Base description which applies to whole site

3.4 Beleidsartikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering

Tabel 17 Budgettaire gevolgen van beleid art. 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerpbegroting 2024 (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB's (2)

Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Verplichtingen

11.775.356

201.900

11.977.256

13.929.593

25.906.849

8.613.786

5.421.803

5.239.373

227.579

1.626.569

           

Uitgaven

4.543.049

132.300

4.675.349

891.402

5.566.751

602.320

‒ 991.802

‒ 1.201.625

‒ 674.485

3.370.401

           

Subsidies (regelingen)

3.605.154

110.000

3.715.154

712.980

4.428.134

462.731

‒ 1.050.433

‒ 1.303.957

‒ 794.586

2.174.572

Missiegedreven Onderzoek Ontwikkeling en Innovatie (MOOI)

55.465

 

55.465

3.069

58.534

18.178

27.561

31.236

27.078

58.328

Hernieuwbare Energietransitie (HER+)

42.000

 

42.000

‒ 15.786

26.214

     

Energie-efficiency

2.368

 

2.368

‒ 1.112

1.256

    

2.368

Green Deals

500

 

500

‒ 457

43

    

500

Demonstratieregeling Energie- en Klimaatinnovatie (DEI+)

90.251

 

90.251

1.525

91.776

50.107

131.077

173.826

185.740

247.226

Subsidieregeling Duurzame Scheepsbouw (SDS)

1.696

 

1.696

1.032

2.728

     

Projecten Klimaat en Energieakkoord

13.452

 

13.452

‒ 2.436

11.016

‒ 184

‒ 184

‒ 184

‒ 184

‒ 737

SDE

200.000

 

200.000

69.500

269.500

46.773

   

185.000

SDE+

307.428

 

307.428

366.348

673.776

‒ 6.842

‒ 1.812.308

‒ 1.648.959

‒ 1.205.031

‒ 93.585

SDE++

280.367

 

280.367

252.598

532.965

‒ 2.299

‒ 50.312

‒ 25.000

‒ 25.000

1.184.512

Aardwarmte

37.500

 

37.500

 

37.500

     

ISDE-regeling

686.290

20.000

706.290

‒ 2.500

703.790

 

271.202

  

97.700

Carbon Capture Storage (CCS)

4.664

 

4.664

‒ 214

4.450

‒ 214

‒ 214

‒ 214

‒ 214

5.166

Hoge Flux Reactor

6.925

 

6.925

‒ 1.485

5.440

    

6.925

Caribisch Nederland

13.344

 

13.344

6.278

19.622

    

4.144

Overige subsidies

62.391

 

62.391

45.098

107.489

 

20.000

20.000

20.000

38.000

Opschalingsinstrument waterstof

389.000

 

389.000

21.250

410.250

148.150

‒ 7.811

‒ 34.813

‒ 11.813

‒ 11.813

Maatregelen voor CO2-reductie

0

 

0

615

615

     

Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE)

0

 

0

500

500

‒ 3.500

1.000

1.000

1.000

23.095

Subsidieondersteuning verduurzaming MKB

9.000

 

9.000

‒ 9.000

0

     

IPCEI waterstof

396.815

 

396.815

41.793

438.608

 

‒ 50.000

  

3.000

Vulmaatregelen gasopslag

340.400

 

340.400

‒ 240.000

100.400

 

233.000

   

MIEK

14.450

 

14.450

‒ 7.042

7.408

‒ 7.449

‒ 1.192

   

Schadeafhandeling mijnbouw Limburg

4.087

5.000

9.087

‒ 5.559

3.528

505

‒ 3.000

3.000

3.000

4.000

Warmtenetten Investeringssubsidie (WIS)

110.000

 

110.000

‒ 92.401

17.599

164.916

162.952

167.063

209.600

350.743

NGF-project NieuweWarmteNu!

37.620

 

37.620

‒ 2.069

35.551

5.152

6.478

2.778

‒ 4.672

 

Tegemoetkoming energieprijzen 2022

0

 

0

1.000

1.000

     

Tijdelijk prijsplafond energie kleinverbruikers 2023

100.000

 

100.000

200.000

300.000

     

Compensatie aanbestedende diensten SEFE-contracten

50.000

 

50.000

10.000

60.000

10.000

    

Tegemoetkoming blokaansluitingen

178.641

 

178.641

67.189

245.830

1.050

    

Investeringen waterstofbackbone

34.500

 

34.500

‒ 90

34.410

‒ 90

‒ 90

‒ 90

‒ 90

70.000

NGF - project Circulaire zonnepanelen

135.000

 

135.000

 

135.000

     

Geothermie (Klimaatfonds)

1.000

 

1.000

2.000

3.000

‒ 2.000

    

Ondersteuning energiehubs

0

55.000

55.000

‒ 7.364

47.636

3.108

3.108

   

Kwaliteitsbudget energieprojecten

0

25.000

25.000

‒ 10.300

14.700

10.300

    

Energiecoöperaties en burgerbetrokkenheid energietransitie (SE)

0

5.000

5.000

‒ 5.000

0

1.070

1.300

1.400

  

Subsidie project Djewels

0

 

0

26.000

26.000

26.000

17.000

5.000

6.000

 
           

Leningen

24.000

0

24.000

0

24.000

0

0

0

0

0

Lening EBN

24.000

 

24.000

 

24.000

     
           

Opdrachten

76.433

22.300

98.733

50.471

149.204

16.891

26.801

29.622

24.528

29.809

Onderzoek mijnbouwbodembeweging

1.590

 

1.590

3.851

5.441

4.638

4.638

4.638

4.638

2.308

SodM onderzoek

2.188

 

2.188

‒ 5

2.183

‒ 6

   

2.500

Uitvoeringsagenda klimaat

473

 

473

 

473

    

473

Klimaat mondiaal

370

 

370

910

1.280

    

420

Onderzoek en opdrachten

47.507

7.300

54.807

31.331

86.138

12.259

22.163

24.984

19.890

24.108

Programma Opwek Energie op Rijksvastgoed (OER)

16.805

‒ 5.000

11.805

14.384

26.189

     

Energiehulp Oekraïne

7.500

20.000

27.500

 

27.500

     
           

Bijdrage aan agentschappen

131.906

0

131.906

15.067

146.973

947

1.447

2.377

2.370

115.472

Bijdrage RVO.nl

96.476

 

96.476

12.848

109.324

872

872

‒ 123

‒ 330

90.819

Bijdrage RDI

9.041

 

9.041

 

9.041

    

3.885

Bijdrage NEa

18.432

 

18.432

2.571

21.003

‒ 170

‒ 170

  

12.823

Bijdrage KNMI

2.313

 

2.313

530

2.843

2.000

2.500

2.500

2.700

2.313

Bijdrage NVWA

968

 

968

 

968

    

968

Bijdrage RIVM

2.763

 

2.763

‒ 1.755

1.008

‒ 1.755

‒ 1.755

  

2.755

Bijdrage RWS

1.913

 

1.913

873

2.786

    

1.909

           

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

150.657

0

150.657

11.590

162.247

7.300

7.300

7.300

7.300

147.937

Doorsluis COVA-heffing

111.000

 

111.000

 

111.000

    

111.000

TNO kerndepartement

37.580

 

37.580

11.590

49.170

7.300

7.300

7.300

7.300

34.860

TNO SodM

2.077

 

2.077

 

2.077

    

2.077

           

Bijdrage aan medeoverheden

543.993

0

543.993

72.009

616.002

114.451

23.083

63.033

85.903

890.351

Uitkoopregeling

0

 

0

1.055

1.055

     

Regeling toezicht energiebesparingsplicht

16.760

 

16.760

‒ 400

16.360

  

14.865

14.865

14.865

Uitvoeringskosten klimaat medeoverheden

527.233

 

527.233

71.354

598.587

114.451

23.083

48.168

71.038

875.486

           

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

10.906

0

10.906

29.285

40.191

0

0

0

0

12.260

Nuclear Research Group (NRG)

6.685

 

6.685

13.319

20.004

    

8.272

Internationale contributies

1.790

 

1.790

15.966

17.756

    

1.790

PBL Rekenmeesterfunctie

2.431

 

2.431

 

2.431

    

2.198

           

Ontvangsten

1.935.077

160.000

2.095.077

202.399

2.297.476

‒ 627.813

‒ 651.750

‒ 951.750

‒ 851.750

1.284.052

Ontvangsten COVA

111.000

 

111.000

 

111.000

    

111.000

Opbrengst heffing ODE (SDE++)

5.000

 

5.000

0

5.000

    

‒ 1.920.000

Ontvangsten zoutwinning

2.511

 

2.511

0

2.511

    

2.511

Onttrekking reserve duurzame energie en klimaattransitie

404.186

160.000

564.186

541.322

1.105.508

70.662

   

4.186

ETS-ontvangsten

1.400.000

 

1.400.000

‒ 550.000

850.000

‒ 550.000

‒ 650.000

‒ 950.000

‒ 850.000

2.900.000

Diverse ontvangsten

12.380

 

12.380

211.077

223.457

    

39.630

Heffing gasleveringszekerheid

0

 

0

 

0

‒ 148.475

‒ 1.750

‒ 1.750

‒ 1.750

146.725

Tabel 18 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerpbegroting 2024 (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB's (2)

Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Verplichtingen

11.775.356

201.900

11.977.256

13.929.593

25.906.849

8.613.786

5.421.803

5.239.373

227.579

1.626.569

waarvan garantieverplichtingen

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

waarvan overige verplichtingen

11.775.356

201.900

11.977.256

13.929.593

25.906.849

8.613.786

5.421.803

5.239.373

227.579

1.626.569

Budgetflexibiliteit

De oorspronkelijke budgetflexibiliteit in de Ontwerpbegroting 2024 was 49%, ofwel 51% van het beschikbare kasbudget (€ 4.543 mln) was al juridisch verplicht. 48% van het budget was bestuurlijk gebonden.

Op basis van diverse amendementen die bij de behandeling van de Ontwerpbegroting 2024 van EZK zijn aangenomen en de suppletoire begroting waarmee het budget voor de energiehulp aan Oekraïne is opgehoogd, is in totaal € 132,3 mln aan het uitgavenbudget toegevoegd. Deze middelen zijn nog niet juridisch verplicht, zodat het percentage juridisch verplicht bij aanvang van het begrotingsjaar 2024 is gedaald naar 49,5%.

Met de voorstellen voor de 1e suppletoire begroting wordt in totaal € 891,4 mln aan het uitgavenbudget toegevoegd. Omdat deze middelen nog niet juridisch verplicht zijn, daalt het percentage juridisch verplicht verder naar 42%.

Tegelijkertijd zijn in het eerste kwartaal van 2024 al voor € 4.694 mln aan nieuwe verplichtingen aangegaan. Het overgrote deel van deze verplichtingen heeft echter een kasuitfinanciering naar latere jaren (dit geldt bijvoorbeeld voor de verplichtingen die op basis van de SDE++ zijn aangegaan). De inschatting is dat van deze aangegane verplichtingen circa € 250 mln een kasbeslag op 2024 leggen: hiermee stijgt het percentage juridisch verplicht weer van 42% naar 46% aan het einde van het eerste kwartaal van 2024.

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget in 2024 is verhoogd met € 13.930 mln. Dit is het saldo van met name de volgende mutaties:

  • SDE++ (€ 9.998,8 mln): het budget wordt met € 9.593 mln opgehoogd om alle resterende beschikkingen op basis van de openstelling 2023 en de nieuwe beschikkingen op basis van de openstelling 2024 te kunnen verlenen. Daarnaast wordt het budget opgehoogd met € 497,1 mln voor de regeling nadeelcompensatie kolencentrales. Hier tegenover staan verlagingen van € 50 mln ter dekking van de additionele opdrachten in het kader van het programma Opwek Energie Rijksvastgoed (OER) en € 50 mln (ook in de jaren 2025, 2026 en 2027) ter dekking van de continuering van de HER+ via de DEI+ en de TSE-MOOI.

  • Opschalingsinstrument waterstof (€ 1.826,6 mln): met diverse verplichtingenschuiven uit de jaren 2025 e.v. naar 2024 wordt het budget 2024 in totaal met € 1.580 mln opgehoogd. Daarnaast wordt via de eindejaarsmarge van het Klimaatfonds niet-besteed verplichtingenbudget 2023 (€ 250 mln) toegevoegd aan het budget 2024.

  • IPCEI Waterstof (€ 825,3 mln); de ophoging betreft in 2023 onbestede verplichtingenbudgetten die via de eindejaarsmarge van het Klimaatfonds aan het budget 2024 worden toegevoegd.

  • Vulmaatregelen gasopslagen (€ 233 mln): dit betreft het toevoegen van verplichtingenbudget voor de vultaak gasopslagen van EBN voor het gasseizoen 2025-2026 (zie ook bij Uitgaven).

  • Tijdelijk prijsplafond energie kleinverbruikers 2023 (€ 200 mln): dit is het bedrag dat volgens de raming van RVO in 2024 nog extra toegekend moet worden aan de energiebedrijven (zie ook bij Uitgaven).

  • SDE+ (€ 167,8 mln): de ophoging heeft vooral betrekking op het dekken van tekorten op het flankerend beleid SDE+ en het flankerend beleid Wind op Zee. Daarnaast wordt via de eindejaarsmarge van het Klimaatfonds niet-besteed verplichtingenbudget 2023 toegevoegd aan het budget 2024.

  • Uitvoeringskosten klimaat medeoverheden (€ 113,7 mln): met een verplichtingenschuif wordt € 63 mln van de jaren 2025, 2026 en 2027 naar het jaar 2024 geschoven. Vanuit het Meerjarenprogramma 2025 van het Klimaatfonds wordt in 2024 € 50 mln toegevoegd aan het budget voor gebiedsinvesteringen door medeoverheden in de gebieden waar aanlandplekken voor netten op zee zijn gepland. In totaal wordt voor de periode 2024-2030 € 500 mln aan de EZK-begroting toegevoegd (zie ook bij Uitgaven).

  • Onderzoek en opdrachten (€ 84,9 mln): het budget wordt opgehoogd met verplichtingenbudgetten die in 2023 niet zijn besteed en via de eindejaarsmarge van het Klimaatfonds aan het budget 2024 wordt toegevoegd. Ook vindt er een verplichtingenschuif van € 54,6 mln uit latere jaren naar 2024 plaats van Klimaatfondsmiddelen voor de ondersteuning van de ontwikkeling van SMR's.

  • Subsidie project Djewels (€ 80 mln): dit budget wordt toegevoegd aan de EZK-begroting om het Djewels-project in Groningen te kunnen financieren (zie ook bij Uitgaven).

  • Tegemoetkoming blokaansluitingen (€ 67,2 mln): zie bij Uitgaven.

  • DEI+ (€ 59,0 mln); de beleidsinzet die voorheen via de HER+ verliep, verloopt vanaf 2024 via de DEI+ en innovatieprogrammering van de Topsector Energie. Daarvoor wordt voor de periode 2024 tot en met 2027 € 20 mln. per jaar toegevoegd aan het DEI+-budget. Daarnaast wordt vanuit artikel 2 van de EZK-begroting € 40 mln. aan het DEI+-budget toegevoegd en hevelt het Ministerie van BZK voor de DEI+-Aardgasloze wijken € 6 mln. over. Hiertegenover staat een verschuiving van € 5 mln. naar het MOOI-budget voor de openstelling in 2024 van de regeling Energie en Klimaat Onderzoek en Ontwikkeling (EKOO).

  • TSE-MOOI (€ 47,6 mln): de beleidsinzet die voorheen via de HER+ verliep, verloopt vanaf 2024 via de DEI+ en innovatieprogrammering van de Topsector Energie. Daarvoor wordt voor de periode 2024 tot en met 2027 € 30 mln. per jaar toegevoegd aan het TSE/MOOI-budget. Daarnaast hevelt het Ministerie van BZK € 10,5 mln. over naar de EZK-begroting voor de openstelling van de MOOI-Gebouwde Omgeving en wordt vanuit artikel 2 € 3 mln. overgeheveld voor de openstelling van de TSE-Industrie in 2024.

  • Overige subsidies (€ 45,5 mln): de verhoging heeft vooral betrekking op het opvragen van niet-besteed verplichtingenbudget 2023 dat via de eindejaarsmarge Klimaatfonds aan het budget 2024 wordt toegevoegd aan het budgetten voor EBN versnellen onderzoek CCS, de Correctieregeling duurzame warmte en het project Verbetering Informatievoorziening Energietransitie (VIVET). Zie ook bij Uitgaven.

  • NGF-project NieuweWarmteNu! (€ 30,2 mln): het opvragen van niet-besteed verplichtingenbudget 2023 dat via de eindejaarsmarge NGF aan het budget 2024 wordt toegevoegd.

  • Internationale contributies (€ 16 mln): zie bij Uitgaven.

  • Programma Opwek Energie op Rijksvastgoed (OER) (€ 14,4 mln): zie bij Uitgaven.

  • Bijdrage RVO (€ 12,8 mln): zie bij Uitgaven.

  • Compensatie aanbestedende diensten SEFE-contracten (€ 10 mln): zie bij Uitgaven.

Uitgaven

Het uitgavenbudget 2024 wordt per saldo met € 891 mln verhoogd. Dit wordt voornamelijk verklaard door de volgende mutaties (groter dan € 10 mln).

Subsidies

Missiegedreven Onderzoek Ontwikkeling en Innovatie (MOOI)

De beleidsinzet die voorheen via de HER+ verliep, verloopt vanaf 2024 via de DEI+ en innovatieprogrammering van de Topsector Energie. Daarvoor wordt tot en met 2031 extra budget toegevoegd aan het budget voor de TSE/MOOI. De reden hiervoor is dat de HER+ regeling wordt gecontinueerd via de TSE/MOOI en DEI+. De voornaamste reden om de HER+ te continueren via de DEI+ en de TSE/MOOI is dat binnen de HER+ het alleen mogelijk was om projecten gericht op kostprijsreductie te ondersteunen, terwijl het in de DEI+ en de TSE/MOOI ook mogelijk is om projecten zowel op kostprijsreductie als ook op andere maatschappelijk relevante uitdagingen te ondersteunen. Dit sluit beter aan bij de innovatie-uitdagingen om tot een klimaatneutraal energiesysteem te komen.

Hernieuwbare Energietransitie (HER+)

Het budget voor de HER+ wordt met € 16 mln. verlaagd. Deze middelen worden ingezet voor tekorten binnen het SDE+-domein en het Loss and Damage Fund.

Demonstratieregeling energie- en klimaatinnovatie (DEI+)

De beleidsinzet die voorheen via de HER+ verliep, verloopt vanaf 2024 via de DEI+ en innovatieprogrammering van de Topsector Energie (zie ook MOOI). Daarvoor wordt tot en met 2031 extra budget toegevoegd aan het DEI+-budget. Ook wordt vanuit artikel 2 van de EZK-begroting in totaal € 36 mln toegevoegd voor de DEI+-Industrie. Het Ministerie van BZK hevelt in totaal € 5,4 mln over ter financiering van de DEI+-Aardgasloze wijken. Tenslotte wordt in totaal over de periode 2026-2029 € 133,3 mln toegevoegd vanuit de SDE+ als voorfinanciering van de middelen die de DEI+ nog in de periode na 2029 moet terugontvangen van de subsidieregeling Opschaling volledig hernieuwbare waterstofproductie via elektrolyse (OWE).

SDE

Vanwege lagere energieprijzen dan initieel geraamd zijn de kosten voor de SDE hoger uitgevallen dan geraamd, deze worden in 2024 gefinancierd uit de ontvangsten (terugbetaalde subsidievoorschotten) en de ruimte binnen het SDE++-budget en in 2025 uit de reserve duurzame energie en klimaattransitie.

SDE+

De ophoging van het SDE+-budget 2024 kent een groot aantal oorzaken. Allereerst worden voor de SDE+-regeling en het flankerend beleid rond de SDE+(+) en Wind op zee extra middelen toegevoegd, deels gedekt uit ontvangsten van terugbetaalde subsidievoorschotten SDE/SDE+/SDE++, deels uit het budget van de SDE++. Daarnaast is er een tekort op het budget voor de bevoorschotting op de subsidie aan TenneT voor de aanleg van het net op zee. Dit wordt voor het grootste deel gedekt uit de SDE++ en voor een klein deel uit de reserve duurzame energie en klimaattransitie. Tenslotte worden ook de in 2023 niet-bestede Klimaatfondsmiddelen voor het flankerend beleid Wind op zee toegevoegd aan het budget 2024.

Doordat energieprijzen meerjarig hoger uitvallen is er in de periode 2026-2029 minder budget benodigd voor de SDE+. De kasraming wordt hierop aangepast en in totaal met € 4.338 mln verlaagd. Deze ruimte komt ten goede van het generale beeld. In de jaren 2027-2029 wordt in totaal € 657 mln overgeheveld van de EZK-begroting naar bestaande reservering op de Aanvullende Post voor stimulering duurzame energieproductie (SDE) en overig klimaatbeleid. Deze middelen worden gereserveerd voor toekomstige klimaatbesluitvorming.

SDE++

Het SDE+-budget wordt enerzijds opgehoogd met middelen vanuit de reserve duurzame energie en klimaattransitie ter financiering van de kosten in 2024 voor de nadeelcompensatie van kolencentrales, anderzijds vindt een verschuiving van budget plaats naar de SDE en de SDE+ (zie de toelichting bij deze instrumenten) en wordt € 49 mln overgeheveld van de EZK-begroting naar bestaande reservering op de Aanvullende Post voor stimulering duurzame energieproductie (SDE) en overig klimaatbeleid. Deze middelen worden gereserveerd voor toekomstige klimaatbesluitvorming.

ISDE

Het ISDE-budget wordt opgehoogd vanwege een aantal redenen. Allereerst is via de eindejaarsmarge de onderuitputting (€ 53,1 mln) op de Klimaatfondsmiddelen in 2023 opgevraagd. Deze middelen worden via een schuif aan het budget voor 2026 toegevoegd, omdat er in 2024 en 2025 naar verwachting voldoende middelen beschikbaar zijn en de budgetten na 2025 (fors) lager zijn. Daarnaast wordt er vanuit het Meerjarenprogramma 2025 van het Klimaatfonds in 2026 € 216,7 mln toegevoegd aan de beschikbare middelen vanuit het Nationaal Isolatie Programma (NIP) voor de subsidiëring van isolatiemaatregelen via de ISDE. Ook is er vanuit het Meerjarenprogramma 2025 van het klimaatfonds in 2026 € 1,4 mln toegevoegd voor de stimulering van biobased isolatiemateriaal. Tenslotte is het budget in 2024 verlaagd met € 2,5 mln als gedeeltelijke dekking van het aandeel van EZK van € 5 mln in de tijdens de COP28 bekend gemaakte bijdrage van Nederland van € 15 mln aan het Loss and Damage Fund. Dit is een fonds gericht op het aanpakken van schade en verlies als gevolg van klimaatverandering.

Overige subsidies

Via de eindejaarsmarge wordt de onderuitputting op de Klimaatfondsmiddelen in 2023 van zowel de subsidie aan EBN voor het onderzoek naar het versnellen van CCS (€ 10,6 mln), de Correctieregeling duurzame warmte (€ 31,1 mln) als het project Verbetering Informatievoorziening Energietransitie (€ 0,3 mln) toegevoegd aan het budget 2024. Ter financiering van de batterijverplichting voor zonneparken wordt vanuit het Klimaatfonds voor de periode 2026-2030 in totaal € 100 mln toegevoegd.

Opschalingsinstrument waterstof

Vanuit het Meerjarenprogramma 2025 van het Klimaatfonds wordt in 2026 € 100 mln toegevoegd aan het budget voor het waterstofnetwerk op zee. Daarnaast vindt op dit budget een kasschuif van € 20 mln plaats van 2027 naar 2024 en 2025. Op het budget voor Elektrolyse-offshore (40Mw) vindt een kasschuif plaats van 2026-2029 naar 2024 en 2025. Tenslotte wordt via de eindejaarsmarge de onderuitputting op de Klimaatfondsmiddelen in 2023 op het budget voor het Kennisplatform Elektrolyse-offshore en ketenbrede consortia aan het budget voor 2024 toegevoegd.

IPCEI Waterstof

Via de eindejaarsmarge wordt de onderuitputting op de Klimaatfondsmiddelen in 2023 (€ 49,3 mln) van de IPCEI Waterstof golf 2 en golf 3 aan het budget 2024 toegevoegd. Ter financiering van het waterstofproject Djewels in Groningen (zie onder) wordt € 50 mln gedekt vanuit het IPCEI Waterstof budget.

Vulmaatregelen gasopslagen

In lijn met de lange termijnvisie gasopslagen zal EBN ook in het vulseizoen 2025-2026 weer gas opslaan in de gasopslag Bergermeer. De verplichting hiervoor wordt dit jaar al aangegaan om EBN binnen de gestelde kaders maximaal de ruimte te geven om gas in de opslag te houden. Het uitgavenbudget 2025 wordt hiervoor met € 233 mln opgehoogd. Tegelijkertijd wordt het budget 2024 met € 240 mln verlaagd, omdat de regeling van RVO voor het vullen van gasopslagen niet meer wordt opengesteld: hierdoor valt het hiervoor in 2024 gereserveerde kasbudget van € 240 mln vrij.

MIEK

Vanuit het MIEK-budget wordt budget overgeheveld naar het apparaatsbudget op artikel 40 ter dekking van de formatie van de directie Verduurzaming Industrie, de projectdirectie Delta Rhine Corridor (DRC) en de formatie benodigd bij de directie Realisatie Energietransitie voor werkzaamheden voor de DRC in het kader van de Rijkscoördinatieregeling. Daarnaast wordt budget overgeheveld naar artikel 2 (Bedrijvenbeleid,  Innovatie en duurzaam ondernemen) ter financiering van het beleidsbudget en de RVO-uitvoeringskosten van de directie Verduurzaming Industrie.

Schadeafhandeling mijnbouw Limburg

De openstelling van de regeling voor de schadeafhandeling in Limburg duurt langer dan verwacht vanwege de benodigde afstemming met de regio. Hierdoor zijn de in 2023 beschikbare middelen niet tot besteding gekomen. Aangezien het aantal verwachte schadegevallen gelijk is gebleven, zijn deze middelen wel benodigd en is de onderuitputting aan het budget in latere jaren toegevoegd. Ook wordt hierdoor een deel van de beschikbare middelen in 2024 naar latere jaren verschoven. Tenslotte zijn de uitvoeringskosten van RVO voor de regeling voor de jaren 2024, 2025 en 2026 overgeheveld naar het RVO-uitvoeringsbudget.

Warmtenetten Investeringssubsidie (WIS)

Vanuit het Meerjarenprogramma 2025 van het Klimaatfonds wordt in totaal over de periode 2025-2030 € 972,5 mln toegevoegd aan de beschikbare middelen voor de WIS. Met deze middelen worden toekomstige openstellingen van de WIS mogelijk gemaakt. Daarnaast is via de eindejaarsmarge van het klimaatfonds de onderuitputting uit 2023 (€ 129,6 mln) aan het budget 2024 toegevoegd. Tenslotte zijn de middelen van deopenstellingen van de WIS 2023 en 2024 in het juiste kasritme gezet met een kasschuif. Dit ritme is vastgesteld op basis van de meest recente prognose van de uitfinancieringsperiode van de WIS 2023 en 2024.

NGF-project NieuweWarmteNu!

Met een kasschuif wordt het kasritme van het budget voor het NGF-project NieuweWarmteNu! geactualiseerd op basis van de meest recente prognose van RVO. Daarnaast is de onderuitputting op het budget 2023 opgevraagd via de eindejaarsmarge van het NGF. 

Tijdelijk prijsplafond energie kleinverbruikers 2023

Met ingang van 2024 is het prijsplafond definitief niet meer van kracht. Leveranciers leveren maandelijks nog jaar- en eindnota’s aan, zodat RVO de definitieve prijsplafondkortingen kan verrekenen met het door de leverancier ontvangen subsidievoorschot. De raming van RVO is dat er in 2024 nog € 300 mln betaald moet worden aan de energiebedrijven. Er is in 2024 een kasbudget van € 100 mln beschikbaar, daarom wordt het budget met € 200 mln opgehoogd. Daarnaast raamt RVO dat er € 109 mln terugbetaald moet worden door de energiebedrijven aan RVO. Er zijn in 2024 geen ontvangsten geraamd voor het prijsplafond, dus er is een ontvangstenmeevaller van € 109 mln. Per saldo is er dus een tegenvaller van € 91 mln in 2024. Medio 2025 dienen alle subsidies definitief vastgesteld te zijn.

Compensatie aanbestedende diensten SEFE-contracten

Voor deze compensatieregeling stond aanvankelijk € 20 mln geraamd in 2023. Omdat de regeling later is opengesteld dan gepland, was het niet langer mogelijk om deze middelen in 2023 te besteden. Om die reden zijn deze middelen opgevraagd voor 2024. De kasschuif van € 10 mln van 2024 naar 2025 is vervolgens doorgevoerd op basis van nieuwe verwachtingen rond de momenten waarop RVO de aanvragen voor deze regeling verwacht te ontvangen

Tegemoetkoming blokaansluitingen

In 2024 vinden er nog uitbetalingen plaats op basis van aanvragen voor de regeling Tijdelijke Tegemoetkoming Blokaansluitingen (TTB) in 2023. Er was in 2024 € 178,6 mln. budget beschikbaar en dit bedrag wordt opgehoogd met € 67,2 mln. Dit is op basis van een nieuwe raming van de Belastingdienst. Een deel van deze ophoging wordt veroorzaakt door aanvragen die eerder niet goed ingelezen waren in het systeem van de Belastingdienst. De Kamer is hier eerder over geïnformeerd met een Kamerbrief op 28 maart (Kamerstuk 29 023, nr. 495). Deze ophoging wordt daarnaast ook verklaard door een hoger gemiddeld subsidiebedrag per aanvraag dan eerder werd geprognosticeerd.

Kwaliteitsbudget energieprojecten

Op basis van het amendement Kröger-Boucke is bij de behandeling van de EZK-begroting 2024 € 25 mln aan de EZK-begroting toegevoegd als kwaliteitsbudget voor energieprojecten. Omdat een deel van de uitgaven hiervan doorlopen naar 2025, wordt € 10,3 mln (kas)budget verschoven van 2024 naar 2025. 

Subsidie project Djewels

Ter financiering van het innovatieve waterstofproject Djewels in Groningen is € 80 mln beschikbaar gesteld. Djewels past een innovatieve elektrolyse–technologie toe met hoge druk. Dat scheelt in het ruimtegebruik, waardoor elektrolyse op zee dichterbij komt en er op land minder ruimte nodig is voor elektrolyse. Van de toegezegde € 80 mln wordt € 50 mln gedekt vanuit het IPCEI Waterstof budget: € 30 mln komt uit het budget van artikel 5 (PEGA-budget).

Opdrachten

Onderzoek mijnbouw bodembeweging

Het budget voor de onderzoeksprojecten bodembeweging wordt omhoog bijgesteld met de Nij Begun middelen voor toezicht, kennis en monitoring (PEGA-budget, maatregelen 49 t/m 50). Hiermee wordt onder andere het programma ‘duurzaam gebruik diepe ondergrond’ opgezet en de onderzoeken in het kader van het Kennisprogramma Effecten Mijnbouw (KEM) uitgebreid.

Onderzoek en opdrachten

De mutatie op dit instrument kent een groot aantal oorzaken. De belangrijkste zijn:

  • Via de eindejaarsmarge wordt de onderuitputting op de Klimaatfondsmiddelen in 2023 van het RCR-budget (€ 3,8 mln), het budget voor onderzoeken nieuwbouw kerncentrales (€ 24,2 mln), de ondersteuning van de ontwikkeling van SMR's (€ 0,9 mln) en de bedrijfsduurverlenging Borssele (€ 0,7 mln) aan het budget 2024 toegevoegd.

  • Vanuit het Meerjarenprogramma 2025 van het Klimaatfonds wordt vanaf 2025 jaarlijks budget toegevoegd aan het budget voor onderzoeken nieuwbouw kerncentrales (€ 2,5 mln per jaar), aan het budget voor de kennisinfrastructuur kernenergie (totaal € 32 mln in de periode 2025-2029) en aan het budget voor de ondersteuning van de ontwikkeling van SMR's (€ 49,5 mln in de periode 2025-2029).

Programma Opwek Energie op Rijksvastgoed (OER)

Via de eindejaarsmarge van het Klimaatfonds wordt € 14,4 mln aan niet-bestede middelen 2023 toegevoegd aan het budget 2024. 

Bijdrage aan agentschappen

Bijdrage aan RVO

Aan het uitvoeringsbudget van RVO wordt in 2024 totaal € 12,8 mln toegevoegd. Het RVO-uitvoeringsbudget wordt opgehoogd met bedragen voor het Adviescollege Veiligheid Groningen (ACVG), de uitvoering van het Herstel- en Veerkrachtplan (HVP) en de middelen die vanuit de begroting van het Ministerie van BZK en vanuit artikel 2 van de EZK-begroting zijn overgeheveld voor de DEI+-Aardgasvrije wijken, de MOOI-Gebouwde Omgeving  en de TSE-Industrie. Ook is meerjarig budget toegevoegd om de tariefstijging van RVO te compenseren. Via de eindejaarsmarge wordt de onderuitputting op de Klimaatfondsmiddelen in 2023 van het RVO-uitvoeringsbudget toegevoegd aan het budget 2024. Tenslotte is ook het over 2023 te veel aan RVO betaalde voorschot voor de uitvoeringskosten 2023 aan het uitvoeringsbudget 2024 toegevoegd.

Bijdrage KNMI

De bijdrage voor KNMI wordt voor de jaren 2024-2028 omhoog bijgesteld met de Nij Begun middelen voor toezicht, kennis en monitoring (maatregelen 49 t/m 50). Hiermee kan de bestaande seismische monitoring van het KNMI worden uitgebreid.

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

TNO Kerndepartement

De bijdrage aan TNO wordt voor de jaren 2024-2028 omhoog bijgesteld met de Nij Begun middelen voor toezicht, kennis en monitoring (maatregelen 49 t/m 50). Hiermee kunnen de data en kennis van de ondergrond versneld vergroot en ontsloten worden. Daarnaast vinden enkele overhevelingen plaats vanuit de begrotingen van BZK en SZW en wordt via de eindejaarsmarge van het Klimaatfonds € 0,9 mln aan niet-bestede middelen 2023 toegevoegd aan het budget 2024.

Bijdrage aan medeoverheden

Regeling toezicht energiebesparingsplicht

Voor de verlenging van de regeling toezicht energiebesparingsplicht na 2026 wordt vanaf 2027 het benodigde budget toegevoegd aan de begroting. De opzet van de nieuwe regeling kan op basis van een in 2024 of 2025 uit te voeren evaluatie van de bestaande regeling nog wijzigen.

Uitvoeringskosten Klimaat medeoverheden

Over de periode 2024-2030 wordt vanuit het Klimaatfonds in totaal € 500 mln toegevoegd ter financiering van gebiedsinvesteringen rond de aanlandplekken van netten op zee. Hiertegenover staat dat er middelen worden overgeheveld naar de IenW-begroting voor de uitvoering van het Programma Nucleaire Veiligheid en de nucleaire ambities van het huidige kabinet. Ook wordt budget overgeheveld naar het apparaatsbudget van het Ministerie van EZK ter financiering van de formatie en inhuur van de directie Kernenergie. Ook worden de niet-bestede Klimaatfondsmiddelen 2023 weer toegevoegd aan het budget 2024. Tenslotte vindt een kasschuif plaats van 2026 en 2027 naar 2024 en 2025 om de hogere uitvoeringskosten in deze jaren van gemeenten en provincies voor de aanpak van netcongestie te dekken.

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

Nuclear Research Group (NRG)

De ophoging van het budget voor NRG wordt vooral veroorzaakt doordat NRG dit jaar de laatste tranche (€ 12 mln) opvraagt uit de in 2014 verstrekte lening. Deze lening is in algemene zin gericht op de continuïteit van bedrijfsvoering van NRG (voorheen onderdeel van ECN) en in het bijzonder op het scheppen van de noodzakelijke investeringen voor het in bedrijf houden van de Hoge Flux Reactor (HFR) totdat de Pallas Reactor operationeel is.

Internationale contributies

De ophoging van het budget wordt voornamelijk verklaard door het beschikbaar komen van € 15 mln voor de Nederlandse bijdrage aan het Loss and Damage Fund. Daarnaast is via de eindejaarsmarge van het Klimaatfonds € 1 mln aan niet-bestede middelen 2023 aan het budget 2024 toegevoegd.

Ontvangsten

Onttrekking reserve duurzame energie en klimaattransitie

De begrotingsreserve Duurzame Energie en klimaattransitie wordt aangesproken om de hogere kosten voor de SDE-regeling te bekostigen als gevolg van lagere energieprijzen dan geraamd in 2025. Ook zijn er in 2024 hogere uitgaven dan geraamd voor de subsidie aan TenneT voor de aanleg van het net op Zee. De uitgaven voor de nadeelcompensatie kolenmaatregelen worden in 2024 gedaan, waardoor deze ook onttrokken moeten worden uit de reserve. Er worden in 2024 en 2025 ook middelen onttrokken aan de reserve voor de continuering van de HER+ via de DEI+ en TSE/MOOI. Voor verdere toelichting zie deze posten.  

ETS-ontvangsten

De ETS-prijs is sterk gedaald ten opzichte van de vorige raming. Dit komt onder andere door een hele sterke daling van de vraag naar emissierechten (o.a. door aanhoudende hoge fossiele energieprijzen), gecombineerd met een historische daling van de emissies van de Europese elektriciteitssector (die goed is voor ongeveer de helft van de ETS-emissies) met 25% in één jaar. Er zijn daardoor meer rechten dan nodig en dit doet de prijs dalen. De ontvangstenraming voor de jaren 2024 en verder is daarom aanzienlijk naar beneden bijgesteld.

Diverse ontvangsten

De hogere diverse ontvangsten hebben verschillende oorzaken. RVO verwacht over 2024 in totaal € 109 mln aan te veel betaalde voorschotten in het kader van het prijsplafond 2023 en € 96 mln aan eerder toegekende subsidievoorschotten op de SDE en SDE+ terug te ontvangen. Daarnaast verwacht EZK ruim € 5,3 mln terug te ontvangen aan uitvoeringskosten die in 2023 te veel aan RVO zijn uitbetaald.

Heffing gasleveringszekerheid

De kosten voor de vulmaatregelen worden via een opslag op de transporttarieven van GTS doorbelast aan gasgebruikers in binnen- en buitenland. Er waren het afgelopen jaar geen kosten voor de RVO vulmaatregel, daarom worden ook de ontvangsten uit de heffing naar beneden bijgesteld. Daarnaast worden de inkomsten gerelateerd aan de vultaak van EBN voor het vulseizoen 2025-2026 (€ 233 mln, zie bij Uitgaven) toegevoegd aan de ontvangstenraming. De heffing kan op zijn vroegst in 2026 in werking treden, vandaar dat de hele reeks een jaar opschuift.

Toelichting op de Begrotingsreserves

Tabel 19 Begrotingsreserve Duurzame energie en Klimaattransitie (bedragen x € 1 mln)

Stand 1/1/2024

5.773,4

+ Geraamde storting

 

– Geraamde onttrekking

‒ 1.105,5

Stand (raming) per 31/12/2024

4.667,9

De begrotingsreserve voor duurzame energie en klimaattransitie is bestemd voor onbesteed gebleven middelen als gevolg van vertraging bij of het niet doorgaan van projecten waaraan subsidie is toegekend op basis van de MEP, de SDE, de SDE+, de SDE++, de HER+ of de ISDE. Via de reserve blijven deze middelen ook in de toekomst beschikbaar voor het stimuleren van hernieuwbare energieproductie of CO2-reductie.

De onttrekking aan de reserve is in 2024 opgebouwd uit de volgende elementen:

  • Bij de Startnota van het kabinet Rutte-III is besloten € 1.700 mln verspreid over meerdere jaren aan de reserve te onttrekken en toe te voegen aan het meerjarig voor de SDE++ beschikbare budget. Voor 2024 gaat het om een bedrag van € 400 mln.

  • Daarnaast wordt € 4,2 mln onttrokken ter financiering van de kasgevolgen van het amendement-Sienot over de ophoging van de Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE) naar € 100 mln.

  • Ter financiering van een aantal door de Kamer aangenomen amendementen bij de begrotingsbehandeling 2024 wordt in totaal € 175 mln (onbestede middelen Porthos-lening) aan de reserve onttrokken.

  • Ter dekking van de kosten van de nadeelcompensatie kolencentrales wordt € 497,1 mln aan eerder in de reserve gestorte middelen weer aan de reserve onttrokken.

  • Om de hogere bevoorschotting aan TenneT op de subsidie voor de aanleg van het net op zee te dekken wordt in 2024 € 22 mln aan de reserve onttrokken.

  • Om het tekort op de continuering van de HER+ via de DEI+ te dekken wordt € 7,2 mln aan de reserve onttrokken.

Tabel 20 Begrotingsreserve Aardwarmte (bedragen x € 1 mln)

Stand 1/1/2024

18,0

+ Geraamde storting

 

– Geraamde onttrekking

‒ 0,2

Stand (raming) per 31/12/2024

17,8

De begrotingsreserve voor de garantieregeling Aardwarmte is bedoeld om het budget voor het mogelijk uitbetalen van verliesdeclaraties meerjarig in te kunnen zetten en een eventuele mismatch in de tijd tussen inkomsten (premies) en uitgaven (verliesdeclaraties) op te vangen. Om gebruik te kunnen maken van de garantieregeling Aardwarmte betalen marktpartijen een kostendekkende premie aan de uitvoerder van de regeling (RVO) die wordt gestort in de begrotingsreserve. Het tekort op de RVO-uitvoeringskosten 2024 wordt onttrokken aan de reserve.

Tabel 21 Begrotingsreserve aan NRG verstrekte leningen (bedragen x € 1 mln)

Stand 1/1/2024

6,6

+ Geraamde storting

 

– Geraamde onttrekking

 

Stand (raming) per 31/12/2024

6,6

De middelen in de begrotingsreserve risicopremie ECN/NRG zullen worden aangesproken als ECN – al dan niet tijdelijk – (gedeeltelijk) niet kan voldoen aan de terugbetalingsverplichtingen volgens de afgesloten leningsovereenkomst.

Licence