Inleiding
FMHaaglanden is een baten-lastenagentschap en valt onder het Directoraat-generaal Organisatie en Bedrijfsvoering Rijk (DGOBR).
FMHaaglanden verzorgt de facilitaire dienstverlening voor de departementen Buitenlandse Zaken (BZ), Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), Infrastructuur en Milieu (IenM), Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), Veiligheid en Justitie (VenJ), Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).
Per 1 januari 2014 sluit het departement Economische Zaken (EZ) aan. Daarna zullen Financiën (FIN) en Algemene Zaken (AZ) nog aansluiten.
FMHaaglanden levert producten en diensten op het gebied van gebouwbeheer, exploitatie, consumptieve diensten, risicobeheersing, schoonmaak, verhuizen, post en reprografie, verstrekken van inrichting, voorzieningen, vervoer, facility management en overige diensten.
FMHaaglanden wil de professionele dienstverlener zijn voor rijksorganisaties in de regio Haaglanden, die gefaciliteerde rijkswerkplekken levert waardoor klanten comfortabel kunnen werken.
De volgende hoofddoelstellingen worden onderscheiden:
-
▪ Het faciliteren van alle rijkorganisaties, uitgezonderd Defensie, binnen het verzorgingsgebied van de regio Haaglanden.
-
▪ Het leveren van rijksbrede producten en diensten met eenduidige normen en uniforme doorbelasting.
-
▪ Tevreden klanten en opdrachtgevers.
Ontwikkelingen
De komende jaren staan voor FMH in het teken van nieuwe aansluitingen, het masterplan huisvesting, de samenwerking met facilitaire concerndienstverleners en de governance en sourcing van de Rijksbrede bedrijfsvoering (project SGO-5).
De realisatie van het masterplan huisvesting leidt tot veel mutaties in het verzorgingsgebied. Dit zal in de komende jaren gepaard gaan met relatief veel verhuisbewegingen tussen de diverse panden.
FMHaaglanden, Belastingdienst (BD), Dienst Justitiële inrichtingen (DJI) en Rijkswaterstaat (RWS) werken gezamenlijk toe naar een rijksbreed netwerk van facilitaire concerndienstverleners (ambitie 2020). Hiervoor is het samenwerkingsverband Landelijk Facilitair Management Overleg (LFMO) opgericht. De concerndienstverleners streven naar een gestandaardiseerd basispakket aan dienstverlening, één kostprijsmodel en een gelijke klantbenadering door de vier facilitaire concerndienstverleners in 2015.
In het regeerakkoord is vanaf 2016 een nieuwe taakstelling voor de Rijksdienst opgenomen. Eén van de projecten die door het SGO is geïnitieerd om bij te dragen aan de toekomstige organisatie en sturing van de bedrijfsvoering bij het concern Rijk is het SGO-project 5 «Governance en sourcing binnen de bedrijfsvoering». Om het eindbeeld in 2016 te implementeren wordt mogelijk in 2014 gestart met een aantal pilot departementen die samen met de SSO’s, waaronder FMHaaglanden, volgens het nieuwe governancemodel gaan werken.
Exploitatie
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten | |||||||
Omzet moederdepartement | 32.067 | 12.567 | 15.143 | 14.952 | 14.765 | 14.580 | 14.398 |
Omzet overige departementen | 72.331 | 82.724 | 88.882 | 84.799 | 83.747 | 82.711 | 81.690 |
Omzet derden | 512 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Rentebaten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Vrijval voorzieningen | 18 | 0 | 20 | 20 | 20 | 20 | 20 |
Bijzondere baten | 37 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 104.965 | 95.291 | 104.045 | 99.771 | 98.532 | 97.311 | 96.108 |
Lasten | |||||||
Apparaatskosten | 96.737 | 88.365 | 97.224 | 93.210 | 92.053 | 90.912 | 89.789 |
– personele kosten | 25.663 | 23.523 | 28.777 | 27.641 | 27.297 | 26.957 | 26.623 |
– wv eigen personeel | 21.171 | 25.899 | 24.877 | 24.567 | 24.262 | 23.961 | |
– wv externe inhuur | 2.352 | 2.878 | 2.764 | 2.730 | 2.696 | 2.662 | |
– materiële kosten | 71.074 | 64.842 | 68.447 | 65.569 | 64.756 | 63.955 | 63.166 |
– wv apparaat ICT | 2.523 | 2.128 | 2.096 | 2.064 | 2.033 | 2.003 | |
– wv bijdrage SSO's | 6.115 | 7.458 | 7.344 | 7.234 | 7.125 | 7.019 | |
Rentelasten | 264 | 898 | 424 | 403 | 398 | 393 | 389 |
Afschrijvingskosten | 4.777 | 6.028 | 6.376 | 6.137 | 6.061 | 5.985 | 5.910 |
– materieel | 4.777 | 5.828 | 6.376 | 6.137 | 6.061 | 5.985 | 5.910 |
– wv apparaat ICT | 0 | 25 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
– immaterieel | 0 | 200 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige lasten | 37 | 0 | 20 | 20 | 20 | 20 | 20 |
– dotaties voorzieningen | 0 | 0 | 20 | 20 | 20 | 20 | 20 |
– bijzondere lasten | 37 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 101.814 | 95.291 | 104.045 | 99.771 | 98.532 | 97.311 | 96.108 |
Saldo van baten en lasten | 3.151 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting op baten en lasten
Uitgangspunt voor de begroting van baten en lasten van FMHaaglanden is een kostendekkende exploitatie. Een eventueel batig saldo zal aan het eigen vermogen worden toegevoegd om toekomstige tegenvallers te kunnen opvangen dan wel in de vorm van een prijsverlaging aan de opdrachtgevers wordt teruggegeven.
In de ontwerpbegroting is geen rekening gehouden met de PPS constructie van de panden Korte Voorhout 7 en Rijnstraat 8 (met uitzondering van de dienst Vervoer). Daarnaast is de aansluiting AZ niet meegenomen in de exploitatie. Voor beide zaken is onvoldoende informatie beschikbaar om de financiële impact te kunnen bepalen. Om diezelfde reden is de impact van demarcatie RGD niet meegenomen in de begroting. Tot slot is er geen indexering toegepast vanaf 2014.
De toename van de omzet van de overige departementen in 2014 is het gevolg van de aansluitingen van Economische Zaken en een klein deel Financiën (FIN).
De generieke taakstelling Rutte I van 6% (4x 1,5%) op het eigen apparaat is zowel verwerkt in de baten als lasten. Dit is niet direct zichtbaar door wijzigingen in het verzorgingsgebied en de dienstverlening.
De bezuinigingstaakstelling Rutte II ligt bij de departementen en wordt ingevuld met een vermindering van taken dan wel versoberingen. FMHaaglanden werkt samen met de opdrachtgevers aan een versobering van het dienstverleningspakket. Doordat DgOBR heeft besloten een deel van Rutte II in te vullen als efficiency taakstelling is de taakstelling Rutte I ad 1,5% per jaar doorgetrokken over de jaren.
Totale omzet per product(groep) of dienst | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Basis | 78.943 | 74.870 | 86.453 | 82.632 | 81.392 | 80.172 | 78.969 |
Basis+ | 6.428 | 7.138 | 7.474 | 7.406 | 7.406 | 7.406 | 7.406 |
Maatwerk | 11.100 | 5.157 | 3.190 | 3.160 | 3.160 | 3.160 | 3.160 |
Werkelijk | 7.584 | 7.335 | 6.619 | 6.264 | 6.264 | 6.264 | 6.264 |
Overige opbrengsten | 855 | 791 | 289 | 289 | 289 | 289 | 289 |
Totaal | 104.910 | 95.291 | 104.025 | 99.751 | 98.511 | 97.291 | 96.088 |
Productgroepen
-
• Basis: het afgesproken pakket van producten en diensten dat de opdrachtgever afneemt van de opdrachtnemer en waarvoor de opdrachtgever een vaste prijs betaalt per vaste verrekeneenheid. De prijs (p) en de hoeveelheid (q) staan in principe gedurende het jaar vast. Bij substantiële wijzigingen in de dienstverlening zijn aanpassingen gedurende het jaar mogelijk. Het af te nemen volume (q) wordt in het jaar t-1 door de opdrachtgever bepaald.
-
• Basis plus: producten en diensten waarvoor de opdrachtgever, afhankelijk van de hoeveelheid afgenomen producten en diensten, een prijs per artikel/product/dienst betaalt. De prijs (p) staat gedurende het jaar vast, de hoeveelheid (q) is afhankelijk van de vraag van artikelen/producten/diensten door de klant/opdrachtgever in het betreffende jaar.
-
• Maatwerk: producten en diensten waarover tussen de opdrachtgever en de opdrachtnemer aparte afspraken worden gemaakt en waarvoor opdrachtnemer eerst een offerte uitbrengt aan opdrachtgever. Zowel de prijs (p) als de hoeveelheid (q) zijn dan ook vraag dan wel afname gestuurd.
-
• Werkelijke kosten: producten die tegen de werkelijke gemaakte kosten bij de opdrachtgever in rekening worden gebracht. Zowel de prijs (p) en de hoeveelheid (q) zijn dan ook vraag dan wel afname gestuurd.
-
• Overig: producten en diensten die buiten de productendienstencatalogus vallen van FMHaaglanden en zijn opgenomen in de specifieke dienstverleningsafspraken (DVA’s) met de opdrachtgever.
Personele kosten
De personele kosten omvatten alle personele uitgaven van de ambtenaren in dienst, gedetacheerde ambtenaren en kosten van uitzendkrachten en inhuur van externen.
Materiële kosten
De materiële kosten bestaan voor een belangrijk deel uit de directe inkoopkosten van de dienstverlening. Daarnaast vallen de kosten voor huisvesting, ICT en de servicekosten BZK onder deze post.
Afschrijvingskosten
De overgenomen activa van de departementen is geactiveerd en worden conform de betreffende regelgeving afgeschreven. Voor nieuwe investeringen is dit eveneens van toepassing.
Rentelasten
Onder deze post zijn alle rentelasten opgenomen die verband houden met de financiering van materiële en immateriële vaste activa vanuit het Ministerie van Financiën.
Kasstroomoverzicht 2014
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. | Rekening-courant RHB 1 januari 2014 | 16.387 | 11.235 | 11.235 | 11.235 | 11.235 | 11.235 | 11.235 |
2. | Totaal operationele kasstroom | 9.821 | 6.028 | 4.981 | 5.128 | 5.217 | 5.287 | 5.023 |
Totaal investeringen (-/-) | – 18.167 | – 6.510 | – 8.400 | – 4.000 | – 4.000 | – 4.000 | – 4.000 | |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 933 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | – 17.234 | – 6.510 | – 8.400 | – 4.000 | – 4.000 | – 4.000 | – 4.000 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Aflossingen op leningen (-/-) | – 4.122 | – 6.028 | – 4.981 | – 5.128 | – 5.217 | – 5.287 | – 5.023 | |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 18.000 | 6.510 | 8.400 | 4.000 | 4.000 | 4.000 | 4.000 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 13.878 | 482 | 3.419 | – 1.128 | – 1.217 | – 1.287 | – 1.023 |
5. | Rekening-courant RHB 31 december 2014 (=1+2+3+4) | 22.853 | 11.235 | 11.235 | 11.235 | 11.235 | 11.235 | 11.235 |
Toelichting bij het kasstroomoverzicht
In 2014 is naast de aansluiting ELI en vervangingsinvesteringen rekening gehouden met de investering in een nieuw facilitair management informatie systeem (FMIS). Vanaf 2015 is het uitgangspunt dat er een gelijkmatig investeringsniveau is. Hierdoor blijft het beroep op de leenfaciliteit gelijk.
Doelmatigheid
Omschrijving Generiek Deel | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verloop tarieven basisdienstverlening | 96 | 108 | 119 | 117 | 115 | 113 | 111 |
(norm 2011) | |||||||
Omzet per productgroep (pxq) | |||||||
– Basis | 78.943 | 74.870 | 86.453 | 82.632 | 81.392 | 80.172 | 78.969 |
– Basis+ | 6.428 | 7.138 | 7.474 | 7.406 | 7.406 | 7.406 | 7.406 |
– Maatwerk | 11.100 | 5.157 | 3.190 | 3.160 | 3.160 | 3.160 | 3.160 |
– Werkelijk | 7.584 | 7.335 | 6.619 | 6.264 | 6.264 | 6.264 | 6.264 |
– Overige opbrengsten | 855 | 791 | 289 | 289 | 289 | 289 | 289 |
FTE-totaal (excl. externe inhuur) | 350,7 | 380 | 451 | 437 | 433 | 429 | 424 |
Saldo van baten en lasten (%) | 3% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% |
Klanttevredenheid (KTO) | Tevreden | Tevreden | Tevreden | Tevreden | Tevreden | Tevreden | Tevreden |
Medewerkerstevredenheid (MTO) | Tevreden | Tevreden | Tevreden | Tevreden | Tevreden | Tevreden | Tevreden |
Doorlichting afgerond | 2012 |
Toelichting op doelmatigheidsindicatoren
Als gevolg van het nieuwe werken wordt dezelfde werkplek intensiever gebruikt. Een gevolg hiervan is dat ook de invulling van de dienstverlening wijzigt. De kosten voor de dienstverlening dalen niet door het intensiever gebruik van de werkplek.