Base description which applies to whole site

2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties

Tabel 2 Overzicht belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2023 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Artikelnummer

Uitgaven 2023

Uitgaven 2024

Uitgaven 2025

Uitgaven 2026

Uitgaven 2027

Uitgaven 2028-2036

Vastgestelde begroting 2023

 

8.723.649

17.871.259

9.780.687

8.824.525

8.382.671

65.427.419

Belangrijkste suppletoire mutaties

       

1. Taakstelling MF

11

‒ 97.284

‒ 134.927

‒ 135.078

‒ 137.887

‒ 137.062

‒ 1.345.140

2. Saldo 2022

divers

498.967

     

3. Overboekingen Hoofdstuk XII

divers

‒ 104.629

‒ 9.771

‒ 15.616

‒ 12.023

‒ 8.244

11.015

4. Programma actualisaties

divers

‒ 43.778

‒ 37.075

‒ 36.111

‒ 37.367

‒ 50.059

204.390

5. Overboekingen andere begrotingen

12/13/15

10.942

9.685

9.932

9.982

9.923

55.674

6. Bijdragen derden

divers

98.259

947

578

‒ 1.037

‒ 800

30.855

7. Verrekenen middelen hoogwater Limburg

12/15

‒ 18.699

     

8. Prijsbijstelling 2022 nacalculatie

11

62.735

69.813

71.560

64.522

61.062

580.716

9. CA-middelen

 

28.001

23.742

24.044

715.839

699.083

8.566.780

a. Instandhouding

11

   

707.563

699.083

8.566.780

b. Prijsbijstelling CA-middelen 2022

11/12/13

14.559

22.184

24.044

8.276

  

c. Schoon en emissieloos bouwen

12

13.442

1.558

    

10. NGF: Tolvrije Westerscheldetunnel

11

  

28.000

28.000

28.000

56.000

Stand 1e suppletoire begroting 2023

 

9.158.163

17.793.673

9.727.996

9.454.554

8.984.574

73.587.709

Tabel 3 Overzicht belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2023 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Artikelnummer

Ontvangsten 2023

Ontvangsten 2024

Ontvangsten 2025

Ontvangsten 2026

Ontvangsten 2027

Ontvangsten 2029-2036

Vastgestelde begroting 2023

 

8.723.649

17.871.259

9.780.687

8.824.525

8.382.671

65.427.419

Belangrijkste suppletoire mutaties

       

1. Taakstelling MF

19

‒ 97.284

‒ 134.927

‒ 135.078

‒ 137.887

‒ 137.062

‒ 1.345.140

2. Saldo 2022

divers

498.967

     

a. Saldo ontvangsten

divers

207.729

     

b. Voordelig saldo 2022

18.10

291.238

     

3. Overboekingen Hoofdstuk XII

divers

‒ 104.629

‒ 9.771

‒ 15.616

‒ 12.023

‒ 8.244

11.015

4. Programma actualisaties

divers

‒ 43.778

‒ 37.075

‒ 36.111

‒ 37.367

‒ 50.059

204.390

5. Overboekingen andere begrotingen

19,00

10.942

9.685

9.932

9.982

9.923

55.674

6. Bijdragen derden

divers

98.259

947

578

‒ 1.037

‒ 800

30.855

7. Verrekenen middelen hoogwater Limburg

19

‒ 18.699

     

8. Prijscompensatie 2022

19

62.735

69.813

71.560

64.522

61.062

580.716

9. CA-middelen

 

28.001

23.742

24.044

715.839

699.083

8.556.780

a. Instandhouding

19

   

707.563

699.083

8.556.780

b. Prijsbijstelling CA-middelen 2022

19

14.559

22.184

24.044

8.276

  

c. Schoon en emissieloos bouwen

19

13.442

1.558

    

10. NGF: Tolvrije Westerscheldetunnel

19

  

28.000

28.000

28.000

56.000

Stand 1e suppletoire begroting 2023

 

9.158.163

17.793.673

9.727.996

9.454.554

8.984.574

73.577.709

Toelichting

  • 1. Taakstelling MF: Bij deze eerste suppletoire begroting wordt invulling gegeven aan de taakstelling ten behoeve van de rijksbrede opgave. Het aandeel van IenW bedraagt in 2023 € 136 oplopend naar € 191 miljoen per jaar met structurele doorwerking vanaf 2028. Verdeeld over de drie begrotingen gaat het om € 149 miljoen per jaar voor het Mobiliteitsfonds, € 24 miljoen per jaar voor het Deltafonds en € 18 miljoen per jaar voor Hoofdstuk XII. De taakstelling ten laste van het Mobiliteitsfonds bedraagt t/m 2037 ruim € 2.137 miljoen. 

    Conform eerder gemeld aan de Kamer (verwijzing naar brief BKN en MIRT van d.d. 17 maart 2023) vindt momenteel een herprioriteringsopgave plaats binnen het Mobiliteitsfonds. Er zal een verschuiving van capaciteit en middelen plaatsvinden van aanleg naar instandhouding van de netwerken hoofdwegen en hoofdvaarwegen mede als gevolg van stikstof. Een deel van het MIRT-portfolio heeft niet te maken met stikstofproblematiek, maar kent financiële risico’s en tekorten. Ook binnen de aanlegportefeuille van het Mobiliteitsfonds moeten we daarom een beweging maken en middelen tussen MIRT-projecten verschuiven. In de aankomende maanden worden, in overleg met regio’s, de plannen van de herprioriteringsopgave concreet uitgewerkt en worden de gevolgen besproken met de regio’s. Onderdeel van de herprioriteringsopgave is het invullen van de Rijksbrede dekkingsopgave. De minister van IenW informeert u nader over de concrete invulling van de herprioriteringsopgave in zijn begroting. De budgettaire verwerking volgt parallel bij de Miljoenennota en Ontwerpbegroting 2024. Volgend jaar zal naar analogie bij de netwerken die RWS beheert, ook een Basiskwaliteitsniveau voor het hoofdspoornetwerk worden vastgesteld. Volgend jaar informeren we de Kamer hierover inclusief de financiële consequenties.

  • 2. Saldo 2022: De begroting van het Mobiliteitsfonds vertoont over het jaar 2022 een voordelig saldo van € 291 miljoen. Dit saldo wordt gevormd door de saldering van de in dat jaar gerealiseerde uitgaven en ontvangsten. Op de uitgaven is € 499 miljoen in 2022 niet tot realisatie gekomen en via het saldo doorgeschoven naar 2023. Op de ontvangsten is € 207,8 miljoen niet ontvangen in 2022. Daarmee is een voordelig saldo ontstaan van € 291 miljoen. Het voordelig saldo wordt in 2023 toegevoegd aan artikelonderdeel 18.10, zodat de middelen beschikbaar blijven voor het Mobiliteitsfonds;

  • 3. Overboekingen Hoofdstuk XII: Voor de uitvoering van verschillende programma's is in 2023 in totaal € 104,6 miljoen overgeboekt naar de beleidsbegroting van IenW. Het gaat om diverse overboekingen. Deze overboekingen worden in de artikelsgewijze toelichting nader toegelicht.

  • 4. Programma actualisaties: In 2023 zijn zowel de uitgavenramingen als de ontvangstenramingen geactualiseerd. In totaal schuift € 43,8 miljoen ontvangsten door naar latere jaren. De voornaamste schuif vindt plaats op het project ZuidasDok. Daar schuift in de jaren 2023 t/m 2027 in totaal € 142,2 miljoen ontvangsten naar latere jaren. In de artikelsgewijze toelichting zullen de actualisaties van de ramingen nader toegelicht worden.

  • 5. Overboekingen andere begrotingen: Dit betreft de overboekingen van en naar andere begrotingshoofdstukken binnen de Rijksbegroting (per saldo € 10,9 miljoen naar het Mobiliteitsfonds). In de artikelsgewijze toelichting worden deze overboeking nader in beeld gebracht;

  • 6. Bijdragen derden: In 2023 wordt aan verschillende projecten binnen het Mobiliteitsfonds een bijdrage van derden toegevoegd (€ 98 miljoen). Het gaat voornamelijk om de afrekening voorschotten ProRail over het laatste halfjaar 2022 (€ 62,8 miljoen). In de artikelsgewijze toelichting worden alle bijdragen derden toegelicht;

  • 7. Verrekenen middelen hoogwater Limburg: De maatregelen om de schade als gevolg van het hoogwater van juli 2021 te herstellen is uitgevoerd. In totaal zijn er 2.801 meldingen door RWS geregistreerd waar mogelijk sprake was van schade. Vrijwel alle meldingen zijn afgehandeld en betaald. Er resteert een bedrag van € 26,9 miljoen, waarvan € 18,7 miljoen op het Mobiliteitsfonds, dat zal worden teruggeboekt naar de generale middelen;

  • 8. Nacalculatie prijsbijstelling 2022: In de najaarsnota 2022 is aangekondigd dat er een nacalculatie zou komen op de prijsbijstelling. Deze middelen zijn toegevoegd bij eerste suppletoire begroting en verdeeld over de projecten. in 2023 is dit € 62,7 miljoen. Hiermee wordt een deel van de prijsstijgingen gedekt. Bij ontwerpgegroting 2024 wordt de loon en prijsbijstelling voor het jaar 2023 toegevoegd;

  • 9. CA-middelen: voor de onderwerpen instandhouding en schoon en emissieloos bouwen zijn middelen overgeboekt vanaf de aanvullende post naar het Mobiliteitsfonds. Daarnaast is er prijsbijstelling overgeboekt naar het Mobiliteitsfonds die was achtergebleven op de aanvullende post. Zie onderdeel 2.2 voor een uitgebreide toelichting;

  • 10. NGF Tolvrije Westerscheldetunnel: Naar aanleiding van de motie van der Staaij (Kamerstukken 2022-2023, 36 200, nr. 42.) is er voor de periode 2025 tot en met 2029 in totaal € 140 miljoen vanuit het Nationaal Groeifonds toegevoegd aan de reservering Westerscheldetunnel. Met deze middelen kan de Westerscheldetunnel eerder tolvrij worden gemaakt voor personenauto's en motoren.

Licence