Base description which applies to whole site

2.2 Nationale veiligheid (artikel 36)

Door dreigingen vroegtijdig te onderkennen en aan te pakken en de weerbaarheid van vitale belangen te versterken, kunnen we ontwrichting van de Nederlandse samenleving voorkomen. Nationale veiligheid is in toenemende mate verweven met de internationale veiligheidsontwikkelingen. Niet alleen in de fysieke wereld, waarin zichtbaar wordt dat conflicten elders in de wereld hun weerslag kunnen hebben op de veiligheidssituatie in Nederland en dreiging tegen Nederlandse belangen. Maar ook in het digitale domein, dat per definitie geen grenzen kent. Versterking van de nationale veiligheid en versterking van de internationale veiligheid gaan dan ook hand in hand. De NCTV werkt daarin nauw samen met de ministeries van Buitenlandse Zaken, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Defensie.

Bestrijding extremisme en terrorisme

Het jihadisme vormt nog altijd een substantiële bedreiging voor de nationale veiligheid van Nederland en voor de internationale rechtsorde. Aan de hand van het actieprogramma «Integrale aanpak jihadisme» werken we – ook in 2016 – met hoge urgentie aan het reduceren van de risico’s. Naar verwachting worden de wetsvoorstellen met bestuurlijke maatregelen3 in 2016 in het parlement behandeld. De voorstellen zullen een effectievere aanpak mogelijk maken, ter bescherming van de nationale veiligheid.

Omwille van het verwachte langdurige karakter van het huidige jihadistische dreigingsbeeld heeft het kabinet in 2015 aangekondigd de gehele veiligheidsketen op een aantal punten substantieel te versterken.4 Een aantal van deze versterkingen zal in 2016 zijn beslag krijgen.5 Zo krijgen gemeenten extra budget voor activiteiten die bijdragen aan het beschermen van de democratie en de rechtsstaat, het bestrijden en verzwakken van de jihadistische beweging in Nederland en het wegnemen van de voedingsbodem voor radicalisering. Ook komt met de extra middelen meer capaciteit beschikbaar voor het bewaken en beveiligen van objecten en wordt de snel beschikbare interventiecapaciteit uitgebreid. Dit maakt het mogelijk om adequaat te reageren op grove verstoringen in de samenleving.

Voor het Ministerie van Veiligheid en Justitie betekent dit een extra investering in de capaciteit van de politie en het OM, alsmede in de lokale aanpak voor preventie van radicalisering. Het ministerie blijft in dialoog met betrokken ketenpartners om voortdurend te bezien of het pakket aan maatregelen, gelet op alle ontwikkelingen, passend en adequaat is en blijft. Ook tijdens het Nederlands voorzitterschap van de EU zal Nederland inzetten op bestrijding van gewelddadig extremisme in brede zin, en in het bijzonder op het tegengaan van jihadistische reisbewegingen in Europees verband. Verder versterken we de internationale samenwerking waar het gaat om het tegengaan (van de werking van) terroristische content op het internet, de informatie-uitwisseling tussen relevante diensten en op het tegengaan van radicalisering.

Cyber Security

ICT is een belangrijke voorwaarde voor onze economische groei, maar kan die aantrekkingskracht alleen waarmaken als het veilig is. Dat vraagt om een robuuste aanpak van cyberdreigingen, weerbare burgers en bedrijven en een snelle respons bij incidenten. Vanwege de grote wederzijdse afhankelijkheid wordt hierbij nauw samengewerkt tussen de overheidspartijen in de veiligheidsketen. Als coördinerend ministerie voor cyber security werkt het Ministerie van Veiligheid en Justitie in samenwerking met de andere departementen aan de hand van de opeenvolgende Nationale Cyber Security Strategieën, in nationaal én in internationaal verband, aan het vergroten van de Nederlandse digitale weerbaarheid.

Cyber security is ook één van de ambities tijdens het Nederlands voorzitterschap van de Europese Unie. Nederland is in Europa één van de koplopers op het gebied van cyber security, zowel beleidsmatig als operationeel/tactisch. Dat willen we blijven én we willen de samenwerking met Europese publieke en private partners uitbreiden en versterken. Nederland zet samen met zijn internationale partners in op een veilig en open cyberdomein. De buitenlandpolitieke dimensie van het cyberdomein is nog volop in ontwikkeling: inzichten uit de in 2015 verschenen rapporten van de Adviesraad Internationale Vraagstukken en de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid nemen we mee bij de ontwikkeling van internationaal cyber security beleid. Verder het is noodzakelijk om de responscapaciteiten – waar het Nationale Cyber Security Centrum in Nederland een goed voorbeeld van is – op het nationale niveau in de EU-landen te versterken, om de samenwerking op dat vlak verder te structureren, en om richtlijnen en standaarden te realiseren. Op basis van de Nederlandse ervaringen in de afgelopen jaren denken we dan bijvoorbeeld aan het nader uitdragen en uitwerken van «responsible disclosure» (het op verantwoorde wijze melden en afhandelen van lekken in hard- en software) in EU-verband.

Bescherming nationale veiligheid

Ter uitvoering van de in 2015 gewijzigde Strategie Nationale Veiligheid6 verschijnt in 2016 het eerste Nationale Veiligheidsprofiel. Dit Nationale Veiligheidsprofiel zal een overkoepelende analyse bieden van de belangrijkste risico’s en dreigingen voor de nationale veiligheid, alsmede een overzicht van relevante technologische en maatschappelijke ontwikkelingen. Op basis van het Nationale Veiligheidsprofiel kunnen we bepalen of Nederland voldoende is voorbereid op verschillende dreigingen voor de nationale veiligheid. Bij de totstandkoming van het Nationale Veiligheidsprofiel betrekken we de risicoprofielen en capaciteiten van de veiligheidsregio’s. Het Ministerie, de veiligheidsregio’s en het Veiligheidsberaad werken samen verder aan de implementatie van de gezamenlijke doelstellingen voor rampenbestrijding en crisisbeheersing (op het gebied van water en evacuatie, risico- en crisisbeheersing bij stralingsincidenten en continuïteit van de samenleving). Onze ambitie is om door effectieve samenwerking in risico- en crisisbeheersing grootschalige uitval, verstoring of aantasting van de continuïteit van de samenleving te voorkomen of te minimaliseren. Met de verantwoordelijke Ministers en vitale (private) organisaties voeren we een beoordeling uit van de weerbaarheid tegen uitval van de Nederlandse vitale infrastructuur en belangen. In 2016 start de implementatie van de maatregelen, zoals die tussen overheid en betrokken bedrijven zijn afgesproken. Het betreft bijvoorbeeld inbedding in de crisisbeheersingsstructuur en het ontwikkelen van instrumenten en strategische samenwerkingsverbanden. In het kader van enkele Europese fondsen zijn projecten gestart voor onder anderen de (fysieke en digitale) bescherming vitale infrastructuur en de Europese doorontwikkeling van het bereik van het waarschuwingssysteem NL-Alert, met specifieke aandacht voor het bereik onder kwetsbare groepen zoals ouderen. In 2016 gaan we van vitale sectoren na wanneer risico’s voor de nationale veiligheid bij buitenlandse investeringen aan de orde zijn. En of het huidige instrumentarium voldoende uitkomst biedt om de nationale veiligheid te beschermen. Ook gaan we, in samenwerking met het Ministerie van Economische Zaken en in lijn met de Kamerbrief7 over de destijds spelende overname van KPN, een proces inrichten om het verkrijgen van zeggenschap in vitale telecommunicatie-infrastructuur te kunnen beoordelen op de gevolgen voor de nationale veiligheid. Ook verkennen we interdepartementaal, samen met VNO-NCW, publiek-private samenwerkingsmogelijkheden.

3

Het gaat om het voorstel tot wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap ter verruiming van de mogelijkheden voor het ontnemen van het Nederlanderschap bij terroristische misdrijven (34 016), het voorstel tot wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap in verband met het intrekken van het Nederlanderschap in het belang van de nationale veiligheid en het wetsvoorstel «Tijdelijke wet bestuurlijke maatregelen terrorismebestrijding».

4

Tweede Kamer, 29 754, nr. 302.

5

Extra versterkingsmiddelen voor een aantal maatregelen zijn reeds in 2015 verstrekt; Tweede Kamer, 29 754, nr. 302.

6

Tweede Kamer, 30 821, nr. 23.

7

Tweede Kamer, 24 095, nr. 368.

Licence