Base description which applies to whole site

2.1 Beleidsprioriteiten

Herzien financiële verhoudingen

Naar aanleiding van diverse moties uit de Tweede Kamer voert het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) het gesprek met gemeenten en provincies over het herzien van de financiële verhoudingen. De fondsbeheerders – de Minister van BZK en de Staatssecretaris van Financiën – hebben de Tweede Kamer geïnformeerd over de voornemens van het kabinet ten aanzien van de financiële verhoudingen (Kamerstukken II 2017/18, 34775 B, nr. 18 en Kamerstukken II 2019/20, 35300 B, nr. 5). In 2019 is gestart met de herijking van het gemeentefonds. In 2020 is een wetsvoorstel voor de herziening van onder andere het uitkeringsstelsel in consultatie gegaan.

Daarnaast werkt BZK samen met gemeenten en provincies aan verkenningen naar overige aanpassingen. Voor gemeenten gaat het onder andere over het hervormen van het gemeentelijk belastinggebied. Daarnaast is een evaluatie uitgevoerd van de normeringssystematiek op basis waarvan het gemeente- en provinciefonds wordt geïndexeerd.

Herijking gemeentefonds

Het onderzoek omvat nagenoeg het hele gemeentefonds en is opgesplitst in twee delen: de verdeelmodellen sociaal domein en het ‘klassieke’ gemeentefonds (de overige onderdelen). In het voorjaar van 2020 is door de fondsbeheerders besloten tot uitstel van de invoering van de herijkte verdeling naar 1 januari 2022 (Kamerstukken II 2019/20, 35300 B, nr. 15). De Tweede Kamer wordt in het najaar van 2020 over de definitieve uitkomsten van de onderzoeken geïnformeerd. Daarop ontvangt de Tweede Kamer naar verwachting in december 2020, na consulatie van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de Raad voor het Openbaar Bestuur, een definitief verdeelvoorstel.

Hervormen gemeentelijk belastinggebied

In mei 2020 is het rapport Bouwstenen voor een beter belastinggebied van de ambtelijke werkgroep Herziening gemeentelijk belastinggebied aan de Tweede Kamer aangeboden - als onderdeel van het bouwstenentraject voor een beter belastingstelsel (geïnitieerd door de Staatssecretaris van Financiën) (Kamerstukken II 2019/20, 32140, nr. 71). De Tweede Kamer is hierover eerder geïnformeerd in brieven van de Staatssecretaris van Financiën van 15 april 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 32140, nr. 50) en van de Minister van BZK van 19 oktober 2019 (Kamerstukken II 2019/20, 35300 VII, nr. 7). De bouwstenen inzake herziening gemeentelijk belastinggebied zijn bedoeld voor het volgende kabinet.

Evaluatie normeringssystematiek

In 2020 is de werking van de normeringssystematiek geëvalueerd. Deze evaluatie dient ter voorbereiding op keuzes door een nieuw kabinet. De huidige systematiek is beoordeeld aan de hand van toetsingscriteria en er zijn beleidsvarianten uitgewerkt. De voorstellen zijn er op gericht om met name de stabiliteit te verbeteren. De Tweede Kamer wordt in het najaar geïnformeerd over de uitkomsten.

Herziening uitkeringsstelsel

In 2020 is een wetsvoorstel voor de herziening van onder andere het uitkeringsstelsel in consultatie gegaan. Ook zijn gesprekken gevoerd met andere departementen. In overleg met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), het Inter Provinciaal Overleg (IPO) en departementen wordt besproken of het geconsulteerde wetsontwerp voor de wijziging van de Financiële verhoudingswet, mede in het licht van de ontvangen reacties, voldoende aanknopingspunten biedt voor het bekostigen van maatschappelijke opgaven waarbij Rijk en decentrale overheden als één overheid moeten optreden.

Nieuw verdeelmodel beschermd wonen

Als onderdeel van de herijking van de verdeling van het gemeentefonds is een nieuw objectief verdeelmodel ontwikkeld voor beschermd wonen, inclusief bijbehorend ingroeipad. Het betreft één van de financiële punten uit het advies van het Expertiseteam van de VNG waarmee Rijk en VNG in juli 2019 hebben ingestemd. Kern van het advies is de gedachte van sociale inclusie, conform het advies van de commissie Dannenberg: oftewel de doelgroep zoveel mogelijk in gewone wijken, in de eigen omgeving, te ondersteunen. De taak en de bijbehorende middelen gaan van centrumgemeenten naar alle gemeenten.

Rijk en VNG zijn eerder overeengekomen om het nieuwe verdeelmodel voor beschermd wonen vanaf 2022 stapsgewijs in te voeren. Gemeenten stappen in die periode geleidelijk over van de huidige historische verdeling over centrumgemeenten naar een volledig objectieve verdeling over alle gemeenten. Het ingroeipad begint in 2021, waarbij de middelen in 2021 voor 100% historisch worden verdeeld. In 2022 wordt een deel van de middelen voor het eerst objectief verdeeld. Gemeenten hebben aangegeven dat invoering alleen mogelijk is als in voldoende mate invulling is gegeven aan de randvoorwaarden en bouwstenen van het Expertiseteam. Conform de motie van het lid Kerstens (PvdA) wordt voor het einde van 2020 de stand van zaken ten aanzien van de randvoorwaarden bezien, zodat najaar 2020 de definitieve besluitvorming over de invoering van het nieuwe verdeelmodel kan plaatsvinden (Kamerstukken II 2019/20, 29325, nr. 106).

Onderzoek structurele middelen jeugd

Voor de jaren 2019 tot en met 2021 zijn incidenteel extra middelen aan het gemeentefonds toegevoegd voor de jeugdzorg. Om te kunnen beoordelen of en in welke mate gemeenten structureel extra middelen nodig hebben bij een doelmatige en doeltreffende uitvoering van de Jeugdwet wordt in 2020 een onderzoek uitgevoerd in opdracht van de ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Financiën, Justitie en Veiligheid en BZK, en de VNG.

Hiernaast gaat het om de vraag welke maatregelen of aanpassingen in de Jeugdwet/jeugdstelsel er genomen kunnen worden om de uitgaven te verminderen. Het onderzoek zal in 2020 worden afgerond en definitieve besluitvorming hierover is aan een volgend kabinet.

Corona

Op 28 mei 2020 hebben de Minister van BZK en de Staatssecretaris van Financiën de Tweede Kamer geïnformeerd over (aanvullende) maatregelen die het kabinet - vooruitlopend op het volledig in beeld brengen van de financiële gevolgen van corona voor de medeoverheden voor de periode tot en met 1 juni – heeft genomen om medeoverheden te compenseren (Kamerstukken II 2019/20, 35420, nr. 43).

Op 31 augustus heeft het kabinet de Tweede Kamer geïnformeerd over het tweede pakket maatregelen voor medeoverheden in verband met de coronacrisis (Kamerstukken II 2019/20, 35420, nr. 104).

Deze maatregelen zijn, voor zover ze betrekking hebben op het gemeentefonds, verwerkt middels incidentele suppletoire begrotingen (zie tabel 1).

Tabel 1 Overzicht coronamaatregelen in incidentele suppletoire begrotingen (bedragen x € 1.000)

Naam incidentele suppletoire begrotingen

Vindplaats

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Incidentele suppletoire begroting inzake coronamaatregelen

Kamerstukken II 2019/20, 35480, nr. 1

519.000

0

0

0

0

0

2e Incidentele suppletoire begroting inzake coronamaatregelen

Kamerstukken II 2019/20, 35544, nr. 1

303.275

0

0

0

0

0

Totaal

 

822.275

0

0

0

0

0

Het kabinet en de medeoverheden blijven met elkaar in gesprek over de financiële, en sociaal-economische, gevolgen van de coronacrisis voor medeoverheden. De hoogte en omvang van de reële compensatie vraagt een politiek bestuurlijke afweging, waarbij het uitgangspunt is dat de medeoverheden er als gevolg van de corona-aanpak niet slechter voor komen te staan dan daarvoor.

Licence