Vastgestelde begroting (incl. ISB, NvW en amendementen) | Stand 1e suppletoire begroting (incl. ISB, NvW en amendementen) (2) | Mutaties 2e suppletoire begroting (3) | Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3) | |||
---|---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota | Overige mutaties 2e suppletoire begroting | |||||
Verplichtingen | 4.968.439 | 4.838.831 | 886.969 | ‒ 160.367 | 5.565.433 | |
Uitgaven | 4.968.439 | 4.838.831 | 886.969 | ‒ 160.367 | 5.565.433 | |
waarvan juridisch verplicht | 100% | |||||
Inkomensoverdracht | 1.458.343 | 1.557.046 | 889.669 | ‒ 58.037 | 2.388.678 | |
Basisbeurs gift (R) | 423.616 | 504.233 | 0 | ‒ 5.000 | 499.233 | |
Aanvullende beurs gift (R) | 769.726 | 746.940 | 1.006 | ‒ 15.000 | 732.946 | |
Reisvoorziening gift (R) | ‒ 42.705 | ‒ 43.163 | 960.000 | ‒ 15.000 | 901.837 | |
Caribisch Nederland gift (R) | 2.894 | 2.971 | 0 | 0 | 2.971 | |
Studievoorschotvouchers (R) | 0 | 0 | 1.663 | ‒ 1.500 | 163 | |
Overige uitgaven (R) | 304.812 | 346.065 | ‒ 73.000 | ‒ 21.537 | 251.528 | |
Leningen | 3.367.673 | 3.122.320 | 0 | ‒ 100.000 | 3.022.320 | |
Basisbeurs prestatiebeurs (NR) | ‒ 193.415 | ‒ 256.026 | 0 | 0 | ‒ 256.026 | |
Aanvullende beurs prestatiebeurs (NR) | 120.024 | 140.175 | 0 | ‒ 5.000 | 135.175 | |
Reisvoorziening (NR) | 160.180 | 176.199 | 0 | 20.000 | 196.199 | |
Rentedragende lening (NR) | 2.972.723 | 2.742.662 | 0 | ‒ 90.000 | 2.652.662 | |
Collegegeldkrediet (NR) | 254.231 | 240.095 | 0 | ‒ 30.000 | 210.095 | |
Leven lang leren krediet (NR) | 25.834 | 27.383 | 0 | 0 | 27.383 | |
Overige uitgaven (NR) | 28.096 | 51.832 | 0 | 5.000 | 56.832 | |
Bijdrage aan agentschappen | 142.423 | 159.465 | ‒ 2.700 | ‒ 2.330 | 154.435 | |
Dienst Uitvoering Onderwijs | 142.423 | 159.465 | ‒ 2.700 | ‒ 2.330 | 154.435 | |
Ontvangsten | 1.211.951 | 1.182.316 | 0 | ‒ 65.000 | 1.117.316 | |
Ontvangsten (R) | 73.432 | 67.148 | 0 | ‒ 5.000 | 62.148 | |
Ontvangen rente (R) | 52.280 | 47.181 | 0 | ‒ 5.000 | 42.181 | |
Overige ontvangsten (R) | 20.932 | 19.642 | 0 | 0 | 19.642 | |
Ontvangsten Caribisch Nederland ® | 220 | 325 | 0 | 0 | 325 | |
Ontvangsten (NR) | 1.138.519 | 1.115.168 | 0 | ‒ 60.000 | 1.055.168 | |
Terugontvangen lening (NR) | 1.138.519 | 1.115.168 | 0 | ‒ 60.000 | 1.055.168 |
Toelichting: R = relevant, NR = niet-relevant
In de kolom «Mutaties tweede suppletoire begroting 2022» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand eerste suppletoire begroting 2022» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting
Toelichting instrumenten (algemeen):
Het onderscheid relevant en niet-relevant is in onderstaande toelichting als uitgangspunt genomen. Relevant betekent relevant voor het begrotingstekort/EMU-saldo. De relevante uitgaven worden hoofdzakelijk gevormd door studiefinanciering die meteen als gift wordt toegekend en door de omzetting van uitgekeerde prestatiebeurs in gift (na behalen van het diploma binnen 10 jaar). Onder de niet-relevante uitgaven vallen vooral de betalingen van prestatiebeurzen (zolang die nog niet omgezet zijn in een gift) en verstrekte rentedragende leningen.
De relevante ontvangsten worden vooral gevormd door de ontvangen rente op verstrekte studieleningen. De niet-relevante ontvangsten betreffen hoofdzakelijk aflossingen op de hoofdsom van rentedragende leningen.
Uitgaven
De totale uitgaven en verplichtingen op Artikel 11 (Studiefinanciering) worden met € 726,6 miljoen naar boven bijgesteld. De inkomensoverdrachten worden met € 831,6 miljoen naar boven bijgesteld. Het budget voor de leningen wordt met € 100,0 miljoen naar beneden bijgesteld en het budget voor de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) wordt met € 5,0 miljoen naar beneden bijgesteld. Hieronder wordt per instrument toegelicht hoe de bijstellingen tot stand zijn gekomen.
Toelichting per instrument:
Inkomensoverdrachten
De relevante uitgaven worden met € 831,6 miljoen naar boven bijgesteld. Op de onderlinge posten zijn er verschillende bijstellingen, die bestaan uit de volgende elementen:
• De raming van de basisbeurs wordt op basis van realisatiecijers per saldo met € 5,0 miljoen neerwaarts bijgesteld. Dit betreft een bijstelling omlaag van € 10,0 miljoen op de beurs die direct als gift wordt uitgekeerd en een bijstelling omhoog van € 5,0 miljoen op de omzetting van prestatiebeurs naar gift.
• De raming van de aanvullende beurs wordt op basis van realisatiecijfers met € 14,0 miljoen neerwaarts bijgesteld. Dit betreft een bijstelling van € 14,0 miljoen van de aanvullende beurs die direct als gift wordt uitgekeerd.
• De reisvoorziening wordt per saldo met € 945,0 miljoen verhoogd. Dit is het gevolg van een kasschuif van 2023 naar 2022 van € 960,0 miljoen, mede op verzoek van de ov-bedrijven. Daarnaast is er sprake van een neerwaartse bijstelling van € 5,0 miljoen op de omzettingen van prestatiebeurs in gift en een neerwaartse bijstelling van € 10,0 miljoen voor de bijdrage studerenden aan ov.
• De overige uitgaven worden met € 94,5 miljoen verlaagd. Dit komt onder andere doordat de kwijtscheldingen als gevolg van de kinderopvangtoeslagaffaire per saldo met € 33,0 miljoen naar beneden zijn bijgesteld. Daarnaast zijn op basis van realisatiecijfers de overige uitgaven met € 20,0 miljoen neerwaarts bijgesteld. Ook is er sprake van een neerwaartse bijstelling van € 40,0 miljoen op de uitgaven aan het nationaal programma onderwijs. De betreffende studenten blijven recht houden op deze middelen en dus zijn er in 2023 middelen nodig om aan de reeds aangegane verplichtingen te voldoen. Bij de voorjaarsnota zal worden bezien hoe het benodigde budget voor 2023 gedekt kan worden.
Leningen
De niet-relevante uitgaven worden per saldo met € 100,0 miljoen verlaagd. Dit bestaat uit de volgende onderdelen:
• De niet-relevante uitgaven aan de basisbeurs worden per saldo met
€ 0 miljoen bijgesteld. De toekenningen prestatiebeurs worden omlaag bijgesteld met € 15,0 miljoen als gevolg van de reeds bekende realisatie. Tevens bevat deze post de tegenboeking van de relevante omzettingen van prestatiebeurs in gift (€ -5,0 miljoen). Daarnaast is er een bijstelling omhoog op de omzettingen van prestatiebeurs in lening van € 20,0 miljoen. Dit betekent dat er minder basisbeurs prestatiebeurzen in lening zijn omgezet dan geraamd.
• De niet-relevante uitgaven aanvullende beurs zijn per saldo met € 5,0 miljoen naar beneden bijgesteld. Dit betreft een neerwaartse bijstelling van € 10,0 miljoen op de toekenningen prestatiebeurs. Daarnaast bevat deze post de bijstelling op de omzettingen van prestatiebeurs in lening van € 5,0 miljoen.
• De niet-relevante uitgaven aan de reisvoorziening worden per saldo met € 20,0 miljoen naar boven bijgesteld. Het betreft enerzijds een verhoging van de reisvoorziening met € 10,0 miljoen omdat er meer reisvoorziening aan studenten is toegekend dan is geraamd. Deze post bevat anderzijds de tegenboeking van de relevante post omzettingen naar gift van € 5,0 miljoen. Daarnaast is de omzetting naar lening € 5,0 miljoen naar boven bijgesteld. Er wordt minder reisvoorziening naar lening omgezet dan eerder geraamd.
• De niet-relevante uitgaven op de post rentedragende lening zijn naar beneden bijgesteld met € 90,0 miljoen. Uit de realisatiegegevens tot en met juli 2022 blijkt dat de uitgaven aan de rentedragende lening € 60,0 miljoen lager zijn dan eerder geraamd. Deze post bevat ook de tegenboekingen van de omzettingen van prestatiebeurs naar lening. Er zijn minder prestatiebeurzen naar lening omgezet dan eerder geraamd, dit zorgt voor een bijstelling naar beneden van € 30,0 miljoen.
• De niet-relevante uitgaven aan het collegegeldkrediet zijn verlaagd met € 30,0 miljoen als gevolg van de reeds bekende realisatie.
• De niet-relevante overige uitgaven zijn op basis van de realisatie met
€ 5,0 miljoen verhoogd.
Bijdrage aan agentschappen
Het budget voor de Dienst Uitvoering Onderwijs wordt per saldo met € 5,0 miljoen verlaagd. Dit komt door een neerwaartse bijstelling van € 2,7 miljoen doordat de uitvoeringskosten voor de kwijtscheldingen als gevolg van de kinderopvangtoeslagaffaire in 2022 lager uitvallen. Daarnaast vindt een neerwaartse bijstelling van € 0,8 miljoen plaats omdat uit de uitvoeringstoets blijkt dat de kosten voor de herinvoering van de basisbeurs lager uitvallen dan eerder begroot. Als laatste is de bijdrage € 1,4 miljoen neerwaarts bijgesteld vanwege het vrijvallen van een balanspost.
Ontvangsten
Het ontvangstenbudget wordt met € 65,0 miljoen verlaagd.
• De relevante ontvangsten worden omlaag bijgesteld met € 5,0 miljoen. Dit wordt veroorzaakt door lagere rente ontvangsten op basis van de reeds bekende realisatie.
• De niet-relevante ontvangsten worden omlaag bijgesteld met € 60,0 miljoen. Op basis van realisatiegegevens blijkt dat er een lager bedrag aan lening is terugbetaald.