Algemene doelstelling
EZ streeft naar een sterke en veerkrachtige natuur, verweven met de economie en optimaal bijdragend aan duurzaam maatschappelijk welzijn.
Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van EZ is verantwoordelijk voor:
Het in nationaal, EU- en mondiaal verband beschermen en versterken, alsmede duurzame benutten van natuur en biodiversiteit. Het Rijk werkt hieraan, in lijn met de Rijksnatuurvisie Natuurlijk verder (2014), in verschillende rollen op uiteenlopende werkterreinen. Voor natuur op land is de samenwerking met de provincies cruciaal: binnen de kaders van de wet Natuurbescherming en het Natuurpact en zijn de provincies verantwoordelijk voor het realiseren van natuurdoelen. De Minister van EZ is verantwoordelijk voor de kaders van behoud, versterken en duurzaam benutten van de nationale natuur en biodiversiteit. Voor de natuurkwaliteit van de Rijkswateren en voor de internationale samenwerking op natuurgebied, treedt de Minister als eerstverantwoordelijke op. De Minister is met anderen verantwoordelijk voor het stimuleren en anderszins versterken van de maatschappelijke betrokkenheid bij het duurzaam benutten van natuur en biodiversiteit.
Stimuleren en faciliteren
-
• Agenderen en ondersteunen van mogelijkheden voor duurzame landschapsontwikkeling en positieversterking nationale parken.
-
• Innovatieve combinaties tussen natuur en maatschappelijke en economische activiteiten helpen realiseren.
-
• Bevorderen van behoud en duurzaam gebruik van biodiversiteit in het agrarisch gebied en agroketens.
-
• Internationale aandacht voor bedreigde soorten.
-
• Ontwikkeling en toepassing van natuurlijk-kapitaal-rekening in zowel publiek domein als bedrijfsleven en bevorderen dat bedrijven, financiële instellingen en de overheid transparant zijn over hun impact op en afhankelijkheid van natuurlijk kapitaal.
-
• Inzet van de Nederlandse bos-, natuur- en houtsector in het energie- en klimaatbeleid en het bevorderen van de duurzame bijdrage van bos en natuur aan de groene grondstoffenvoorziening.
-
• Maatschappelijke initiatieven in lijn met natuurvisies van Rijk en provincies ondersteunen.
Regisseren
-
• Nederlandse inzet in internationaal overleg over natuur en biodiversiteit zó organiseren dat ook andere sectoren en ketens verantwoordelijkheid nemen voor behoud en versterking van natuur en biodiversiteit.
-
• Inzet op de Agenda 2030 voor Duurzame Ontwikkeling (Sustainable Development Goals) op het terrein van natuur en biodiversiteit.
-
• Versterken van natuurkwaliteit in de Grote Wateren.
Uitvoeren
-
• Met provincies nakomen van afspraken die gemaakt zijn in het Natuurpact, en samen met provincies en IenM monitoren van de toestand van natuurbescherming en benutting op land en in het water.
-
• Onderhouden en handhaven Wet Natuurbescherming en Wet grondslagen natuurbeheer- en bescherming Caribisch Nederland.
-
• Naleving van internationale en in EU-verband gemaakte afspraken.
-
• Het doen uitvoeren van regelingen en programma’s (zoals met provincies, en ministeries IenM en Defensie realiseren van Programma Aanpak Stikstof, Programma naar een Rijke Waddenzee, de natuuronderdelen van de Mariene Strategie en het beheer van Kroondomeinen).
-
• Staatsbosbeheer in staat stellen uitvoering te geven aan zijn wettelijk verankerde en maatschappelijk gewortelde kerntaken.
Percentage niet bedreigde diersoorten | ||
---|---|---|
1995 | 2006 | 2016 |
61,4% | 61,2% | 61,8% |
Bron CBS
Voor een aantal beleidsrelevante soortgroepen in Nederland bestaan Rode Lijsten van bedreigde planten- of diersoorten (onderverdeeld naar de ernst van de bedreiging: gevoelig, kwetsbaar, bedreigd, ernstig bedreigd, verdwenen uit Nederland). Het aantal soorten dat op een Rode Lijst staat is een maat voor de toestand van de Nederlandse biodiversiteit: hoe minder soorten bedreigd zijn, des te beter staat de natuur ervoor en andersom. Tot en met de rijksbegroting 2015 is deze indicator gebaseerd op gegevens over broedvogels, zoogdieren en dagvlinders, en werd deze gepresenteerd als een indexcijfer. Sinds 2016 is de indicator meer representatief gemaakt door ook de gegevens van libellen, vaatplanten, amfibieën en reptielen toe te voegen.
Deze Rode Lijst Indicator geeft het percentage soorten dat NIET op de Rode Lijst staat. Het betreft de weergave van het percentage niet bedreigde soorten. Bij een waarde van 100% staan er geen zoogdieren, vogels, reptielen, amfibieën, vlinders, libellen of vaatplanten meer op een Rode Lijst. Hoewel het verloop nog klein is duiden bovenstaande percentages op het tot staan brengen van de afname in bedreigde soorten, en daarmee op een zekere bestendiging van de biodiversiteit.
Kengetal | 1992 | 1995 | 2000 | 2005 | 2010 | 2015 |
---|---|---|---|---|---|---|
Aantal leden natuurbeschermings-organisaties (x 1.000) | 1.174 | 1.662 | 1.980 | 2.221 | 2.130 | 1.962 |
Bron: Vroege Vogels Parade 1999, 2003, 2004, 2005 t/m 2015; Tot 2003: Natuurmonumenten, de Landschappen, Wereld Natuur Fonds, Vogelbescherming. Gegevens ontleend aan Compendium voor de leefomgeving (WUR/2016, www.clo.nl/nl12813).
Betreft het aantal leden van Wereld Natuur Fonds, Natuurmonumenten, Provinciale landschappen en de Vogelbescherming.
Particuliere natuurbeschermingsorganisaties spelen in Nederland een grote rol bij het beheer van natuurgebieden en het vormen van maatschappelijk draagvlak voor natuur en landschap. In de jaren negentig groeide de aanhang van de grotere natuurorganisaties sterk, maar in het laatste decennium is sprake van een dalende trend. Voor meer inzicht in de maatschappelijke betrokkenheid bij natuur en biodiversiteit zal het kengetal worden doorontwikkeld.
Beleidswijzigingen
Met ingang van 1 januari 2017 wordt de nieuwe wet natuurbescherming van kracht. Deels is dit een wettelijk verankering van eerder ingezette beleidswijzigingen met de decentralisatie afspraken. Met de inwerkingtreding van de wet zal een aantal regelgevings- en handhavingstaken verschuiven naar provincies. De Wet natuurbescherming zal via een aanvullingswet opgaan in de Omgevingswet.
Budgettaire gevolgen van beleid
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
VERPLICHTINGEN | 180.495 | 140.045 | 124.509 | 116.060 | 113.166 | 113.344 | 113.344 |
UITGAVEN | 173.107 | 141.779 | 125.645 | 116.138 | 120.911 | 121.089 | 121.089 |
Waarvan juridisch verplicht | 84% | ||||||
Subsidies | 6.248 | 4.009 | 3.399 | 2.531 | 2.452 | 2.452 | 2.452 |
Vermaatschappelijking Natuur en Biodiversiteit | 3.158 | 2.101 | 1.805 | 1.003 | 1.003 | 1.003 | 1.003 |
Natuur en biodiversiteit op land | 2.457 | 1.136 | 822 | 756 | 677 | 677 | 677 |
Beheer Kroondomein | 633 | 772 | 772 | 772 | 772 | 772 | 772 |
Leningen | 28.747 | 28.175 | 29.745 | 29.745 | 29.745 | 29.745 | 29.745 |
Rente en aflossingen voor bestaande leningen (EHS & PNB) | 28.747 | 28.175 | 29.745 | 29.745 | 29.745 | 29.745 | 29.745 |
Opdrachten | 25.916 | 24.280 | 25.208 | 26.991 | 31.968 | 32.027 | 30.827 |
Natuur en Biodiversiteit Grote wateren | 9.077 | 8.413 | 9.674 | 9.730 | 13.298 | 13.178 | 11.978 |
Vermaatschappelijking Natuur en Biodiversiteit | 12.376 | 10.452 | 8.044 | 7.406 | 8.842 | 9.021 | 9.021 |
Overige stelsel activiteiten | 1.691 | 1.672 | 1.859 | 4.230 | 4.230 | 4.230 | 4.230 |
Internationale Samenwerking | 1.079 | 1.258 | 3.785 | 3.785 | 3.785 | 3.785 | 3.785 |
Natuur en Biodiversiteit op land | 1.479 | 1.990 | 1.351 | 1.345 | 1.318 | 1.318 | 1.318 |
Caribisch Nederland | 214 | 495 | 495 | 495 | 495 | 495 | 495 |
Bijdragen aan medeoverheden | 1.313 | 9.034 | 7.621 | ||||
Natuur en Biodiversiteit Grote Wateren | 7.028 | 6.117 | |||||
Caribisch Nederland | 1.313 | 2.006 | 1.504 | ||||
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s | 30.476 | 26.808 | 25.446 | 25.022 | 25.023 | 25.022 | 25.022 |
Staatsbosbeheer | 30.476 | 26.808 | 25.446 | 25.022 | 25.023 | 25.022 | 25.022 |
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties | 551 | 1.722 | 1.081 | 1.013 | 1.013 | 1.013 | 1.013 |
Contributies | 551 | 1.722 | 1.081 | 1.013 | 1.013 | 1.013 | 1.013 |
Bijdragen aan agentschappen | 79.856 | 47.751 | 33.145 | 30.836 | 30.710 | 30.830 | 32.030 |
Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland | 71.769 | 38.125 | 23.638 | 21.640 | 21.512 | 21.632 | 22.832 |
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit | 8.087 | 9.626 | 9.507 | 9.196 | 9.198 | 9.198 | 9.198 |
ONTVANGSTEN | 124.365 | 120.757 | 69.282 | 56.380 | 39.061 | 32.703 | 30.763 |
Landinrichtingsrente | 47.225 | 42.161 | 40.161 | 37.259 | 34.940 | 31.418 | 29.478 |
Verkoop gronden | 45.000 | 59.300 | 25.000 | 15.000 | |||
Overige | 32.140 | 19.296 | 4.121 | 4.121 | 4.121 | 1.285 | 1.285 |
Budgetflexibiliteit
Het budget 2017 is voor circa € 105 mln (84%) juridisch verplicht. Dat komt met name door de verplichtingen die rusten op de onderdelen Rente en aflossingen, bijdragen aan agentschappen en de bijdrage aan Staatsbosbeheer.
Toelichting op de financiële instrumenten
Subsidies
Natuur en biodiversiteit op land
Het Rijk heeft met de decentralisatie van het natuurbeleid naar de provincies een beperkte rol bij natuur en biodiversiteit op land. Het budget wordt met name ingezet voor:
-
– Beheer kroondomeinen: Kroondomein Het Loo is een landgoed van circa 10.400 hectare en bestaat uit twee deelgebieden: de Staatsdomeinen bij Het Loo (circa 3.650 hectare) en het eigenlijke Kroondomein (circa 6.750 hectare). Het Kroondomein is al meer dan 300 jaar verbonden met het Huis Oranje-Nassau. Het beheer van het Kroondomein wordt namens de Kroon uitgevoerd door de rentmeester. Voor het gehele Kroondomein bestaat eenheid van beheer. Bij de Staatsdomeinen bij Het Loo zijn de baten en lasten voor rekening van de Staat. De baten en lasten van het eigenlijke Kroondomein zijn voor rekening van de Kroondrager. De Kroondrager is economisch eigenaar van het eigenlijke Kroondomein en heeft hierop het vruchtgebruik en gebruikersrechten. Het bloot eigendom berust bij de Staat. Het Rijk verstrekt jaarlijks een subsidie van circa € 0,8 mln aan de Kroondrager, als privaatrechtelijk vruchtgebruiker van het eigenlijke Kroondomein, voor beheers- en inrichtingsmaatregelen van het Kroondomein Het Loo. De Kroondrager kan, net als iedere andere private exploitant van bos- en natuurterreinen, onder dezelfde voorwaarden gebruikmaken van de subsidieregelingen. De subsidie betreft derhalve geen uitgaaf die samenhangt met de uitoefening van het koningschap. Op de subsidie zijn de voorwaarden van de provinciale subsidieverordeningen Natuur- en Landschapsbeheer en Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap van toepassing.
-
– Uitfinanciering van regelingen natuur: Dit betreft subsidieregelingen waarvoor geen nieuwe subsidies meer worden verstrekt, maar waarvoor nog wel (langlopende) betalingen plaatsvinden. Het gaat om Stimulering bosuitbreiding op landbouwgronden (SBL), Tijdelijke regeling Particulier Natuurbeheer (TRPN) en Regeling Draagvlak Natuur (RDN).
Vermaatschappelijking natuur en biodiversiteit
Er wordt een subsidie van € 1 mln verleend aan het Instituut voor Natuureducatie en duurzaamheid (IVN) voor activiteiten op het gebied van communicatie, educatie, samenwerking en promotie van Nationale Parken.
Verder is het budget bestemd voor de subsidieregeling Innovatieve projecten biodiversiteit, waarvoor geen nieuwe subsidies meer worden verstrekt, maar in 2017 nog wel betalingen worden gedaan op lopende toekenningen.
Leningen
Rente en aflossingen voor bestaande leningen
Voor de realisatie (verwerving en doorlevering van gronden) van de Ecologische Hoofdstructuur zijn in het verleden leningen aangegaan met tussenkomst van het Groenfonds. Door de decentralisatie van het natuurbeleid naar de provincies worden geen nieuwe leningen meer aangegaan. EZ draagt zorg voor betaling van rente en aflossingen van de verstrekte leningen.
Opdrachten
Natuur en biodiversiteit op land
Het Rijk heeft met de decentralisatie van het natuurbeleid naar de provincies een beperkte rol bij natuur en biodiversiteit op land. Het Rijk is verantwoordelijk voor de kaders van behoud, versterken en duurzaam benutten van de nationale natuur en biodiversiteit. Zo is het aanwijzen van Natura 2000 gebieden en het onderhouden van deze besluiten de verantwoordelijkheid van EZ, tevens is EZ verantwoordelijk voor rapportage aan de Europese Commissie over de «staat van instandhouding». Verder is EZ op grond van de Wet grondslagen natuurbeheer en bescherming BES verantwoordelijk voor de implementatie van Internationale verdragen in Caribisch Nederland (Bonaire, Saba en Sint Eustatius). Het opdrachtenbudget wordt voor bovengenoemde onderwerpen ingezet.
Natuur en biodiversiteit Grote Wateren
Het Rijk is verantwoordelijkheid voor het beschermen en versterken van natuur en biodiversiteit in de grote wateren (het Waddengebied, de Zuidwestelijke Delta, het IJsselmeergebied, de Noordzee, het kustgebied en het rivierengebied). EZ zorgt ervoor dat het natuurbelang goed is geborgd bij het beheer en onderhoud van grote wateren en bij de uitvoering van projecten. Vanuit deze verantwoordelijkheid worden opdrachten verstrekt voor een aantal projecten en programma’s rond dit thema, zoals:
-
– Nadere Uitwerking Rivierengebied (NURG): Hierbij werken IenM en EZ gezamenlijk aan projecten ter verbetering van de hoogwaterveiligheid en ontwikkeling van natuur in rivierengebieden. Er worden rivier verruimende maatregelen uitgevoerd om de veiligheid in het rivierengebied te vergroten. Een deel van het budget is bestemd om in totaal ruim 6.000 hectare nieuwe natuur te realiseren in de uiterwaarden van de Rijntakken en de bedijkte Maas. Het EZ deel wordt in opdracht door Staatsbosbeheer uitgevoerd.
-
– Waddenzee: Hierbij is EZ onder meer verantwoordelijk voor de trilaterale samenwerking tussen Denemarken, Duitsland en Nederland voor de Waddenzee en is tevens de siteholder (voor Nederland) van dit internationale UNESCO Werelderfgoed-gebied. De Nederlandse delegatie bestaat uit vertegenwoordigers van EZ en IenM, de waddenprovincies en -gemeenten. Tot en met 2018 is Nederland voorzitter van deze trilaterale samenwerking. Een belangrijk speerpunt van de Nederlandse inzet is om een Wadden Foundation op te richten om het werelderfgoed op een duurzame en toonaangevende manier (inter)nationaal te promoten met inzet van bedrijfsleven en overheden. Daarnaast worden er opdrachten verstrekt voor het Programma naar een Rijke Waddenzee (PRW). PRW is een gezamenlijk uitvoeringsprogramma van EZ, IenM, de Waddenprovincies en de natuurorganisaties dat loopt tot en met 2018. Het programma wil lopende en nieuwe initiatieven voor natuurherstel en duurzaam gebruik in de Waddenzee met elkaar verbinden, nieuwe samenwerkingsverbanden vormgeven en nieuwe projecten voor natuurherstel in combinatie met een duurzaam gebruik van de Waddenzee initiëren.
-
– Implementatie van de EU-Kaderrichtlijn Mariene Strategie (KRM). Betreft de beschrijving van de – nationale – Mariene Strategie, deel 1 (2012) de huidige toestand van het mariene systeem, de gewenste toestand in 2020 en de daarbij behorende doelen en indicatoren, de Mariene Strategie, deel 2 (2014) een monitoringsprogramma en Mariene Strategie, deel3 (2015) een programma van maatregelen. In overeenstemming met de KRM, werken IenM en EZ inmiddels aan een tweede cyclus. EZ draagt samen met IenM (RWS) bij aan het Informatiehuis Marien, een gemeenschappelijk initiatief van IenM en EZ om alle mariene informatie en onderzoeksgegevens over de Noordzee op één plek toegankelijk te maken voor belangstellenden, overheden en professionals. Tevens heeft het Informatiehuis Marien een coördinerende rol in de uitvoering van het KRM-monitoringsprogramma toebedeeld gekregen, waar EZ ook aan bijdraagt.
-
– Natuur Grote wateren: Het Rijk is verantwoordelijk voor het beleid en beheer in de Grote Wateren en wil komen tot een Delta waarin verschillende maatschappelijke functies optimaal tot ontwikkeling kunnen komen. Natuur is een van die functies en schept daarnaast voorwaarden voor andere functies. Om de natuur een bestendige plaats te geven ten midden van ons intensieve gebruik wordt geïnvesteerd in de veerkracht van het natuurlijk systeem. Deze investeringen verlopen via verschillende wegen. EZ werkt gebiedsgericht samen met andere overheden, natuurorganisaties en bedrijven om deze veerkracht en N2000 doelen in de grote wateren te realiseren. EZ draagt bijvoorbeeld bij aan de ontwikkeling van het Eems-Dollard gebied, herintroductie van schelpdieren en de projecten Vismigratie en Zandhonger. In het EU-programma LIFE IP natuur pakt EZ samen met maatschappelijke partijen en andere overheden lastige vraagstukken op rond de relatie vis & natuur, landbouw & natuur en waterveiligheid & natuur. Met deze aanpak kan natuur in bestaande programma’s op andere beleidsterreinen een positie krijgen aan de voorkant van de ruimtelijke planvorming opdat de natuuraspecten op eenvoudige wijze worden meegenomen.
Vermaatschappelijking natuur en biodiversiteit
EZ is met andere maatschappelijke partijen medeverantwoordelijk voor het stimuleren en anderszins versterken van de maatschappelijke betrokkenheid bij het duurzaam benutten van natuur en biodiversiteit. Onder andere door inzet op duurzame productie, vermarkting en benutting van biomassa (zie het Rijksbrede Circulaire Economie programma, www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2016/07/07/rijksbrede-programma-circulaire-economie. Hier wordt invulling aan gegeven door het bevorderen van duurzaam gebruik, transparantie over de impact van activiteiten op natuurlijk kapitaal en het stimuleren van (innovatie) combinaties van natuur met maatschappelijke en economische activiteiten. De budgetten voor vermaatschappelijking natuur en biodiversiteit worden onder meer ingezet voor:
-
– Nationale Parken: In 2015 is, naar aanleiding van een amendement (TK, 34 000 XIII, nr. 128), het Programma Nationale Parken gestart. De ambitie van het Programma is om van de afzonderlijke Nationale Parken samen een sterk merk te maken, waarin zij ieder hun eigen positie innemen. Dit komt tot uitdrukking in de titel van het Programma: «Naar Nationale Parken van Wereldklasse». Met «Nationale Parken van Wereldklasse» wil de voorgenomen beweging verwoorden naar gebieden waarvan de kern bestaat uit vanuit (inter)nationaal perspectief waardevolle natuur gelegen in een ruimere landschappelijke, landschapsecologische, cultuurhistorische, en regionaal-economische context; gebieden die zich onderscheiden qua kwaliteit, uitstraling en toegankelijkheid voor de binnen- en buitenlandse bezoekers; gebieden die een eigen identiteit hebben, waarmee bewoners, maatschappelijke instellingen en ondernemers zich verbonden voelen; gebieden die aansprekend zijn voor een (inter)nationaal publiek, het zijn iconen voor de regio en voor Nederland. Het budget wordt onder andere ingezet voor een publieksverkiezing (waarmee een grotere betrokkenheid van het publiek bij natuur wordt beoogd) waarbij gebieden worden geselecteerd, waar ervaring wordt opgedaan met branding, beleefbaarheid, economisch rendement, ruimtelijke kwaliteitsimpuls, en goede governance. Deze gebieden met waardevolle natuur moeten zich gaan onderscheiden, uitgroeien tot iconen van de regio en inhoud geven aan het sterke merk «Nationale Parken».
-
– Natuurlijk kapitaal: De afgelopen twee jaar hebben koplopers uit bedrijven, financiële instellingen en overheden, in samenwerking met maatschappelijke organisaties en kennisinstellingen, geëxperimenteerd met methoden en tools om hun afhankelijkheden, het gebruik van en hun impact op het natuurlijk kapitaal7 in beeld te brengen. De inzichten die dit heeft opgeleverd helpt partijen te innoveren en zo hun ecologische voetafdruk terug te dringen. Beschikbare middelen zijn ingezet om de implementatie van methoden en tools door bedrijven, financiële instellingen en overheden op te schalen en internationale standaardisatie te ondersteunen. Voorbeelden van gefinancierde activiteiten zijn ondersteuning van Platform Biodiversiteit en Ecosystemen en Economie en het netwerk van Natural Captains, de Green Deal Transparantie van Natuurlijk en Sociaal Kapitaal (een samenwerking van > 25 partijen), de Community of Practice Financiële Instellingen en Natuurlijk Kapitaal en het PBL programma Natuurlijk Kapitaal Nederland. In het najaar zal de Tweede Kamer in een aparte brief worden geïnformeerd over welke stappen EZ in de toekomst zal zetten om samen met maatschappelijke partners te stimuleren dat publieke en private organisaties natuurlijk adequaat waarderen en meewegen in besluiten. Hiermee wordt tevens bijgedragen aan de uitvoering van de duurzame ontwikkelingsdoelen (Sustainable Development Goals, SGDs), specifiek subdoel 12.2. De duurzame ontwikkelingsdoelen zijn op 25 september 2015 door alle lidstaten van de Verenigde Naties aangenomen.
-
– Natuurcombinaties: Onder de noemer natuurcombinaties werkt EZ aan de borging van het natuurbelang in andere sectoren. Door het belang en de (economische) waarde van natuur en natuurlijke processen voor een sector in beeld te brengen, ontstaat er in die sector een belang om zorgvuldig met de natuur om te gaan. Het beschikbare budget wordt ingezet voor ondersteuning van kansrijke maatschappelijke initiatieven, opbouw van kennis door ondersteuning van onderzoeken en pilots verspreiding van kennis, netwerkvorming waardoor initiatiefnemers en koplopers van elkaar kunnen leren en het sluiten van Green Deals en Citydeals. Daarbij focust de inzet zich op natuurinclusieve landbouw, natuur in de stad, natuur en gezondheid en biomimicry.
-
– Programmatische Aanpak Stikstof (PAS): Nederland zet de Programmatische Aanpak Stikstof in voor het realiseren van de Natura 2000-doelen, terwijl tegelijkertijd economische ontwikkeling mogelijk wordt gemaakt. Het Programma Aanpak Stikstof is op 1 juli 2015 in werking getreden. Het opdrachtenbudget wordt onder andere ingezet voor het meten van effecten van het PAS op de stikstof en ammoniakconcentraties, kosten voor herzieningen van het plan als gevolg van monitoring en bijsturing, en het beheer van het rekeninstrument Aerius.
Internationale samenwerking
Dit budget wordt onder meer ingezet voor de uitvoering van acties die zijn afgesproken bij internationale verdragen en afspraken over biodiversiteit, kennis en wetenschap, handel in bedreigde diersoorten (CITES), migrerende soorten, wetlands, bos, hout en walvissen. Daarnaast worden uitgaven gedaan voor In Beslag genomen Goederen (IBG) in het kader van handel in bedreigde diersoorten. Verder wordt een bijdrage verstrekt voor de implementatie van de aan biodiversiteit gerelateerde onderdelen van de VN Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling en de daaraan gekoppelde doelstellingen (Sustainable Development Goals). Zo wordt er internationaal aandacht besteed aan de synergie tussen natuur en voedselproductie en integraal landgebruik en wordt gewerkt aan het beprijzen van de positieve externe effecten van natuur op economie (natural capital acounting). Ook wordt gewerkt aan het beperken van de ecologische voetafdruk van Nederland door het tegengaan van ontbossing, het bevorderen van duurzaam bosbeheer en het verduurzamen van de productie van en de handel in de belangrijkste handelsketens die in relatie tot ontbossing en duurzaambosbeheer van grote invloed zijn, zoals die van palmolie, soja en hout (inclusief houtige biomassa voor energiedoeleinden). Het verduurzamen van deze handelsketens wordt samen met het bedrijfsleven en NGO’s opgepakt. Hiervoor worden diverse bijdragen verstrekt.
Overige stelsel activiteiten
Het budget wordt met name ingezet voor verplichte monitoring en evaluatie, inclusief het verzamelen van de noodzakelijke gegevens. Het verzamelen van gegevens over planten, dieren en habitats (monitoring) is nodig voor het volgen van internationale natuurdoelen en het opstellen van de internationale rapportages op het gebied van natuur- en biodiversiteit (waaronder de EU-richtlijnen, CBD, Verdrag van Bern, -Bonn, Waddenverdrag). Deze worden vooral via het Netwerk Ecologische Monitoring (NEM) verzameld. Verder verstrekt EZ een bijdrage aan de Databank Flora en Fauna en aan het CBS voor de statistische bewerking van natuurgegevens.
Bijdragen aan andere overheden
Natuur en biodiversiteit op land
Voor de periode 2014–2017 is eenmalig een bedrag toegezegd van € 7,5 mln voor natuurprojecten in Caribisch Nederland. De doelen die hiermee worden nagestreefd zijn: behoud van koraal, in het bijzonder erosiebestrijding; duurzaam gebruik van natuur bijvoorbeeld door de toegankelijkheid te vergroten; synergie tussen natuur en landgebruik (landbouw en toerisme).
Natuur en biodiversiteit Grote Wateren
Sinds 2006 wordt het Natuurherstel Programma Westerschelde (NPW) uitgevoerd. Door middel van diverse projecten, waaronder de Hedwigepolder, wordt minimaal 600 hectare nieuwe estuariene natuur gecreëerd. De planvorming is afgerond en het Rijk stelt de middelen als een specifieke uitkering beschikbaar aan de provincie Zeeland die de diverse projecten uitvoert.
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties
Nederland is partij bij een aantal internationale verdragen die opgericht zijn voor het behoud van de mondiale biodiversiteit met als doel dat de mondiale biodiversiteit en de relatie die dit met de Nederlandse biodiversiteit heeft, behouden wordt. Ondertekening en toetreding bij een verdrag leidt tot contributieverplichting aan de betreffende organisatie. Uit deze post worden onder meer de contributies betaald aan (inter)nationale organisaties.
Bijdrage ZBO’s/RWT’s
Het betreft een bijdrage aan de organisatiekosten van Staatsbosbeheer en voor opdrachten en projecten aan Staatsbosbeheer zoals het beheer van rijksmonumenten. De opdracht voor de uitvoering van NURG staat vermeld onder opdrachten Natuur en Biodiversiteit Grote Wateren.
Bijdragen aan agentschappen
Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland (RVO.nl)
De bijdrage is onder meer voor de uitvoering van taken voor het versterken van de ecologie, het versterken van de relatie van de ecologie met de economie, uitvoering van de natuurwetgeving, uitvoering van CITES en de uitvoering van het agrarisch natuurbeheer.
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)
De NVWA levert een bijdrage aan duurzame instandhouding van de biodiversiteit, tegengaan van illegale handel en bezit van bedreigde dier- en plantensoorten en producten daarvan, tegengaan van illegale handel in hout(producten) en toezien op rechtmatig gebruik van natuursubsidies. Het betreft handhaving op de Flora- en Faunawet, Natuurbeschermingswet 1998, FLEGT en CITES-regelgeving. De NVWA opereert in een handhavingsketen van partijen zoals Douane, Politie, OM, Staatsbosbeheer, Kustwacht, RVO.nl en omgevingsdiensten.
Toelichting op de ontvangsten
Landinrichtingsrente
Tot aan de start van het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) in 2007 werd wettelijke landinrichting uitgevoerd op basis van de Landinrichtingswet. Op grond van deze wet schiet het Rijk de kosten van een landinrichting voor en worden de kosten daarna door de gezamenlijke eigenaren terugbetaald. Dit gebeurt door middel van de zogenaamde landinrichtingsrente. Op dit moment zijn er nog diverse projecten op basis van de Landinrichtingswet in uitvoering. Op basis hiervan wordt voorzien dat het Rijk nog circa 30 jaar landinrichtingsrente zal ontvangen.
Verkoop gronden
Op grond van het regeerakkoord uit 2010 is sprake van een inkomstentaakstelling uit de verkoop van gronden van ZBO’s (Bureau Beheer Landbouwgronden en Staatsbosbeheer), of via overige inkomstenbronnen. Deze ontvangsten komen ten gunste van het generale beeld.
Budgettair belang fiscale maatregelen
Naast onderstaande regelingen neemt ook de Natuurschoonwet een belangrijke plaats in. Deze Nederlandse wet biedt fiscale voordelen aan eigenaars van landgoederen.
Bedragen x € 1 mln | 2016 | 2017 |
---|---|---|
Vrijstelling landinrichting | 1 | 1 |
Bosbouwvrijstelling | 5 | 5 |
Vrijstelling vergoeding bos- en natuurbeheer | 7 | 7 |
Vrijstelling bos- en natuurterreinen forfaitair rendement | 7 | 7 |
Vrijstelling natuurgrond | 4 | 4 |