Base description which applies to whole site

2.2 De productartikelen

Hieronder worden alle beleidsmatig relevante mutaties op het niveau van het artikelonderdeel zichtbaar gemaakt, en waar zinvol en relevant, ook toegelicht (zie leeswijzer). In de verdiepingsbijlage is een meerjarige mutatietabel opgenomen op artikelonderdeelniveau met daarbij de aansluiting tussen de vorige stand van de begroting en de nu voorgestelde stand. Dit voor de volledige looptijd van het fonds.

Artikel 12 Hoofdwegennet

Budgettaire gevolgen van uitvoering: Tweede suppletoire begroting 2017 (bedragen x € 1.000)

12 Hoofdwegennet

Stand vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

     

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

 
 

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)= (2+3+4)

Verplichtingen

3.296.674

3.387.411

– 159.049

– 91.873

3.136.489

Uitgaven

2.365.030

2.511.373

– 219.790

– 31.571

1.643.465

Waarvan juridisch verplicht

 

94%

   

100%

12.01 Verkeersmanagement

3.638

3.638

42

818

4.498

– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

3.638

3.638

42

818

4.498

12.02 Beheer, onderhoud en vervanging

609.164

590.618

23.757

– 10.317

604.058

12.02.01 Beheer en onderhoud

524.863

522.963

20.160

0

543.123

– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

524.863

522.963

20.160

0

543.123

12.02.04 Vervanging

84.301

67.655

3.597

– 10.317

60.935

12.03 Aanleg

641.536

760.278

– 266.956

– 28.196

465.126

12.03.01 Realisatie

619.413

675.623

– 236.505

– 1.592

437.526

– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

30.280

30.400

350

0

30.750

12.03.02 Verkenningen en planuitwerkingen

22.123

84.655

– 30.451

– 26.604

27.600

– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

12.052

11.202

– 1.186

285

10.301

12.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

561.811

609.455

9.466

4.149

623.070

12.06 Netwerkgebonden kosten HWN

548.881

547.384

13.901

1.975

563.260

12.06.01 Apparaatskosten RWS

441.387

441.464

11.218

1.965

454.647

– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

441.387

441.464

11.218

1.965

454.647

12.06.02 Overige netwerkgebonden kosten

107.494

105.920

2.683

10

108.613

– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

93.294

91.720

2.683

10

94.413

12.07 Investeringsruimte

0

0

0

0

0

Ontvangsten

126.245

139.264

6.925

– 5.422

140.767

12.09.01 Ontvangsten

126.245

139.264

6.925

– 5.422

140.767

12.09.02 Topopgave

0

0

0

0

0

Verplichtingen

De lagere verplichtingen in 2017 worden met name veroorzaakt door:

  • A1 Apeldoorn – Azelo (€ 146,9 miljoen): de verplichtingen voor dit project worden in 2017 verlaagd om deze in lijn te brengen met de gewijzigde planning. De planning is gewijzigd naar aanleiding van een onlangs afgegeven partieel uitvoeringsbesluit.

  • A1/A6/A9 Schiphol – Amsterdam – Almere (68,6 miljoen): de lagere verplichtingen op dit project worden met name veroorzaakt door het uitblijven van risico’s en een vertraging op het deelproject A9 Badhoevedorp – Holendrecht. Deze vertraging wordt veroorzaakt doordat benodigde aanpassingen aan het onderliggend wegennet, technische onderzoeken en verlegging van kabels en leidingen meer tijd vergen dan gepland. Deze worden nu in 2018 voorzien.

  • Programma Aansluitingen (€ 64,0 miljoen): in 2017 is minder verplichtingbudget benodigd omdat de gunning van de projecten A15-N3 en A16-N3 vertraagt. De vertraging wordt veroorzaakt doordat de bestemmingsplanprocedures en de afstemming met ProRail meer tijd vragen.

  • Suurhoffbrug (€ 30,6 miljoen): de lagere verplichtingenrealisatie in 2017 wordt veroorzaakt door een vertraging in de contractvoorbereiding voor de renovatie van de Suurhoffbrug (Kamerstukken II 2017–2018 34 775, nr. 7).

  • A16 Rotterdam (€ 25,9 miljoen): op dit project is in 2017 minder verplichtingenbudget benodigd omdat een aantal vastgoedaankopen vertragen. De onderhandelingen met derden verlopen minder voortvarend dan voorzien. Een gevolg hiervan is dat een aantal werkzaamheden eveneens vertragen.

Hiertegenover staan hogere verplichtingen op:

  • A24 Blankenburgverbinding (€ 323,8 miljoen): eind 2017 wordt de contract-close van het DBFM-contract verwacht. Vanwege het langjarige karakter van een DBFM-contract is aanvullend verplichtingenbudget benodigd.

12.02 Beheer, onderhoud en vervanging

De overige mutaties 2e suppletoire begroting op dit artikelonderdeel betreft een verlaging van € 10,3 miljoen als gevolg van de verwerking van het saldo 2017.

Saldo 2017

Op dit artikelonderdeel is sprake van een voordelig saldo van € 10,3 miljoen. De lagere kasuitgaven in 2017 worden veroorzaakt door een vertraging in de contractvoorbereiding voor de renovatie van de Suurhoffbrug (Kamerstukken II 2017–2018 34 775, nr. 7). Het voordelig saldo wordt in 2018 aan dit artikelonderdeel toegevoegd, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

12.03 Aanleg

De overige mutaties 2e suppletoire begroting op dit artikelonderdeel betreft een verlaging van € 28,2 miljoen als gevolg van de verwerking van het saldo 2017 (€ 18,5 miljoen), overboekingen voor de uitvoering van het programma Beter Benutten (€ 9,0 miljoen), en overige mutaties (€ 0,7 miljoen).

Saldo 2017

Op dit artikelonderdeel is in 2017 sprake van een overprogrammering van € 45,0 miljoen. Ten opzichte van de programmering wordt er € 63,5 miljoen minder gerealiseerd. Dit leidt tot een voordelig saldo van € 18,5 miljoen. De lagere realisatie ten opzichte van de programmering is het saldo van projecten met een hogere en een lagere realisatie. De projecten met een hogere realisatie zijn onder andere:

  • A4 Delft-Schiedam (€ 15,5 miljoen): om de tunnel op dit traject volgens planning veilig te kunnen openstellen is er meerwerk verricht en zijn er aanvullende beheersmaatregelen getroffen.

  • A2 passage Maastricht (€ 12,7 miljoen): de hogere uitgaven worden veroorzaakt doordat aanvullende afspraken zijn gemaakt met de aannemer over de bijkomende werkzaamheden bij de ingebruikname van de tunnel.

De projecten met een lagere realisatie zijn onder andere:

  • Beter Benutten (€ 21,8 miljoen): de lagere realisatie wordt onder andere veroorzaakt doordat de definitieve afrekening van Beter Benutten I meer tijd vergt dan verwacht vanwege de uitloop van enkele projecten.

  • A7 Zuidelijke Ringweg Groningen (€ 15,6 miljoen): naar aanleiding van afspraken over de gunning van het project heeft een financiële herijking plaatsgevonden. De herijking heeft meer tijd gekost waardoor de uitvoering een half jaar later start.

  • Bereikbaarheid Lelystad Airport (€ 13,0 miljoen): een betaling ten behoeve van de aanleg van een nieuwe aansluiting op de A6 vindt niet meer in 2017 plaats. Het bedrag wordt daarom naar 2018 geschoven. Dit heeft geen gevolgen voor de verwachte openstelling van het project.

  • A4/A44 Rijnlandroute (€ 11,9 miljoen): de lagere uitgaven in 2017 worden veroorzaakt doordat de bijdrage van IenM aan de provincie Zuid-Holland voor de BTW-afdracht nog bepaald moet worden. Er wordt nog bezien welke uitgaven van het project onder welk BTW-tarief vallen dan wel uitgesloten zijn van BTW-afdracht. De bijdrage vindt niet meer in 2017 plaats.

  • A1/A6/A9 Schiphol-Amsterdam-Almere (€ 9,5 miljoen): de lagere uitgaven in 2017 worden veroorzaakt doordat dit jaar minder risico’s zijn opgetreden dan verwacht.

Het voordelig saldo wordt in 2018 aan dit artikelonderdeel toegevoegd, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

Programma Beter Benutten

In het kader van het programma Beter Benutten wordt dit artikelonderdeel in 2017 met € 9,0 miljoen verlaagd, met name door:

  • Diverse overboekingen vanuit het op het Infrastructuurfonds gereserveerde budget naar de regionale uitvoerders via het Provinciefonds, het Gemeentefonds en het BTW-compensatiefonds voor de programma’s Talking Traffic, multimodale haven, en iCentrale (€ 7,8 miljoen).

  • Een overboeking naar de begroting Hoofdstuk XII ten behoeve van de uitvoering van het programma Beter Benutten (€ 0,9 miljoen).

12.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

De overige mutaties 2e suppletoire begroting op dit artikelonderdeel betreft een verhoging van € 4,1 miljoen als gevolg van de verwerking van het saldo 2017 (€ 3,0 miljoen) en overige mutaties (€ 1,1 miljoen).

Saldo 2017

Op dit artikelonderdeel is sprake van een nadelig saldo van € 3,0 miljoen. Op de volgende projecten doen de omvangrijkste budgettaire wijzigingen voor:

  • A1/A6/A9 Schiphol-Amsterdam-Almere (€ 16,3 miljoen): het deelproject A1/A6 is sneller uitgevoerd dan verwacht waardoor een deel van de uitgaven reeds in 2017 plaatsvinden. De uitgaven betreffen onder meer de financiële afwikkeling van de wisselbaan en aquaduct.

  • N18 Varsseveld-Enschede (€ 12,3 miljoen): dit betreft een aanpassing als gevolg van de regionale bijdrage aan het prijspeil 2017 (€ 4 miljoen). Daarnaast verloopt de uitvoering van het optimaliseren van de bestaande N18 sneller dan voorzien (€ 8 miljoen).

  • A15 Maasvlakte-Vaanplein (– € 24,9 miljoen): als gevolg van een verlaging van € 9,4 miljoen door een opgelegde boete aan de aannemer in verband met een mechanische storing en door een vertraging in de werkzaamheden uit de raakvlakovereenkomst met ProRail (€ 15,5 miljoen).

Het nadelig saldo wordt in 2018 aan dit artikelonderdeel toegevoegd, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

12.09 Ontvangsten

De overige mutaties 2e suppletoire begroting op dit artikelonderdeel zijn opgebouwd uit twee mutaties die per saldo leiden tot een verlaging van € 5,4 miljoen. Het gaat om een verlaging als gevolg van de verwerking van het saldo 2017 (€ 6,7 miljoen), met daartegenover een verhoging als gevolg van overige mutaties (€ 1,3 miljoen).

Saldo 2017

Op dit artikelonderdeel is sprake van een nadelig saldo van € 6,7 miljoen. De per saldo lagere ontvangsten in 2017 worden onder meer veroorzaakt door een vertraging op het programma Aansluitingen (€ 6,7 miljoen) en een verrekening van het aanbestedingsresultaat met de gemeente Haarlemmermeer voor het project A9 Badhoevedorp (€ 3,5 miljoen). Daarnaast leiden diverse mutaties tot per saldo € 3,5 miljoen hogere ontvangsten. Het nadelig saldo wordt in 2018 aan dit artikelonderdeel toegevoegd, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

Artikel 13 Spoorwegen

Budgettaire gevolgen van uitvoering: Tweede suppletoire begroting 2017 (bedragen x € 1.000)

13 Spoorwegen

Stand vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

Mutaties

Overige mutaties

 

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)= (2+3+4)

Verplichtingen

2.011.156

2.769.959

– 321.676

– 97.812

2.350.471

Uitgaven

2.218.915

2.453.768

– 307.125

12.525

2.159.168

Waarvan juridisch verplicht

 

100%

   

100%

13.02 Beheer, onderhoud en vervanging

1.245.661

1.276.615

26.583

68.728

1.371.926

13.03 Aanleg

735.505

923.072

– 272.012

– 42.738

608.322

13.03.01 Realisatieprogramma personenvervoer

556.087

719.603

– 220.619

35.611

534.595

13.03.02 Realisatieprogramma goederenvervoer

50.097

59.541

– 1.365

– 29.948

28.228

13.03.04 Verk. en planuitw. personenvervoer

126.178

131.985

– 46.479

– 43.275

42.231

13.03.05 Verk. en planuitw. goederenervoer

3.143

11.943

– 3.549

– 5.126

3.268

13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

158.806

193.558

– 17.770

– 13.465

162.323

13.07 Rente en aflossing

48.362

16.597

0

0

16.597

13.08 Investeringsruimte

30.581

43.926

– 43.926

0

0

13.08.01 Programmaruimte

30.581

43.926

– 43.926

0

0

13.08.02 Beleidsruimte

0

0

0

0

0

13.09 Ontvangsten

185.262

249.039

– 3.343

496

246.192

Verplichtingen

De lagere verplichtingen in 2017 worden met name veroorzaakt door:

  • Programma Hoogfrequentie Spoor (PHS) (€ 59,4 miljoen): de planuitwerking van diverse PHS-projecten vergt meer tijd dan ingeschat waardoor in 2017 minder verplichtingenbudget nodig is.

  • Programma Toegankelijkheid Stations (€ 50,1 miljoen): binnen het programma blijkt voor 2017 voldoende verplichtingenruimte aanwezig voor het aangaan van nieuwe verplichtingen van projecten.

  • Opstellen Reizigerstreinen: Korte termijn (€ 38,3 miljoen): de uitwerking van het optimale pakket aan maatregelen om extra capaciteit te realiseren voor het opstellen van treinen is nog niet afgerond. Oorzaak hiervan is onder meer de beperkte geluidsruimte op veel emplacementen en het (hierdoor) bepalen waar maatregelen het best inpasbaar zijn.

  • Vervolgfase Beter en Meer (€ 32,4 miljoen): studies over treindiensten op en rond de PHS-corridors zijn nog niet afgerond, waardoor de beschikbare verplichtingenruimte voor dit programma niet meer in 2017 benodigd is.

  • Venlo Logistiek multimodaal knooppunt (€ 27,6 miljoen): de verlaging van het verplichtingenbudget komt met name door een overboeking aan het Provinciefonds in verband met een bijdrage aan de provincie Limburg voor de realisatie van het project.

  • Landelijk Verbeterprogramma Overwegen (€ 21,7 miljoen): de besluitvorming bij decentrale overheden over uit te voeren projecten neemt meer tijd in beslag dan vooraf ingeschat.

Hiertegenover staan hogere verplichtingen op:

  • Geluidsmaatregelen HSL-Zuid (€ 70,6 miljoen): bij de begroting 2016 zijn middelen vrijgemaakt voor het verminderen van de geluidshinder door de HSL-Zuid. Gezien de geluidsmaatregelen geen relatie hebben tot de restpunten van de constructie van de HSL-Zuid, worden deze middelen en de bijbehorende verplichtingenruimte overgeheveld naar planuitwerking en verkenning op artikelonderdeel 13.03 Aanleg.

  • Beheer Onderhoud en Vervanging (€ 68,7 miljoen): de hogere verplichtingen worden grotendeels veroorzaakt door de vaststelling van de subsidie aan ProRail voor beheer- en onderhoudswerkzaamheden in 2016. ProRail heeft een aantal werkzaamheden eerder uitgevoerd, waardoor de subsidie in 2016 met € 70,1 miljoen hoger is uitgevallen.

13.02 Beheer, onderhoud en vervanging

De overige mutaties 2e suppletoire begroting op dit artikelonderdeel betreft per saldo een verhoging van € 68,7 miljoen. Het artikelonderdeel wordt verhoogd als gevolg van de verwerking van het saldo 2017 (€ 70,1 miljoen). Hiertegenover staat een verlaging als gevolg van lagere ontvangsten van derden (€ 1,4 miljoen).

Saldo 2017

Op dit artikelonderdeel is sprake van een nadelig saldo van € 70,1 miljoen. Dit wordt veroorzaakt door de vaststelling van de subsidie aan ProRail voor beheer- en onderhoudswerkzaamheden in 2016. ProRail heeft een aantal werkzaamheden eerder uitgevoerd, waardoor de subsidie in 2016 met € 70,1 miljoen hoger is uitgevallen. Het nadelig saldo wordt in 2018 van dit artikelonderdeel in mindering gebracht, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

Bijdragen derden

Op dit artikelonderdeel is sprake van een verlaging als gevolg van lagere ontvangsten van derden (€ 1,4 miljoen). De onderhoudskosten van de sporen op de Tweede Maasvlakte vallen lager uit dan waar eerder rekening mee was gehouden. Dit leidt tot lagere ontvangsten van het Havenbedrijf Rotterdam (€ 1,8 miljoen). Daartegenover staat een ontvangst van ProRail van € 0,5 miljoen. IenM compenseert ProRail het BTW-aandeel van de gebruikersvergoeding van de vervoerders. Doordat de gebruikersvergoeding lager is uitgevallen, betaalt ProRail een deel van de BTW-compensatie terug aan IenM.

13.03 Aanleg

De overige mutaties 2e suppletoire begroting op dit artikelonderdeel zijn in grote lijnen opgebouwd uit vier mutaties die per saldo leiden tot een verlaging van € 42,7 miljoen. Het artikelonderdeel wordt verlaagd als gevolg van de verwerking van het saldo 2017 (€ 22,7 miljoen), en overboekingen naar het Provinciefonds voor Logistiek multimodaal knooppunt Venlo (€ 21,2 miljoen) en Vleuten-Geldermalsen (€ 4,2 miljoen). Daartegenover staan verhogingen als gevolg van hogere ontvangsten van derden (€ 2,2 miljoen) en een verhoging als gevolg van overige mutaties (€ 3,1 miljoen).

Saldo 2017

Op dit artikelonderdeel is in 2017 sprake van een overprogrammering van € 67,3 miljoen. Ten opzichte van de programmering wordt er € 90,0 miljoen minder gerealiseerd, hetgeen leidt tot een voordelig saldo van € 22,7 miljoen. De lagere realisatie ten opzichte van de programmering wordt met name veroorzaakt door de volgende projecten:

  • OV-SAAL korte termijn (€ 19,7 miljoen): de lagere uitgaven worden voornamelijk veroorzaakt doordat bij het deelproject OV-SAAL cluster A werkzaamheden voor geluidsmaatregelen naar 2018 verschuiven. Tevens is er bij het deelproject OV SAAL cluster C sprake van een meevaller die ook effect heeft op de geprognosticeerde uitgaven in 2017.

  • PHS: Doorstroomstation Utrecht (€ 12,7 miljoen): eerder is aan uw Kamer gemeld dat bij het project een meevaller wordt verwacht (Kamerstukken II 2016–2017 32 404 nr.80). De exacte omvang van de meevaller kan pas worden vastgesteld na volledige afronding van het project in 2018. Een effect van deze verwachte meevaller is dat de uitgaven in 2017 lager uitvallen.

  • PHS: Spooromgeving Geldermalsen (€ 8,4 miljoen): de aanbesteding van het deelproject PHS Spooromgeving Geldermalsen is vertraagd omdat eerst eventuele beroepen op het Tracébesluit worden afgewacht. Dit levert minder risico’s op voor het project. De uitgaven verschuiven hierdoor deels naar 2018. Dit heeft geen effect op de datum voor indienststelling van het project.

  • Beter en Meer: Verbeteraanpak Trein op corridor Amsterdam-Eindhoven (€ 7,5 miljoen): de lagere realisatie wordt met name verklaard doordat de aannemer nog niet alle noodzakelijke documentatie heeft opgeleverd die benodigd is om een deel van de in 2017 uitgevoerde maatregelen te kunnen declareren.

  • Venlo Logistiek multimodaal knooppunt (€ 6,5 miljoen): in de oorspronkelijke raming was rekening gehouden met een afdracht aan het BTW-compensatiefonds. Bij de opdracht hoeft echter geen BTW in rekening te worden gebracht.

  • OV-Terminal stationsgebouw Utrecht (€ 5,8 miljoen): de planning en scope van een door de gemeente Utrecht uitgevoerd deelproject is gewijzigd. Het uitgavenritme is hierop aangepast.

  • Geluidssaneringsprogramma spoorwegen (€ 5,7 miljoen): de lagere uitgaven in 2017 zijn deels een gevolg van een aanpassing van het doelmatigheidscriterium dat wordt gebruikt voor het bepalen van de maatregelen (Staatscourant 2016, nr. 31077). Daarnaast vallen de uitgaven in 2017 lager uit als gevolg van onvolkomenheden in het geluidsregister waardoor de wettelijk vastgelegde foutenherstelprocedure wordt doorlopen.

  • Ontsnippering (€ 5,2 miljoen): de lagere uitgaven in 2017 worden met name verklaard doordat een aannemer nog niet alle noodzakelijke documentatie heeft geleverd. Daarnaast wordt een tweetal aanbestedingen later gegund dan gepland vanwege een gerechtelijke uitspraak en een nog lopende bestemmingsplanprocedure.

Het voordelig saldo wordt in 2018 aan dit artikelonderdeel toegevoegd, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

Provinciefonds: Logistiek multimodaal knooppunt Venlo

Dit betreft een overboeking van € 21,2 miljoen naar het Provinciefonds ten behoeve van de provincie Limburg voor de realisatie van het Logistiek multimodaal knooppunt in Venlo.

Provinciefonds: Vleuten-Geldermalsen

Dit betreft een overboeking van € 4,2 miljoen naar het Provinciefonds ten behoeve van de provincie Utrecht voor de knooppuntontwikkeling station Utrecht Vaartsche Rijn en overige stations in Utrecht.

Bijdragen derden

Op dit artikelonderdeel is sprake van een verhoging als gevolg van hogere ontvangsten van derden (€ 2,2 miljoen). Hieraan ligt met name een hogere ontvangst voor het programma Optimalisering Goederencorridor Rotterdam-Genua ten grondslag (€ 1,8 miljoen).

13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

De overige mutaties 2e suppletoire begroting op dit artikelonderdeel betreft de verwerking van het saldo 2017.

Saldo 2017

Op dit artikelonderdeel is sprake van een voordelig saldo van € 13,5 miljoen. De lagere uitgaven in 2017 worden veroorzaakt door lagere betalingen aan Infraspeed, doordat diverse nog af te rekenen posten doorschuiven naar 2018. Het voordelig saldo wordt in 2018 aan dit artikelonderdeel toegevoegd, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

13.09 Ontvangsten

De overige mutaties 2e suppletoire begroting op dit artikelonderdeel zijn opgebouwd uit drie mutaties die per saldo leiden tot een verlaging van € 0,5 miljoen. De verlaging betreft de verwerking van het saldo 2017 (€ 8,2 miljoen). Daartegenover staan verhogingen van het artikelonderdeel als gevolg van hogere ontvangsten van derden (€ 0,9 miljoen) en de vaststelling van de bijdrage voor de IJ-tram (€ 7,8 miljoen).

Saldo 2017

Op dit artikelonderdeel is sprake van een nadelig saldo van € 8,2 miljoen. De lagere ontvangsten in 2017 worden met name veroorzaakt doordat de HSL-heffing 2015–2016 nog niet definitief vastgesteld kan worden en de afrekening hiervoor doorschuift naar 2018 (€ 9,7 miljoen). Dit geldt eveneens voor bijdragen van provincies aan diverse (aanleg)projecten (€ 1,7 miljoen). Daarnaast kan de compensatie van NS voor de treindiensten naar Antwerpen in 2016 nog niet worden vastgesteld, waardoor de concessievergoeding in 2017 hoger uitvalt (€ 3,3 miljoen). Het nadelig saldo wordt in 2018 aan dit artikelonderdeel toegevoegd, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

Vaststelling bijdrage IJ-tram

In het verleden heeft IenM een subsidie verstrekt aan de gemeente Amsterdam voor de aanleg van de IJ-tram. Op basis van de definitieve vaststelling van de subsidie wordt € 7,8 miljoen terugbetaald aan IenM.

Bijdragen derden

De per saldo hogere ontvangsten van € 0,9 miljoen zijn voornamelijk een gevolg van de bij artikelonderdeel 13.02 Beheer, onderhoud en vervanging vermelde lagere ontvangsten van het Havenbedrijf Rotterdam (– € 1,8 miljoen), een aanvullende ontvangst van ProRail vanwege de lagere gebruikersvergoeding (€ 0,5 miljoen), en de bij artikelonderdeel 13.03 Aanleg vermelde hogere bijdrage voor het programma Optimalisering Goederencorridor Rotterdam-Genua (€ 1,8 miljoen).

Artikel 14 Regionaal, lokale infrastructuur

Budgettaire gevolgen van uitvoering: Tweede suppletoire begroting 2017 (bedragen x € 1.000)

14 Regionaal, lokale infrastructuur

Stand vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

Mutaties

Overige mutaties

 

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)= (2+3+4)

Verplichtingen

52.695

137.225

6.352

– 35.713

107.864

Uitgaven

216.332

218.344

– 16.294

35.199

237.249

Waarvan juridisch verplicht

 

60%

   

80%

14.01 Grote regionaal/lokale projecten

132.863

126.116

36.977

– 13.411

149.682

14.01.02 Planuitw. progr. Reg./lok.

23.750

498

0

– 497

1

14.01.03 Realisatieprogrogramma Reg./lok.

109.113

125.618

36.977

– 12.914

149.681

14.01.04 Investeringsruimte

0

0

0

0

0

14.02 Regionale Mob. Fondsen

0

0

0

0

0

14.03 RSP-ZZL: Pakket Bereikbaarheid

83.469

92.228

– 53.271

48.610

87.567

14.03.01 RSP – ZZL: RB projecten

33.563

42.322

– 37.065

270

5.527

14.03.02 RSP – ZZL: RB mob. fondsen

33.700

33.700

0

48.340

82.040

14.03.03 RSP – ZZL: REP

16.206

16.206

– 16.206

0

0

14.09 Ontvangsten

0

0

0

0

0

Verplichtingen

De per saldo lagere verplichtingen in 2017 worden met name veroorzaakt door:

  • Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn (€ 22,5 miljoen): ter uitvoering van het Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn (RSP-ZZL) wordt € 45,0 miljoen aan verplichtingenruimte overgeheveld naar het Provinciefonds. Hiervoor was in 2017 € 22,5 miljoen extra verplichtingenruimte benodigd, waardoor per saldo sprake is van € 22,5 miljoen lagere verplichtingen.

  • Rotterdamsebaan (€ 11,1 miljoen): ter uitvoering van het project Rotterdamsebaan is € 11,1 miljoen overgeheveld naar het BTW-compensatiefonds ten behoeve van de provincie Zuid-Holland.

14.01 Grote regionaal/lokale projecten

De overige mutaties 2e suppletoire begroting op dit artikelonderdeel zijn in grote lijnen opgebouwd uit twee mutaties die leiden tot een verlaging van € 13,4 miljoen. Het artikelonderdeel wordt verlaagd als gevolg van overboekingen naar het BTW- compensatiefonds voor Rotterdamsebaan (€ 11,1 miljoen) en A12/A20 Parallelstructuur Gouweknoop (€ 2,0 miljoen). Daarnaast wordt het artikelonderdeel verlaagd als gevolg van overige mutaties (€ 0,3 miljoen).

BTW- compensatiefonds: Rotterdamsebaan

Dit betreft een overboeking van € 11,1 miljoen naar het BTW-compensatiefonds ten behoeve van de provincie Zuid-Holland voor de uitvoering van het project Rotterdamsebaan.

BTW- compensatiefonds: A12/A20 Parallelstructuur Gouweknoop

Dit betreft een overboeking van € 2,0 miljoen naar het BTW-compensatiefonds ten behoeve van de provincie Zuid-Holland voor de uitvoering van het project A12/A20 Parallelstructuur Gouweknoop.

14.03 RSP-ZZL: Pakket Bereikbaarheid

De overige mutaties 2e suppletoire begroting op dit artikelonderdeel zijn opgebouwd uit twee mutaties die per saldo leiden tot een verhoging van € 48,6 miljoen. Het artikelonderdeel wordt opgehoogd als gevolg van de verwerking van het saldo 2017 (€ 93,6 miljoen). Hiertegenover staat een verlaging van het artikelonderdeel als gevolg van een overboeking naar het Provinciefonds in het kader van het Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn (€ 45,0 miljoen).

Saldo 2017

Op dit artikelonderdeel is sprake van een nadelig saldo van € 93,6 miljoen. De hogere uitgaven in 2017 worden met name veroorzaakt doordat met de noordelijke provincies is overeengekomen betalingen met betrekking tot Regionaal Economisch Programma (REP) (€ 45,0 miljoen) en het Regionale Mobiliteitsfonds (RMf) (€ 48,3 miljoen) eerder plaats te laten vinden. Zowel het REP als het RMf zijn onderdeel van het Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn (RSP-ZZL). Het nadelig saldo wordt in 2018 op dit artikelonderdeel in mindering gebracht, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

Provinciefonds: Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn

Dit betreft een overboeking van € 45,0 miljoen naar het provinciefonds ten behoeve van Noord Nederland voor de uitvoering het Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn (RSP), onderdeel Regionaal Economisch Programma.

Artikel 15 Hoofdvaarwegennet

Budgettaire gevolgen van uitvoering: Tweede suppletoire begroting 2017 (bedragen x € 1.000)

15 Hoofdvaarwegennet

Stand vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

Mutaties

Overige mutaties

 

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)= (2+3+4)

Verplichtingen

802.092

1.597.478

60.782

112.486

1.770.746

Uitgaven

872.578

984.370

– 88.565

9.540

905.345

Waarvan juridisch verplicht

 

87%

   

95%

15.01 Verkeersmanagement

8.428

8.428

97

0

8.525

– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

8.428

8.428

0

0

8.428

15.02 Beheer, onderhoud en vervanging

366.969

367.350

– 29.642

– 8.517

329.191

15.02.01 Beheer en onderhoud

277.635

277.303

1.105

10.426

288.834

– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

272.959

270.867

0

0

270.867

15.02.04 Vervanging

89.334

90.047

– 30.747

– 18.943

40.357

– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

21.457

8.442

0

0

8.442

15.03 Aanleg

186.361

274.102

– 68.344

5.655

211.413

15.03.01 Realisatie

150.668

233.293

– 69.412

27.714

191.595

15.03.02 Verkenningen en planuitwerkingen

35.693

40.809

1.068

– 22.059

19.818

– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

2.090

1.590

0

0

1.590

15.04 Geïntegreerde contractvormen

10.904

34.935

– 219

11.614

46.330

15.06 Netwerkgebonden kosten HVWN

299.916

299.555

9.543

788

309.886

15.06.01 Apparaatskosten RWS

272.771

272.996

7.882

788

281.666

– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

272.771

272.996

0

0

272.996

15.06.02 Overige netwerkgebonden kosten

27.145

26.559

1.661

0

28.220

– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

27.145

26.559

0

0

26.559

15.07 Investeringsruimte

0

0

0

0

0

15.09 Ontvangsten

93.675

96.716

– 1.980

– 2.148

92.588

Verplichtingen

De hogere verplichtingen in 2017 worden met name veroorzaakt door:

  • Nieuwe Sluis Terneuzen (€ 88,8 miljoen): de planning van het project is gewijzigd naar aanleiding van een Vlaams besluit, hetgeen leidt tot het eerder aangaan van een verplichting.

  • Vervanging en Renovatie (€ 31,8 miljoen): de verplichtingenruimte is benodigd vanwege een eerdere start van de realisatiefase van het project Waalbrug Nijmegen.

15.02 Beheer, onderhoud en vervanging

De overige mutaties 2e suppletoire begroting op dit artikelonderdeel zijn in grote lijnen opgebouwd uit twee mutaties die leiden tot een verlaging van € 8,5 miljoen. Het artikelonderdeel wordt verlaagd als gevolg van de verwerking van het saldo 2017 (€ 17,0 miljoen). Hiertegenover staat een verhoging als gevolg van een overboeking vanuit het Ministerie van Economische Zaken ten behoeve van Maritieme IV-Servicepunten (€ 6,7 miljoen). Daarnaast wordt het artikelonderdeel verlaagd als gevolg van overige mutaties (€ 1,8 miljoen).

Saldo 2017

Op dit artikelonderdeel is sprake van een voordelig saldo van € 17,0 miljoen. De lagere uitgaven in 2017 worden met name veroorzaakt doordat op het renovatieproject Modernisering Objecten Bediening Zeeland (MOBZ) op basis van de reeds geboekte voortgang de risicoreservering neerwaarts is bijgesteld. Het voordelig saldo wordt in 2018 aan dit artikelonderdeel toegevoegd, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

EZ: Maritieme IV-Servicepunten

In opdracht van het Ministerie van Economische Zaken verzamelt Rijkswaterstaat data over water, wind, neerslag en fauna bij diverse windparken op zee middels zogenoemde Maritieme IV-Servicepunten. Hiertoe wordt vanuit de begroting van het Ministerie van Economische Zaken € 6,7 miljoen overgeheveld naar dit artikelonderdeel.

15.03 Aanleg

De overige mutaties 2e suppletoire begroting op dit artikelonderdeel zijn in grote lijnen opgebouwd uit twee mutaties die leiden tot een verhoging van € 5,7 miljoen. Het artikelonderdeel wordt verhoogd als gevolg van de verwerking van het saldo 2017 (€ 3,5 miljoen) en een correctie op de DBFM-conversie van Capaciteitsuitbreiding Sluis Eefde (€ 3,9 miljoen). Daarnaast wordt het artikelonderdeel verlaagd als gevolg van overige mutaties (€ 1,8 miljoen).

Saldo 2017

Op dit artikelonderdeel is in 2017 sprake van een overprogrammering van € 21,5 miljoen. Ten opzichte van de programmering wordt er € 18,0 miljoen minder gerealiseerd, hetgeen leidt tot een nadelig saldo van € 3,5 miljoen. De lagere realisatie ten opzichte van de programmering is het saldo van projecten met een hogere en een lagere realisatie. De projecten met een hogere realisatie zijn onder andere:

  • Verruiming vaarwegen Eemshaven – Noordzee (€ 14,4 miljoen): de hogere uitgaven in 2017 worden veroorzaakt doordat uit onderzoek is gebleken dat op meer locaties vermoedelijk niet gesprongen explosieven aanwezig zijn dan verwacht.

  • Vaarweg Meppel-Ramspol (€ 4,0 miljoen): op dit project vinden in 2017 hogere uitgaven plaats vanwege onvolkomenheden in de areaalgegevens en extra kosten in de uitvoering voor onder andere het afvoeren van slib.

De projecten met een lagere realisatie zijn onder andere:

  • Vaarweg Lemmer-Delfzijl (€ 18,9 miljoen): De lagere uitgaven op dit project worden veroorzaakt door een wijziging in de planuitwerking. Vanwege een aanvaring en het inmiddels verrichte noodzakelijke herstel van de eerder beoogde brug Skulenboarch, is in overleg met de regio besloten om de Gerrit Krolbrug als eerste aan te pakken. Voor de Gerrit Krolbrug moeten echter nog een aantal planologische en juridische procedures worden doorlopen, waardoor de realisatie pas later start.

  • Verruiming Twentekanalen fase 2 (€ 10,9 miljoen): de lagere uitgaven in 2017 op dit project worden veroorzaakt doordat na de voorlopige gunning meer afstemming nodig is om met de voorziene aannemer tot uitvoering van het contract over te gaan.

  • Wilhelminakanaal Tilburg (€ 5,3 miljoen): op dit project wordt minder gerealiseerd in 2017 doordat een deel van de reeds ingepaste tegenvaller in 2018 wordt betaald. Als gevolg van geohydrologische problematiek is tussentijdse ingebruikname van de nieuwe Sluis III en het kanaalpand voor klasse II scheepvaart benodigd.

Het nadelig saldo wordt in 2018 op dit artikelonderdeel in mindering gebracht, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

Correctie op de DBFM-conversie Capaciteitsuitbreiding Sluis Eefde

In de ontwerpbegroting 2018 heeft de DBFM-conversie voor de Capaciteitsuitbreiding Sluis Eefde plaatsgevonden en zijn de budgetten vanaf 2017 overgeboekt van 15.03 Aanleg naar 15.04 Geïntegreerde Contractvormen. Deze overboeking wordt in 2017 voor in totaal € 3,9 miljoen teruggedraaid, omdat de uitgaven voor het niet-DBFM gedeelte in 2017 nog op 15.03 Aanleg wordt verantwoord.

15.04 Geïntegreerde contractvormen

De overige mutaties 2e suppletoire begroting op dit artikelonderdeel zijn opgebouwd uit twee mutaties die per saldo leiden tot een verhoging van € 11,6 miljoen. Het artikelonderdeel wordt verhoogd als gevolg van de verwerking van het saldo 2017 (€ 15,5 miljoen). Hiertegenover staat een verlaging van het artikelonderdeel als gevolg van een correctie op de DBFM-conversie van Capaciteitsuitbreiding Sluis Eefde (€ 3,9 miljoen).

Saldo 2017

Op dit artikelonderdeel is sprake van een nadelig saldo van € 15,5 miljoen. De hogere uitgaven worden voornamelijk veroorzaakt doordat op het project Zeetoegang IJmond uitgaven voor onder andere de conditionering van Middensluiseiland en de Wegomlegging Noordersluis eerder plaatsvinden dan geraamd (€ 10,1 miljoen). Daarnaast worden er ook op het project Lekkanaal 3e Kolk Beatrixsluis eerder uitgaven gedaan voor conditionering (€ 5,5 miljoen). Het nadelig saldo wordt in 2018 op dit artikelonderdeel in mindering gebracht, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

Correctie op de DBFM-conversie Capaciteitsuitbreiding Sluis Eefde

In de ontwerpbegroting 2018 heeft de DBFM-conversie voor de Capaciteitsuitbreiding Sluis Eefde plaatsgevonden en zijn de budgetten vanaf 2017 overgeboekt van 15.03 Aanleg naar 15.04 Geïntegreerde Contractvormen. Deze overboeking wordt in 2017 voor in totaal € 3,9 miljoen teruggedraaid, omdat de uitgaven voor het niet-DBFM gedeelte in 2017 nog op 15.03 Aanleg wordt verantwoord.

15.06 Netwerkgebonden kosten HVWN

De overige mutaties 2e suppletoire begroting op dit artikelonderdeel betreft een overboeking vanuit het Ministerie van Economische Zaken ten behoeve van Maritieme IV-Servicepunten (€ 0,8 miljoen).

EZ: Maritieme IV-Servicepunten

In opdracht van het Ministerie van Economische Zaken verzamelt Rijkswaterstaat data over water, wind, neerslag en fauna bij diverse windparken op zee middels zogenoemde Maritieme IV-Servicepunten. Hiertoe wordt vanuit de begroting van het Ministerie van Economische Zaken € 0,8 miljoen overgeheveld naar dit artikelonderdeel.

Artikel 17 Megaprojecten verkeer en vervoer

Budgettaire gevolgen van uitvoering: Tweede suppletoire begroting 2017 (bedragen x € 1.000)

17 Megaprojecten Verkeer en Vervoer

Stand vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

Mutaties

Overige mutaties

 

(1)

(2)

 

(4)

(5)= (2+3+4)

Verplichtingen

1.318.102

1.519.081

– 35.733

– 103.191

1.380.157

Uitgaven

181.174

263.406

– 86.766

– 45.860

130.780

Waarvan juridisch verplicht

 

41%

   

100%

17.02 Betuweroute

942

7.095

– 4.000

– 2.172

923

17.03 Hogesnelheidslijn-Zuid

40.745

46.713

– 40.982

– 5.410

321

17.03.01 Realisatie HSL-Zuid

40.745

46.713

– 40.982

– 5.410

321

17.06 Project Mainportontwikkeling R'dam

6.866

15.085

– 6.089

– 447

8.549

17.07 ERTMS

44.463

81.274

– 37.992

– 22.000

21.282

17.08 Zuidasdok

88.158

113.239

2.297

– 15.831

99.705

17.09 Ontvangsten

22.661

37.839

– 3.030

645

35.454

Verplichtingen

De lagere verplichtingen in 2017 worden met name veroorzaakt door:

  • HSL-Zuid (€ 87,1 miljoen): bij de begroting 2016 zijn middelen vrijgemaakt voor het verminderen van de geluidshinder door de HSL-Zuid. Gezien de geluidsmaatregelen geen relatie hebben tot de restpunten van de constructie van de HSL-Zuid, worden deze middelen en de bijbehorende verplichtingenruimte (€ 70,6 miljoen) overgeheveld naar planuitwerking en verkenning op artikelonderdeel 13.03 Aanleg. Daarnaast wordt € 16,6 miljoen aan verplichtingen doorgeschoven naar 2018 als gevolg van een onderzoek naar zettingsproblematiek op de HSL-Zuid die nog niet is afgerond.

  • ERTMS (€ 15,0 miljoen): een deel van de werkzaamheden is uitgesteld doordat een programmabeslissing van ERTMS later wordt genomen. Hierdoor is in 2017 minder verplichtingenbudget benodigd.

17.03 Hogesnelheidslijn-Zuid

De overige mutaties 2e suppletoire begroting op dit artikelonderdeel betreffen verlagingen van in totaal € 5,4 miljoen als gevolg van de verwerking van het saldo 2017 (€ 3,7 miljoen) en overige mutaties (€ 1,7 miljoen).

Saldo 2017

Op dit artikelonderdeel is sprake van een voordelig saldo van € 3,7 miljoen. De lagere uitgaven in 2017 worden veroorzaakt doordat onderzoek naar zettingsproblematiek op de HSL-Zuid nog niet is afgerond, waardoor de maatregelen doorschuiven naar de periode 2018–2020. Het voordelig saldo wordt in 2018 aan dit artikelonderdeel toegevoegd, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

17.07 ERTMS

De overige mutaties 2e suppletoire begroting op dit artikelonderdeel betreft per saldo een verlaging van € 22,0 miljoen. Het artikelonderdeel wordt verlaagd als gevolg van de verwerking van het saldo 2017 (€ 24,2 miljoen). Hiertegenover staat een verhoging als gevolg van een overboeking vanuit de begroting Hoofdstuk XII in het kader van ERTMS (€ 2,2 miljoen).

Saldo 2017

Op dit artikelonderdeel is sprake van een voordelig saldo van € 24,2 miljoen. Een deel van de werkzaamheden is uitgesteld doordat een programmabeslissing van ERTMS later wordt genomen. Het voordelig saldo wordt in 2018 aan dit artikelonderdeel toegevoegd, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

Begroting HXII: ERTMS

De apparaatsuitgaven ten behoeve van het programma ERTMS worden verantwoord op artikel 98 Apparaatsuitgaven Kerndepartement op de begroting Hoofdstuk XII. Op de apparaatsuitgaven voor ERTMS doen zich – met name op externe inhuur – vertragingen voor. Het niet-uitgeputte apparaatsbudget (€ 2,2 miljoen) wordt teruggeboekt naar het Infrastructuurfonds zodat het budget voor ERTMS in stand blijft.

17.08 ZuidasDok

De overige mutaties 2e suppletoire begroting op dit artikelonderdeel betreft de verwerking van het saldo 2017.

Saldo 2017

Op dit artikelonderdeel is sprake van een voordelig saldo van € 15,8 miljoen. De lagere uitgaven in 2017 worden met name veroorzaakt door een actualisatie van de kasreeksen naar aanleiding van de gunning van het contract voor het project ZuidasDok. Hiermee zijn de kasreeksen in lijn gebracht met de aannemersplanning. Het voordelig saldo wordt in 2018 aan dit artikelonderdeel toegevoegd, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

Artikel 18 Overige uitgaven en ontvangsten

Budgettaire gevolgen van uitvoering: Tweede suppletoire begroting 2017 (bedragen x € 1.000)

18 Overige uitgaven en ontvangsten

Stand vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

 

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)= (2+3+4)

Verplichtingen

84.239

57.900

8.361

– 63.451

2.810

Uitgaven

24.292

– 291.867

358.361

– 63.451

3.043

Waarvan juridisch verplicht

 

100%

   

89%

18.01 Saldo van de afgesloten rekeningen

0

0

0

0

0

18.02 Beter Benutten

0

0

0

0

0

18.03 Intermodaal vervoer

4.723

3

0

0

3

18.04 Gebiedsgerichte aanpak (UPR)

0

0

0

0

0

18.06 Externe veiligheid

4.568

6.705

35

– 3.700

3.040

18.07 Modaliteitsonafhankelijke kennis en expertise

0

0

0

0

0

18.08 Netwerkoverstijgende kosten

0

32.507

0

– 32.507

0

18.08.01 Apparaatskosten RWS

0

0

0

0

0

– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

0

0

0

0

0

18.08.02 Overige netwerkoverstijgende kosten

0

0

0

0

0

– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

0

0

0

0

0

18.08.03 Afroming eigen vermogen RWS

0

32.507

0

– 32.507

0

18.11 Investeringsruimte

0

0

0

0

0

18.11.01 Programmaruimte

0

0

0

0

0

18.11.02 Beleidsruimte

0

0

0

0

0

18.12 Nader toe te wijzen BenO en Vervanging

0

0

0

0

0

18.12.01 Beheer en onderhoud

0

0

0

0

0

18.12.02 Vervanging

0

0

0

0

0

18.13 Tol gefinancierde uitgaven

0

0

0

0

0

18.14 Minregel: rentevrijval

0

0

0

0

0

18.15 Ramingsbijstelling en kasschuif

– 60.000

– 350.000

350.000

0

0

18.15.01 Ramingsbijstelling

0

0

0

0

0

18.15.02 Kasschuif

– 60.000

– 350.000

350.000

0

0

18.16 Reservering Omgevingswet

75.001

18.918

8.326

– 27.244

0

18.09 Ontvangsten

0

32.507

0

0

32.507

18.09.01 Ontvangsten

0

32.507

0

0

32.507

18.09.02 Tolopgave

0

0

0

0

0

18.10 Saldo van de afgesloten rekeningen

0

550.802

0

0

550.802

Verplichtingen

De lagere verplichtingen hangen samen met de hieronder omschreven mutaties.

18.06 Externe veiligheid

De overige mutaties 2e suppletoire begroting op dit artikelonderdeel betreft de verwerking van het saldo 2017.

Saldo 2017

Het budget op artikelonderdeel 18.06 Externe veiligheid is bestemd voor het oplossen van externe veiligheidsknelpunten in het kader van de Nota Vervoer Gevaarlijke Stoffen (NVGS, Kamerstukken II 2005–2006 30 373, nr. 2). Op dit artikelonderdeel is sprake van een voordelig saldo van € 3,7 miljoen. De lagere uitgaven in 2017 worden veroorzaakt doordat er dit jaar minder kwetsbare objecten worden aangekocht en gesaneerd dan verwacht. Het voordelig saldo wordt in 2018 aan dit artikelonderdeel toegevoegd, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

18.08 Netwerkoverstijgende kosten

De overige mutaties 2e suppletoire begroting op dit artikelonderdeel betreft de verwerking van het saldo 2017.

Saldo 2017

Op dit artikelonderdeel is sprake van een voordelig saldo van € 32,5 miljoen. Bij de Eerste suppletoire begroting 2017 is het surplus aan eigen vermogen van Rijkswaterstaat (€ 32,5 miljoen) afgedragen aan IenM. Deze middelen worden niet meer in 2017 aangewend. Het voordelig saldo wordt in 2018 aan dit artikelonderdeel toegevoegd, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

18.16 Reservering Omgevingswet

De overige mutaties 2e suppletoire begroting op dit artikelonderdeel zijn opgebouwd uit twee mutaties die leiden tot een verlaging van € 27,2 miljoen. Het artikelonderdeel wordt verlaagd als gevolg van de verwerking van het saldo 2017 (€ 22,7 miljoen) en een overboeking naar de begroting Hoofdstuk XII ten behoeve van het programma Eenvoudig Beter (€ 4,5 miljoen).

Saldo 2017

Op dit artikelonderdeel is sprake van een voordelig saldo van € 22,7 miljoen. Op dit artikelonderdeel is de reservering opgenomen voor het programma Eenvoudig Beter. De lagere uitgaven in 2017 worden onder meer veroorzaakt doordat het wetgevingstraject vertraagt, waardoor voor het programma Eenvoudig Beter minder middelen worden overgeheveld naar de begroting Hoofdstuk XII (Kamerstukken II, 2017–2018, 34 775 A, nr.1). Het voordelig saldo wordt in 2018 aan dit artikelonderdeel toegevoegd, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

Begroting HXII: Eenvoudig Beter

Bij de begroting 2017 zijn op het Infrastructuurfonds en Deltafonds middelen vrijgemaakt voor Eenvoudig Beter. De vrijgemaakte middelen staan gereserveerd op artikelonderdeel 18.16 Reservering Omgevingswet van het Infrastructuurfonds en worden tranchegewijs naar de begroting Hoofdstuk XII overgeheveld waar de uitgaven voor de stelselherziening van het omgevingsrecht worden verantwoord. Ter uitvoering van het programma wordt bij de tweede suppletoire begroting € 4,5 miljoen overgeheveld naar de begroting Hoofdstuk XII.

Artikel 19 Bijdragen ten laste van begroting Hoofdstuk XII

Budgettaire gevolgen van uitvoering: Tweede suppletoire begroting 2017 (bedragen x € 1.000)

19 Bijdragen andere begrotingen Rijk

Stand vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire

begroting

Stand 2e suppletoire begroting

Mutaties

Overige mutaties

 

(1)

(2)

 

(4)

(5)= (2+3+4)

Ontvangsten

5.450.478

5.033.227

– 358.751

– 74.357

4.600.119

19.09 Ten laste van begroting IenM

5.450.478

5.033.227

– 358.751

– 74.357

4.600.119

19.09 Ontvangsten

De neerwaartse bijstelling van de ontvangsten is het gevolg van de overboekingen met de begroting Hoofdstuk XII. De belangrijkste overboekingen worden toegelicht in paragraaf 2.1. Overzicht uitgaven- en ontvangsten mutaties.

Licence