Base description which applies to whole site

Bijlage 4: Toelichting op de Strategische Evaluatie Agenda

Deze bijlage geeft een nadere toelichting op de Strategische Evaluatie Agenda zoals in hoofdstuk 2.4 opgenomen.

Thema 1: Nederland financieel gezond: stabiliseren en groeien na economische schok COVID-19 crisis

Gezonde en beheersbare overheidsfinanciën

  • 1. Advies Studiegroep Begrotingsruimte (incl. beleidsdoorlichting begrotingsbeleid) (2020)

    Op verzoek van de Ministerraad, stelt de Studiegroep Begrotingsruimte haar advies op over de begrotingsdoelstellingen en de begrotingssystematiek in de komende kabinetsperiode. Dit om het volgende kabinet te ondersteunen in het maken van een goede afweging over het te voeren begrotingsbeleid. Dit advies bevat ­– en wordt mede gebaseerd op – een beleidsdoorlichting van het begrotingsbeleid over de periode 2016 ‒ 2020. Gezien de onzekerheid over de precieze impact van de coronacrisis op de economie en de overheidsfinanciën, is besloten het complete advies in het najaar 2020 (in plaats van voor de zomer 2020) af te ronden.

  • 2. Beleidsdoorlichting BTW-compensatiefonds (2020 ‒ 2021)

    In 2021 zal een beleidsdoorlichting plaatsvinden van Artikel 6 Btw-compensatiefonds (BCF) van de begroting Financiën en Nationale Schuld. Artikel 6 is een bijzonder artikel op de Rijksbegroting aangezien het een artikel betreft met slechts één instrument (het BCF). De doorlichting heeft betrekking op de periode 2016 tot en met 2020. Het hoofddoel is te onderzoeken of het gevoerde beleid met het BCF – de rol van Btw weg nemen bij de keuze tussen in- en uitbesteding door gemeenten, provincies en andere openbare lichamen – doeltreffend en doelmatig is geweest.

  • 3. IBO regeling agentschappen (2020 ‒ 2021)

    Dit Interdepartementaal Beleidsonderzoek doet onderzoek naar de werking van het agentschapsmodel in de praktijk en de vertaling van dit model in de Regeling Agentschappen. Hierbij wordt gekeken in hoeverre het bedrijfsmatig werken, waarbij de focus is komen te liggen op het kwantificeren van prestaties, het afleggen van verantwoording en een overheid die gericht is op efficiency, voor bedoeld- en onbedoelde neveneffecten heeft gezorgd.

Een stabiele, integere en innovatieve financiële sector en weerbare huishoudens

  • 4. Beleidsdoorlichting Deelnemingen (2020)

    De beleidsdoorlichting Deelnemingen richt zich primair op de evaluatie van het beleid uit de nota Deelnemingenbeleid Rijksoverheid 2013 (nota Deelnemingen) voor het beheren, aangaan en afstoten van staatsdeelnemingen. De focus ligt op de staatsdeelnemingen, de deelnemingen waarvan de minister van Financiën aandeelhouder is.

  • 5. Evaluatie Kifid (2020)

    Kifid, het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening, is het deskundige en toegankelijke financiële klachteninstituut voor consumenten en kleinzakelijke ondernemers en zzp’ers. Het Kifid moet op grond van artikel 48f, lid 7, BGfo iedere vier jaar worden geëvalueerd door een onafhankelijke onderzoeksinstantie. De laatste evaluatie heeft plaatsgevonden in 2016.

  • 6. Evaluatie van Wet transparant toezicht financiële markten (2020 ‒ 2022)

    Dit is een wijziging in de Wet op het financieel toezicht en de Wet toezicht accountantsorganisaties en geeft de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en de Nederlandsche Bank (DNB) meer mogelijkheden om informatie te delen over het toezicht op afzonderlijke instellingen. De minister heeft toegezegd om twee of drie jaar na inwerkingtreding de Wet transparant toezicht financiële markten te evalueren en daarbij de AFM en DNB te betrekken.

  • 7. Evaluatie bankenbelasting (2021)

    De in 2012 ingevoerde bankenbelasting wordt geëvalueerd, na een eerdere evaluatie in 2016. Er zal onder andere gekeken worden naar de fiscale prikkelwerking voor risicobeheer.

  • 8. ZBO-evaluatie AFM en DNB (2021)

    Betreft de vijfjaarlijkse evaluatie van DNB die voortvloeit uit de Kaderwet zbo. Hierin wordt gerapporteerd aan de EK en TK over de doelmatigheid en doeltreffendheid van het functioneren van de zbo DNB. Aan de hand van dit verslag dient een beoordeling mogelijk te zijn van de wenselijkheid van het voortzetten van de taakuitoefening door het zbo. De ARK adviseert de minister (in 2017) om deze evaluatie extern te laten uitvoeren, omdat zo ook het toezicht wat de minister uitvoert op DNB in de beoordeling kan worden meegenomen.

  • 9. Evaluatie Implementatiewet herziene richtlijn betaaldiensten PSD2 (2021)

    PSD2 ziet op het versterken van de interne markt voor kaartbetalingen, internetbetalingen en mobiele betalingen. Daarnaast is het gericht op het stimuleren en faciliteren van innovaties, onder meer door het reguleren van verschillende betaaldiensten die zijn ontstaan na de publicatie van PSD I, zoals de betaalinitiatiediensten en rekeninginformatiediensten.

  • 10. Evaluatie afwikkelingsproces rentederivaten (2021)

    Evaluatie ter uitvoering van de motie Leijten en Van der Linde50 over het hersteltraject voor mkb-rentederivaten, waarmee wordt verzocht het afwikkelingsproces grondig te evalueren en lessen te trekken voor eventuele toekomstige compensatie van zorgplichtschendingen. Deze evaluatie zal starten zodra de laatste werkzaamheden door de externe dossierbeoordelaars, onderdeel van het uniform herstelkader, zijn afgerond.

  • 11. Evaluatie doeltreffendheid en effecten art. 4:24a Wft (2021 ‒ 2022)Artikel 4:24 stelt dat een financiële dienstverlener op zorgvuldige wijze de gerechtvaardigde belangen van de consument of begunstigde in acht neemt. De minister heeft toegezegd uiterlijk in 2022 aan de Kamer verslag te doen over de doeltreffendheid en de effecten van dit artikel in de praktijk.

  • 12. Evaluatie Wet Beloningsbeleid (2023)

    Dit is een wijziging in de Wet op het financieel toezicht en introduceert een breed pakket aan regels dat financiële ondernemingen verplicht tot het voeren van een beheerst beloningsbeleid en dat excessieve variabele beloningen aan banden legt. Daarnaast heeft het voorstel tot doel de al bestaande beloningsregelgeving voor financiële ondernemingen overzichtelijk samen te brengen, begrippen te harmoniseren en waar nodig bestaande normen aan te scherpen.

  • 13. Evaluatie Wet Toezicht Trustkantoren (2024)

    De Wet toezicht trustkantoren 2018 (Wtt 2018) is op 1 januari 2019 in werking getreden. De Wtt 2018 is primair gericht op de bevordering van de integriteit van het Nederlandse financiële stelsel. De minister heeft toegezegd vijf jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag te sturen over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

Investeringen in bestrijding ondermijning en witwassen

  • 14. Beleidscyclus beleid tegen witwassen en terrorismefinanciering (doorlopend)

    De beleidscyclus bevat een evaluatie van het anti-witwas en –terrorismefinancieringsbeleid, waaronder de National Risk Assessments (elke twee jaar door het WODC) en andere onderzoeken naar specifieke risico’s vallen. Beleidsmonitoren en internationale evaluaties, zoals de FATF evaluatie in 2022, waarin de activiteiten en het beleid in kaart worden gebracht en de resultaten worden beschreven. De FATF voert landenevaluaties uit, door middel van peer reviews. De huidige, vierde evaluatieronde beoordeelt of nationale regimes tegen witwassen en financieren van terrorisme niet alleen technisch voldoen aan de FATF aanbevelingen, maar ook effectief zijn.

  • 15. Evaluatie Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn (2021)

    Betreft de implementatie van de vierde anti-witwasrichtlijn. Belangrijk element is het onder het bereik van de Wwft brengen van aanbieders van diensten voor het wisselen tussen virtuele valuta en fiduciaire valuta, net als aanbieders van bewaarportemonnees.

  • 16. Evaluatie Wet verwijzingsportaal bankgegevens (2022)

    Het verwijzingsportaal bankgegevens is een technische koppeling die het voor aangesloten banken en betaaldienstverleners mogelijk maakt om geautomatiseerd te voldoen aan bepaalde vorderingen of verzoeken van overheidsinstanties, waaronder opsporingsdiensten en Belastingdienst. Hiermee wordt ook de verplichting uit de anti-witwasrichtlijn geïmplementeerd voor elke lidstaat van de Europese Unie (EU-lidstaat) om te voorzien in een centraal elektronisch systeem ter identificatie van cliënten van banken en andere betaaldienstverleners.

Thema 2: Nederland in Europa en de wereld

  • 1. Nader onderzoek effecten (OESO-)voorstellen belasten digitale onderdelen economie (2020 ‒ 2021)

    De voorstellen van de OESO (Pillar 1 & 2) kunnen vergaande gevolgen hebben voor Nederland, in ieder geval als het gaat om de Vpb-opbrengst, maar ook voor de economie en/of het fiscale vestigingsklimaat. Op basis van de stand van de besprekingen worden de mogelijke gevolgen van de verschillende alternatieven zo goed mogelijk in kaart gebracht. Daarbij wordt ook onderzocht wat de Nederlandse inzet in de onderhandelingen kan zijn.

  • 2. Alternatieve invulling beleidsdoorlichting Internationale financiële betrekkingen (2021 ‒ 2025)

    Voor 2021 stond de beleidsdoorlichting artikel 4 (Internationale financiële betrekkingen) gepland. Gezien de recent genomen crisismaatregelen, wordt deze beleidsdoorlichting ingevuld op een meer strategische wijze.51 Het voornaamste doel is om lessen te trekken uit de huidige maatregelen en werkwijze, voor de inzet van maatregelen in eventuele toekomstige crisissen. In 2021 zal hiertoe een evaluatieoverzicht opgesteld worden van de Internationale Financiële instellingen (IFI’s) en Europese instellingen inclusief de aandachtspunten, ten behoeve van een evaluatie die in 2024/2025 zal plaatsvinden van crisismaatregelen van Internationale Financiële Instellingen (IFIs) en Europese instellingen en de getroffen Europese maatregelen. Die evaluatie zal als onderdeel van een analyse aan de Tweede Kamer worden toegezonden waarin tevens de lessons learned zijn opgenomen.

  • 3. Onderzoek voor- en nadelen harmonisatie btw-systeem door de jaren heen (2022).

    De btw is door de Europese btw-richtlijn in de loop der jaren vergaand geharmoniseerd. Onderzocht zal worden welke voor- en/ of nadelen dat met zich meebrengt, mede met het oog op discussies over het (meer) harmoniseren van grondslagen van andere belastingsoorten.

Brexit: toekomstige relatie EU-VK

  • 4. Evaluatie brexit (2021)

    De minister van Buitenlandse Zaken heeft in debat met de Eerste Kamer toegezegd om de Verzamelwet brexit en de gang van zaken rond de brexit te evalueren. De toelichting op deze evaluatie is opgenomen in de Strategische Evaluatie Agenda van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Gezien de nauwe betrokkenheid van het ministerie van Financien, zoals bijvoorbeeld vanuit de Douane, is deze kruisverwijzing hier opgenomen.

Vestigingsklimaat

  • 5. Evaluatie specifieke instrumenten vestigingsklimaat (2021-2024). 

    Nederland heeft een aantrekkelijk vestigingsklimaat, door fiscale regelingen zoals de innovatiebox en de 30%-regeling, maar ook door de vormgeving deelnemingsvrijstelling en het uitgebreide verdragennetwerk. Door de specifieke instrumenten op het terrein van het vestigingsklimaat te evalueren kunnen de kosten tegen de baten worden afgewogen.

    • a. Onderzoek belang verdragennetwerk (2023)

    • b. Evaluatie innovatiebox (2023)

  • 6. Verkenning nieuwe groepsregeling in de Vennootschapsbelasting (2020).

    Door verschillende gerechtelijke uitspraken staat het fiscale eenheidsregime onder druk. In dit onderzoek worden verschillende alternatieven voor de huidige regeling verkend met het oog op de langere termijn.

  • 7. Nader onderzoek belastingdruk multinationals (2020 ‒ 2022)

    De Commissie belastingheffing multinationals concludeert dat wanneer de effectieve druk wordt gedefinieerd als de verschuldigde belasting ten opzichte van de fiscale Earnings Before Taks (EBT), blijkt uit de aangiftedata dat gemiddeld genomen winstgevende multinationals over langere tijd geen structureel lagere effectieve druk hebben dan niet-multinationals. Binnen de groep multinationals is de effectieve druk van Nederlandse multinationals met 19% iets lager dan die van de andere groepen.

    Bij deze uitkomsten gelden belangrijke beperkingen. Ten eerste bieden de Nederlandse aangiftedata geen inzicht in hoeveel belasting Nederlandse bedrijven wereldwijd betalen, noch in de wijze waarop deze winst en de betaalde belasting verdeeld zijn over verschillende landen. Dat is belangrijk omdat bedrijven binnen het huidige stelsel mogelijkheden hebben winsten te verschuiven naar laagbelastende landen zonder substantiële wijzigingen in de investeringsstructuur. De tweede beperking is dat het op basis van de beschikbare cijfers niet mogelijk is om de effectieve druk in verhouding tot de commerciële winst te berekenen. Hierdoor blijft onduidelijk hoe de opgegeven winst door multinationals, en dus de betaalde belasting, zich verhoudt tot de bedrijfseconomische werkelijkheid.

    Er zal in het verlengde van deze constateringen zal onderzoek gedaan worden naar:

    • a. Oorzaken van (fiscaal) structureel verlieslatende bedrijven, de betaalde belasting in NL en het buitenland in relatie tot o.a. geïnvesteerd kapitaal/ activiteiten (2020 ‒ 2021)

    • b. Het beperken van de aftrekbaarheid van aandeelhouders/-hoofdkantoorkosten (2020 ‒ 2021)

    • c. Het belang van royalty’s voor de belastingdruk van multinationals met activiteiten in Nederland (2021).

    • d. Verschillen tussen fiscale en commerciële winstbepaling van multinationals (2022).

  • 8. Beleidsdoorlichting Exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen (2022 ‒ 2023)

    Op basis van de Kaderwet Financiële Verstrekkingen Financiën biedt de Nederlandse staat, ter aanvulling op de private markt, faciliteiten aan waarmee Nederlandse ondernemers en hun financiers betalingsrisico’s kunnen afdekken bij de Staat. Door middel van onder andere exportkrediet- en investeringsverzekeringen is het doel van dit beleid dat het concurrentievermogen van het Nederlandse bedrijfsleven wordt bevorderd, zodat Nederlandse bedrijven grote en middellang of langlopend gefinancierde exportorders kunnen verwerven en daarmee een positief effect heeft op de werkgelegenheid. In deze beleidsdoorlichting zal dit worden geëvalueerd.

Aanpak internationale belastingontwijking en –ontduiking

  • 9. Monitoring effecten aanpak belastingontwijking (jaarlijks vanaf 2020)

    De aanpak van belastingontwijking door dit kabinet wordt gemonitord. Het betreft onder andere de implementatie van bronheffingen op rente en royalty’s en de Europese Anti-Tax-Avoidance Directive (ATAD) richtlijnen.

Thema 3: Verduurzaming en vergroening van de economie

  • 1. Evaluaties aandeelhouderschap staatsdeelnemingen (doorlopend)

    Het ministerie van Financiën evalueert minimaal eens in de zeven jaar het aandeelhouderschap in iedere staatsdeelneming, om te bepalen of een belang in de onderneming nog van toegevoegde waarde is. De resultaten van die evaluaties worden opgenomen in het Jaarverslag Beheer Staatsdeelnemingen.

Vergroening fiscaal stelsel

  • 2. Monitoring stimulering elektrische auto’s ‘hand aan de kraan’ (vanaf 2020 jaarlijks)

    De kosten van de fiscale stimulering van elektrische auto’s worden gemonitord.

  • 3. MKBA betalen naar gebruik (autobelastingen) (2020)

    In het Klimaatakkoord is opgenomen dat betalen naar gebruik onderzocht zal worden. Daarvoor zijn verschillende varianten in beeld, waarbij (in aanvulling op in het verleden uitgevoerd onderzoek) ook aandacht is voor de elektrificatie van het wagenpark. Met de MKBA worden voor de verschillende varianten de welvaartseffecten in kaart gebracht

  • 4. Aanvullend ex-ante onderzoek vliegbelasting vrachtsector (2020)

    Ex-ante wordt een aanvullend onderzoek gedaan naar de gevolgen van de vliegbelasting voor de vrachtsector, aangezien het eerdere onderzoek daar niet genoeg inzicht in bood.

  • 5. Studie invoering betalen naar gebruik (autobelastingen) (2020 ‒ 2021)In het Klimaatakkoord is opgenomen dat betalen naar gebruik onderzocht zal worden. Daarvoor zijn verschillende varianten in beeld, waarbij (in aanvulling op in het verleden uitgevoerd onderzoek) ook aandacht is voor de elektrificatie van het wagenpark.

  • 6. Onderzoek nieuwe vormgeving afvalstoffenbelasting (2021)

    In het regeerakkoord is het voornemen geuit om de afvalstoffenbelasting anders vorm te geven. Om hier invulling aan te geven, wordt een onderzoek gedaan naar de mogelijkheden voor en effecten van een nieuwe vormgeving.

  • 7. Evaluatie fiscale regelingen autobelastingen (2021)

    De autobelastingen kennen veel vrijstellingen, die al geruime tijd niet zijn geëvalueerd, terwijl wel twijfel bestaat over nut en noodzaak van deze regelingen. Deze evaluatie zal daar meer inzicht in verschaffen.

  • 8. Evaluatie fiscale regelingen Energiebelasting (2021)

    Het is van belang om fiscale regelingen met een zekere regelmaat te beoordelen op hun doelmatigheid en doeltreffendheid. In deze evaluatie wordt gekeken naar de bestaande vrijstellingen en verlaagde tarieven binnen de energiebelasting en het stimuleren van fossiele energie.

  • 9. Ex-ante onderzoek carbon border adjustment mechanism (2021)

    In de Green Deal mededeling van 11 december jl. heeft de Europese Commissie aangekondigd om in 2021 met een voorstel voor een carbon border adjustment mechanism (CBAM) te komen om geïmporteerde producten te beprijzen voor hun CO2-uitstoot. Het doel van een CBAM is het voorkomen van koolstoflekkage middels behoud van een gelijk speelveld. In kaart wordt gebracht wat de klimaat-, economische en budgettaire effecten van een CBAM (kunnen) zijn bij bepaalde technische vormgevingskeuzes van een CBAM.

  • 10. Onderzoek onbelaste reiskostenvergoeding (2021)

    Werknemers die met eigen vervoer naar hun werk reizen kunnen maximaal € 0,19 per kilometer belastingvrij vergoed krijgen van hun werkgever. Er zal onderzoek gedaan worden naar de omvang van de uitbetaalde reiskostenvergoedingen, gesplitst naar belast en onbelast, en naar zakelijk versus woon-werk. In aanvulling daarop wordt indien mogelijk bezien wat wijziging van het onbelaste deel voor effecten kan hebben.

  • 11. Evaluatie reisaftrek OV (2022)

    Werknemers die met het OV naar hun werk reizen hebben onder bepaalden voorwaarden recht op deze aftrekpost. De doeltreffendheid en doelmatigheid van de reisaftrek OV zullen in deze evaluatie worden bezien.

  • 12. Tussenevaluatie klimaatakkoord mobiliteit (2022)

    Om in de toekomst het fiscale beleid rond mobiliteit en vergroening vorm te geven, is van belang om te weten wat het effect is van de maatregelen die in het klimaatakkoord zijn opgenomen. In 2022 wordt een tussenevaluatie uitgevoerd.

  • 13. Evaluatie vliegbelasting vrachtsector (2022)

    In 2022 wordt een onderzoek gedaan naar de gerealiseerde effecten van de vliegbelasting op de vrachtsector. In 2025 wordt een overkoepelende evaluatie van de vliegbelasting gedaan.

  • 14. Evaluatie EIA (2023)

    De energie-investeringsaftrek wordt geëvalueerd, mede in het licht van het Klimaatakkoord.

  • 15. Evaluatie MIA en Vamil (2023)

    De milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen worden geëvalueerd, mede in het licht van het Klimaatakkoord.

  • 16. Eindevaluatie klimaatakkoord mobiliteit (2024)

    Na de tussenevaluatie in 2022 volgt in 2024 een eindevaluatie van de maatregelen op het terrein mobiliteit die zijn opgenomen in het Klimaatakkoord.

  • 17. Evaluatie CO2-heffing industrie (2024)

    Vanaf 1 januari 2021 zal voor de industrie een CO2-heffing van kracht zijn. De effecten van deze heffing zullen tegen het licht worden gehouden, onder andere met het oog op de doeltreffendheid en doelmatigheid van de heffing.

  • 18. Evaluatie vliegbelasting (2025)

    In 2025 wordt een overkoepelende evaluatie van de effecten van de vliegbelasting uitgevoerd.

Thema 4: Vergroten menselijke maat in het toeslagenstelsel

Kwaliteitsimpuls toeslagenorganisatie

  • 1. Evaluatie verbeteringen uitvoering toeslagen (2022-2023)

    In de begroting van Financiën IX 2020 is voor 2021 een beleidsdoorlichting aangekondigd naar de uitvoering van toeslagen. Aan de Tweede Kamer wordt voorgesteld deze beleidsdoorlichting uit te stellen. De laatste beleidsdoorlichting van de uitvoering van toeslagen is in 2016 naar de Tweede Kamer gestuurd en betrof de periode 2012-2015. Aanvullend inzicht in de uitvoering van toeslagen komt (onder meer) uit rapporten van de ARK (2019) en het IBO Toeslagen (2019 en 2020). Op basis van het IBO trekt het kabinet de conclusie dat een ander stelsel noodzakelijk is. Vanwege de urgentie van de problematiek neemt het kabinet op korte termijn een aantal maatregelen die het huidige stelsel verbeteren. Voorgesteld wordt om in 2022/2023 een nader vorm te geven evaluatieonderzoek te doen naar de effectiviteit en doelmatigheid van deze verbeteringen. Om het effect op de efficiëntie en doelmatigheid te bepalen worden de met de verbeteringen gerealiseerde uitkomsten vergeleken met de periode vanaf 2016 tot implementatie van de (voorgenomen) verbeteringen.

Stappen richting vernieuwing van het toeslagenstelsel

  • 2. Routekaart nieuw stelsel toeslagen (2020 ‒ 2021)

    Doel van de routekaart is om helder te krijgen welke tussenstappen en maatregelen genomen moeten worden op weg naar het wenkend perspectief voor alternatieven voor het toeslagenstelsel. Het burgerperspectief is hierbij van groot belang en gedragseconomische inzichten zullen zo veel mogelijk worden benut.

Thema 5: Verbeteren processen Belastingdienst, Douane en Toeslagen: betrouwbaar, benaderbaar en behulpzaam

Verbeteren dienstverlening Belastingdienst

  • 1. Onderzoek naar fundamentele transformatie van de dienstverlening (2020)

    De eerste fase van dit lopende externe onderzoek (knelpuntenanalyse) beoogt een overzicht te bieden van knelpunten in de dienstverlening en onderliggende processen, de (grond)oorzaken van deze knelpunten en de al voorziene oplossingen en belemmeringen. In de tweede fase (handelingsperspectieven) wordt onderzocht welke concrete maatregelen de Belastingdienst kan nemen om te komen tot - voor burgers en bedrijven merkbare - verbeteringen van de dienstverlening, waarbij ook oog is voor de menselijke maat. Dit onderzoek wordt in 2020 aan de Tweede Kamer aangeboden.

  • 2. Evaluatie verbeteringen dienstverlening (2023 ‒ 2024)

    De Belastingdienst werkt aan het verbeteren van de dienstverlening. Het hiervoor genoemde lopende onderzoek naar de mogelijkheden tot een fundamentele transformatie van de dienstverlening dat in 2020 wordt opgeleverd, zal naar verwachting bouwstenen bieden voor het verbeteren van de dienstverlening in 2021 en volgende jaren. Dit zal verder worden uitgewerkt in een plan om de dienstverlening van de Belastingdienst te verbeteren, waarbij ook de interactiestrategie betrokken wordt. De evaluatie richt zich op dit plan, het proces van de uitvoering ervan en op de vraag of de doorgevoerde veranderingen doeltreffend en doelmatig zijn.

Borgen stabiliteit cruciale processen Belastingdienst

  • 3. Evaluatie Inningsproces (2022)

    Het inningsproces is een cruciaal proces binnen de Belastingdienst waarvan de stabiliteit geborgd moet blijven. Om te voorkomen dat nieuwe problemen ontstaan, heeft het kabinet middelen beschikbaar gesteld om de druk op cruciale processen binnen de Belastingdienst te verlagen en de uitvoeringscapaciteit op een gelijk niveau te houden. Om de continuïteit, stabiliteit en uitvoerbaarheid van Inning en Betalingsverkeer te borgen, wordt voortdurend gewerkt aan de verbetering van deze processen. De evaluatie zal de doeltreffendheid en doelmatigheid toetsen, een analyse van het inningsproces bieden en leiden tot voorstellen tot verbetering van het inningsproces op korte, middellange en lange termijn.

Fiscaal beleid en uitvoering

  • 4. Beleidsdoorlichting Dienstverlening (2020)

    De Beleidsdoorlichting Dienstverlening richt zich op de vraag in hoeverre de Belastingdienst er in slaagt om op doeltreffende en doelmatige wijze burgers en bedrijven passende dienstverlening aan te bieden en het voor hen zo gemakkelijk mogelijk te maken om hun verplichtingen na te komen en hun rechten geldend te maken.

  • 5. Beleidsdoorlichting Douane (2020)

    De Beleidsdoorlichting Douane richt zich op de vraag in welke mate de uitvoering en handhaving van de Douane doeltreffend en doelmatig is om de ABC-doelstellingen (Afdracht, Bescherming en Concurrentievermogen) van Douane te bereiken.

  • 6. Beleidsdoorlichting Toezicht, opsporing en massale processen (2022)

    De beleidsdoorlichting toezicht, opsporing en massale processen is gericht op de doeltreffendheid en doelmatigheid van de uitvoering en handhaving van de Belastingdienst. De evaluatie richt zich op het fiscale domein (de traditionele «blauwe» Belastingdienst). In de aanloop naar de start zal nagegaan worden in hoeverre de aanbevelingen uit de vorige beleidsdoorlichting Toezicht, opsporing en massale processen (periode 2010-2016) zijn opgevolgd. Aan de hand daarvan zal, in overleg met de betrokken directies, de scope, aanpak en invulling van deze doorlichting worden vastgesteld om te komen tot een afbakening (beleidsinstrumenten, handhavingsinstrumenten, doelgroepen) die de meest relevante inzichten oplevert.

Overzicht coronamaatregelen

  • 1. Monitoring en evaluatie (fiscale) crisismaatregelen (doorlopend)

    Verschillende crisismaatregelen worden gemonitord, waaronder verschillende fiscale crisismaatregelen (onder andere uitstel van betaling belastingschulden en de fiscale Coronareserve). Indien mogelijk wordt in kaart gebracht in hoeverre aan de beoogde doelen (meestal liquiditeit) is bijgedragen. Een nader overzicht wordt meegenomen in de uitwerking van de toezegging (over de evaluatie van de coronamaatregelen) tijdens het afgelopen verantwoordingsdebat.

  • 2. Analyse maatregel handelskredieten (2020)

    Met kortlopende leverancierskredieten wordt in Nederland op jaarbasis door commerciële kredietverzekeraars meer dan 200 miljard euro aan handel mogelijk gemaakt. Als gevolg van de COVID-19 crisis is deze dienstverlening onder druk komen te staan. De enige manier om de risico’s te beheersen en zo te voorkomen dat de verzekeraars zelf in financiële problemenkomen – waardoor deze kredietverlening geheel zou dreigen te verdwijnen – is dan het verlagen van de zogeheten kredietlimieten. Daarom besloot de Staat over te gaan tot herverzekering van de gehele portefeuilles van de verzekeraars voor het hele jaar 2020, met een garantie van maximaal 12 miljard euro. In het najaar 2020 zal er een analyse komen van de baten en lasten van deze herverzekering en daarbij tevens ingegaan worden op mogelijkheden om de kosten voor de Staat eventueel te verdelen over betrokken partijen zoals de verzekeraars en hun verzekerden.52

Overige evaluaties/ onderzoek Financiën

  • 1. Nader onderzoek vermogensstatistieken box 2 (2020 ‒ 2021)

    Uit onderzoek in het kader van de bouwstenen voor een beter belastingstelsel is gebleken dat de omvang van het vermogen veel groter is dan eerder gedacht. Op dit terrein is nader onderzoek nodig, samen met het CBS.

  • 2. Evaluatie Strategische Evaluatie Agenda (2020 ‒ 2021)

    Deze evaluatie betreft in eerste instantie om een interne tussentijdse evaluatie met alle betrokken stakeholders, waaronder in ieder geval de departementen, de Algemene Rekenkamer en Tweede Kamer. Verdere monitoring en evaluatie van de SEA’s in de komende jaren (2021 en verder) is voorzien met het oog op de doorontwikkeling van deze nieuwe werkwijze.

  • 3. Evaluatie Pilot CW 3.1 (2020 ‒ 2021)

    Deze pilot start rond 1 juni (voor enkele departementen later i.v.m. de Covid-19 situatie) en loopt tot het eind van dit kalenderjaar. De pilot zal door een externe partij geëvalueerd worden om te onderzoeken of de aandacht in de Kamer en bij departementen hierdoor toeneemt. Publicatie van de evaluatie wordt verwacht in 2021.

  • 4. Evaluatie fiscale regelingen bedrijfsopvolging (2021) (indien voldoende data beschikbaar)

    Bij overdracht van met name MKB-bedrijven is de financiering vaak een van de belangrijkste knelpunten. De doelstelling van de bedrijfsopvolgingsregelingen grijpt daar op aan. Zo beoogt de BOR, een vrijstelling in de schenk- en erfbelasting, te voorkomen dat de belastingheffing beletsel vormt voor een gewenste – welvaartsverhogende - overdracht (hetzij via verkoop, hetzij via schenking of vererving) van levensvatbare bedrijven. Ook de andere bedrijfsopvolgingsregelingen kennen dat uitgangspunt. In de evaluatie wordt de doelmatigheid en de doeltreffendheid van de bedrijfsopvolgingsregelingen beoordeeld. Of deze evaluatie doorgang vindt hangt af van de beschikbaarheid van aangiftedata.

  • 5. Evaluatie eenmalige vrijstelling schenk- en erfbelasting t.b.v. de eigen woning (2021)

    Tot circa € 100.000 is een belastingvrije schenking ten behoeve van de eigen woning mogelijk, mits de ontvanger tussen de 18 en de 40 jaar oud is. Deze regeling zal beoordeeld worden op doeltreffendheid en doelmatigheid.

  • 6. Vpb vrijgestelde en fiscale beleggingsinstelling (2021)

    De Vpb vrijgestelde en fiscale beleggingsinstellingen kennen aparte regimes binnen de Vpb. Deze regimes zullen worden bezien en worden afgewogen tegen een mogelijk alternatief.

  • 7. Onderzoek omvang Nederlandse digitale platformeconomie (2021)

    In kaart wordt gebracht hoe groot de platformeconomie is (inkomen en aantallen), huidige inschattingen zijn verouderd of kennen een andere afbakening.

  • 8. Evaluatie fiscale regelingen overdrachtsbelasting (2020 ‒ 2021)

    De doeltreffendheid en doelmatigheid van de fiscale regelingen in de overdrachtsbelasting worden bezien.

  • 9. Evaluatie kleine ondernemersregeling btw (2021)

    De in 2020 aangepaste kleine ondernemersregeling wordt geëvalueerd. Daarbij wordt gekeken naar doelmatigheid en doeltreffendheid.

  • 10. Evaluatie grenseffecten tabaksaccijnsverhogingen (2021)

    In het Nationale Preventieakkoord53 is opgenomen dat de tabaksaccijns op een pakje sigaretten zodanig wordt verhoogd dat de prijs van een pakje met 1 euro stijgt. Alvorens de prijs verder te verhogen tot 10 euro is toegezegd dat het kabinet in 2021 een evaluatie zal uitvoeren omdat grenseffecten de effectiviteit van en het draagvlak voor de maatregel kunnen ondermijnen.

  • 11. Prikkels arbeidsparticipatie inkomstenbelasting/ evaluatie Arbeidskorting/ Inkomensafhankelijke Combinatiekorting (2022)

    De inkomstenbelasting wordt steeds meer gebruikt om arbeidsparticipatie te bevorderen, met instrumenten zoals de Arbeidskorting en Inkomensafhankelijke Combinatiekorting. Door de toenemende complexiteit die dit met zich meebrengt, zijn vanuit gedragseconomisch perspectief vraagtekens te zetten bij de effectiviteit van dit instrumentalisme. De doelmatigheid en doeltreffendheid van deze prikkels wordt bezien in de geplande evaluatie.

  • 12. Evaluatie ondernemersregelingen (2022)

    Er bestaan verschillende aftrekposten voor ondernemers zoals de zelfstandigenaftrek en mkb-winstvrijstelling, maar ook de meewerkaftrek en verschillende andere kleinere aftrekposten. Door de instrumenten op het terrein van ondernemerschap te evalueren kunnen de kosten tegen de baten worden afgewogen. De focus van deze evaluatie zal op een later moment bepaald worden, het heeft de voorkeur om de evaluatie te richten op één van de ondernemersregelingen.

  • 13. Evaluatie landbouwvrijstelling (2022)

    Invullen is afhankelijk van de uitkomsten van het onderzoek van de Algemene Rekenkamer naar de landbouwvrijstelling.

50

Kamerstukken II 2017–2018, 32 013, nr. 162

51

De alternatieve invulling van de geplande beleidsdoorlichting wordt formeel aangekondigd en verder toegelicht in de motie Harbersbrief van het ministerie van Financiën. Deze wordt uiterlijk een week voor Prinsjesdag aan de Tweede Kamer toegezonden.

52

Kamerstukken 2019-2020, 35433 nr. 8

53

https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/gezondheid-en-preventie/nationaal-preventieakkoord

Licence