Base description which applies to whole site

Artikel 2 Curatieve zorg

1. Algemene beleidsdoelstelling

Een kwalitatief goed en toegankelijk stelsel voor curatieve zorg tegen maatschappelijk verantwoorde kosten.

2. Rol en verantwoordelijkheid Minister

De Minister van VWS is verantwoordelijk voor een goed werkend en samenhangend stelsel voor curatieve zorg. De Zorgverzekeringswet vormt samen met de zorgbrede wetten, zoals de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) en de Wet Toelating Zorginstellingen (WTZi) de wettelijke basis van dit stelsel.

De Minister is verantwoordelijk voor:

Stimuleren:

  • Het bevorderen van de kwaliteit, (patiënt)veiligheid en innovatie in de curatieve zorg.

  • Het ondersteunen van initiatieven op het terrein van de Life Sciences and Health met als doel de beschikbaarheid van medische producten en materialen op termijn te bevorderen.

  • Bevorderen van de uitbreiding van het implantatenregister en het bevorderen van de juistheid, volledigheid en betrouwbaarheid van het implantatenregister.

  • Het ondersteunen van initiatieven om de toegankelijkheid en betaalbaarheid van de curatieve zorg te garanderen en/of te verbeteren. Belangrijk daarin zijn de initiatieven om verspilling in de zorg tegen te gaan.

  • Het ondersteunen van initiatieven om fraude in de zorg zoveel mogelijk te voorkomen.

  • Het bevorderen van de werking van het stelsel door het systeem van risicoverevening.

Financieren:

  • Het bevorderen van kwalitatief goede zorg door medefinanciering van hoogwaardig oncologisch onderzoek.

  • Verbetering van de kwaliteit van de zorg door financiering van de familie- en vertrouwenspersonen in ggz-instellingen.

  • Het (mede)financieren van het digitale communicatiesysteem voor de zwaailichtsector.

  • Het financieren van initiatieven die bijdragen aan een zorgvuldige orgaandonorwerving in de ziekenhuizen, het onderhouden van het donorregister en het geven van publieksvoorlichting over orgaandonatie.

  • Het financieren van bijwerkingenregistraties ten behoeve van het monitoren van de productveiligheid.

  • Bevorderen van de toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg door het deels compenseren van de gederfde inkomsten van zorgaanbieders als gevolg van het verstrekken van zorg aan illegalen en andere onverzekerbare vreemdelingen.

  • Bevorderen van de toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg door het financieren van de zorguitgaven voor kinderen tot 18 jaar.

  • Het financieren van kostencomponenten die een gelijk speelveld verstoren.

Regisseren:

  • Het onderhouden van wet- en regelgeving op het gebied van geneesmiddelen, medische hulpmiddelen, lichaamsmaterialen en bloedvoorziening.

  • Het (door)ontwikkelen van productstructuren op basis waarvan onderhandelingen over bekostiging plaatsvinden.

  • Het bepalen van de normen/criteria, waaraan de registers (bijvoorbeeld BIG-register) die worden bijgehouden om de werking van het stelsel te bevorderen, moeten voldoen.

  • De werking van het zorgverzekeringsstelsel wordt bevorderd door het actief opsporen van onverzekerden en wanbetalers.

3. Beleidswijzigingen

E-health in de zorg

E-health kan worden ingezet om de zorg meer rondom de patiënt te organiseren in plaats van dat hij zich moet aanpassen aan de zorg. Tevens draagt het bij aan de mogelijkheden voor eigen regie en zelfmanagement. In 2015 wordt aan generieke en specifieke maatregelen gewerkt zodat in 2018 80% van de chronisch zieken en 40% van de patiënten toegang heeft tot medische gegevens en bij 75% van chronisch zieken (diabetes, COPD etc.) zelfmetingen worden gebruikt, eventueel met monitoring op afstand.

Doelmatigheid UMC’s

Om de kwaliteit en de doelmatigheid van de zorg binnen de UMC’s te bevorderen is het Citrienfonds opgericht. Met dit fonds zal de NFU projecten starten die gedurende de komende vijf jaar moeten bijdragen aan een duurzame gezondheidszorg. Een van deze projecten is het initiatief «registratie aan de bron».

Patiëntveiligheid

Er zijn afspraken gemaakt over het verbeteren van de patiëntveiligheid in de medisch-specialistische sector. In de loop van 2014 en 2015 zullen dergelijke afspraken ook worden gemaakt voor de mondzorg, de trombosezorg, de eerstelijnszorg en de ggz. In 2015 zal uitvoering van deze afspraken plaatsvinden. In het najaar van 2014 zullen alle betrokken ggz-partijen gezamenlijk voorstellen indienen voor een meerjarige inhoudelijke agenda patiëntveiligheid.

Experiment Topzorg

In 2014 zijn het St. Elisabeth ziekenhuis, het St. Antonius ziekenhuis en het Oogziekenhuis gestart met het experiment Topzorg. Dit experiment zal ook in 2015 plaatsvinden. In dit experiment zullen de ziekenhuizen een combinatie van zeer specialistische zorg en voornamelijk klinisch wetenschappelijk onderzoek leveren. Doel van het experiment is om te bezien of deze vorm van zorg meerwaarde oplevert in termen van kwaliteit en doelmatigheid.

Integrale geboortezorg

In 2015 maken zorgverzekeraars en zorgaanbieders gebruik van de module «integrale geboortezorg». Deze module schept extra tariefruimte en heeft tot doel de samenwerking in de geboortezorg te faciliteren. Geschat wordt dat 30% van de zorgaanbieders van deze module gebruik zal maken.

Toekomstige Europese regelgeving op het gebied van hulpmiddelen

In september 2012 heeft de Europese Commissie de voorstellen voor de verordeningen voor medische hulpmiddelen en in-vitro diagnostica gepresenteerd. Bij de onderhandelingen zet Nederland zich in voor verbeteringen van het medische hulpmiddelensysteem en is bij de onderhandelingen waakzaam op de balans tussen veiligheid en de innovatie. Het is van belang voor de patiënt dat niet alleen de veiligheid van de producten voldoende geborgd is, maar ook dat innovatie mogelijk blijft. Het onderhandelingsproces verloopt moeizaam, omdat de verschillen tussen de lidstaten in de Raadswerkgroepen en tussen de lidstaten en het Europees Parlement groot zijn en er daarnaast veel tijd is gemoeid met discussies over de details. Zolang de onderhandelingen over de verordeningen voortduren, is het daarom belangrijk dat Nederland zich gezamenlijk met de Europese Commissie en de lidstaten blijft inzetten om op basis van het Joint Action Plan pragmatische maatregelen te blijven nemen binnen de kaders van de reeds bestaande Europese regelgeving. Deze maatregelen richten zich op het functioneren van de toelatende instanties (Notified Bodies), het versterken van het markttoezicht en het verbeteren van de coördinatie en de transparantie door ondermeer het inrichten van een implantatenbasisregister in Nederland.

4. Budgettaire gevolgen van beleid
Begrotingsuitgaven (bedragen x € 1.000)
 

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

Verplichtingen

2.764.564

2.741.603

4.601.620

4.326.243

3.969.190

3.717.311

3.391.212

               

Uitgaven

2.789.790

2.723.679

4.660.890

4.326.243

3.969.190

3.717.311

3.391.212

Waarvan juridisch verplicht (%)

   

99%

       
               

1. Kwaliteit en veiligheid

116.315

118.025

121.332

130.846

110.369

109.494

105.494

               

Subsidies

110.631

109.225

112.441

120.443

98.370

97.510

93.510

waarvan onder andere:

             

Integrale Kankercentrum Nederland

27.830

27.336

33.736

34.429

34.429

34.429

34.429

Nederlands Kanker Instituut

17.254

17.672

17.222

17.226

17.226

17.226

17.226

Patiëntveiligheid curatieve zorg

1.366

75

725

1.050

1.050

0

0

Zwangerschap en geboorte

2.402

2.262

2.262

2.262

2.262

2.262

2.262

Registratie en uitwisseling zorggegevens (PALGA)

3.443

3.527

3.648

3.648

3.648

3.648

3.648

Nictiz

4.450

5.182

5.182

5.126

5.095

5.095

5.095

Stichting Lareb: bijwerkingenregistratie voor vaccins en teratologie informatie service

1.224

1.225

1.225

1.225

1.225

1.225

1.225

Nederlandse Transplantatie Stichting en regio’s landelijke implementatie pilots orgaandonatie

7.697

8.214

7.500

7.500

0

0

0

Campagne orgaandonatie

0

1.500

1.500

0

0

0

0

Nederlandse Transplantatie Stichting

3.167

3.056

3.056

3.056

3.056

3.056

3.056

Regeling Donatie bij leven

528

550

600

700

700

700

700

Technologisch Kennis Instituut/Life Scieces and Health

21.743

19.839

6.812

11.741

3.185

1.965

1.965

Doelmatigheid UMC’s

0

5.000

5.000

5.000

5.000

5.000

0

Expertisefuntie zintuiglijk gehandicapten (ZG)

0

0

21.250

21.250

21.250

21.250

21.250

               

Opdrachten

1.876

5.887

6.286

7.672

9.303

9.303

9.303

waarvan onder andere:

             

Publiekscampagne orgaandonatie

0

0

1.500

2.100

2.100

2.100

2.100

               

Bijdragen aan agentschappen

3.808

2.863

2.605

2.731

2.696

2.681

2.681

waarvan onder andere:

             

CIBG: Donorregister en Implantatieregister

3.571

2.731

2.484

2.610

2.610

2.610

2.610

               

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

0

50

0

0

0

0

0

               

2. Toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg

2.609.284

2.549.573

4.328.326

4.100.401

3.763.828

3.487.827

3.165.728

               

Subsidies

12.293

12.906

12.878

9.970

9.471

9.471

9.472

waarvan onder andere:

             

Eerstelijns gezondheidscentra in VINEX-gebieden

1.312

1.319

2.000

2.000

2.000

2.000

2.000

Anonieme e-mental health

785

1.036

2.000

0

0

0

0

Stichting Patiëntvertrouwenspersoon

4.997

4.997

4.997

4.954

4.954

4.954

4.954

Stichting Familievertrouwenspersoon

1.101

1.093

1.093

1.101

1.101

1.101

1.101

Stichting Ex6

0

300

300

300

300

300

300

Stichting 113 Online

0

1.142

1.026

1.105

1.105

1.105

1.105

               

Bekostiging

2.594.090

2.530.500

4.306.800

4.079.000

3.739.100

3.460.900

3.136.800

Rijksbijdrage Zorgverzekeringsfonds voor financiering van verzekerden 18-

2.565.500

2.498.500

2.470.800

2.694.000

2.805.100

2.977.900

3.104.800

Zorg illegalen en andere onverzekerbare vreemdelingen

0

32.000

32.000

32.000

32.000

32.000

32.000

Rijksbijdrage Hlz

0

0

1.804.000

1.353.000

902.000

451.000

0

               

Opdrachten

1.858

4.891

6.777

9.560

13.386

15.585

17.585

waarvan onder andere:

             

Programma Verspilling in de Zorg

200

300

300

300

0

0

0

Curatieve ggz

0

1.035

604

450

200

200

200

Programma Goed Gebruik Geneesmiddelen

0

0

1.750

4.400

7.800

10.000

12.000

Wet verplichte ggz

0

150

1.385

1.085

905

905

905

               

Bijdragen aan agentschappen

1.043

1.253

1.253

1.253

1.253

1.253

1.253

CIBG: APG/GVS/WGP

1.043

1.253

1.253

1.253

1.253

1.253

1.253

               

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

0

23

618

618

618

618

618

ZiNL: Uitvoering Compensatie kosten van zorg illegalen en andere onverzekerbare vreemdelingen

0

23

618

618

618

618

618

               

3. Bevorderen werking van het stelsel

64.191

56.081

211.232

94.996

94.993

119.990

119.990

               

Subsidies

3.226

434

125.480

480

480

25.480

25.480

waarvan onder andere:

             

Stichting Klachten en Geschillen Zorgverzekeringen

232

326

341

341

341

341

341

Overgang integrale tarieven medisch-specialistische zorg

0

0

125.000

0

0

25.000

25.000

               

Bekostiging

3.144

0

0

0

0

0

0

               

Inkomensoverdrachten

35.757

23.966

28.169

28.168

28.167

28.166

28.166

Overgangsregeling FLO/VUT ouderenregeling ambulancepersoneel

35.713

23.966

28.169

28.168

28.167

28.166

28.166

               

Opdrachten

2.566

3.819

3.968

14.328

14.327

14.327

14.327

waarvan onder andere:

             

Risicoverevening

1.179

1.410

1.390

1.390

1.390

1.390

1.390

Uitvoering zorgverzekeringstelsel

335

441

421

471

471

471

471

Verdere ontwikkeling DBC’s

0

0

0

10.351

10.351

10.351

10.351

               

Bijdragen aan agentschappen

19.498

22.032

23.808

21.986

21.985

21.984

21.984

CJIB: Onverzekerden en wanbetalers

19.498

22.032

23.808

21.986

21.985

21.984

21.984

               

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

0

5.817

25.704

25.931

25.931

25.930

25.930

SVB en Zorginstituut Nederland: Onverzekerden en wanbetalers

0

29

10.663

10.890

10.890

10.889

10.889

ZiNL: Doorlichten pakket

0

5.788

15.041

15.041

15.041

15.041

15.041

               

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

0

13

4.103

4.103

4.103

4.103

4.103

VenJ: Bijdrage C2000

0

13

4.103

4.103

4.103

4.103

4.103

               

Ontvangsten

78.105

55.853

45.853

35.955

35.955

35.955

35.955

waarvan onder andere:

             

Wanbetalers

66.343

54.800

44.800

34.902

34.902

34.902

34.902

Bovenstaande informatie is bedoeld voor de Staten-Generaal. Aan dit overzicht kunnen geen rechten worden ontleend.

Budgetflexibiliteit

Subsidies

Van het beschikbare budget 2015 ad € 251 miljoen is 100% juridisch verplicht. Het betreft diverse subsidies op het gebied van kwaliteit en (patiënt)veiligheid, subsidies ter bevordering van de toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg en subsidies die de werking van het stelsel bevorderen.

Bekostiging

Van het beschikbare budget 2015 ad € 4,3 miljard is 100% juridisch verplicht. Het betreft de rijksbijdrage aan het Zorgverzekeringsfonds voor de financiering van verzekerden jonger dan 18 jaar en de bekostiging van de compensatie van (een deel van) de gederfde inkomsten van zorgaanbieders als gevolg van het verstrekken van zorg aan illegalen en andere onverzekerbare vreemdelingen.

Opdrachten

Van het beschikbare budget 2015 ad € 17 miljoen is 70% juridisch verplicht. Het betreft diverse opdrachten op het gebied van kwaliteit en (patiënt)veiligheid en opdrachten die de toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg en de werking van het stelsel moeten bevorderen.

Bijdragen aan agentschappen

Van het beschikbare budget 2015 ad € 28 miljoen is 100% juridisch verplicht. Het betreft voornamelijk de bijdrage aan het CJIB voor de actieve opsporing van onverzekerden en wanbetalers Zorgverzekeringswet en de middelen aan het Zorginstituut Nederland voor stringent pakketbeheer.

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

Van het beschikbare budget 2015 ad € 26 miljoen is 100% juridisch verplicht. Het betreft voornamelijk de bijdrage aan het Zorginstituut Nederland en de SVB voor de actieve opsporing van onverzekerden en wanbetalers Zorgverzekeringswet en de middelen aan het Zorginstituut Nederland voor stringent pakketbeheer.

5. Instrumenten

Kwaliteit en veiligheid

Subsidies

Integraal Kankercentrum Nederland

Het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) is een kennis- en kwaliteitsinstituut voor professionals en bestuurders in de oncologische en palliatieve zorg, met als doel deze zorg continue te verbeteren. Het totale subsidiebedrag bedraagt in 2015 € 33,7 miljoen. IKNL draagt bij aan het verbeteren van de oncologische en palliatieve zorg door het verzamelen van gegevens, het opstellen van richtlijnen, het bewaken van kwaliteit, het faciliteren van samenwerkingsverbanden en bij- en nascholing. De landelijke kwaliteitsdata die het IKNL in samenwerking met DICA (Dutch Institute for Clinical Auditing) registreert zijn uniek in de wereld en van grote waarde voor het verbeteren van de organisatie van de oncologische zorg binnen en tussen zorginstellingen.

Nederlands Kanker Instituut

Het Nederlands Kanker Instituut (NKI) is een internationaal erkend centre of excellence op het gebied van oncologisch onderzoek. Het wetenschappelijk onderzoek beweegt zich op een breed gebied dat fundamenteel biologische vraagstellingen, klinisch onderzoek, epidemiologie en psychosociaal onderzoek omvat. De combinatie van een focus op oncologie en de aanwezigheid van state of the art kennis en technologie, maakt dat het NKI goed past binnen deconcentratie/concentratiebeleid van VWS waarin eenvoudige ingrepen worden gedecentraliseerd en wordt gespecialiseerd/geconcentreerd als het complexe ingrepen betreft met een laag volume aan patiënten. Het NKI krijgt in 2015 € 17,2 miljoen subsidie van VWS. Ongeveer € 6,4 miljoen daarvan is bestemd voor de kapitaallasten.

Patiëntveiligheid curatieve zorg

VWS heeft samen met partijen in de zorgsectoren maatregelen ingezet om de veiligheid van patiënten te waarborgen en te verbeteren (TK 31 016, nr. 66). Het is aan zorgaanbieders, professionals, zorggebruikers en zorgverzekeraars om in 2015 veiligheid als onderdeel van kwaliteit verder te borgen en te integreren in de zorgprocessen en de werkcultuur. De inzet van VWS is er in 2015 op gericht om via bestuurlijke afspraken voortgangsactiviteiten nauwlettend te monitoren, nieuwe risico’s te identificeren en zo nodig aanvullende doelstellingen te bepalen.

VWS draagt in 2015 bij aan patiëntveiligheid in de medisch-specialistische zorg door de financiering van twee projecten. Ten eerste het monitoren van patiëntveiligheid, met name de potentieel vermijdbare schade en sterfte in de ziekenhuizen en de zelfstandige behandelklinieken. Voor deze 4e landelijke monitor wordt in 2014 een meerjarige subsidie verleend voor de periode 2015 tot en met 2017. Hiervoor is een bedrag uitgetrokken van maximaal € 2 miljoen. Voor 2015 is een bedrag van circa € 0,5 miljoen gereserveerd. In 2015 financiert VWS tevens het tijdelijke veiligheidsprogramma in de sector zelfstandige behandelcentra (ZBC’s) dat loopt van maart 2012 tot en met maart 2015. Hiervoor is in 2015 een bedrag uitgetrokken van € 35.000.

Voor de ggz loopt het vervolg op het programma «Veilige zorg, ieders zorg» (2009 tot 2013) via het Bestuurlijk Akkoord toekomst ggz (2013–2014). Voor de uitvoering van de patiëntveiligheidsagenda ggz is in 2015 een bedrag van € 0,1 miljoen gereserveerd.

Voor de acute zorg zal extra aandacht worden besteed aan veilige (digitale) informatieoverdracht van de ene zorgverlener naar de andere in de keten van acute zorg. Er zal op basis van een inventarisatie een plan worden opgesteld. In 2015 is voor activiteiten op het terrein van patiëntveiligheid in de acute zorg en in de 1e lijn circa € 0,2 miljoen gereserveerd.

Voor de curatieve zorg trekt VWS op het gebied van patiëntveiligheid in 2015 circa € 0,8 miljoen uit.

Zwangerschap en geboorte

In navolging van de adviezen van de Stuurgroep zwangerschap en geboorte (TK 32 279, nr. 10) neemt het kabinet maatregelen om de perinatale gezondheid in Nederland te verbeteren. Dat moet er mede toe leiden dat goede resultaten worden doorgezet. Een Europese vergelijkende studie (Peristat 3 uit 2013) laat zien dat verdere verbeteringen mogelijk zijn. Dit beeld is ook bevestigd in rapporten van de Inspectie voor de Gezondheidszorg en in een knelpuntenbrief van het College Perinatale Zorg (CPZ). In 2015 is voor de maatregelen zwangerschap en geboorte in totaal circa € 2,3 beschikbaar.

Registratie en uitwisseling zorggegevens (PALGA)

Er wordt subsidie verleend aan de Stichting Pathologisch-Anatomisch Landelijk Geautomatiseerd Archief (PALGA) voor het in stand houden van een landelijke databank met alle pathologie-uitslagen en een computernetwerk voor gegevens uitwisseling met alle pathologie-laboratoria in Nederland.

Nictiz

Nictiz is het landelijke expertisecentrum dat ontwikkeling van ICT in de zorg faciliteert. Er wordt in 2015 € 5,2 miljoen subsidie verleend aan Nictiz om een coördinerende functie te vervullen bij de ontwikkeling van ICT- en informatiestandaarden en implementatieondersteuning bij het gebruik van deze standaarden. Om de zorgsector te ondersteunen bij de efficiënte inzet van eHealth, analyseert en duidt Nictiz ontwikkelingen in het gebruik van ICT in de zorg. Tevens fungeert Nictiz als nationaal en internationaal kennis- en expertisecentrum en vervult het een verbindende rol bij de ontwikkeling en het gebruik van ICT in de zorg.

Stichting Lareb: bijwerkingenregistratie voor vaccins en de teratologie informatie service

De subsidiëring (€ 1,2 miljoen) aan de stichting Lareb wordt in 2015 voortgezet. Dit draagt bij aan een betere veiligheid van gebruikers van geneesmiddelen en vaccins. Specifiek met deze subsidie wordt aandacht besteed aan het ondersteunen van voorschrijvers bij medicatietoediening aan zwangeren en moeders die borstvoeding geven en de registratie en analyse van bijwerkingen bij vaccins.

Nederlandse Transplantatie Stichting en regio’s landelijke implementatie pilots orgaandonatie

De evaluatie van de pilots van het Masterplan Orgaandonatie is eind 2014 afgerond. Mede voor het behoud van het draagvlak in de ziekenhuizen is besloten om de landelijk uitgerolde pilots (Zelfstandige Uitname Teams en donorwervingstructuur) voort te zetten tot en met 2016. Dit geeft de donatieregio’s voldoende tijd om met de aangepaste aanpak rond donatie de doelstellingen van het Masterplan te behalen.

Kengetallen orgaandonatie

Kengetallen orgaandonatie

Nederlandse Transplantatie Stichting (NTS)

De NTS zal ook in 2015 de voorlichting over orgaandonatie en de donorwerving in ziekenhuizen ondersteunen en monitoren. De NTS ontvangt hiervoor jaarlijks een instellingssubsidie van € 3,1 miljoen. In de tweede helft van 2014 zal ik mijn standpunt op het rapport van de Gezondheidsraad over de weefselketen aan uw Kamer zenden. Als vervolg daarop zal ik de wijze van positionering van de NTS binnen die keten en de financiering van de weefselbanken daarbinnen bezien.

Regeling Donatie bij leven

Met deze regeling wordt er voor gezorgd dat niet-medische kosten die ontstaan door het bij leven afstaan van een nier worden vergoed aan de donor. In 2013 werden 580 subsidies verstrekt voor een totaal van € 0,6 miljoen Tot en met mei 2014 zijn er 220 subsidies verstrekt. De regeling wordt uitgevoerd door de Nederlandse Transplantatie Stichting.

Technologisch Kennis Instituut/Life Science and Health

Aan het Topconsortium voor Kennis en Innovatie (TKI) van de Topsector Life Sciences and Health (genaamd LSH Plaza) zullen subsidies worden verstrekt die bijdragen aan de verwezenlijking van de in het Regeerakkoord uitgesproken ambitie om in te zetten op het verkrijgen van extra middelen uit het Europese onderzoeksprogramma Horizon 2020 en het creëren van een ondersteunende data-infrastructuur.

Daarnaast is voorzien in een bijdrage voor nader te bepalen onderdelen van het Topsectorplan en het Innovatiecontract van de topsector LSH die zonder publieke bijdrage niet tot stand kunnen worden gebracht. Ook wordt een bijdrage gereserveerd ter ondersteuning van de competenties van onderzoekers op het snijvlak van onderzoek en ontwikkelingsactiviteiten.

Doelmatigheid UMC’s

Vanaf 2014 is voor een periode van 5 jaar een bedrag van € 25 miljoen beschikbaar gesteld aan de Nederlandse Federatie van Universitair medische centra (NFU) voor projecten die een bijdrage leveren aan een duurzame gezondheidszorg. Dit gebeurt in de vorm van een fonds, genaamd het Citrienfonds. Kern van het fonds is dat gewerkt wordt aan de belangrijkste uitdaging van dit moment: hoe zorgen we dat de kwaliteit van de zorg goed blijft of zelfs nog beter wordt èn de zorg ook in de toekomst betaalbaar blijft?

De NFU heeft samen met het Ministerie van VWS een inventarisatie gemaakt van mogelijke projecten die hieraan kunnen bijdragen. Dit betreft onder andere het initiatief «registratie aan de bron» en «naar regionale oncologienetwerken». Deze gekozen projecten kunnen nog wijzigen als gevolg van nieuwe inzichten.

ZonMw coördineert het traject. Na afloop van het fonds zal worden geëvalueerd in welke mate de doelstellingen zijn behaald.

Expertisefunctie zintuiglijk gehandicapten (ZG)

Als onderdeel van de hervorming langdurige zorg zal de extramurale ZG-behandeling per 1 januari 2015 overgaan vanuit de AWBZ naar de Zorgverzekeringswet. De expertisefunctie past niet vanzelf binnen dat kader, omdat zij niet onder te brengen is in prestaties ten behoeve van individuele cliënten. Daarom is besloten dat het instrument van de instellingssubsidie ingezet zal worden om zorg te dragen dat de expertisefunctie per 1 januari 2015 gecontinueerd kan worden.

Opdrachten

Publiekscampagne orgaandonatie

Om vast te houden aan de integrale aanpak van het Masterplan Orgaandonatie zal de landelijke campagne rond orgaandonatie, «Nederland zegt Ja», worden voortgezet. Voor 2015 is hier € 1,5 miljoen voor gereserveerd. Hierbij is wel gekozen voor een nog duidelijker focus op ja-registraties wat naar voren zal komen in de boodschap van de campagne.

Bijdragen aan agentschappen

CIBG: Donorregister en Implantatenregister

Het CIBG verzorgt in 2015 diverse registers waaronder het Donorregister, het Implantatenregister en het register van apotheekhoudende huisartsen. Het Implantatenregister wordt vanaf 2015 uitgebreid met verdere implantatengroepen. Daarbij zullen we vaststellen welke implantaten prioriteit hebben op basis van het grootste risico en/of de grootste omvang te worden opgenomen in het Implantatenregister. Ook zal gewerkt worden aan de borging van de registratie van implantaten door instellingen en specialisten door een wettelijke verplichting en door het opnemen van de overeengekomen gegevensset in de reguliere registratie van specialist en instelling. Voor de patiënt wordt bezien op welke wijze deze toegang kan krijgen tot gegevens over eigen implantaat. Ter ondersteuning hiervan zullen afspraken worden gemaakt over uniforme barcodering met fabrikanten en zorgveld. Uniforme barcodering speelt een belangrijke rol bij patiëntveiligheid, maakt het makkelijker producten te traceren, helpt bij de bestrijding van vervalste medische producten en zorgt er bovendien voor dat verspilling wordt tegengegaan.

Kengetal: Aantal geregistreerden in het Donorregister.

Kengetal: Aantal geregistreerden in het Donorregister.

Toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg

Subsidies

Eerstelijns gezondheidscentra in VINEX-gebieden

Het is van belang dat er in grootschalige nieuwbouwlocaties, waar nog niet voldoende patiënten wonen, geïntegreerde eerstelijnszorg wordt aangeboden. Daarom worden gezondheidscentra in grootschalige nieuwbouwlocaties contractueel belast met het aanbieden van die zorg bij wijze van dienst van algemeen economisch belang. Dit betekent dat zij de taak hebben om op die locaties geïntegreerde eerstelijnszorg te verlenen en verder te ontwikkelen. Hiertoe zullen zij gedurende de aanloopperiode (maximaal vijf jaar) subsidie ontvangen. Hiervoor is in 2015 circa € 2 miljoen beschikbaar.

Anonieme e-mental health

Voor de financiering van anonieme e-mental health is in 2015 een subsidie van € 2 miljoen beschikbaar. Om dit geld te verdelen over het brede palet van anonieme e-mental health aanbieders is een beleidskader anonieme e-mental health opgesteld, waarop aanbieders subsidieaanvragen hebben ingediend. Dit beleidskader is een tijdelijke maatregel, waarmee in 2015 subsidie wordt verstrekt aan een aantal aanbieders van anonieme e-mental health. Met deze tijdelijke maatregel is ruimte gecreëerd om een structurele oplossing vorm te geven. Het wetsvoorstel voor deze structurele oplossing is in de zomer 2013 aangeboden aan het parlement. Dit betreft een wijziging van de Zorgverzekeringswet, de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en enkele andere wetten teneinde de bekostiging van anonieme e-mental health structureel te regelen en de anonieme financiering van zorg aan ernstig bedreigde cliënten mogelijk te maken (TK 33 675, nr. 3).

Stichting Patiëntenvertrouwenspersoon

De patiëntenvertrouwenspersoon is de onafhankelijke ondersteuner van cliënten in de ggz. De werkzaamheden van de patiëntenvertrouwenspersoon hebben een wettelijke basis in de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz) en het besluit patiëntenvertrouwenspersoon Bopz. Met de subsidie stelt VWS de Stichting PVP in staat deze wettelijke taak onafhankelijk van de instellingen uit te voeren. De subsidie dekt zowel de bureaukosten van de stichting als de inzet van de vertrouwenspersonen. De patiëntenvertrouwenspersoon verleent ggz-cliënten advies, informatie en bijstand bij de handhaving van hun rechten. De dienstverlening is primair gericht op cliënten die intramuraal in de ggz verblijven. De Stichting Patiëntenvertrouwenspersoon (stichting PVP) draagt – op basis van de instellingssubsidie – ook zorg voor een bredere ondersteuning bijvoorbeeld aan ambulante cliënten die met een dwangmaatregel worden geconfronteerd en cliënten die vrijwillig zijn opgenomen in een Bopz-aangemerkte instelling. Ambulante cliënten kunnen per telefoon of via e-mail terecht bij de Helpdesk van de Stichting PVP.

Stichting Familievertrouwenspersonen

VWS financiert de Landelijke Stichting Familievertrouwenspersonen (LSFVP) in verband met de uitvoering van de motie TK 30 492, nr. 23, waarin werd verzocht om in iedere ggz-instelling een familievertrouwenspersoon beschikbaar te hebben. Een familievertrouwenspersoon voorziet familieleden en naasten in advies, bijstand en informatie over de patiënt in de geestelijke gezondheidszorg. Het subsidiebedrag van € 1,1 miljoen is gebaseerd op gefaseerde introductie van de familievertrouwenspersoon in ggz-instellingen en landelijke uitrol van de familievertrouwenspersoon.

Bekostiging

Rijksbijdrage Zorgverzekeringsfonds voor financiering van verzekerden 18-

Kinderen tot achttien jaar betalen geen nominale premie Zvw. De rijksbijdrage Zorgverzekeringsfonds (circa € 2,5 miljard) voorziet in de financiering van deze premie.

Zorgverstrekking aan illegalen en andere onverzekerbare vreemdelingen

Zorgaanbieders kunnen een bijdrage vragen aan het Zorginstituut Nederland als zij medisch noodzakelijke zorg hebben verleend aan illegalen en andere onverzekerbare vreemdelingen en de kosten niet of niet volledig verhaalbaar blijken op de patiënt. Zorgaanbieders kunnen in aanmerking komen voor compensatie uit collectieve middelen onder in de wet gestelde voorwaarden. Voor compensatie aan de zorgaanbieders is in 2015 € 32 miljoen beschikbaar.

Rijksbijdrage Hlz

De transitie van de AWBZ naar de Hlz, waarbij overhevelingen plaatsvinden van de AWBZ naar de Zvw, zorgt voor een effect op de Zvw-premie. Een tegengesteld effect doet zich voor als gevolg van de overheveling van de jeugd-ggz naar de gemeenten. Om het gesaldeerde premie-effect te dempen is een nieuwe rijksbijdrage ingevoerd. Deze rijksbijdrage loopt af naar € 0 in 2019.

Opdrachten

Programma Verspilling in de Zorg

In het kader van het Programma Aanpak Verspilling in de Zorg is een meldpunt verspilling opgericht. VWS voorziet in de bekostiging van het meldpunt door het verstrekken van opdrachten voor de duur van de huidige kabinetsperiode. Inmiddels is in dit traject een actieplan voor de drie themaprojecten genees- en hulpmiddelen, langdurige zorg en curatieve zorg in werking getreden (TK 33 654, nr. 7). De geraamde kosten voor 2015 bedragen € 0,3 miljoen.

Programma Goed Gebruik Geneesmiddelen

Zoals eerder gemeld in de brief d.d. 14 juli 2014, (TK 29 477, nr 291) wordt het budget van het ZonMw-programma Goed Gebruik Geneesmiddelen (GGG) uitgebreid. Op het gebied van geneesmiddelen zijn de afgelopen jaren door diverse maatregelen forse besparingen gehaald. Ook het programma GGG heeft hieraan bijgedragen. Een deel van de besparingen wordt gebruikt om het budget van het programma te verruimen. Dit zal een extra impuls geven aan de kwaliteits- en doelmatigheidsverbetering.

Bijdragen aan agentschappen

CIBG: APG/GVS/WGP

Het agentschap zorgt voor het register van apotheekhoudende huisartsen (€ 0,2 miljoen), het Geneesmiddelenvergoedingensysteem (€ 0,4 miljoen) en het uitvoeren van de Wet Geneesmiddelenprijzen (€ 0,6 miljoen). Daarnaast verzorgt het CIBG de vergunning- en ontheffingverlening op grond van diverse wetten.

Bevorderen van de werking van het stelsel

Subsidies

Stichting Klachten en Geschillen Zorgverzekeringen

De Stichting Klachten en Geschillen Zorgverzekeringen (SKGZ) verzorgt doelgroepgerichte voorlichting aan onverzekerden en wanbetalers Zorgverzekeringswet om deze groepen te wijzen op hun plicht zich te verzekeren dan wel de Zvw-premie te betalen. Zo wordt een bijdrage geleverd aan het terugdringen van het aantal wanbetalers en onverzekerden. De bijdrage 2015 bedraagt € 0,3 miljoen.

Overgang integrale tarieven medisch-specialistische zorg

Voor vrijgevestigde medisch specialisten is een subsidieregeling ingesteld om de financiële belemmeringen, om voor een dienstverband met het ziekenhuis of zbc te kiezen, te verminderen. Dit is een uitvloeisel van het hoofdlijnenakkoord medisch-specialistische zorg en de invoering van integrale tarieven in de medisch-specialistische zorg.

De subsidieregeling gaat uit van 80% voorschot en de resterende 20% bij de afrekening (voorzien in 2018 en 2019). Voor 2015 is een bedrag van € 125 miljoen beschikbaar en voor 2018 en 2019 jaarlijks een bedrag van € 25 miljoen. De middelen zijn vanuit de premie naar de begroting overgeheveld maar blijven onderdeel van het BKZ.

Inkomensoverdrachten

Overgangsregeling FLO/VUT ouderenregeling ambulancepersoneel

Met de ambulancediensten zijn in de afgelopen jaren afspraken gemaakt over de vergoeding van het overgangsrecht ouderenregelingen. Deze regelingen zijn voor de werknemers bij de ambulancediensten afhankelijk van de verschillende cao’s die voor de diensten golden (publiek, particulier en privaat). Met elk van de groepen is een overeenkomst gesloten, waarin is geregeld dat 95% van de kosten bij VWS gedeclareerd kan worden. Om verschillen in de tariefstelling ten gevolge van de ouderenregelingen te voorkomen, is ervoor gekozen de betalingen van alle drie deze regelingen via de begroting van VWS te laten verlopen (bijdrage 2015 € 28,2 miljoen).

Opdrachten

Risicoverevening

Het systeem van risicoverevening wordt jaarlijks aangepast aan de gewijzigde omstandigheden in de zorg. In 2015 en de jaren daarna wordt de aandacht gericht op de verbetering van het somatische model, met name om de overheveling van verpleging en verpleging goed in het model te kunnen op te nemen en om prikkels voor (indirecte) risicoselectie te minimaliseren. Tevens zal de aandacht uitgaan naar de verdere verbetering van het ex ante model voor de geestelijke gezondheidszorg, waarbij ook de overheveling van de langdurige ggz wordt meegenomen. Verder vindt er een kwantitatieve analyse plaats van de werking van het vereveningssysteem. Hiervoor is in 2015 circa € 1,4 miljoen beschikbaar.

Verdere ontwikkeling DBC’s

De middelen op de begroting van VWS voor de (door)ontwikkeling en het beheer van de DBC-systematiek worden beschikbaar gesteld aan de NZa. De aanwending van deze middelen in 2015 loopt via artikel 4 Zorgbreed beleid.

Bijdragen aan agentschappen en bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

CJIB, SVB en Zorginstituut Nederland: Onverzekerden en wanbetalers

Het kabinet vindt het ongewenst dat mensen zich aan de solidariteit van de Zorgverzekeringswet onttrekken door zich niet te verzekeren. Op grond van de Wet opsporing en verzekering onverzekerden zorgverzekering worden onverzekerde verzekeringsplichtigen actief opgespoord. Die opsporing vindt plaats door het Zorginstituut Nederland (ZiNL) door middel van vergelijking van een door de Sociale Verzekeringsbank (SVB) gebouwd bestand van alle AWBZ-verzekerden en het referentiebestand verzekerden Zorgverzekeringswet (RBVZ) dat alle Zvw-verzekerden bevat. Bij niet nakomen van de verzekeringsplicht kan tot twee keer een bestuursrechtelijke boete worden opgelegd. Inning van de bestuurlijke boetes vindt plaats door het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB). De uitvoeringskosten van het ZiNL, het CJIB en de SVB worden vanaf de VWS-begroting betaald.

Op grond van de Wet structurele maatregelen wanbetalers zorgverzekering worden wanbetalers die geen premie betalen bij zes maanden premieachterstand door de zorgverzekeraar overgedragen aan het ZiNL. Via onder andere bronheffing betalen zij verplicht een bestuursrechtelijke premie van 130% van de standaard premie. De uitvoeringskosten worden vanaf de VWS-begroting betaald. Van de bestuursrechtelijke premie die wanbetalers betalen wordt 30/130ste deel aangewend voor de kosten van de uitvoering. In 2012 is een begin gemaakt met activiteiten die erop gericht zijn te voorkomen dat mensen in het bestuursrechtelijk premieregime terecht komen (door onder andere samenwerking tussen zorgverzekeraars en gemeenten). In 2014 ligt het wetsvoorstel Wet verbetering wanbetalersmaatregelen voor bij de Tweede Kamer (TK 33 683, nr. 2 en TK 33 683, nr. 3). Dit wetsvoorstel heeft tot doel verbeteringen te realiseren in de uitvoering van de wanbetalersregeling, zoals opgenomen in de Zvw. Beoogd wordt de preventiefase te verbeteren door maatregelen te nemen om wanbetaling van zorgpremies te voorkomen. Deze maatregelen betreffen verbetering van het premieregime, bestaande uit wijzigingen in de bronheffing, verbetering van de kwaliteit van het adresgegeven en bevordering van de uitstroom van wanbetalers. In 2015 zullen de maatregelen die mogelijk worden gemaakt met het wetsvoorstel, worden ingezet om het stijgende aantal wanbetalers aan te pakken. Vanaf maart 2013 is een stijgende trend waar te nemen in het aantal wanbetalers, vermoedelijk als gevolg van de economische situatie, die naar verwachting ook in de jaren 2014 en 2015 doorzet; in totaal is voor de aanpak onverzekerden en wanbetalers in 2015 circa € 34,5 miljoen beschikbaar.

Kengetallen onverzekerden en wanbetalers Zorgverzekeringswet
 

2012

2013

Raming 2014

Aantal onverzekerden bij het Zorginstituut Nederland

39.000

20.300 1

28.000

Aantal wanbetalers bij het Zorginstituut Nederland

293.000

316.000

341.000

Bron: maandrapportage Zorginstituut Nederland.

1

Inclusief 8.400 ambtshalve verzekerden

ZiNL: Doorlichten pakket

Conform het regeerakkoord Rutte-Asscher zal het Zorginstituut Nederland jaarlijks een deel van het verzekerd pakket doorlichten met een taakstellend bedrag aan uitgavenbesparing (stringent pakketbeheer). Voor de uitvoering van deze taak is een investering nodig in de capaciteit van het Zorginstituut. De uitvoeringskosten worden vanaf de VWS-begroting betaald. Deze worden voor 2015 geraamd op circa € 15 miljoen.

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

VenJ: Bijdrage C2000

VWS draagt 4,5% bij aan de exploitatiekosten van het digitale communicatiesysteem voor de hulpverleningsdiensten, C2000. Daarmee is het aandeel van de ambulancezorg gedekt. Deze uitgaven zijn structureel € 4,1 miljoen per jaar.

Ontvangsten

Wanbetalers

De ontvangsten als gevolg van de aan wanbetalers opgelegde bestuursrechterlijke premie worden met ingang van 2012 voor 100/130ste deel toegevoegd aan het Zorgverzekeringsfonds; 30/130ste deel van de ontvangsten wordt toegevoegd aan de begroting van VWS, waaruit de uitvoeringskosten worden gefinancierd. Voor 2015 worden de ontvangsten geraamd op € 44,8 miljoen.

Licence