De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) is dé toelatingsorganisatie van Nederland die als uitvoeringsorganisatie het immigratie- en asielbeleid effectief en efficiënt uitvoert in samenwerking met de partners in de keten. Dit houdt in dat de IND de aanvragen beoordeelt van vreemdelingen die in Nederland willen verblijven of Nederlander willen worden.
Realisatie | Begroting | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
Baten | |||||||
Omzet moederdepartement | 344.600 | 341.432 | 323.148 | 299.587 | 299.904 | 299.870 | 299.585 |
Omzet overige departementen | |||||||
Omzet derden | 67.991 | 50.360 | 47.360 | 47.360 | 47.360 | 47.360 | 47.360 |
Rentebaten | |||||||
Vrijval voorzieningen | |||||||
Bijzondere baten | 1.493 | ||||||
Totaal baten | 414.084 | 391.792 | 370.508 | 346.947 | 347.264 | 347.230 | 346.945 |
Lasten | |||||||
Apparaatskosten | |||||||
– Personele kosten | 257.191 | 261.500 | 246.500 | 226.500 | 226.500 | 226.500 | 227.000 |
– waarvan eigen personeel | 212.355 | 215.000 | 215.000 | 215.000 | 215.000 | 215.000 | 215.500 |
– waarvan externe inhuur | 40.840 | 42.000 | 27.000 | 7.000 | 7.000 | 7.000 | 7.000 |
– waarvan overige personele kosten | 3.996 | 4.500 | 4.500 | 4.500 | 4.500 | 4.500 | 4.500 |
– Materiële kosten | 59.337 | 60.494 | 55.863 | 54.566 | 54.873 | 56.338 | 56.342 |
– waarvan ICT | 1.181 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 |
– waarvan bijdrage aan SSO’s | 38.545 | 40.932 | 39.926 | 39.026 | 39.026 | 39.926 | 39.926 |
– waarvan overige materiële kosten | 19.611 | 18.562 | 14.937 | 14.540 | 14.847 | 15.412 | 15.416 |
– Materiële programmakosten | 44.806 | 49.098 | 47.445 | 45.181 | 45.191 | 45.192 | 45.403 |
Rentelasten | 86 | 200 | 200 | 200 | 200 | 200 | 200 |
Afschrijvingskosten | 17.140 | 20.500 | 20.500 | 20.500 | 20.500 | 19.000 | 18.000 |
– materieel | 3.410 | 6.000 | 6.000 | 6.000 | 6.000 | 4.500 | 4.500 |
– waarvan apparaat ICT | 2.500 | 2.500 | 2.500 | 2.500 | 2.500 | 2.500 | |
– immaterieel | 13.730 | 14.500 | 14.500 | 14.500 | 14.500 | 14.500 | 13.500 |
Overige kosten | 5.146 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
– dotaties voorzieningen | 4.650 | ||||||
– bijzondere lasten | 496 | ||||||
Totaal lasten | 383.706 | 391.792 | 370.508 | 346.947 | 347.264 | 347.230 | 346.945 |
Saldo van baten en lasten | 30.378 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Baten
Toelichting meerjarige begroting van baten en lasten
De totale omzet is gebaseerd op de vastgestelde kostprijzen (P), de verwachte instroom- en productieaantallen (Q) en een lumpsumbekostiging voor de materiële kosten (ICT, huisvesting e.d.) en de kosten voor de staf. In tabel 02.4 doelmatigheidsindicatoren is de integrale omzet gesplitst naar hoofdproduct. De bekostiging van de IND bestaat uit een bijdrage van het moederdepartement en de opbrengsten derden.
Omzet moederdepartement
Voor 2019 is de bijdrage vanuit het moederdepartement gebaseerd op een asielinstroom van 23.950 (asiel- en overige instroom). Hiermee is de IND in staat om de verwachte aantallen asielverzoeken te kunnen afhandelen. Vanaf 2020 is een meerjarige asielinstroom van 22.500 per jaar geraamd.
De omzet moederdepartement daalt in 2019 t.o.v. 2018 door een lagere verwachte asielinstroom. De verwachte instroom in 2018 staat geraamd op 27.800 (asiel- en overige instroom).
Omzet derden
De opbrengsten derden bestaan voor het belangrijkste deel uit leges die vreemdelingen betalen voor het behandelen van aanvragen voor verblijfsvergunning regulier of verzoeken tot naturalisatie. De verwachte legesopbrengsten bedragen vanaf 2019 € 40,4 mln. Door verlaging van de legestarieven in 2018 neemt de omzet derden af. Daarnaast bestaan de opbrengsten uit onderverhuur en bijdragen uit Europese subsidies (€ 8,5 mln.).
Lasten
Personele kosten
De benodigde capaciteit voor het primaire proces is opgebouwd uit ambtelijke medewerkers en externe inhuur. De inzet van uitzendkrachten in het primaire proces is een doelmatig instrument om flexibel te kunnen inspelen op wisselingen in de instroom. Daarnaast zijn in de begroting de ingehuurde ICT-deskundigen opgenomen onder externe inhuur. De kosten voor externe inhuur zullen de komende jaren afnemen door een lagere verwachte asielinstroom.
Realisatie | Begroting | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
Eigen personeel | |||||||
kosten (x € 1.000) | 212.355 | 215.000 | 215.000 | 215.000 | 215.000 | 215.000 | 215.500 |
aantal fte | 3.057 | 3.050 | 3.050 | 3.050 | 3.050 | 3.050 | 3.050 |
Externe inhuur | |||||||
kosten (x € 1.000) | 40.840 | 42.000 | 27.000 | 7.000 | 7.000 | 7.000 | 7.000 |
Overige personeelskosten (x € 1.000) | 3.996 | 4.500 | 4.500 | 4.500 | 4.500 | 4.500 | 4.500 |
Totale kosten (x € 1.000) | 257.191 | 261.500 | 246.500 | 226.500 | 226.500 | 226.500 | 227.000 |
Materiële kosten
De materiële kosten houden verband met de bedrijfsvoering van de IND en betreffen onder andere huisvesting en in- en uitbesteding. De programmakosten hebben een directe relatie met de uitvoering van te leveren prestaties (tolken, proceskosten, verzorging, laboratoriumonderzoek en documenten). Ook de kosten van automatisering voor het primair proces vallen onder programmakosten.
De rentelasten hangen samen met het beroep op de leenfaciliteit. Over de aangegane leningen voor de financiering van de investeringen in de (im)materiële vaste activa wordt rente betaald.
Realisatie | Begroting | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | ||
1 | Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen | 82.009 | 108.870 | 92.670 | 93.770 | 105.870 | 116.970 | 127.220 |
+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom | 459.806 | 391.792 | 370.508 | 346.947 | 347.264 | 347.230 | 346.945 | |
–/– totaal uitgaven operationele kasstroom | – 407.616 | – 376.292 | – 356.008 | – 326.447 | – 326.764 | – 328.230 | – 328.945 | |
2 | Totaal operationele kasstroom | 52.190 | 15.500 | 14.500 | 20.500 | 20.500 | 19.000 | 18.000 |
–/– totaal investeringen | – 9.294 | – 23.000 | – 10.800 | – 8.000 | – 10.350 | – 10.350 | – 8.000 | |
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen | 782 | 0 | ||||||
3 | Totaal investeringsstroom | – 8.512 | – 23.000 | – 10.800 | – 8.000 | – 10.350 | – 10.350 | – 8.000 |
–/– eenmalige uitkering aan moederdepartement | – 4.133 | – 19.700 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
+/+ eenmalige storting door moederdepartement | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
–/– aflossingen op leningen | – 14.464 | – 12.000 | – 13.400 | – 8.400 | – 9.400 | – 8.750 | – 12.650 | |
+/+ beroep op leenfaciliteit | 1.780 | 23.000 | 10.800 | 8.000 | 10.350 | 10.350 | 8.000 | |
4 | Totaal financieringskasstroom | – 16.817 | – 8.700 | – 2.600 | – 400 | 950 | 1.600 | – 4.650 |
5 | Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 108.870 | 92.670 | 93.770 | 105.870 | 116.970 | 127.220 | 132.570 |
Toelichting op het kasstroomoverzicht
De investeringen hebben betrekking op inventarissen en installaties (o.a. aanpassingen voor de invoering van het Nieuwe Werken en het nieuwe asielproces), hard- en software (investeringen voor o.a. projecten op het gebied van Data, Kennis en informatiemanagement en de Algemene Verordening Gegevensbescherming) en immateriële vaste activa (o.a. doorontwikkeling van het informatiesysteem INDIGO).
Doelmatigheid
Realisatie | Begroting | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
Omschrijving generiek deel | |||||||
IND totaal: | |||||||
FTE-totaal (excl. externe inhuur) | 3.057 | 3.050 | 3.050 | 3.050 | 3.050 | 3.050 | 3.050 |
Saldo van baten en lasten (% van de baten) | 7,0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% |
Asiel | |||||||
Doorlooptijd (wettelijke termijn) in % | 86 | 90 | 90 | 90 | 90 | 90 | 90 |
Standhouden van beslissingen in % | 90 | 85 | 85 | 85 | 85 | 85 | 85 |
Gemiddelde kostprijs (x € 1) | 2.620 | 3.310 | 3.483 | 3.428 | 3.438 | 3.431 | 3.431 |
Omzet (x € 1 mln.) | 169 | 199 | 188 | 154 | 154 | 154 | 154 |
Regulier | |||||||
Doorlooptijd (wettelijke termijn) in % | 82 | 95 | 95 | 95 | 95 | 95 | 95 |
Standhouden van beslissingen in % | 86 | 80 | 80 | 80 | 80 | 80 | 80 |
Gemiddelde kostprijs (x € 1) | 797 | 816 | 832 | 800 | 800 | 800 | 800 |
Omzet (x € 1 mln.) | 219 | 179 | 168 | 175 | 176 | 176 | 176 |
Naturalisatie | |||||||
Doorlooptijd (wettelijke termijn) in % | 93 | 95 | 95 | 95 | 95 | 95 | 95 |
Gemiddelde kostprijs (x € 1) | 714 | 716 | 729 | 712 | 712 | 712 | 712 |
Omzet (x € 1 mln.) | 15 | 16 | 17 | 19 | 19 | 19 | 19 |
Doorlooptijd
De huidige procedure voor het behandelen van een aanvraag heeft tot doel om zo snel mogelijk duidelijkheid te geven over de uitkomst, waarbij op een zorgvuldige manier wordt getoetst aan de voorwaarden voor het verkrijgen van een asielvergunning, regulier verblijf of naturalisatie.
Het streven is om het grootste deel van de asielaanvragen af te handelen in de eerste 8 dagen (AA procedure). Voor de overige asielaanvragen geldt dat de IND streeft naar een tijdigheid van minimaal 90% en 95% voor de aanvragen voor regulier verblijf en naturalisatie.
De doorlooptijd binnen de asielprocedures is sterk afhankelijk van de daadwerkelijke ontwikkelingen in de instroom en de zwaarte van de af te handelen asielverzoeken.
Standhouden beslissing
Deze indicator geeft aan in hoeveel procent van de gevallen de beslissingen van de IND standhouden voor de rechter. Dit is een (gedeeltelijke) indicatie van de kwaliteit van beslissingen die de IND neemt in vreemdelingenzaken (asiel en regulier). In de tijd tussen een beslissing en een beroep kunnen zich echter ook nieuwe feiten voordoen die van invloed zijn op de beslissing.
Kostprijs per productgroep
De kostprijzen worden jaarlijks herijkt en vastgesteld door de eigenaar. De stijging van de kostprijzen wordt verklaard door de jaarlijkse loon- en prijsbijstelling.
In de jaren 2018 en 2019 stijgt de kostprijs asiel. De hogere kostprijs asiel wordt verklaard door een afnemend aantal asiel nareizigers in de jaren 2018 en 2019. Deze aanvraag is een relatief eenvoudige handeling waardoor de gemiddelde kostprijs in deze jaren lager uitvalt. Vanaf 2020 laat de kostprijs asiel weer een stabiel beeld zien.
Omzet per prijsgroep
De IND wordt afgerekend op basis van output. De omzet per productgroep wordt gebaseerd op de integrale kostprijs en de verwachte aantallen af te handelen aanvragen. Voor asiel wordt uitgegaan van instroom van 21.950 voor 2019 en vanaf 2020 meerjarig 22.500.