Budgettaire gevolgen van beleid
Ontwerpbegroting 2021 (1) | Mutaties via NvW, ISB, moties en amendementen (2) | Vastgestelde begroting 2021 (3) = (1) + (2) | Mutaties 1e suppletoire begroting (4) | Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) | Mutatie 2022 | Mutatie 2023 | Mutatie 2024 | Mutatie 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 378.329 | 100.000 | 478.329 | ‒ 13.983 | 464.346 | 10.181 | ‒ 27.982 | ‒ 7.550 | ‒ 1.750 |
Uitgaven | 437.329 | 100.000 | 537.329 | 624 | 537.953 | ‒ 18.577 | ‒ 58.402 | 5.563 | 20.710 |
4.1 Energietransitie en duurzaamheid | 432.112 | 100.000 | 532.112 | ‒ 7.164 | 524.948 | ‒ 18.577 | ‒ 58.402 | 5.563 | 20.710 |
Subsidies (regelingen) | |||||||||
Energiebesparing Koopsector | 18.500 | 0 | 18.500 | 74.400 | 92.900 | ‒ 7.200 | ‒ 10.400 | 3.000 | 0 |
Energiebesparing Huursector | 37.000 | 0 | 37.000 | ‒ 1.200 | 35.800 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Energietransitie en duurzaamheid | 77.071 | 0 | 77.071 | ‒ 66.500 | 10.571 | 0 | 0 | 0 | 0 |
SAH | 19.400 | 0 | 19.400 | 1.600 | 21.000 | ‒ 32.200 | ‒ 35.400 | 20.000 | 28.000 |
Warmtefonds | 67.000 | 0 | 67.000 | ‒ 39.600 | 27.400 | 7.200 | 10.400 | ‒ 3.000 | 0 |
Opdrachten | |||||||||
Energietransitie en duurzaamheid | 2.536 | 0 | 2.536 | 560 | 3.096 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | |||||||||
Energietransitie en duurzaamheid | 5.034 | 0 | 5.034 | 0 | 5.034 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdrage aan medeoverheden | |||||||||
Programma reductie energieverbruik | 40.000 | 0 | 40.000 | 54.974 | 94.974 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Aardgasvrije wijken | 0 | 0 | 0 | 18.884 | 18.884 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontzorging maatschappelijk vastgoed | 0 | 0 | 0 | 15.000 | 15.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ventilatie in scholen | 0 | 100.000 | 100.000 | ‒ 447 | 99.553 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdrage aan agentschappen | |||||||||
ILT (Handhaving Energielabel) | 532 | 0 | 532 | 0 | 532 | 0 | 0 | 0 | 0 |
RVO.nl (Uitvoering Energieakkoord) | 47.254 | 0 | 47.254 | ‒ 23.675 | 23.579 | 17.649 | ‒ 1.875 | 200 | 1.000 |
Dienst Publiek en Communicatie | 0 | 0 | 0 | 600 | 600 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Diverse Agentschappen | 600 | 0 | 600 | ‒ 600 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
RVO.nl (Energietransitie en duurzaamheid) | 11.221 | 0 | 11.221 | 16.117 | 27.338 | 2.882 | 943 | 0 | 0 |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken | |||||||||
Gemeentefonds (H50) | 94.199 | 0 | 94.199 | ‒ 46.684 | 47.515 | 6.000 | ‒ 10.000 | ‒ 5.000 | 0 |
EGO | 10.409 | 0 | 10.409 | ‒ 9.543 | 866 | ‒ 9.858 | ‒ 10.020 | ‒ 7.587 | ‒ 6.240 |
Handhaving energielabel C | 1.356 | 0 | 1.356 | ‒ 1.050 | 306 | ‒ 3.050 | ‒ 2.050 | ‒ 2.050 | ‒ 2.050 |
4.2 Bouwregelgeving en bouwkwaliteit | 5.217 | 0 | 5.217 | 7.788 | 13.005 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Subsidies (regelingen) | |||||||||
Bouwregelgeving en bouwkwaliteit | 3.584 | 0 | 3.584 | 7.838 | 11.422 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Opdrachten | |||||||||
Bouwregelgeving en bouwkwaliteit | 1.570 | 0 | 1.570 | ‒ 50 | 1.520 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdrage aan agentschappen | |||||||||
ILT (Toezicht EU-Bouwregelgeving) | 55 | 0 | 55 | 0 | 55 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken | |||||||||
Infrastructuur en Waterstaat (H12) | 8 | 0 | 8 | 0 | 8 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 91 | 0 | 91 | 0 | 91 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Van het totale uitgavenbudget op artikel 4 is 99,6% juridisch verplicht.
4.1 Energietransitie en duurzaamheid
Subsidies (regelingen)
Energiebesparing Koopsector
Voor de Subsidie Energiebesparing Eigen Huis (SEEH) was in het najaar van 2020 in de eerste instantie sprake van een vertraging op de uitputting van de regeling. Bij tweede suppletoire begroting 2020 is daarom € 40 mln. afgeboekt en deze middelen zijn nu weer toegevoegd aan het budget voor 2021. Het budget voor SEEH is uiteindelijk overschreden met € 5,7 mln. door aantrekken van de aanvragen in december 2020. De overschrijding van € 5,7 mln. wordt in mindering gebracht op het budget voor 2021.
Daarnaast worden er meerjarige middelen gerealloceerd binnen het instrument tussen Energiebesparing Koopsector en het Warmtefonds ten behoeve van de overvraag van woningeigenaren en VvE's op de SEEH-regeling en de voortzetting van de SEEH-regeling voor VvE's (Kamerstukken II 2020/21, 32813, nr. 667).
Energiebesparing Huursector
In 2020 is het budget voor de regeling Stimuleringsregeling Energiebesparing Huursector (STEP) met € 1,2 mln. overschreden. De overschrijding wordt in mindering gebracht op het budget voor 2021.
Energietransitie en duurzaamheid
De regeling Reductie Energiegebruik Woningen (RREW) wordt uitgevoerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Hiervoor wordt in totaal € 55 mln. gerealloceerd naar de instrumenten Bijdrage aan medeoverheden en Bijdrage aan agentschappen om de specifieke uitkering en de uitvoeringskosten voor RVO op het juiste instrument te verantwoorden. Met deze middelen kunnen gemeenten huurders en eigenaar-bewoners stimuleren energie te besparen in hun woning.
Daarnaast wordt € 2,1 mln. herschikt naar het instrument Bijdrage aan agentschappen voor de uitvoering van het Programma Aardgasvrije Wijken (PAW) door RVO. Tevens wordt € 9 mln. herschikt naar het instrument Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken in het kader van de BZK-bijdrage aan de ophoging van de Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE) van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) met het doel om particuliere koopwoningen op een warmtenet aan te sluiten.
SAH
Het gaat hier om diverse mutaties, waaronder de reallocatie van € 16,8 mln. van de Stimuleringsregeling Aardgasvrije Huurwoningen (SAH) vanuit het instrument Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken. Daarnaast schuift € 3,2 mln. van 2020 naar 2021, omdat een openstaande verplichting in 2020 niet meer tot betaling is gekomen. De uitbetaling vindt plaats in 2021.
Tot slot worden de beschikbare middelen voor de SAH-regeling in het juiste kasritme gezet op basis van de prognose van RVO. Uitbetaling van de middelen loopt naar verwachting tot en met 2028. Het is nu nog niet mogelijk om de middelen in het juiste kasritme te zetten voor 2027 en 2028. Komende jaren zullen daarom aanvullende kasschuiven nodig zijn om de juiste middelen naar 2027 en 2028 te schuiven.
Warmtefonds
Binnen het instrument worden meerjarige middelen gerealloceerd tussen Energiebesparing Koopsector en het Warmtefonds ten behoeve van de overvraag van woningeigenaren en VvE's op de SEEH-regeling en de voortzetting van de SEEH-regeling voor VvE's (Kamerstukken II 2020/21, 32813, nr. 667).
Bijdrage aan medeoverheden
Programma reductie energieverbruik
Dit betreft voornamelijk de reallocatie van circa € 54,4 mln. vanuit het instrument Subsidies voor specifieke uitkeringen in het kader van de regeling RREW. Met deze middelen kunnen gemeenten huurders en eigenaar-bewoners stimuleren energie te besparen in hun woning. Daarnaast is er in 2020 € 0,6 mln. minder uitgegeven. De middelen worden toegevoegd aan de begroting in 2021.
Aardgasvrije wijken
Voor het restant van de tweede tranche proeftuinen aardgasvrije wijken wordt circa € 18,8 mln. herschikt vanuit het instrument Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken om de middelen op het juiste instrument te verantwoorden.
Specifieke uitkering Groningse proeftuinen aardgasvrije wijken
In 2021 wordt een specifieke uitkering voor de Groningse proeftuinen aardgasvrije wijken overgemaakt. Hieronder is een overzicht opgenomen waarin, conform artikel 17 lid 2 van de Financiële-verhoudingenwet, de maximaal te ontvangen bedragen per gemeente/provincie zijn opgenomen.
Gemeente | Bedragen incl. btw | btw-compensatiefonds | Bedragen excl. btw |
---|---|---|---|
Eemsdelta | Voormalige gemeente Delfzijl : 5.165.425 Voormalige gemeente Loppersum: 5.201.736 Totaal Eemsdelta: 10.367.161 | Voormalige gemeente Delfzijl: 171.835 Voormalige gemeente Loppersum 271.829 Totaal Eemsdelta: 443.664 | Voormalige gemeente Delfzijl: 4.993.590 Voormalige gemeente Loppersum: 4.929.907 Totaal Eemsdelta: 9.923.497 |
Midden-groningen | 3.991.163 | 121.531 | 3.869.632 |
Het Hogeland | 4.000.000 | 0 | 4.000.000 |
De regio Aardbevingsgebied Groningen kent, naast de aardbevingsproblematiek, een groot aantal kansen en uitdagingen. Rijk en regio adresseren deze met elkaar in een samenwerkingsagenda. De Minister van BZK heeft middels de Kamerbrief van 6 november 2020 (Kamerstukken II 2020/21, 33529, nr. 830) aan de Tweede Kamer aangekondigd vooruitlopend op deze agenda in gesprek te gaan met gemeenten met als doel vier proeftuinen op te nemen in het programma aardgasvrije wijken.
Gekozen is voor vier wijken/dorpen die in het aardbevingsgebied vallen en waarvoor in het kader van de tweede ronde proeftuinen reeds een aanvraag was ingediend, maar die destijds niet zijn geselecteerd. Aan de betreffende gemeenten is gevraagd om het oorspronkelijke plan aan te scherpen en aan te vullen vóór een besluit tot toekenning zou worden genomen. Alle vier de plannen voldoen aan de basisvereisten die gesteld zijn aan de tweede ronde proeftuinen. De precieze afspraken zijn opgenomen in de beschikkingen. De vier gebieden worden een onderdeel van het programma aardgasvrije wijken, nemen deel in het kennis- en leerprogramma en worden opgenomen in de monitoringssystematiek van het programma.
Hierdoor wordt in totaal € 18,3 mln. extra geïnvesteerd (incl. btw) in Groningen. Hiervan gaat circa € 0,6 mln. naar het btw-compensatiefonds. Gezien de noodzaak bewoners toekomstperspectief te bieden en de breed gedragen wens in de regio om van het aardgas af te gaan, acht het Rijk dit nodig om de kansen in Groningen te benutten en slim te koppelen aan andere transities in het gebied.
De Algemene Rekenkamer heeft erop gewezen dat van belang is een zekere sturing te geven op toegekende budgetten. Voor de proeftuinen met een aardgasvrije wijk wordt daarom gekozen voor een specifieke uitkering. Tegelijkertijd vindt het kabinet nog steeds van groot belang dat partijen ervaring op doen met experimenten. Daarom is gekozen voor een specifieke uitkering met ruime beleids- en bestedingsvrijheid. De eenmalige uitkering wordt verstrekt voor de in de aanvraag genoemde activiteiten die tot doel hebben om via een wijkgerichte aanpak bestaande woningen en andere gebouwen aardgasvrij of aardgasvrij-ready te maken met het oog op leren hoe de wijkgerichte aanpak kan worden ingericht en opgeschaald. Onder aardgasvrij-ready wordt in dit verband verstaan de situatie waarin de gebouwen gereed zijn om van het aardgas af te gaan maar definitieve aansluiting van de wijk op de duurzame warmtebron plaatsvindt na 2028. Een wijk is een aaneengesloten geografisch gebied waarbinnen alle gebouwen deel uitmaken van de aanpak.
Specifieke uitkering aardgasvrij in het kader van het Nationaal Programma Rotterdam Zuid
In 2021 wordt een specifieke uitkering voor het NPRZ overgemaakt. Hieronder is een overzicht opgenomen waarin, conform artikel 17 lid 2 van de Financiële-verhoudingenwet, de maximaal te ontvangen bedragen per gemeente/provincie zijn opgenomen.
Gemeente | Bedrag |
---|---|
Rotterdam | 18.000.000 |
Op 3 december 2018 heeft de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit de Regio Deal Rotterdam-Zuid aangeboden aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II 2018/19, 29697, nr. 57). Een van de afspraken in de Regio Deal is het ontwikkelen van nieuwe proposities voor het aardgasvrij maken van (delen van) wijken van Rotterdam-Zuid. Hiervoor is (uit de Klimaatenvelop van het kabinet – middelen in het kader van het PAW) € 18 mln. beschikbaar. Zoals gemeld aan de Tweede Kamer (kamerstuk 2020/21, 82847, nr.739) is deze bijdrage afgesproken in het kader van de Regio Deal Rotterdam-Zuid. De gemeente Rotterdam heeft een voorstel opgeleverd (‘Duurzaamheid in het Nationaal Programma Rotterdam-Zuid (NPRZ)’, definitieve versie maart 2021) waarmee nadere invulling wordt gegeven aan deze bestaande afspraak tussen Rijk en regio.
De gemeente zal de bijdrage benutten om de energietransitie in kwetsbare wijken op Rotterdam-Zuid een impuls te geven, als onderdeel van het Nationaal Programma Rotterdam-Zuid (NPRZ). Een groot deel (ca de helft) van de rijksbijdrage gaat naar de bekostiging van de onrendabele top voor particuliere woningbezitters in de NPRZ-wijken Pendrecht en Reyeroord bij de overstap op een warmtenet. Dit als onderdeel van de gebiedsaanpakken aardgasvrij die in deze wijken plaatsvinden waarbij ook veel corporatiebezit wordt verduurzaamd. Daarnaast gaat een deel naar overige projecten voor verduurzaming en aardgasvrij-ready maken van woningen (o.a. VVE’s) en overige gebouwen zoals horeca, kerken en winkels (ca een derde). Tot slot wordt nadrukkelijk inhoud gegeven aan de verbinding met de sociaaleconomische opgaven in het NPRZ-gebied, middels bijvoorbeeld een energiehuis en een leer-werktraject. Centrale vraag is wat er nodig is om de energietransitie handen en voeten te geven in kwetsbare wijken. Een andere leervraag is hoe de energietransitie kan worden verbonden aan andere opgaven in het gebied zodat zowel de bewoner als de wijk daarvan profiteren.
Ontzorging maatschappelijk vastgoed
Vanuit het instrument Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken wordt € 15 mln. gerealloceerd om de middelen voor het verduurzamen van maatschappelijk vastgoed en het aansluiten van koopwoningen op warmtenetten op het juiste instrument te verantwoorden.
Bijdrage aan agentschappen
RVO.nl (uitvoering Energieakkoord)
Het gaat hier om diverse mutaties, waaronder een kasschuif voor de ontzorgingsregeling die zich richt op het realiseren van reductie van CO2-uitstoot van kleine mkb-ers. Om tot een doelmatige regeling te komen is het noodzakelijk dat een deel van de middelen beschikbaar is in 2022. Daarvoor wordt € 20 mln. geschoven naar 2022. Daarnaast zijn er bij tweede supletoire begroting 2020 middelen afgeboekt die nu weer worden toegevoegd aan de begroting. Het betreft middelen voor de uitvoeringskosten van SEEH (€ 2 mln.) en voor de subsidieregeling voor hybride warmtepompen (€ 3,5 mln.). Ook schuiven de in 2020 niet-bestede middelen voor het digitaal platform door naar 2021 als gevolg van een vertraging in het gunningstraject van het digitale platform.
Tot slot worden voor de SAH middelen uit 2022 en 2023 in het juiste kasritme gezet voor de periode 2024-2026 en worden meerjarig middelen voor uitvoeringskosten van RVO binnen het instrument gerealloceerd. Dit betreffen uitvoeringskosten voor onder andere het Kennis- en innovatieplatform verduurzaming maatschappelijk vastgoed, de renovatieversneller, het nationaal programma regionale energie strategieën (NP RES) en werkzaamheden in het kader van het energielabel.
RVO.nl (Energietransitie en duurzaamheid)
Dit betreffen voornamelijk mutaties binnen het instrument, waarbij meerjarige middelen worden gerealloceerd voor uitvoeringskosten van RVO voor onder andere het Kennis- en innovatieplatform verduurzaming maatschappelijk vastgoed, de renovatieversneller, het NP RES en werkzaamheden in het kader van het energielabel.
Daarnaast zijn er verschillende mutaties in het kader van de RVO jaaropdracht en wordt vanuit het instrument Subsidies (regelingen) circa € 0,6 mln. herschikt voor de uitvoeringskosten van de regeling RREW en € 2,1 mln. voor de uitvoering van het PAW door RVO.
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken
Gemeentefonds (H50)
Het gaat hier om diverse mutaties, waaronder het herschikken van € 18,8 mln. voor de tweede tranche proeftuinen aardgasvrije wijken en € 15 mln. voor het verduurzamen van maatschappelijk vastgoed en het aansluiten van koopwoningen op warmtenetten, naar het instrument Bijdrage aan medeoverheden om de middelen op het juiste instrument te verantwoorden.
Bij de tweede suppletoire begroting 2020 is € 16,8 mln. van het SAH-budget beschikbaar gesteld voor PAW. Dit wordt nu weer gecorrigeerd door € 16,8 mln. te realloceren naar het instrument Subsidies (regelingen) ten behoeve van de SAH-regeling. Tot slot worden de meerjarige middelen voor de derde tranche proeftuinen aardgasvrije wijken en deals aardgasvrije wijken in het juiste kasritme gezet.
EGO
Binnen het instrument wordt € 15 mln. gerealloceerd voor het verduurzamen van maatschappelijk vastgoed en het aansluiten van koopwoningen op warmtenetten. Daarnaast is € 9 mln. herschikt vanuit het instrument Subsidies (regelingen) in het kader van de BZK-bijdrage aan de ophoging van de ISDE. In totaal wordt hiervoor vanuit BZK € 24 mln. overgeboekt naar het Ministerie van EZK met het doel om particuliere koopwoningen op een warmtenet aan te sluiten.
Daarnaast worden meerjarige middelen overgeboekt naar het Ministerie van EZK voor de subsidieregelingen en uitvoeringskosten van Missiegedreven Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie (MOOI), Demonstratie Energie- en Klimaatinnovatie (DEI) en Meerjarige Missiegedreven Innovatie Programma's (MMIP) Energie-innovaties in de gebouwde omgeving. Ook wordt voor de periode 2021-2025 jaarlijks € 0,7 mln. aanvullend bijgedragen aan het Kennisplatform Energietransitie Maatschappelijk Vastgoed (KEMV) en wordt circa € 0,5 mln. overgeboekt naar het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) voor de financiering van het Kennis- en innovatieplatform Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed.
Handhaving energielabel C
In het Bouwbesluit is vastgelegd dat per 1 januari 2023 een kantoor energielabel C of beter moet hebben om nog als kantoor gebruikt te mogen worden. De handhavingslasten van gemeenten worden via de Algemene uitkering van het gemeentefonds uitgekeerd. Hiervoor zijn de meerjarige middelen in het juiste kasritme geplaatst en worden overgeboekt naar het gemeentefonds en het btw-compensatiefonds.
4.2 Bouwregelgeving en bouwkwaliteit
Subsidies (regelingen)
Bouwregelgeving en bouwkwaliteit
Voor de kosten die zijn ontstaan door de invoering van (Europese) regelgeving wordt € 3,7 mln. toegevoegd aan deze regeling. Daarnaast is er in 2020 € 1,5 mln. te veel overgeboekt naar het btw-compensatiefonds voor de ontzorging maatschappelijk vastgoed. De terug ontvangen middelen van het btw-compensatiefonds worden weer toegevoegd aan de begroting 2021. Tot slot worden overlopende verplichtingen en daarmee niet-bestede middelen in 2020 meegenomen naar 2021.