Opzet strategische evaluatie agenda VWS
De minister van Financiën heeft in 2020 aan de Kamer gemeld dat elk departement in de begroting 2021 invulling zal geven aan een Strategische Evaluatie Agenda (SEA).3 Het doel is om met de SEA te komen tot betere en meer bruikbare inzichten in de maatschappelijke toegevoegde waarde op belangrijke beleidsthema’s, het meer benutten van dit inzicht en daarmee uiteindelijk hogere maatschappelijke toegevoegde waarde van beleid.
In 2018 heeft VWS al een vernieuwende opzet van de evaluatieagenda geïntroduceerd als onderdeel van de pilot Lerend evalueren. Deze programmering ondersteunt de ontwikkeling van VWS als lerende organisatie. Enkele belangrijke resultaten vanuit de pilot zijn4:
• De aandacht voor evalueren komt steeds eerder in het beleidsproces van VWS te liggen. Dit blijkt onder andere uit verschillende ex ante en ex durante onderzoeken die de afgelopen periode zijn uitgevoerd. Dit verstevigt het evalueren als onderdeel van de beleidscyclus.
• Een samenhangend beleidsonderwerp - ongeacht financieringsbron en begrotingsartikel - zorgt voor meer integraal evaluatieonderzoek. Dat vergroot de bruikbaarheid van de resultaten van de evaluatie.
• De zorg is van en voor ons allemaal en daarom is het belangrijk om in de evaluaties de leerlessen op een begrijpelijke wijze te communiceren door ‘te tellen en te vertellen’. Door het betrekken van de praktijk bij de evaluaties worden ervaringen van mensen (‘leefwereld’) gekoppeld aan de regelgeving van het zorgstelsel (‘systeemwereld’).
De Rijksbrede invoering van de SEA biedt VWS de mogelijkheid om een volgende stap te zetten met de evaluatieprogrammering in vervolg op de goede ervaringen met de pilot Lerend evalueren, te weten: kort-cyclisch leren, reflecteren en verantwoording afleggen met en in de praktijk en experimenteren met verschillende onderzoeksmethoden. In 2021 heeft VWS de evaluatieagenda verder ontwikkeld door:
1. Het verstevigen van de evaluatieagenda en -functie door het samenbrengen van belangrijke evaluaties in de SEA en voor de uitvoering hiervan een kennisnetwerk evaluaties op te richten.
2. Het meer aandacht besteden aan de evaluaties van de wetten van het zorgstelsel voor de doeltreffendheid en de effecten (bedoeld en onbedoeld) ervan in de praktijk.
3. Het verbreden van de evaluatieagenda met beleidsevaluaties op het gebied van informatievoorziening, innovatie en zorgvernieuwing.
4. Meer samenhang brengen (en dus voorkomen van dubbelop) in onze analyse- en evaluatie-inspanningen door het opnemen van trajecten zoals Zorgkeuzes in Kaart (ZiK) en Brede Maatschappelijke Heroverwegingen (BMH) en (IBO’s) in de meerjarenprogrammering.
5. Het versterken en zoeken naar synergie tussen kennis, beleid en uitvoering door o.a. het toevoegen van lerende evaluaties van de verschillende concernorganisaties.
Prioriteitstelling evaluatie agenda VWS
De uitdagingen voor een goed functionerend gezondheidszorgstelsel voor nu en straks zijn groot. In de SEA dienen dan ook de belangrijke thema’s voor houdbare zorg te worden geaccentueerd. Bij de totstandkoming van het stellen van deze prioriteiten is nadrukkelijk gekeken naar leidende kennisagenda’s zoals die van de Vaste commissie Volksgezondheid, Welzijn en Sport5, opvolging aanbevelingen Zorgkeuzes in Kaart6, maar ook naar de Discussienota - Zorg voor de Toekomst7, de Dialoognota Ouder Worden 2020-20408 en andere actuele maatschappelijke vraagstukken. Dit heeft geleid tot de volgende prioriteitstelling voor de SEA 2022-2024:
1) Preventie, gezondheid en aanpak COVID-19 (art. 1 t/m 6 begroting VWS)
2) Organisatie, regie en vernieuwing zorg (art. 2, art. 4 begroting VWS)
3) Ouderenzorg (art. 3 begroting VWS)
4) Jeugdzorg (art. 5 begroting VWS)
Hieronder worden de relevante onderzoeken uit de SEA 2022-2024 nader uitgelicht om aan te geven hoe deze prioriteitstelling is vertaald in concrete evaluatieonderzoeken.
Ad 1: Aanpak COVID-19 (art. 1 t/m 6)
De aanpak van het coronavirus heeft grote impact op elk van ons als burger, de maatschappij als geheel en zeker ook ons gezondheidzorgstelsel. Voor het bestrijden van het virus werken experts vanuit het publieke en private domein intensief samen om deze pandemie het hoofd te kunnen bieden. Het trekken van leerlessen is hierbij een absolute must zowel per beleidsthema als in de onderlinge samenhang. De meer synthese-achtige onderzoeken zijn in de SEA opgenomen. Onderstaand worden twee belangrijke onderzoeken hiervan nader uitgelicht:
Aanpak Coronacrisis (2020-2021/2022)
De Onderzoeksraad voor Veiligheid is een onderzoek gestart naar de aanpak van de Coronacrisis door de Nederlandse overheid en andere betrokken partijen. Dit doet de Raad mede op verzoek van het kabinet.9 Bij het onderzoek kijkt de Raad onder meer naar de voorbereiding op een pandemie, de crisisbeheersing en de getroffen maatregelen en de uitfasering van deze maatregelen. Daarnaast kijkt de Onderzoeksraad ook naar de effecten van de coronacrisis op de veiligheid van kwetsbare mensen in de samenleving, bijvoorbeeld door het wegvallen van reguliere zorg of maatschappelijke diensten. Medische handelingen en economische steunmaatregelen vallen buiten de focus van het onderzoek. Het doel van het onderzoek is om lessen te trekken voor eventuele toekomstige epidemieën.
COVID-19 Programma (2020-2024)
Een effectieve aanpak van de coronapandemie brengt vele kennisbehoeftes en onderzoeksvragen met zich mee. Het COVID-19. Het programma heeft 3 centrale doelstellingen. Allereerst het bijdragen aan het bestrijden van de coronapandemie en aan het voorkomen of verminderen van negatieve effecten van de maatregelen. Het tweede doel is het genereren van nieuwe kennis over bestrijding van epidemieën en pandemieën. En tot slot het genereren van kennis over de (mondiale) maatschappelijke dynamiek tijdens en na afloop van deze pandemie en vergelijkbare, ingrijpende gezondheidscrises en de maatregelen daartegen. Hoewel het programma zich in eerste instantie focust op de Nederlandse situatie, vraagt het internationale karakter van de coronacrisis en de mondiale effecten van de maatregelen daartegen, een bredere, wereldwijde blik. Vanuit ZonMw wordt doorlopend afgestemd met de WHO Coordinated Global Research Roadmap: 2019 novel coronavirus, en met GloPID-R, een internationaal netwerk van onderzoeksfinanciers op het gebied van infectieziektenuitbraken.
Ad 2: Organisatie, regie en vernieuwing zorg (art. 2, art. 4)
Om ervoor te zorgen dat het zorgaanbod beter aansluit bij wat mensen echt nodig hebben en om de doelmatigheid van de zorg te vergroten, zijn verdergaande afspraken nodig over het voorkomen, verplaatsen en vervangen van zorg. Dat vergt een intensivering van samenwerking tussen alle betrokken partijen, over de grenzen van traditionele domeinen heen en in de regio. Ook is van belang dat de coördinatie tussen verschillende zorgsoorten verbetert. De complexiteit van de wijze waarop we de zorg hebben georganiseerd mag er niet toe leiden dat mensen niet de hulp krijgen die ze nodig hebben. De relevante evaluatieonderzoeken uit de SEA passende bij deze prioriteit voor houdbare zorg zijn:
Lerende evaluatie Juiste Zorg Op de Juiste Plek (2019-2023)
Zorg voorkómen, vervangen of verplaatsen, vanuit de behoeften van de mensen. Dat is waar de beweging Juiste Zorg Op de Juiste Plek (JZOJP) voor gaat. Op tal van manieren wordt lokaal, regionaal en landelijk ingezet op de beweging JZOJP. Het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu voert van 2019 tot en met 2023 de ‘lerende evaluatie Juiste Zorg op de Juiste Plek' uit. De vraag die centraal staat in de lerende evaluatie is: wat is er nodig om de beweging JZOJP verder te brengen? Om deze vraag te beantwoorden vindt er binnen de lerende evaluatie continue interactie plaats tussen onderzoek en praktijk.10
Ex post evaluatie Goed bestuur (2020-2021)
Om goede zorg te kunnen leveren is goed bestuur en intern toezicht bij een zorginstelling belangrijk. De instelling heeft de ruimte om eigen beleid te maken voor goed bestuur. De Rijksoverheid zorgt voor de wettelijke kaders voor goed bestuur in de zorg. Omdat VWS het van groot belang vindt dat de evaluatie een directe verbinding heeft met het werkveld, is ervoor gekozen om allereerst sub-evaluaties uit te laten voeren door de branche- en beroepsverenigingen die de verschillende maatregelen van de agenda Goed bestuur binnen de sector uitrollen. Dit zijn onderzoeken naar: de bijdrage Governancecode Zorg aan professionalisering van bestuur en toezicht in de zorg, de bijdrage accreditatie zorgbestuurders aan professionalisering van bestuur en toezicht in de zorg, en wat heeft het programma Goed Toezicht opgeleverd ten behoeve van de professionalisering van raden van toezicht.11 Deze evaluaties zijn vervolgens het startpunt voor een overkoepelende analyse met als centrale vraag: In hoeverre is het veld, met ondersteuning/bijdrage van VWS, erin geslaagd om zorgaanbieders aan te zetten/te stimuleren tot professionaliseren van bestuur en toezicht? De uitgevoerde analyse wordt in 2021 verwacht, waarbij de aanbevelingen in de loop van 2021-2022 zullen worden opgepakt. Daarbij zullen sommige aanbevelingen naar verwachting sneller opgepakt kunnen worden dan andere. Ook gaan de branche- en beroepsverenigingen uiteraard ook zelf aan de slag met de aanbevelingen uit de drie onderzoeken.
Evaluatie HLA’s (2021)
De evaluatie van de hoofdlijnenakkoorden in de curatieve zorg in 2021 betreft de vier hoofdlijnenakkoorden met respectievelijk de medisch specialistische zorg, de huisartsenzorg, de wijkverpleging, de geestelijke gezondheidszorg alsmede de bestuurlijke afspraken met de paramedische zorg12. Met deze evaluatie moeten twee hoofdvragen beantwoord worden:
• Draagt het instrument hoofdlijnenakkoord bij aan kwalitatief goede beleidsvorming en – implementatie in de zorg? Hoe was dit voorafgaand aan het sluiten van de akkoorden en op welke wijze draagt het instrument bij aan beleidsvorming en -implementatie in de zorg?
• Draagt het instrument hoofdlijnenakkoord bij aan de houdbaarheid van de zorguitgaven? Op welke wijze draagt het instrument hier aan bij?
Het betreft een ex-post evaluatie zodat de resultaten meegenomen kunnen worden bij een (eventuele) ronde nieuwe akkoorden. Het onderzoek zal daarom eind 2021 worden afgerond zodat bij de voorbereidingen de geleerde lessen meegenomen kunnen worden in 2022 en verder.
Ad 3: Ouderenzorg (art. 3)
Mensen in Nederland worden steeds ouder. In 2030 zijn er 2,1 miljoen mensen ouder dan 75 jaar. Bijna een verdubbeling ten opzichte van de 1,3 miljoen mensen in 2019. De Rijksoverheid wil dat iedereen waardig oud kan worden. Net zoals ieder ander willen ook ouderen niet aangesproken worden op wat niet meer gaat, maar willen ze gewaardeerd worden om wat ze wel kunnen. Het is in ieders belang om de kennis, ervaring en wijsheid van àl onze burgers optimaal te benutten. Voor een toekomstbestendige ouderenzorg wordt daarom in 2021-2022 een IBO ouderenzorg uitgevoerd.
IBO ‘Ouderenzorg’ (2021-2022)
Op het gebied van de toekomst van de langdurige zorg zijn inmiddels de nodige studies verricht, en is een breed scala van beleidsopties en ideeën beschikbaar. De commissie Toekomst Zorg Thuiswonende Ouderen (TZTO)13 concludeerde in haar rapport dat de fysieke woon- en leefomgeving cruciaal is voor ouderen om zelfstandig te kunnen (blijven) wonen en zo min mogelijk afhankelijk te worden van zorg, maar dat hier nog onvoldoende op ingespeeld wordt. De geïnventariseerde beleidsopties voor de ouderenzorg richten zich in hoofdlijnen op het vergroten van de verantwoordelijkheid van de ouderen zelf door het verkleinen van het verzekerd pakket of het verhogen van eigen betalingen; en het verhogen van de toegangscriteria van de Wlz waardoor ouderen niet of later gebruik kunnen maken van dure intramurale ouderenzorg.
Dit IBO heeft als doel om de beleidsopties gericht op een houdbare ouderenzorg gestructureerd in beeld te brengen, de randvoorwaarden om deze uitvoerbaar te laten nader uit te werken en maatregelen in kaart te brengen die het beroep op zwaardere, i.e. duurdere ouderenzorg kunnen voorkomen of uitstellen.
Evaluatie ggz in de Wlz (2021)
Vanaf 1 januari 2021 hebben cliënten met een psychische stoornis vanaf 18 jaar toegang tot de Wet langdurige zorg (hierna: Wlz). Het doel van dit onderzoek is de overheveling van cliënten met een psychische stoornis vanaf 18 jaar naar de Wlz te evalueren op proces en inhoud en lessen te trekken uit dit traject die kunnen worden gebruikt voor het traject van de overheveling van jeugdigen met een psychische stoornis naar de Wlz. De eindrapportage met leerlessen en aanbevelingen is in de tweede helft van 2021 opgeleverd.
Ad 4: Jeugdzorg (art. 5)
Een nieuw kabinet zal moeten besluiten over de structurele financiën en noodzakelijke aanpassingen aan het jeugdhulpstelsel om de jeugdzorg in de toekomst effectief en beheersbaar te houden.14 De uitspraak van de Commissie van Wijzen dient daarbij als zwaarwegende inbreng. Gezien de urgentie van het onderwerp, vooruitlopend op de besluitvorming van het nieuwe kabinet, is halverwege 2021 al gestart met het voorbereiden van een beter houdbaar jeugdstelsel op de lange termijn. Het Rijk en de VNG, in samenwerking met andere betrokken partijen (o.a. cliënten, aanbieders en professionals), committeren zich aan het opstellen van een Hervormingsagenda, die bestaat uit de combinatie van een set van maatregelen en een financieel kader waarmee een structureel houdbaarder jeugdstelsel wordt gerealiseerd.
Ex ante evaluatie Hervormingagenda jeugdstelsel (2022)
Afhankelijkheid van de verdere uitwerking zal met de partijen worden bezien hoe als eerste stap de ex ante evaluatie vorm zal krijgen. Daarnaast zullen er met partijen afspraken gemaakt worden over het jaarlijks monitoren van de uitvoering van de Hervormingsagenda en de evaluatie hiervan na een aantal jaren.
Strategische Evaluatie Agenda 2022-2024 VWS
De SEA is gezondheidszorg breed opgezet in lijn met de contouren van het Financieel Beeld Zorg. VWS vindt het namelijk belangrijk om los van de actualiteit de werking van de verschillende systemen en belangrijke ontwikkelingen daarin periodiek onder de loep te blijven houden. Naast eerdergenoemde prioriteiten is de SEA ook op de andere onderdelen geactualiseerd voor de planperiode 2022-2024. De invulling van een nieuw regeerakkoord zal mogelijk nog zorgen van het leggen van een paar nieuwe accenten in de SEA. Dit alles bij elkaar maakt dat de Strategische Evaluatie Agenda 2022-2024 van VWS voor nu er als volgt uitziet:
Beleidsthema voor evaluatie | Meest recent evaluatieonderzoek (synthese) | looptijd | 2022 | 2023 | 2024 |
---|---|---|---|---|---|
Volksgezondheid | |||||
Monitor Staat van Volksgezondheid | De Staat van Volksgezondheid en Zorg | continu | |||
Wet publieke gezondheid | 2021 | ||||
RIVM | 2014, 2021 | ||||
Gezondheidsbeleid | 2019-2022 | EP | |||
Ziektepreventie | 2020, 2022 | EP | |||
Gezondheidsbevordering | Alles is gezondheid … | 2018-2022 | |||
Sport en bewegen | Buurtsportcoach | 2020-2022 | EP | ||
Sport en bewegen | Topsport | 2020-2021 | |||
NVWA | 2020 | ||||
Ethiek | 2020 | ||||
Jeugd en Maatschappelijke ondersteuning | |||||
Monitor jeugd | continu | ||||
Jeugdwet | 2022-2025 | EA | |||
Jeugdwet | 2017-2018 | ||||
Jeugdstelsel | 20192 | ||||
Jeugdstelsel | 2021 | ||||
Nederlandse jeugd | 2020 | ||||
Jeugdpreventie | 2019 | ||||
Jeugd-GGZ | 2018-2019 | ||||
Maatschappelijke diensttijd | 2018-2022 | EP | |||
Monitor sociaal domein | continu | ||||
Monitor sociaal domein | continu | ||||
Monitor sociaal domein | continu | ||||
Maatschappelijke ondersteuning | 2018-2022 | EP | |||
Maatschappelijke ondersteuning | 2019-20213 | EP | |||
Maatschappelijke ondersteuning | 2019-2021 | ||||
Sociaal domein | 2018,2021 | ||||
Wet maatschappelijke ondersteuning | 2017,2018 | ||||
Wet maatschappelijke ondersteuning | 2017, 2018 | ||||
Wet maatschappelijke ondersteuning | 2020 | ||||
Maatschappelijke ondersteuning | 2020 | ||||
Curatieve zorg | |||||
Monitors curatieve zorg | jaarlijks | ||||
Governance | 2020-20224 | EP | |||
Governance | 2020-2021 | ||||
Geneesmiddelen | 2019-2022 | EP | |||
aCBG | 2021-2022 | EP | |||
CAK | 2020 | ||||
Zorgverzekeringswet | Evaluatie Zorgverzekeringswet (KPMG Plexus) | 2014 | |||
Zorgverzekeringswet | 2019 | ||||
Zorgverzekeringswet | 20195 | ||||
Persoonsgebonden budget | 2018 | ||||
Eerstelijnszorg | 2018 | ||||
Eerstelijnszorg | 2018 | ||||
Wijkverpleging | 2017 | ||||
GGZ | 2017 | ||||
Langdurige zorg | |||||
Monitor langdurige zorg | continu | ||||
Ouderenzorg | 2018-2022 | EP | |||
Ouderenzorg | Thuis in het verpleeghuis / Waardigheid en trots op locatie | 2020-2022 | ED/EP | ||
Ouderenzorg | 2019-2020 | ||||
Informatievoorziening zorg | Kennisinfrastructuur langdurige zorg | 2022 | ED | ||
Wet verplichte GGZ en Wet zorg en dwang | 2020-2021 | ||||
Wet langdurige zorg | 2018-2019 | ||||
Wet langdurige zorg | 2018-2019 | ||||
CIZ | 2020 | ||||
Zorg en ondersteuning | 2020 | ||||
Gehandicaptenzorg | 2016-2017 | ||||
VWS-breed | |||||
Monitor Nederlandse gezondheidszorg | 2020-2023 | ED | ED | ED | |
E-health | 2020-2023 | ED | ED | ED | |
Governance | Goed bestuur | 2020-2021 | |||
Kwaliteit | 2019-2022 | EP | |||
Innovatie en Zorgvernieuwing | Evaluatie programma Innovatie en Zorgvernieuwing | 2021 | |||
Informatiebeleid | Evaluatie informatiebeleid | 2022-2023 | EP | ||
VWS als lerende organisatie | 2020-2021 | ||||
VWS als lerende organisatie | 2019-2022 | EP | |||
Arbeidsmarkt en opleiden | 2020-2021 | ||||
Arbeidsmarkt en opleiden | 2020 | ||||
Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg | Evaluatie Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) | 2019-2021 | |||
Wet marktordening gezondheidszorg | 2014-2015 | ||||
Subsidies | 2019 | ||||
NZa | 2017-2018 | EP | |||
CIBG | 2012, 2020 | ||||
Zorginstituut Nederland | 2019-2020 | ||||
ZonMw | 2017-2019 | ||||
Brede Maatschappelijke heroverweging | 2019-2020 | ||||
Zorgkeuzes in Kaart | 2019-2020 | ||||
Visiedocument | 2021 | ||||
Houdbare zorg | 2018-2020 | ||||
Betaalbaarheid zorg | 2018-2020 | ||||
n.a.v. coronacrisis | 2021 | ED | ED | EP | |
n.a.v. coronacrisis | 2021 | ||||
n.a.v. coronacrisis | Leren van COVID-19 (NSOB) | 2020 | |||
n.a.v. coronacrisis | 2020 | ||||
n.a.v. coronacrisis | 2020 | ||||
n.a.v. coronacrisis | Impact van de eerste COVID-19 golf op de reguliere zorg en gezondheid (RIVM) | 2020 | |||
Interdepartementaal en -nationaal | |||||
Monitor internationale zorgstelsels | periodiek | ||||
n.a.v. coronacrisis | 2021 | ||||
Welzijn | 2020 | ||||
Interdepartementaal beleidsonderzoek | Ouderenzorg | 2021-2022 | EP | ||
Interdepartementaal beleidsonderzoek | 2016-2017 | ||||
Interdepartementaal beleidsonderzoek | 2018-2019 |