Vrede, veiligheid en duurzame ontwikkeling door het voorkomen en terugdringen van gewelddadig conflict en het bevorderen van rechtstaatontwikkeling, vredesopbouw en legitieme staatsstructuren. Tevens het bevorderen van migratiesamenwerking, het verbeteren van de perspectieven van vluchtelingen en gastgemeenschappen (met focus op onderwijs en werk) en het verlenen van noodhulp ter leniging van humanitaire nood wereldwijd.
De minister is verantwoordelijk voor:
Financieren
– Programma’s en partners op het terrein van veiligheid & rechtsorde, gericht op het aanpakken van de grondoorzaken van conflict, waaronder early warning, early action en conflictpreventie, veiligheid van mensen, rechtsstaatontwikkeling, vredesprocessen, politieke staatsopbouw en sociaal- economische wederopbouw met nadruk op de focus regio’s (Sahel, MENA en Hoorn van Afrika). Voor een deel worden deze gefinancierd uit het geïntegreerde Budget Internationale Veiligheid (Defensiebegroting) en het Stabiliteitsfonds (BZ-begroting), waarmee het geïntegreerde karakter van de inzet van diplomatieke, civiele en/of militaire activiteiten wordt geborgd.
– Humanitaire hulpverlening door gespecialiseerde VN-organisaties, het Internationale en Nederlandse Rode Kruis, en Nederlandse NGO’s (Dutch Relief Alliance).
– Programma’s gericht op innovatie van de humanitaire hulpverlening.
– Programma’s gericht op duurzame opvang en bescherming van vluchtelingen in de regio.
– Het ondersteunen van brede partnerschappen op migratieterrein met prioritaire herkomst-, transit- en opvanglanden, door financiering van activiteiten die belangrijk zijn voor betrokken ontwikkelingslanden en die bijdragen aan beter migratiesamenwerking, betere bescherming en perspectieven voor vluchtelingen en gastgemeenschappen, tegengaan van uitbuiting en mishandeling van migranten en bestrijding mensensmokkel/handel, en het bevorderen van vrijwillige terugkeer en herintegratie.
Stimuleren
– Programma’s gericht op veiligheid & rechtsorde en ‘legitieme stabiliteit’ in partnerlanden in landen waarin zich actuele crises voordoen, met name in landen in de Sahel, MENA en Hoorn van Afrika regio’s en Grote Meren van Afrika. Onder deze programma’s valt ook grote inzet op fysieke veiligheid van burgers via humanitair ontmijnen en cluster munitie programma’s.
– De nadruk ligt daarbij steeds meer op het bereiken van resultaten onder Sustainable Develoment Goal 16, wat zich specifiek richt op vrede, justitie en sterke (inclusieve) instellingen, als leidraad voor de Nederlandse inzet.
– Innovatie ligt vooral op een nog grotere synergie bereiken tussen de verschillende thema’s en programma’s binnen deze landen op het terrein van veiligheid en rechtsorde. Bijvoorbeeld door een samenwerking te stimuleren tussen verschillende Nederlandse partners die actief zijn op lokaal bestuur en politieke partijenversterking, waarbij ook speciale aandacht wordt gegeven aan jongeren.
– Innovatie en hervorming bij noodhulporganisaties om efficiënter en effectiever te werken en om de onderlinge coördinatie te versterken.
– Vergroten van paraatheid voor tijdige en effectieve rampenrespons.
– Betrekken van kwetsbare groepen in humanitaire situaties bij beleid en uitvoering en het tegengaan van seksueel geweld.
– De positieve bijdrage van migratie aan ontwikkeling bevorderen en de negatieve effecten tegengaan door tegengaan van uitbuiting en mishandeling van migranten en bestrijding mensensmokkel/handel, en het bevorderen van vrijwillige terugkeer en herintegratie.
– Realisatie van brede partnerschappen op migratieterrein met prioritaire herkomst-, transit- en opvanglanden, waar zowel betrokken landen, NL/EU als vluchtelingen/migranten baat bij hebben.
– Versterking opvang en bescherming van vluchtelingen in de regio, door inzet op betere bescherming en een sterkere rechtspositie voor vluchtelingen (inclusief toegang tot werk), meer en betere voorzieningen (onderwijs, gezondheidszorg, water etc.) en het stimuleren van economische ontwikkeling en banengroei, zodat vluchtelingen en gastgemeenschap-pen betere perspectieven en dienstverlening krijgen. Toegang tot werk en onderwijs vormen hierbij speerpunten. Speciale aandacht gaat uit naar vrouwen en jongeren.
Regisseren
– Handhaving en bevordering van internationaal humanitair recht en humanitaire principes en vergroten van effectiviteit van humanitaire hulpverlening door onder andere innovatie. Nederland blijft tevens aandringen op het nakomen en stimuleren van afspraken gemaakt in de Grand Bargain en tijdens de World Humanitarian Summit in 2016.
– Samenwerking met actoren zoals de VN, het Rode Kruis en NGO’s voor een effectievere noodhulpverlening, en met de Europese Commissie Office for Humanitarian Aid Department (ECHO) en EU-lidstaten.
– Betere samenwerking op veiligheid & rechtsorde tussen UNDP (team rechtsstaatsontwikkeling) en VN-DPKO via multi-donor dialoog over het Global Focal Point for Justice, Police and Corrections.
– Meer interne cohesie tussen EU-lidstaten en -instellingen, met name de Europese Commissie en EDEO, op crisisbeheersing en conflictpreventie, onder meer via het ‘Comprehensie Approach Action Plan’, het ‘EU wide Security Sector Reform framework’ en de ‘Joint Communication on Capacity Building in support of security and development’ waarbij Nederland eigen ‘best practices’ inbrengt.
– Bevordering van herstel na crises en stimulering van een belangrijke rol voor het maatschappelijk middenveld bij lokale conflictpreventie, het bevorderen van participatie van burgers en sociaaleconomische wederopbouw.
– Nederland leidt en coördineert namens de EU en de EU-lidstaten de uitrol van het EU-programma om vluchtelingenopvang in de Hoorn van Afrika te versterken. Dit heeft als doel een betere bescherming van vluchtelingen (speciale aandacht voor vrouwen en meisjes), betere perspectieven voor gastgemeenschappen en vluchtelingen inclusief meer mogelijkheden om buiten de vluchtelingenkampen te wonen, werken en onderwijs te volgen.
– In de beleidsreactie op de IOB evaluatie van de Wederopbouw- en Strategische Partnerschappen Chronische Crises (SPCC)-programma’s en het Addressing Root Causes (ARC)-tenderproces zijn maatregelen aangekondigd om de kwaliteit van ontwikkelingssamenwerkingsprogramma’s te verbeteren. Deze maatregelen betreffen het tegengaan van fragmentatie, meer focus op het opschalen van succesvolle activiteiten, meer context- en land-specifiek werken, versterking van de capaciteit voor monitoring, evaluatie en leren en een scherpere afweging van de best passende financieringsmodaliteit. Door regulier de thematische portfolio’s te schouwen wordt hieraan structureel invulling gegeven. Ook de aanbevelingen uit het Mid-Term Review van het ARC-programma, dat eind 2019 startte, zullen dit proces verder kunnen voeden.
– Nederland zet zich in voor de versterking van rechtssystemen in OS-landen die afgestemd zijn en tegemoetkomen aan de daadwerkelijke behoeftes van de betrokken bevolkingen. Dit wordt zekergesteld door beter gebruik te maken van data, bewijsvoering en innovatie, conform de in 2019 aanvaarde The Hague Declaration on Equal Access to Justice for All by 2030. Nederland let daarbij speciaal op groepen met achterstand op toegang tot recht, waaronder vrouwen, jongeren, vluchtelingen/IDP’s, gevangenen en slachtoffers van mensenrechtenschendingen.
– De Nederlandse inzet om mentale gezondheid en psychosociale steun te integreren binnen humanitaire hulp wordt verbreed naar integratie hiervan binnen vredesopbouw en de bredere vrede- en veiligheidsagenda.
– In de Tsjaadmeer regio zal – naast humanitaire hulp - meer worden ingezet op stabiliteit en ontwikkeling via steun aan de regionale stabiliteitsfaciliteit van UNDP.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 1 466 524 | 384 050 | 509 568 | 965 734 | 423 994 | 635 994 | 635 442 | |
Uitgaven: | ||||||||
Programma-uitgaven totaal | 771 565 | 795 868 | 748 586 | 747 152 | 742 212 | 744 812 | 767 260 | |
waarvan juridisch verplicht | 75% | |||||||
4.1 | Humanitaire hulp | 386 951 | 461 317 | 370 017 | 370 017 | 370 017 | 370 017 | 370 017 |
Subsidies | ||||||||
Noodhulpprogramma's | 97 246 | 108 000 | 87 000 | 87 000 | 87 000 | 87 000 | 87 000 | |
Bijdrage aan agentschappen | ||||||||
Noodhulpprogramma's | 388 | |||||||
Bijdragen (inter)nationale organisaties | ||||||||
Noodhulpprogramma's | 195 556 | 269 500 | 200 000 | 200 000 | 200 000 | 200 000 | 200 000 | |
Noodhulpprogramma's non-ODA | 761 | 1 817 | 1 017 | 1 017 | 1 017 | 1 017 | 1 017 | |
UNHCR | 38 000 | 33 000 | 33 000 | 33 000 | 33 000 | 33 000 | 33 000 | |
UNRWA | 19 000 | 13 000 | 13 000 | 13 000 | 13 000 | 13 000 | 13 000 | |
Wereldvoedselprogramma | 36 000 | 36 000 | 36 000 | 36 000 | 36 000 | 36 000 | 36 000 | |
4.2 | Opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking | 170 490 | 157 000 | 162 000 | 162 000 | 162 000 | 162 000 | 162 000 |
Subsidies | ||||||||
Opvang in de regio | 12 546 | 5 000 | 5 000 | 5 000 | 5 000 | 5 000 | 5 000 | |
Migratie en ontwikkeling | 2 670 | |||||||
Opdrachten | ||||||||
Migratie en ontwikkeling | 203 | |||||||
Bijdragen (inter)nationale organisaties | ||||||||
Opvang in de regio | 125 454 | 123 000 | 123 000 | 123 000 | 123 000 | 123 000 | 123 000 | |
Migratie en ontwikkeling | 29 617 | 29 000 | 34 000 | 34 000 | 34 000 | 34 000 | 34 000 | |
4.3 | Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling | 213 541 | 177 551 | 216 569 | 215 135 | 210 195 | 212 795 | 235 243 |
Subsidies | ||||||||
Legitieme stabiliteit | 12 000 | 16 950 | 16 950 | 16 950 | 16 950 | 16 950 | ||
Legitieme en capabele overheid | 10 430 | |||||||
Inclusieve vredes- en politieke processen | 18 390 | 8 000 | 8 000 | 8 000 | 10 000 | 10 000 | 10 000 | |
Vredesdividend: werkgelegenheid en basisvoorzieningen | 22 525 | 15 000 | 6 000 | 2 000 | 0 | 0 | 0 | |
Functionerende rechtsorde | 14 418 | 26 088 | 29 038 | 32 078 | 33 838 | 33 538 | 33 538 | |
Landenprogramma's functionerende rechtsorde | 4 159 | |||||||
Opdrachten | ||||||||
Inclusieve vredes- en politieke processen | 4 995 | |||||||
Landenprogramma's functionerende rechtsorde | 1 404 | |||||||
Bijdragen (inter)nationale organisaties | ||||||||
Legitieme stabiliteit | 7 637 | 10 305 | 10 305 | 10 305 | 10 305 | 10 305 | ||
Legitieme en capabele overheid | 7 071 | |||||||
Functionerende rechtsorde | 9 104 | 113 500 | 129 950 | 130 910 | 127 150 | 127 450 | 127 450 | |
Landenprogramma's functionerende rechtsorde | 83 318 | |||||||
Inclusieve vredes- en politieke processen | 36 086 | 34 738 | 35 000 | 35 000 | 37 000 | 37 000 | 37 000 | |
Bijdragen aan ander begrotingshoofdstuk | ||||||||
Landenprogramma's functionerende rechtsorde | 1 641 | |||||||
Nog te verdelen | ‒ 39 412 | ‒ 18 674 | ‒ 20 108 | ‒ 25 048 | ‒ 22 448 | |||
4.4 | Noodhulpfonds | 583 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Subsidies | ||||||||
Noodhulpfonds | 583 | |||||||
Budgetflexibiliteit
Het budget voor humanitaire hulp (artikel 4.1) is voor 79% juridisch verplicht. Het overige deel is bestemd voor crisis-specifieke bijdragen humanitaire hulp, voor acute noodhulp en voor bijdragen thematische noodhulp, waaronder aan geestelijke gezondheid en psychosociale hulp (MHPSS). Het betreft vooral uitgaven die afhankelijk zijn van de actualiteit en de behoefte bij de inzet in noodsituaties.
Voor opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking (artikel 4.2) is 74% juridisch verplicht. Het overige deel is reeds bestemd voor het Opportunity Fund binnen het partnerschap Prospects (opvang in de regio) als ook voor programma's op het gebied van migratiesamenwerking.
De programma's op artikel 4.3 (veiligheid en rechtstaatontwikkeling) zijn voor een groot deel (70%) juridisch verplicht. Voor het overige deel zijn onder andere bijdragen aan het Peace and Statebuilding Fund van de Wereldbank en het Peace Building Fund van de Verenigde Naties voorzien.
4.1 Humanitaire Hulp
Onder dit artikel vallen:
– Ongeoormerkte bijdragen aan het wereldwijde VN-noodhulpfonds Central Emergency Response Fund (CERF), UN-OCHA en het Internationale Comité van het Rode Kruis (ICRC) ten behoeve van de snelle beschikbaarheid en flexibiliteit van de humanitaire hulp;
– Ongeoormerkte bijdragen aan UNHCR, UNRWA, UNICEF, WHO en WFP, eveneens ten behoeve van snelle beschikbaarheid en flexibiliteit;
– Crisisspecifieke bijdragen aan VN-organisaties, het Internationale Rode Kruis en Nederlandse NGO’s (Dutch Relief Alliance-DRA);
– Bijdragen ten behoeve van versterking van de responscapaciteit van lokale actoren en innovatie van het humanitaire systeem;
– Bijdragen ten behoeve van de integratie van specifieke thema’s in humanitaire hulp, zoals geestelijke gezondheid en psychosociale steun en onderwijs; en
– Bijdragen ten behoeve van de hervorming van het systeem voor internationale humanitaire hulpverlening.
Zoals gebruikelijk informeert het kabinet de Tweede Kamer aan het begin van het nieuwe begrotingsjaar over de humanitaire crises en de Nederlandse inzet op het gebied van noodhulp in het afgelopen jaar. Deze brief zal daarnaast ook een vooruitblik op de financiële inzet van humanitaire middelen in 2021 bieden.
4.2 Opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking
Opvang en bescherming in de regio
– Nederland subsidieert via het subsidiebeleidskader ‘Migratie en Ontwikkeling 2019-2022’ activiteiten gericht op opvang en bescherming in de regio.
– Nederland draagt bij aan een partnerschap met Wereldbank/IFC/ILO/UNICEF/UNHCR in een strategisch samenwerkingskader waarbinnen landen specifieke programma’s worden uitgewerkt, met de focus op onderwijs en werk voor vluchtelingen en kwetsbare lokale bevolking. Het partnerschap voorziet eveneens in een meer strategische beleidsdialoog met deze organisaties die een voortrekkersrol spelen bij de transformatie van een humanitaire naar een ontwikkelingsaanpak in landen die veel vluchtelingen opvangen.
– Nederland steunt via deze subsidies en bijdragen programma’s gericht op onderwijs voor vluchtelingenkinderen, toegang tot voorzieningen, bescherming van kwetsbare groepen en werk voor vluchtelingen en kwetsbare gastgemeenschappen.
Migratiesamenwerking
– Bijdragen aan van programma’s voor migratie en ontwikkeling van IOM en maatschappelijke organisaties in Nederland ter bevordering van vrijwillige terugkeer en herintegratie van ex-asielzoekers uit ontwikkelingslanden.
– Via bijdragen het ondersteunen van brede partnerschappen op migratieterrein met prioritaire herkomst-, transit- en opvanglanden, door financiering van activiteiten die belangrijk zijn voor betrokken ontwikkelingslanden en die bijdragen aan beter migratiemanagement, betere bescherming en perspectieven voor vluchtelingen en gastgemeenschappen, tegengaan van uitbuiting en mishandeling van migranten, bestrijding mensensmokkel/-handel, datacollectie en onderzoek, voorkomen van irreguliere migratie en het bevorderen van terugkeer en herintegratie.
– Bevorderen van dataverzameling –analyse inzake migratiestromen.
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling
– Onder legitieme stabiliteit wordt vooral via het instrument subsidies met een beperkt aantal multilaterale en niet-gouvernementele organisaties samengewerkt en is op landenniveau een aantal NGO’s actief.
– Bevordering van inclusieve vredes- en politieke processen, bestaande uit conflictpreventie, mediation en inclusief bestuur op lokaal en nationaal niveau, wordt voor het overgrote deel uitgevoerd via subsidies aan een mix van nationale en internationale NGO’s. Daarnaast wordt bijgedragen aan het United Nations Peace Building Fund.
– In 2016 zijn, door middel van een subsidietender, organisaties geselecteerd om activiteiten uit te voeren die als vredesdividend werkgelegenheid en basisvoorzieningen in fragiele staten bevorderen (Addressing Root Causes subsidiebeleidskader, 2016-2021).
– Subsidies voor een beter functionerende rechtsorde wordt geheel gefinancierd via een aantal grote, internationaal opererende organisaties op het gebied van democratisering, lokaal bestuur, politieke partijen en parlementen samen met lokale organisaties. Via de landenprogramma’s van ambassades worden zowel bijdragen als subsidies vertrekt.
Zoals verder genoemd in de leeswijzer is het ODA budget gekoppeld aan de ontwikkeling van het Bruto Nationaal Inkomen (BNI). Als gevolg van tegenvallende economische omstandigheden neemt het ODA budget structureel af. Dit betekent dat het budget op diverse thema's is aangepast. In 2020 is dit gecompenseerd binnen de rijksbegroting middels kasschuif en generale compensatie. De mutaties zijn binnen het thema opgenomen onder het instrument ‘nog te verdelen’. De voorstellen voor de verwerking van deze bijstellingen op artikelonderdeel niveau zullen via de eerste suppletoire begroting 2021 aan de Kamer worden opgenomen.