A. Budgettaire gevolgen
Dit artikel bevat alle personele en materiële uitgaven en ontvangsten van het Ministerie van SZW. In beleidsartikel 11 staat een toelichting op de bijdragen aan ZBO’s.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 353.723 | 417.426 | 404.477 | 405.809 | 397.685 | 399.749 | 398.178 |
Uitgaven | 351.632 | 417.426 | 404.477 | 405.809 | 397.685 | 399.749 | 398.178 |
Personele uitgaven | 275.872 | 328.243 | 325.582 | 323.783 | 317.534 | 317.223 | 317.135 |
waarvan eigen personeel | 262.756 | 315.240 | 317.054 | 315.234 | 308.885 | 308.674 | 308.486 |
waarvan inhuur externen | 10.935 | 10.669 | 5.658 | 5.479 | 5.364 | 5.264 | 5.264 |
waarvan overige personele uitgaven | 2.181 | 2.334 | 2.870 | 3.070 | 3.285 | 3.285 | 3.385 |
Materiële uitgaven | 75.760 | 89.183 | 78.895 | 82.026 | 80.151 | 82.526 | 81.043 |
waarvan ICT | 15.178 | 23.902 | 15.018 | 17.734 | 16.114 | 18.787 | 16.787 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 45.478 | 46.292 | 46.940 | 47.393 | 47.415 | 47.384 | 47.384 |
waarvan overige materiële uitgaven | 15.104 | 18.989 | 16.937 | 16.899 | 16.622 | 16.355 | 16.872 |
Ontvangsten | 41.730 | 57.771 | 58.761 | 60.013 | 58.235 | 57.084 | 57.084 |
B. Toelichting op de financiële instrumenten
Personele en materiële uitgaven
De totale begrote apparaatsuitgaven voor het kerndepartement bedragen in 2021 € 404,5 miljoen. Hiervan heeft € 325,6 miljoen betrekking op personele uitgaven en € 78,9 miljoen op materiële uitgaven.
Aan de stijging van de uitgaven vanwege de opbouw van de Rijksschoonmaakorganisatie (RSO) en de uitbreiding van met name de Inspectie SZW voor het versterken van de handhavingsketen in het licht van het Inspectie Control Framework (ICF) is een einde gekomen. Vanaf 2021 blijven de totale apparaatsuitgaven ongeveer op hetzelfde niveau.
Het verloop bij het budget voor eigen personeel in de jaren 2019-2022 wordt naast bovenstaande verklaard door de invoering van het individueel keuzebudget voor rijksambtenaren. Dit leidt tot incidentele meerkosten in 2020. Ten slotte zijn er interne uitvoeringskosten voor de NOW. Het budget externe inhuur ligt in 2020 en verder op een lager niveau dan 2019. In de afgelopen jaren is het budget externe inhuur aangevuld vanuit ICT vanwege inhuur voor automatiseringsprojecten. In 2020 is er een incidentele piek bij ICT vanwege de voorziene overgang naar een nieuwe ICT-leverancier voor de opsporingsdienst van de Inspectie.
Ontvangsten
De ontvangsten hebben voor het grootste deel betrekking op de facturering door RSO van schoonmaakkosten aan de afnemers. Daarnaast zijn er ontvangsten van andere departementen en terugontvangsten van apparaat.
Rijksschoonmaakorganisatie
De RSO is in 2016 gestart met het uitvoeren van de schoonmaakactiviteiten. De opbouw van de organisatie zal geleidelijk plaatsvinden naar gelang er meer departementen aansluiten. Vanaf 2021 zijn alle beoogde departementen aangesloten. De schoonmakers zijn in dienst van het Rijk. De bijbehorende uitgaven komen ten laste van de begroting van het Ministerie van SZW.
Op de begroting van SZW zijn taakstellende ontvangsten voor de RSO opgenomen. Facturering aan de opdrachtgevers vindt plaats op basis van meerjarige dienstverleningsafspraken. Dit houdt in dat de uitgaven voor schoonmaak zowel bij de departementen als bij SZW op de begroting staan. Tabel 109 geeft een splitsing van de totale apparaatsbedragen in kerndepartement exclusief RSO en RSO.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Kerndepartement exclusief RSO | |||||||
Uitgaven | 313.209 | 362.976 | 352.709 | 354.041 | 345.917 | 347.981 | 346.410 |
Ontvangsten | 7.006 | 7.642 | 8.295 | 9.547 | 7.769 | 6.618 | 6.618 |
Rijksschoonmaakorganisatie | |||||||
Uitgaven RSO | 38.423 | 54.450 | 51.768 | 51.768 | 51.768 | 51.768 | 51.768 |
Ontvangsten RSO | 34.724 | 50.129 | 50.466 | 50.466 | 50.466 | 50.466 | 50.466 |
Naar aanleiding van een toezegging in het wetgevingsoverleg over het jaarverslag 2018 wordt vanaf de begroting 2020 een indicator opgenomen met betrekking tot de medewerkerstevredenheid van de schoonmakers in dienst van de RSO. In onderstaande tabel staat de uitkomst van het eerst gehouden medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) uit 2017 en de uitkomst van het meest recente MTO van eind 2019. Het MTO vindt tweejaarlijks plaats.
Realisatie 2017 | Realisatie 2019 | |
---|---|---|
Tevredenheid medewerkers RSO | 8,5 | 8,6 |
C. Totaaloverzicht apparaatsuitgaven/kosten
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal apparaatsuitgaven ministerie | 351.632 | 417.426 | 404.477 | 405.809 | 397.685 | 399.749 | 398.178 |
Totaal apparaatskosten ZBO’s/RWT’s1 | 1.980.487 | 2.411.036 | 2.635.340 | 2.629.031 | 2.604.547 | 2.651.993 | 2.691.889 |
UWV (inclusief BKWI) | 1.758.868 | 2.113.143 | 2.353.810 | 2.316.218 | 2.300.837 | 2.335.979 | 2.376.343 |
SVB | 212.656 | 286.873 | 273.504 | 304.787 | 295.684 | 307.988 | 307.520 |
IB | 8.963 | 11.020 | 8.026 | 8.026 | 8.026 | 8.026 | 8.026 |
In onderstaande tabel zijn de apparaatsuitgaven van het departement onderverdeeld naar de verschillende organisatieonderdelen. De uitgaven voor de RSO en SSO's (onder andere huisvesting en ICT van het gehele kerndepartement) vallen onder de plaatsvervangend SG.
2021 | |
---|---|
Totaal kerndepartement | 404.477 |
SG | 34.695 |
Plaatsvervangend SG (inclusief SSO's) | 160.130 |
Waarvan RSO | 51.768 |
DG Sociale Zekerheid en Integratie | 37.050 |
DG Werk | 27.371 |
Inspectie SZW | 145.231 |