert op Curaçao. Op Aruba blijft een vaste staf aanwezig die wordt gevuld op basis van een evenredige verdeling van de taken tussen CLAS en CZSK.
Niet in Dienst stellen van het Joint Support Ship (JSS)
Het Joint Support Ship (JSS) wordt niet in dienst gesteld, maar afgestoten zodra het is afgebouwd. De behoefte aan een JSS is vervallen door de uitfasering van de Leopard 2-tanks, die met het JSS getransporteerd hadden kunnen worden. Ook wordt niet langer ingezet op tactisch luchttransport met zware amfibische helikoptercapaciteit. Hierdoor kan de maritieme bevoorradingscapaciteit worden geleverd door een kleiner bevoorradingsschip dan het JSS. Als gevolg hiervan heeft Defensie, in afwijking van de beleidsbrief 2011, het voornemen Zr.Ms. Amsterdam in 2014 niet uit dienst te stellen maar in de vaart te houden tot uiterlijk de indienststelling van het nog te verwerven kleinere bevoorradingsschip.
Flexibeler personeelsbezetting.
De organisatie van onder meer de operationele eenheden wordt verbeterd door de toepassing van een meer flexibele personeelssamenstelling die verband houdt met het missieprofiel van de eenheden. Deze maatregel leidt tot een reductie van vte’n en een structurele besparing.
Budgettaire gevolgen van het beleid en budgetflexibiliteit
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 679.465 | 722.227 | 693.849 | 674.614 | 664.103 | 659.413 | 651.768 |
Uitgaven | 671.975 | 722.227 | 693.849 | 674.614 | 664.103 | 659.413 | 651.768 |
Waarvan juridisch verplicht | 91% | ||||||
Programma uitgaven | 60.009 | 169.704 | 130.745 | 122.179 | 122.111 | 120.024 | 115.480 |
Opdracht Gereedstelling en instandhouding Commando ZSK | 60.009 | 169.704 | 130.745 | 122.179 | 122.111 | 120.024 | 115.480 |
– waarvan inzet | 8.147 | 5.940 | |||||
– waarvan inzet en gereedstelling | 49.181 | 66.218 | 21.674 | 22.828 | 22.829 | 22.829 | 18.260 |
– waarvan bijdragen aan SSO's | 13.500 | 13.500 | 13.500 | 13.500 | 13.500 | ||
– waarvan instandhouding | 2.681 | 97.546 | 95.571 | 85.851 | 85.782 | 83.695 | 83.720 |
Apparaatsuitgaven | 611.966 | 552.523 | 563.104 | 552.435 | 541.992 | 539.389 | 536.288 |
Staven | 8.865 | 9.629 | 9.264 | 9.097 | 8.957 | 8.957 | 8.957 |
Operationele eenheden Commando ZSK | 598.370 | 542.894 | 553.840 | 543.338 | 533.035 | 530.432 | 527.331 |
Bijdragen aan SSO's | 4.731 | ||||||
Apparaat per uitgavencategorie | 611.966 | 552.523 | 563.104 | 552.435 | 541.992 | 539.389 | 536.288 |
personele uitgaven | 491.975 | 488.095 | 502.653 | 491.378 | 481.966 | 479.982 | 477.509 |
– waarvan eigen personeel | 491.975 | 488.095 | 472.659 | 459.483 | 450.992 | 448.849 | 446.426 |
– waarvan operationele toelage | 29.994 | 31.895 | 30.974 | 31.133 | 31.083 | ||
– waarvan externe inhuur | |||||||
materiele uitgaven | 119.991 | 64.428 | 60.451 | 61.057 | 60.026 | 59.407 | 58.779 |
– waarvan bijdragen aan SSO's | 2.800 | 2.900 | 2.800 | 2.800 | 2.800 | ||
– waarvan huisvesting en infrastructuur | 30.689 | 4.630 | 4.092 | 4.092 | 4.093 | 4.093 | 4.098 |
– waarvan ICT | 24.583 | 2.979 | 1.553 | 1.553 | 1.553 | 1.553 | 1.556 |
– waarvan overige exploitatie | 64.719 | 56.819 | 52.006 | 52.512 | 51.580 | 50.961 | 50.325 |
Apparaatsontvangsten | 10.418 | 20.044 | 20.044 | 20.044 | 20.044 | 20.044 | 20.044 |
Het aandeel «juridisch verplicht» heeft betrekking op programma-uitgaven voor levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een overeenkomst is aangegaan en op de apparaatsuitgaven die voor het merendeel uit personele uitgaven bestaan. Voor 2014 gaat het om 91 procent. Het betreft verplichtingen die zijn aangegaan voor de apparaatsuitgaven, de instandhouding van de zeewapensystemen, inzet en de verplichtingen voor het oefenprogramma.
Toelichting op de instrumenten
Programma-uitgaven
Inzet en gereedstelling
De geraamde uitgaven voor inzet zijn gerelateerd aan de vlieguren en de vaardagen van de kustwacht in Nederland en de kustwacht in het Caribisch gebied. De overige inzet wordt verantwoord in beleidsartikel 1 Inzet. De jaarplannen en jaarverslagen van de kustwachten bevatten nadere informatie over hun activiteiten en middelen.
De geraamde uitgaven voor gereedstelling worden gedaan voor oefenactiviteiten. De component «operationele toelagen» is uit de gereedstelling (programma) overgeheveld naar personele uitgaven (apparaat).
Bijdragen aan SSO’s (onder programma-uitgaven)
Om de apparaatsuitgaven binnen de baten-lastenagentschappen beter te laten aansluiten bij de uitgavenbegroting, worden rijksbreed de betalingen aan de baten-lastenagentschappen zichtbaar gemaakt in de uitgavenbegroting, onder de noemer «waarvan bijdragen aan SSO’s». Het betreft hier de uitgaven aan Rijkswaterstaat corporate dienst, een SSO van het ministerie van Infrastructuur en Milieu (€ 13,5 miljoen voor 2014).
Instandhouding
De geraamde uitgaven voor de instandhouding van materieel betreffen het onderhoud van wapensystemen (wapensysteemlogistiek), walinstellingen en procesgebonden installaties en de herbevoorrading van operationele en ondersteunende eenheden (ketenlogistiek).
Apparaatsuitgaven
De apparaatsuitgaven bevatten vooral personele uitgaven. Deze uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten en uitgaven voor toelagen en reiskosten woon-werkverkeer. De personele uitgaven worden besteed aan de volgende aantallen personeel (gemiddelde jaarsterktes):
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 |
---|---|---|---|---|---|---|
10.137 | 10.121 | 9.983 | 9.571 | 9.458 | 9.412 | 9.348 |
Opmerking: De maatregelen uit de nota In het belang van Nederland worden in de komende periode concreet uitgewerkt.
De uitgaven voor huisvesting en ICT zijn met ingang van 2013 overgeheveld naar CDC en DMO. De resterende uitgaven worden gedaan voor de kustwacht.
De overige exploitatie is voor het grootste deel personeelsgebonden. Deze uitgaven bestaan voornamelijk uit opleidingen, dienstreizen en overige materiële uitgaven.
Bijdragen aan SSO’s (onder apparaatsuitgaven)
Het betreft hier de uitgaven aan Paresto (€ 2,8 miljoen voor 2014).
Voor een nadere toelichting op de apparaatsuitgaven wordt verwezen naar de personeelsrapportage die periodiek aan de Tweede Kamer wordt aangeboden en het niet-beleidsartikel 10 Centraal apparaat.
2.2.3. Beleidsartikel 3: Taakuitvoering landstrijdkrachten
Algemene doelstelling
De landstrijdkrachten leveren operationeel gerede grondgebonden capaciteit voor nationale en internationale operaties.
Rol en verantwoordelijkheid minister
De minister is verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang en samenstelling van de landstrijdkrachten en van de mate van gereedheid van grondgebonden eenheden. Voor de grondgebonden capaciteit van de krijgsmacht is het Commando Landstrijdkrachten (CLAS) verantwoordelijk voor het operationeel gereedstellen en in stand houden van de eenheden. De landstrijdkrachten zijn inzetbaar voor zowel expeditionaire als voor nationale taken.
Indicatoren algemene doelstelling
In de volgende tabel staan de operationeel gerede eenheden en het voortzettingsvermogen van het CLAS voor 2014. De genoemde gereedheidsdoelstellingen worden permanent gerealiseerd.
Groep | Organieke component | Totaal aantal | Operationeel gereed | Voortzettingsvermogen |
---|---|---|---|---|
High Readiness Forces (Land) Headquarters | NLD deel staf HRF HQ | 1 | 1 | – |
NLD deel CIS Battalion | 1 | 1 | – | |
NLD deel Staff Support Battalion | 1 | 1 | – | |
Brigade Hoofdkwartier | Staf | 3 | 1 | 2 |
Verkenningseskadron | 2 | 1 | 1 | |
ISTAR Module | 5 | 2 | 3 | |
CIMIC Support Element | 4 | 2 | 2 | |
Psyops Support Element | 4 | 2 | 2 | |
(Re)Deployment Taskforce HQ | Hoofdkwartier OOCL | 1 | 1 | – |
Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando | Staf | 1 | 1 | – |
Patriot Fire Unit | 3 | 1 | 2 | |
AMRAAM-Peloton | 2 | 1 | 1 | |
Stinger-Peloton | 3 | 2 | 1 | |
Korps Commandotroepen | Commandotroepencompagnie | 4 | 1,5 | 2,5 |
Bataljonstaakgroep | Gemechaniseerd bataljon | 3 | 1 | 2 |
Luchtmobiel bataljon | 3 | 1 | 2 | |
Panzer Haubitze/Mortier batterij | 3 | 2 | 1 | |
Pantsergeniecompagnie | 4 | 1 | 3 | |
Luchtmobiel Geniepeloton | 3 | 1 | 2 | |
CIS-Compagnie | 3 | 1 | 2 | |
ROLE 1 Medical Treatment Facility | 22 | 12 | 10 | |
Cybercommando | Cybercommando | 1 | 1 | – |
Combat Support Elements | Staf Vuursteuncommando | 1 | 1 | – |
Staf Geniebataljon | 3 | 1 | 2 | |
Constructiecompagnie | 2 | 1 | 1 | |
Brugmodule | 2 | 1 | 1 | |
CBRN-Compagnie | 2 | 1 | 1 | |
EODD Ploeg | 48 | 20 | 28 | |
Combat Service Support Elements | Bataljonsstaf National Support Element | 2 | 1 | 1 |
Bataljonsstaf Geneeskundig bataljon | 1 | 0,25 | 0,75 | |
Compagniestaf NSE | 8 | 3 | 5 | |
Transportcompagnie | 4 | 2 | 2 | |
Zware Transportcompagnie | 1 | 0,5 | 0,5 | |
Clustercompagnie | 2 | 1 | 1 | |
Dienstencompagnie | 1 | 0,5 | 0,5 | |
Bevoorradingspeloton | 3 | 1 | 2 | |
Herstelpeloton | 11 | 5 | 6 | |
ROLE 2 Medical Treatment Facility | 4 | 2 | 2 | |
Nationale Reserve | Bataljon | 3 | 3 | – |
Toelichting: De gereedheidsdoelstellingen per operationeel commando worden weergegeven in de doelstellingenmatrix. In de kolom «Totaal aantal» staat vermeld hoeveel eenheden er zijn. Deze eenheden zijn daarnaast verdeeld over de kolommen «Operationeel gereed» en «Voortzettingsvermogen». In de kolom «Operationeel gereed» is weergegeven hoeveel eenheden permanent beschikbaar zijn als directe bijdrage aan de inzetbaarheidsdoelstellingen. In de kolom «Voortzettingsvermogen» zijn de overige eenheden weergegeven.
De opzet van de doelstellingenmatrix van de landstrijdkrachten is gewijzigd ten opzichte van vorig jaar. Tot vorig begrotingsjaar kende de matrix alleen de organieke eenheden van het CLAS. Waar van toepassing zijn deze organieke eenheden opgedeeld in kleinere componenten, die afzonderlijk aan een samengestelde eenheid kunnen worden gekoppeld. Het aantal eenheden in de matrix is hierdoor toegenomen. De omvang van de landstrijdkrachten is echter gelijk gebleven (dit komt overeen met het streven dat in het reorganisatieplan is neergelegd).
De eenheden van het CLAS leveren op roulatiebasis infanteriecompagnieën voor Curaçao en Aruba bij CZMCARIB.
Beleidswijzigingen
De volgende beleidswijzigingen vloeien voort uit de nota In het belang van Nederland.
Opheffing 45e Pantserinfanteriebataljon
Het 45e Pantserinfanteriebataljon wordt per 1 januari 2014 stilgezet en vervolgens opgeheven. «Stilzetten» houdt in het staken van operationele en gereedstellingsactiviteiten. Met de resterende infanteriecapaciteit kan Defensie voldoen aan de opgenomen inzetbaarheidsdoelstellingen.
Gereedstelling 11 Luchtmobiele Brigade voor Air Assault
Voortaan worden maximaal twee van de drie luchtmobiele bataljons volledig gereed gesteld voor Air Assault optreden. Het derde bataljon krijgt een basisopleiding Air Assault tot en met compagniesniveau, en kan zo nodig aanvullend worden opgeleid. Tegelijkertijd wordt het derde bataljon uitgerust met onder andere Bushmaster-voertuigen en opgeleid voor gemotoriseerd optreden.
Budgettaire gevolgen van het beleid en budgetflexibiliteit
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 1.273.299 | 1.168.544 | 1.108.639 | 1.070.569 | 1.041.590 | 1.029.717 | 1.031.184 |
Uitgaven | 1.277.277 | 1.168.544 | 1.108.639 | 1.070.569 | 1.041.590 | 1.029.717 | 1.031.184 |
Waarvan juridisch verplicht | 94% | ||||||
Programma uitgaven | 92.598 | 172.638 | 136.456 | 128.981 | 129.145 | 125.092 | 130.406 |
Opdracht Gereedstelling en instandhouding Commando LAS | 92.598 | 172.638 | 136.456 | 128.981 | 129.145 | 125.092 | 130.406 |
– waarvan inzet | |||||||
– waarvan gereedstelling | 89.325 | 95.374 | 52.032 | 54.926 | 54.927 | 54.927 | 54.932 |
– waarvan instandhouding | 3.273 | 77.264 | 84.424 | 74.055 | 74.218 | 70.165 | 75.474 |
Apparaatsuitgaven | 1.184.679 | 995.906 | 972.183 | 941.588 | 912.445 | 904.625 | 900.778 |
Staven | 21.394 | 18.675 | 13.835 | 13.648 | 13.811 | 13.839 | 13.839 |
Operationele eenheden Commando LAS | 1.146.300 | 977.231 | 958.348 | 927.940 | 898.634 | 890.786 | 886.939 |
Bijdragen aan SSO's | 16.985 | ||||||
Apparaat per uitgavencategorie | 1.184.679 | 995.906 | 972.183 | 941.588 | 912.445 | 904.625 | 900.778 |
personele uitgaven | 951.777 | 907.963 | 905.795 | 875.281 | 849.649 | 841.594 | 836.235 |
– waarvan eigen personeel | 951.777 | 907.963 | 867.504 | 833.890 | 810.588 | 802.533 | 797.174 |
– waarvan operationele toelage | 38.291 | 41.391 | 39.061 | 39.061 | 39.061 | ||
– waarvan externe inhuur | |||||||
materiele uitgaven | 232.902 | 87.943 | 66.388 | 66.307 | 62.796 | 63.031 | 64.543 |
– waarvan bijdragen aan SSO's | 8.400 | 8.500 | 8.400 | 8.400 | 8.400 | ||
– waarvan huisvesting en infrastructuur | 83.908 | ||||||
– waarvan ICT | 49.539 | ||||||
– waarvan overige exploitatie | 99.455 | 87.943 | 57.988 | 57.807 | 54.396 | 54.631 | 56.143 |
Apparaatsontvangsten | 18.346 | 20.523 | 20.523 | 20.523 | 20.523 | 20.523 | 20.523 |
Het aandeel «juridisch verplicht» heeft betrekking op programma-uitgaven voor levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een overeenkomst is aangegaan en op de apparaatsuitgaven die voor het merendeel uit personele uitgaven bestaan. Voor 2014 gaat het om 94 procent. Het betreft verplichtingen die zijn aangegaan voor de apparaatsuitgaven, de instandhouding van de landwapensystemen en voor het oefenprogramma.
Toelichting op de instrumenten
Programma-uitgaven
Inzet
De inzet wordt verantwoord in beleidsartikel 1 Inzet.
Gereedstelling
De geraamde uitgaven voor gereedstelling worden gedaan voor oefenactiviteiten. De component «operationele toelagen» is uit de gereedstelling (programma) overgeheveld naar personele uitgaven (apparaat).
Instandhouding
De geraamde uitgaven voor de instandhouding van materieel betreffen het onderhoud van wapensystemen (wapensysteemlogistiek) en bevoorrading van operationele en ondersteunende eenheden door het Defensie Bedrijf Grondgebonden Systemen (systeemlogistiek bedrijf).
Apparaatsuitgaven
De apparaatsuitgaven bevatten vooral personele uitgaven. Deze uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten en uitgaven voor toelagen en reiskosten woon-werkverkeer. De personele uitgaven worden besteed aan de volgende aantallen personeel (gemiddelde jaarsterktes):
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 |
---|---|---|---|---|---|---|
21.133 | 20.108 | 19.458 | 18.669 | 18.495 | 18.359 | 18.261 |
Opmerking: De maatregelen uit de nota In het belang van Nederland worden in de komende periode concreet uitgewerkt.
De overige exploitatie is voor het grootste deel personeelsgebonden. Deze uitgaven bestaan voornamelijk uit opleidingen, werving, dienstreizen en overige materiële uitgaven.
Bijdragen aan SSO’s
Om de apparaatsuitgaven binnen de baten-lastenagentschappen beter te laten aansluiten bij de uitgavenbegroting, worden rijksbreed de betalingen aan de baten-lastenagentschappen zichtbaar gemaakt in de uitgavenbegroting onder de noemer «waarvan bijdragen aan SSO’s». Het betreft hier de uitgaven voor Paresto (€ 8,4 miljoen voor 2014).
Voor een nadere toelichting op de apparaatsuitgaven wordt verwezen naar de personeelsrapportage die periodiek aan de Tweede Kamer wordt aangeboden en het niet-beleidsartikel 10 Centraal apparaat.
2.2.4. Beleidsartikel 4: Taakuitvoering luchtstrijdkrachten
Algemene doelstelling
De luchtstrijdkrachten leveren lucht- en grondgebonden capaciteit voor nationale en internationale operaties.
Rol en verantwoordelijkheid minister
De minister is verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang en de samenstelling van de luchtstrijdkrachten en van de mate van gereedheid van de luchtstrijdkrachten. Voor de lucht- en grondgebonden capaciteit van de krijgsmacht is het Commando Luchtstrijdkrachten (CLSK) verantwoordelijk voor het operationeel gereedstellen en in stand houden van de eenheden. De luchtstrijdkrachten zijn inzetbaar voor zowel expeditionaire taken als voor nationale taken.
Indicatoren algemene doelstelling
In de onderstaande tabel staan de operationeel gerede eenheden en het voorzettingsvermogen van het CLSK voor 2014. De genoemde gereedheidsdoelstellingen worden permanent gerealiseerd.
Groep | Organieke component | Totaal aantal | Operationeel gereed | Voortzettingsvermogen |
---|---|---|---|---|
Jachtvliegtuigen | F-16 | 61 | 11 | 50 |
Helikopters | AH-64D Apache | 29 | 101 | 19 |
CH-47 Chinook | 17 | 61 | 11 | |
AS-532 Cougar | 8 | 4 | 4 | |
AB-412SP | 3 | 2 | 1 | |
NH-90 | 11 –> 20 | 2 –> 52 | 9 –> 15 | |
Transport- vliegtuigen | KDC-10 | 23 | 1 | 1 |
C-130H Hercules | 4 | 2 | 2 | |
Kustwacht Nederland | Dornier DO-228 | 2 | 1 | 1 |
Force Protection | OGRV eenheden | 44 | 2 | 2 |
C2 element | 2 | 1 | 1 | |
Air C4ISR | AOCS | 1 | 1 | – |
NDMC | 1 | 1 | – |
Toelichting Apache en Chinook: Voor Apache en Chinook worden bemanningen opgeleid tot Deployable Combat Ready. In geval van een missie kan de training missiespecifiek worden aangevuld;
Toelichting: De gereedheidsdoelstellingen per operationeel commando worden weergegeven in de doelstellingenmatrix. In de kolom «Totaal aantal» staat vermeld hoeveel eenheden er zijn. Deze eenheden zijn daarnaast verdeeld over de kolommen «Operationeel gereed» en «Voortzettingsvermogen». In de kolom «Operationeel gereed» is weergegeven hoeveel eenheden permanent beschikbaar zijn als directe bijdrage aan de inzetbaarheidsdoelstellingen. In de kolom «Voortzettingsvermogen» zijn de overige eenheden weergegeven.
In tegenstelling tot vorige begrotingsjaren zijn ook de permanent in de Verenigde Staten gestationeerde toestellen van het CLSK opgenomen in de doelstellingenmatrix. Het betreft tien F-16’s, acht Apaches en drie Chinooks. Deze zijn permanent in gebruik voor opleidingen en training, maar hebben een operationele configuratie. Het (niet-operationele) F-16 testtoestel wordt voortaan meegeteld in het voortzettingsvermogen.
Beleidswijzigingen
De volgende beleidswijzigingen vloeien voort uit de nota In het belang van Nederland.
Reductie aantal operationele F-16’s
Totdat de F-35 instroomt, kan voor de gereedheidsdoelstellingen van de F-16 worden volstaan met een kleiner aantal operationele toestellen. Daarom wordt in 2014 het huidige aantal operationele F-16’s met zeven toestellen verminderd tot 61. Deze zeven toestellen worden niet afgestoten, maar gebruikt als logistieke reserve om de inzetbaarheid van de resterende toestellen te vergroten. Tegelijkertijd wordt het aantal vlieguren gereduceerd met minder slijtage als gevolg. Het aantal operationeel gereed te stellen toestellen is voldoende om invulling te geven aan de inzetbaarheidsdoelstellingen.
Omvorming vliegbasis Leeuwarden tot een DOB
Het aantal F-16’s op de vliegbasis Leeuwarden wordt verlaagd en het totaal aantal jachtvliegtuigsquadrons gaat van vier naar drie, waarvan twee op Volkel. Als gevolg daarvan wordt de vliegbasis Leeuwarden per 1 januari 2016 omgevormd van een Main Operating Base (MOB) naar een Deployed Operating Base (DOB) die wordt aangestuurd en ondersteund vanaf de vliegbasis Volkel.
Afstoten Gulfstream
De Gulfstream, die wordt gebruikt voor niet-operationeel personentransport, wordt per 1 januari 2014 stilgezet en vervolgens afgestoten. «Stilzetten» houdt in het staken van de operationele en gereedstellingsactiviteiten.
Budgettaire gevolgen van het beleid en budgetflexibiliteit
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 627.070 | 664.670 | 637.987 | 627.025 | 620.999 | 617.751 | 601.694 |
Uitgaven | 661.877 | 664.670 | 637.987 | 627.025 | 620.999 | 617.751 | 601.694 |
Waarvan juridisch verplicht | 96% | ||||||
Programma uitgaven | 45.001 | 145.671 | 132.634 | 141.967 | 143.487 | 140.408 | 141.000 |
Opdracht Gereedstelling en instandhouding Commando LSK | 45.001 | 145.671 | 132.634 | 141.967 | 143.487 | 140.408 | 141.000 |
– waarvan inzet | |||||||
– waarvan gereedstelling | 25.971 | 26.069 | 12.481 | 13.252 | 13.097 | 13.086 | 13.052 |
– waarvan instandhouding | 19.031 | 119.602 | 120.153 | 128.715 | 130.390 | 127.322 | 127.948 |
Apparaatsuitgaven | 616.876 | 518.999 | 505.353 | 485.058 | 477.512 | 477.343 | 460.694 |
Staven | 25.105 | 24.177 | 21.349 | 21.100 | 21.102 | 21.102 | 21.102 |
Operationele eenheden Commando LSK | 584.512 | 494.822 | 484.004 | 463.958 | 456.410 | 456.241 | 439.592 |
Bijdragen aan SSO's | 7.259 | ||||||
Apparaat per uitgavencategorie | 616.876 | 518.999 | 505.353 | 485.058 | 477.512 | 477.343 | 460.694 |
personele uitgaven | 414.284 | 401.798 | 392.226 | 373.766 | 366.057 | 366.349 | 355.400 |
– waarvan eigen personeel | 414.284 | 401.798 | 387.182 | 368.124 | 360.416 | 360.709 | 349.761 |
– waarvan operationele toelage | 5.044 | 5.642 | 5.641 | 5.640 | 5.639 | ||
– waarvan externe inhuur | |||||||
materiele uitgaven | 202.592 | 117.201 | 113.127 | 111.292 | 111.455 | 110.994 | 105.294 |
– waarvan bijdragen aan SSO's | 1.850 | 1.959 | 2.009 | 2.009 | 2.009 | ||
– waarvan huisvesting en infrastructuur | 58.002 | ||||||
– waarvan ICT | 19.901 | ||||||
– waarvan overige exploitatie | 124.689 | 117.201 | 111.277 | 109.333 | 109.446 | 108.985 | 103.285 |
Apparaatsontvangsten | 13.854 | 15.227 | 15.227 | 15.227 | 15.227 | 15.227 | 15.227 |
Het aandeel «juridisch verplicht» heeft betrekking op programma-uitgaven voor levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een overeenkomst is aangegaan en op de apparaatsuitgaven die voor het merendeel uit personele uitgaven bestaan. Voor 2014 gaat het om 96 procent. Het betreft verplichtingen die zijn aangegaan voor de apparaatsuitgaven, de instandhouding van de luchtwapensystemen en voor het oefenprogramma.
Toelichting op de instrumenten
Programma-uitgaven
Inzet
De inzet wordt verantwoord in beleidsartikel 1 Inzet.
Gereedstelling
De geraamde uitgaven voor gereedstelling worden gedaan voor oefenactiviteiten. De component «operationele toelagen» is uit de gereedstelling (programma) overgeheveld naar personele uitgaven (apparaat).
Instandhouding
De geraamde uitgaven voor de instandhouding van materieel betreffen het onderhoud van de wapensystemen. De instandhoudingsuitgaven van het Logistiek Centrum Woensdrecht zijn hierin opgenomen. Naast uitgaven voor de diverse ondersteunende installaties gaat het om uitgaven voor de instandhouding van de wapensystemen die in de doelstellingenmatrix zijn genoemd.
Apparaatsuitgaven
De apparaatsuitgaven bevatten vooral personele uitgaven. Deze uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten en uitgaven voor toelagen en reiskosten woon-werkverkeer. De personele uitgaven worden besteed aan de volgende aantallen personeel (gemiddelde jaarsterktes):
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 |
---|---|---|---|---|---|---|
8.134 | 7.882 | 7.758 | 7.187 | 7.093 | 7.053 | 6.987 |
Opmerking: De maatregelen uit de nota In het belang van Nederland worden in de komende periode concreet uitgewerkt.
Bijdragen aan SSO’s
Om de apparaatsuitgaven binnen de baten-lastenagentschappen beter te laten aansluiten bij de uitgavenbegroting, worden rijksbreed de betalingen aan de baten-lastenagentschappen zichtbaar gemaakt in de uitgavenbegroting onder de noemer «waarvan bijdragen aan SSO’s». Het betreft hier de uitgaven aan Paresto (€ 0,9 miljoen voor 2014) en het KNMI (SSO van het ministerie van Infrastructuur en Milieu, € 0,9 miljoen voor 2014).
De overige exploitatie is voor het grootste deel personeelsgebonden. Deze uitgaven bestaan voornamelijk uit (vlieger)opleidingen, werving, dienstreizen en overige materiële uitgaven.
Voor een nadere toelichting op de apparaatsuitgaven wordt verwezen naar de personeelsrapportage die periodiek aan de Tweede Kamer wordt aangeboden en het niet-beleidsartikel 10 Centraal apparaat.
2.2.5. Beleidsartikel 5: Taakuitvoering Marechaussee
Algemene doelstelling
De Koninklijke Marechaussee (KMar) levert militaire politiecapaciteit voor nationale en internationale operaties.
Rol en verantwoordelijkheid minister
De minister is beheersverantwoordelijk en verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang, samenstelling en de vereiste mate van gereedheid van de KMar. De uitvoering is opgedragen aan het Commando Koninklijke Marechaussee (CKMar). Het gezag over de KMar berust, naast de minister van Defensie, bij de minister van Veiligheid en Justitie.
Het CKMar heeft een takenpakket in binnen- en buitenland en houdt zich bezig met beveiliging, handhaving van de Vreemdelingenwetgeving waaronder grenstoezicht, politietaken ten behoeve van Defensie en op burgerluchtvaartterreinen, samenwerking met en bijstand aan de politie en uitvoering van politietaken in het kader van internationale vredesoperaties. Naast het reguliere takenpakket fungeert het CKMar als strategische reserve voor de Nederlandse politie. Hiermee levert het CKMar direct of indirect een bijdrage aan de veiligheid van de Staat door optreden in binnen- en buitenland.
Indicatoren algemene doelstelling
In onderstaande tabel staan de operationeel gerede eenheden en het voortzettingsvermogen van het CKMar voor 2014 voor taken die worden uitgevoerd onder gezagsverantwoordelijkheid van de minister van Defensie. De genoemde gereedheidsdoelstellingen worden permanent gerealiseerd.
Groep | Organieke component | Totaal aantal | Operationeel gereed | Voortzettingsvermogen |
---|---|---|---|---|
DLBE/BBM en districten | vte’n voor expeditionaire inzet | 306 | 153 | 153 |
ME/BE | Peloton voor Crowd and Riot Control | 1 | 1 | – |
DLBE/BSB | Vte’n voor Close Protection Teams van VIP’s | 26 | 13 | 13 |
Toelichting: De gereedheidsdoelstellingen per operationeel commando worden weergegeven in de doelstellingenmatrix. In de kolom «Totaal aantal» staat vermeld hoeveel eenheden er zijn. Deze eenheden zijn daarnaast verdeeld over de kolommen «Operationeel gereed» en «Voortzettingsvermogen». In de kolom «Operationeel gereed» is weergegeven hoeveel eenheden permanent beschikbaar zijn als directe bijdrage aan de inzetbaarheidsdoelstellingen. In de kolom «Voortzettingsvermogen» zijn de overige eenheden weergegeven.
Geplande inzet
Het takenpakket van het CKMar is gericht op de veiligheid van de Staat en kent drie operationele speerpunten: bewaken en beveiligen, de grenspolitietaak en internationale en militaire politietaken.
Bewaken en Beveiligen
Het CKMar draagt zorg voor de bewaking en beveiliging van bepaalde vitale objecten en personen. Het CKMar doet dit in samenwerking met nationale en internationale publieke en private partners.
Kengetallen | Prognose 2014 |
---|---|
Het percentage uitvoering Toezichtprogramma Beveiliging burgerluchtvaart | 100% |
Het aantal permanent te bewaken objecten | 7 |
Het servicepercentage beveiligde waardetransporten voor De Nederlandsche Bank | 100% |
Beschikbare operationele KMar-eenheden voor expeditionaire beveiligingsopdrachten | (zie indicatoren algemene doelstelling) |
Grenspolitietaak
Het CKMar richt zich op de bestrijding van illegale migratie, grensoverschrijdende criminaliteit en terrorisme. Deze taak wordt doelmatig en flexibel, en zo mogelijk risicogestuurd, uitgevoerd met gebruikmaking van informatie van zowel het CKMar als van ketenpartners. Als grenspolitie wendt het CKMar bedreigingen af voor Nederland en het Schengengebied bij en voor de grens.
Kengetallen | Prognose 2014 |
---|---|
Aantal luchthavens waar grensbewaking wordt uitgevoerd | 8 |
waarvan permanent | 6 |
Aantal prioriteitsmeldingen (op luchthavens waar politietaken worden uitgevoerd) | 12.000 |
Aantal verwijderingen (directe verwijderingen zonder tussenkomst Dienst Terugkeer & Vertrek (DT&V) en verwijderingen na aanlevering van DT&V) | 6.000 |
waarvan begeleid | 2.000 |
Internationale en militaire politietaken
Het CKMar is als één van de vier operationele commando’s van Defensie mede verantwoordelijk voor de uitvoering van het buitenland- en veiligheidsbeleid van Nederland. Vanwege de specifieke organisatiekenmerken kan het CKMar met zowel de andere krijgsmachtsonderdelen als zelfstandige politieorganisatie in binnen- en buitenland optreden.
Kengetallen | Prognose 2014 |
---|---|
Aantal misdrijfdossiers (aangeleverd aan OM Arnhem) | Op basis van criminaliteitsbeeldanalyse |
Beschikbare operationele KMar-eenheden voor internationale crisis- en humanitaire operaties | (zie indicatoren algemene doelstelling) |
Beleidswijzigingen
De volgende beleidswijzigingen vloeien voort uit de nota In het belang van Nederland.
Invoering van een Profiling, Targeting and Tasking Centre (PTTC)
Vanaf 2015 zal met de invoering van het PTTC de manier van werken binnen het CKMar gaan veranderen, waarbij de territoriale indeling niet langer dominant zal zijn. In plaats daarvan zal er sprake zijn van een mobiele en flexibele benadering, die berust op informatie gestuurd optreden met een centrale aansturing.
Herziening politietaken
De maatregel betreft een budgetkorting op de militaire politietaken.
Budgettaire gevolgen van het beleid en budgetflexibiliteit
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 388.505 | 333.626 | 311.529 | 306.714 | 301.424 | 299.928 | 299.486 |
Uitgaven | 392.326 | 333.626 | 311.529 | 306.714 | 301.424 | 299.928 | 299.486 |
Waarvan juridisch verplicht | 99% | ||||||
Programma uitgaven | 7.140 | 2.285 | 282 | 97 | 97 | 97 | 97 |
Opdracht Inzet KMAR | 7.140 | 2.285 |
| ||||
– waarvan inzet |
|
| 282 | 97 | 97 | 97 | 97 |
– waarvan gereedstelling | 7.140 | 2.285 | |||||
– waarvan instandhouding | |||||||
Apparaatsuitgaven | 385.186 | 331.341 | 311.247 | 306.617 | 301.327 | 299.831 | 299.389 |
Staven | 11.786 | 11.622 | 9.293 | 8.447 | 8.438 | 8.388 | 8.238 |
Operationele eenheden KMAR | 370.233 | 319.719 | 301.954 | 298.170 | 292.889 | 291.443 | 291.151 |
Bijdragen aan SSO's | 3.167 | ||||||
Apparaat per uitgavencategorie | 385.186 | 331.341 | 311.247 | 306.617 | 301.327 | 299.831 | 299.389 |
personele uitgaven | 280.533 | 288.385 | 279.415 | 274.200 | 269.227 | 268.573 | 268.171 |
– waarvan eigen personeel | 280.533 | 288.385 | 277.505 | 272.190 | 267.217 | 266.563 | 266.161 |
– waarvan operationele toelage | 1.910 | 2.010 | 2.010 | 2.010 | 2.010 | ||
– waarvan externe inhuur | |||||||
materiele uitgaven | 104.653 | 42.956 | 31.832 | 32.417 | 32.100 | 31.258 | 31.218 |
– waarvan bijdragen aan SSO's | 300 | 350 | 300 | 300 | 300 | ||
– waarvan huisvesting en infrastructuur | 30.537 | ||||||
– waarvan ICT | 17.977 | ||||||
– waarvan overige exploitatie | 56.139 | 42.956 | 31.532 | 32.067 | 31.800 | 30.958 | 30.918 |
Apparaatsontvangsten | 8.074 | 4.590 | 4.590 | 4.590 | 4.590 | 4.590 | 4.590 |
Het aandeel «juridisch verplicht» heeft betrekking op programma-uitgaven voor levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een overeenkomst is aangegaan en op de apparaatsuitgaven die voor het merendeel uit personele uitgaven bestaan. Voor 2014 gaat het om 99 procent. Deze verplichtingen hebben volledig betrekking op de apparaatsuitgaven.
Toelichting op de instrumenten
Programma uitgaven
Gereedstelling
De uitgaven voor gereedstelling betreffen vooral de uitgaven voor meerdaagse (oefen) activiteiten (ongeveer 600.000 oefenuren). Voor 2014 zijn hiervan 50.700 oefenuren geraamd voor de bijstandsorganisatie. Dit aantal wijkt af van het aantal oefenuren in de voorgaande jaren omdat de bijstandsorganisatie na de reorganisatie met minder pelotons invulling gaat geven aan haar taken. De component «operationele toelagen» is uit de gereedstelling (programma) overgeheveld naar formatie (apparaat).
Apparaatsuitgaven
De apparaatsuitgaven bevatten vooral personele uitgaven. Deze uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten en uitgaven voor toelagen en reiskosten woon-werkverkeer. De personele uitgaven worden besteed aan de volgende aantallen personeel (gemiddelde jaarsterktes):
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 |
---|---|---|---|---|---|---|
6.203 | 6.110 | 6.054 | 5.880 | 5.863 | 5.845 | 5.835 |
Opmerking: De maatregelen uit de nota In het belang van Nederland worden in de komende periode concreet uitgewerkt.
Bijdragen aan SSO’s
Om de apparaatsuitgaven binnen de baten-lastenagentschappen beter te laten aansluiten bij de uitgavenbegroting, worden rijksbreed de betalingen aan de baten-lastenagentschappen zichtbaar gemaakt in de uitgavenbegroting onder de noemer «waarvan bijdragen aan SSO’s». Het betreft hier de uitgaven voor Paresto (€ 0,3 miljoen voor 2014).
De overige exploitatie is voor het grootste deel personeelsgebonden. Deze uitgaven bestaan voornamelijk uit opleidingen, werving, dienstreizen en overige materiële uitgaven.
Voor een nadere toelichting op de apparaatsuitgaven wordt verwezen naar de personeelsrapportage die periodiek aan de Tweede Kamer wordt aangeboden en het niet-beleidsartikel 10 Centraal apparaat.
2.2.6. Beleidsartikel 6: Investeringen krijgsmacht
Algemene doelstelling
Defensie voorziet in nieuw materieel, infrastructuur en ICT-middelen en zij verkoopt, indien aan de orde, groot materieel en infrastructuur.
Rol en verantwoordelijkheid minister
De minister is verantwoordelijk voor het tijdig voorzien in nieuw materieel, infrastructuur en ICT-middelen en de afstoting van overtollig groot materieel en infrastructuur.
Investeringsquote
De investeringsquote bestaat uit het percentage van de investeringen ten opzichte van het gecorrigeerde defensiebudget (gecorrigeerd met HGIS). De investeringsquote van Defensie is in onderstaande grafiek weergegeven:
Investeringsquote
Beleidswijzigingen
Investeringsquote (IQ)
Een investeringsquote van 20 procent wordt al geruime tijd als richtsnoer gehanteerd. Dit zal zo blijven. Een toereikend investeringsvolume is van belang om te kunnen beschikken over een toekomstbestendige en relevante krijgsmacht.
Eén van de gevolgen van de maatregelen genomen in de nota In het belang van Nederland betreft het terugbrengen van de IQ tot een niveau van ongeveer 20 procent.
Voor zover er beleidswijzigingen zijn, betreffen dat wijzigingen in projecten. De belangrijkste wijzigingen worden per project toegelicht.
Budgettaire gevolgen van het beleid en budgetflexibiliteit
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 1.276.290 | 1.616.175 | 1.307.816 | 711.361 | 1.478.374 | 1.468.527 | |
Uitgaven | 1.026.331 | 1.192.309 | 1.310.213 | 1.429.486 | 1.476.074 | 1.466.227 | |
Waarvan juridisch verplicht | 93% | ||||||
Programma uitgaven | 1.026.331 | 1.192.309 | 1.310.213 | 1.429.486 | 1.476.074 | 1.466.227 | |
Opdracht Voorzien in nieuw materieel | 694.995 | 804.289 | 968.757 | 1.087.170 | 1.133.135 | 1.130.808 | |
Opdracht Voorzien in infrastructuur | 162.484 | 202.707 | 163.259 | 161.409 | 157.653 | 150.129 | |
– waarvan bijdragen SSO (DVD) |
| 27.143 | 20.942 | 31.681 | 31.105 | 28.713 | |
Opdracht Voorzien in ICT | 70.280 | 91.110 | 88.860 | 94.839 | 99.439 | 99.439 | |
– waarvan bijdragen SSO (DTO) |
| 51.735 | 43.835 | 42.046 | 42.697 | 42.707 | |
Bekostiging Wetenschappelijk onderzoek | 63.001 | 62.800 | 59.945 | 57.775 | 57.554 | 57.557 | |
Bijdrage aan de NAVO | 35.571 | 31.403 | 29.392 | 28.293 | 28.293 | 28.294 | |
Programma ontvangsten | 136.658 | 163.788 | 123.356 | 147.956 | 137.656 | 152.656 | |
– waarvan verkoopopbrengsten groot materieel | 113.058 | 146.218 | 111.386 | 134.786 | 122.586 | 120.586 | |
– waarvan verkoopopbrengsten infrastructuur | 17.000 | 15.700 | 10.100 | 11.300 | 13.200 | 30.200 | |
– waarvan overige ontvangsten | 6.600 | 1.870 | 1.870 | 1.870 | 1.870 | 1.870 |
Het aandeel «juridisch verplicht» heeft betrekking op programma-uitgaven voor levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een overeenkomst is aangegaan en op de apparaatsuitgaven die voor het merendeel uit personele uitgaven bestaan. Voor 2014 gaat het om 93 procent. Het betreft verplichtingen die zijn aangegaan voor de investeringen groot materieel (85 procent van de totale juridische verplichtingen), investeringen infrastructuur (tien procent) en overige investeringen (vijf procent).
Bijdragen aan SSO’s
Om de apparaatsuitgaven binnen de baten-lastenagentschappen beter te laten aansluiten bij de uitgavenbegroting, worden Rijksbreed de betalingen aan de baten-lastenagentschappen zichtbaar gemaakt in de uitgavenbegroting, onder de noemer «waarvan bijdragen aan SSO’s». Het betreft hier de uitgaven voor DVD (€ 27,1 miljoen voor 2014) en DTO (€ 51,7 miljoen voor 2014).
Toelichting op de instrumenten
Voorzien in nieuw materieel
De projecten in realisatie waarvan de financiële omvang met meer dan € 10 miljoen of de planning met meer dan een jaar is gewijzigd, worden onder de tabellen toegelicht. Tevens worden de projecten in planning opgesomd waarvan wordt verwacht dat deze in 2014 tot uitgaven leiden, waarbij wezenlijke veranderingen ten opzichte van de ontwerpbegroting 2013 worden toegelicht.
In het Materieelprojectenoverzicht (MPO) worden alle strategische materieelprojecten met een financiële omvang van meer dan € 25 miljoen uitgebreid toegelicht. Daarbij wordt voor de projecten in planning bovendien de verwachte fasering in het Defensie Materieel Proces (DMP) vermeld.
Projecten Zeestrijdkrachten
Projectomschrijving | Projectvolume | Raming uitgaven | Fasering Tot | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
t/m 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |||
Fast Raiding Interception and Special Forces Craft (FRISC) | 28,6 | 27,8 | 0,8 | 2014 | ||||
Instandhouding Goalkeeper | 33,2 | 12,9 | 9,6 | 6,0 | 4,7 | 2016 | ||
Instandhouding M-fregatten | 58,7 | 43,1 | 10,1 | 5,5 | 2015 | |||
Instandhouding Walrus-klasse onderzeeboten | 95,3 | 34,8 | 14,2 | 15,2 | 9,2 | 7,2 | 8,0 | 2019 |
Luchtverdedigings- en Commandofregatten | 1.560,3 | 1.548,1 | 7,4 | 4,8 | 2015 | |||
LC-fregatten munitie | 308,2 | 303,8 | 3,1 | 1,3 | 2018 | |||
Maritime Ballistic Missile Defence (MBMD) | 117,2 | 40,3 | 20,3 | 17,1 | 12,1 | 15,1 | 6,2 | 2019 |
Patrouilleschepen | 529,6 | 515,4 | 10,2 | 4,0 | 2015 | |||
Verbetering MK 48 torpedo | 71,6 | 30,9 | 13,7 | 19,2 | 7,4 | 0,4 | 2017 | |
Verwerving Joint Logistiek Ondersteuningsschip (JSS) | 409,3 | 315,7 | 86,5 | 7,1 | 2015 |
Bij deze projecten zijn geen significante wijzigingen, behalve de afstoting van de JSS die na afbouw wordt verkocht.
Project in planning met verwachte uitgaven in 2014
Reeds geplande projecten zijn de Midlife update BV 206D en de vervangende capaciteit Landing Craft Utility; er zijn geen significante wijzigingen ten opzichte van de eerdere jaren.
Nieuw is de verwerving van het vervangende bevoorradingsschip. Voor de geplande aanschaf van een kleiner bevoorradingsschip ter vervanging van het Joint Logistiek Ondersteuningsschip zijn studiekosten voorzien voor 2014.
Projecten Landstrijdkrachten
Projectomschrijving | Projectvolume | Raming uitgaven | Fasering Tot | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
t/m 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |||
Battlefield Management System (BMS) | 62,8 | 55,8 | 7,0 | 2014 | ||||
Datacommunicatie Mobiel Optreden (DCMO) | 43,0 | 37,8 | 5,2 | 2014 | ||||
Groot pantserwielvoertuig (GPW, Boxer) (productie) | 792,7 | 345,3 | 137,0 | 130,9 | 122,7 | 53,3 | 3,5 | 2018 |
Infanterie Gevechtsvoertuig (IGV) productie en training | 1.118,1 | 1.111,9 | 6,2 | 2014 | ||||
Patriot vervanging COMPATRIOT | 29,7 | 10,6 | 15,8 | 3,3 | 2015 | |||
Vervanging genie- en doorbraaktank | 90,4 | 88,8 | 1,6 | 2014 |
GPW Boxer
Zoals toegelicht in de 14e jaarrapportage (Kamerstuk 26 396, nr. 96) is het financieel projectvolume toegenomen als gevolg van prijsherziening en omzetting van variabele prijzen naar vaste prijzen. Daarnaast speelt ook het gewijzigde BTW-regime een rol. Het kasritme is aangepast naar aanleiding van een herziening van het leverschema.
Patriot vervanging Compatriot
Het projectbudget is herijkt en neerwaarts bijgesteld, omdat de vierde batterij niet van Compatriot wordt voorzien.
De resterende projecten zijn niet significant gewijzigd.
Projecten in planning met verwachte uitgaven in 2014
Een nieuw project is de verwerving van 60mm mortieren.
Bij de volgende projecten zijn geen significante wijzigingen opgetreden:
-
• Vervanging bergingsvoertuig voor het Infanterie Gevechtsvoertuig (IGV);
-
• Vervanging Mortieropsporingsradar (MOR);
-
• CUP Elektronische Oorlogsvoering (EOV);
-
• Verwerving CE-pakketten voor het IGV.
Projecten Luchtstrijdkrachten
Projectomschrijving | Projectvolume | Raming uitgaven | Fasering Tot | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
t/m 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |||
AH-64D Block II upgrade | 120,0 | 45,2 | 42,5 | 32,3 | 2015 | |||
AH-64D verbetering bewapening | 25,9 | 4,0 | 4,3 | 8,1 | 7,6 | 1,9 | 2017 | |
Chinook uitbreiding en versterking (4+2) | 366,2 | 363,9 | 2,3 | 2014 | ||||
F-16 Mode 5 IFF | 39,7 | 24,3 | 8,0 | 5,4 | 2,0 | 2016 | ||
F-16 verbetering lucht- grond bewapening fase 1 | 59,1 | 39,2 | 13,5 | 6,4 | 2015 | |||
F-16 verbetering lucht- grond bewapening fase 2 | 75,3 | 18,1 | 7,2 | 2027 | ||||
F-16 Zelfbescherming (ASE) | 81,1 | 8,4 | 24,7 | 48,0 | 2016 |
Bij deze projecten zijn geen significante wijziging opgetreden.
Projecten in planning met verwachte uitgaven in 2014
Vervanging Medium Power Radars Wier en Nieuw Milligen
De financiële planning is aangepast vanwege vertraging in de DMP B/C fase. De gecombineerde B/C brief is voorzien voor eind 2013.
Langer doorvliegen F-16 Instandhouding
Het project bevindt zich nog in de DMP A-fase. De omvang van het projectbudget is verminderd als gevolg van de nota In het belang van Nederland. Dit wordt veroorzaakt door in 2014 het huidige aantal operationele F-16’s met zeven toestellen te verminderen tot 61. Deze zeven toestellen worden niet afgestoten, maar gebruikt als logistieke reserve om de inzetbaarheid van de resterende toestellen te vergroten. Tegelijkertijd wordt het aantal vlieguren verlaagd, met minder slijtage als gevolg.
Verwerving F-35
Met de nota In het belang van Nederland kiest Defensie ervoor om de F-16 te vervangen door de F-35. Besloten is dat de bestaande projectreservering van € 4,5 miljard tevens het projectbudget wordt. In de huidige planning zullen de eerste toestellen vanaf 2019 aan Nederland worden geleverd en kan Nederland een eerste capaciteit in 2021 operationeel gereed hebben. De twee afgeleverde testtoestellen, die zijn aangeschaft voor deelname aan de operationele testfase van het F-35 programma (IOT&E) waarvoor Nederland in mei 2008 een Memorandum of Understanding heeft getekend, worden tot 2019 ingezet voor deelname aan deze testfase en de voorbereidingen daarop. De deelname aan het Production, Sustainment and Follow-on Development Memorandum of Understanding (PSFD MoU) voor de F-35 blijft eveneens van toepassing.
Projectomschrijving | Projectvolume | Raming uitgaven | Fasering tot | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
t/m 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 en verder | |||
Verwerving F-35 | 4.520,6 | 430,1 | 37,5 | 47,8 | 100,0 | 334,0 | 503,0 | 3.068,2 | 2023 |
waarvan verwerving testtoestellen inclusief bijkomende middelen | 282,0 | 282,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 2013 |
waarvan verwerving toestellen inclusief bijkomende middelen | 3.836,1 | 148,1 | 37,5 | 47,8 | 100,0 | 334,0 | 503,0 | 2.665,7 | 2023 |
waarvan PSFD MoU | 177,3 | 107,5 | 15,5 | 8,6 | 11,1 | 9,4 | 8,0 | 17,2 | 2023 |
waarvan OT&E MoU (inclusief exploitatie testtoestellen t/m 2018) | 74,2 | 1,6 | 17,4 | 14,0 | 13,4 | 14,1 | 13,7 | 0 | 2018 |
waarvan risicoreservering verwerving | 402,5 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 402,5 | 2023 |
De risicoreservering van tien procent op de verwerving maakt onderdeel uit van het totale projectbudget en is in de tabel niet gespecificeerd per jaar. In de begroting 2015 zal naast de risicoreservering op de aanschaf ook de risicoreservering van tien procent op de exploitatiekosten worden opgenomen. Deze post wordt relevant vanaf 2019, omdat dan de eerste toestellen worden geleverd.
Bij het project F-16 Infrarood geleide lucht-lucht raket zijn geen significante wijzigingen opgetreden.
Projecten Marechaussee
Dit betreft de investeringsprojecten – voor zover niet in infrastructuur en informatievoorziening – ten behoeve van het CKmar. Geen van de projecten heeft een investeringsbudget van meer dan € 25 miljoen.
Projecten Defensiebreed
Projectomschrijving | Projectvolume | Raming uitgaven | Fasering Tot | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
t/m 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |||
NH-90 | 1.193,4 | 958,7 | 67,4 | 82,1 | 64,9 | 20,3 | 2017 | |
Militaire Satelliet Communicatie lange termijn defensiebreed (MILSATCOM) | 132,1 | 111,6 | 9,4 | 9,0 | 1,8 | 0,3 | 2017 | |
MILSATCAP | 31,4 | 11,0 | 5,1 | 5,1 | 5,3 | 1,4 | 3,5 | 2018 |
Modernisering navigatiesystemen | 39,0 | 22,6 | 3,4 | 2,4 | 2,3 | 6,4 | 1,9 | 2018 |
Richtkijker wapen schutter lange afstand | 28,7 | 26,7 | 2,0 | 2014 | ||||
Uitbreiding CBRN-capaciteit (materieel) | 47,3 | 17,3 | 17,6 | 12,0 | 0,4 | 2016 |
NH-90
Vanwege het later contracteren van verplichtingen dan aanvankelijk was voorzien zijn enkele budgettaire wijzigingen doorgevoerd. Het betreft bijvoorbeeld modificaties om de NH-90 geschikt te maken voor transporttaken. Deze verschuiving heeft geen gevolgen voor de levering van de toestellen.
Bij de overige projecten zijn er geen significante veranderingen.
Projecten in planning met verwachte uitgaven in 2014
Defensiebrede vervanging operationele wielvoertuigen (DVOW)
De voertuigen die deel uitmaken van de projecten Counter-Improvised Explosive Devices (C-IED) en Bouwmachines worden aan het project DVOW toegevoegd. Tevens is vanuit die projecten budget ter hoogte van totaal € 9 miljoen toegevoegd. Daarnaast zijn als gevolg van de nota In het belang van Nederland diverse herfaseringen in de verwachte budgetreeks aangebracht.
Vervanging deelsysteem Titaan (exclusief CODEMO)
De Tweede Kamer is op 9 april 2013 geïnformeerd over de voortgang van dit project (Kamerstuk 32 733, nr. 123).
Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem (VOSS).
De nota In het belang van Nederland leidt er toe dat in de meerjarige uitgaven diverse herfaseringen zijn doorgevoerd.
Defensie Operationeel Kledingsysteem (DOKS)
Dit nieuwe project omvat de invoering van een nieuw gevechtskledingsysteem voor de gehele krijgsmacht. In de jaren 2014–2016 worden de verschillende bestaande verouderde soorten gevechtskleding vervangen door één nieuw systeem. Daarmee worden de uitrustingspakketten gestroomlijnd en wordt de bevoorrading en instandhouding vereenvoudigd.
Bij de volgende projecten zijn geen significante wijzigingen opgetreden:
-
• Counter-IED;
-
• Verwerving Helderheid Versterkende brillen (HV-brillen);
-
• Vervanging ondersteunende wapens binnen de Klein Kaliber Wapen-familie;
-
• Vervanging radio’s.
Voorzien in infrastructuur
Project-omschrijving | Defensieonderdeel | Projectvolume | t/m 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | Fasering tot |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Nieuwbouw Schiphol | CKmar | 140,9 | 133,5 | 7,4 | 2014 | ||||
Hoger onderhoud Woensdrecht | DMO | 88,9 | 51,3 | 2,6 | 10,4 | 11,9 | 12,3 | 0,4 | 2018 |
Nieuwbouw LOKKmar | CKmar | 85,6 | 37,9 | 25,4 | 18,2 | 4,1 | 2016 | ||
EPA Maatregelen | Algemeen | 65,3 | 20,2 | 6,3 | 0,0 | 11,4 | 11,1 | 8,8 | 2019 |
Strategisch vastgoedplan KMar | CKmar | 25,7 | 19,4 | 6,2 | 0,1 | 2015 |
Nieuwbouw Schiphol
In de nabijheid van de luchthaven Schiphol wordt voor het District Schiphol van het CKMar een nieuw complex gerealiseerd ter vervanging van de gehuurde en verspreid liggende accommodaties. Het project wordt later opgeleverd dan oorspronkelijk gepland door een vertraging bij de aanbestedingsprocedure.
Hoger onderhoud Woensdrecht
Het project betreft de totale behoefte aan infrastructuur om het Logistiek Centrum Woensdrecht op Vliegbasis Woensdrecht te kunnen huisvesten. Voor het centraliseren van hoger vliegtuig- en elektrotechnisch onderhoud worden de volgende bedrijfsonderdelen samengevoegd:
-
• de Staf Logistiek Centrum Koninklijke Luchtmacht;
-
• de Divisie Wapensysteemondersteuning;
-
• de Logistieke Divisies Woensdrecht en Rhenen;
-
• het Centrum voor Technologie en Missieondersteuning.
De realisatie van diverse deelprojecten (nieuwbouw van het hoofdgebouw, werkcentrum Avionica en het logistiek complex) is vertraagd, omdat een integraal vergunningstraject moest worden doorlopen.
Nieuwbouw Landelijk Opleidings- en Kenniscentrum CKmar (LOKKmar)
Het LOKKmar wordt ondergebracht op het complex Koning Willem III/Frank van Bijnenkazerne in Apeldoorn. De realisatieperiode duurt naar verwachting tot en met 2016.
Energie Prestatie Adviezen (EPA) maatregelen
Dit project betreft een verzameling van energie- en daarmee kostenbesparende maatregelen voor de bestaande infrastructuur.
Strategisch Vastgoedplan KMar
Dit project betreft de herindeling van de districten van de KMar, verdeeld in vier projecten. Twee projecten zijn inmiddels gerealiseerd, twee zijn nog in uitvoering. De herindeling van de districten houdt onder andere in dat een aantal districten wordt samengevoegd.
Projecten in planning met verwachte uitgaven in 2014
Bouwtechnische verbetermaatregelen brandveiligheid
Met de uitvoering van verbetermaatregelen brengt Defensie de brandveiligheid van de meest risicovolle gebouwen op orde en biedt ze haar personeel een veilige woon- en werkomgeving. Dit betreft onder meer legeringsgebouwen maar ook de kinderdagverblijven. De planning is in lijn met de nalevingsafspraak met de Inspectie Leefomgeving en Transport van het ministerie van Infrastructuur en Milieu, waarmee wordt voorkomen dat het Bevoegd Gezag over moet gaan tot het opleggen van bestuurlijke dwangmaatregelen.
Deelproject HVD 1.3.6.2. Mariniers naar Zeeland
Met de bouw van een nieuwe kazerne te Vlissingen wordt de verhuizing mogelijk gemaakt van het Mariniers Trainings Commando vanuit de Van Braam Houckgeestkazerne te Doorn en het Logistiek Centrum Maartensdijk.
Deelproject 1.3.7.1. HVD Schuifplan Ermelo
Het schuifplan Ermelo zorgt ervoor dat de verhuizing en sluiting van de KMS uit Weert mogelijk wordt. Daarvoor moet eerst ruimte worden gemaakt door de volgtijdelijke verhuizing van eenheden van Havelte naar Wezep, van Ermelo naar Havelte en tot slot van Weert naar Ermelo.
Deelproject 1.3.7.4. HVD Herbelegging Oranjekazerne Schaarsbergen
In 2014 wordt begonnen met enkele kleine aanpassingen en de sloop van een aantal gebouwen. Daarna worden oude gebouwen vervangen die aan het einde van de levensduur zijn. De realisatie hangt voor een deel nog af van de uitwerking van lopende reorganisaties.
Deelproject 1.3.7.5. HVD Herbelegging De Ruyter van Steveninckkazerne Oirschot
In Oirschot komen gebouwen vrij door de opheffing van de tankbataljons. Oude gebouwen wordt gesloopt en goede bestaande infrastructuur wordt gebruikt door andere eenheden zoals de nieuw opgerichte CBRN-eenheid. Ook komt er aanvullende nieuwbouw.
Deelproject 2.a.5. HVD Realisatie twintig Gezondheidscentra (GZHC) en zeven tandheelkundige centra (THKC)
Dit project behelst de aanpassing van de huisvesting aan de nieuwe organisatie van de bedrijfsgroep Gezondheidszorg, door aanpassing van bestaande infrastructuur en door nieuwbouw op verschillende locaties.
Deelproject 2.a.6. HVD Belegging Breda
Met dit project wordt de verhuizing mogelijk van het Instituut Defensie Leergangen van Rijswijk naar Breda, onder meer door aanvullende nieuwbouw van legeringsruimte en aanpassing van lesaccommodaties en kantoren op de Trip van Zoutlandkazerne (TvZ). Een verdere concentratie op de TvZ, het Kasteel van Breda en de Luchtmachttoren maakt het mogelijk elders in de stad locaties af te stoten.
Deelproject 2.b.2. HVD CLAS Defensie Bedrijf Grondgebonden Systemen (DBGS)
Ten behoeve van het onderbrengen van alle logistiek van het CLAS komt er nieuwbouw van een warehouse (verzamelplaats) ter vervanging van de locaties Steenwijk en een deel van Lettele.
Deelproject 2.b.3. CLAS Reorganisatie materieel-logistieke eenheden
Ten behoeve van de voorgestelde herbelegging worden op zeven locaties aanpassingen uitgevoerd, naast de al geplande investeringen voor de aanpassing van de werkplaatsen op de locaties Havelte, Wezep en Oirschot. Wel worden de geplande aanpassingen op de locaties Oirschot en Wezep verminderd. Verder komen er wijzigingen in de realisatie van de Keuring, Diagnose en Teststations en worden voorzieningen getroffen voor de huisvesting van de voertuigpools. De benodigde extra investeringen worden volledig bekostigd uit de vrijval van lopende projecten.
Voorzien in ICT
Projectomschrijving | Projectvolume | Raming uitgaven | Fasering Tot | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
t/m 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |||
ERP/M & F (Speer) | 277,3 | 268,6 | 8,7 | 2014 |
Dit project is niet significant gewijzigd.
Project in planning met verwachte uitgaven in 2014
Dit betreft alleen het project Cyber. Er zijn geen afwijkingen ten opzichte van de planning.
Bekostiging Wetenschappelijk onderzoek
Omschrijving | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Programmafinanciering TNO | 40.582 | 33.533 | 32.558 | 32.543 | 32.528 | 32.307 | 32.308 |
Programmafinanciering NLR | 516 | 517 | 517 | 517 | 517 | 517 | 517 |
Contractonderzoek technologieontwikkeling | 28.113 | 24.206 | 23.630 | 20.790 | 18.635 | 18.635 | 18.637 |
Contractonderzoek kennistoepassing | 1.452 | 4.745 | 6.095 | 6.095 | 6.095 | 6.095 | 6.095 |
Totaal | 70.663 | 63.001 | 62.800 | 59.945 | 57.775 | 57.554 | 57.557 |
Met het centrale kennis- en technologiebudget voor wetenschappelijk onderzoek wordt een defensiespecifieke kennisbasis opgebouwd en in stand gehouden bij TNO en de Grote Technologische Instituten (GTI’n). Op specifieke terreinen wordt voor Defensie relevante technologie ontwikkeld. Ook wetenschappelijk advisering door TNO en de GTI’n wordt uit dit artikel gefinancierd. Met de uitvoering van onderzoekprogramma’s en -projecten wordt tevens invulling gegeven aan de prioriteiten uit de Strategie-, Kennis- en Innovatieagenda (SKIA) van 19 mei 2011 (Kamerstuk 32 733, nr. 3).
Programmafinanciering TNO en NLR
De uit te voeren onderzoeksprogramma’s bouwen een defensiespecifieke kennisbasis op bij TNO (inclusief kennisinstituut MARIN) en het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR) en houden deze in stand conform de herijking van de kennisportfolio van 28 januari 2010 (Kamerstuk 27 830, nr. 71). Programmatisch onderzoek betreft investeringen in een kennisbasis die niet binnen Defensie aanwezig is en die zonder een gerichte financiële inspanning van Defensie niet beschikbaar komt of toegankelijk is. Met de opgebouwde kennis laat Defensie zich vervolgens adviseren en ondersteunen bij de beleidsvorming, verwerving en onderhoud van materieel, opleiding en training, bedrijfsvoering en operationeel optreden. De advisering richt zich onder meer op noodzakelijke verbeteringen en innovatieve vernieuwingen op deze gebieden. De programmafinanciering bedraagt in 2014 ongeveer € 33 miljoen.
Contractonderzoek technologieontwikkeling
Voor technologieontwikkeling is in 2014 ongeveer € 24 miljoen beschikbaar. Deze projectmatige uitgaven worden ingezet waar technologie een oplossing kan bieden voor (operationele) tekortkomingen, de (operationele) output van Defensie kan verbeteren of tot grote besparingen kan leiden. De uitvoering gebeurt vaak binnen de gouden driehoek van overheid, industrie en kennisinstituten. Het instrument draagt bij aan de versterking van het innovatief vermogen van de Nederlandse defensiegerelateerde industrie en daarmee aan de doelstelling van de Defensie Industrie Strategie (DIS) en het rijksbrede topsectorenbeleid (topsectoren Hightech Systemen en Materialen (HTSM) en Water). De bijdrage van € 1 miljoen die Defensie levert aan de bezuiniging op subsidies aan het bedrijfsleven (topsectoren) uit het regeerakkoord, is vanaf 2014 dan ook verwerkt in het budget voor technologieontwikkeling. De technologieprojecten worden, waar van toepassing, interdepartementaal (topsectorenbeleid) en internationaal (Navo en European Defence Agency, EDA) afgestemd en ingebed. Interdepartementale R&D-projecten waarvan Defensie de regievoerder is, worden ook via dit instrument uitgevoerd. Het betreft in de periode 2011–2015 het project Sensor Technology Applied in Reconfigurable systems for sustainable Security (STARS) met een totale omvang van ongeveer € 18 miljoen.
Contractonderzoek kennistoepassing
Binnen Defensie dient de concrete toepassing van met centrale middelen opgebouwde kennis primair te worden gefinancierd uit de decentrale budgetten van de defensieonderdelen als behoeftestellers. Op centraal niveau is een beperkt budget beschikbaar voor acute, niet-planbare kennisondersteuning en interdepartementaal afgesproken bijdragen aan de instandhouding van grote experimentele onderzoeksfaciliteiten bij TNO en de GTI’n. In 2014 is hiervoor ongeveer € 6 miljoen beschikbaar.
Bijdragen aan de Navo
De uitgaven hebben betrekking op de Nederlandse bijdrage in gemeenschappelijk gefinancierde Navo-investeringsprogramma’s. Ook de investeringsuitgaven voor de AWACS-vliegtuigen zijn hierin opgenomen.
Verkoopopbrengsten Groot Materieel
Lynx-helikopter
De helikopters worden in onderdelen verkocht. Een aantal contracten is gesloten met gebruikers van dit type helikopter in diverse landen.
Nieuwe afstotingen
Als gevolg van de maatregelen zoals opgenomen in de nota In het belang van Nederland wordt materieel afgestoten. Op hoofdlijnen betreft het:
-
• het Joint Logistiek Ondersteuningsschip (JSS): de afbouw van het JSS is voorzien voor 2015 en het schip is daarna per direct beschikbaar voor verkoop. Ter vervanging van de nog altijd noodzakelijke bevoorradingscapaciteit wordt een nieuw kleiner bevoorradingsschip verworven;
-
• de opheffing van het 45e Pantserinfanteriebataljon: het bijbehorende materieel wordt grotendeels afgestoten. Het betreft CV-90’s, Fenneks en Boxers;
-
• de Gulfstream wordt in 2014 afgestoten.
Verkoopopbrengsten Infrastructuur
De verkoopopbrengsten infrastructuur hebben betrekking op opbrengsten van af te stoten objecten, zoals Kranenburg-Noord te Harderwijk, LC Kanaalweg te Utrecht, Binckhorsthof te Den Haag, MC Lopik en MC Weert.
2.2.7. Beleidsartikel 7: Ondersteuning krijgsmacht door Defensie Materieel Organisatie
Algemene doelstelling
De Defensie Materieel Organisatie (DMO) zorgt voor de verwerving van modern, robuust en kwalitatief hoogwaardig en inzetbaar materieel en de beschikbaarstelling van ICT-middelen, brandstof, munitie en kleding en uitrusting aan de defensieonderdelen.
Rol en verantwoordelijkheid minister
De minister is verantwoordelijk voor de aanschaf en de instandhouding van materieel en de afstoting van overtollig materieel van de krijgsmacht.
Beleidswijzigingen
Er zijn geen significante beleidswijzigingen ten opzichte van de begroting 2013.
Budgettaire gevolgen van het beleid en budgetflexibiliteit
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 1.738.102 | 865.403 | 814.171 | 756.125 | 763.288 | 755.694 | 752.841 |
Uitgaven | 1.701.260 | 865.403 | 814.171 | 756.125 | 763.288 | 755.694 | 752.841 |
Waarvan juridisch verplicht | 90% | ||||||
Programma uitgaven | 1.364.826 | 347.640 | 337.791 | 319.590 | 335.185 | 334.075 | 332.327 |
Voorzien in nieuw materieel | 829.577 | ||||||
Opdracht Logistieke ondersteuning | 535.249 | 347.640 | 337.791 | 319.590 | 335.185 | 334.075 | 332.327 |
– waarvan gereedstelling | 241.467 | 229.946 | 236.322 | 227.461 | 226.792 | 225.707 | 224.358 |
– waarvan afstoting | 8.787 |
|
|
|
|
|
|
– waarvan instandhouding | 232.614 | 117.694 | 101.469 | 92.129 | 108.393 | 108.368 | 107.969 |
Apparaatsuitgaven | 336.434 | 517.763 | 476.380 | 436.535 | 428.103 | 421.619 | 420.514 |
Staven | 8.874 | 12.158 | 7.185 | 6.348 | 6.342 | 6.342 | 6.342 |
Ondersteuning operationele eenheden | 326.127 | 505.605 | 469.195 | 430.187 | 421.761 | 415.277 | 414.172 |
Bijdragen aan SSO's | 1.433 | ||||||
Apparaat per uitgavencategorie | 336.434 | 517.763 | 476.380 | 436.535 | 428.103 | 421.619 | 420.514 |
personele uitgaven | 130.587 | 186.040 | 179.845 | 170.825 | 160.665 | 160.671 | 159.621 |
– waarvan eigen personeel | 130.587 | 186.040 | 179.533 | 170.513 | 160.353 | 160.359 | 159.309 |
– waarvan operationele toelage | 312 | 312 | 312 | 312 | 312 | ||
– waarvan externe inhuur | |||||||
materiele uitgaven | 205.847 | 331.723 | 296.535 | 265.710 | 267.438 | 260.948 | 260.893 |
– waarvan bijdragen aan SSO's | 219.896 | 195.796 | 190.585 | 188.934 | 188.924 | ||
– waarvan huisvesting en infrastructuur | 87.242 | ||||||
– waarvan ICT | 11.407 | 228.279 | |||||
– waarvan overige exploitatie | 107.198 | 103.444 | 76.639 | 69.914 | 76.853 | 72.014 | 71.969 |
Programma ontvangsten | 58.451 | ||||||
Apparaatsontvangsten | 170.575 | 77.933 | 42.933 | 42.933 | 42.933 | 43.433 | 43.433 |
Het aandeel «juridisch verplicht» heeft betrekking op programma-uitgaven voor levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een overeenkomst is aangegaan en op de apparaatsuitgaven die voor het merendeel uit personele uitgaven bestaan. Voor 2014 gaat het om 90 procent. Het betreft verplichtingen die zijn aangegaan voor de apparaatsuitgaven, de aanschaf van munitie en instandhoudingsuitgaven.
Toelichting op de instrumenten
Gereedstelling
De uitgaven voor gereedstelling bestaan vooral uit brandstof voor varend, rijdend en vliegend materieel en munitie. Dit betreft uitgaven voor defensiebrede contracten.
Instandhouding
De uitgaven voor instandhouding betreffen vooral grote wapensystemen en eenheden van de operationele commando's. In de doelstellingenmatrices bij de beleidsartikelen van de operationele commando’s staan de wapensystemen vermeld waarvoor uitgaven worden geraamd.
Apparaatsuitgaven
De apparaatsuitgaven bevatten vooral personele uitgaven. Deze uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten en uitgaven voor toelagen en reiskosten woon-werkverkeer. De uitgaven voor salarissen en sociale lasten worden besteed aan de volgende aantallen personeel (gemiddelde jaarsterktes):
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 |
---|---|---|---|---|---|---|
1.935 | 2.261 | 2.570 | 2.536 | 2.487 | 2.487 | 2.466 |
Opmerking: De maatregelen uit de nota In het belang van Nederland worden in de komende periode concreet uitgewerkt.
De uitgaven ICT worden met ingang van 2013 voor alle defensieonderdelen verantwoord op dit artikel. Dit betreffen uitgaven voor de werkplekdiensten en het onderhoud van IV-systemen.
Bijdragen aan SSO’s
Om de apparaatsuitgaven binnen de baten-lastenagentschappen beter te laten aansluiten bij de uitgavenbegroting, worden rijksbreed de betalingen aan de baten-lastenagentschappen zichtbaar gemaakt in de uitgavenbegroting onder de noemer «waarvan bijdragen aan SSO’s». Het betreft hier de uitgaven voor IVENT (alle informatievoorziening € 217,3 miljoen voor 2014) Paresto (€ 0,3 miljoen voor 2014) en DVD (afstotingskosten € 2,3 miljoen voor 2014).
De overige exploitatie is voor het grootste deel personeelsgebonden. Deze uitgaven bestaan voornamelijk uit opleidingen, werving, dienstreizen en kleding en uitrusting en overige materiële uitgaven.
Voor een nadere toelichting op de apparaatsuitgaven wordt verwezen naar de personeelsrapportage die periodiek aan de Tweede Kamer wordt aangeboden en het niet-beleidsartikel 10 Centraal apparaat.
2.2.8 Beleidsartikel 8: Ondersteuning krijgsmacht door Commando DienstenCentra
Algemene doelstelling
Het Commando DienstenCentra (CDC) voorziet in een doelmatige en doeltreffende ondersteuning van de krijgsmacht. Het CDC draagt zorg voor de levering van ondersteunende diensten aan de krijgsmacht, is wereldwijd actief en voorziet in randvoorwaarden en faciliteiten, zodat de defensieonderdelen zich kunnen concentreren op hun kerntaken. Deze ondersteunende diensten betreffen huisvesting, beveiliging, facilitaire diensten, transport, catering, P&O dienstverlening, gezondheidszorg en opleidingen voor officieren.
Rol en verantwoordelijkheid minister
De minister is verantwoordelijk voor een doeltreffende en doelmatige dienstverlening binnen Defensie waaraan het CDC een bijdrage levert.
Beleidswijzigingen
De ondersteunende diensten worden binnen Defensie verder geconcentreerd bij het CDC. Dit is begonnen in 2013 en wordt in 2014 voltooid. Dit betreft onder meer de concentratie van de defensiebrede aspecten van personele uitvoering in de divisie Personeel en Organisatie Defensie, de samenvoeging van de defensiebrede niet-operationele gezondheidszorg in de divisie Defensie Gezondheidsorganisatie (DGO) en de oprichting van het Financieel Administratie- en Beheerkantoor (FABK) in de divisie Facilitair en Logistiek. De opdracht voor de uitvoering van de dienstverlening met de daarbij benodigde middelen wordt gegeven door de CDS.
Budgettaire gevolgen van het beleid en budgetflexibiliteit
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 1.125.525 | 1.012.933 | 972.277 | 959.317 | 934.130 | 923.340 | 908.187 |
Uitgaven | 1.223.658 | 1.012.933 | 972.277 | 959.317 | 934.130 | 923.340 | 908.187 |
Waarvan juridisch verplicht | 99% | ||||||
Programma uitgaven | 330.507 | 12.793 | |||||
Voorzien in infrastructuur | 255.481 | ||||||
Voorzien in ICT | 62.042 | ||||||
Opdracht Dienstverlenende eenheden | 12.984 | 12.793 | |||||
– waarvan gereedstelling | 7.559 | 12.793 | |||||
– waarvan afstoting | 3.000 | ||||||
– waarvan instandhouding | 941 | ||||||
Apparaatsuitgaven | 893.151 | 1.000.140 | 972.277 | 959.317 | 934.130 | 923.340 | 908.187 |
Staf CDC | 19.302 | 20.858 | 15.802 | 15.803 | 12.802 | 12.608 | 12.608 |
Ondersteuning operationele eenheden | 843.678 | 917.778 | 938.077 | 926.808 | 905.960 | 896.702 | 881.549 |
Bijdragen aan SSO's | 9.926 | 41.419 | |||||
Attachés | 20.245 | 20.085 | 18.398 | 16.706 | 15.368 | 14.030 | 14.030 |
Apparaat per uitgavencategorie | 893.151 | 1.000.140 | 972.277 | 959.317 | 934.130 | 923.340 | 908.187 |
personele uitgaven | 475.274 | 432.478 | 451.970 | 453.660 | 436.415 | 430.235 | 426.992 |
– waarvan eigen personeel | 464.167 | 420.995 | 441.052 | 443.523 | 427.616 | 422.774 | 419.531 |
– waarvan operationele toelage | 248 | 448 | 448 | 448 | 448 | ||
– waarvan attachés | 11.107 | 11.483 | 10.670 | 9.689 | 8.351 | 7.013 | 7.013 |
– waarvan externe inhuur | |||||||
materiele uitgaven | 417.877 | 567.662 | 520.307 | 505.657 | 497.715 | 493.105 | 481.195 |
– waarvan bijdragen aan SSO's | 151.901 | 147.661 | 141.923 | 139.077 | 136.742 | ||
– waarvan huisvesting en infrastructuur | 135.425 | 357.422 | 224.172 | 216.522 | 216.636 | 214.781 | 206.355 |
– waarvan ICT | 134.198 | ||||||
– waarvan overige exploitatie | 139.116 | 201.638 | 136.506 | 134.457 | 132.139 | 132.230 | 131.081 |
– waarvan overige exploitatie attachés | 9.138 | 8.602 | 7.728 | 7.017 | 7.017 | 7.017 | 7.017 |
Programma ontvangsten | 30.706 | ||||||
Apparaatsontvangsten | 75.041 | 60.912 | 51.377 | 53.671 | 52.197 | 51.473 | 51.479 |
Het aandeel «juridisch verplicht» heeft betrekking op programma-uitgaven voor levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een overeenkomst is aangegaan en op de apparaatsuitgaven die voor het merendeel uit personele uitgaven bestaan. Voor 2014 gaat het om 99 procent. Deze verplichtingen hebben volledig betrekking op de apparaatsuitgaven.
Toelichting op de instrumenten
Apparaatsuitgaven
De apparaatsuitgaven bevatten vooral personele uitgaven. Deze uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten en uitgaven voor toelagen en reiskosten woon-werkverkeer. De personele uitgaven worden besteed aan de volgende aantallen personeel (gemiddelde jaarsterktes):
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 |
---|---|---|---|---|---|---|
7.365 | 7.331 | 7.353 | 7.158 | 6.880 | 6.777 | 6.702 |
Opmerking: De maatregelen uit de nota In het belang van Nederland worden in de komende periode concreet uitgewerkt.
Attachés
De post Attachés betreft het in het buitenland geplaatst defensiepersoneel bij ambassades. Het gaat om ongeveer 115 vte’n, van wie ongeveer 100 militairen. Deze functionarissen worden geplaatst onder de zogenoemde DBZV-regeling (Dienst Buitenlandse Zaken Voorzieningenstelsel). Dit is een regeling van Buitenlandse Zaken over de toekenning van vergoedingen en tegemoetkomingen in de noodzakelijk te maken extra kosten die verband houden met de plaatsing van een medewerker op een post in het buitenland.
Bijdragen aan SSO’s
Om de apparaatsuitgaven binnen de baten-lastenagentschappen beter te laten aansluiten bij de uitgavenbegroting, worden rijksbreed de betalingen aan de baten-lastenagentschappen zichtbaar gemaakt in de uitgavenbegroting, onder de noemer «waarvan bijdragen aan SSO’s». Het betreft hier de uitgaven voor Paresto (€ 35,1 miljoen voor 2014) en de DVD (huisvestings- en infrastructurele kosten (€ 116,8 miljoen voor 2014).
De overige exploitatie is voor het grootste deel personeelsgebonden. Deze uitgaven bestaan voornamelijk uit opleidingen, werving, dienstreizen en overige materiële uitgaven.
Voor een nadere toelichting op de apparaatsuitgaven wordt verwezen naar de personeelsrapportage die periodiek aan de Tweede Kamer wordt aangeboden en het niet-beleidsartikel 10 Centraal apparaat.