Stand Slotwet 2019 | 1e suppletoire begroting 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten | |||||||
Omzet | 700.363 | 834.418 | 772.836 | 555.904 | 556.949 | 543.176 | 542.676 |
waarvan omzet moederdepartement | 300.815 | 380.756 | 351.480 | 172.047 | 176.559 | 170.886 | 170.886 |
waarvan omzet overige departementen | 365.040 | 418.706 | 386.137 | 352.021 | 350.654 | 350.654 | 350.654 |
waarvan omzet derden | 34.508 | 34.956 | 35.219 | 31.836 | 29.736 | 21.636 | 21.136 |
Vrijval voorzieningen | 1.344 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 1.901 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Rentebaten | 56 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 703.664 | 834.418 | 772.836 | 555.904 | 556.949 | 543.176 | 542.676 |
Lasten | |||||||
Apparaatskosten | 690.769 | 821.091 | 757.779 | 540.847 | 536.892 | 518.119 | 512.619 |
Personele kosten | 392.597 | 423.149 | 415.682 | 332.386 | 330.138 | 319.469 | 316.342 |
waarvan eigen personeel | 302.058 | 321.756 | 326.360 | 281.496 | 279.767 | 271.558 | 269.152 |
waarvan inhuur externen | 68.847 | 79.819 | 65.526 | 33.906 | 33.511 | 31.640 | 31.092 |
waarvan overige personele kosten | 21.692 | 21.574 | 23.796 | 16.984 | 16.860 | 16.271 | 16.098 |
Materiële kosten | 298.172 | 397.942 | 342.097 | 208.461 | 206.754 | 198.650 | 196.277 |
waarvan apparaat ICT | 3.187 | 0 | 3.496 | 2.495 | 2.477 | 2.390 | 2.365 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 161.294 | 177.702 | 176.941 | 121.289 | 120.366 | 115.982 | 114.698 |
waarvan overige materiële kosten | 133.691 | 220.240 | 161.660 | 84.677 | 83.911 | 80.278 | 79.214 |
Afschrijvingskosten | 11.220 | 12.399 | 14.557 | 14.557 | 19.557 | 24.557 | 29.557 |
Materieel | 934 | 812 | 557 | 557 | 557 | 557 | 557 |
waarvan apparaat ICT | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Immaterieel | 10.286 | 11.587 | 14.000 | 14.000 | 19.000 | 24.000 | 29.000 |
Dotaties voorzieningen | 26 | 928 | 500 | 500 | 500 | 500 | 500 |
Overige kosten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere lasten | 1.045 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Rentelasten | 183 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 703.243 | 834.418 | 772.836 | 555.904 | 556.949 | 543.176 | 542.676 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | 421 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten | 421 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting op de baten
Stand Slotwet 2019 | 1e suppletoire begroting 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
DG Bedrijfsleven en Innovatie | 103.010 | 139.167 | 118.976 | 93.639 | 93.111 | 93.111 | 93.111 |
DG Klimaat en Energie | 58.973 | 69.949 | 56.861 | 56.713 | 61.552 | 61.552 | 61.552 |
DG Groningen Bovengronds | 106.485 | 153.180 | 150.386 | 0 | 0 | 0 | 0 |
DG Groningen Bovengronds kosten commissie | 1.416 | 1.820 | 2.491 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Chief Economist | 10.829 | 10.598 | 11.232 | 10.161 | 10.362 | 4.689 | 4.689 |
Overig | 20.102 | 6.042 | 11.534 | 11.534 | 11.534 | 11.534 | 11.534 |
Totaal | 300.815 | 380.756 | 351.480 | 172.047 | 176.559 | 170.886 | 170.886 |
In deze begroting wordt uitgegaan van de bij de opdrachtgevende DG’s beschikbare budgetten ten tijde van het opstellen van deze begroting. Dat verklaart ook grotendeels het verschil met de omvang van de omzet bij de 1e suppletoire begroting 2020, waarbij de budgetten zijn aangepast aan de opdrachtverstrekking 2020. Daarnaast zijn in de 1e suppletoire begroting 2020 diverse meerwerkopdrachten verwerkt.
DG Bedrijfsleven en Innovatie (DG B&I)
RVO voert opdrachten voor het DG Bedrijfsleven & Innovatie (B&I) uit die zich richten op het versterken van de Nederlandse economie door vernieuwing op innovaties, technologieën en manieren van werken en samenwerken. Vernieuwing is onmisbaar in een wereld die steeds sneller verandert door mondialisering en technologische vernieuwing waaronder digitalisering. Ook is vernieuwing noodzakelijk als reactie op maatschappelijke uitdagingen zoals vergrijzing en klimaatverandering, en om de brede welvaart te behouden. De opdracht van DG B&I bevat tevens verschillende regelingen als onderdeel van het steunpakket naar aanleiding van het COVID-19 virus. De opdrachtenbundel is onder te verdelen in financiële instrumenten om innovaties te bevorderen, het beschermen van innovaties, het stimuleren van internationale samenwerking bij innovaties, het werven van buitenlandse bedrijven en het faciliteren van de transitie van bedrijven naar een koolstofarme economie.
DG Klimaat en Energie (DG K&E)
In opdracht van het DG Klimaat en Energie (K&E) draagt RVO bij aan het bereiken van klimaatneutraliteit en energieverduurzaming. Duurzame energieproductie, energiebesparing, energie-innovatie en een goed werkende energiemarkt en infrastructuur staan hierbij centraal. In toenemende mate is hierbij sprake van complexe opgaven door verwevenheid van duurzaamheidsdoelen op het gebied van energie, klimaat, mobiliteit, gebouwde omgeving, industrie en regio. RVO voert voor het DG K&E onder andere de Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie (SDE+), het Expertisecentrum Warmte (ECW), de innovatie- en klimaatenveloppe regelingen van de Topsector Energie (TSE) en de Energie-investeringsaftrek (EIA) uit.
DG Groningen Bovengronds
De aanvragen tot schadevergoedingen door bodembeweging in het Groningse gasveld worden vanaf 1 juli 2020 afgehandeld door het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG). RVO stelt hierbij personeel ter beschikking aan het Bureau IMG en levert ondersteunende diensten welke in het tarief vervat zijn. De uitvoeringskosten voor RVO ten behoeve van de ondersteuning van het bureau IMG worden door het IMG jaarlijks in de begroting opgenomen. Voor het 2021 is dit een raming die is omgeven met de nodige onzekerheden, aangezien er nieuwe regelingen worden geïntroduceerd: de Waardedalingsregeling en Immateriële schade, waar nog geen ervaringscijfers van beschikbaar zijn.
Chief Economist
RVO voert taken uit in opdracht van de Chief Economist en de directie Mededinging & Consumenten. Dit werkpakket bestaat uit twee componenten. Als eerste het beheer en de doorontwikkeling van TenderNed, het elektronisch systeem voor aanbesteden. Daarnaast geeft RVO advies en voorlichting over met name de aanbestedingswet door het delen van informatie via de website PIANOo.nl, door het beantwoorden van vragen hierover, en door bij te dragen aan het traject Beter Aanbesteden.
Overig
In opdracht van het moederdepartement worden inkooptaken uitgevoerd door het Inkoop Uitvoeringscentrum (IUC), dat is ondergebracht bij RVO. Daarnaast zijn hier de budgetten opgenomen voor de uitvoering van de Werkgroep Internationale Mobiliteit (WIM) en Expert National Detaché (END).
Stand Slotwet 2019 | 1e suppletoire begroting 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | 203.537 | 226.633 | 210.753 | 195.732 | 195.732 | 195.732 | 195.732 |
Ministerie van Buitenlandse Zaken | 104.397 | 121.031 | 112.599 | 95.408 | 94.041 | 94.041 | 94.041 |
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | 26.556 | 40.910 | 33.391 | 33.391 | 33.391 | 33.391 | 33.391 |
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat | 17.986 | 18.125 | 19.500 | 17.500 | 17.500 | 17.500 | 17.500 |
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | 4.256 | 3.953 | 3.853 | 3.930 | 3.930 | 3.930 | 3.930 |
Ministerie van Justitie en Veiligheid | 604 | 861 | 861 | 878 | 878 | 878 | 878 |
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | 206 | 244 | 245 | 249 | 249 | 249 | 249 |
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport | 6.565 | 3.205 | 3.333 | 3.399 | 3399 | 3399 | 3399 |
Overig | 933 | 3.744 | 1.602 | 1.534 | 1.534 | 1.534 | 1.534 |
Totaal | 365.040 | 418.706 | 386.137 | 352.021 | 350.654 | 350.654 | 350.654 |
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV)
Vanuit een opgavegerichte houding voert RVO opdrachten uit voor het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in het kader van eerlijke en verantwoorde landbouw en visserij. Economisch perspectief, duurzaamheid en welzijn bij het produceren in verbondenheid door boeren, tuinders en vissers staan centraal. Belangrijk hierbij is het herstel en behoud van Nederlandse natuur. Een belangrijk doel is ook om de internationale koppositie van de agrarische sector te verstevigen met een nadruk op het benutten van kennis en innovatie. Daarmee draagt Nederland bij aan de aanpak van het wereldvoedselvraagstuk. Regelingen die worden uitgevoerd door RVO zijn onder andere het Europees Gemeenschappelijk Landbouw- en Visserijbeleid, de Mestwetgeving en het beleid met betrekking tot Visserij, Natuur en Dierenwelzijn & -gezondheid.
Ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ)
RVO voert activiteiten uit op de beleidsterreinen van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel & Ontwikkelingssamenwerking. Voor het DG Internationale Samenwerking (DGIS) is de expertise en inzet van RVO met name toegespitst op duurzame handel en investeringen, infrastructuur en ontwikkeling van de private sector, verbeterd waterbeheer, sanitatie en drinkwater, toegang tot duurzame energie en het tegengaan van klimaatverandering in ontwikkelingslanden. RVO voert voor het DG Buitenlandse Economische Betrekkingen (DGBEB) de opdracht Internationaal Ondernemen uit. Uitgangspunt bij deze opdracht is het bieden van een volledig pakket aan diensten (kennis & regelingen) aan ondernemers, hetgeen hen ondersteunt in alle opeenvolgende stappen die zij nemen bij het realiseren van omzet in dan wel met het buitenland.
In de loop van 2021 zal de, op het buitenland gerichte, financieringsinstelling Invest International worden opgericht. Daarmee zullen een aantal bestaande regelingen, die nu nog door RVO worden uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van BZ, overgaan naar de nieuwe instelling.
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK)
RVO werkt voor het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan opdrachten op het gebied van wonen en de digitale overheid. Voor het DG Bestuur, Ruimte en Wonen voert RVO opdrachten in het kader van de beleidsdoelstellingen energietransitie in de gebouwde omgeving, leefbaarheid en bouwkwaliteit, woningmarkt, openbaar bestuur en democratie, ruimtelijke ordening en de omgevingswet. De opdrachten bevatten onder andere de subsidieregeling Energiebesparing Eigen Huis en de stimuleringsregeling aardgasvrije huurwoningen. Voor het DG Overheidsorganisatie werkt RVO aan opdrachten in het kader van beleidsdoelstellingen op het gebied van informatiebeleid en de e-overheidsvoorzieningen. De opdrachten richten zich met name op informatievoorziening aan ondernemers en het beheer van systemen en websites. RVO werkt ook aan opdrachten voor het DG Koninkrijksrelaties in Caribisch Nederland en op Aruba, Curaçao en Sint-Maarten op het gebied van duurzame economische ontwikkeling (financiering, toerisme, landbouw, ondernemerschap stimulering).
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW)
De opdrachten die RVO voor het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) uitvoert zijn samen te vatten in drie maatschappelijke opgaven: (i) transitie naar een circulaire economie, (ii) slimme en groene mobiliteit en (iii) klimaatadaptatie. Voor de transitie naar circulaire economie voert RVO onder andere het Versnellingshuis Nederland Circulair! uit, voor mobiliteit onder andere de subsidieregeling elektrisch rijden voor particulieren en de LNG-subsidie, en voor klimaatadaptatie onder andere de Verbinding Topsector Water en Maritiem en Water as Leverage. Sommige instrumenten die RVO voor het Ministerie van IenW uitvoert zijn generieker en dragen bij aan alle bovengenoemde transities, zoals bijvoorbeeld de MIA\Vamil, GroenBeleggen, Interreg en Horizon 2020.
Stand Slotwet 2019 | 1e suppletoire begroting 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Europese Unie | 2.385 | 4.377 | 4.889 | 4.989 | 4.989 | 4.989 | 4.989 |
Provincies | 29.111 | 28.799 | 27.186 | 23.700 | 21.600 | 13.500 | 13.000 |
Overig | 3.012 | 1.780 | 3.144 | 3.147 | 3.147 | 3.147 | 3.147 |
Totaal omzet derden | 34.508 | 34.956 | 35.219 | 31.836 | 29.736 | 21.636 | 21.136 |
De omzet derden heeft betrekking op opdrachten voor de Europese Unie, de provincies en een aantal kleinere opdrachtgevers waaronder gemeenten. De opdracht voor de provincies bevat onder andere de omzet voor het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer en tevens de omzet voor de uitvoering van het Plattelands-ontwikkelingsprogramma 3 (POP3) van het Ministerie van LNV.
Toelichting op de lasten
Personele kosten
Door het lagere opdrachtenpakket in 2021 ten opzichte van de begroting 2020 (tot en met de 1e suppletoire) dalen de personele kosten met € 14,0 mln. Een reden hiervoor is dat in deze begroting wordt uitgegaan van de bij de opdrachtgevende DG’s beschikbare budgetten ten tijde van het opstellen van deze begroting. De personele kosten in de 1e suppletoire begroting van 2020 zijn reeds aangepast aan de definitieve opdrachtverlening 2020 dan wel meerwerkopdrachten. De inzet van RVO is om de daling van de personeelskosten in de jaren na 2021 zoveel mogelijk via een afname van externe inhuur te realiseren.
Materiële kosten
De totale materiële kosten zijn voor 2021 geraamd op € 284,4 mln. Dit is een daling van € 113,5 mln ten opzichte van de begroting 2020 (tot en met de 1e suppletoire). Hiervoor geldt dezelfde verklaring als benoemd in de toelichting op de personele kosten. De materiële kosten zijn onder te verdelen in directe en indirecte materiële kosten. De daling vindt met name plaats binnen de directe materiële kosten welke direct verband houden met de uitvoering van opdrachten. Een ander onderdeel van de materiële kosten vormen de bijdragen aan Shared Service Organisaties (SSO’s), welke in 2020 totaal € 162,0 mln bedragen. Deze bestaan uit kosten voor producten en diensten van DICTU en het Rijksvastgoedbedrijf voor de huisvestingskosten. Daarnaast zijn op basis van voortschrijdend inzicht automatiseringskosten (niet zijnde DICTU kosten) die voorheen onder bijdrage aan SSO’s vielen, nu begroot onder apparaat ICT.
Stand slotwet 2019 | 1e suppletoire begroting 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. | Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen | 125.906 | 109.085 | 112.718 | 112.669 | 113.326 | 113.143 | 113.220 |
+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom | 692.268 | 834.418 | 772.836 | 555.913 | 556.958 | 543.185 | 542.685 | |
-/- totaal uitgaven operationele kasstroom | ‒ 704.081 | ‒ 822.019 | ‒ 758.279 | ‒ 541.356 | ‒ 537.400 | ‒ 518.628 | ‒ 513.128 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | ‒ 11.813 | 12.399 | 14.557 | 14.557 | 19.558 | 24.557 | 29.557 |
-/- totaal investeringen | ‒ 5.570 | ‒ 29.200 | ‒ 29.200 | ‒ 29.200 | ‒ 29.200 | ‒ 29.200 | ‒ 29.200 | |
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen | 1.128 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | ‒ 4.442 | ‒ 29.200 | ‒ 29.200 | ‒ 29.200 | ‒ 29.200 | ‒ 29.200 | ‒ 29.200 |
-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
+/+ eenmalige storting door moederdepartement | 1.511 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
-/- aflossingen op leningen | ‒ 7.677 | ‒ 8.766 | ‒ 14.606 | ‒ 13.900 | ‒ 19.740 | ‒ 24.480 | ‒ 29.200 | |
+/+ beroep op leenfaciliteit | 5.600 | 29.200 | 29.200 | 29.200 | 29.200 | 29.200 | 29.200 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | ‒ 566 | 20.434 | 14.594 | 15.300 | 9.460 | 4.720 | 0 |
5. | Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 109.085 | 112.718 | 112.669 | 113.326 | 113.144 | 113.220 | 113.577 |
De investeringen worden voor 2021 tot en met 2025 op € 29,2 mln geraamd, dit is hetzelfde bedrag als is opgenomen in de eerste suppletoire begroting 2020. De investeringen worden gefinancierd via de leenfaciliteit van Ministerie van Financiën. Vanwege een hoger investeringsbedrag in 2021 ten opzichte van voorgaande jaren, neemt daardoor het aflossingsbedrag de komende jaren toe.
Stand slotwet 2019 | Vastgestelde begroting 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Inputindicatoren | |||||||
Kernindicatoren | |||||||
Verhouding direct/indirect personeel | 83% | 84% | 84% | 84% | 84% | 84% | 84% |
Outputindicatoren | |||||||
Kernindicatoren | |||||||
Tariefindex in reële termen | 100,1% | 100,0% | 100,0% | 100,0% | 100,0% | 100,0% | 100,0% |
FTE-totaal (excl. externe inhuur) | 3.906 | 3.569 | 3.917 | 3.525 | 3.525 | 3.525 | 3.525 |
Saldo van baten en lasten (%) | 0,1% | ||||||
Kwaliteitsindicatoren | |||||||
Kernindicatoren | |||||||
Klanttevredenheid | 7,4 | 7,3 | 7,3 | 7,3 | 7,3 | 7,3 | 7,3 |
Gehonoreerde bezwaarschriften | 36,0% | 25,0% | 25,0% | 25,0% | 25,0% | 25,0% | 25,0% |
RVO maakt haar overhead inzichtelijk met de indicator die het percentage geeft van de directe personele kosten als onderdeel van de totale personele kosten. Hoe hoger dit percentage van directe personele kosten, hoe lager de overhead. RVO streeft voor het totaal van de organisatie naar een percentage van 84% (overhead: 16%). Daarnaast verwacht RVO de fluctuaties in het opdrachtenpakket op te vangen met externe inhuur. Hierdoor zal onder verder gelijkblijvende omstandigheden de ambtelijke bezetting in grote lijnen stabiel blijven vanaf 2021. De klanttevredenheid meet RVO per kwartaal.