(Realisatie) | (Planning) | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Artikel | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | Geheel artikel? | ||
Financiën | ||||||||||
1 Belastingen | Nee | |||||||||
– | Dienstverlening | √ | √ | Nee | ||||||
– | Toeslagen | √ | √ | Nee | ||||||
– | Overige onderdelen | √ | Nee | |||||||
2 Financiële markten | √ | Ja | ||||||||
3 Financieringsactiviteiten publieke-private sector: | √ | Ja | ||||||||
– | Publiek-private investeringen | √ | Nee | |||||||
– | Staatsdeelnemingen | Nee | ||||||||
4 Internationale financiële betrekkingen | √1 | √ | Ja | |||||||
5 Exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen | √ | Ja | ||||||||
6 BTW-compensatiefonds | √ | √ | Ja | |||||||
7 Beheer materiële activa | √ | Ja | ||||||||
Overig | ||||||||||
Begrotingsbeleid | √ | n.v.t. | ||||||||
Nationale Schuld | ||||||||||
11 Financiering staatsschuld | √ | √ | Ja | |||||||
12 Kasbeheer | √ | Ja |
De beleidsdoorlichting van beleidsartikel 4 zou aanvankelijk eind 2015 aan de kamer aan de Tweede Kamer worden gestuurd. De uitvoering en uitwerking van de doorlichting bleek meer tijd te kosten dan voorzien (zie Kamerstukken II 2015–2016 31 935 nr. 29). De beleidsdoorlichting is in het voorjaar van 2016 aan de Tweede Kamer verstuurd.
Voor het meest recente overzicht van de realisatie van beleidsdoorlichtingen, zie: http://www.rijksbegroting.nl/node/223
Toelichting
Algemeen
In de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek (RPE) is vastgelegd dat al het beleid met een zekere regelmaat dient te worden geëvalueerd in een beleidsdoorlichting. Dit kan tussen eens in de vier en zeven jaar zijn. Er moet volgens de RPE sprake zijn van een dekkende programmering van beleidsdoorlichtingen. De bovenstaande meerjarige planning van de beleidsdoorlichtingen voor Financiën is dekkend en voldoet aan de RPE-voorschriften.
Voor artikel drie wordt het onderdeel publiek-private investeringen doorgelicht nadat in 2013 reeds het onderdeel staatsdeelnemingen afzonderlijk is doorgelicht. Vanaf de volgende beleidsdoorlichting (2020) zal weer het gehele artikel worden doorgelicht.
In 2017 staan drie beleidsdoorlichtingen gepland:
-
1. Belastingdienst (overige onderdelen, artikel 1);
-
2. Financiële markten (artikel 2);
-
3. Beheer materiële activa (artikel 7).
Voor een verdere onderbouwing van de meerjarenplanning zie de bijlage «Evaluatie- en onderzoeksoverzicht» (bijlage 6.5).
Artikel 1: Belastingen
Het artikel van de Belastingdienst is te omvangrijk om in één keer in het geheel te evalueren, en daarom is gekozen om de evaluatie op te splitsen in onderdelen. Het onderdeel «dienstverlening» is in 2015 geëvalueerd, «toeslagen» wordt in 2016 geëvalueerd en de overige onderdelen worden in 2017 geëvalueerd. De centrale onderzoeksvraag van de beleidsdoorlichting is in hoeverre het beleid met betrekking tot overige onderdelen doeltreffend en doelmatig is geweest.
Artikel 2: Financiële markten
In 2017 staat een beleidsdoorlichting gepland van artikel 2 Financiële markten. De centrale vraag van de beleidsdoorlichting is in hoeverre de beleidsmatige en financiële maatregelen die de Minister van Financiën heeft genomen bijdragen aan doelmatig en doeltreffend beleid voor een stabiele werking van financiële markten, met inachtneming van de rol en systeem- en stelselverantwoordelijkheid die de Minister in dit verband heeft.
Artikel 7: Beheer materiële activa
In 2017 staat een beleidsdoorlichting gepland van artikel 7 Beheer materiële activa. De centrale onderzoeksvraag van de beleidsdoorlichting is of het vervoeren, bewaren, vernietigen en verkopen van overtollige en in beslag genomen roerende zaken op een doelmatige wijze effectief is uitgevoerd waarbij een optimaal financieel resultaat is behaald. Belangrijk om op te merken is dat het overgrote deel van de ontvangsten die Domeinen Roerende Zaken (DRZ) jaarlijks realiseert, verantwoord wordt op de begrotingen van andere departementen. Deze doorlichting richt zich op de totale ontvangsten die DRZ als dienst realiseert.
Plannen van aanpak
Sinds het aannemen van de motie Harbers4 in het najaar van 2014 wordt de Tweede Kamer voorafgaand aan de start van een beleidsdoorlichting geïnformeerd over de opzet en vraagstelling van de doorlichting zodat het mogelijk is om hierop invloed uit te oefenen. Doordat de motie Harbers pas is aangenomen na het vaststellen van de begroting 2015, zijn de plannen van aanpak van de beleidsdoorlichtingen in het begrotingsjaar 2015 met een aparte brief5 verzonden. De ervaringen van de diverse Kamercommissies met apart toegezonden brieven per beleidsdoorlichting zijn echter qua procedure en behandelwijze dusdanig bevallen, dat de commissie voor de Rijksuitgaven de ministeries heeft verzocht deze werkwijze voort te zetten. De plannen van aanpak zullen meelopen met de begrotingscyclus en uiterlijk op Prinsjesdag met een aparte brief aan de Tweede Kamer worden aangeboden.