Base description which applies to whole site

Bijlage 5: Uitwerking Strategische Evaluatie Agenda

In deze bijlage worden de thema's uit de SEA, zoals in hoofdstuk 2.5 opgenomen, verder uitgewerkt en toegelicht. In onderstaande tabel zijn de thema's (vetgedrukt) opgenomen. Voor de thema's zullen waar zinvol en haalbaar de periodieke rapportages plaatsvinden. In de tabel staan onder elk thema de evaluatieonderzoeken die binnen dat thema horen. Deze onderzoeken dienen bij te dragen aan een beeld ten behoeve van de strategische inzichtbehoefte van de thema’s. Een verdere toelichting bij de thema's vindt u onder de tabel.

De inzichtbehoefte verschilt per thema en onderwerp. Het vervullen van de inzichtbehoefte kan zowel door middel van ex-ante, ex-durante (of monitoring) als ex-post evaluaties of onderzoeken. De verschillende typen evaluaties zijn er op gericht om het inzicht te vergroten in de doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid en leveren zo input voor het verbeteren van beleid.

Zie voor een overzicht van de gepubliceerde delen van de SEA www.rijksfinancien.nl

Tabel 104 Planning Strategische Evaluatie Agenda 1: Een gezonde en duurzame economie in een internationale omgeving

Thema / onderzoek

Type onderzoek

Afronding

Begrotingsartikel

Hoofddoel 1: Gezonde overheidsfinanciën en verantwoord begrotingsbeleid

Effectief en efficiënt begrotingsbeleid en begrotingsbeheer

Periodieke rapportage

2023

Hoofdlijnenbrief Comptabiliteitswet

Effectief en efficiënt begrotingsbeleid en begrotingsbeheer

Periodieke rapportage

2024

Studiegroep begrotingsruimte1

Project-evaluatie Verslaggevingsstelsel (AVRo)

Ex-durante evaluatie

2022

N.v.t.

Evaluatie eerste ervaringen SEA

Ex-durante evaluatie

2022

N.v.t.

Evaluatie regeling vaststelling aanwijzingen voor subsidieverstrekking (uniform subsidie kader)

Ex-post evaluatie

2023

N.v.t.

Evaluatie Comptabiliteitswet 2016

Ex-post evaluatie

2023

N.v.t.

Evaluatie beleidskeuzes uitgelegd (nieuwe werkwijze CW 3.1)

Ex-durante evaluatie

2023

N.v.t.

Vervolgonderzoeken naar aanleiding van de beleidsdoorlichting BTW-compensatiefonds

Ex-post evaluatie

2023

6

Studiegroep Begrotingsruimte (inclusief doorlichting begrotingsbeleid en evaluatie Wet Houdbare Overheidsfinanciën)

Ex-post evaluatie

2024

N.v.t

Evaluatie regeling auditcommissies

Ex-post evaluatie

2024

N.v.t.

Evaluatie regeling agentschappen

Ex-post evaluatie

2027

N.v.t.

Evaluatie regeling periodiek evaluatieonderzoek

Ex-post evaluatie

2027

N.v.t.

Optimaal financieel resultaat bij het beheren van de deelnemingen en investeringen van de Staat

Periodieke rapportage

2027

3

Schuldfinanciering tegen zo laag mogelijke kosten onder acceptabel risico

Periodieke rapportage

2025

11

Optimaal kasbeheer van het Rijk en van gelieerde instellingen

Periodieke rapportage

2024

12

    

Hoofddoel 2: Een integere en stabiele economie

Ondernemen en tegengaan belastingontwijking

   

Monitoring royalty, dividend en rentestromen FDI

Monitoring

Jaarlijks

1

Evaluatie fiscale regelingen bedrijfsopvolging

Ex-post evaluatie

2022

1

Nader onderzoek belastingdruk multinationals: structureel verlieslatende bedrijven en betaalde belasting

Ex-post evaluatie

2022

1

Nader onderzoek belastingdruk multinationals: verschillen tussen fiscale en commerciële winstbepaling

Ex-post evaluatie

2022

1

Evaluatie verlaagd gebruikelijk loon dga’s startups

Ex-post evaluatie

2022

1

Onderzoek fragmentatie Vpb door verlaagde tarief

Ex-post evaluatie

2022

1

Evaluatie fiscale regelingen zeeschepen

Ex-post evaluatie

2022

1

Evaluatie fiscale regelingen ondernemerschap

Ex-post evaluatie

2023

1

Evaluatie innovatiebox

Ex-post evaluatie

2023

1

Effectmeting bronbelasting

Monitoring

2023

1

Monitoring van het overtredersbegrip (art. 67 AWR)

Monitoring

2023

1

Evaluatie vrijstelling vergoeding extraterritoriale kosten

Ex-post evaluatie

2023

1

Evaluatie 30%-regeling

Ex-post evaluatie

2025

1

Onderzoek naar effecten maatregelen tegen belastingontwijking: generieke renteaftrekbeperking, aanvullende CFC-maatregel en maatregelen tegen hybride mismatches

Ex-post evaluatie

2024

1

Evaluatie afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk WBSO

Ex-post evaluatie

2024

1

Evaluatie verlaagde vpb tarief

Ex-post evaluatie

2024

1

Evaluatie Wet fiscale arbitrage

Ex-post evaluatie

2024

1

Monitor opbrengst minimumkapitaalregel banken en verzekeraars

Monitoring

2026

1

Evaluatie Wet excessief lenen

Ex-post evaluatie

2026

1

Evaluatie temporele beperking verrekening voorheffingen met de vennootschapsbelasting (Sofina)

Ex-post evaluatie

2027

1

Stabiele, integere en betrouwbare financiële markten

Periodieke rapportage

2024

2

Evaluatie garantieregeling WAKO (kernongevallen)

Ex-post evaluatie

2022

2

Beleidscyclus beleid tegen witwassen en terrorismefinanciering (doorlopend)

Ex-post evaluatie

doorlopend

2

Evaluatie afwikkelingsproces rentederivaten

Ex-post evaluatie

2022

2

Evaluatie van de Wet beloningsbeleid financiële ondernemingen

Ex-post evaluatie

2023

2

Evaluatie implementatiewet vijfde anti-witwasrichtlijn (AMLD5)

Ex-post evaluatie

2022

2

Evaluatie Wet transparantie toezicht financiële markten

Ex-post evaluatie

2023

2

Onderzoek naar de wijze van examenafname inzake de Wft Vakbekwaamheid

Ex-post evaluatie

2022

2

Evaluatie Wet toezicht trustkantoren

Ex-post evaluatie

2024

2

Evaluatie FEC

Ex-post evaluatie

2023

2

Evaluatie UBO register

Ex-post evaluatie

2023

2

Onderzoek ontwikkelingen in de markt voor uitvoering premieregelingen

Ex-post evaluatie

2022

2

Een financieel gezond en welvarend Europa en evenwichtige internationale financieel-economische ontwikkeling

Periodieke rapportage

2025

4

Evaluatie crisismaatregelen COVID-19 pandemie IFI’s en Europese instellingen

Ex-post evaluatie

2025

4

Een stimulans voor de Nederlandse export

Periodieke rapportage

2022

5

Beleidsevaluatie EKV

Ex-post evaluatie

2023

5

Evaluatie crisismaatregelen herverzekering leverancierskredieten

Ex-post evaluatie

2023

5

    

Hoofddoel 3: Vergroening en verduurzaming van de economie

Klimaat

Monitoring stimulering elektrische auto’s ‘hand aan de kraan’

Monitoring

Jaarlijks

1

Onderzoeken betalen naar gebruik

Ex-ante evaluatie

Doorlopend deze kabinetsperiode

1

Onderzoek gedragseffecten WLTP-implementatie

Ex-post evaluatie

2022

1

Onderzoeken normenkader in de BPM en actualisatie forfaits

Ex-post evaluatie

2022

1

Tussenevaluatie klimaatakkoord mobiliteit

Ex-post evaluatie

2022

1

Evaluatie bijzondere regelingen MRB en BPM

Ex-post evaluatie

2022

1

Impactanalyse vliegbelasting

Ex-ante evaluatie

2022

1

Onderzoek naar CBAM voor chemiesector

Ex-ante evaluatie

2022

1

Onderzoek tarieven CO2-minimumprijs sectoren elektriciteit en industrie

Ex-ante evaluatie

2022

1

Onderzoek gebruik reiskostenvergoeding en thuiswerkvergoeding

Ex-post evaluatie

2022

1

Impactanalyse klimaatregelen Belastingplan 2023

Ex-ante evaluatie

2022

1

Onderzoek elasticiteiten energiebelasting

Ex-ante evaluatie

2023

1

Uitwerking alternatieve vormgeving BPM op bestelauto's

Ex-ante evaluatie

2022

1

Evaluatie afvalstoffenbelasting

Ex-post evaluatie

2023

1

Quickscan Fiscale facilieiten Natuurschoonwet

Ex-post evaluatie

2023

1

Evaluatie onbelaste reiskostenvergoeding

Ex-post evaluatie

2023

1

Nader onderzoek afschaffen vrijstelling energiebelastingen

Ex-ante evaluatie

2023

1

Evaluatie energie-investeringsaftrek (EIA)

Ex-post evaluatie

2023

1

Evaluatie milieu-investeringsaftrek (MIA) en willekeurige afschrijving milieu-investeringen (VAMIL)

Ex-post evaluatie

2023

1

Evaluatie reisaftrek OV

Ex-post evaluatie

2023

1

Eindevaluatie klimaatakkoord mobiliteit

Ex-post evaluatie

2024

1

Evaluatie CO2-heffing industrie

Ex-post evaluatie

2024

1

Evaluatie vliegbelasting

Ex-post evaluatie

2025

1

Evaluatie CO2-minimumprijs elektriciteitsopwekking

Ex-post evaluatie

2025

1

1

De Studiegroep Begrotingsruimte (SBR) is breder dan het Ministerie van Financiën en opereert onafhankelijk. Evengoed synthetiseert de SBR grote delen van het beleid van het ministerie van Financiën vanuit een strategische blik. Daardoor past de SBR in deze lijst.

Tabel 105 Planning Strategische Evaluatie Agenda 2: (Fiscaal) beleid en de uitvoering

Thema / onderzoek

Type onderzoek

Afronding

Begrotingsartikel

Hoofddoel 4: Fiscaal beleid en uitvoering Belastingdienst

Vermogen

Evaluatie Vpb vrijgestelde en fiscale beleggingsinstelling

Ex-post evaluatie

2022

1

Verkenning naar vrijstellingen overdrachtsbelasting

Ex-post evaluatie

2022

1

Toekomst schenk- en erfbelasting

Ex-post evaluatie

2022

1

Onderzoek actualisatie forfaits op basis van rekenrente en levensverwachting

Ex-post evaluatie

2022

1

Evaluatie gebruikelijk loonregeling

Ex-post evaluatie

2023

1

IBO vermogensverdeling

Ex-ante evaluatie

2022

1

Onderzoek actualisatie leegwaarderatio verhuurde woningen

Ex-post evaluatie

2022

1

Onderzoek kostenforfait box 3

Ex-ante evaluatie

2022

1

Effect CA-maatregelen voor vastgoed investeerders

Ex-ante evaluatie

2022

1

Onderzoek naar een huurregister

Ex-ante evaluatie

2023

1

Onderzoek naar de mogelijkheden om het vermogen in stichtingen in kaart te brengen

Ex-post evaluatie

2023

1

Nader onderzoek vermogensstatistieken en aanmerkelijk belang

Ex-ante evaluatie

2023

1

Evaluatie vrijstellingen box 3

Ex-post evaluatie

2025

1

Wonen, gezondheid, en consumptie

   

Evaluatie aftrek specifieke zorgkosten

Ex-post evaluatie

2022

1

Onderzoek (grens)effecten verhoging tabaksaccijns

Ex-post evaluatie

2022

1

Onderzoek grenseffecten tanken

Ex-post evaluatie

2022

1

Empty package survey tabaksaccijns

Ex-post evaluatie

2022

1

Onderzoek invoering kleine ondernemersregeling btw

Ex-durante evaluatie

2022

1

Onderzoek stapeling maatregelen beleggers woningmarkt

Ex-durante evaluatie

2022

1

Monitoring btw op energie

Monitoring

2022

1

Evaluatie Brede Weersverzekering

Ex-post evaluatie

2023

1

Evaluatie verlaagd btw-tarief alle goederen/diensten (incl. elektronische boeken)

Ex-post evaluatie

2023

1

Onderzoek de mogelijkheden voor een lager btw-tarief op groente en fruit

Ex-ante evaluatie

2023

1

Onderzoek naar de mogelijkheden voor een suikerbelasting

Ex-ante evaluatie

2023

1

Evaluatie Wet WOZ

Ex-post evaluatie

2023

1

Empty package survey tabaksaccijns

Ex-post evaluatie

2024

1

Evaluatie vrijstellingen btw

Ex-post evaluatie

2024

1

Evaluatie fiscale regelingen eigen woning

Ex-post evaluatie

2024

1

Evaluatie btw-nultarief zonnepanelen

Ex-durante evaluatie

2024

1

Evaluatie differentiatie OVB starters

Ex-post evaluatie

2025

1

Empty package survey tabaksaccijns

Ex-post evaluatie

2025

1

Evaluatie vrijstellingen OVB

Ex-post evaluatie

2025

1

Evaluatie kleine ondernemersregeling btw

Ex-post evaluatie

2026

1

Empty package survey tabaksaccijns

Ex-post evaluatie

2026

1

Evaluatie verbruiksbelastng van alcholvrije dranken

Ex-post evaluatie

2026

1

Arbeid en inkomen

   

Evaluatie AWIR, uitvoering en dienstverlening toeslagen

Ex-post evaluatie

2022

1

Evaluatie uitvoering toezichtplan arbeidsrelaties

Ex-post evaluatie

2022

1

Verkenning eenvoud in het belastingstelsel vanuit perspectief burger

Ex-post evaluatie

2022

1

Evaluatie werkkostenregeling

Ex-post evaluatie

2023

1

Onderzoek niet-gebruik toeslagen

Ex-post evaluatie

2023

1

Evaluatie heffingskortingen/tariefsstructuur box 1

Ex-post evaluatie

2023

1

Evaluatie giftenaftrek en faciliteiten ANBI's

Ex-post evaluatie

2023

1

Monitoring aandelenopties startups

Monitoring

2024

1

Evaluatie vrijstelling uitkering wegens 25- of 40-jarig dienstverband

Ex-post evaluatie

2025

1

Effectief toezicht en fraudebestrijding

Periodieke rapportage1

2029

1

Evaluatie toezicht Belastingdienst

Ex-post evaluatie

2024

1

Evaluatie internationale uitwisseling van fiscale informatie grote ondernemingen

Nnb

20252

1

Passende dienstverlening

Periodieke rapportage1

2029

1

Evaluatie verbeteringen dienstverlening

Ex-post evaluatie

20253

1

Adequate massale processen

Periodieke rapportage1

2029

1

Evaluatie inningsproces

Ex-durante evaluatie

2023

1

Algemeen belastingstelsel

Monitoring crisismaatregelen corona

Monitoring

2022

1

Nader onderzoek fiscale regelingen

Ex-post evaluatie

2022

1

Internationale vergelijking uitstel van betaling i.v.m. coronacrisis

Ex-post evaluatie

2022

1

Eindevaluatie programma Managementinformatie en Risicomanagement (MI/RM)

Ex-post evaluatie

2023

1

Evaluatie fiscale crisismaatregelen corona

Ex-post evaluatie

2023

1

Onderzoek fiscaal crisis- en stimuleringsbeleid

Ex-ante evaluatie

2023

1

Onderzoek naar belastingadviseurs

Ex-post evaluatie

2023

1

Vereenvoudiging belastingstelsel

Ex-ante evaluatie

2023

1

Onderzoek naar de percepties en transparantie van het belastingstelsel

Ex-post evaluatie

2023

1

Onderzoek belastingrente

Ex-post evaluatie

2023

1

Evaluatie landbouwvrijstelling

Ex-post evaluatie

2023

1

Evaluatie KOA (kansspelen op afstand)

Ex-post evaluatie

2024

1

Monitoring van de openbaarmaking fiscale vergrijpboetes

Monitoring

2024

1

Evaluatie artikelen 3:4 en 3:5 van de Algemene douanewet

Ex-post evaluatie

2026

1

 

Hoofddoel 5: Beleid en uitvoering Toeslagen

Recht doen aan het verleden

Periodieke rapportage

2027

13

Evaluatie hersteloperatie toeslagen

Ex-post evaluatie

2025

13

Presteren in het heden

Periodieke rapportage

2027

13

Onderzoek niet-gebruik toeslagen

Ex-durante evaluatie

2022-2023

13

Evaluatie AWIR, uitvoering en dienstverlening toeslagen

Ex-post evaluatie

2022

13

Anticiperen op de toekomst

Periodieke rapportage

2029

13

Stand van de uitvoering

Monitoring

2022

13

    

Hoofddoel 6: Beleid en uitvoering Douane

Effectgericht sturen

Periodieke rapportage

2025

9

1

De periodieke rapportage betreft de verschillende beleidsinstrumenten (toezicht en opsporing, dienstverlening en massale processen) om ze ook in samenhang te kunnen evalueren, het gaat om één rapportage.

2

De oplevering van deze evaluatie stond eerder gepland voor 2024 en is één jaar naar achteren geschoven (van 2024 naar 2025). Door deze verschuiving kunnen meer instrumenten van uitwisseling van informatie in de evaluatie worden meegenomen.

3

De oplevering van deze evaluatie stond eerder gepland voor 2024 en is één jaar naar achteren geschoven. De reden daarvoor is dat bij deze evaluatie zo ruimte ontstaat om een meer compleet beeld te geven van de Fundamentele Transformatie van de Dienstverlening die in 2025 wordt afgerond.

Toelichting per thema

Effectief en efficiënt begrotingsbeleid en begrotingsbeheer

Bij DG Rijksbegroting draait het om een degelijk begrotings- en verantwoordingsproces, en om goed toezicht op de doelmatigheid en beheersbaarheid van de overheidsuitgaven. In een voortdurend veranderende wereld is het van belang om regelmatig de doeltreffendheid en doelmatigheid van het beleid achter de rijksbegroting te onderzoeken.

Komende jaren staan er twee syntheseonderzoeken gepland. Rondom de evaluatie van de Comptabiliteitswet 2016 (CW) hebben diverse onderzoekstrajecten gelopen op onderdelen van het systeem waarop de CW ziet. Dat zijn bijvoorbeeld zaken rond het begrotingsproces, het verslaggevingsstelsel, het betrekken van de brede welvaart in de begrotingscyclus en artikel 3.1 van de CW. In 2023 volgt hierover een synthese, toegezegd als hoofdlijnenbrief60. In deze brief komen de diverse ontwikkelingen en de daaruit volgende acties samen.

Het begrotingsbeleid in brede zin komt in principe eens in de vier jaar aan de orde in de Studiegroep Begrotingsruimte (SBR), zie ook de website rijksfinancien.nl61 voor een overzicht van eerdere rapporten. De Studiegroep, met onafhankelijke experts vanuit verschillende departementen en kennisinstituten, komt samen in aanloop naar een nieuwe kabinetsperiode, met adviezen over de begrotingssystematiek en -doelstellingen. Komende SBR zal ook de evaluatie van de Wet Houdbare OverheidsFinanciën bevatten.

Optimaal financieel resultaat bij het beheren van de deelnemingen en investeringen van de Staat

In 2022 is de nieuwe Nota Deelnemingenbeleid Rijksoverheid 2022 (hierna: de Nota) met de Kamer gedeeld. De Nota beschrijft in welke gevallen staatsaandeelhouderschap wordt overwogen en hoe de Staat dit invult. De essentie van het deelnemingenbeleid is ongewijzigd: de Staat blijft terughoudend met het aangaan van deelnemingen en het aangaan blijft maatwerk. Het publieke belang staat meer dan voorheen centraal. Verder bevat de Nota een aantal aanscherpingen, bijvoorbeeld op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen, de strategie en brede diversiteit. Om de centrale rol van de publieke belangen in het deelnemingenbeleid nog meer te benadrukken is de algemene doelstelling van Financieringen veranderd in ‘het borgen van publieke belangen via het aandeelhouderschap op een zo efficiënt mogelijke wijze’. Periodiek worden de deelnemingen geëvalueerd en wordt bezien of een deelneming nog steeds het juiste instrument is om een bijdrage te leveren aan de borging van de betreffende publieke belangen. Daarnaast richten deze evaluaties zich op de beoordeling van de mate waarin het deelnemen in de betreffende onderneming effectief bijdraagt aan de borging van de publieke belangen en of het beheer de gewenste toegevoegde waarde had. Voor het deelnemingenbeleid als geheel geldt dat het uitgangspunt ook is om eens in de zeven jaar te evalueren. De evaluaties van de separate deelnemingen zullen hiervoor als basis dienen. Actuele ontwikkelingen kunnen aanleiding zijn om het beleid eerder of later te evalueren.

Schuldfinanciering tegen zo laag mogelijke kosten onder acceptabel risico en optimaal kasbeheer van het Rijk en van gelieerde instellingen

Sommige onderwerpen worden periodiek geëvalueerd. De beleidsartikelen uit de Rijksbegroting worden conform de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek ten minste eens in de zeven jaar geëvalueerd. Voor het Agentschap betekent dit dat in 2024 artikel 12 Schatkistbankieren en in 202562 artikel 11 Financiering staatsschuld worden geëvalueerd. In 2019 was de laatste keer dat de beleidsdoorlichting van zowel artikel 11 als artikel 12 heeft plaatsgevonden. Daarnaast heeft er in 2021 een tussentijdse evaluatie van het renterisicokader plaatsgevonden. Deze tussentijdse evaluatie van het renterisicokader vindt eens per twee jaren plaats en kan input zijn voor de periodieke rapportage op artikel 11 die in 2025 plaatsvindt.

Ondernemen en tegengaan belastingontwijking

Er bestaat een spanningsveld tussen de bevordering van internationaal ondernemen en de open Nederlandse economie enerzijds en het internationale karakter van belastingontwijking anderzijds. Nederland heeft een open en exportgerichte economie wat een belangrijk uitgangspunt vormt voor ons belastingstelsel. De ruimte voor nationaal beleid neemt daarbij steeds verder af. De Europese Unie is één markt en belastingstelsels in Europa zijn zoveel mogelijk op elkaar afgestemd. Dit is nog niet voldoende om belastingontwijking, belastingconcurrentie en het verschuiven van activiteiten tussen landen aan te kunnen pakken. Nader onderzoek kan het inzicht in welke bedrijven wel of juist geen vennootschapsbelasting betalen vergroten en meer licht werpen op de effectiviteit van de huidige aanpak van belastingontwijking. Dat laatste staat centraal in deze subcategorie: meer inzicht in de doeltreffendheid en doelmatigheid van de aanpak van belastingontwijking. Tegelijkertijd zal ook bezien worden of nader onderzoek nodig is als het gaat om de aantrekkelijke elementen van ons belastingstelsel om internationaal te ondernemen.

Stabiele, integere en betrouwbare financiële markten

De minister van Financiën bevordert het goede functioneren van het financiële stelsel en heeft een regisserende rol. Zij is (mede) verantwoordelijk voor de goede werking van het betalingsverkeer, voor goed functionerende en integere financiële markten en voor de Nederlandse wetten en regels ten aanzien van de financiële markten en de institutionele structuur van het toezicht. Verder draagt de minister samen met de minister van Justitie en Veiligheid verantwoordelijkheid voor wet- en regelgeving om het gebruik van het financieel stelsel voor het witwassen van geld en het financieren van terrorisme te voorkomen. Ook is de minister verantwoordelijk voor de regelgeving van bepaalde bijzondere financiële beroepsgroepen, zoals accountants.

De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) voeren het daadwerkelijke toezicht op de financiële markten uit. Dat wil zeggen dat de minister verantwoordelijk is voor het functioneren van het toezichtsysteem als geheel en verantwoordelijk is voor de uitvoering van het toezicht door DNB en de AFM. Daarnaast worden steeds meer toezichttaken op Europees niveau belegd. Zo voert de Europese Centrale Bank (ECB) ook in belangrijke mate het toezicht op grote en grensoverschrijdende Europese banken uit. De randvoorwaarden die de minister stelt voor een integer en stabiel systeem hebben hun basis in de Wet op het financieel toezicht (Wft) en de Wet ter voorkoming van witwassen en het financieren van terrorisme (Wwft), maar hebben veelal een Europese herkomst. Deze regelgeving en dit toezicht dragen eraan bij dat consumenten en bedrijven met voldoende informatie en vertrouwen financiële producten kunnen afnemen. Tot slot bevordert de minister het verantwoord financieel gedrag door de burger en zet de staatssecretaris zich in voor de ongestoorde voorziening van voldoende munten in circulatie.

Ingevolge de Regeling periodiek evaluatieonderzoek 2022 wordt door de directie Financiële Markten een periodieke rapportage (voorheen beleidsdoorlichting genoemd) verricht met betrekking tot artikel 2 van Begrotingshoofdstuk IX Financiën en Nationale Schuld. Dit onderzoek wordt in 2024 uitgevoerd.

De beleidscyclus met betrekking tot het beleid tegen witwassen en terrorismefinanciering is een doorlopende evaluatie van het anti-witwas en –terrorismefinancieringsbeleid. Daaronder vallen onder meer de National Risk Assessments (elke twee jaar door het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC)) en andere onderzoeken naar specifieke risico’s, evenals beleidsmonitoren en internationale evaluaties. Een voorbeeld hiervan is FATF evaluatie in 2022, waarin de activiteiten en het beleid in kaart worden gebracht en de resultaten worden beschreven. De FATF voert door middel van peer reviews landenevaluaties uit. De vierde evaluatieronde beoordeelt of nationale regimes tegen witwassen en financieren van terrorisme niet alleen technisch voldoen aan de FATF-aanbevelingen, maar ook effectief zijn.

Daarnaast staan er verschillende ex-post evaluaties gepland. De evaluaties helpen bij het beoordelen van de doeltreffendheid en de doelmatigheid van beleid. Een voorbeeld hiervan is het onderzoek naar de Wet transparantie toezicht financiële markten.

Een financieel gezond en welvarend Europa en evenwichtige internationale financieel- economische ontwikkeling

De doelstelling van begrotingsartikel 4 beschrijft dat Nederland door middel van de participatie in Europese en Internationale Financiële instellingen (IFI) een financieel gezond en welvarend Europa en een evenwichtige internationale financieel-economische ontwikkeling probeert te bewerkstelligen. Als reactie op de coronapandemie hebben de IFI’s en Europese instellingen verschillende crisismaatregelen getroffen. Omdat deze maatregelen die in EU of multilateraal verband zijn overeengekomen rechtstreekse gevolgen hebben voor de Nederlandse begroting is het van belang dat de overeengekomen maatregelen doeltreffend zijn geweest. De SEA richt zich daarom op de crisismaatregelen die genomen zijn door de IFI’s en op Europees niveau in reactie op de coronapandemie en heeft als doel om inzicht te krijgen in de doeltreffendheid van deze maatregelen. Het idee hierachter is dat een dergelijke strategische aanpak toegevoegde waarde heeft ten opzichte van een traditionele beleidsdoorlichting van het gehele begrotingsartikel. Het gaat op niveau van de IFI’s om de crisismaatregelen genomen door de AIIB, EBRD, EIB, IMF en Wereld Bank en op Europees niveau om SURE en om de specifieke Covid-19 kredietlijn die onder het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) is gecreëerd via het ESM Precautionary Conditioned Credit Line (ESM PCCL).

Het onderzoek heeft het karakter van een syntheseonderzoek en zal aan de hand van beschikbare evaluaties en onderzoeken naar de genomen crisismaatregelen van de IFI’s en Europese instellingen worden uitgevoerd. Zie voor een toelichting op de evaluatie ook de Kamerbrief63 'Plan van aanpak strategische evaluatie van het beleid op begrotingsartikel 4.’ Er is gekozen voor een looptijd van 5 jaar. De doeltreffendheid van de maatregelen zal in de periode na het aflopen van de maatregelen moeten blijken. De eerste evaluaties van de maatregelen worden verwacht in 2023/2024. De toetsing aan het kader zal daarom zoals nu gepland plaatsvinden in 2025. Sommige maatregelen zullen dan nog lopen en kunnen hooguit ten dele worden geëvalueerd.

Een stimulans voor de Nederlandse export

In 2022 wordt het beleid van BFB/EKI over 2016-2021 geëvalueerd. Specifiek wordt onderzocht in hoeverre de exportkredietverzekering op een doelmatige en doeltreffende wijze mogelijkheden biedt voor het bevorderen van Nederlandse export door middel van verzekering van export gerelateerde betalingsrisico’s. Binnen deze hoofddoelstelling heeft het kabinet verschillende beleidsmatige aandachtspunten vastgesteld. Dit zijn subdoelstellingen die de bevordering van export expliciet ondersteunen, maar het zijn ook aanvullende nevendoelstellingen / randvoorwaarden die mogelijk kunnen conflicteren met deze hoofddoelstelling. Deze beleidsmatige aandachtspunten zijn daarom in de beleidsdoorlichting (ook wel de periodieke rapportage) opgesplitst in 16 deelvragen. De antwoorden op deze deelvragen samen zullen tezamen het antwoord vormen op de hoofdvraag. De gekozen onderzoeksperiode 2016-2021 is in lijn met de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek (RPE). De onderzoeksperiode volgt logisch op de periode van de vorige beleidsdoorlichting welke het beleid van BFB/EKI evalueerde over 2008-2015. De beleidsdoorlichting gaat in op alle verplichte onderdelen van de RPE. De beleidsdoorlichting BFB/EKI vormt dan ook een belangrijke stap om de meerjarige strategische evaluatieagenda (SEA) te verbeteren. De beleidsdoorlichting kan aangeven waar meer onderzoek nodig is over de werking van instrumenten, zodat dit meegenomen kan worden.

Klimaat

De schade aan klimaat en milieu door vervuiling en opwarmen van de aarde worden op dit moment onvoldoende beprijsd. Consumenten en bedrijven houden daardoor te weinig rekening met de maatschappelijke kosten van uitstoot van CO2, stikstof en fijnstof. Dit geldt tevens voor de maatschappelijke kosten rond mobiliteit zoals filevorming. Belastingen kunnen zorgen voor andere keuzes en bijdragen aan het ‘de vervuiler betaalt’-principe. Ook groeit de aandacht voor een internationale aanpak van klimaatproblemen en het belasten van milieuvervuilende activiteiten van bedrijven. De komende jaren zullen verschillende onderdelen van het klimaatakkoord worden geëvalueerd. Bezien wordt of gestelde doelen op een doeltreffende en doelmatige wijze zijn bereikt. Daarnaast wordt op deelterreinen verdiepend onderzoek gedaan naar effectieve vergroening van het belastingstelsel, mede in relatie tot maatregelen uit het coalitieakkoord zoals de vliegbelasting, MRB+ en de aanpassingen binnen de energiebelasting.

Vermogen

De wijze waarop Nederland vermogen en vermogensinkomsten belast is zeer divers en pakt daarmee niet neutraal uit. Verschillend belasten van verschillende (inkomen uit) vermogens en vermogensoverdrachten draagt bij aan belastingontwijking en een ongelijkere vermogensverdeling. Het gaat hier om alle vormen van vermogen zoals spaar- en beleggingstegoeden, de eigen woning, overig vastgoed, het aanmerkelijk belang en ander (ondernemings)vermogen en pensioenen. Tevens gaat het over het belasten van vermogensoverdrachten en dus om de schenk- en erfbelasting. De data over vermogen wordt steeds beter. Nader onderzoek, zoals het IBO vermogensverdeling, zorgt voor gedetailleerder inzicht in vermogens en vermogensvorming, hoe de fiscaliteit daarin een rol speelt en welke verbeteringen mogelijk zijn. Op het terrein van de erf- en schenkbelasting en vermogensstatistieken zal verdiepend onderzoek plaatsvinden.

Wonen, gezondheid en consumptie 

De woningmarkt wordt op allerlei manieren beïnvloed door het belastingstelsel. Hypotheekrente is aftrekbaar voor de eigen woning, de overdrachtsbelasting is van belang als je een woning koopt, en dan maakt het uit of je starter bent of niet. Op dit terrein vinden verschillende evaluaties en onderzoeken plaats. Ongezond gedrag (roken, drinken, snoepen, eten van vlees) komt op dit moment onvoldoende in prijzen terug. Daardoor houden consumenten en bedrijven te weinig rekening met de maatschappelijke kosten hiervan (bijvoorbeeld hoge zorgkosten en vroegtijdige sterfte). Er zal op dit terrein bijvoorbeeld onderzoek gedaan worden naar een verlaagd btw-tarief voor groente en fruit en een suikerbelasting. Daarnaast zal onder andere gekeken worden naar de effecten van grenstanken, mede naar aanleiding van de verlaging van de brandstofaccijnzen in Nederland en andere landen. De btw wordt tegen het licht gehouden met evaluaties van het verlaagde tarief en de vrijstellingen.

Arbeid en inkomen

De belasting op arbeid is met 52%64 met afstand de belangrijkste inkomstenbron van de overheid. Tegelijkertijd zorgt de belasting op arbeid ervoor dat minder mensen werken of mensen korter werken. Daarnaast is juist de complexiteit van het belastingstelsel een belangrijk aandachtspunt in dit domein. Burgers en ondernemers zijn niet altijd volledig rationeel of wilskrachtig. Dat kan er bijvoorbeeld toe leiden dat ze niet of verkeerd gebruikmaken van bepaalde aftrekposten. Er zal onder andere onderzoek gedaan worden naar de eenvoud en doenlijkheid van het stelsel. Ook de evaluaties van de AWIR en de uitvoering van het toezichtplan arbeidsrelaties vallen in deze categorie.

Effectief toezicht en fraudebestrijding

Evaluatie toezicht Belastingdienst (2024)

Toezicht is één van de beleidsinstrumenten die de Belastingdienst inzet om de naleving van fiscale wet- en regelgeving door burgers en bedrijven (compliance) te borgen en te stimuleren. Toezicht omvat een breed palet aan activiteiten, variërend van geautomatiseerde checks tot boekenonderzoek ter plaatse en van een pro-actieve tot reactieve insteek. De laatste beleidsdoorlichting waarin het toezicht van de Belastingdienst is geëvalueerd betrof de periode 2010-2016. De nieuwe beleidsevaluatie sluit op deze periode aan en richt zich op de doeltreffendheid en doelmatigheid van (de ontwikkelingen in) het (massale) toezicht in het fiscale domein (de traditionele ‘blauwe’ Belastingdienst) in de periode 2017-2023. De oorspronkelijke oplevering die was voorzien in 2022 is opgeschoven naar 2024, zoals eerder ook is aangekondigd in de eerste voortgangsrapportage Jaarplan Belastingdienst 2021. De verlengde periode maakt het mogelijk om de lange termijnbeweging van de Belastingdienst, van toezicht achteraf naar betere borging van de kwaliteit van de aangifte vooraf, te kunnen volgen. Ook kunnen de nieuwe indicatoren in de Rijksbegroting die vanaf 2021 in gebruik zijn worden gevolgd en de resultaten van lopende activiteiten en pilots kunnen in de evaluatie worden meegenomen.

Evaluatie Internationale uitwisseling van fiscale informatie Grote Ondernemingen (2025)

De Belastingdienst laat een evaluatie uitvoeren naar de internationale uitwisseling van fiscale informatie met betrekking tot grote ondernemingen. De evaluatie zal worden opgezet en uitgevoerd in de periode 2023-2025, de oplevering van de rapportage is voorzien in 2025. Dat is één jaar later dan voorzien, maar zo kunnen meer instrumenten van uitwisseling van informatie worden meegenomen. Grote ondernemingen kennen vaak een internationaal speelveld. Dit internationale speelveld leidt voor zowel ondernemingen als belastingdiensten tot onzekerheid. Vaak is niet alle relevante informatie voorhanden en/of is de aan een bepaald land toegerekende winst die in de aangifte is opgenomen, inzet van een internationale discussie tussen de onderneming en belastingautoriteiten en tussen belastingautoriteiten onderling. Er is steeds meer samenwerking tussen belastingdiensten op het gebied van toezicht. Deze samenwerking leidt onder meer tot meer uitwisseling van informatie. De evaluatie richt zich op de effecten van de uitwisseling van deze informatie op de compliance en de transparantie van ondernemingen. Dit geldt zowel voor inkomende als uitgaande informatie als voor de manier waarop het werk is georganiseerd.

Passende dienstverlening

Evaluatie verbeteringen dienstverlening (2025)

De Belastingdienst werkt aan het verbeteren van de dienstverlening. Het in 2020 opgeleverde onderzoek naar een fundamentele transformatie van de dienstverlening, heeft bouwstenen opgeleverd voor het verbeteren van de dienstverlening in 2021 en volgende jaren. Momenteel worden de plannen uitgewerkt om de dienstverlening van de Belastingdienst te verbeteren, waarbij de visie en ambitie op dienstverlening uitgangspunt is. De evaluatie richt zich op dit plan, de uitvoering ervan en op de vraag in hoeverre de doorgevoerde veranderingen bijdragen aan doeltreffende en doelmatige dienstverlening. De oorspronkelijke oplevering die was voorzien in 2024 is opgeschoven naar 2025. De belangrijkste reden hiervoor is dat de Fundamentele Transformatie van de Dienstverlening in 2025 afgerond wordt. Het extra jaar biedt de mogelijkheid om een completer beeld te schetsen over hoe deze transformatie is verlopen, wat zijn effecten waren, en wat na afronding van de transformatie nodig is om de dienstverlening blijvend en verder te verbeteren.

Adequate massale processen

Evaluatie Inningsproces (2023)

Het inningsproces is een cruciaal proces binnen de Belastingdienst waarvan de stabiliteit geborgd moet blijven. Om de continuïteit, stabiliteit en uitvoerbaarheid van Inning en Betalingsverkeer te borgen, wordt voortdurend gewerkt aan de verbetering van dit proces. In toenemende mate is hierbij aandacht voor de individuele omstandigheden van burgers en bedrijven. De evaluatie betreft de doeltreffendheid, doelmatigheid en passendheid van het inningsproces. Ex ante wordt in beeld gebracht wat de ideeën voor verbetering zijn en in hoeverre die aansluiten bij knelpunten en oorzaken hiervan. Ex durante wordt gemonitord of de verbeteringen en de daarmee beoogde resultaten worden gerealiseerd. Deze evaluatie was aanvankelijk gepland voor 2022. Aangezien het invorderingsproces in 2020 en 2021 grotendeels stil heeft gelegen en de herstart gecombineerd met de terugbetaling van coronaschulden in 2021 en 2022 veel capaciteit zal vragen, is ervoor gekozen de evaluatie een jaar op te schuiven.

Algemeen belastingstelsel

Deze categorie is, in tegenstelling tot de andere vetgedrukte onderwerpen, geen thema. Hier vallen de onderzoeken op fiscaal terrein onder die verschillende delen van het belastingstelsel raken. Er vindt bijvoorbeeld een breed onderzoek plaats naar fiscale regelingen en de fiscale Coronamaatregelen worden geëvalueerd. Ook wordt onderzoek gedaan naar de meest effectieve maatregelen in tijden van crisis. Tot slot bevat deze categorie onderzoeken en evaluaties die voorzien in een kennisbehoefte of evaluatie van een onderdeel van de uitgebreide belastingwetgeving- en uitvoering die zich niet laten scharen onder de andere thema’s.

Eindevaluatie programma Managementinformatie en Risicomanagement (MI/RM) (2023)

Doel van het programma MI/RM is de Belastingdienst effectiever te laten sturen en verantwoorden. Dat doet het programma door ontwikkeling van heldere managementinformatie en integraal risicomanagement en te ondersteunen bij de implementatie van beide. De producten die het programma ontwikkelt, faciliteren de Belastingdienst op strategisch (concern) en tactisch niveau. Zoals opgenomen in het bestedingsplan MI/RM en in de CW3.1 bijlage bij de tweede voortgangsrapportage 2020 zal bij afronding van het programma eind 2022 een evaluatie worden uitgevoerd. Net als over de reguliere voortgang van het programma in de afgelopen jaren wordt over de eindevaluatie gerapporteerd in de voorgangsrapportage bij het jaarplan. Naar verwachting zal deze eindevaluatie worden opgenomen in de derde voortgangsrapportage over 2022. In de eindevaluatie zal worden geëvalueerd in hoeverre de doelen van het programma MI/RM zijn behaald.

Recht doen aan het verleden

Binnen dit thema staat herstel van vertrouwen centraal. Belangrijke vraag hierbij is welke processen vanuit de hersteloperatie als best practice kunnen worden meegenomen naar de reguliere uitvoering van Toeslagen. Hierbij kan gekeken worden naar hoe Toeslagen als organisatie burgers onderdeel maakt van het proces van beleidsvorming tot uitvoering, hoe Toeslagen knelpunten van burgers eerder kan signaleren en daar ook adequaat op handelen, en hoe Toeslagen nieuwe manieren van dienstverlening richting de burger kan toepassen.

De laatste herstelregelingen worden in 2023 opgestart. We kunnen de effecten van bepaalde keuzes pas zien als er enige tijd overheen is gegaan. De evaluatie hersteloperatie toeslagen wordt daarom afgerond in 2025. De evaluatie is een belangrijk onderdeel van de inzichtbehoefte: het is belangrijk om te onderzoeken dat de hersteloperatie zijn beleidsmatige doelen heeft behaald.

Presteren in het heden

Binnen dit thema gaat het om het verhogen van de doenlijkheid van het stelsel (en daarmee de uitvoerbaarheid voor de burger). Centraal staat hoe we ervoor kunnen zorgen dat Toeslagen oog blijft houden op de uitvoerbaarheid van wetten door burgers.

We kijken gericht naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van maatregelen en interventies en of de burger goed met de veranderingen om kan gaan. Het beoogde doel wordt gedurende het hele proces meegenomen bij de inrichting van een wetsartikel in de uitvoeringspraktijk. Om de doelmatigheid / doeltreffendheid van bepaalde maatregelingen/interventies duurzaam te kunnen toetsen, is het nodig enige tijd te laten passeren; de periodieke rapportage op dit thema vindt plaats in 2027.

Het beoogde doel van een wetsartikel moet goed vertaald kunnen worden naar de praktijk om de doelmatigheid te kunnen inschatten. Door aan de voorkant al rekening te houden met onderbouwde hypotheses over het gedrag van burgers in bepaalde situaties, is het mogelijk om uitvoering in een keer goed in te richten. De inzichten uit de evaluaties binnen dit thema dragen daar aan bij.

Anticiperen op de toekomst

Binnen dit thema staat het toekomstige kinderopvangtoeslagstelsel (en specifiek het maken van onderbouwde keuzes over de invoering van het nieuwe stelsel) centraal. Belangrijke vraag is welke uitvoeringskeuzes we moeten maken om de uitvoerbaarheid van het nieuwe kinderopvangtoeslagstelsel voor burgers zo goed mogelijk te borgen. Daarnaast moet worden afgevraagd welke inrichting het beste aansluit op het bestaande gedrag van burgers, waardoor naleving makkelijker plaatsvindt.

De inzichtbehoefte binnen het thema ligt in de vraag hoe we de kennis en inzichten uit het huidige stelsel kunnen gebruiken en inzetten om het toekomstige kinderopvangtoeslagstelsel uitvoeringstechnisch gezien zo vorm te geven dat burgers dit automatisch naleven. Er worden nu verschillende variabelen getoetst in het kader van uitvoerbaarheid, daarnaast loopt een onderzoek naar de beoogde uitvoerder voor de periodieke rapportage op dit thema. De periodieke rapportage zal alleen door Toeslagen worden uitgevoerd als bepaald wordt dat zij de uitvoerder zal zijn.

Effectgericht sturen 

Vanaf 2019 hebben de opdrachtgevende beleidsdepartementen en de Douane de beweging ingezet om de bestaande kwantitatieve sturing (op aantallen controles per douanetaak) aan te vullen met sturing op de door de opdrachtgever(s) beoogde outcome (doeltreffendheid) van de douane-inzet. Deze ontwikkeling is in lijn met de conclusies en adviezen van de Beleidsdoorlichting Douane 2012-2018, die in 2020 door het Kabinet aan de Tweede Kamer is aangeboden. 

De Douane gaat, in afstemming met haar opdrachtgevers, in 2022 een extern onderzoek uitzetten met als opdracht het concretiseren en operationaliseren van de doeltreffendheid van beleid in relatie tot de sturingsdriehoek van Eigenaar, Opdrachtgevers en Douane. Doel is om meer kennis te verzamelen op het gebied van effectgerichte sturing om daarmee de doorontwikkeling ervan te bespoedigen. De voortgang van de sturing op outcome zal in 2024-2025 worden gemonitord (ex-durante) door een extern bureau, vervolgens worden geanalyseerd en aan de Kamer worden gerapporteerd.

Licence