Herzien financiële verhoudingen
Naar aanleiding van diverse moties uit de Tweede Kamer voert het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) het gesprek met gemeenten en provincies over het herzien van de financiële verhoudingen. De fondsbeheerders – de Minister van BZK en de Staatssecretaris van Financiën – hebben de Tweede Kamer geïnformeerd over de voornemens van het kabinet ten aanzien van de financiële verhoudingen (Kamerstukken II 2017/18, 34775 B, nr. 18 en Kamerstukken II 2019/20, 35300 B, nr. 5). In 2019 is gestart met de herijking van het gemeentefonds. In 2020 is een wetsvoorstel voor de herziening van onder andere het uitkeringsstelsel in consultatie gegaan. In 2020 wordt overleg gepleegd met de betrokken partijen aangaande de wetswijziging. Het streven is om de wetswijziging van de Financiële-verhoudingswet in 2021 in te laten gaan.
Daarnaast werkt BZK samen met gemeenten en provincies aan verkenningen naar overige aanpassingen. Met provincies wordt gesproken over het onderzoeken van alternatieven voor het provinciaal belastinggebied en het integraal herijken van de verdeling van het provinciefonds. Daarnaast is een evaluatie uitgevoerd van de normeringssystematiek op basis waarvan het gemeente- en provinciefonds wordt geïndexeerd.
Herijking provinciefonds
Het huidige verdeelmodel van het provinciefonds kent een aantal knelpunten die zijn onder te verdelen in acties voor de korte termijn en acties voor de lange termijn. Voor de korte termijn gaat het onder andere om het oplossen van de vermogensmaatstaf voor Zeeland, waarvoor nu een tijdelijke oplossing is gevonden. Hiervoor moet een structurele oplossing gevonden worden in de herijking van het provinciefonds. Gelet op het feit dat de onderlinge afspraak voor Zeeland na 2022 afloopt, is het streven om uiterlijk 1 januari 2023 het verdeelmodel te herzien. Het besluit tot invoering moet in 2021 genomen worden. De Tweede Kamer zal hierover dit najaar geïnformeerd worden.
Hervormen provinciaal belastinggebied
Er loopt thans een aantal onderzoeken bij het Rijk die gevolgen kunnen hebben voor de inkomsten van provincies: waaronder het onderzoek naar provinciale opcenten op de motorrijtuigenbelasting. Met het Interprovinciaal Overleg (IPO) is afgesproken een ambtelijk onderzoek te doen naar bouwstenen voor een toekomstig provinciale belastinggebied. Hierbij worden kansrijke (alternatieve) mogelijkheden voor provinciale belastingen in beeld gebracht. Een nieuw kabinet zal hierover in overleg treden met het IPO.
Evaluatie normeringssystematiek
In 2020 is de werking van de normeringssystematiek geëvalueerd. Deze evaluatie dient ter voorbereiding op keuzes door een nieuw kabinet. De huidige systematiek is beoordeeld aan de hand van toetsingscriteria en er zijn beleidsvarianten uitgewerkt. De voorstellen zijn er op gericht om met name de stabiliteit te verbeteren. De Tweede Kamer wordt in het najaar geïnformeerd over de uitkomsten.
Herziening uitkeringsstelsel
In 2020 is een wetsvoorstel voor de herziening van onder andere het uitkeringsstelsel in consultatie gegaan. Ook zijn gesprekken gevoerd met andere departementen. In overleg met Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), IPO en departementen wordt besproken of het geconsulteerde wetsontwerp voor de wijziging van de Financiële verhoudingswet, mede in het licht van de ontvangen reacties, voldoende aanknopingspunten biedt voor het bekostigen van maatschappelijke opgaven waarbij Rijk en decentrale overheden als één overheid moeten optreden.
Corona
Op 28 mei 2020 hebben de Minister van BZK en de Staatssecretaris van Financiën de Tweede Kamer geïnformeerd over (aanvullende) maatregelen die het kabinet - vooruitlopend op het volledig in beeld brengen van de financiële gevolgen van corona voor de medeoverheden voor de periode tot en met 1 juni – heeft genomen om medeoverheden te compenseren (Kamerstukken II 2019/20, 35420, nr. 43).
Op 31 augustus heeft het kabinet de Tweede Kamer geïnformeerd over het tweede pakket maatregelen voor medeoverheden in verband met de coronacrisis (Kamerstukken II 2019/20, 35420, nr. 104).
Het kabinet en de medeoverheden blijven met elkaar in gesprek over de financiële, en sociaal-economische, gevolgen van de coronacrisis voor medeoverheden. De hoogte en omvang van de reële compensatie vraagt een politiek bestuurlijke afweging, waarbij het uitgangspunt is dat de medeoverheden er als gevolg van de corona-aanpak niet slechter voor komen te staan dan daarvoor.