Base description which applies to whole site

2.1 Beleidsprioriteiten

Geopolitiek: terug van nooit weggeweest

Een kantelmoment in de Europese geschiedenis.

Op 24 februari 2022 viel Rusland Oekraïne binnen. Het was het begin van een grootschalig conventioneel conflict waarin een militaire grootmacht met bruut geweld probeert een ander land in Europa zijn wil op te leggen. Deze oorlog markeert een geopolitieke aardverschuiving die nog lang na zal dreunen en een wissel zal trekken op het Nederlandse buitenlandbeleid, zowel in 2023 als daarna. Deze oorlog is niet alleen bijzonder bedreigend voor de inwoners van Oekraïne, waarvan op het moment van schrijven al meer dan veertien miljoen hun huis en haard hebben moeten verlaten, maar ook voor de mondiale veiligheidsorde en het multilateraal systeem. De oorlog vindt plaats tegen de achtergrond van grotere tektonische verschuivingen die al langer gaande waren en waartoe de Westerse wereld zich zal moeten verhouden. Dat hangt met name samen met de economische en inmiddels ook politieke en militaire opkomst van China. Rusland en China stellen het huidige systeem op de proef.

De oorlog in Oekraïne vergroot de toch al grote instabiliteit in de ring rondom Europa. De ontwikkelingen in Oekraïne kunnen zich in spanningen op de Westelijke Balkan vertalen. In delen van Noord-Afrika en het Midden-Oosten is de situatie fragiel en dreigen voedseltekorten. Klimaatverandering draagt verder bij aan instabiliteit en migratie, met name in Sub-Sahara Afrika waar negen van de tien meest kwetsbare landen voor klimaatverandering liggen. In de Hoorn en de Sahel dreigt de situatie zich verder te destabiliseren. China en Rusland maken gebruik van die instabiliteit door hun invloed in die landen verder uit te breiden. Ondanks diverse beloften, perken in Afghanistan de Taliban de mensenrechten, met name van vrouwen en meisjes, steeds verder in en zijn duurzame oplossingen voor de conflicten in Libië, Syrië en Jemen nog niet in beeld. Tegelijkertijd voelt de internationale gemeenschap nog de naweeën van een pandemie die fundamentele economische schade toebracht en mondiale spanningen vergrootte, tegen de achtergrond van een verschuivende machtsbalans waar het Westen zich toe heeft te verhouden. Westerse normen en waarden staan al langer onder druk. Niet alleen als gevolg van het verschuiven van het demografische en economische zwaartepunt oostwaarts, maar ook als gevolg van botsende ideologieën. Er is een steeds duidelijker wordende krachtmeting tussen democratieën en autocratieën gaande. De wereldordening zoals opgebouwd na de Tweede Wereldoorlog wordt steeds explicieter afgewezen. Het multilaterale systeem komt daardoor steeds meer onder druk, terwijl multilaterale samenwerking in het oog van de mondiale uitdagingen belangrijker is dan ooit.

Deze uitdagingen kunnen alleen het hoofd geboden worden via nauwe samenwerking met partners en bondgenoten, zoals bijvoorbeeld Europese samenwerking. Er rust een steeds grotere verantwoordelijkheid op Europese schouders om bij te dragen aan de veiligheid van onze burgers. Daarom heeft het kabinet zich ten volste ingezet voor daadkrachtige maatregelen van de EU in reactie op de Russische agressie, variërend van de gezamenlijke financiering van wapenleveranties, tot verregaande economische sancties. Deze maatregelen illustreren het potentieel van het Europees handelingsvermogen en sluiten aan bij de ambitie van het kabinet om een voortrekkersrol te spelen binnen de Europese Unie. Trans-Atlantische eenheid en samenwerking is en blijft cruciaal voor de veiligheid op het Europese continent. EU-NAVO samenwerking is essentieel gebleken in deze oorlog, waarin beide organisaties aan dezelfde dreigingen worden blootgesteld. Het kabinet verwelkomt de NAVO-lidmaatschapsaanvragen van Finland en Zweden. Nederland heeft de nationale ratificatieprocedures met spoed doorlopen.

Het is in het belang van Nederland dat de EU zich verder ontwikkelt tot een geopolitieke speler die in de wereld zijn belangen kan behartigen. Zoals ook omschreven in de beleidsbrief van 8 maart jl. ziet het kabinet de EU als primair handelingspodium voor het buitenlandbeleid. Om sterker uit deze crisis te komen zullen de Unie en de lidstaten meer verantwoordelijkheid moeten nemen voor de Europese veiligheid. Nederland levert daar zijn bijdrage aan door de defensie-uitgaven voor 2023 te verhogen tot uiteindelijk de 2 procent NAVO-norm voor 2024 en 2025. Naast investeringen is het ook nodig de synergie tussen de krijgsmachten van de lidstaten te vergroten, alsook werk te maken van samenwerking tussen de EU en de NAVO.

Een geopolitieke rol van betekenis vraagt ook dat de EU haar weerbaarheid over de gehele breedte van de beleidsdossiers versterkt. Op die manier kan invulling worden gegeven aan het streven naar meer open strategische autonomie. Dat doen we door risicovolle strategische afhankelijkheden te verminderen en het groei- en investeringsmodel te versterken, uitgaande van de eigen sterktes van de Unie. Het is nodig de Unie slagvaardiger, economisch sterker, groener en veiliger te maken. Daarbij is een leidende rol van Nederland niet alleen passend, maar ook nodig. Om daadwerkelijk geopolitiek te kunnen opereren is het voor de EU zaak dat zij haar markt- en regelmacht durft in te zetten om, met nieuwe en bestaande instrumenten, een gelijk speelveld in de handel met derde landen af te dwingen. Alleen op die manier kunnen onze bedrijven op een eerlijke manier concurreren. Bescherming van een eerlijk speelveld is nodig omdat andere mondiale spelers er niet voor terugdeinzen het gelijke speelveld te ondermijnen om geopolitieke doelstellingen te realiseren. Binnen deze inzet past ook dat de EU strategischer kijkt naar de geopolitieke implicaties van handels- en investeringsovereenkomsten met derde landen.De uitdagingen zijn geen reden ons te laten verlammen. Nederland is het zesde meest innovatieve land, de derde investeerder, de vierde exportmacht, het zevende donorland en hoort bij de grootste 20 economieën ter wereld. Onze samenleving en bedrijfsleven zijn sterk internationaal georiënteerd. We behoren met onze deelname aan de euro en Schengen tot de kopgroep in de EU. We zijn een actieve NAVO-partner. Europa beschikt nog steeds over een grote normatieve macht en aantrekkingskracht. Er is daarmee genoeg potentieel en doorzettingsvermogen aanwezig om met kracht en overtuiging invulling te geven aan een ambitieuze agenda, in 2023 en daarna.

Europese samenwerkingEen assertieve opstelling van de EU is nodig om mondiale uitdagingen zoals klimaatverandering het hoofd te bieden en om impact te bereiken in landen buiten Europa. Om belangrijke maatschappelijke uitdagingen aan te gaan en weerbaar te zijn tegen de verschuivingen in het internationale speelveld zet het kabinet in op het versterken en eerlijker maken van de interne markt en het versnellen van de groene en digitale transities (de dubbele transitie). De basis om deze uitdagingen het hoofd te bieden is: weerbare lidstaten die zich blijven versterken door middel van het doorvoeren van structurele hervormingen en voldoende investeringen van hoge kwaliteit met houdbare publieke overheidsfinanciën. Nederland staat constructief tegenover de modernisering van het Stabiliteits- en Groeipact (SGP) wanneer deze is gericht op de houdbaarheid van de schulden en gezamenlijke economische groei. Effectieve handhaving is hierbij een vereiste. De interne markt is de grootste afzetmarkt van de wereld. Een sterke interne markt is de basis van de economische groei en concurrentievermogen van de EU. Om een sterk vestigingsklimaat voor internationale bedrijven, start-ups en scale-ups te behouden zet Nederland zich er voor in dat de EU een aantrekkelijke markt blijft voor (innovatieve) technologieën, producten en diensten. Deze opwaartse sociale en economische convergentie is van belang zodat lidstaten buffers opbouwen om ook in tijden van crisis te kunnen blijven investeren in zaken die bijdragen aan de welvaart van de EU, zoals de dubbele transitie of nieuwe uitdagingen op veiligheidsgebied. De economische weerbaarheid van de Unie staat opnieuw voor een grote uitdaging als gevolg van de oorlog in Oekraïne. Het kabinet wil een voortrekkersrol nemen in de EU waarbij we samenwerken met andere lidstaten en internationale partners om bij te dragen aan een slagvaardige, economisch sterke, weerbare en concurrerende Unie.

RechtsstatelijkheidDe Unie is sterk als de fundamenten van goed bestuur en de democratische rechtsstaat stevig zijn verankerd in de lidstaten en de instellingen, en lidstaten gemaakte afspraken nakomen. Dit maakt dat de Unie effectief en efficiënt kan opereren. Door de aanhoudende zorgen over de staat van de rechtsstaat in verschillende EU-lidstaten komen deze fundamenten van de Europese samenwerking onder druk te staan. Het kabinet blijft er in 2023 samen met gelijkgezinde lidstaten op aandringen dat de EU proactief, consequent en daadkrachtig optreedt om de Uniewaarden te beschermen. Daarbij is het van belang dat het EU-rechtsstaatinstrumentarium, waaronder het rechtsstaatsrapport van de Commissie en de MFK-rechtsstaatsverordening, zo volledig en adequaat mogelijk wordt ingezet.

Bilaterale relatiesSamenwerking begint bij onze buurlanden België en Duitsland, die als gevolg van de COVID-19 crisis verder is geïntensiveerd met een verhoogde aandacht voor het wegnemen van grensknelpunten voor burgers en bedrijven. Na de verkiezingen in Nederland, Duitsland en Frankrijk worden de vriendschapsbanden hernieuwd. Nederland zal die waardevolle bondgenoten blijven opzoeken en de samenwerking door middel van kennisuitwisseling en consultaties intensiveren onder andere als voorzitter van de Benelux in 2023. Mede om effectieve en tijdige beleidsbeïnvloeding te bewerkstelligen op Europees en internationaal vlak zal Nederland op onderwerpen van strategisch belang, zoals veiligheid en defensie, zo veel mogelijk aansluiting zoeken bij de Frans-Duitse as. Het versterken van de bilaterale contacten met landen als Spanje en Italië, maar ook bijvoorbeeld Slowakije en Tsjechië, is cruciaal om ook in Europees en breder multilateraal verband zo veel mogelijk op specifieke thema’s waarop we belangen of standpunten delen samen te werken en coalities te versterken.

Het kabinet blijft zich in 2023 inzetten voor een goede bilaterale relatie met buurland VK en voor een positief partnerschap tussen de EU en het VK. Inclusief de volledige implementatie van de afspraken uit het Terugtrekkingsakkoord en Handels- en Samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en het VK, ondanks bestaande knelpunten zoals de implementatie van het Protocol Ierland/Noord-Ierland.

Klimaat, energie en digitaliseringWe zijn het aan huidige en volgende generaties verplicht om een klimaatneutraal, fossielvrij en circulair Nederland over te dragen. Dit is ook de basis van de kabinetsinzet t.a.v. de Europese Green Deal. Het kabinet zet in op spoedige afronding van onderhandelingen met het Europees Parlement over het wetgevende Fit-for-55 pakket, met behoud van ambitie, zodat 2023 in het teken kan staan van start van de implementatie. De oorlog in Oekraïne maakt glashelder dat de EU zo snel mogelijk onafhankelijk moet worden van Russische fossiele brandstoffen én vaart moet maken met ambitieus klimaat- en energiebeleid. Dit vraagt om verdere intensivering om het aandeel hernieuwbare energie en energie-efficiëntie te verbeteren, en tevens om de Europese interne energiemarkt verder te versterken. De voorstellen uit het Fit-for-55 en REPowerEU pakket vormen de basis van deze hervormingen.

De Commissie voert een ambitieuze beleidsagenda om de digitale transitie verder vorm te geven met veel impactvolle wetgevingsvoorstellen, zoals de AI act, Data Act, Digital Market Act en Digital Services Act en de EU Chips Act. Het kabinet wil een voortrekkersrol nemen in de vormgeving van de Europese digitale agenda en zet in op digitaal en technologisch leiderschap van de EU.

SanctiesNederland is voorstander van de versterking van het Europese sanctie-instrumentarium en draagt daaraan bij door de versterking van de sanctiecapaciteit op het Ministerie van Buitenlandse Zaken, zowel voor het ontwikkelen van nieuwe restrictieve maatregelen als voor de implementatie en naleving ervan in Nederland en de EU. Deze extra capaciteit biedt Nederland de mogelijkheid meer invloed uit te oefenen op een effectiever gebruik van het EU sanctie-instrumentarium als belangrijke pijler van het Europese buitenlandbeleid. Ook onderzoekt het kabinet de mogelijkheden om EU-sancties meer extraterritoriaal in te zetten en om secundaire sancties aan te nemen. Tot slot blijft het kabinet zich onverminderd inzetten voor frequenter gebruik van gekwalificeerde meerderheidsbesluitvorming (QMV) binnen het GBVB op onder andere het terrein van sancties.

MigratieOok in 2023 wordt ingezet op voortgang op het migratiepact. Prioriteiten voor het kabinet zijn betere screening en registratie aan de EU-buitengrenzen, het herstellen van het functioneren van het Dublinsysteem, en verbetering van het terugkeerbeleid. Lidstaten in crisissituaties moeten kunnen rekenen op een solidariteitsmechanisme dat een eerlijke verdeling van solidariteit en verantwoordelijkheid tussen lidstaten garandeert, waar herplaatsing onderdeel van is. Daarnaast steunt het kabinet de EU-gecoördineerde aanpak richting (prioritaire) landen van herkomst en transit om migratiesamenwerking te verstevigen. Het kabinet kiest voor een integrale aanpak en zet daarbij ook in op de mogelijkheden van handel, hulp, steun bij opvang, tijdelijke legale en circulaire arbeidsmigratie en het visuminstrument om migratiesamenwerking te verbeteren.

Westelijke BalkanBehoud van stabiliteit en ondersteuning van de hervormingsagenda in het kader van het EU-toetredingsproces staan centraal in het beleid ten aanzien van de Westelijke Balkan. De oorlog in Oekraïne kan tot extra spanningen in de regio leiden. Russische invloed in de regio is met name aanwezig in Servië en in de Bosnische deelstaat Republika Srpska. Het kabinet zal de aansluiting van de kandidaat-lidstaten bij EU-beleid nauwgezet volgen. Het kabinet zet in op grotere betrokkenheid bij Europese initiatieven die gericht zijn op regionale samenwerking en verzoening. Voor wat betreft EU-uitbreiding, blijft Nederland strikt, fair en betrokken. Het kabinet zal de inzet op conditionaliteit verstevigen, zowel t.a.v. het toetredingsproces als EU-bestedingen in de regio. Conditionaliteit kan worden ondersteund met meer Nederlandse expertise in de regio. De eerste Intergouvernementele Conferenties met Albanië en Noord-Macedonië hebben in juli plaatsgevonden. Het kabinet is daar verheugd over en blijft gecommitteerd om beide landen te ondersteunen op hun weg richting de EU.

Oostelijk NabuurschapDe EU heeft hechte en vergaande relaties met de oostelijke buurlanden Oekraïne, Moldavië en Georgië. De associatie- en vrijhandelsakkoorden met deze landen zijn veelomvattend. Als gevolg van de oorlog in Oekraïne acht het kabinet het noodzakelijk dat de samenwerking met deze landen verder wordt versterkt. In eerste instantie ligt de prioriteit bij het blijven bieden van concrete steun aan Oekraïne. Een andere belangrijke prioriteit voor Nederland blijft de implementatie van hervormingen door de partnerlanden op diverse terreinen, zoals rechtsstaat, mensenrechten, corruptiebestrijding en fundamentele vrijheden. In het licht van de toekenning van EU-perspectief aan Oekraïne, Moldavië en Georgië en kandidaat-lidstaat-status aan Oekraïne en Moldavië zal het kabinet erop toezien dat het toetredingsproces gebaseerd blijft op vaststaande criteria en condities waarbij voortgang in het proces gebaseerd is op de individuele merites van de landen1. Het kabinet erkent dat het perspectief op EU-lidmaatschap ook gevolgen heeft voor de absorptiecapaciteit en de toekomst van de Unie zelf (bestuurlijk, financieel, interne markt) waarop nader dient te worden gereflecteerd.

OekraïneOekraïne strijdt voor eigen vrijheid en onze waarden. Nederland blijft Oekraïne steunen met wapens, militaire en humanitaire hulp zolang als dat nodig is. Nederland zet zich daarnaast in voor waarheidsvinding en gerechtigheid, dit is belangrijk voor de toekomst van Oekraïne maar is ook een signaal aan anderen dat straffeloosheid niet bestaat. Ook zal Nederland Oekraïne steunen bij wederopbouw; de EU en internationale financiële instellingen nemen het voortouw. Op basis van een behoefte beoordeling bekijkt Nederland hoe bij te dragen aan de wederopbouw van Oekraïne.

TurkijeHet kabinet ondersteunt de hernieuwde dialoog van de EU met Turkije op migratie, volksgezondheid, klimaat, terrorismebestrijding en regionale vraagstukken. Dit past in de bredere relatie tussen Nederland, de EU en Turkije waarin ruimte is voor samenwerking op terreinen van gemeenschappelijk belang, maar waar ook een dialoog over mensenrechten en de rechtsstaat integraal onderdeel van is. Nederland en de EU zullen de Turkse verkiezingen in 2023 volgen. Nederland waardeert de constructieve en belangrijke rol die NAVO-bondgenoot Turkije tot nu heeft gespeeld t.a.v. de oorlog in Oekraïne.

Zuidelijk NabuurschapHet waarborgen van de veiligheid, welvaart en stabiliteit van de aan de Europese Unie grenzende regio’s is in het directe belang van Nederland. Het komende jaar zal verder vorm gegeven worden aan het hernieuwd partnerschap met het Zuidelijk Nabuurschap, onder meer door versterkte politieke dialoog. Daarbij is het met name van belang om respect voor mensenrechten, rechtsstaat, democratie, goed bestuur en gendergelijkheid te bevorderen. Ook zal samenwerking op het gebied private sector ontwikkeling, veiligheid, klimaat en migratie verder versterkt worden.

Veiligheid: vrede, veiligheid en defensieDe inzet van het kabinet is gebaseerd op de noodzaak en ambitie om onze vrijheid, veiligheid en welvaart actiever te beschermen in een wereld met veranderende machtsverhoudingen en instabiliteit rond Europa. Het kabinet investeert de komende jaren daarom ook in de krijgsmacht. Dat is nodig om bij te kunnen dragen aan de verhoogde waakzaamheid, versterkte verdediging en bondgenootschappelijke afschrikking als gevolg van de huidige Russische agressie. Het kabinet verwelkomt ook de verhoging van defensiebudgetten in andere Europese lidstaten, dit versterkt onze gezamenlijke positie. Meer Europese slagkracht zorgt bovendien voor een gelijkwaardiger samenwerking binnen NAVO en maakt het bondgenootschap toekomstbestendiger.

Investeren in een veilige wereldDeze nieuwe veiligheidsomgeving vergt een EU die in staat is als geopolitieke speler snel en daadkrachtig op ontwikkelingen in de wereld te kunnen reageren. De situatie in Oekraïne maakt duidelijk hoe groot die noodzaak is. Het kabinet investeert daarom ook in een toename van het militaire vermogen van de EU en de versterking van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GVDB). In 2023 staat de implementatie van het in maart 2022 aangenomen EU Strategisch Kompas hoog op de agenda. Daarnaast intensiveert Nederland de samenwerking bij de ontwikkeling en aanschaf van Europese defensiecapaciteiten, harmonisatie van het EU wapenexportbeleid, en op het gebied van verbeterde militaire mobiliteit.

De Russische inval in Oekraïne onderstreept tegelijkertijd eens te meer het elementaire belang van de NAVO en de trans-Atlantische relatie voor onze veiligheid. Europese veiligheid is onlosmakelijk verbonden met onze trans-Atlantische eenheid. De NAVO is en blijft de hoeksteen van onze collectieve verdediging en de basis voor ons integrale veiligheidsbeleid. Nederland blijft zich dan ook inzetten voor een effectief functionerende NAVO die in nauwe samenwerking met partners de veiligheid van het Euro-Atlantisch gebied weet te borgen. Zo verwelkomt het kabinet de NAVO-lidmaatschapsaanvraag van Finland en Zweden. Nederland heeft de nationale ratificatieprocedures met spoed doorlopen.

In juni 2022 is het nieuwe Strategisch Concept aangenomen dat het politieke kader biedt voor het optreden van de NAVO de komende jaren. In 2023 zal ook relatief veel aandacht uitgaan naar het agressieve handelen van Rusland en wat dat betekent voor de toekomstige verhouding tot de NAVO. China vormt op een aantal vlakken een uitdaging voor de NAVO en tegelijkertijd mag dat engagement met China niet in de weg staan. Het kabinet zal zich ook in 2023 onverminderd inzetten voor een sterke EU-NAVO samenwerking op politiek en praktisch vlak. De oorlog in Oekraïne heeft die ontwikkeling versneld: de EU en NAVO bleken in staat tot een eensgezind optreden en vulden elkaar aan. Het is van belang dat ook in 2023 voort te zetten, zowel op praktisch als op politiek vlak.

Non-proliferatie, wapenbeheersing en ontwapeningDe Russische inval in Oekraïne heeft de omstandigheden voor nucleaire ontwapening verder bemoeilijkt. De geldende afspraken binnen het Non-Proliferatieverdrag zijn door de inval bovendien op de proef gesteld. Nederland blijft zich op termijn inzetten voor wapenbeheersing en blijft een voortrekkersrol spelen voor het doel van een kernwapenvrije wereld, met inachtneming van de veranderde context. Ontwapening, maar ook risicobeperking staan daarbij centraal. Het kabinet zet zich binnen bestaande conventies in voor het tegengaan van de verspreiding van massavernietigingswapens, maar doet dit ook via allerlei ad hoc coalities. In 2022 hebben de uitgestelde toetsingsconferenties van het Non-Proliferatieverdrag en het Biologisch Wapenverdrag plaatsgevonden; in 2023 zal de toetsingsconferentie plaats vinden van het Chemisch Wapenverdrag, waarvan Nederland voorzitter is.

Toepassingen van nieuwe technologieën bieden mogelijkheden maar leiden ook tot belangrijke uitdagingen in het veiligheidsdomein. In februari 2023 zal Nederland een internationale conferentie organiseren over de verantwoorde toepassing van kunstmatige intelligente (AI) in het militaire domein. Daarnaast zal het kabinet bijdragen aan het verder ontwikkelen van het internationale ruimteveiligheidsbeleid, zowel in VN als in EU verband. Nederland zal tevens mogelijkheden verkennen om zijn beleid op het gebied van Unmanned Areal Vehicles (UAVs) verder te verdiepen.

Nederland zal zich tot slot, in lijn met aanbevelingen uit recent AIV/CAVV-advies en initiatiefnota Belhaj, in internationaal verband sterk maken voor de verantwoorde ontwikkeling en gebruik van autonome wapensystemen. En zich inzetten voor een expliciet verbod op wapensystemen waar het oordeelsvermogen van de mens onvoldoende aan te pas komt en die daarom niet conform het internationaal recht gebruikt kunnen worden.

Missies en operatiesHet is evident dat in de komende periode veel nadruk zal liggen op bescherming van het nationale en het bondgenootschappelijk grondgebied (hoofdtaak 1) vanwege de situatie aan de Oostflank. Het stimuleren van de veiligheid en stabiliteit in regio’s rondom Europa in het kader van de bescherming en bevordering van de internationale rechtsorde (hoofdtaak 2), naast de Oostflank, in het bijzonder in het Midden-Oosten en in de Sahel, is eveneens in het veiligheidsbelang van Europa en Nederland. Dit is een vorm van vooruitgeschoven verdediging. Het kabinet streeft er zodoende naar om zowel bij te dragen aan de NAVO-inzet in het kader van de bescherming van het bondgenootschappelijk grondgebied, als aan civiele en militaire missies en operaties. Voor civiele en militaire inzet in missies en operaties geldt dat gestreefd wordt naar een geïntegreerde benadering, dat wil zeggen naar samenhang van de inzet met Nederlandse of internationale diplomatieke initiatieven en inspanningen op het gebied van ontwikkelingssamenwerking.

Nederlandse inzet in militaire verbanden, missies en operaties geschiedt in gezamenlijkheid en nauwe afstemming met internationale partners. De bijdrage is daarbij ook in de bredere diplomatieke relaties met onze internationale partners van belang. Naast grotere bijdragen aan taken of missies in delen van de wereld waar Nederlandse (veiligheids-)belangen op het spel staan, zijn ook kleinere (civiele en militaire) bijdragen een wezenlijk instrument van de wereldwijde Nederlandse diplomatieke en veiligheidsinzet. Dergelijke bijdragen aan missies vergroten de Nederlandse strategische informatiepositie en invloed, en geven concrete invulling aan diverse Nederlandse beleidsprioriteiten.

Tegen deze achtergrond kiest het kabinet voor een koers waarin continuering van versterking aan de Oostflank van het NAVO-verdragsgebied zoveel als mogelijk hand in hand gaat met civiele en militaire inzet in missies in regio’s waar onze veiligheidsbelangen op het spel staan.

Een gecoördineerde inzet voor een weerbaar KoninkrijkDe groeiende verwevenheid tussen interne en externe veiligheid, vereist een gecoördineerde inzet. Deze wordt onder andere vormgegeven in de overkoepelende Rijksbrede Veiligheidsstrategie, die eind 2022 wordt afgerond. De basis voor deze strategie ligt in een Rijksbrede risicoanalyse, die alle relevante ‘safety’ en ‘security’ dreigingen in binnen- en buitenland in een totaalbeeld meeneemt. De verbondenheid tussen intern en extern krijgt ook concreet vorm in praktische samenwerking, waaronder op het gebied van grensoverschrijdende criminaliteit en terrorismebestrijding. Nederland streeft bij terrorismebestrijding naar een gebalanceerde aanpak en spreekt zich in internationaal verband expliciet uit voor het waarborgen van mensenrechten in de aanpak van terrorisme en de inclusie van lokale, maatschappelijke organisaties. In 2023 zal Nederland samenwerken met VN-instellingen en maatschappelijk middenveld om structurele betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld als onderdeel van terrorisme interventies door VN-instellingen te bewerkstelligen. Via het netwerk van regionale veiligheidscoördinatoren zet het ministerie van Buitenlandse Zaken zich ook in derde landen in om veiligheidsontwikkelingen te monitoren en lokale overheden en organisaties te ondersteunen in het voorkomen en bestrijden van radicalisering en gewelddadig extremisme.

Conform het regeerakkoord zet Nederland zich in voor een versterkte aanpak van grensoverschrijdende en ondermijnende criminaliteit. Gezien de link tussen interne en externe veiligheid die inherent verbonden is met grensoverschrijdende criminaliteit en om bij te dragen aan deze aanpak, maakt het kabinet extra capaciteit vrij in Den Haag en op de posten om de inzet van interdepartementale partners op dit thema te faciliteren, kansen voor die inzet te identificeren en hen te informeren over relevante ontwikkelingen in het buitenland.

Nederland en zijn bondgenoten zien zich steeds meer geconfronteerd met hybride vormen van conflictvoering en deze trend zal zich het komende jaar en daarna doorzetten. Om de politieke en economische vrijheden van Nederland adequaat te kunnen beschermen, blijft het kabinet zich in EU- en NAVO-kader inspannen voor versterking van de weerbaarheid en respons tegen hybride bedreigingen en daarnaast investeert het kabinet in nieuwe coalities. Naast aansluiting bij de Europese ‘Open Strategische Autonomie-agenda’, kijkt het daarvoor ook naar landen die vergelijkbare dreiging ondervinden dan wel vergelijkbare belangen hebben.

Cyberdiplomatie als prioriteitHet belang van cyberdiplomatie is naar aanleiding van de COVID-19 pandemie en door de toegenomen geopolitieke strijd alleen maar toegenomen. De dreigingen voor burgers, bedrijven en staten nemen toe. Na de zomer van 2022 zal het kabinet een nieuwe Internationale Cyberstrategie presenteren. Deze heeft als doel de geopolitieke cyberdreigingen te verminderen door onder meer te komen tot een normatief kader voor verantwoord statelijk gedrag in het cyberdomein, afspraken te maken over maatregelen die ingezet kunnen worden tegen landen die deze normen overtreden en kwetsbare derde landen te ondersteunen in de opbouw van hun cyberweerbaarheid. Aandacht voor mensenrechten en rechtsstaat staat hierbij centraal.

Betrekkingen met landen en regio’sHet leiderschap van de Verenigde Staten is gedurende de Oekraïne crisis van onmisbaar belang gebleken. Met hun leiderschapsrol bij de ondersteuning van Oekraïne, in nauwe samenwerking met Europese en andere gelijkgezinde landen, laten de VS zien hoe gecommitteerd zij zijn aan de internationale rechtsorde en het verdedigen van Europese veiligheid. Hierin ziet het kabinet een herbevestiging van het belang van het trans-Atlantisch bondgenootschap. Het kabinet zal zich dan ook het komende jaar inzetten voor verdere verdieping van de veiligheidssamenwerking met de VS, zowel in NAVO- en EU-verband. De VS is Nederlands belangrijkste niet-Europese handelspartner en Nederland en de VS zijn belangrijke investeerders in elkaars economieën. Ook op onderzoeks- en innovatieterrein zijn de betrekkingen hecht. Het kabinet zal zich er voor inspannen om de economische samenwerking met de VS, bilateraal en in EU-verband, verder te versterken. NL zal zijn steun aan en betrokkenheid bij de EU-US Trade and Technology Council voortzetten. Met Canada is de samenwerking geïntensiveerd en zullen in 2023 voor het eerst regeringsconsultaties gehouden worden.

Ook zal het kabinet nauw met de VS, Canada, Japan en andere gelijkgezinden partners optrekken voor een fit for purpose multilateraal stelsel ter bescherming van de gekoesterde internationale normen en waarden. Het kabinet zal later dit jaar daarom met een multilateralisme strategie komen. Nederland zal internationaal pal voor de mensenrechten blijven staan. Het kabinet stelt dan ook extra geld beschikbaar om de Nederlandse inzet voor mensenrechten meer slagkracht te geven. De mensenrechtennota later dit jaar zal hier nadere invulling aan geven.De Russische regering heeft met de gewelddadige en illegale inval in Oekraïne de weg van agressie, verdere escalatie en isolement gekozen. Alvorens ruimte voor diplomatie en dialoog ontstaat, kan het antwoord dan ook niet anders zijn dan begrenzing en afschrikking voor zolang als nodig is en verhoging van de weerbaarheid, van Nederland, bondgenoten en partners. Daarnaast worden de kosten voor de Russische regering van deze agressie structureel en langdurig verhoogd door verschillende maatregelen, zoals het diplomatiek isoleren van de Russische Federatie, gerichte schade toebrengen aan de Russische economie en aan de kring van machthebbers in het Kremlin en het steunen van onder andere maatschappelijke organisaties en vrije media in de Russische samenleving. Dat laatste ondersteunt de belangrijke kanttekening dat Nederland geen geschil heeft met de Russische bevolking. Het Kremlin neemt op de koop toe dat de Russische bevolking de maatschappelijke en economische consequenties draagt van deze aanvalsoorlog.

De Indo-Pacific regio is niet alleen de grootste mondiale groeiregio maar ook geopolitiek steeds relevanter. Nu de verhoudingen in de wereld nog complexer zijn geworden door de Russische inval in Oekraïne is het des te belangrijker geworden om bilateraal en via de EU met gelijkgezinde landen in de Aziatische regio te engageren en samen te werken aan bescherming van de internationale rechtsorde, stabiliteit en veiligheid. De EU-strategie voor de Indo-Pacific biedt een goede basis voor verdere en intensievere samenwerking op economisch, politiek en veiligheidsgebied met landen in Azië. Bilateraal wil het kabinet samenwerking aangaan op een brede veiligheidsagenda; onder meer capaciteitsopbouw in Vietnam, samenwerking op zeerecht met Australië, Japan en Singapore en kennisuitwisseling met India op het gebied van zeerecht en maritieme veiligheid.

In de betrekkingen met China ligt steeds meer nadruk op het beschermen van onze waarden en belangen, onze veiligheid en statelijke dreigingsaspecten. De afgelopen twee jaar heeft de EU meerdere maatregelen genomen om de eigen economische weerbaarheid te vergroten en meer reciprociteit te bewerkstelligen in de economische relatie met China. Het in kaart brengen, en waar nodig mitigeren, van strategische afhankelijkheden maakt daar onderdeel van uit. Nauwe samenwerking en coördinatie met de VS en gelijkgezinde Indo-Pacific partners is daarbij eveneens van belang. Daarbij blijven de Nederlandse economische belangen in China groot en is samenwerking onmisbaar bij het aanpakken van grote mondiale uitdagingen op het gebied van bijvoorbeeld klimaat en duurzaamheid. De verwachting is dat in 2023 China de strenge COVID-maatregelen geleidelijk zal loslaten waardoor weer meer contacten op hoog niveau mogelijk zullen zijn. De mensenrechtensituatie in China blijft zorgwekkend en Nederland zal, zowel bilateraal als in EU-verband, dit punt blijven adresseren. De onderdrukking van de Oeigoeren in Xinjiang en het steeds verder inperken van burgerlijke vrijheden in Hongkong vragen daarbij blijvend bijzondere aandacht.

Het Koninkrijk hecht veel waarde aan goede banden met Latijns-Amerika en het Caribisch gebied. Een regio die op veel gebieden gelijkgezind is met het Koninkrijk en de EU, zoals ook blijkt uit de brede veroordeling van de Russische oorlog in Oekraïne. Die gelijkgezindheid maakt het Koninkrijk en de EU natuurlijke partners, nog meer in een periode van verschuivende geopolitieke panelen, en (toenemende) beïnvloeding door China en Rusland. Door samen met landen in de LAC-regio de mondiale uitdagingen aan te gaan worden de banden met deze regio bestendigd. Daartoe werken het Koninkrijk en de EU actief samen met de regio op het gebied van klimaat, duurzaamheid, digitalisering, rechtsstaat en democratisering. Ook samenwerking in de bestrijding van grensoverschrijdende ondermijnende (drugs)criminaliteit en versterking van de regionale veiligheid krijgt in 2023 prioriteit, gezien de impact ervan op de veiligheid en stabiliteit van de LAC-regio en ons gehele Koninkrijk.

De politieke, economische en humanitaire crisis in buurland Venezuela, blijft uiterst zorgwekkend. Uitgangspunt is het bevorderen van de terugkeer naar een stabiel, rechtsstatelijk en democratisch Venezuela. Het Koninkrijk blijft komend jaar inzetten op een constructieve en gelijkwaardige relatie met Suriname, een land dat voor complexe sociaal-economische en politieke uitdagingen staat. Overheidssamenwerking via het Makandra-programma draagt bij aan sociaaleconomische ontwikkeling en goed bestuur in diverse sectoren en wordt zoveel mogelijk afgestemd op de inspanningen van het IMF in Suriname. Nederland en Suriname trekken ook samen op om grensoverschrijdende georganiseerde misdaad aan te pakken. Nederland zal zich blijven inzetten om de bevolking van Afghanistan te steunen. Om de Nederlandse belangen en de rechten van de Afghaanse bevolking te behartigen heeft Nederland samen met gelijkgezinde landen operationeel contact met vertegenwoordigers van de de-facto Taliban regering. Daarbij blijven de prioriteiten zoals weergegeven in de EU Raadsconclusies van september 2021 leidend: veilige doorgang voor diegenen die Afghanistan willen verlaten; bescherming van alle mensenrechten en de rechten van name vrouwen en meisjes; ongehinderde humanitaire toegang; voorkomen dat Afghanistan een uitvalsbasis wordt voor internationaal terrorisme; en het creëren van een inclusieve regering. Omdat dat de ontwikkelingen in het land niet gunstig stemmen, is het kabinet van mening dat het van belang is om druk op het regime te houden om hen aan hun verplichtingen, zowel internationaal als richting de eigen bevolking, te houden.

Het strategisch belang van de Sahel en Hoorn van Afrika, beide instabiele regio’s aan de rand van Europa, blijft groot en het kabinet blijft zich onverminderd inzetten voor verbetering van de situatie aldaar2. Tegelijkertijd vraagt de spill-over problematiek van instabiliteit en onveiligheid vanuit de Sahel naar de West-Afrikaanse kustlanden steeds meer aandacht. Nederland zal gezamenlijk met West-Afrikaanse kuststaten en EU-partners de mogelijkheden voor het tegengaan van deze spillover onderzoeken. Daarnaast zal het kabinet in 2023 ook de mogelijke bilaterale inzet op grondoorzaken van deze spill-over, met name in Benin, verder uitwerken. Ook zet in 2023 het kabinet zich in voor actieve uitvoering van de in de slotverklaring van de EU-AU top vastgelegde afspraken en voor verdere verdieping van het EU-AU partnerschap op onder andere migratie en multilaterale samenwerking. De strategische visie van de inzet van Nederland in Afrika zal uitgewerkt worden in de Afrikanotitie die eind dit jaar naar de Tweede Kamer gaat.

Het kabinet blijft zich in het kader van het Midden-Oosten Vredesproces inzetten voor de twee-statenoplossing. Hoewel de trilaterale samenwerking om via een niet-politieke uitwisseling de partijen nader tot elkaar te brengen meerdere keren is uitgesteld, blijft Nederland de partijen benaderen om met elkaar in gesprek te blijven. Dit moet enerzijds leiden tot praktische oplossingen voor bestaande problemen (zoals het uitvoeren van Palestijnse goederen), en anderzijds tot een vruchtbaar klimaat waarin vredesonderhandelingen weer mogelijk worden. De periodieke trilaterale expert-werkgroepen over energie, water en handel en de verzoeningsprojecten waarmee jonge Palestijnen en Israëliërs nader tot elkaar worden gebracht, zijn hier belangrijke middelen toe. Het kabinet zet in op het organiseren van een plenaire bijeenkomst van de drie groepen in Den Haag.

Nederland blijft inzetten op het onderhouden en verstevigen van de relaties met Noord-Afrika, een regio die voor vele uitdagingen staat zoals economische onzekerheid, klimaatverandering, irreguliere migratie en instabiliteit. Nederland acht een brede en stevige bilaterale relatie met Marokko van groot belang. De wederzijdse bezoeken van de ministers van buitenlandse zaken onderstrepen deze ambitie. In 2023 voorziet het kabinet versterking van de samenwerking op thema’s zoals op migratie, justitie en politie, handel en cultuur.

In een aanhoudende politieke, humanitaire en economische crisis in Syrië, leeft 97% van de Syrische bevolking onder de armoedegrens. Nederland blijft inzetten op een politieke oplossing van het conflict, met bijzondere aandacht voor accountability. Het kabinet wil dat de zwaarste misdaden niet ongestraft blijven en stelde Syrië in 2020 aansprakelijk voor het schenden van mensenrechten. Intussen maken meerdere landen gebruik van universele jurisdictie om daders niet ongestraft te laten. In Irak blijft Nederland inzetten op de geïntegreerde benadering, inclusief de multilaterale inzet (VN, NAVO, EU), om grondoorzaken van (hernieuwd) conflict aan te pakken en een bijdrage te leveren aan het creëren van duurzame en legitieme stabiliteit in Irak en de autonome Koerdische regio. Hierbij is er specifiek aandacht voor het waarborgen van accountability, mensenrechten, klimaat (water) en Private Sector Ontwikkeling (PSD).

Ook voor het conflict in Jemen is een duurzame en inclusieve vrede als uitgangspunt. Na een succesvolle gezamenlijke conferentie in mei jl. waar Nederland samen met de VN co-host was, blijft het kabinet zich ook in 2023 inspannen voor het vinden van een oplossing voor de Safer-tanker, die door het conflict verworden is tot een tikkende tijdbom met een grote ecologische, economische en humanitaire ramp tot gevolg. De opstelling van Iran op het nucleaire dossier en voor de veiligheid in de regio blijft om meerdere redenen voor de internationale gemeenschap zorgelijk. De terugkeer van de VS en Iran naar het JCPOA is onontbeerlijk. Het kabinet zet zich dan ook maximaal in om dit te kunnen bewerkstellingen door steun aan de inzet van de EU en E3. Nederland is onlangs een strategisch partnership aangegaan met landen in de Golf gericht op klimaat en energietransitie, regionale veiligheid en mensenrechten. Komend jaar staat in het teken van verdere verdieping van samenwerking, met dit partnerschap als leidend kader.

Waarden, democratie en internationale rechtsordeVeranderingen in het systeem van multilaterale samenwerking zijn, meer dan 75 jaar na de oprichting van de VN, onvermijdelijk. De krachtsverhoudingen zijn veranderd, de mondiale uitdagingen evenzeer. De regie over veranderingen mag echter niet alleen in de handen worden gelegd van landen die onze waarden en belangen niet delen. Het Koninkrijk zal zelf, samen met traditionele (EU-) en niet-traditionele gelijkgezinde landen de regie moeten pakken over het veranderingsproces, waar dat kan en noodzakelijk is. De nieuwe multilateralismenota, die in het derde kwartaal van 2022 aan de Kamer wordt aangebonden, biedt de basis voor de inzet van het kabinet op dit terrein. Dit vraagt om intensivering van onze relatie met landen buiten onze traditionele partnerschappen als de EU en de NAVO, die onze waarden op het terrein van rechtstaat en democratie delen en die belang hechten aan een toekomstbestendig en eerlijk multilateraal systeem. Dat 141 landen binnen de Algemene Vergadering van de VN de Russische agressie tegen Oekraïne afkeurden laat zien hoeveel landen hechten aan de internationale rechtsorde. Het is zaak om zo veel mogelijk met deze landen samen te werken en waar mogelijk deze groep landen verder uit te breiden. Ook is het belangrijker dan ooit, dat de dialoog met de 35 landen die zich onthielden van stemming, gevoerd blijft worden.

De toenemende assertiviteit van autocratische staten en het krimpen van de democratische ruimte leidt tot verdere druk op de naleving van de mensenrechten en heeft een negatieve invloed op het functioneren van de internationale rechtsorde. In de tweede helft van 2022 zal een nota inzake Mensenrechten, Internationale rechtsorde en Democratie aan de Kamer worden aangeboden. De nota gaat uit van de sterke samenhang tussen deze drie thema’s. Mediavrijheid (online en offline), gelijke rechten voor vrouwen en meisjes, het beschermen van minderheden (bijvoorbeeld religie en LHBTIQ+) en het tegengaan en vervolgen van de meest ernstige mensenrechtenschending en van corruptie vormen de ruggengraat. Toenemende veiligheidsrisico’s van journalisten en mensenrechtenverdedigers vragen om extra aandacht. Een belangrijke deel van de intensiveringsmiddelen voor mensenrechten zal in 2023 bestemd zijn voor het tegengaan van deze trend.

Mediavrijheid en corruptie zullen ook in het vervolg van de door de VS geïnitieerde Summit for Democracy een belangrijke plek krijgen. Nederland speelt op deze beide onderdelen een leidende rol. Ook in andere internationale samenwerkingsverbanden zal het kabinet zich sterk blijven maken voor het bevorderen en naleven van mensenrechten, zoals in de Equal Rights Coalition, de Freedom Online Coalition, de Media Freedom Coalition en de International Religious Freedom Alliance. Ook blijft de inzet via het postennetwerk, zowel diplomatiek als via het mensenrechtenfonds, een belangrijk instrument om mensenrechten te bevorderen, misstanden aan te kaarten en directe hulp te bieden aan mensenrechtenverdedigers in nood.

Binnen de VN en de verschillende ontwikkelingsbanken pleit Nederland voor institutionele verankering van de mensenrechtenbenadering. Daartoe zet Nederland in op adequate financiering van de mensenrechtenpijler van de VN, waarbij de implementatie van de VN Agenda 2030/Duurzame Ontwikkelingsdoelen wordt betrokken. Het werk van de VN op het gebied van mensenrechten neemt verder toe, terwijl de financiering terugloopt. Nederland blijft daarom ook pleiten tegen bezuinigen van posities die cruciaal zijn voor het VN mensenrechtenwerk.

Om de ontwikkeling van de internationale rechtsorde conform artikel 90 van onze grondwet zo goed mogelijk te bevorderen, richt dit kabinet zich op naleving en waar nodig aanvulling van de internationale wet en regelgeving. Gerechtigheid voor slachtoffers van de meest ernstige misdrijven, het afschrikken van potentiële daders en het bevestigen van fundamentele normen is essentieel voor duurzame stabiliteit, vrede en veiligheid. Daarom zet kabinet dan ook onverminderd in op het tegengaan van straffeloosheid voor de meest ernstige mensenrechtenschendingen en de preventie van deze schendingen, en de versterking van internationale hoven en tribunalen zoals het Internationaal Strafhof. Hierbij zal Nederland zich in het bijzonder richten op gerechtigheid voor slachtoffers van de Russische agressie in Oekraïne.

Daarnaast vormen in steeds meer landen georganiseerde en individuele vormen van corruptie een directe bedreiging voor stabiliteit, welvaart en veiligheid. We zien dat dit onderwerp aan relevantie heeft gewonnen, ook in het licht van discussies die binnen de EU worden gevoerd. Om die reden zet het kabinet zich met gelijkgezinde partners in voor het versterken van de internationale rechtsorde door het oprichten van een anti-corruptie hof. Het kabinet is zich ervan bewust dat dit een langdurige en vasthoudende inzet vergt om daar voldoende steun voor te vergaren.

Nederland behoort tot de groep aanjagers van internationale verdragen en afspraken over gelijke kansen voor vrouwen en meisjes, gendergelijkheid en antidiscriminatie. Het kabinet geeft de komende periode nadere invulling aan een feministisch buitenlandbeleid.

Nederlanders wereldwijd, consulaire zaken en visumbeleidCrisissituaties zoals Afghanistan, Oekraïne en de COVID-19 pandemie, hebben de noodzaak van goede en moderne consulaire dienstverlening onderstreept. Het Ministerie blijft daarom werken aan het verbeteren van de consulaire dienstverlening aan Nederlandse reizigers en vakantiegangers, Nederlanders in nood en Nederlanders die buiten Nederland (gaan) wonen.

Nederlanders in het buitenland worden geconfronteerd met nieuwe veiligheidsrisico’s en regels rondom het internationale reisverkeer zijn aan veranderingen onderhevig. Dat zorgt voor een forse stijging van burgervragen en een veranderende informatiebehoefte. Ook in 2023 zullen de effecten hiervan nog steeds zichtbaar zijn. Ook al wordt er weer meer gereisd worden, sommige landen zullen reisrestricties blijven opleggen zolang de COVID-19 pandemie niet overal ter wereld onder controle is. In de reisadviezen wordt verwezen naar de overheidswebsite van het land zelf voor de meest actuele informatie. Samen met andere EU-lidstaten wordt gewerkt aan meer eenheid in de reisadviezen. Daarnaast zal het Ministerie, gezien de grote impact van de pandemie en meerdere crises, de kwaliteit, helderheid en vindbaarheid van de reisadviezen verbeteren.

In 2023 zijn de consulaire crisisprotocollen, de -infrastructuur en het evacuatiebeleid aangescherpt op basis van inzichten vanuit intern en extern uitgevoerde evaluaties. Zo werkt het Ministerie naar een consulaire crisisorganisatie zodat Nederlanders snel en efficiënt de hulp en informatie krijgen die ze nodig hebben. In 2023 is een kernteam opgeleid en zijn mensen getraind voor het geval een nieuwe crisis uitbreekt. Ook op dit vlak wordt ingezet op samenwerking met andere EU-lidstaten.

Conform het regeerakkoord Rutte IV zal de dienstverlening aan Nederlanders in het buitenland verbeterd worden. Zo wordt het mogelijk om op meer locaties via een externe dienstverleners een paspoort aan te kunnen vragen zodat minder ver gereisd hoeft te worden, en zal het project Loket Buitenland, waarbij zo’n 60 overheidsdiensten online of telefonisch kunnen worden geleverd, in 2023 een permanente plek krijgen via Nederlandwereldwijd. Verder zal in lijn met de stijging van het aantal wereldwijde reisbewegingen de hoeveelheid visumaanvragen toenemen. De moderniserings- en centraliseringsprojecten van de consulaire dienstverlening gaat onverminderd door; de modernisering van het consulaire Front- en Backoffice (FOBO) zal in 2023 volledig ingevoerd zijn.

CultuurKunst en cultuur geven betekenis aan onze relaties; ze zorgen voor onderlinge verbondenheid en kweken goodwill. Met het vierjarig kader internationaal cultuurbeleid (ICB 2021-2024) wordt dit met name gezocht in de relaties met Europese landen, grensoverschrijdende samenwerking en een aantal voor Nederland belangwekkende landen in de rest van de wereld. Hiermee worden onder meer de (economische) belangen van de kunstensector en de creatieve industrie in het buitenland behartigd. Daarnaast speelt de internationale culturele samenwerking een rol ter bevordering van de SDG’s, versteviging van bilaterale relaties (mede in het kader van de teruggave van koloniaal erfgoed), alsmede andere prioriteiten van buitenlandbeleid.

PostennetOm in de komende kabinetsperiode de belangen van Nederland, Nederlandse burgers en ondernemers wereldwijd nog beter te bevorderen, is een veilig en sterk postennet noodzakelijk. Wij kijken daarbij naar de hele internationale keten: van posten tot aan de ankerpunten en ondersteuning bij Buitenlandse Zaken en rijksbreed. Dit vertaalt zich in prioritaire thema’s waarop personele versterking vanuit de coalitiemiddelen nodig is, binnen de posten in de EU-landen, in de ring rondom Europa, op de samenwerking met de VS maar ook in relatie tot China.

Het kabinet zet in op uitbreiding van de capaciteit op de posten en in het ministerie langs de lijn van de belangrijke thema’s uit het coalitieakkoord: mensenrechten, veiligheid (cybersecurity, economische veiligheid, ondermijnende georganiseerde criminaliteit), consulaire dienstverlening, economische diplomatie (internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen; IMVO en duurzaam internationaal verdienvermogen) en een focus op migratie, klimaat en Global Health. De extra capaciteit creëren we binnen het postennet maar ook bij directies. Bij de invulling wordt nadrukkelijk ook de behoefte, expertise en beschikbaarheid van de andere departementen op deze prioriteiten betrokken. Verder is besloten om het ambassadekantoor in Chisinau, Moldavië op te waarderen naar een ambassade.

Op het gebied van crisisbeheersing heeft Nederland de afgelopen jaren internationaal voor een aantal grote uitdagingen gestaan, zoals de oorlog in Oekraïne (2022), de machtsovername door de Taliban in Afghanistan (2021), de explosie in de haven in Beiroet (2021) en de Covid-19 pandemie. Dat heeft geresulteerd in stappen gericht op een structurele versterking van de crisisorganisatie, zoals de oprichting van een Departementaal Crisis Centrum (DCC) met een vaste bezetting onder leiding van een vrijgestelde centrale crisiscoördinator en extra capaciteit die flexibel ingezet kan worden in het geval van een internationale crisis, en versterking van de capaciteit voor de consulaire dienstverlening. In 2023 zal de crisisgereedstelling van Buitenlandse Zaken verder zijn versterkt door middel van een uitgebreider opleidings-, trainings- en oefenaanbod voor de posten en het departement, extra aandacht voor (worst case) scenario-exercities, crisis-evaluaties en de verwerking van geleerde lessen in de handboeken en protocollen.

Het ministerie versterkt bestaande posten door investeringen in informatiebeveiliging en cybersecurity, extra fysieke beveiligingsmaatregelen, meer capaciteit voor het ICT netwerk, ook bij uitval van reguliere verbindingen, meer aandacht voor informatiemanagement en meer beheer- en uitvoeringscapaciteit op de posten. Een sterker postennet is onlosmakelijk verbonden met de (beleids)ondersteuning vanuit Den Haag en heeft hier een sterk anker nodig. Dat betekent capaciteitsversterking voor een aantal directies voor een sterkere diplomatieke gereedstelling en bedrijfsvoeringsdirecties die ondersteunende diensten verlenen aan de posten.

Licence