In onderstaande tabel worden de belangrijkste mutaties in kosten voor schuldfinanciering en kasbeheer weergegeven. De mutaties in deze posten zijn ook opgenomen in de tabellen in paragraaf 2.3. In die tabellen worden ook de overige mutaties gepresenteerd. Hieronder vallen de aflossingen en uitgiften van de staatsschuld en mutaties in de schuldverhouding van de Staat met de deelnemers aan het schatkistbankieren.
2015 | |
---|---|
Mutaties netto rentelasten (EMU saldo relevant) | |
Stand ontwerpbegroting 2015 | 7.086 |
1. Bijstelling financieringsbehoefte | 3 |
2. Bijstelling rekenrente | – 355 |
3. Effect schulduitgifte | – 324 |
4. Bijstelling rente interne schuldverhoudingen | 6 |
Stand 1e suppletoire begroting 2015 (alleen EMU saldo relevante rentelasten en -baten) | 6.416 |
Overige mutaties (niet EMU saldo relevant) | |
5. Ontvangsten rentederivaten | 1.542 |
Stand 1e Suppletoire begroting 2015 (EMU saldo relevante rentelaten en -baten én kasstromen a.g.v. derivaten) | 4.874 |
Toelichting
-
1. De raming van het kastekort voor 2015 is naar beneden bijgesteld, waardoor in 2015 minder geld geleend hoeft te worden op de geldmarkt dan eerder geraamd. Omdat momenteel met een licht negatieve rente wordt gerekend voor korte leningen leidt een daling van het tekort tot minder renteontvangsten. De rentekosten in bovenstaande tabel geven het saldo van de rente-uitgaven en renteontvangsten weer. Minder ontvangsten betekent daarom per saldo hogere rentelasten.
-
2. De korte en lange rekenrentes zijn bij de CEP (CPB) neerwaarts bijgesteld waardoor ook de geraamde rentelasten dalen.
-
3. Nieuwe schulduitgiften zijn gemiddeld gefinancierd tegen een rentetarief dat lager was dan de rekenrente. Dit leidt tot een meevaller voor de rentelasten.
-
4. De netto rentelasten vanwege interne schuldverhoudingen zijn licht gestegen. Per saldo ontvangt de Staat rente van de deelnemers aan schatkistbankieren. Doordat de rekenrente neerwaarts is bijgesteld worden de rentebaten ook lager.
-
5. Door de huidige lage rentestanden kent een aantal rentederivaten een hoge marktwaarde. Voortijdige beëindiging van rentederivaten heeft geleid tot een kasontvangst van € 1,6 mrd. Het betreft de contant gemaakte waarde van de rentebaten die anders in de komende jaren zouden zijn ontvangen. Deze baten zijn nu in één keer ontvangen. De toekomstige baten op de rentederivaten zullen als gevolg hiervan wel iets dalen (in 2015 met € 0,1 mrd.) waardoor de raming van de ontvangsten per saldo € 1,5 mrd. hoger is. Met deze voortijdige beëindiging is de gemiddelde looptijd van de schuld verlengd. De baten en lasten als gevolg van rentederivaten zijn niet relevant voor de bepaling van het EMU saldo. Ze tellen wel mee bij de bepaling van de EMU schuld.