Belangrijkste wijzigingen
De onderstaande tabel geeft de belangrijkste wijzigingen in de uitgaven en ontvangsten aan ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2022. Een volledig overzicht van de mutaties is terug te vinden in verdiepingsbijlage.
art. | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028-2035 | 2036 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2022 | 7.201.305 | 15.123.084 | 6.809.859 | 7.146.423 | 7.111.228 | 6.441.048 | 45.579.975 | |||
Mutaties 1e suppletoire begroting 2022 | 699.139 | 1.869.584 | 2.666.209 | 2.991.699 | 1.627.758 | 1.283.836 | 3.855.879 | |||
Stand na 1e suppletoire begroting 2022 | 7.900.444 | 16.992.668 | 9.476.068 | 10.138.122 | 8.738.986 | 7.724.884 | 49.435.854 | |||
Belangrijkste mutaties Mobiliteitsfonds | 387.137 | ‒ 8.296.564 | 8.367.646 | ‒ 384.980 | 57.994 | 630.242 | 4.784.599 | 6.655.461 | ||
Kaderrelevante mutaties hoofdstuk MF | ||||||||||
1 | Bijdragen derden | 60.318 | ‒ 281 | 7.825 | 11.647 | 15.526 | 12.571 | 76.442 | 2.649 | |
- Hoofdwegennet | 12 | 57 | ‒ 2.665 | 4.861 | 8.586 | 12.192 | 10.320 | 72.706 | 2.649 | |
- Spoorwegen | 13/11 | 39.747 | ||||||||
- Megaprojecten | 17 | 20.514 | 2.384 | 2.964 | 3.061 | 3.334 | 2.251 | 3.736 | ||
2 | Extrapolatie | 6.324.109 | ||||||||
- Bijdrage aan MF | 6.068.846 | |||||||||
- Ontvangsten derden | 255.263 | |||||||||
3 | Loon- en prijsbijstelling | 344.005 | 362.413 | 325.533 | 342.982 | 343.033 | 308.370 | 2.466.960 | 308.370 | |
4 | Kaderaanpassing MF | ‒ 1.167.098 | ‒ 355.416 | ‒ 809.738 | ‒ 376.758 | 285.498 | 2.052.933 | |||
- CA-middelen | 11/12/19 | ‒ 761.125 | ‒ 770.570 | ‒ 636.305 | ‒ 105.000 | ‒ 20.000 | 2.293.000 | |||
- Wegenprojecten | 12/19 | ‒ 503.600 | 483.700 | 19.900 | ||||||
- beheersbare programmering | divers | 97.627 | ‒ 68.546 | ‒ 193.333 | ‒ 271.758 | 305.498 | ‒ 240.067 | 370.579 | ||
5 | Omvorming ProRail | 13/19 | ‒ 7.557.000 | 8.318.000 | 20.000 | 20.000 | 20.000 | 160.000 | 20.000 | |
6 | Overboekingen HXII | divers | ‒ 12.202 | ‒ 14.759 | ‒ 7.157 | ‒ 3.732 | 1.632 | ‒ 658 | 848 | 106 |
7 | Werken aan uitvoering | divers | 3.000 | 7.100 | 5.800 | 5.800 | 6.500 | 6.400 | 25.600 | |
8 | Overboekingen andere begrotingen | divers | ‒ 12.290 | ‒ 1.939 | ‒ 1.939 | ‒ 1.939 | ‒ 1.939 | ‒ 1.939 | 1.816 | 227 |
9 | CA-middelen verkeersveiligheid N-wegen | 12/19 | 50.000 | 50.000 | 50.000 | 50.000 | ||||
10 | CA-middelen fietsinfrastructuur | 13/19 | 25.000 | 25.000 | ||||||
11 | Afroming eigen vermogen RWS | 18 | 4.306 | |||||||
Stand ontwerpbegroting 2023 | 8.287.581 | 8.696.104 | 17.843.714 | 9.753.142 | 8.796.980 | 8.355.126 | 54.220.453 | 6.655.461 |
Toelichting
1. Dit betreft de wijziging van diverse bijdragen van derden op het Mobiliteitsfonds. De voornaamste bijdragen zijn het gevolg van de afrekening voorschotten ProRail over de laatste helft 2021 (€ 52,4 miljoen in 2022);
2. Bij de begroting 2023 wordt de looptijd van het Mobiliteitsfonds met een jaar verlengd tot en met 2036. Het niveau van extrapolatie is gelijk aan het jaar 2035 in de begroting 2021 na verwerking van structurele begrotingsmutaties. Daarnaast zijn de structurele bijdragen van derden doorgetrokken. Met de verlenging tot en met 2036 komt in totaal – inclusief structurele ontvangsten – een ruimte van circa € 6,3 miljard beschikbaar op het Mobiliteitsfonds. Deze ruimte wordt met voorrang ingezet voor het dekken van de doorlopende verplichtingen, zoals de uitgaven die benodigd zijn voor de instandhouding van het huidige areaal. Hiervoor is in 2036 circa € 4,8 miljard benodigd. De ruimte die in 2036 resteert na aftrek van de doorlopende verplichtingen bedraagt circa € 1,5 miljard en wordt toegevoegd aan de generieke investeringsruimte;
3. Dit betreft de verwerking van de loon- en prijsbijstelling voor het jaar 2022. De middelen die bij de eerste suppletoire begroting 2022 voor de loon- en prijsbijstelling aan de begroting Hoofdstuk XII zijn toegevoegd, worden toebedeeld naar diverse artikelen op de begroting Hoofdstuk XII en de investeringsfondsen;
4. Om de kaders aan te laten sluiten op de geactualiseerde programmering is er een kaderaanpassing doorgevoerd onder het investeringsplafond. De raming van de CA-middelen voor de NGF-projecten en instandhouding is geactualiseerd. Hierdoor schuift vanuit 2023 € 761 miljoen naar latere jaren. Daarnaast is voor een aantal wegenprojecten de raming aangepast. Het gaat om de ViA15 (€ 340 miljoen), de A16 Rotterdam (€ 143,7 miljoen) en Ring Utrecht (€ 19,9 miljoen). Bovendien is het kader aangepast om een beheersbaar kader ten opzichte van de programmering neer te zetten. Zie onderdeel 2.3 van deze begroting voor een nadere toelichting;
5. De begroting 2022 was gebaseerd op het voornemen om ProRail met ingang van 1 januari 2022 om te vormen tot een publiekrechtelijk zelfstandig bestuursorgaan (zbo). Middels een nota van wijziging is dat voornemen aangepast en zijn de middelen doorgeschoven naar 2023. Op dit moment wordt uitgegaan van een omvorming per 1 janurai 2024. De begroting 2023 is hierop aangepast, maar blijft uiteraard mede afhankelijk van de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel. Deze effecten worden budgettair neutraal in de Rijksbegroting opgenomen. In de Rijksbegroting worden de inkomsten- en uitgavenramingen opgehoogd: eenmalig hogere belastinginkomsten en eenmalig hogere uitgaven op de begroting van het Ministerie van IenW. Deze bedragen zijn gelijk aan elkaar, waardoor deze correctie budgettair neutraal uitpakt voor de Rijksbegroting;
6. Voor de uitvoering van verschillende programma's is in totaal € 32,1 miljoen overgeboekt naar Hoofdstuk XII van de Rijksbegroting, de beleidsbegroting van IenW. In de verdiepingsbijlage zijn de mutaties nader inzichtelijk gemaakt;
7. Voor het programma Werk aan Uitvoering is in totaal € 85,8 miljoen overgeboekt naar het Mobiliteitsfonds. Dit wordt voornamelijk ingezet bij RWS;
8. Dit betreft de overboekingen van en naar andere begrotingshoofdstukken binnen de Rijksbegroting (- € 9 miljoen). Het gaat voornamelijk om overboekingen naar het Ministerie van Defensie voor de Kustwacht (- € 11,7 miljoen);
9. Vanuit het Coalitieakkoord is in totaal € 200 miljoen beschikbaar gesteld voor de verkeersveiligheid van N-wegen. Deze middelen zijn toegevoegd aan artikel 12. Zie onderdeel 2.4 van deze begroting voor een nadere toelichting;
10. Vanuit het Coalitieakkoord is in totaal € 50 miljoen beschikbaar gesteld voor fietsinfrastructuur. Deze middelen zijn toegevoegd aan artikel 13. Zie onderdeel 2.4 van deze begroting voor een nadere toelichting;
11. Het eigen vermogen van een baten-lastenagentschap is via de Regeling agentschappen gebonden aan een maximumomvang van 5 procent van de gemiddelde jaaromzet, berekend over de laatste drie jaar. De maximale omvang van het eigen vermogen wordt door Rijkswaterstaat overschreden (€ 4,3 miljoen). Conform de Regeling agentschappen wordt het surplus eigen vermogen afgedragen aan de eigenaar (IenW). Voor het surplus eigen vermogen van Rijkswaterstaat geldt dat – in lijn met het zwaartepunt van de herkomst – deze middelen vooralsnog toegevoegd worden aan het Mobiliteitsfonds.