De samenleving ondergaat aanzienlijke veranderingen als gevolg van elkaar opvolgende technologische ontwikkelingen, dreiging van terrorisme en het groter wordende zelf organiserend vermogen van burgers. Om gelijke tred te houden met ontwikkelingen in de samenleving en goede rechtspraak te kunnen blijven leveren, is het nodig dat rechtspraak digitaal toegankelijk is en dat processen zijn vernieuwd met als uiteindelijk doel dat rechters in hun uitspraken maximaal maatschappelijk effectief zijn. De Rechtspraak moet hiervoor blijvend innoveren. Een voorbeeld van innovatie is de oprichting van een rechtbank voor internationale handelsgeschillen, de Netherlands Commercial Court, waarvoor een wetsvoorstel (Kamerstukken 2016/2017, 34 761, nr. 2) is ingediend bij de Tweede Kamer.
De komende jaren geeft de Rechtspraak invulling aan de innovatie met de Agenda van de Rechtspraak 2015–2020. Belangrijke punten zijn investeringen in de modernisering van de behandeling van zaken door digitalisering van de procedure en investeringen in handhaving en versterking van de kwaliteit van het rechterlijke werk, in het bijzonder door het verder ontwikkelen van en werken met professionele standaarden.
Programma Kwaliteit en Innovatie
Het programma Kwaliteit en Innovatie (KEI) is voor de Rechtspraak het begin van blijvende digitale innovatie. Blijvend innoveren zorgt voor versnelling, digitalisering en vereenvoudiging van procedures, stelt de rechter beter in staat de noodzakelijke regie te voeren en levert baten op voor de maatschappij. KEI is noodzakelijk voor een snelle en toegankelijke rechtspraak, passend bij deze tijd. KEI levert een moderne rechtspraak op, draagt zorg voor een stijging van de kwaliteit en levert als beoogd neveneffect op termijn efficiencywinst.
Een gedegen invoering van KEI vergt deze jaren een forse investering en heeft grote gevolgen voor veel medewerkers van de Rechtspraak. Door KEI vervalt naar verwachting circa 40 procent van de administratieve functies binnen de griffies en ongeveer 7 procent van de functies van juridisch medewerkers. Dit betreft circa 950 fte. Een groot aantal medewerkers komt zodoende in een mobiliteitstraject terecht conform het geldende flankerend beleid.
De ramingen in de businesscase KEI worden periodiek herijkt op grond van de voortgang van de benodigde wetgeving en van de daarop gebaseerde implementatie. In het najaar van 2017 komt een actualisatie van de businesscase KEI beschikbaar waarin de meerjarige implicaties van de voortgang worden meegenomen. Vooruitlopend hierop geeft de Raad voor de rechtspraak als verwachting aan dat in de uitvoering van KEI vertraging is opgetreden. Dit leidt in 2017 en 2018 vooral tot uitstel in het kunnen realiseren van besparingen door uitstroom van personeel.
Professionele standaarden
Binnen de Rechtspraak zijn sinds 2014 professionele standaarden vastgesteld. De standaarden borgen de basiskwaliteit van het rechterlijke werk. Om die borging te kunnen blijven bieden, worden de standaarden voortdurend aangepast aan vakinhoudelijke en maatschappelijke ontwikkelingen. Het is aan de rechters zelf om de standaarden blijvend te ontwikkelen.
Realisatie | Begroting | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
Baten | |||||||
Bijdrage Ministerie van VenJ | 1.071.091 | 949.468 | 922.853 | 914.215 | 915.959 | 924.127 | 924.144 |
Overige bijdrage van Ministerie van VenJ | 22.193 | 22.193 | 22.193 | 22.193 | 22.193 | 22.193 | 22.193 |
Overige opbrengsten | 9.135 | 9.135 | 9.135 | 9.135 | 9.135 | 9.135 | 9.135 |
Rentebaten | |||||||
bijdrage meer/minder werk | – 12.752 | ||||||
Totaal baten | 1.089.667 | 980.796 | 954.181 | 945.543 | 947.287 | 955.455 | 955.472 |
Lasten | |||||||
Personele kosten | 803.622 | 771.690 | 749.844 | 721.873 | 723.204 | 729.440 | 729.453 |
Materiele kosten | 278.838 | 206.556 | 197.156 | 185.827 | 183.574 | 182.832 | 181.334 |
Afschrijvingskosten | 26.043 | 28.543 | 31.043 | 33.543 | 36.043 | 38.543 | 40.000 |
Rentekosten | 1.371 | 1.503 | 1.634 | 1.766 | 1.897 | 2.029 | 2.029 |
Gerechtskosten | 2.424 | 2.504 | 2.504 | 2.534 | 2.568 | 2.611 | 2.656 |
Totaal lasten | 1.112.298 | 1.010.796 | 982.181 | 945.543 | 947.287 | 955.455 | 955.472 |
Saldo van baten en lasten | – 22.631 | – 30.000 | – 28.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Baten
Bijdrage Ministerie van Veiligheid en Justitie
De bijdrage bestaat uit een productiegerelateerde bijdrage, een bijdrage voor gerechtskosten en een bijdrage voor overige taken. Daarnaast bevat de bijdrage middelen voor taken die niet voortvloeien uit de Wet op de rechterlijke organisatie zoals tuchtrecht en de commissies van toezicht voor het gevangeniswezen.
Overige bijdragen van het Ministerie van VenJ en overige opbrengsten
Deze posten betreffen bijdragen van het Openbaar Ministerie voor Spirit en SSR en bijdragen aan de Rechtspraak van andere departementen.
Bijdrage meer- en minderwerk
De bijdrage meer- en minderwerk (egalisatierekening van de Rechtspraak) betreft het saldo van meer- en minder- productie ten opzichte van de productie zoals wordt gefinancierd door de Minister van Veiligheid en Justitie. Het meer- en minderwerk wordt afgerekend tegen 70% van de afgesproken productgroepprijzen.
Lasten
Personele kosten
Ten opzichte van 2016 nemen de personele kosten vanaf 2017 af als gevolg van de implementatie van het programma KEI.
Materiële kosten
De materiële kosten nemen evenredig toe of af met de personele kosten. De wijzigingen in het huisvestingsstelsel leiden op termijn tot lagere kosten.
materiële vaste activa | afschrijvingstermijn |
---|---|
Hard- en software | 3 jaar |
Vervoersmiddelen, inventaris, meubilair kort en kantoormachines | 5 jaar |
Audio- en visuele middelen en stoffering | 8 jaar |
Verbouwingen, installaties, bekabeling en meubilair lang | 10 jaar |
De afschrijvingskosten van de Rechtspraak zijn berekend door de totale afschrijvingskosten op de activa in een jaar te verminderen met de verwachte vrijval in dat jaar van de balanspost «Vooruitontvangen bedragen OM». De post «Vooruitontvangen bedragen OM» betreft de eerder door het OM verstrekte bijdrage in de aanschaf van activa die gemeenschappelijk worden gebruikt door OM én ZM. Met deze bijdrage in de aanschaf heeft het OM destijds zijn deel van de afschrijvingskosten voldaan.
Rentekosten
Voor de financiering van materiële vaste activa sluit de Rechtspraak leningen af bij het Ministerie van Financiën. Voor de berekening van deze kosten wordt rekening gehouden met de door Financiën afgegeven rentepercentages. Dit rentepercentage bedraagt gemiddeld 0,1%.
Gerechtskosten
Het gaat hier om de kosten die het gerecht in civiele- en bestuurszaken maakt gedurende of als gevolg van een aan de rechter voorgelegde zaak zoals advertentiekosten bij faillissementen, tolken en vertalers en deskundigen.
Bijdrage Ministerie van Veiligheid en Justitie
In de onderstaande tabel is de bijdrage van het Ministerie van Veiligheid en Justitie gespecificeerd.
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Productiegerelateerde bijdrage | 904.914 | 878.160 | 869.382 | 871.128 | 879.297 | 879.307 |
Bijdrage voor gerechtskosten | 2.504 | 2.504 | 2.534 | 2.568 | 2.611 | 2.656 |
Bijdrage voor overige uitgaven | ||||||
Bijzondere kamers rechtspraak | 10.421 | 10.563 | 10.668 | 10.630 | 10.588 | 10.550 |
College van Beroep v/h bedrijfsleven | 6.448 | 6.449 | 6.450 | 6.450 | 6.450 | 6.450 |
Megazaken | 16.651 | 16.647 | 16.651 | 16.653 | 16.651 | 16.651 |
Bijdrage Niet-BFR 2005 taken | ||||||
Tuchtrecht | 2.804 | 2.804 | 2.804 | 2.804 | 2.804 | 2.804 |
Cie. van toezicht | 5.676 | 5.676 | 5.676 | 5.676 | 5.676 | 5.676 |
Overige | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 |
Bijdrage VenJ begroting 2018 | 949.468 | 922.853 | 914.215 | 915.959 | 924.127 | 924.144 |
De productiegerelateerde bijdrage is het meest omvangrijke deel van de bijdrage van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Deze bijdrage komt tot stand door de productieafspraken tussen Raad en Minister te vermenigvuldigen met de afgesproken prijzen. De instroomontwikkelingen blijken mede als gevolg van de economische crisis moeilijk voorspelbaar. Deze onzekerheid, alsmede de beperkte financiële mogelijkheden van het kabinet, heeft ertoe geleid dat alleen voor 2017 de gefinancierde productieafspraak gelijk is aan de instroomprognose. Voor het begrotingsjaar 2018 en de jaren daarna ligt de uit de VenJ-begroting gefinancierde productieafspraak onder het niveau van de geraamde capaciteitsbehoeften volgens het huidige Prognosemodel Justitiële Ketens.
In onderstaande tabel zijn de gefinancierde productieaantallen opgenomen.
Realisatie | Prognose | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
Totaal | 1.599.026 | 1.641.584 | 1.649.402 | 1.653.081 | 1.647.013 | 1.683.202 | 1.702.719 |
Gerechtshoven | |||||||
Civiel | 13.914 | 13.694 | 11.882 | 11.763 | 11.562 | 11.707 | 11.684 |
Straf | 35.671 | 35.539 | 35.520 | 35.785 | 35.765 | 35.747 | 35.734 |
Belasting | 7.433 | 4.184 | 3.942 | 3.971 | 4.052 | 4.134 | 4.105 |
Rechtbanken | |||||||
Civiel | 279.489 | 285.012 | 280.794 | 276.502 | 268.832 | 268.994 | 264.336 |
Straf | 174.646 | 172.450 | 174.403 | 173.551 | 173.026 | 172.598 | 172.363 |
Bestuur (excl. Vreemdelingenkamers) | 49.926 | 51.379 | 50.547 | 49.788 | 47.950 | 48.356 | 48.466 |
Bestuur (Vreemdelingenkamers) | 29.731 | 35.200 | 35.200 | 35.200 | 35.200 | 35.200 | 35.200 |
Kanton | 973.254 | 1.010.023 | 1.024.830 | 1.034.862 | 1.038.700 | 1.073.597 | 1.097.966 |
Belasting | 27.046 | 25.680 | 24.089 | 24.033 | 24.402 | 25.216 | 25.189 |
Bijzondere colleges | |||||||
Centrale Raad van Beroep | 7.916 | 8.423 | 8.195 | 7.626 | 7.524 | 7.653 | 7.676 |
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Eigen vermogen per 1-1 | 24.265 | 1.634 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Resultaat | – 22.631 | – 30.000 | – 28.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Eigen vermogen per 31-12 | 1.634 | – 28.366 | – 28.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
De financiële uitgangspositie van de Rechtspraak staat de komende jaren fors onder druk. In 2016 kon het negatieve jaarresultaat nog worden opgevangen met het beschikbare eigen vermogen. Voor 2017 wordt een verlies verwacht, met name als gevolg van de tegenvallende zaaksinstroom. Ook is de efficiencyverhoging door de voortgang van het programma Kwaliteit en Innovatie (KEI) lager dan eerder geraamd. Ook voor 2018 doen deze tegenvallers zich voor, leidend tot een verwacht verlies. Bezien wordt of met de inzet van de egalisatierekening een deel van de oplossing van deze problematiek kan worden gevonden.
Doorlooptijden
In onderstaande tabel wordt de realisatie weergegeven ten opzichte van de norm.
Norm | Realisatie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|
2013 | 2014 | 2015 | 2016 | |||
Civiel- handelszaken rechtbanken | ||||||
Handelszaken met verweer – norm 1 | 90% | ≤ 2 jaar | 81% | 86% | 87% | 89% |
Handelszaken met verweer – norm 2 | 70% | ≤ 1 jaar | 55% | 60% | 62% | 65% |
Handelszaken zonder verweer (verstek) | 90% | ≤ 6 wkn. | 77% | 79% | 84% | 78% |
Beëindigde faillissementen | 90% | ≤ 3 jaar | 81% | 79% | 77% | 72% |
Handelsrekesten (vooral insolventie) | 90% | ≤ 3 mnd. | 81% | 83% | 80% | 76% |
Kort gedingen / vovo’s (inclusief familierecht) | 95% | ≤ 3 mnd. | 93% | 92% | 92% | 92% |
Civiel- familiezaken rechtbanken | ||||||
Scheidingszaken totaal (exclusief vovo’s) | 95% | ≤ 1 jaar | 94% | 93% | 93% | 94% |
– waarvan op gemeenschappelijk verzoek | 95% | ≤ 2 mnd. | 90% | 90% | 92% | 94% |
Alimentatiezaken, bijstandsverhaal | 90% | ≤ 1 jaar | 93% | 92% | 92% | 93% |
Omgang- en gezagzaken | 85% | ≤ 1 jaar | 83% | 83% | 87% | 85% |
Jeugdbeschermingszaken kinderrechter | 90% | ≤ 3 mnd. | 90% | 90% | 89% | 89% |
– waarvan eerste verzoeken tot OTS | 80% | ≤ 3 wkn. | 72% | 71% | 68% | 66% |
Bestuursrechtelijke zaken rechtbanken | ||||||
Reguliere bestuurszaken, bodemzaken – norm 1 | 90% | ≤ 1 jaar | 84% | 85% | 82% | 83% |
Reguliere bestuurszaken, bodemzaken – norm 2 | 70% | ≤ 9 mnd. | 68% | 70% | 68% | 68% |
Voorlopige voorzieningen bestuur regulier | 90% | ≤ 3 mnd. | 95% | 95% | 95% | 97% |
Vreemdelingenzaken, bodemzaken | 90% | ≤ 9 mnd. | 81% | 88% | 84% | 90% |
Belastingzaken lokaal, bodemzaken | 90% | ≤ 9 mnd. | 62% | 62% | 55% | 30% |
Rijksbelastingzaken, bodemzaken – norm 1 | 90% | ≤ 18 mnd. | 86% | 76% | 74% | 79% |
Rijksbelastingzaken, bodemzaken – norm 2 | 70% | ≤ 1 jaar | 67% | 60% | 59% | 56% |
Kantonzaken | ||||||
Handelszaken met verweer – norm 1 | 90% | ≤ 1 jaar | 94% | 95% | 94% | 94% |
Handelszaken met verweer – norm 2 | 75% | ≤ 6 mnd. | 75% | 77% | 76% | 77% |
Arbeidsontbindingen op tegenspraak | 95% | ≤ 3 mnd. | 96% | 95% | 94% | 86% |
Handelsrekesten, niet-arbeidszaken | 95% | ≤ 6 mnd. | 87% | 86% | 83% | 87% |
Handelszaken zonder verweer (verstek) | 90% | ≤ 6 wkn. | 97% | 98% | 98% | 98% |
Kort gedingen / vovo’s | 95% | ≤ 3 mnd. | 97% | 97% | 96% | 95% |
Overtredingszaken | 85% | ≤ 1 mnd. | 86% | 87% | 89% | 90% |
Mulderzaken | 80% | ≤ 3 mnd. | 66% | 63% | 58% | 35% |
Strafzaken rechtbanken | ||||||
Strafzaken MK (= meervoudig behandeld) | 90% | ≤ 6 mnd. | 78% | 81% | 81% | 83% |
Politierechterzaken (incl. economische) | 90% | ≤ 5 wkn. | 87% | 87% | 87% | 86% |
Strafzaken bij de kinderrechter (enkelvoudig) | 85% | ≤ 5 wkn. | 77% | 83% | 81% | 80% |
Raadkamerzaken m.b.t. voorlopige hechtenis | 100% | ≤ 2 wkn. | 99% | 99% | 99% | 99% |
Raadkamerzaken niet voorlopige hechtenis | 85% | ≤ 4 mnd. | 80% | 78% | 76% | 74% |
Norm | realisatie 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | ||
---|---|---|---|---|---|---|
Civiel – handelszaken hoven | ||||||
Handelszaken dagvaardingen – norm 1 | 90% | ≤ 2 jaar | 80% | 80% | 81% | 81% |
Handelszaken dagvaardingen – norm 2 | 70% | ≤ 1 jaar | 46% | 47% | 48% | 46% |
Isolventierekesten | 90% | ≤ 2 mnd. | 31% | 52% | 65% | 46% |
Handelsrekesten, niet insolventie | 90% | ≤ 6 mnd. | 52% | 44% | 46% | 60% |
Civiel – familiezaken hoven | ||||||
Familierekesten | 90% | ≤ 1 jaar | 91% | 92% | 90% | 91% |
– waarvan Jeugdbeschermingszaken | 90% | ≤ 4 mnd. | 85% | 83% | 85% | 77% |
Belastingzaken hoven | ||||||
Belastingzaken – norm 1 | 90% | ≤ 18 mnd. | 76% | 75% | 78% | 85% |
Belastingzaken – norm 2 | 70% | ≤ 1 jaar | 44% | 53% | 51% | 67% |
Strafzaken hoven | ||||||
Meervoudige Kamer-zaken | 85% | ≤ 9 mnd. | 63% | 67% | 65% | 64% |
EK-strafzaken, niet kantonappellen | 85% | ≤ 6 mnd. | 24% | 41% | 55% | 49% |
EK-strafzaken, kantonappellen | 85% | ≤ 6 mnd. | 42% | 43% | 67% | 61% |
Raadkamer m.b.t. Voorlopige Hechtenis | 90% | ≤ 2 wkn. | 62% | 69% | 74% | 71% |
Raadkamer niet m.b.t. Voorlopige Hechtenis | 80% | ≤ 4 mnd. | 45% | 51% | 57% | 51% |
Klachten niet vervolgen (12 Sv) | 85% | ≤ 6 mnd. | 34% | 35% | 34% | 32% |
Uitwerken (MK) strafzaak i.v.m. cassatie | 100% | ≤ 6 mnd. | 70% | 70% | 65% | 66% |
Kasstroom
De operationele kasstroom bestaat uit het saldo van baten en lasten gecorrigeerd voor afschrijvingen, mutaties in eventuele voorzieningen en in mutaties in het netto werkkapitaal.
Realisatie | Begroting | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | ||
1. | Rekening courant RHB 1 januari (plus stand depositorekeningen) | 158.131 | 167.915 | 132.915 | 131.281 | 101.281 | 71.281 | 41.281 |
2. | Totaal operationele kasstroom | 39.870 | – 6.457 | 1.043 | 3.543 | 6.043 | 8.543 | 10.000 |
–/– totaal investeringen | – 23.582 | – 40.000 | – 40.000 | – 40.000 | – 40.000 | – 40.000 | – 40.000 | |
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen | 121 | |||||||
3. | Totaal investeringskasstroom | – 23.461 | – 40.000 | – 40.000 | – 40.000 | – 40.000 | – 40.000 | – 40.000 |
–/– eenmalige uitkering aan moederdepartement | ||||||||
+/+ eenmalige storting door moederdepartement | 28.366 | 28.000 | ||||||
–/– Aflossingen op leningen | – 25.645 | – 28.543 | – 31.043 | – 33.543 | – 36.043 | – 38.543 | – 40.000 | |
+/+ beroep op de leenfaciliteit | 19.020 | 40.000 | 40.000 | 40.000 | 40.000 | 40.000 | 40.000 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | – 6.625 | 11.457 | 37.323 | 6.457 | 3.957 | 1.457 | 0 |
5. | Rekening courant RHB 31 december plus stand depositorekeningen* | 167.915 | 132.915 | 131.281 | 101.281 | 71.281 | 41.281 | 11.281 |
* incl. rekening-courantstand egalisatierekening | 53.895 | 53.895 | 53.895 | 53.895 | 53.895 | 53.895 | 53.895 |
Investeringen
Om de kapitaalgoederenvoorraad op peil te kunnen houden is jaarlijks een vervangingsinvestering van € 40 mln. nodig. Daarnaast is rekening gehouden met de relatief beperkte, noodzakelijke uitbreidingsinvesteringen.
Omschrijving | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 |
---|---|---|---|---|---|
Hard- en software | 16.598 | 25.098 | 25.098 | 25.098 | 25.098 |
Vervoersmiddelen, inventaris, meubilair kort en kantoormachines | 2.131 | 1.131 | 1.131 | 1.131 | 1.131 |
Audio- en visuele middelen en stoffering | 12.925 | 8.425 | 8.425 | 8.425 | 8.425 |
Verbouwingen, installaties en meubilair lang | 8.346 | 5.346 | 5.346 | 5.346 | 5.346 |
Totaal | 40.000 | 40.000 | 40.000 | 40.000 | 40.000 |
Investeringen verdeeld naar vervanging en uitbreiding | |||||
Vervanging | 36.355 | 39.045 | 38.538 | 38.778 | 37.599 |
Uitbreiding | 3.645 | 955 | 1.462 | 1.222 | 2.401 |