In de begroting 2018 is de flexnorm geïntroduceerd, waarmee het inzicht in de meerjarige hardheid van de bestuurlijke afspraken is aangescherpt. De flexnorm is een percentage dat aangeeft welk aandeel van de aanlegbudgetten (inclusief investeringsruimte) naar mening van het kabinet flexibel is om bij nieuwe planvorming te betrekken. Het betreft de ruimte binnen de begroting waar nog geen definitieve oplossing is bepaald en gekozen kan worden voor een alternatieve aanwending of oplossing. Overigens geldt ook dat waar wél bestuurlijke afspraken zijn gemaakt, maar er nog geen juridische verplichtingen zijn aangegaan, de budgetten nog altijd onverminderd door de Tweede Kamer te amenderen zijn.
In de begroting 2019 zijn alle planflexibele budgetten van het Infrastruc-tuurfonds overgeheveld naar een nieuw artikel, namelijk artikel 20 Verkenningen, reserveringen en investeringsruimte. Hiermee wordt het inzicht in de flexnorm verder verbeterd.
In onderstaande tabel is weergegeven welke budgetten in de begroting 2021 conform hierboven geschetste flexnorm flexibel zijn om bij nieuwe planvorming te betrekken.
Artikel onderdeel | Omschrijving | Budgetten t/m 2034 (x € miljoen) |
---|---|---|
20.01 | Verkenningen | 1.281 |
20.02 | Korte termijn mobiliteitsmaatregelen | 10 |
20.03 | Reserveringen | 1.625 |
20.04 | Generieke investeringsruimte | 6.282 |
20.05 | Investeringsruimte toebedeeld naar modaliteit | 271 |
Totaal | 9.469 | |
Als percentage van de budgetten (inclusief investeringsruimte) | 9,7% |