Base description which applies to whole site

3.4 Beleidsartikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering

Tabel 17 Budgettaire gevolgen van beleid art. 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerpbegroting 2022 (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB's (2)

Vastgestelde begroting 2022 (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Verplichtingen

6.148.822

6.927.150

13.075.972

1.595.993

14.671.965

62.835

101.551

95.766

150.270

          

Uitgaven

4.160.218

823.005

4.983.223

46.387

5.029.610

279.760

‒ 88.610

77.974

235.112

          

Subsidies (regelingen)

3.785.347

797.105

4.582.452

74.269

4.656.721

314.183

‒ 59.391

111.693

271.761

Missiegedraven Onderzoek Ontwikkeling en Innovatie (MOOI)

60.135

 

60.135

1.145

61.280

5.810

7.025

5.375

3.775

Hernieuwbare Energietransitie (HER+)

42.140

 

42.140

 

42.140

    

Energie-efficiëntie

2.368

 

2.368

‒ 181

2.187

    

Green Deals

500

 

500

 

500

    

Demonstratieregeling Klimaat- en Energie-innovatie (DEI+)

75.963

 

75.963

24.335

100.298

32.885

8.640

6.546

‒ 13.547

Subsidieregeling Duurzame Scheepsbouw (SDS)

7.075

 

7.075

‒ 4.600

2.475

    

Projecten Klimaat en Energieakkoord

3.981

 

3.981

‒ 1.750

2.231

5.700

5.700

5.700

 

SDE

687.400

 

687.400

‒ 89.400

598.000

‒ 57.200

19.200

41.500

37.500

SDE+

2.585.508

 

2.585.508

66.275

2.651.783

‒ 192.366

‒ 105.171

133.300

182.710

SDE++

68.000

8.855

76.855

585.504

662.359

‒ 197.000

‒ 86.000

‒ 173.000

‒ 31.000

Aardwarmte

17.500

 

17.500

 

17.500

    

ISDE-regeling

130.000

128.000

258.000

‒ 1.300

256.700

‒ 1.300

‒ 1.300

‒ 1.300

‒ 1.300

Compensatie Energie-intensieve bedrijven (ETS)

0

 

0

 

0

    

Carbon Capture and Storage (CCS)

4.080

 

4.080

‒ 1.300

2.780

‒ 100

‒ 100

‒ 100

‒ 100

Hoge Flux Reactor

6.401

 

6.401

 

6.401

    

Caribisch Nederland

4.144

2.000

6.144

4.260

10.404

    

Overige subsidies

50.000

 

50.000

21.600

71.600

4.000

1.000

1.000

1.000

Opschalingsinstrument waterstof

4.000

 

4.000

134.600

138.600

99.600

100.000

100.000

100.000

Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE)

10.519

32.000

42.519

‒ 40.319

2.200

‒ 9.096

‒ 8.385

‒ 7.328

‒ 7.277

Subsidie ondersteuning verduurzaming MKB

25.633

 

25.633

‒ 1.350

24.283

    

IPCEI waterstof

0

3.000

3.000

 

3.000

    

Vulmaatregelen gasopslag

0

623.250

623.250

‒ 623.250

0

623.250

   
          

Leningen

61.400

0

61.400

0

61.400

0

0

0

0

Lening EBN

61.400

 

61.400

 

61.400

    

Lening Gasunie

  

0

 

0

    
          

Garanties

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Verliesdeclaratie aardwarmte

0

 

0

 

0

    
          

Opdrachten

17.753

19.200

36.953

‒ 100

36.853

3.189

7.077

2.577

377

Onderzoek mijnbouwbodembeweging

1.986

 

1.986

‒ 339

1.647

‒ 160

‒ 160

‒ 160

‒ 160

SodM onderzoek

2.425

 

2.425

‒ 231

2.194

    

Uitvoeringsagenda Klimaat

623

 

623

‒ 150

473

‒ 150

‒ 150

‒ 150

‒ 150

Klimaat mondiaal

335

 

335

555

890

12

12

12

12

Onderzoek en opdrachten

12.384

19.200

31.584

65

31.649

3.487

7.375

2.875

675

          

Bijdrage aan agentschappen

74.735

6.700

81.435

33.197

114.632

25.664

26.980

26.980

26.250

Bijdrage aan RVO.nl

58.046

6.700

64.746

27.296

92.042

19.035

18.635

18.635

18.635

Bijdrage aan Agentschap Telecom

4.103

 

4.103

 

4.103

    

Bijdrage aan NEa

7.536

 

7.536

4.164

11.700

5.614

5.730

5.730

5.000

Bijdrage aan KNMI

1.264

 

1.264

661

1.925

115

115

115

115

Bijdrage aan NVWA

886

 

886

 

886

    

Bijdrage aan RIVM

1.600

 

1.600

‒ 599

1.001

‒ 600

1.000

1.000

1.000

Bijdrage aan RWS

1.300

 

1.300

1.675

2.975

1.500

1.500

1.500

1.500

          

Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s

142.417

0

142.417

3.490

145.907

3.000

3.000

3.000

3.000

Doorsluis COVA-heffing

111.000

 

111.000

 

111.000

    

TNO kerndepartement

29.690

 

29.690

3.490

33.180

3.000

3.000

3.000

3.000

TNO-SodM

1.727

 

1.727

 

1.727

    
          

Bijdrage aan medeoverheden

1.340

0

1.340

0

1.340

0

0

0

0

Uitkoopregeling

1.340

 

1.340

 

1.340

    
          

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

10.893

0

10.893

1.307

12.200

57

57

57

57

Bijdrage aan Nuclear Research Group (NRG)

8.259

 

8.259

 

8.259

    

Internationale contributies

1.624

 

1.624

426

2.050

57

57

57

57

PBL Rekenmeesterfunctie

1.010

 

1.010

881

1.891

    
          

Stortingen begrotingsreserve

66.333

0

66.333

‒ 65.776

557

‒ 66.333

‒ 66.333

‒ 66.333

‒ 66.333

Storting in begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie

66.333

 

66.333

‒ 66.333

0

‒ 66.333

‒ 66.333

‒ 66.333

‒ 66.333

Storting in begrotingsreserve aardwarmte

0

 

0

557

557

    
          

Ontvangsten

3.720.277

0

3.720.277

2.191.142

5.911.419

770.000

489.000

454.000

1.154.000

Ontvangsten COVA

111.000

 

111.000

 

111.000

    

Opbrengst heffing ODE (SDE++)

2.692.000

 

2.692.000

214.000

2.906.000

230.000

59.000

84.000

44.000

Ontvangsten zoutwinning

2.511

 

2.511

 

2.511

    

Onttrekking reserve duurzame energie en klimaattransitie

4.186

 

4.186

1.572.000

1.576.186

    

ETS-ontvangsten

900.000

 

900.000

400.000

1.300.000

540.000

430.000

370.000

1.110.000

Diverse ontvangsten

10.580

 

10.580

5.142

15.722

    

Heffing gasleveringszekerheid

0

 

0

 

0

    
Tabel 18 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerpbegroting 2022 (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB's (2)

Vastgestelde begroting 2022 (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Verplichtingen

6.148.822

6.927.150

13.075.972

1.595.993

14.671.965

62.835

101.551

95.766

150.270

waarvan garantieverplichtingen

44.200

 

44.200

 

44.200

    

waarvan overige verplichtingen

6.104.622

6.927.150

13.031.772

1.595.993

14.627.765

62.835

101.551

95.766

150.270

Budgetflexibiliteit

De oorspronkelijke budgetflexibiliteit in de Ontwerpbegroting 2022 was ongeveer 15%, ofwel 85% van het beschikbare kasbudget was al juridisch verplicht. Na de Ontwerpbegroting is via de 6e Incidentele Suppletoire begroting en de 1e suppletoire begroting in totaal ruim € 869,4 mln aan artikel 4 toegevoegd. Hiervan zijn met name de middelen die toegevoegd zijn voor de SDE+ (€ 66,3 mln), de SDE++ (waar de kolenmaatregelen uit gefinancierd worden, € 585,5 mln) en de bijdrage aan RVO.nl (€ 27,3 mln) juridisch verplicht: samen is dit € 679,1 mln. Het restant van het toegevoegde bedrag (€ 190,3 mln) is daarmee nog niet juridisch verplicht. Daar staat tegenover dat naar schatting tot 1 mei 2022 voor ongeveer € 80 mln aan nieuwe verplichtingen zijn aangegaan die ten laste van het kasbudget 2022 komen. Daarmee is per saldo zo'n € 110,3 mln toegevoegd die niet juridisch verplicht is, waardoor het percentage juridisch verplicht met 2% daalt naar circa 83%.

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget 2022 wordt per saldo met € 1.596 mln opgehoogd. Dit heeft een groot aantal oorzaken. De belangrijkste ophogingen zijn de volgende:

  • € 750 mln is van de Aanvullende Post bij het Ministerie van Financiën overgeheveld naar de begroting van het Ministerie van EZK voor de realisatie van het Waterstoftransportnet ('Hyway27') door GasUnie,

  • € 582,6 mln is toegevoegd aan het SDE++-budget 2022, voor het grootste deel ter financiering van de kolenmaatregelen die vanuit het SDE+-budget gefinancierd worden. Deze ophoging is onderdeel van de totale onttrekking en toevoeging aan het SDE++-budget van € 1.572 mln waar in de Startnota van het nieuwe kabinet besloten is het restant is naar de jaren 2026 e.v. geschoven.

  • € 50,6 mln is toegevoegd aan het MOOI-budget door bijdragen vanuit de BZK-begroting aan de MOOI-Gebouwde Omgeving (€ 27,2 mln) en de openstelling van de Positive Energy Districts (€ 1 mln), een bijdrage vanuit artikel 2 aan de TSE-Industrie (€ 1,9 mln) en een verplichtingenschuif uit 2023 naar 2022 (€ 24,6 mln). Hier tegenover staat een verschuiving naar het DEI+-budget (€ 3,4 mln).

  • € 125,4 mln is toegevoegd aan het DEI+-budget door overheveling van bijdragen vanuit artikel 2 van de EZK-begroting aan de DEI+-Industrie (€ 42,6 mln) en vanuit de BZK-begroting aan de DEI+-Aardgasvrije wijken (€ 9 mln). Ook is € 61,7 mln toegevoegd omdat een groot deel van de verplichtingen op basis van de DEI+-openstelling 2021 pas in 2022 worden aangegaan. € 8,6 mln is uit de jaren 2023 tot en met 2026 naar 2022 geschoven. Tenslotte wordt vanuit het MOOI-budget € 3,4 mln verplichtingenbudget naar het DEI+-budget geschoven.

  • € 37,5 mln is toegevoegd aan het budget voor de WarmtelinQ-lening, omdat de lening aan Gasunie niet meer in 2021 is verstrekt, maar dit zal alsnog in 2022 gebeuren.

  • € 70 mln is toegevoegd aan het subsidiebudget voor de WarmtelinQ (onder 'overige subsidies'), omdat de subsidie aan Gasunie pas in 2022 verstrekt zal worden.

  • € 27,3 mln is toegevoegd aan het RVO-uitvoeringsbudget ter financiering van de tekorten ontstaan door de intensievere inzet van RVO op het gebied van de uitvoering van klimaat- en energieregelingen. Zie voor een uitgebreide toelichting bij Uitgaven.

  • Tegenover deze verhogingen staat het verlagen van het budget voor de geplande storting in de reserve duurzame energie en klimaattransitie met € 66,3 mln: deze middelen zijn toegevoegd aan de SDE++-middelen.

Uitgaven

Het uitgavenbudget wordt per saldo met € 46,4 mln opgehoogd.

Subsidies

Demonstratieregeling Klimaat en Energie-Innovatie (DEI+)

Het uitgavenbudget van de DEI+ wordt in totaal met € 24,3 mln opgehoogd. Hiervan heeft € 8,5 mln betrekking op de bijdrage vanuit artikel 2 aan de DEI+-Industrie en € 0,45 mln op de bijdrage vanuit de BZK-begroting aan de openstelling van de DEI+-Aardgasvrije wijken in 2022 (zie ook de toelichting bij de verplichtingen). Daarnaast heeft een kasschuif plaatsgevonden van € 15,4 mln naar 2022 en € 15,7 mln naar 2023 uit de jaren 2025, 2026 en 2027.

SDE

Het voor 2022 en 2023 beschikbare kasbudget wordt met respectievelijk € 89,4 mln en € 57,2 mln verlaagd en doorgeschoven naar de jaren 2024 en verder om de in deze jaren verwachte hogere uitgaven te kunnen financieren.

SDE+

Het beschikbare kasbudget 2022 wordt per saldo met € 66,3 mln verhoogd. Enerzijds vindt er een ophoging plaats door een kasschuif van € 67,8 mln uit 2023 naar 2022 ter financiering van de hogere uitgaven in 2022. Anderzijds wordt het budget juist verlaagd door de overheveling van een bedrag van € 1,8 mln naar het Gemeentefonds als bijdrage aan het gebiedsfonds N33. Naast de genoemde kasschuif worden er ook budgetten van 2023 en 2024 naar 2025 en verder geschoven ter financiering van de SDE+-uitgaven in die jaren. Voor al het flankerend beleid rond de aanleg van windparken op zee (locatieonderzoeken, wind op zee ecologisch programma, beheerskosten RWS) wordt in de periode 2023-2030 bijna € 260 mln vanuit de voor het Klimaatfonds beschikbare middelen toegevoegd aan het SDE+-budget.

SDE++

Aan het SDE++-budget 2022 wordt per saldo € 585,5 mln toegevoegd, met name ter financiering van de kolenmaatregelen in 2022. Het grootste deel hiervan (€ 532 mln) is afkomstig van de totale onttrekking en toevoeging aan het SDE++-budget van € 1.572 mln waartoe in de Startnota van het nieuwe kabinet besloten is: de overige € 1.040 mln is naar de jaren 2026 e.v. geschoven. Het overige deel van de ophoging heeft betrekking op het budget voor de geplande storting in de reserve duurzame energie en klimaattransitie: dit budget wordt niet in de reserve gestort, maar toegevoegd aan het SDE++-budget. Zie ook bij Storting/onttrekking begrotingsreserves.

Opschalingsinstrument waterstof

€ 134,6 mln is van de Aanvullende Post bij het Ministerie van Financiën overgeheveld naar de begroting van het Ministerie van EZK voor de kasuitgaven in 2022 voor het Waterstoftransportnet ('Hyway27').

Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE)

Van het voor de SCE beschikbare kasbudget 2022 wordt € 40,3 mln naar latere jaren geschoven, omdat de SCE een lange uitfinancieringstermijn kent en de kasuitgaven voor deze regeling vooral in deze jaren zullen plaatsvinden.

Overige subsidies

Omdat de subsidie aan Gasunie voor de investering in het warmtetransportnetwerk tussen Rotterdam en Den Haag (WarmtelinQ) niet meer in 2021 verstrekt kon worden, wordt € 20 mln die hiervoor in 2021 was gereserveerd maar niet is uitbetaald, toegevoegd aan het kasbudget 2022. Ook wordt € 1,6 mln toegevoegd aan het budget voor het Expertisecentrum Warmte.

Vulmaatregelen gasopslag

Omdat voor de vulmaatregelen gasopslag Bergermeer gewerkt zal worden met betaling achteraf, wordt het volledige kasbudget (€ 623,25 mln) van 2022 naar 2023 geschoven. Deze kasschuif geldt voor zowel het gedeelte van de gasopslag dat door marktpartijen gevuld wordt als voor het gedeelte dat door EBN gevuld wordt.

Bijdrage aan agentschappen

Bijdrage aan RVO.nl

Aan het uitvoeringsbudget van RVO.nl wordt in totaal € 27,3 mln toegevoegd. Er wordt € 6,2 mln toegevoegd voor de uitvoeringskosten van de beleidsmiddelen die het Ministerie van BZK overhevelt voor de regelingen MOOI-Gebouwde Omgeving en DEI+-Aardgasvrije wijken en voor het Expertisecentrum Warmte. Vanuit beleidsartikel 2 wordt € 2,5 mln beschikbaar gesteld voor de uitvoeringskosten van de DEI+-Industrie en de TSE-Industrie. Voor de uitvoeringskosten in 2021 heeft RVO € 3,3 mln te veel aan voorschot ontvangen: dit bedrag wordt ingezet om de tekorten op de uitvoeringskosten in 2022 te financieren. € 5 mln is afkomstig van de onttrekking van in totaal € 1.572 mln waartoe in de Startnota van het nieuwe kabinet is besloten (zie ook bij Ontvangsten) en wordt structureel aan het RVO-budget toegevoegd. Vanuit de middelen die vor het Klimaatfonds beschikbaar zijn wordt eveneensin 2022 € 5 mln aan het RVO-budget toegevoegd: vanaf 2023 is dit structureel € 10 mln. Tenslotte wordt in 2022 € 5,3 mln uit de beschikbare subsidiemiddelen overgeheveld ter dekking van de hogere uitvoeringskosten van verschillende subsidieregelingen, zoals de SDE++, de ISDE, de MOOI/TSE, het opschalingsinstrument waterstof, de Subsdieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE) en de Subsidieregeling Verduurzaming MKB (SVM). Ook in de jaren 2023 e.v. wordt structureel uit de in die jaren beschikbare subsidiemiddelen budget toegevoegd aan het RVO-budget.

Storting/onttrekking begrotingsreserves

Storting in begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie

De geplande meerjarige terugstorting van de tijdelijke onttrekking aan de reserve duurzame energie en klimaattransitie die tussen 2015-2020 heeft plaatsgevonden (€ 66,3 mln per jaar) wordt vervangen door een toevoeging aan het SDE++-budget. De storting wordt daarom in de jaren 2022 tot en met 2026 jaarlijks met € 66,3 mln verlaagd, het gehele budget wordt toegevoegd aan het SDE++-budget.

Ontvangsten

Opbrengst heffing ODE

In recente jaren werden er meer ODE-ontvangsten gerealiseerd dan er als ontvangsten in de EZK-begroting is opgenomen, omdat de verhoging van de belastingvermindering alleen ten laste van de Energiebelasting (EB) is gebracht en niet (ook) ten laste van de ODE. Daarom worden de huidige (netto) ontvangsten met € 214 mln opgehoogd naar de daadwerkelijk verwachte (bruto) ontvangsten.

Onttrekking reserve duurzame energie en klimaattransitie

In de Startnota van het nieuwe kabinet is opgenomen dat de reserve duurzame energie en klimaattransitie deels «leeggeboekt» zou worden, dat wil zeggen dat een deel € 1.572 mln van het in de reserve beschikbare saldo in 2022 aan de reserve wordt onttrokken en toegevoegd aan het SDE++-budget. Zie ook de toelichting op de reserves.

ETS-ontvangsten

Door de gestegen prijzen voor emissierechten wordt de raming van de ETS-ontvangsten met € 400 mln opgehoogd.

Diverse ontvangsten

In 2022 wordt circa € 5,1 mln aan extra ontvangsten verwacht, deels door terugbetaling door RVO.nl van te veel ontvangen voorschotten op de uitvoeringskosten in 2021 (€ 3,3 mln), deels door storting door de NEa van boete-inkomsten die in 2021 ontvangen zijn.

Toelichting op de Begrotingsreserves

Tabel 19 Begrotingsreserve Duurzame energie (bedragen x € 1.000)

Stand 1/1/2022

3.979.230

+ Storting

 

– Onttrekking

‒ 1.572.000

Stand per 31/12/2022

2.407.230

De begrotingsreserve voor duurzame energie is bestemd voor onbesteed gebleven middelen als gevolg van vertraging bij of het niet doorgaan van projecten waaraan subsidie is toegekend op basis van de MEP, de SDE, de SDE+, de SDE++, de HER of de ISDE. Via de reserve blijven deze middelen ook in de toekomst beschikbaar voor het stimuleren van hernieuwbare energieproductie of CO2-reductie. Bij de Startnota van het huidige kabinet is besloten € 1.572 mln aan de reserve te onttrekken en toe te voegen aan het meerjarig voor de SDE++ beschikbare budget. Gelet op de sterk gestegen energieprijzen is de verwachting dat in 2022 een aanzienlijke storting in de reserve zal plaatsvinden. In de Ontwerpbegroting 2023 zal hiervan een eerste inschatting worden gemaakt.

Tabel 20 Begrotingsreserve Aardwarmte (bedragen x € 1.000)

Stand 1/1/2022

18.056

+ Storting

557

– Onttrekking

 

Stand per 31/12/2022

18.613

De begrotingsreserve voor de garantieregeling Aardwarmte is bedoeld om het budget voor het mogelijk uitbetalen van verliesdeclaraties meerjarig in te kunnen zetten en een eventuele mismatch in de tijd tussen inkomsten (premies) en uitgaven (verliesdeclaraties) op te vangen. Om gebruik te kunnen maken van de garantieregeling Aardwarmte betalen marktpartijen een kostendekkende premie aan de uitvoerder van de regeling (RVO.nl) die wordt gestort in de begrotingsreserve. De uit te betalen verliesdeclaraties worden onttrokken aan de reserve.

Tabel 21 Begrotingsreserve aan NRG verstrekte leningen (bedragen x € 1.000)

Stand 1/1/2022

6.600

+ Storting

 

– Onttrekking

 

Stand per 31/12/2022

6.600

De middelen in de begrotingsreserve risicopremie ECN/NRG zullen worden aangesproken als ECN – al dan niet tijdelijk – (gedeeltelijk) niet kan voldoen aan de terugbetalingsverplichtingen volgens de afgesloten leningsovereenkomst.

Licence