Base description which applies to whole site

6 Concurrerende, duurzame, veilige agro-, visserij- en voedselketens

Algemene doelstelling

EZ streeft naar internationaal toonaangevende, concurrerende, sociaal verantwoorde, veilige, en dier- en milieuvriendelijke agro-, visserij- en voedselketens.

Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van EZ is verantwoordelijk voor:

Stimuleren

  • Het versterken van de positie van de Nederlandse agro-, visserij- en voedselketens, het stimuleren van groene economische groei via energie- en klimaatbeleid voor de landbouw en het bevorderen van transparantie en ketenverantwoordelijkheid in de Nederlandse agro- visserij- en voedselketens.

  • Het stimuleren van een adequate en duurzame voedselvoorziening/voedselzekerheid, voedselkwaliteit op Europees en mondiaal niveau evenals het bijdragen aan het Europese en internationale landbouw- en visserijbeleid.

  • Het stimuleren van kennisontwikkeling, innovatie en nieuwe technologieën in de land- en tuinbouw.

  • Het stimuleren van verduurzaming van de productie en de consumptie van dierlijke en plantaardige producten door middel van nieuwe vormen van ketensamenwerking en nieuwe marktstrategieën.

  • Het zeker stellen van gewasbescherming, evenals het borgen en verbeteren van plant- en diergezondheid en dierenwelzijn.

Regisseren

  • Het borgen van voedselveiligheid. Producenten en partijen uit de voedselketen zijn primair verantwoordelijk voor de veiligheid van hun producten en productiewijze. De Minister van VWS is verantwoordelijk voor wetgeving voor voedselveiligheid, met uitzondering van wetgeving voor het slachten van dieren en het keuren en uitsnijden van vlees, waar de Minister van EZ verantwoordelijk voor is.

Uitvoeren

  • Het doen uitvoeren van een effectief beleid ter realisatie van de doelstellingen uit de Europese regelgeving.

  • Het uitvoeren van adequaat veterinair en fytosanitair beleid.

  • Het uitoefenen van toezicht en het handhaven van de regelgeving op het gebied van dier- en plantgezondheid, dierenwelzijn, mest, natuur en voedselveiligheid (primaire productie en slachterijfase).

  • Het uitvoeren van het gemeenschappelijk landbouw- en visserijbeleid.

Beleidswijzigingen

Op de volgende speerpunten en beleidswijzigingen wordt ingezet in 2017:

  • In 2015 heeft het kabinet de «voedselagenda» opgesteld (TK, 31 532 nr. 156). In 2017 wordt samen met actoren in de voedselketen uitvoering gegeven aan de voedselagenda, die toewerkt naar een veilig en gezond, ecologisch houdbaar en robuust voedselsysteem. Verschuiving van landbouwbeleid naar voedselbeleid staat centraal.

  • Per 1 januari 2017 wordt een stelsel van fosfaatrechten voor melkvee van kracht om te kunnen voldoen aan de voorwaarde bij de derogatie van de Nitraatrichtlijn om de fosfaatproductie van de Nederlandse veehouderij onder het niveau van 2002 te houden.

  • Versnelling van de verduurzaming van gewasbescherming door het middelenpakket sneller aan te vullen met lagere risicomiddelen. In een systeemaanpak zo duurzaam mogelijk het gewas beschermen, waarbij de geïntegreerde gewasbescherming leidend is (TK, 27 858 nr. 369). Duurzame gewasbescherming ook promoten op mondiale schaal en daardoor een markt creëren. Nederland als koploper op dit gebied.

  • In 2017 worden de keuringtaken van roodvlees ondergebracht in een publiekrechtelijk Zelfstandig Bestuursorgaan.

  • De Commissie Nijpels zal in 2016 een advies uitbrengen met voorstellen voor acties en maatregelen die een nieuwe impuls geven aan een verdere verduurzaming van de veehouderij. In 2017 zal EZ met betrokken partijen deze voorstellen uitwerken.

  • De varkenssector moet een vitaliseringsslag maken om de continuïteit voor de toekomst zeker te stellen. In 2017 zal EZ vanuit haar rol bijdragen aan de uitwerking van het Actieplan vitale varkenshouderij ten aanzien van het versterken van de markt- en ketenpositie van varkenshouders, herstructurering en revitalisering van de varkenshouderij en kostenreductie door onder andere het stimuleren van mestverwerking.

  • EZ draagt bij aan de implementatie van de Ambitieagenda vleeskalverhouderij De Kamer wordt hierover nog nader per brief geïnformeerd.

  • Voor het realiseren van de kabinetsambitie van 80% weidegang voor melkvee in 2020 wordt samen met de partners van het Convenant Weidegang ingezet op het maximaal stimuleren van weidegang.

  • Per 1 januari 2018 wordt de BTW-landbouwregeling afgeschaft. Zoals uit het Interdepartementaal Beleidsonderzoek Agro-, visserij-, en voedselketens (TK, 30 991 nr. 25) blijkt draagt deze regeling in mindere mate bij aan de beleidsdoelen van artikel 6 (Concurrerende, duurzame, veilige agro-, visserij- en voedselketens).

Beleidsinformatie

Kengetal

2012

2013

2014

2015

1. Maatschappelijke appreciatiescore

Bron: TNS/NIPO

7,5

7,6

Geen meting

7,6

2. Mate van vertrouwen consumenten in voedsel

Bron: NVWA monitor

Geen meting

3,2

Geen meting

3,2

3. Export van agrarische producten uit Nederland (bedragen x € 1 mln)

       

Duitsland

20.153

21.185

20.930

20.818

België

7.898

8.507

8.694

8.603

Verenigd Koninkrijk

7.522

7.911

8.154

8.331

Frankrijk

7.287

7.519

7.165

6.905

Italië

3.771

3.816

3.504

3.231

Overige landen

29.502

31.365

32.752

33.697

Totaal

76.133

80.304

81.198

81.586

Bron: UN Comtrade via http://www.agrimatie.nl/Data.aspx

       

Budgettaire gevolgen van beleid

Bedragen x € 1.000
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

VERPLICHTINGEN

623.541

666.242

650.823

640.948

608.408

602.692

602.670

Waarvan garantieverplichtingen

131.869

120.000

120.000

120.000

120.000

120.000

120.000

UITGAVEN

667.686

569.864

538.382

520.148

505.389

499.079

499.792

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

   

95%

       
               

Subsidies

85.056

39.874

24.674

16.709

18.068

22.061

22.028

Duurzame veehouderij

14.088

10.320

3.181

402

402

402

402

Investeringsregeling duurzame stallen

7.663

4.458

40

       

Regeling fijnstofmaatregelen

3.261

4.720

2.014

       

Overig

3.164

1.142

1.127

402

402

402

402

Plantaardige productie

9.562

15.363

7.937

4.983

6.987

10.987

10.987

Energie-efficiency en hernieuwbare energie glastuinbouw (EHG)

3.275

12.100

7.100

400

1.400

5.400

5.400

Marktintroductie energie innovaties (MEI)

4.768

2.989

789

4.535

5.539

5.539

5.539

Overig

1.519

274

48

48

48

48

48

Visserij

6.229

6.558

7.360

5.355

5.355

5.348

5.315

Regelingen onder het nieuwe EFMZV

 

5.819

7.360

5.355

5.355

5.348

5.315

Overige (uitfinanciering regelingen onder EVF)

6.229

739

         

Agrarisch ondernemerschap

9.496

6.541

5.324

5.324

5.324

5.324

5.324

Brede weersverzekering

3.550

6.518

5.324

5.324

5.324

5.324

5.324

Investeringsregeling Jonge Agrariërs

3.940

17

         

Overig

 

6

         

Kennisontwikkeling en (agrarische) innovatie

3.416

1.092

872

645

     

Overig (onder meer tegemoetkoming Vamil)

3.416

1.092

872

645

     

Apurement

11.799

           

Regeling apurement

11.799

           

Begrotingsreserves

32.472

           

Begrotingsreserve landbouw

3.525

           

Begrotingsreserve apurement

28.947

           
               

Garanties

35.868

10.515

5.515

4.015

5.615

5.420

5.420

Bijdrage begrotingsreserve Borgstellingsfaciliteit

3.008

3.008

3.008

2.008

2.008

2.008

2.008

Verliesdeclaraties Borgstellingsfaciliteit

28.347

5.000

2.500

2.000

2.000

1.805

1.805

Garantstelling Marktintroductie Innovaties (GMI)

2.507

2.507

7

7

1.607

1.607

1.607

Overig

2.006

           
               

Opdrachten

139.872

114.712

111.866

107.457

106.547

106.709

107.538

Duurzame veehouderij

5.042

4.471

2.866

3.073

1.769

1.785

1.785

Mestbeleid

9.161

1.406

2.292

2.420

6.737

7.450

7.651

Plantaardige productie

1.057

867

2.306

3.366

2.666

2.666

2.666

Plantgezondheid

1.758

2.023

1.980

2.078

2.453

2.453

2.453

Diergezondheid en dierenwelzijn

11.412

6.589

5.654

5.637

6.063

6.063

6.063

Voedselagenda

5.405

5.575

20.000

20.000

20.000

20.000

20.000

Voedselzekerheid en internationaal en Europees landbouwbeleid

1.741

3.446

3.635

3.740

3.740

3.740

3.740

Visserij

3.398

918

1.029

1.209

1.251

1.251

1.251

Agrarisch ondernemerschap

2.849

2.409

2.398

2.507

2.507

2.507

2.507

Kennisontwikkeling en (agrarische) innovatie

98.049

87.007

69.706

63.427

59.361

58.794

59.422

               

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

82.746

83.620

82.125

81.806

81.200

81.200

81.214

Medebewind en overige voormalige publieke PBO-taken

4.774

5.728

4.903

5.106

5.106

5.106

5.120

Wageningen Research Kennisbasis

20.688

20.765

13.458

13.458

13.458

13.458

13.458

Wageningen Research Wettelijke Taken

54.533

56.014

62.060

59.655

59.655

59.655

59.655

Zon-MW (dierproeven)

     

1.896

1.896

1.896

1.896

College Toelating Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden

2.751

1.113

978

965

359

359

359

Centrale Commissie Dierproeven

   

726

726

726

726

726

               

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

14.064

7.753

9.863

9.863

9.863

9.863

9.863

Diergezondheidsfonds

14.064

7.753

9.863

9.863

9.863

9.863

9.863

               

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

10.519

9.835

9.378

9.580

9.360

9.360

9.360

FAO en overige contributies

10.519

9.835

9.378

9.580

9.360

9.360

9.360

               

Bijdragen aan agentschappen

299.561

303.555

294.961

290.718

274.736

264.466

264.369

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

141.829

148.291

154.810

151.592

138.218

128.219

128.205

Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland

149.999

141.865

127.233

127.536

127.557

127.557

127.557

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu

 

5.903

5.620

4.292

1.663

1.392

1.309

Rijksrederij

7.733

7.496

7.298

7.298

7.298

7.298

7.298

               

ONTVANGSTEN

123.539

57.640

57.398

49.806

47.630

47.435

47.435

Mestbeleid

3.324

7.209

7.209

7.209

7.209

7.209

7.209

Diergezondheid en dierenwelzijn

2.399

500

500

500

500

500

500

Voedselveiligheid en kwaliteit

374

           

Voedselzekerheid en internationaal en Europees landbouwbeleid

40.729

15.926

15.926

15.926

15.926

15.926

15.926

Visserij

9.154

7.156

6.993

6.993

6.993

6.993

6.993

Agrarisch ondernemerschap

2.067

245

245

245

245

245

245

Kennisontwikkeling en (agrarische) innovatie

13.617

12.818

12.062

12.062

12.062

12.062

12.062

Garanties (provisies Borgstellingsfaciliteit)

1.696

1.800

1.800

1.800

1.800

1.800

1.800

Agentschappen

5.689

           

Begrotingsreserves

44.490

11.986

12.663

5.071

2.895

2.700

2.700

Budgetflexibiliteit

Het budget voor 2017 is voor ruim € 500 mln (95%) juridisch verplicht. Dat komt met name door de verplichtingen die rusten op het onderdeel Kennis (meerjarige programma’s en wettelijke onderzoekstaken bij Wageningen Research. Ook voor het onderdeel Agentschappen zijn de verplichtingen al in het voorafgaande jaar aangegaan.

Toelichting op de financiële instrumenten (per beleidsthema geordend)

Duurzame veehouderij

De inzet van EZ voor de veehouderij is gericht op een transitie naar een toekomstbestendige duurzame en maatschappelijk gewaardeerde veehouderij in 2020. Dit vraagt een integrale aanpak naar een veehouderij met aandacht voor effecten op de volksgezondheid, dierenwelzijn, emissies naar het milieu, gebruik van duurzaam geproduceerde grondstoffen en de directe leefomgeving.

Indicator

Referentiewaarde

Peildatum

Raming 2017

Bron

Percentage integraal duurzame stallen

0%

2008

15%

WUR

Subsidies

De begrote bedragen betreffen uitfinanciering van eerdere openstellingen van de subsidieregelingen duurzame stallen en fijnstofmaatregelen. Onder de categorie overig valt de uitfinanciering op de regelingen beroepsopleiding en voorlichting, meetprogramma duurzame stallen, duurzame veehouderij en beëindigings- en saneringsregeling. Voor de uitvoering van de Ambitieagenda vleeskalverhouderij wordt de vleeskalversector ondersteund met subsidieregelingen vanuit het Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014–2020 (POP3)

Over de inwerkingtreding van de subsidieregeling sloop en ombouw nertsenhouderijen als onderdeel van het flankerend beleid van de Wet verbod pelsdierhouderij wordt besloten na de uitspraak van de Hoge Raad. Deze uitspraak komt naar verwachting eind 2016 of begin 2017.

Opdrachten

Het budget heeft betrekking op opdrachten en bijdragen aan derden die ondersteunend zijn voor de beleidsontwikkeling en -uitvoering, zoals projecten op het gebied van intensieve veehouderij en biologische landbouw, ontwikkeling duurzame stallen, uitrijden van dierlijke mest en voer- en managementmaatregelen.

Mestbeleid

Met het nationale mestbeleid wordt invulling gegeven aan de verplichtingen die volgen uit de Nitraatrichtlijn (91/676/EG) en een bijdrage geleverd aan realisatie van de doelen van de Kaderrichtlijn Water (200/60/EG). Doel van het mestbeleid is een verbetering van de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater door het bevorderen van een effectief en efficiënt gebruik van meststoffen in de landbouw. Daartoe kent de Meststoffenwet vier stelsels. Het stelsel van gebruiksnormen en gebruiksvoorschriften stuurt rechtstreeks op de hoeveelheid meststoffen en de wijze en het moment van toediening, het stelsel van varkens- en pluimveerechten stuurt op de productie van dierlijke mest en de stelsels van verplichte mestverwerking en verantwoorde groei melkveehouderij sturen op een verantwoorde afzet van dierlijke mest. De jaarlijkse derogatierapportages en de vierjaarlijkse evaluatie van de Meststoffenwet worden altijd aan de Tweede Kamer aangeboden.

De vierjaarlijkse Nitraatrichtlijnrapportage (waarvoor het Ministerie van IenM eerstverantwoordelijk is) en de resultaten van het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid worden gepubliceerd op de site van het RIVM.

Opdrachten

De bedragen onder Mestbeleid hebben voor het grootste deel betrekking op de financiering van het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid, waarbinnen monitoring plaatsvindt van de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater op landbouwbedrijven om het effect van het mestbeleid te kunnen evalueren en te kunnen voldoen aan de monitoringsverplichtingen van de Europese Commissie.

Ontvangsten

De ontvangsten betreffen de boete-inkomsten in het kader van de handhaving van het mestbeleid en de bijdrage van agrarische bedrijven aan de kosten van het derogatiemeetnet binnen het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid.

Plantaardige productie

De inzet van EZ is gericht op het in stand houden van een Nederlandse plantaardige sector die wereldwijd bekend staat om de kwaliteit van productie en productietechnologie voor voedings- en siergewassen. Plantenveredeling en duurzame intensivering van de teelt zijn van fundamenteel belang voor het vergroten van (mondiale) voedselzekerheid en concurrentiekracht van de betrokken sectoren. Dat is primair een opgave voor het bedrijfsleven zelf. Doel is te komen tot samenwerkende tuinbouwketens die toonaangevend zijn in concurrentiekracht en duurzaamheid.

De ambitieuze klimaat- en energiedoelen die voor de tuinbouw gesteld zijn, worden conform de Meerjarenafspraak Energietransitie glastuinbouw 2014–2020 en bijbehorende versnellingsplannen uitgewerkt. Voor de overige landbouwsectoren en de voedings- en genotmiddelenindustrie zal uitvoering worden gegeven aan de ambities en doelen van respectievelijk het herijkte convenant Schone en Zuinige Agrosectoren en de geactualiseerde Meerjarenafspraken Energiebesparing (MEE en MJA3).

Indicator

Referentiewaarde

Peildatum

Raming 2017

Streefwaarde

Planning

Bron

Totale CO2-emissie glastuinbouw

Circa 7,5 Mton

2013

6,7Mton

6,2 Mton

2020

LEI

Energie-efficiency index

voedings- en genot-middelenindustrie (VGI)

100%

2005

80%

70%

2020

RVO.nl

De indicatoren geven inzicht in de voortgang van de verduurzaming op energie- en klimaatgebied van deze twee sectoren.

Subsidies

De begrote bedragen betreffen betalingen op zowel eerdere als nieuwe openstellingen van de regeling Marktintroductie energie innovaties (MEI) en het subsidie-instrument Energie-efficiëntie en hernieuwbare energie glastuinbouw (EHG), voorheen Investeringsregeling Milieuvriendelijke Maatregelen. Onder de categorie overig vindt nog de uitfinanciering plaats van de eerder opengestelde en inmiddels afgesloten Demoregeling Schoon en Zuinig en de uitfinanciering van de Set aside regeling.

Opdrachten

Het budget heeft betrekking op uitfasering van (onderzoeks)opdrachten op het gebied van de innovatieagenda energie en energietransitie. En budget voor de PPS consument en keten voor de topsector tuinbouw- en uitgangsmaterialen.

Plantgezondheid

Een hoogwaardige kwaliteit en een hoog plantgezondheidsniveau van plantaardige producten zijn voor de Nederlandse concurrentiekracht van groot belang. Belangrijk speerpunt is het voorkomen van de in- en uitsleep van plantenziekten in Nederland. Verder zal de implementatie van de herziening van het nieuwe Europese fytosanitaire stelsel ter hand worden genomen. Ook de bevordering van markttoegang voor Nederlands uitgangsmateriaal en plantaardige producten door gerichte inzet in prioritaire landen krijgt de aandacht. Beschermen van gewassen en teelten tegen ziekten, plagen en onkruiden is een belangrijke randvoorwaarde om een hoogwaardige productie te blijven realiseren. Voor het verminderen van de milieulast veroorzaakt door toepassing van gewasbeschermingsmiddelen en de concrete gestelde beleidsdoelen is de beleidsnota duurzame gewasbescherming 2013–2023 «Gezonde groei, duurzame oogst» (TK, 27 858, nr. 146) het kader. Daarnaast zet EZ beleidsmatig in op een transitie naar een duurzamere gewasbescherming en een versnelling van de «vergroening» van gewasbeschermingsmiddelen, zowel nationaal, als ook in de EU.

Opdrachten

De nadruk ligt op het versnellen van de transitie naar verduurzaming van gewasbescherming. Daartoe wordt het gebruik van laag-risico middelen en basisstoffen gefaciliteerd en geïntensiveerd via een Green Deal met de sector, pilotprojecten systeemaanpak en via een EU-spoor. Ook wordt de toelating voor kleine toepassingen gestimuleerd via het Fonds kleine toepassingen. Tenslotte wordt het budget benut voor en het goed functioneren van het EU-coördinatiepunt voor kleine toepassingen en hoogwaardige teelten dat eveneens toelatingen op dat vlak stimuleert.

Diergezondheid, dierenwelzijn en antibiotica

Aandacht voor diergezondheid en dierenwelzijn van landbouwhuisdieren is van belang voor een sterke duurzame veehouderij en komt tegemoet aan de toenemende belangstelling vanuit de samenleving voor de veehouderij.

Opdrachten

Het budget voor opdrachten wordt onder meer ingezet voor de volgende activiteiten:

  • Early warning, monitoring en bewaking van dierziekten en zoönosen.

  • Voorzieningen voor de crisisparaatheid, zodat een eventuele dierziekte-uitbraak snel, efficiënt en op een maatschappelijk verantwoorde manier bestreden kan worden.

  • Het aanhouden van een crisisorganisatie bij de Gezondheidsdienst voor Dieren, waardoor direct gekwalificeerd personeel beschikbaar is om de NVWA te assisteren bij verdenkingen van dierziekten.

  • Borging, bevordering en verbetering van dierenwelzijn door implementatie van (Europese) wetgeving en door het stimuleren van (keten)partijen. Op Europees niveau ligt de focus op de nadere uitwerking van de Verklaring van Vught (dierenwelzijnsconferentie 2014) en de onderliggende positionpapers. Nationaal op de beleidsbrief dierenwelzijn, waarbij wordt ingezet op het uitfaseren van ingrepen, het stimuleren van een maatschappelijk geaccepteerde fokkerij van vooral honden, het tegengaan van impulsaankopen en de huisdierlijsten waarop is aangegeven welke dieren gehouden mogen worden, vroegtijdige signalering en vermindering van mishandeling en verwaarlozing en het verbeteren van brandveiligheid van veestallen.

  • De uitvoering van de regeling In Beslag genomen Goederen. Dit is een vergoeding voor kosten van opvang van in beslag genomen gezelschapsdieren en landbouwhuisdieren.

  • Diverse projecten zorgvuldig antibioticagebruik die bijdragen aan een vervolgbeleid voor 2016–2020 dat meer gericht is op vermindering van resistentierisico’s en meer sectorspecifiek is.

  • Bijdragen aan onder andere de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming (€ 1,6 mln), Dutch Wildlife Health Centre (€ 0,5 mln) en het Landelijk Informatie Centrum Gezelschapsdieren (maximaal circa € 0,3 mln).

Indicator

Referentiewaarde

Peildatum

Raming 2017

Streefwaarde

Planning

Bron

Mate van afname van antibiotica-gebruik in de dierhouderij

Antibiotica-gebruik in 2009

2009

Is nog niet bepaald

70% reductie (t.o.v. 2009)

Is nog niet bepaald

SDa

Het betreft de reductie van het antibioticagebruik in de dierhouderij ten opzichte van 2009. De Raming 2017 is afhankelijk van het vervolgbeleid 2016–2020. Daarover wordt de Kamer medio 2016 geïnformeerd.

Ontvangsten

De ontvangsten hebben vooral betrekking op op overtreders verhaalde kosten en dwangsommen die worden opgelegd voor handhaving van de Gezondheids- en welzijnswet voor Dieren (Gwwd).

Voedselagenda

Samen met maatschappelijke partijen wordt door EZ uitvoering gegeven aan de Voedselagenda. De Voedselagenda schetst een voedselbeleid langs de lijnen volksgezondheid, ecologische houdbaarheid en robuustheid, met inbegrip van de mondiale dimensie. Voor de Voedselagenda is meerjarig een budget van € 20 mln beschikbaar.

De Voedselagenda richt zich met name op drie thema’s: jong leren eten, transparantie en innovatie in de voedselketen. Veel jongeren weten niet meer waar voedsel vandaan komt en eten ook onvoldoende groente en fruit. Aandacht voor gezonde voeding in het onderwijs is marginaal, versnipperd. Met het programma Jong Leren Eten wil EZ hier verandering in brengen. Dit programma loopt vooralsnog van 2017–2020. Transparantie in de voedselketen zorgt ervoor, dat ondernemers en consumenten geïnformeerde keuzes kunnen maken. Transparantie zorgt er ook voor dat de veiligheid en duurzaamheid van de voedselketen wordt gestimuleerd en vergroot. Kennis en innovatie leveren een onmisbare bijdrage aan de Voedselagenda. Een belangrijk deel van de kennis- en innovatieprogramma’s wordt door de topsectoren Agri&Food en Tuinbouw& Uitgangsmaterialen georganiseerd. In aanvulling daarop worden middelen ingezet om hiermee ook extra private investeringen uit te lokken.

Voedselveiligheid

Borging van voedselveiligheid en het tegengaan van voedselfraude draagt bij aan het verkleinen van risico’s voor de volksgezondheid, het vergroten van het vertrouwen in voedsel en het versterken van de positie van de agrofoodketen. Europese wetgeving is hierbij het kader en de bedrijven in de voedselketen zijn primair verantwoordelijk.

Indicator

Referentiewaarde

Peildatum

Raming 2017

Streefwaarde

Planning

Bron

Nalevingsniveau HACCP-verplichting

80%

April 2009

90%

90%

2018

NVWA

Het betreft het percentage van het totale aantal gecontroleerde bedrijven met een wettelijk verplicht Hazard Analysis and Critical Control Points (HACCP)-systeem uit het eerste deel van de vleesketen (slachthuizen, uitsnijderijen en koel- en vrieshuizen) dat aan alle controle-items voor HACCP voldoet.

Opdrachten

Het budget voor opdrachten heeft onder andere betrekking op:

  • Bijdrage aan de jaarlijkse organisatie van de Codex Alimentaris Commission.

  • Beleidsadvisering door het Bureau Diergeneesmiddelen. Herziening van Europese regels voor vleeskeuring en (risicogebaseerd) toezicht in de pluimveesector (zogenaamde Hygiënepakket). Monitoring van alimentaire zoönosen (zoals salmonella).

  • Versoepeling van beheersingsmaatregelen op het gebied van TSE/BSE.

  • Bijdrage in advieskosten Gezondheidsraad en onderzoek door Consumentenbond (circa € 0,1 mln).

  • Aanpassing van regelgeving gericht op een veilige en duurzame toepassing van nieuwe technologieën in de agrosector, zoals ggo’s.

Voedselzekerheid en internationaal en Europees landbouwbeleid

Nederland hoort bij de meest innovatieve agro-exporteurs van de wereld. Nederland heeft een innovatief bedrijfsleven, een toonaangevende landbouwuniversiteit en -onderzoekscentrum, en een uitstekende internationale reputatie. Partnerschappen tussen overheid, kennisinstellingen en private partners zijn een belangrijke succesfactor in de Nederlandse strategie. Via de topsectorenaanpak worden door Nederlandse bedrijven, kennisinstellingen en overheden voedseloplossingen voor de toekomst bedacht, uitgevoerd en geëxporteerd. Hiermee kan Nederland een grote bijdrage leveren aan de wereldwijde voedselzekerheid. Tegelijkertijd wordt hiermee de internationale (concurrentie-)positie van Nederland versterkt. EZ werkt daarbij nauw samen met het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

Opdrachten

Het budget voor opdrachten wordt ingezet voor de volgende activiteiten:

  • Internationale programma’s van de topsectoren Agri&Food en Tuinbouw&Uitgangsmateriaal die zich richten op het versterken van de landbouwsector in zich ontwikkelende- en ontwikkelingslanden.

  • Samenwerking met transitielanden en ontwikkelingslanden op het gebied van voedselzekerheid.

  • Nieuwe initiatieven en partnerschappen op het gebied van mondiale voedselzekerheid en duurzame economische ontwikkeling op de volgende pijlers:

    • klimaatslimme landbouw;

    • duurzaam gebruik van oceanen;

    • biodiversiteit (genetische bronnen en uitgangsmateriaal);

    • het beperken van voedselverliezen.

Daarnaast streeft EZ, in samenwerking met de topsectoren, naar duurzame veehouderijontwikkeling, verbeterde bodemvruchtbaarheid, versterking van de zaaizaadsector in ontwikkelingslanden en verbetering van gewasbeschermingssystemen.

Ontvangsten

De ontvangsten betreffen voornamelijk de productieheffing op suiker die via de begroting van Buitenlandse Zaken worden afgedragen aan de Europese Commissie.

Visserij

Centraal onderdeel van de in 2014 ingezette hervorming van het Gemeenschappelijk Visserij Beleid is de invoering van de aanlandplicht. Vissoorten waarvoor vangstbeperkingen gelden mogen niet meer teruggegooid te worden, maar dienen te worden aangeland. Doel van de aanlandplicht is de verdere verduurzaming van de visserij en het selectiever vissen. De besluitvorming over de precieze invulling van de aanlandplicht vindt in hoofdzaak in regionaal verband van de lidstaten (onder andere de Noordzee) plaats. EZ faciliteert de introductie van de aanlandplicht door de sector te ondersteunen in de omschakeling naar meer selectieve vistechnieken en aanpassingen aan boord en in de visketen. Hiervoor kan Nederland het Europese Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij 2014–2020 (EFMZV) inzetten. Het EFMZV omvat ook de fondsen voor datacollectie (gegevensverzamelingen in Europees verband), visserij controle en de uitgaven voor het Geïntegreerd Maritiem Beleid.

Subsidies

In 2017 vindt nog de afronding plaats van het Europees Visserijfonds (EVF). Inmiddels zijn er binnen EFMZV openstellingen geweest voor Jonge vissers, Innovatie aanlandplicht, Innovatie rendementsverbetering en Innovatie aquacultuur waarvan ook een deel van de uitgaven in 2017 zullen worden gemaakt.

Opdrachten

Het budget heeft betrekking op opdrachten aan derden die ondersteunend zijn voor de beleidsontwikkeling op visserijgebied, zoals monitoringactiviteiten en het transitieproces voor het IJsselmeer.

Ontvangsten

De ontvangsten hebben met name betrekking op de geïnde leges van afgegeven visserij-vergunningen (zoals mosselpercelen).

Agrarisch ondernemerschap

Vergroting van het concurrentievermogen is essentieel voor het agrocomplex. Het beleid is gericht op goed en duurzaam presterende agrarische ondernemers.

Indicator

Referentiewaarde

Peildatum

Raming 2017

Streefwaarde

Planning

Bron

Verhouding duurzame – totale investeringen

36%

2013

29%

30%

2017

LEI

Betreft de verhouding tussen de bedragen in duurzame investeringen en de totale investeringen in de landbouw, tuinbouw en visserij. Voorbeelden van duurzame investeringen in de land- en tuinbouw zijn Groen Label Kassen en Maatlat Duurzame Veehouderij stallen.

Subsidies

In 2017 wordt de subsidieregeling Brede Weersverzekering opnieuw opengesteld, waarmee de beschikbaarheid van brede verzekeringen tegen weerschade in de open teelten wordt gefaciliteerd.

Opdrachten

Het budget heeft betrekking op de overheidsinzet voor agrarisch Nederland wereldwijd bij het opzetten, verbeteren en versterken van duurzame ketens. Dit in nauwe samenwerking met het Landbouwradennetwerk.

Kennisontwikkeling en (agrarische) innovatie

Een goed functionerend kennissysteem draagt bij aan de economische positie van de Nederlandse agro-, visserij- en voedselketens en aan de natuurdoelstellingen. Kennisontwikkeling en agrarische innovatie leveren een belangrijke bijdrage aan de oplossing van maatschappelijke vraagstukken die zich voordoen in het agro- en natuurdomein. Met strategische kennis- en innovatieprogramma’s (SKIP’s) wordt gestuurd op een integrale en samenhangende kennis- en innovatieketen, van mondiaal fundamenteel onderzoek en innovatie tot regionale implementatie van kennis.

Met de innovatiecontracten van de topsectoren Agri&Food en Tuinbouw&Uitgangsmaterialen zal kennis en innovatie nog meer gericht worden op de maatschappelijke opgaven in het agro- en voedseldomein en op cross-overs met andere topsectoren waaronder de topsector High Tech Systemen & Materialen (HTSM).

Indicator

Referentiewaarde

Peildatum

Raming 2017

Streefwaarde

Planning

Bron

1 Klanttevredenheid

8,7

2014

8,0

8,0

2018

PROSU

2 Kennisbenutting door beleid, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties

84%

2014

>80%

>80%

2020

PROSU

3 Percentage innoverende agrarische bedrijven

11,6%

2006

15%

10%

2018

LEI

  • 1 en 2. Vanaf 2017 worden de nieuwe indicatoren voor klanttevredenheid en kennisbenutting opgenomen in de begroting voor alle TO2-instituten. De streefwaarde van de hiergenoemde indicatoren zijn gelijkgetrokken met die voor de andere TO2-instituten zoals opgenomen in artikel 2. Een uitgebreide toelichting hierop staat bij de tabel in artikel 2.

  • 3. Dit geeft het percentage van de bedrijven weer dat product- of procesinnovaties heeft doorgevoerd. Het gaat hierbij zowel om bedrijven die als eerste bedrijf iets nieuws hebben doorgevoerd als om innovatieve volgers (vroege volgers).

Subsidies

De begrote bedragen betreffen de uitfinanciering op de subsidieregelingen Samenwerking bij innovatie, VAMIL-compensatie6 en Functionele Agrobiodiversiteit.

Opdrachten

Het budget voor opdrachten is bestemd voor:

  • De innovatie-agenda’s van de topsectoren Agri&Food en Tuinbouw&Uitgangsmaterialen.

  • De ondersteuning van beleidsontwikkeling en politieke besluitvorming voor onder andere internationale markt- en handelstoegang in relatie tot veterinaire en fytosanitaire problematiek, de relatie volksgezondheid en intensieve veehouderij, waarborgen voedselveiligheid en diergezondheid, welzijn van landbouwhuisdieren en gezelschapsdieren, platteland en omgeving, vermaatschappelijking natuur, natuurinclusieve landbouw, voedselverspilling en voedselzekerheid.

  • Internationale samenwerking in Joint Programming Initiatives (JPI’s) en European Research Area Network (ERA-Net) en multilaterale samenwerking op het gebied van voedselzekerheid.

  • Het uitvoeren van evaluaties en opdrachten voor agrarische innovatie, waarbij de focus ligt op de nieuwe uitdagingen van het GLB: vergroening, klimaat, hernieuwbare energie, water en biodiversiteit.

Ontvangsten

De ontvangsten hebben betrekking op terugontvangen rente en aflossing van Wageningen Research en diverse ontvangsten samenhangend met de onderzoeksfinanciering.

Apurement

De Europese Commissie voert in bepaalde gevallen financiële correcties door op door Nederland ingediende declaraties bij Europese Fondsen, wanneer de uitvoering in de ogen van de Commissie niet volgens Europese regelgeving heeft plaatsgevonden (apurement-procedure). De begrotingsreserve apurement is op peil om toekomstige correcties uit te kunnen betalen. Daarom is voor 2017 geen storting in de reserve voorzien.

Garanties

EZ verleent steun aan bedrijven in de primaire sector (agrariërs en vissers) door het verstrekken van garanties op leningen voor investeringen. Hierdoor wordt de financiering mogelijk gemaakt van investeringen die in de markt niet tot stand komen omdat de betreffende bedrijven niet voldoende zekerheden kunnen bieden. Tegelijkertijd wordt er met deze faciliteit een extra stimulans gegeven aan de verduurzamingsopgave van de primaire sector. Per 1 januari 2017 worden de borgstellingen verleend volgens de nieuwe Borgstelling MKB-Landbouwkredieten. In deze regeling is de uitvoering van de landbouwborgstelling geharmoniseerd met de BMKB voor het niet-agrarische MKB-bedrijfsleven en geactualiseerd voor de huidige financieringspraktijk. Ingevolge de afspraken van het Garantiekader voor Risicoregelingen is de kostendekkendheid van de regeling verhoogd door het garantstellingspercentage te verlagen van 80% naar 70%. De aangekondigde Garantstelling Marktintroductie Innovaties wordt in 2017 opengesteld als onderdeel van de Borgstelling MKB-Landbouwkredieten. Met deze regeling beoogt EZ specifieke investeringen te stimuleren gericht op de introductie van systeem-innovaties die kansen bieden voor producten met meer toegevoegde waarde in de markt. Voor deze regeling wordt jaarlijks een bedrag in de begrotingsreserve Borgstellingsfaciliteit gestort.

Ontvangsten

De ontvangsten betreffen inkomsten uit door agrariërs betaalde provisies voor door EZ afgegeven garantstellingen aan banken.

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

Medebewind en overige voormalige publieke PBO-taken

In 2014 zijn publieke taken van de PBO’s overgaan naar de centrale overheid. Het begrote bedrag is onder meer bestemd voor reorganisatie en-afvloeiingskosten van voormalig medebewindspersoneel bij de PBO’s.

Wageningen Research

Dit betreft zowel kennisbasisonderzoek (KB) als wettelijke onderzoekstaken (WOT). Het strategisch plan Wageningen UR is basis voor het meerjarig programma kennisbasisonderzoek 2015–2018. Wettelijke onderzoekstaken richten zich op voedselveiligheid, besmettelijke dierziekten, economische informatievoorziening, visserij, genetische bronnen en natuur en milieu. De taken vloeien voort uit (inter)nationale wetten, verordeningen en verdragen.

ZonMW (dierproeven)

Tot en met 2017 is budget overgeheveld naar VWS/ZonMW voor de ontwikkeling en de uitvoering van alternatieven voor dierproeven. Voor de jaren erna is het budget gereserveerd.

College Toelating Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden (Ctgb)

Het betreft de gezamenlijk met de ministeries van SZW, VWS en IenM te gevenopdracht aan het Ctgb, vooral voor het geven van beleidsadviezen.

Centrale Commissie Dierproeven (CCD)

De CCD verstrekt vergunningen voor het mogen verrichten van dierproeven.

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

Dit betreft de EZ-bijdrage aan de DGF-begroting voor de monitoring en bestrijding van (bestrijdingsplichtige) dierziekten. Alsmede de uitgaven voor voorzieningen in geval van een dierziekte-uitbraak (zoals vaccins, destructiecapaciteit en bestrijdingsmaterialen).

Bijdragen aan agentschappen

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)

De bijdrage aan de NVWA is onder andere bestemd voor de handhaving van de wet- en regelgeving en het toezicht op het gebied van dier- en plantgezondheid, dierenwelzijn, diervoeders, diergeneesmiddelen, dierlijke bijproducten, dierproeven, mest, natuur en de veiligheid van voedsel en consumentenproducten.

Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland (RVO.nl)

De bijdrage aan RVO.nl is onder andere bedoeld voor de uitvoering van zijn taak als Europees betaalorgaan. Vanwege deze status kan RVO.nl Europese subsidies uitbetalen, bijvoorbeeld de basisbetaling, de betaling voor jonge landbouwers en de betaling voor klimaat- en milieuvriendelijke landbouwpraktijken en de uitvoering van het Europese Fonds Maritieme Zaken en Visserij. Naast de Europese subsidieregelingen voert RVO.nl ook nationale subsidieregelingen uit, zoals de regelingen voor innovaties en het visserijbeleid, energiebesparing en voor investeringen in duurzaamheid evenals maatregelen in het versterken van de innovatie en concurrentiekracht van de landbouw in het kader van de cofinanciering van inzet van Europese middelen.

Voorts worden taken uitgevoerd betreffende identificatie en registratie van dieren en het mestbeleid. Daarnaast verleent RVO.nl bepaalde vergunningen voor agrarische ondernemers en voor bezit en handel in beschermde plant- en diersoorten. Verder fungeert RVO.nl als thuishaven voor het landbouwradennetwerk.

Rijksrederij

De bijdrage aan de Rijksrederij is bestemd voor de inzet van schepen en bemanning voor het uitvoeren van taken op het gebied van visserijonderzoek en het beheer en de inspectie voor natuur en visserij.

Toelichting op de Begrotingsreserves

Naast het reguliere financiële instrumentarium zijn er begrotingsreserves. Hier kan voor artikel 6 geld uit worden onttrokken. Ook kan vanuit artikel 6 hierin geld gestort worden (voeding). Door middel van de begrotingsreserves worden uitgaven opgevangen die jaarlijks sterk in omvang kunnen variëren. In 2008 zijn de liquide middelen van drie ZBO’s, het Ontwikkeling- en Saneringsfonds voor de visserij, het Ontwikkeling- en Saneringsfonds voor de landbouw en het Borgstellingsfonds voor de landbouw overgeheveld naar respectievelijk de reserve Landbouw, Visserij en de Borgstellingsfaciliteit. Met de instelling van deze drie begrotingsreserves wordt het financiële instrumentarium voor ontwikkeling en sanering in de landbouw en visserij behouden. Het gaat om regelingen met fluctuerende uitgaven als gevolg van transitietrajecten die onvoorspelbaar zijn. Er is sprake van meerjarige uitfinanciering en een onzekere budgettaire planning. Daarnaast betreft het regelingen die afhankelijk zijn van het economische klimaat en bijvoorbeeld afhankelijk zijn investeringsbeslissingen (en investeringsritme) van ondernemers).

Stand begrotingsreserves per 31 december 2015 (x € 1.000)
   

Waarvan juridisch verplicht

Begrotingsreserve Landbouw

24.872

100%

Begrotingsreserve Visserij

17.231

85%

Begrotingsreserve Borgstellingsfaciliteit

22.162

100%

Begrotingsreserve Apurement

174.524

35%

Landbouw

Uit het saldo van de begrotingsreserve Landbouw worden uitgaven gedaan op het gebied van ontwikkeling en sanering in de landbouwsector, bijvoorbeeld voor energietransitie in de tuinbouwsector. In deze reserve zitten met name middelen voor het flankerend beleid pelsdierhouderij (in 2016 € 22 mln). Daarnaast zijn onder andere reserveringen getroffen voor de regeling Marktintroductie Energie Innovaties (MEI), de regeling fijnstofmaatregelen, Duurzame stallen PAS en de VAMIL compensatieregeling. Het bedrag in deze reserve is 100% juridisch verplicht. De middelen die voor flankerend beleid pelsdierhouderij gereserveerd zijn vallen hier ook onder.

Visserij

De begrotingsreserve Visserij is bestemd voor de meerjarige uitfinanciering van het vorige Europees Visserijfonds (EVF 2007–2013) en het huidige Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV 2014–2020). Het gaat om subsidieregelingen met langere doorlooptijden en een fluctuerend uitgavenpatroon over jaargrenzen heen. De EVF reserve (€ 12,2 mln) is 100% verplicht. Voor het EFMZV 2014–2020 is voor € 2,5 mln aan verplichtingen aangegaan en € 5 mln in de reserve gestort. Totaal is van de reserve van € 17,2 mln dan € 14,7 mln juridisch verplicht (85%).

Borgstellingsfaciliteit

De begrotingsreserve Borgstellingsfaciliteit is bedoeld om de verliesdeclaraties te betalen die voortvloeien uit garantstellingen aan banken waarmee innovatieve en duurzame investeringen in de landbouw en visserij worden gefaciliteerd (voorheen Garantstelling Landbouw met ingang van 2017 Borgstelling MKB-landbouwkredieten). Deze reserve houdt rekening met een bedrag aan uit te keren verliesdeclaraties. De begrotingsreserve zal fluctueren afhankelijke van economische tij. In goede tijden spaart men om verliesdeclaraties in slechte tijden te kunnen uitbetalen. In de periode 2009 tot en met 2015 is circa € 110 mln aan verliesdeclaraties betaald. Tegenover deze onttrekking staat een jaarlijkse reguliere storting van € 3 mln (waarvan € 1,8 mln aan ontvangen provisies). Tevens wordt geld in de begrotingsreserve gestort voor de Garantieregeling marktintroductie innovaties (GMI). Deze regeling gaat naar verwachting in 2017 open en dat is later dan verwacht. Door stortingen uit eerdere jaren terwijl de regeling nog niet was opengesteld, kan voeding vanuit de EZ begroting in de beginjaren achterwege blijven. Het totaal uitstaande bedrag waarvoor garant wordt gestaan is met ingang van 2016 € 322,4 mln en is daarmee 100% juridisch verplicht.

Apurement

De begrotingsreserve Apurement is uitsluitend bedoeld voor financiering van uitgaven voor apurement. Apurement heeft betrekking op correcties van de Europese Commissie (EC) vanwege een niet EU-conforme uitvoering van EU-subsidieregelingen. In 2016 is bij eerste suppletoire begroting € 62,9 mln aan correcties aan de EU verwerkt en betaald. Verder heeft Nederland een rechtszaak gewonnen bij het Gerecht van de EU over ten onrechte niet in rekening brengen van wettelijke rente bij achterstallige vorderingen. De EC heeft € 4,7 mln terugbetaald aan Nederland. Dit bedrag is in de reserve apurement gestort. Van de in totaal € 179,2 mln (€ 174,5 mln en de € 4,7 mln terugbetaling aan EU) aan reserve is 35% juridisch verplicht. Pas op het moment van de ontvangen uitspraak van de EC is er sprake van een juridische verplichting. Zoals afgesproken met het Ministerie van Financiën, monitort EZ het verloop van correctievoorstellen en – besluiten. In overleg met Financiën bepaalt EZ bij het opstellen van de begroting of de omvang van deze reserve proportioneel is in relatie tot de financiële dreigingen uit lopende onderzoeken. Bij Voorjaarsnota 2016 is besloten geen jaarlijkse toevoegingen aan de reserve meer te doen zolang het saldo boven de € 90 mln is.

Budgettair belang fiscale maatregelen

Bedragen x € 1 mln
 

2016

2017

Landbouwvrijstelling in de inkomstenbelasting

1.342

1.370

Verlaagd tarief glastuinbouw

116

113

Verlaagd tarief sierteelt

233

233

Landbouwregeling

17

17

Vrijstelling cultuurgrond

115

117

Een toelichting op de fiscale instrumenten is opgenomen in bijlage 5 van de Miljoenennota (Belastinguitgaven en Inkomstenbeperkende regelingen).

Licence