Base description which applies to whole site

4.1 Inkomstenbronnen van provincies

De uitgaven van provincies worden uit verschillende inkomstenbronnen bekostigd. In tabel 3 staat een overzicht van de verschillende inkomstenbronnen van de provincies voor de periode 2015-2020. De cijfers tot en met 2018 zijn op basis van de jaarrekeningen. De cijfers van 2019 en 2020 zijn op basis van de begrotingen. Voor 2020 betreft het de oorspronkelijke begrotingen, die zijn opgesteld voordat de coronacrisis zijn intrede deed.

Tabel 3 Inkomsten provincies (bedragen x € 1 mln.)
 

Rekening 2015

Rekening 2016

Rekening 2017

Rekening 2018

Begroting 2019

Begroting 2020

Inkomsten vanuit het Rijk

      

Provinciefonds

1.115

2.494

2.570

2.454

2.408

2.480

Specifieke uitkeringen1

1.945

39

106

42

30

29

       

Inkomsten uit eigen bronnen

      

Motorrijtuigenbelasting2

1.567

1.557

1.566

1.617

1.644

1.631

Heffingen en rechten2

30

30

30

30

29

29

Onttrekkingen reserves2

4.278

5.101

2.656

4.034

3.261

3.263

Overige middelen3

1.475

2.542

1.173

1.417

875

851

       

Totaal

10.410

11.763

8.101

9.594

8.247

8.283

1

Bron rekeningcijfers CBS. Bron begrotingscijfers BZK.

2

Bron CBS Statline

3

Bron CBS Statline met bewerking BZK

Inkomsten vanuit het Rijk

Een inkomstenbron voor de provincies is het provinciefonds. Het opgenomen bedrag betreft de verplichtingenbedragen van de algemene uitkering, de integratie-uitkeringen en de decentralisatie-uitkeringen. Het provinciefonds is verantwoordelijk voor 30% van de totale inkomsten in 2020 van provincies.

Een tweede inkomstenbron wordt gevormd door de specifieke uitkeringen. Op de specifieke uitkeringen wordt in paragraaf 4.2 nader ingegaan.

Inkomsten uit eigen bronnen

Naast de uitkeringen van het Rijk hebben de provincies inkomsten uit de motorrijtuigenbelasting, dit betreft 20% van de totale inkomsten van provincies . Hierop wordt in paragraaf 4.3 dieper ingegaan.

Licence