In dit onderdeel wordt een overzicht op hoofdlijnen gegeven van de belangrijkste mutaties die zijn opgetreden tussen de begroting 2021 en de huidige begroting voor 2022. Een deel van de mutaties is eerder al toegelicht in de eerste suppletoire begroting 2021. De meest recente raming van het CPB laat een meerjarige stijging van het BNI zien ten opzichte van de vorige raming bij Voorjaarsnota (CEP). Derhalve wordt de begroting van BHOS navenant verhoogd en dit wordt verrekend met het budget op het onderdeel nog te verdelen i.v.m. wijzigingen BNI en/of toerekeningen. Voor de jaren 2021 en 2022 is deze verhoging reeds herverdeeld over de beleidsartikelen.
artikel | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2021 | 3 064 088 | 3 045 752 | 3 026 068 | 3 021 699 | 3 106 567 | ||
Belangrijkste mutaties | |||||||
1. Versterkte Nederlandse handels- en investeringspositie | 1.2 | 6 199 | 5 000 | 3 000 | 3 000 | 3 000 | |
2. Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden | 1.3 | 19 612 | 40 000 | 0 | 0 | 0 | |
3. Klimaat | 2.3 | 16 286 | 38 716 | ‒ 7 324 | ‒ 6 563 | 0 | |
4. Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en hiv/aids | 3.1 | 122 127 | 122 358 | 22 736 | 22 468 | 20 000 | |
5. Maatschappelijk middenveld | 3.3 | ‒ 52 865 | ‒ 21 562 | ‒ 21 964 | ‒ 21 772 | ‒ 20 000 | |
6. Humanitaire hulp | 4.1 | 22 000 | 68 000 | 0 | 0 | 0 | |
7. Opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking | 4.2 | 15 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
8. Multilaterale samenwerking | 5.1 | 20 170 | 1 213 | 172 | 0 | 1 338 | |
9. Overig Armoedebeleid | 5.2 | 15 555 | 16 760 | ‒ 27 | ‒ 35 | ‒ 35 | |
Nog te verdelen i.v.m. wijzigingen BNI en/of toerekeningen | 5.4 | ‒ 49 694 | ‒ 56 302 | 462 675 | 613 238 | 726 852 | |
Overige mutaties | ‒ 12 516 | 5 827 | 8 802 | 7 744 | ‒ 235 | ||
Stand ontwerpbegroting 2022 | 3 185 962 | 3 265 762 | 3 494 138 | 3 639 779 | 3 837 487 | 4 049 182 | |
Toelichting
Beleidsartikel 1.2
Er is in 2022 extra budget vrijgemaakt voor de financiering van het RVO-impulspakket voor Nederlandse ondernemers ter bestrijding van de gevolgen van COVID-19. Ook is er meerjarig budget vrijgemaakt voor btw-compensatie in relatie tot de oprichting van Invest International.
Beleidsartikel 1.3
Om de gevolgen van COVID-19 op te vangen worden er in 2021 extra bijdragen gedaan aan onder andere: Trade Mark East Africa (EUR 3 miljoen), Aceli (EUR 3 miljoen) en aan het Health Insurance Fund voor Carepay (EUR 5 miljoen).
In 2022 worden er, om de gevolgen van COVID-19 op te vangen, extra bijdragen gedaan aan onder andere: Private Infrastructure Development Group (PIDG) (EUR 12 miljoen), Dutch Good Growth Fund (DGGF) (EUR 15 miljoen), Aceli (EUR 5 miljoen), OECD Tax (EUR 2 miljoen) en aan Trade Mark East Africa (EUR 3 miljoen).
Beleidsartikel 2.3
In 2021 worden er extra bijdragen gedaan aan het Least Developed Countries Fund (LDCF) (EUR 10 miljoen) en de Climate Investment Funds (CIF) (EUR 8 miljoen) ter ondersteuning bij het aanpassen aan de gevolgen van klimaatverandering en het helpen bij grootschalige inpassingen van hernieuwbare energie. Ook is er in 2021 een extra bijdrage gedaan aan het Central-African Forest initiative (CAFI)(EUR 5 miljoen) ter bestrijding van ontbossing.
Ook in 2022 zullen er om deze redenen extra bijdragen worden gedaan aan het LDCF (EUR 15 miljoen), CIF (EUR 15 miljoen), CAFI + IDB (EUR 5 miljoen) en aan het Global Environment Facility (GEF) (EUR 10 miljoen).
Beleidsartikel 3.1
Ter bestrijding van de impact van COVID-19 in de armste landen worden er in 2021 extra bijdragen gedaan het WHO Strategic Preparedness and Response Plan (EUR 10 miljoen), The Global Fund to Fight Aids, Tuberculosis and Malaria (GFATM) (EUR 5 miljoen) en Global Financing Facility (GFF) (EUR 10 miljoen).
In 2022 worden er in het kader van de COVID-19 respons nog een aantal extra bijdragen gedaan aan WHO Strategic Preparedness and Response Plan (EUR 20 miljoen), COVAX (EUR 20 miljoen), GFATM (EUR 10 miljoen) en GFF (EUR 20 miljoen). Daarnaast word er extra bijdragen gedaan aan Product Development partnerships (EUR 15 miljoen) en UNFPA supplies (EUR 15 miljoen).
Beleidsartikel 3.3
De mutatie betreft een overheveling naar artikel 3.1 SRGR en hiv/aids ter dekking van een extra bijdrage aan COVAX en voor een bijdrage aan de nieuwe SRGR-partnerschappen. Deze overheveling is middels de Voorjaarsnota reeds met u gedeeld.
Beleidsartikel 4.1
In 2021 worden vanwege humanitaire noden in Ethiopië en de Sahel extra bijdragen gedaan aan de Country Based Pooled Funds Sahel (EUR 5 miljoen) en aan de Dutch Relief Alliance (DRA) (EUR 3 miljoen). Daarnaast is het budget met EUR 5 miljoen opgehoogd in verband met de verwerking van amendement 35570 XVII nr. 11 van het lid Bouali cs. over opvang en bescherming van vluchtelingen in de regio.
Vanwege de toenemende humanitaire noden wereldwijd, onder meer in Ethiopië en Afghanistan, zullen ook in 2022 extra bijdragen worden gedaan aan humanitaire organisaties. Het betreft onder meer de humanitaire fondsen en organisaties van de VN (38 mln), de DRA (EUR 10 miljoen), ICRC (EUR 10 miljoen) en aan de Nederlandse hulporganisatie (NRK) die onderdeel is van de Internationale Federatie van Rode Kruis- en Rode Halve Maanverenigingen (IFRC) (EUR 10 miljoen).
Beleidsartikel 4.2
In 2021 zal er een extra bijdrage worden gedaan aan zwaar getroffen vluchtelingen en gastgemeenschappen in Libanon om in hun overlevingsbehoefte te kunnen voorzien en hun weerbaarheid te vergroten (EUR 10 miljoen). Verder is het budget met EUR 5 miljoen opgehoogd in verband met de verwerking van amendement 35570 XVII nr. 11 van het lid Bouali cs. over opvang en bescherming van vluchtelingen in de regio.
Beleidsartikel 5.1
De mutatie betreft voornamelijk een verhoging van EUR 20 miljoen voor 2021 aan de Subsidy Account van de Poverty Reduction and Growth Trust (PRGT), een vehikel van het IMF dat concessionele leningen aan lage-inkomenslanden mogelijk maakt. Deze verhoging werd in de Voorjaarsnota reeds opgenomen.
Beleidsartikel 5.2
In 2022 worden extra middelen vrijgemaakt bedoeld voor het opzetten van een duurzaam programma omtrent cash transfers (EUR 20 miljoen).
Beleidsartikel 5.4
Naar aanleiding van de nieuwe macro-economische ramingen van het Centraal Plan bureau (CPB) wordt het ODA-budget meerjarig aangepast aan de ontwikkeling van het Bruto Nationaal Inkomen (BNI). In het Regeerakkoord is vastgelegd dat het budget voor ontwikkelingssamenwerking (Official Development Assistance, ODA) gekoppeld is aan de omvang van het BNI. De meest recente raming van het CPB laat een meerjarige stijging van het BNI zien ten opzichte van de vorige raming bij Voorjaarsnota (CEP). Derhalve wordt de begroting van BHOS navenant verhoogd en dit wordt verrekend met het budget op het onderdeel nog te verdelen i.v.m. wijzigingen BNI en/of toerekeningen. Voor de jaren 2021 en 2022 is deze verhoging reeds herverdeeld over de beleidsartikelen.
artikel | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2021 | 56 661 | 52 240 | 47 267 | 42 453 | 42 125 | ||
Belangrijkste mutaties | |||||||
Ontvangsten en restituties met betrekking tot leningen | 5.20 | ‒ 4 553 | ‒ 666 | 1 133 | 1 161 | 317 | |
Ontvangsten OS | 5.21 | 80 | |||||
Overige mutaties | ‒ 80 | 0 | 0 | 3 250 | 0 | ||
Stand ontwerpbegroting 2022 | 52 108 | 51 574 | 48 400 | 46 864 | 42 442 | 39 152 |
Toelichting
De mutaties op artikel 5.20 in 2021 en verder hebben betrekking op ingestelde ramingen op terugbetalingen op leningen die worden beheerd door de Nederlandse Investeringsbank voor Ontwikkelingslanden (NIO). Deze zijn naar beneden bijgesteld vanwege het door de G20 ingeroepen schuldenmoratorium (DSSI). De inschatting is dat deze uitgestelde terugbetalingen op leningen in de periode 2023 tot en met 2025 worden gecompenseerd door hogere af- en rentebetalingen.