Inleiding
FMHaaglanden verzorgt de facilitaire dienstverlening voor de Ministeries Buitenlandse Zaken (BZ), Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), Infrastructuur en Milieu (IenM), Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), Veiligheid en Justitie (VenJ), Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en Economische zaken (EZ). Op termijn zullen ook Financiën (FIN) en Algemene Zaken (AZ) aansluiten.
FMHaaglanden levert producten en diensten op het gebied van gebouwbeheer, exploitatie, consumptieve diensten, risicobeheersing, schoonmaak, verhuizen, post en reprografie, verstrekken van inrichting, voorzieningen, vervoer, facility management en overige diensten. Middels een kostprijsmodel verdisconteert FMHaaglanden al zijn kosten via de producten aan de afnemers.
FMHaaglanden wil de professionele dienstverlener zijn voor rijksorganisaties in de regio Haaglanden, die gefaciliteerde rijkswerkplekken levert waardoor klanten comfortabel kunnen werken.
De volgende hoofddoelstellingen worden onderscheiden:
-
• Het faciliteren van alle rijkorganisaties, uitgezonderd Defensie, binnen het verzorgingsgebied van de regio Haaglanden;
-
• Het leveren van rijksbrede producten en diensten met eenduidige normen en uniforme doorbelasting;
-
• Tevreden klanten en opdrachtgevers.
Ontwikkelingen
De komende jaren staan voor FMHaaglanden in het teken van nieuwe aansluitingen, het masterplan huisvesting, de samenwerking met facilitaire concerndienstverleners en de governance en sourcing van de Rijksbrede bedrijfsvoering (project SGO-5).
De realisatie van het masterplan huisvesting leidt tot veel mutaties in het verzorgingsgebied. Dit zal in de komende jaren gepaard gaan met relatief veel verhuisbewegingen tussen de diverse panden.
FMHaaglanden, Belastingdienst (BD), Dienst Justitiële inrichtingen (DJI) en Rijkswaterstaat (RWS) werken gezamenlijk toe naar een rijksbreed netwerk van facilitaire concerndienstverleners (ambitie 2020). Hiervoor is het samenwerkingsverband Landelijk Facilitair Management Overleg (LFMO) opgericht. De concerndienstverleners streven naar een gestandaardiseerd basispakket aan dienstverlening, één kostprijsmodel en een gelijke klantbenadering door de vier facilitaire concerndienstverleners vanaf 2015. FMHaaglanden zal in 2015 het grootste deel van de Rijksbrede Producten en Diensten Catalogus aanbieden in het verzorgingsgebied. Verder zijn de voorbereidingen voor een vaste verrekenprijs middels een gezamenlijk kostprijsmodel per 2016 in volle gang.
In het regeerakkoord is vanaf 2016 een taakstelling voor de Rijksdienst opgenomen. Het project SGO-5 is geïnitieerd om bij te dragen aan de toekomstige organisatie en sturing van de bedrijfsvoering bij het concern Rijk. Om het eindbeeld in 2016 te implementeren is in 2014 gestart met een aantal pilot Ministeries die samen met de SSO’s, waaronder FMHaaglanden, volgens het nieuwe governancemodel gaan werken. Daarnaast zal vanuit het deelproject bekostiging toegewerkt worden naar één verrekenprijs en uiteindelijk één centraal budget. FMHaaglanden is bezig met voorbereidingen om het eindbeeld in 2016 te realiseren. De effecten hiervan zijn op moment van schrijven nog niet te overzien en derhalve niet verwerkt in de ontwerpbegroting.
Staat van baten en lasten
2013 Stand Slotwet | 2014 1e suppletoire begroting | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten | |||||||
Omzet moederdepartement | 30.645 | 17.336 | 16.882 | 16.890 | 16.898 | 16.906 | 16.914 |
Omzet overige departementen | 86.008 | 91.255 | 97.961 | 98.008 | 96.055 | 96.101 | 96.147 |
Omzet derden | 181 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Rentebaten | 10 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Vrijval voorzieningen | 23 | 20 | 20 | 20 | 20 | 20 | 20 |
Bijzondere baten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 116.867 | 108.611 | 114.863 | 114.918 | 112.973 | 113.027 | 113.081 |
Lasten | |||||||
Apparaatskosten | 111.887 | 104.343 | 108.135 | 108.186 | 106.337 | 106.388 | 106.438 |
– personele kosten | 29.598 | 33.646 | 30.446 | 30.461 | 26.478 | 26.492 | 26.507 |
– waarvan eigen personeel | 23.958 | 27.752 | 23.946 | 23.961 | 23.478 | 23.492 | 23.507 |
– waarvan externe inhuur | 5.640 | 5.894 | 6.500 | 6.500 | 3.000 | 3.000 | 3.000 |
– materiële kosten | 82.289 | 70.697 | 77.689 | 77.726 | 79.859 | 79.895 | 79.932 |
– waarvan apparaat ICT | 1.285 | 1.894 | 4.752 | 4.755 | 4.758 | 4.760 | 4.763 |
– waarvan bijdrage SSO’s | 19.888 | 20.700 | 21.506 | 21.519 | 21.532 | 21.545 | 21.558 |
Rentelasten | 472 | 549 | 557 | 558 | 554 | 554 | 554 |
Afschrijvingskosten | 5.728 | 6.090 | 6.151 | 6.154 | 6.062 | 6.065 | 6.068 |
– materieel | 5.728 | 6.090 | 6.151 | 6.154 | 6.062 | 6.065 | 6.068 |
– waarvan apparaat ICT | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
– immaterieel | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige kosten | 0 | 20 | 20 | 20 | 20 | 20 | 20 |
– dotaties voorzieningen | 0 | 20 | 20 | 20 | 20 | 20 | 20 |
– bijzondere lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 118.087 | 111.002 | 114.863 | 114.918 | 112.973 | 113.027 | 113.081 |
Saldo van baten en lasten | – 1.220 | – 2.391 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting op baten en lasten
Uitgangspunt voor de begroting van baten en lasten van FMHaaglanden is een kostendekkende exploitatie. Een eventueel batig saldo zal aan het eigen vermogen worden toegevoegd; een eventueel surplus zal worden uitgekeerd aan de eigenaar.
In de ontwerpbegroting is geen rekening gehouden met de baten en lasten van de PPS constructie van Korte Voorhout 7, het pand waar het Ministerie van Financiën huisvest. Reden hiervoor is dat FMHaaglanden nog geen volledig inzicht heeft in de dienstverlening en de hiermee samenhangende baten en lasten.
In de begroting 2015 is de dienstverlening van EZ en AZ voor een volledig boekjaar meegenomen. In de cijfers van 2014 is voor AZ en EZ uitgegaan van respectievelijk zeven en elf maanden vanaf aansluiting.
Tot slot is de impact van de demarcatie RGD niet meegenomen in de begroting. Hierbij worden enkele onderdelen van producten die via FMHaaglanden worden aangeboden overgedragen aan de RGD. Dit traject is onderhanden en derhalve zijn de effecten op FMHaaglanden nog niet bekend.
FMHaaglanden werkt samen met de opdrachtgevers aan een versobering van het dienstverleningspakket. Doordat BZK heeft besloten een deel van Rutte II in te vullen als efficiency taakstelling is de taakstelling Rutte I ad 1.5% per jaar doorgetrokken over de jaren. Deze is zowel verwerkt in de baten als lasten. Dit is niet direct zichtbaar door wijzigingen in het verzorgingsgebied en de dienstverlening.
Omzet per productgroep:
-
• Basis: het afgesproken pakket van producten en diensten dat de opdrachtgever afneemt van de opdrachtnemer en waarvoor de opdrachtgever een vaste prijs betaalt per vaste verrekeneenheid. De prijs (p) en de hoeveelheid (q) staan in principe gedurende het jaar vast. Bij substantiële wijzigingen in de dienstverlening zijn aanpassingen gedurende het jaar mogelijk. Het af te nemen volume (q) wordt in het jaar t-1 door de opdrachtgever bepaald;
-
• Basis plus: producten en diensten waarvoor de opdrachtgever, afhankelijk van de hoeveelheid afgenomen producten en diensten, een prijs per artikel/product/dienst betaalt. De prijs (p) staat gedurende het jaar vast, de hoeveelheid (q) is afhankelijk van de vraag van artikelen/producten/diensten door de klant/opdrachtgever in het betreffende jaar;
-
• Maatwerk: producten en diensten waarover tussen de opdrachtgever en de opdrachtnemer aparte afspraken worden gemaakt en waarvoor opdrachtnemer eerst een offerte uitbrengt aan opdrachtgever. Zowel de prijs (p) als de hoeveelheid (q) zijn dan ook vraag dan wel afname gestuurd;
-
• Werkelijke kosten: producten die tegen de werkelijke gemaakte kosten bij de opdrachtgever in rekening worden gebracht. Zowel de prijs (p) en de hoeveelheid (q) zijn dan ook vraag dan wel afname gestuurd;
-
• Overig: producten en diensten die buiten de productendienstencatalogus vallen van FMHaaglanden en zijn opgenomen in de specifieke dienstverleningsafspraken (DVA’s) met de opdrachtgever.
Personele kosten
De personele kosten omvatten alle personele uitgaven van de ambtenaren in dienst, gedetacheerde ambtenaren en kosten van uitzendkrachten en inhuur van externen. Vanaf 2017 vindt een verschuiving plaats van inhuur naar materiële kosten, immers de kosten voor de personele inzet van het consortium worden via het contract doorbelast als materiële kosten. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de verschuiving van BZ en IenM naar een PPS pand.
Materiële kosten
De materiële kosten bestaan voor een belangrijk deel uit de directe inkoopkosten van de dienstverlening. Daarnaast vallen de kosten voor huisvesting, ICT en de servicekosten BZK onder deze post. Onder de uitsplitsing naar SSO’s hebben met name de kosten voor UBR een groot aandeel. Hierin zitten bijvoorbeeld de kosten voor RBO in de panden waar FMHaaglanden de dienstverlening verzorgt.
Rentelasten
Onder deze post zijn alle rentelasten opgenomen die verband houden met de financiering van materiële en immateriële vaste activa vanuit het Ministerie van Financiën.
Afschrijvingskosten
De overgenomen activa van de Ministeries is geactiveerd en worden conform de betreffende regelgeving afgeschreven. Voor nieuwe investeringen is dit eveneens van toepassing.
Kasstroomoverzicht
2013 Stand Slotwet | 2014 1e suppletoire begroting | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. | Rekening courant RHB 1 januari 2015 + depositorekeningen | 22.853 | 7.391 | 7.151 | 7.151 | 7.151 | 7.151 | 7.151 |
2. | Totaal operationele kasstroom | – 3.738 | 3.679 | 4.913 | 5.472 | 5.542 | 5.366 | 5.602 |
-/- totaal investeringen | – 7.626 | – 6.100 | – 12.500 | – 4.000 | – 4.000 | – 4.000 | – 4.000 | |
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen | 1.103 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | – 6.523 | – 6.100 | – 12.500 | – 4.000 | – 4.000 | – 4.000 | – 4.000 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Aflossingen op leningen (-/-) | – 5.201 | – 3.919 | – 4.913 | – 5.472 | – 5.542 | – 5.366 | – 5.602 | |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 0 | 6.100 | 12.500 | 4.000 | 4.000 | 4.000 | 4.000 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | – 5.201 | 2.181 | 7.587 | – 1.472 | – 1.542 | – 1.366 | – 1.602 |
5. | Rekening courant RHB 1 januari 2015 + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) (noot: maximale roodstand 0,5 miljoen euro) | 7.391 | 7.151 | 7.151 | 7.151 | 7.151 | 7.151 | 7.151 |
Toelichting bij het kasstroomoverzicht
In 2015 is naast de aansluiting AZ en vervangingsinvesteringen rekening gehouden met de investeringen voor de inrichting van het pand waar SZW en VWS gaan huisvesten (Parnassusplein 5). Vanaf 2016 is het uitgangspunt dat er een gelijkmatig investeringsniveau is het beroep op de leenfaciliteit blijft hierdoor gelijk.
Doelmatigheid
Omschrijving Generiek Deel | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verloop tarieven basisdienstverlening (norm 2011) | |||||||
Omzet per productgroep (pxq) | 116.834 | 108.592 | 116.843 | 114.898 | 112.953 | 113.006 | 113.060 |
*Basis | 81.711 | 86.703 | 91.447 | 91.502 | 89.557 | 89.610 | 89.664 |
*Basis+ | 5.577 | 5.972 | 8.791 | 6.791 | 6.791 | 6.791 | 6.791 |
*Maatwerk | 18.675 | 2.203 | 2.188 | 2.188 | 2.188 | 2.188 | 2.188 |
*Werkelijk | 9.178 | 10.878 | 11.175 | 11.175 | 11.175 | 11.175 | 11.175 |
*Overig | 1.693 | 2.836 | 3.242 | 3.242 | 3.242 | 3.242 | 3.242 |
Saldo van baten en lasten (%) | – 1,0% | – 2,2% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% |
Personele kosten als % van de totale kosten | 25,0% | 30,3% | 26,5% | 26,5% | 23,4% | 23,4% | 23,4% |
Materiële kosten als % van de totale kosten | 70,0% | 69,7% | 73,5% | 73,5% | 76,6% | 76,6% | 76,6% |
Apparaatskosten (in €) | 39.547 | 38.648 | 40.205 | 40.225 | 39.557 | 39.576 | 39.595 |
Klanttevredenheid | Tevreden | Tevreden | Tevreden | Tevreden | Tevreden | Tevreden | |
Medewerkerstevredenheid | Tevreden | Tevreden | Tevreden | Tevreden | Tevreden | Tevreden | |
FTE-totaal (excl. Externe inhuur) | 361 | 471 | 471 | 471 | 471 | 471 | 471 |
Toelichting op de doelmatigheidsindicatoren
Als gevolg van het nieuwe werken wordt dezelfde werkplek intensiever gebruikt. Een resultaat hiervan is dat ook de invulling van de dienstverlening wijzigt. De eenheid werkplek krijgt door het nieuwe werken een andere definitie. Deze definitie wordt vastgesteld in de Interdepartementale Commissie Facilitair en Huisvesting. De aanpassing van de definitie zal invloed hebben op de index «verloop tarieven basisdienstverlening». Omdat hierdoor het verloop van de tarieven een verkeerd beeld zal geven is deze niet meegenomen in de doelmatigheidsindicatoren.
Omdat FMHaaglanden een flexibele schil heeft gecreëerd middels de inhuur blijft het aantal fte gelijk. In de inhuurkosten en dus personeelskosten zal wel een dalende trend te zien zijn vanaf 2017.