Scope
Met de Wet tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15, die op 15 maart 2016 in werking is getreden, is vastgelegd dat bij de projecten A24 Blankenburgverbinding en A12/A15 Ressen - Oudbroeken (ViA15) tol geheven kan worden5. In de Wet is opgenomen dat het tolsysteem verder wordt uitgewerkt in een uitvoeringsplan en een handhavingsplan die aan de Staten-Generaal worden voorgehangen voordat de tolheffing van start gaat. Het uitvoeringsplan bevat een algemene beschrijving van het tolsysteem, registratiemiddelen, de betalingsmogelijkheden en de klantenservice. In het handhavingsplan zal worden beschreven hoe de boete wordt opgelegd en geïnd en het toezicht is georganiseerd. De invulling van de aangenomen moties6 gericht op de beperkingen van de kosten van de uitvoering, de bewaartermijn van privacygevoelige gegevens, de beperking van het aantal niet betalingen en maatregelen ter voorbereiding van het beëindiging van de tol worden hierin meegenomen.
Financieel
Per aanlegproject is een tolopgave vastgesteld. Voor de Blankenburgverbinding (BBV) is deze tolopgave € 337 miljoen (pp 2020) en voor de ViA15 € 304 miljoen (pp 2020). Dit betreffen de netto contante waarden (begroot op Artikel IF 12.04).
In deze bedragen zijn tevens inbegrepen de uitvoeringskosten die gepaard gaan met het innen van tol, de handhaving en het beheren en onderhouden van het tolsysteem.
Bij tolheffing wordt uitgegaan van een periode van 25 jaar. Als de tolopgave op een wegdeel eerder wordt gerealiseerd, dan zal de tolheffing op dat wegdeel worden beëindigd en vice versa.
Planning
De tolheffing wordt samen met de beoogde uitvoeringsorganisatie Rijkswaterstaat, Rijksdienst voor het Wegverkeer, Centraal Justitieel Incassobureau en Inspectie Leefomgeving en Transport verder uitgewerkt. Deze uitwerking landt in het uitvoeringsplan en het handhavingsplan. De realisatie van het systeem en de voorbereiding van de organisatie is voorzien in de periode 2020-2024. De faseovergang van de voorbereidings- naar de realisatiefase in 2018 is aangehouden in verband met de aansluiting op de openstellingen van beide projecten. De start is gekoppeld aan de openstellingen van de Blankenburgverbinding en de ViA15.
Organisatie
Bij de uitvoering vormen Rijkswaterstaat (RWS) en de Dienst Wegverkeer (RDW) de basis voor het primaire proces van de tolketen. Zij vervullen samen de rol van ‘Tolheffende Instantie’ en zijn verantwoordelijk voor de registratie, matching en inning (inclusief frontoffice). Voor handhaving en toezicht wordt zoveel mogelijk aangesloten bij bestaande werkwijzen. Het CJIB is daarom verantwoordelijk voor het versturen en innen van wettelijke betaalherinneringen en opgelegde bestuurlijke boetes. ILT verzorgt het toezicht op weg (vrachtverkeer). RDW is verantwoordelijk voor het bezwaar en beroep. De organisatorische en financiële consequenties worden in 2020 geactualiseerd en zullen naar verwachting in de ontwerpbegroting 2022 worden meegenomen.
Specificatie inkomsten en uitgaven
In onderstaande tabel is het totaaloverzicht opgenomen van de verwachte inkomsten en uitgaven voor de periode 2020–2025 en wordt een doorkijk gegeven voor wat betreft de tolinkomsten voor de jaren daarna. Hiermee wordt informatie verstrekt die de financiële stromen en de voortgang van het realiseren van de tolopgave per project inzichtelijk maakt;
• Specificatie inkomsten en uitgaven gerelateerd aan de tolprojecten en de tolorganisatie.;
• Specificatie van de kosten van de uitvoeringsorganisaties;
• Aansluiting tussen Infrastructuurfonds en Tolorganisatie.
Uitgaven | artikel | t/m 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | 2031 | 2032 | 2033 | 2034 | 2035 e.v. |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Rijksbijdrage voor project Blankenburgverbinding | IF 12.04 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Rijksbijdrage voor Tolsysteem en -organisatie | 0 | 1.874 | 4.359 | 6.213 | 6.214 | 6.610 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
- bijdrage aan Rijkswaterstaat | IF 12.06/12.03 | 1.336 | 2.343 | 3.984 | 3.724 | 1.973 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
- waarvan apparaat | 551 | 929 | 903 | 903 | 452 | |||||||||||||
- waarvan programma | ||||||||||||||||||
- bijdrage aan Rijksdienst voor het Wegverkeer | HXII 14/ IF12.03 | 243 | 909 | 844 | 1.171 | 704 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
- waarvan apparaat | 212 | 503 | 597 | 768 | 541 | |||||||||||||
- waarvan programma | ||||||||||||||||||
- bijdrage aan ILT | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
- waarvan apparaat | ||||||||||||||||||
- waarvan programma | ||||||||||||||||||
- bijdrage aan Centraal Justitieel Incassobureau | IF 12.03 | 118 | 439 | 439 | 300 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
- waarvan apparaat | 118 | 439 | 439 | 300 | 0 | |||||||||||||
- waarvan programma | ||||||||||||||||||
- nog toe te wijzen | IF12.03 | 177 | 668 | 946 | 1.019 | 3.933 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Subtotaal Blankenburgverbinding | 0 | 1.874 | 4.359 | 6.213 | 6.214 | 6.610 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Rijksbijdrage voor project ViA15 | IF 12.04 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Rijksbijdrage voor Tolsysteem en -organisatie | 1.157 | 2.693 | 3.837 | 3.837 | 5.323 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
- bijdrage aan Rijkswaterstaat | IF 12.06/12.03 | 825 | 1.448 | 2.461 | 2.300 | 1.219 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
- waarvan apparaat | 340 | 574 | 558 | 558 | 279 | |||||||||||||
- waarvan programma | ||||||||||||||||||
- bijdrage aan Rijksdienst voor het Wegverkeer | HXII 14/ IF12.03 | 150 | 562 | 521 | 723 | 435 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
- waarvan apparaat | 131 | 311 | 369 | 475 | 334 | |||||||||||||
- waarvan programma | ||||||||||||||||||
- bijdrage aan ILT | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
- waarvan apparaat | ||||||||||||||||||
- waarvan programma | ||||||||||||||||||
- bijdrage aan Centraal Justitieel Incassobureau | IF 12.03 | 73 | 271 | 271 | 185 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
- waarvan apparaat | 73 | 271 | 271 | 185 | 0 | |||||||||||||
- waarvan programma | ||||||||||||||||||
- nog toe te wijzen | IF12.03 | 109 | 412 | 584 | 629 | 3.669 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Subtotaal ViA15 | 0 | 1.157 | 2.693 | 3.837 | 3.837 | 5.323 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Totaal uitgaven Tol | 0 | 3.031 | 7.052 | 10.050 | 10.051 | 11.933 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Risicoreservering Tol | IF 12.03 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten tolsysteem | IF 12.09 | ‒ | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal geraamde inkomsten Tol | IF 12.09 | ‒ | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting op de tabel
• Voor de realisatie en exploitatie van tol is er een aantal rollen en taken die vervuld worden, die betrekking hebben op zowel reguliere inning als voor de wettelijke aanmaning en handhaving. Het betreft kosten van het ketenbureau, algemene communicatie en marketing van tol die voor de gehele keten gelden.
• Voor het mogelijk maken om tol te kunnen innen, moeten de ketenpartners zich gedegen voorbereiden, systemen aanpassen en producten en diensten inkopen. De kosten die hierbij worden gemaakt komen ten laste van de tolopgave en worden voorgefinancierd uit de reservering tol. Voor de verdeling van de kosten van de ketenpartners over de projecten is een verdeelsleutel bepaald op basis van verkeersvolumes.
• De kosten van de beoogde uitvoeringsorganisaties worden toebedeeld aan respectievelijk de Blankenburgverbinding en ViA15 en zullen worden gedekt uit de toekomstige tolontvangsten op deze verbindingen. Om de impact te bepalen hebben de beoogde uitvoeringsorganisaties in 2017 uitvoeringstoetsen uitgevoerd. Ook is de uitbreiding van de Rijksformatie (CJIB en RWS) voor de realisatiefase geraamd. In deze begroting zijn de totale apparaatskosten (inclusief ZBO-RDW) zichtbaar gemaakt. In 2021 zal, na afronding van de voorbereidingsfase, het programmabudget voor de realisatiefase worden toegevoegd. De apparaatskosten voor de realisatiefase zijn op basis van de hiervoor genoemde verdeelsleutel toebedeeld aan de beide aanlegprojecten.
• In de tabel wordt de verdeling tussen het apparaat en het programma zichtbaar gemaakt. In deze begroting is alleen de uitbreiding van apparaat voor de realisatiefase weergegeven. In de begroting van 2022 wordt – na het uitvoeringsbesluit - het benodigde programmabudget toegevoegd.
• Het kasritme van de ontvangsten wordt geactualiseerd na vaststelling van het uitvoerings- en handhavingsplan.